I
OVERSTE SAXON
BES Cu'
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 24 JANUARI 1935. No. 20.
«£E13UR0,
Historische Avonturenroman,
VERDRIJFT P IJ N
WALCHEREN.
I J\
ije-
>te-
het
:ht.
en
Zandstr.,
katjes,
i, Salmiak
ct. p. o.
te jujubes
10 c. p. o.
iladreuzel
2 pond
varkens
rund- of
alf pond.
Vl'burg.
al eens
ten). Ge-
o. Ge-
eerlijk bij
Cohen
Vl'burg.
trekt: vet
r kilo, bij
Noord-
Eoon 225.
:abeijauw
l 50, ge-
per kilo,
per stuk.
)urg. Te-
im 31 ct.,
pd. pres-
ivtensoep
ct. p. p.
pd. C,
ddelburg.
nder jou.
KAAN".
naar en
our. Krt.
om, kap-
mrg. Te-
De Duitschers in Zuid-Jutland
Hun nationaal-socialistische
sympathieën in verband met
hun minderheidspositie Ho
peloos streven, daar het gebied
definitief aan Denemarken
werd toegewezen en Deensch is
De uitslag van de volksstemming in
het Saargebied heeft onwillekeurig de
aandacht weer eens gevestigd, op een
andere landstreek, waar sinds den oor
log Duitschers buiten de Duitsche gren
zen wonen. Wij bedoelen Zuid-Jutland,
dat na den wereldoorlog door de geal
lieerden aan Denemarken werd terug
gegeven (in vroegere tijden behoorde
dit gebied ook aan Denemarken) en
waar in de afgeloopen jaren telkenmale
stemmen opgingen voor hereeniging
met Duitschland. De zaken staan hier
echter geheel anders dan aan de Saar.
Het gebied, dat betrekkelijk klein is (er
wonen in totaal pl.m. 200.000 menschen)
heeft een overwegende Deensche be
volking en de afscheiding van het Duit
sche Rijk geschiedde definitief. Een be
paling, dat hier over een bepaald aan
tal jaren een volksstemming plaats zou
moeten vinden, bestaat niet.
Desalniettemin heeft de Duitsche
minderheid nooit kunnen laten propa
ganda voor zulk een plebisciet te ma
ken. Thans schijnt de hoop daarop weer
levendiger te zijn geworden, hetgeen
echter dwaas mag heeten. Ook op grond
van wat de laatste jaren is geschied. In
1933 en eveneens in 't begin van 1934
was het een tijdlang nogal onrustig in
Zuid-Jutland. Het nationaal-socialisme
had er onder de Duitschers vrij veel
aanhangers, die stormafdeelingen vorm
den, nachtelijke oefeningen hielden, en
over de grens naar 't Duitsche Flens
burg trokken om zich daar in de pakjes
te steken, die ze in Denemarken niet
mochten dragen. Personen, die goed van
de zaak op de hoogte konden zijn
wisten te verzekeren, dat de bruine
troepen in Zuid-Jutland onmiddellijk op
elke willekeurige plaats vijfduizend man
konden mobiliseeren, dat er een „motor-
storm" gevormd was, welke over een
groot aantal auto's en motorfietsen kon
beschikken en dat een „marine-storm"
met visschersschuiten en plezierbooten
de kusten van Zuid-Jutland zou kunnen
beheerschen. Een en ander wekte onder
de Deensche bevolking in het grensge
bied groote onrust, die zich al spoedig
ook elders in Denemarken van de men
schen meester maakte, maar ten leste
is door het rustige en verstandige, maar
ook besliste optreden van de Deensche
regeering de rust weergekeerd, al droeg
daartoe ook veel bij, dat de autoriteiten
te Berlijn aan de leiders in Flensburg te
verstaan gaven, dat de grensquaestie
voor Duitschland niet „actueel" was en
dat men geen avonturen op touw had te
zetten.
De verschillende stormafdeelingen zijn
toen in het begin van het vorige jaar uit
eigen beweging ontbonden om een ver
bod van de zijde der Deensche regeering
te voorkomen, maar de cultureele pro
paganda van de nationaal-socialisten is
voortgegaan.
Nu zijn er, en dat maakt de zaak
eenigszins ingewikkeld, ook onder de
Denen in Zuid-Jutland betrekkelijk veel
nationaal-socialisten. Vele Denen in
Zuid-Jutland zijn, toen dit gebied nog bi)
Duitschland hoorde, in een Duitsche
sfeer opgegroeid, velen hunner hebben
in den wereldoorlog gestreden, velen
ook staan uit den aard der zaak in
nauwe relatie tot Duitschers aan beide
zijden van de grens. Daar komt bij, dat
Zuid-Jutland voor de hereeniging met
Denemarken het achterland was van
Flensburg, dat nu aan den anderen kant
van de grens ligt, en dat de boerenstand
tengevolge van de inflatie in Duitschland
in financieele moeilijkheden is geraakt
Denