GOESCHE COUPANT^
aiNNENLAHD.
WEER EN WIND,
NUMMER 28.
TWEE BLADEN.
ZATERDAG
2 FEBRUARI 1935.
EERSTE BLAD.
178e JAARGANG.
Smeer en Kandeleer.
C'agbiaii Voor Middelburg, Goes en agent
schap VHssingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abocn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, ingez. mededeelinj*en 60 ct. p. r.
5y contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten by het Bureau voor Publiciteitswaar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 1—s
regels f 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubric
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regeté.
a 75 et. by vooruitbetaling Adv.
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cast-
rant" 10 ct. extra Bewysnommers 5 cea!
Het is begonnen met een paar inge
zonden stukken in het a.-r. Zeeuwsche
dagblad, en langzamerhand kwam er
eenig meer tumult over los: dat Neder
landsche magistraatspersonen van goe
den anti-revolutionairen huize, die dus
binnen onze landspalen behoorlijk ple
gen te ijveren voor al hetgeen een goede
"rechtzinnig-protestantsche politiek
eischt, zich desalniettemin beschikbaar
hebben gesteld om op den Zondag
als wanneer zooveel reeds in Neder
land verboden i s, terwijl naar den ortho
doxen wensch nog zooveel méér eigen
lijk verboden zou behooren te wor
den een zeer actief aandeel in de
volksstemming van het Saargebied te
nemen. Hoe het een zich met het ander
rijmen liet, vermochten velen in a.-r.
kringen niet in te zien, en deze meening
is op velerlei wijze tot uiting gekomen.
Wij hebben reeds melding gemaakt
van hetgeen den overigens, naar wij
meenen te weten, populairen a.r. burge
meester van Emmen ter zake van zijn
politieke vrienden overkwam.
De „Tel." ontleende dezer dagen het
volgende aan wat ds. H. J. Heida, Gerei
predikant te Vlaardingen, in zijn „Kerk
bode" over de Saar schreef:
„De stemming is nu geschied. De bu
reaux hebben op den dag des Heeren
hun werk gedaan. Of het geweten der
Anti-Rev. en Geref. voorzitters heeft
geklopt Dat zal hangen aan de vraag
of bij hen het geloof aan de N. Testa-
mentische orde van den rustdag heeft
gesproken. Met de subjectieve
consciëntie van burgemeester of wet
houder die of die hebben wij hier niets
te maken. Wel met de schending van
Gods orde. Het geldt hier geen geval in
particulier bedrijf, waarover nooit een
uitspraak is gevallen. Het geldt hier een
publiek, vrijwillig dienstbewijs op den
dag des Heeren, waarin de geheele wet
Gods absoluut werd genegeerd. Of dan
die burgemeesters en andere waardig
heidsbekleders niet vrij waren zulks te
doen Ongetwijfeld; evengoed als zij
die zich vrijzinnig noemen of hoe dan
ook; maar de vragen zijn deze: hoe is
dat goed te praten met de heiliging en
rust op 's Heeren dag en met lidmaat
schap der Anti-Rev. partij en met 's-
Heeren ordinantie
Of richt de Anti-Rev. partij haar weg
naar de consciëntie van burgemeesters
en wethouders, en niet meer naar de or
dinantiën Gods Niet over de consciën
tie van burgemeesters; maar over de or
de Gods op 's Heeren dag en zijn bestel
over ons, gaat het hier.
Kan men ons duidelijk maken, dat
daarmede zulke dingen accoord zijn,
dan wachten wij met geduld en lijd
zaamheid".
Tot zoover ds. Heida.
Men ziet het: hier wordt geen blad
voor. den mond genomen. Deze Saar-
muisjes zullen nog wel staartjes hebben,
zoo hier en daar.
Maar men mag ons de vraag stellen:
is dit alles nu eigenlijk wel een alge
meen publieke zaak, en niet eerder een
volkomen interne aangelegenheid van
de anti-revolutionaire partij en de be
trokken kerken
Wij zouden deze vraag voor een groot
deel bevestigend willen beantwoorden.
Maar toch niet heelemaal.
Want het is een vraag, die in wezen
neer komt op de volstrekte, diep-inner-
lijk gevoelde echtheid van beleden
gevoelens, en aangezien de linksche Ne
derlanders, daar, waar zij getalsmatig in
de minderheid zijn, zich wel eens moe
ten voegen naar drukkende maatregelen,
voortspruitende uit deze beleden recht
sche opvattingen van Zondagsheiliging
e. d., is het ons zeker niet ongeoorloofd
de vraag te stellen, in welke mate deze
met den mond beleden gevoelens waar
achtig zijn. Immers: van die mate zal af
hangen onze bereidheid tot onderwer
ping en aanvaarding
Als voorbeeld van dit laatste wijzen
wij bv. op het sprekende geval van den
caféhouder W. te Serooskerke: een keu
rige zaak, buiten het dorp, buiten de
kom althans, en ver van eenige kerk
staande, een rustig bedrijf, waar alleen
6 toerist eenige lafenis zocht en vond,
is door een rechtzinnige meerderheid in
den Raad, tegen het advies van den a r.-
burgemeester in, gedwongen tot een zijn
bedrijf ernstig schadende Zondagsslui
ting. Indien nu de meerderheid dér be
volking dezer gemeente inderdaad, op
grond harer godsdienstige overtuiging,
het open-zijn van deze inrichting een
ergernis zoude zijn, wijl in strijd met
haar diepste overtuiging dan zouden
wij van links gevoelen, dat we ons hier
zouden moeten voegen. Maar indien bv.
de paar mannen, die in den Raad deze
sluiting doordreven, wél buiten onze
landspalen Tiet eerebaantje van stembu
reau-voorzitter op een Zondag zouden
willen waarnemen het is maar een
onderstelling, want de betrokken zijn
niet naar de Saar geweest ziet, dan
zou een verzet tegen zulk een schijnhei
ligheid bij ons oprijzen.
Aldus heeft deze Saar-geschiedenis
toch ook voor ons wel een algemeen
aspect.
Men heeft kennis kunnen nemen van
•het verweer van Emmens burgemeester,
mr. Bouma. Deze zeide, „dat voor hem
de uitnoodiging van de regeering om
zich beschikbaar te stellen, opdat aan
een vereerend verzoek van den Volken
bond kon worden voldaan, gelijk stond
met een bevel. „Het gold hier burger
lijken politiedienst en dien moet ik des-
noodig ook van mijn ambtenaren vergen
op Zondagen, ook als het geldt anti-rev.
ambtenaren."
Ten aanzien van dit verweer geldt
voor ons dat het uiteindelijk een
consciëntiezaak, een quaestie van op-
rechtheid-in-gemoede is.
Wij zijn er stellig van overtuigd, dat
er onder de a.r. functionarissen, die naai
de Saar gingen, geweest zullen zijn die
oprecht de overtuiging van mr. Bouma
waren toegedaan. Ons dunkt: dan is
daarmede voor de openbare meening
de zaak finaal afgedaan.
Maar even stellig is daarnaast onze
overtuiging, dat er anderen geweest
zullen zijn, die met vreugde de boven
gemelde redeneering als voorwendsel
.aangrepen om toch maar hun geweten
zoo noodig en in elk geval de re-
volteerende publieke opinie het zwijgen
op te leggen, omdat zij allerminst lust
gvoelden zich dit uitstapje te laten ont
gaan!
Voor deze laatsten geldt inderdaad
in volle zwaarte het vonnis, dat politie
ke partij of kerkvoorganger over hen
uitspr.ak. Ook de publieke opinie kan
niet anders, dan zulke schijnheiligheid
veroordeelen.
Rest alleen de vraag: hoe is zoo iets
kunnen ontstaan?
Daarop lijkt ons zoo ongeveer het
antwoord dit: door het opportunistische
deel van de verschuiving naar rechts,
die er de laatste jaren in het politieke
spectrum plaats vond.
Rechts regeert ral vele jaren, en het
heeft nu eenmaal zijn aardsche voor
deel, indien men behoort tot de par
tijen die het regeeringskasteel bezetten.
Zoo ziet men tegenwoordig onder
scheidene afstammelingen uit vroeger
liberale geslachten, misschien zelf nog
wel liberaal of althans nauw verwant aai
deze richting geweest, zetels in hel
kamp der chr.-historischen bezetten, en
zoo zijn er ook wel, die laten we
zeggen vanwege „de kandeleer"
maar bij een nog verder rechts staande
politieke partij zullen zijn aangesloten.
Deze verschuiving n,aar rechts is, als
gezegd, ten deele een gevolg van den
magnetischen invloed die er van de
rechtsche bezetting van 't regeerings
kasteel der laatste jaren uitgaat.
Een erg verheugend verschijnsel is
dit niet, voor de eene partij noch voor
de andere. Want al kunnen wij de rechts
v.an ons staande partijen nu niet be
paald geluk wenschen met dezen aan
winst van „kandeleerders", het is al
evenmin een bewijs voor de beginsel
vastheid dezer in hun hart of naar hun
verleden vrijzinnigen, dat zij om oppor-
tuniteitsredenen naar het rechtsche
kamp overliepen.
IToevelen dit er zoo zijn?
Wij weten het niet, en behoudens en
kele zeer sprekende en bekende ge
vallen zouden wij het v.an niemand gaar
ne met zekerheid durven beweren. Wij
gunnen de twijfelachtigen zelfs gaarne
„the benefit of the doubt" in dezen.
Maar wie van rechts, die zijn Pap
penheimers kent, zou met de hand op het
nart durven beweren, dat er géén „kan
deleerders onder zijn partijgenooten
zijn
Spreek geen kwaad van iemand,
wanneer gij het niet zeker weet en
wanneer gij het zeker weet, vraagt u
zelf dan eerst af: waarom zou ik het
vertellen?
PRINSES JULIANA HERSTELLENDE.
Naar wij vernemen, is de toestand van
Prinses Juliana ,die, zooals men weet
wegens een lichte ongesteldheid een
paar dagen het bed moest houden, thans
goed vooruitgaande.
EEN MERKWAARDIGE GRENS
KWESTIE.
De Duitsche regeering eüscht
belasting van kolen uit de Do-
maniale mijn,
(Van onzen eigen
correspondent).
De Domaniale mijn 'n Nederlandsch be
drijf, met 'n eeuwenlange geschiedenis,
heeft moeilijkheden met de Duitsche re
geering, Deze eischt wat tot dusver
nog nimmer is voorgekomen belas
ting betakng voor de producten, die uit
de mijngangen onder het Duitsche ge
bied gedolven worden, hetgeen in strijd
schijnt met een oud tusschen Nederland
en Pruisen gesloten verdrag.
Oude kronieken, de Annales Roden-
ses, bewaard te Berlijn, bevatten gege
vens over het oudste mijnbedrijf in
Europa. Blijkens deze historische bron
nen werden aldaar reeds omstreeks 1100
kolen gedolven. De exploitatie geschied
de door kloosterlingen en al moet men
er zich natuurlijk geen voorstelling van
maken als van een modern mijnbedrijf,
vast staat, dat toen reeds steenkool uit
den grond gewonnen werd, om als br md-
stof te dienen.
Het zou interessant zijn, op deze
technisch-historische bijzonderheden die
per in te gaan. Het archief van Rolduc
bevat daaromtrent van later jaren veel
merkwaardigs! Slechts willen we er nu
even op wijzen, dat de winning der ko
len nog zeer primitief was en hoofdza
kelijk aan de oppervlakte geschiedde.
Later werden ook kleine schachtjes ge
maakt, om dieper gelegen lagen te be
reiken. Het oppompen van het water
thans nog steeds bij de mijnen een moei
lijk probleem geschiedde er door een
vernuftige installatie waarmede de
kloosterlingen toonden ook bekwame
technici te zijn.
Als voortzetting van deze oudste mijn.
kan de Domaniale mijn te Kerkrade
worden beschouwd. Deze mijn is lang de
eenige in Nederland geweest, omdat men
meende dat het kolenbekken van Aken
zich niet verder uitstrekte. Latere bo
ringen hebben een ander inzicht gege
ven en toen is omstreeks 1900 de groo-
te mijnindustrie in Zuid-Limburg ont
staan, die nu door allerlei buitenland-
sche maatregelen zulk een moeilijken tijd
doormaakt.
Toen op 26 Juli 1816 een grenstrac-
taat gesloten werd tusschen Nederland
en Pruisen, werd daarin ook de Doma
niale mijn behandeld. Want de mijngan
gen daarvan strekken zich voor een
groot gedeelte onder Pruisisch gebied
uit. Artikel 19 nu van dit tractaat, dat
opgenomen is in Staatsblad No. 10 van
1850, bepaalt, dat het ondergrondsche
gebied in Pruisen van deze mijn als
Nederlandsch gebied zal worden be
schouwd.
Aan deze bepaling is sindsdien vrij
wel nimmer getornd. Totdat nu onlangs,
naar wij vernomen hebben, de Duitsche
regeering den eisch gesteld heeft, dat de
Domaniale mijn belasting moet betalen
van de onder Duitsch gebied gewonnen
kolen. De mijndirectie heeft dit gewei
gerd en nu is het voor den Duitschen
rechter tot een proces gekomen. Wij
hebben bij de directie nadere bijzonder
heden over den stand van zaken pogen
te vernemen, doch men kon ons alleen
mededeelen, dat onze inlichtingen juist
waren. Zoolang de zaak nog „sub iudi-
ce" is, meende men ons verdere gege
vens te moeten weigeren.
De heele zaak doet echter eenigszins
vreemd aan, wanneer men de bepaün
gen van het onderhavige tractaat nagaat.
De tweede alinea van het bewuste ar
tikel luidt namelijk in den Nederland-
schen tekst aldus:
„Het Pruissische Gouvernement zal
op geenerlei wijze deze exploitatie mo
gen hinderlijk zijn, noch onder voor
wendsel van opzigt door des zelfs inge
nieurs, noch door het leggen eener be
lasting op de delving of op den uitvoer
der steenkolen; noch eindelijk door an
dere beletselen hoegenaamd daar te
stellen, die het delven of het vertier der
steenkolen zouden kunnen hinderlijk
zijn".
Men kan ervan verzekerd wezen, dat
niet alleen te Kerkrade met belangstel
ling wordt uitgezien naar de beslissing
van den Duitschen rechter in dit door
de Duitsche regeering tegen Nederlan
ders aanhangig gemaakte proces!
DE VOORGESTELDE TOLHEFFING
OP DE GROOTE BRUGGEN,
Steeds meer protesten.
De N.V. Bat,aafsche Import Mij., ver
koopkantoor van Koninklijke Shell pro
ducten heeft een request gezonden aan
de Tweede Kamer tegen het ingediende
wetsontwerp tot 't verleenen van een
concessie tot tolheffing op de over onze
groote rivieren geprojecteerde bruggen
aan een nader aan te wijzen naaml.
venn. Adressante is van meening dat
het wetsontwerp in dezen vorm volko
men onaannemelijk is, omdat hier zoowel
economische- als cultureele belangen in
ernstige mate worden geschaad. Adr.
verzoekt het daarheen te leiden dat ae
bouw dezer bruggen zonder tolheffing
tot stand komt.
De actie te "en de voorgestelde tol
heffing op de bruggen blijft nog onver
minderd voortduren, vooral tegen de hef
fing op de bruggen bij Arnhem en Nij
megen. Hedenmorgen heeft op het dep.
van waterstaat, minister H. Colijn een
conserentie met Ged. Staten van Gelder-
Jand en met de gemeentebesturen van
Arnhm en Nijmegen gehouden.
Ook uit de Betuwe komt een krach
tig protest tegen de heffing van tol op
de vaste bruggen bij Arnhem en Nijme
gen.
Er heeft zich daar een comité
vormd dat in een adres aan de Tweede
Kamer zal doen uitkomen, dat er groo
te belangen met een vrij en onbelem
merd brugverkeer gemoeid zijn. Door
de voorgestelde tolheffing zullen talloo-
ze bedrijven in deze buurt onbereken
baar zwaar worden belast, en wordt 't
voeren van een eerlijke concurrentie on
mogelijk. Het comité beschouwt dan ook
de tolheffing op de bruggen te Arnhem
en te Nijmegen ,als een groote onbillijk
heid en onrechtvaardigheid tegenover
de geheele Betuwe, aangezien deze
voor haar geheele verkeer, in alle rich
tingen, daarvan gebruik moeten maken.
DE LUCHTVAART IN DE WEST.
Een groot succes.
Bij de K.L.M. is bericht ontvangen,
dat gedurende de maand Januari 184
passagiers gebruik gemaakt hebben van
de lijn CurasaoAruba v.v.
Er zijn 14 vluchten ondernomen, dus
er werden gemiddeld 13 passagiers per
vlucht vervoerd. Dat wil zeggen dat de
Snip telkens volgeboekt was.
Er zijn 574 pleziervliegers op Curasao
geweest.
DE SAARTROEPEN NAAR HUIS.
Blijkens ingekomen berichten zal het
Nederlandsche contingent Saartroepen
16 Februari naar Rotterdam terugkee-
ren. Tevens vernemen wij dat 17 Febru
ari een deel der Italiaansche troepen
vertrekt 18 Februari het Zweedsche con
tingent in zijn geheel, en 19 Februari
een deel van de Engelsche troepen en
zoo vervplgens.
(Ingez. Med.'
Middelburg, 2-II-'35. Vrijdag: hoogste
lucht temperatuur 7.8 °C (46 F);
laagste 6 °C (43 °F). Heden 9 h: 7.1 °C;
12 h: 9 °C. 4.2 mm regen. Hoogste baro
meterstand te dezer stede, in het afge-
loopen etmaal: 764 mm; laagste 758 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 773.0 mm
te Biarritz; laagste 709.3 mm te Nor-
doyan.
Verwachting tot morgenavond:
Siorriïachtige tot .ciièi a,-
nemende N.W. tot W. wind, zwaar be
wolkt met tijdelijke opklaringen, regen-
of hagelbuien .aanvankelijk kouder.
Zon op: 7 h 43; onder: 16 h 45. Licht
op: 17 h 15. Maan op: 7 h 05: onder:
15 h 11.
Zondag 3 Febr. Zon op: 7 h 41; onder:
16 h 47. Licht op: 17 h 17. Maan op: 7 h
32; onder: 16 h 46. N.M. 3 Februari.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere is 38 min. later.
(S Springtij.)
Februari.
Hoogwater Laagwater.
Za. 2 12.17 6.24 18.47
Zo. 3 0.38 13.07 7.19 19.36
Ma. 4 1.26 13.55 8.10 20.21
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge.
Februari.
Hoogwater Laagwater.
Za. 2 1.37 14.08 7.24 19.51
Zo. 3 2.38 15.04 8.15 20.38
Ma. 4 3.30 15.55 9.02 21.23
DE 24STE R. A. I.
Gisteren is te Amsterdam voor de
24ste maal de groote automobielenten
toonstelling, algemeen bekend onder
den naam R.A.I. geopend.
Van deskundige zijde schrijft men ons
over deze expositie het volgende:
Wij staan aan het begin van een
nieuw jaar. Ook voor de automobielin
dustrie. Nieuw omdat er nog veel onge
weten is, omdat wij niet kunnen bevroe
den, wat er ons te wachten staat in ver
band met den nog steeds zoo onzekeren
toestand van de economische verhou
dingen in alle landen.
Niettemin of misschien juist daar
om hebben de automobielmenschen
het aangedurfd ook dit jaar hun tentoon
stelling te houden. De resultaten van
dien durf, van die voortvarendheid zien
we in het R.A.I.-gebouw.
Zoodra we de ruime deuren door zijn,
staan we meteen te midden van de glan
zende pracht van tallooze wagens van
allerlei grootte, kleur en vorm. Een en
kele blik over deze groote open R.A.I.-
zaal laat zien, dat alweer meer dan het
vorig jaar door de autofabrikanten aan
dacht is gegeven aan het uiterlijk van
hun producten en aan het comfort. In dit
opzicht gaan sommige constructeurs
zeer ver.
Dit is vooral van groote beteekenis
voor de kleine goedkoope automobielen,
waarvan er op de tentoonstelling zeer
vele zijn. De tendenz van den tegen-
woordigen tijd ligt nu eenmaal in die
richting.
Dit aanvaardende mogen wij met veel
vreugde vaststellen, dat deze 24ste R.
A.I.-tentoonstelling ten aanzien van de
goedkoope automobiel praktisch meer
brengt dan welke andere tentoonstelling
ook. In waarheid is deze show interna
tionaal.
Dat men bij de constructie van den
goedkoopen Ayagen niet is uitgegaan van
de gedachte, dat er dan maar met min
der materiaal gewerkt moet worden,
dat toonen de verschillende chassis en
doorsneden duidelijk. Men moest een
voudig goedkooper worden maar de
autoconstructeurs bleven vrijwel allen
hun devies „goed" getrouw. Zoodat al
les eigenlijk den cliënt ten goede is ge
komen.
Een bezoek aan de R.A.I.-tentoonstel
ling zal iedereen van de waarheid daar
van kunnen overtuigen. Van 110 Fe
bruari heeft men er alle gelegenheid
toe.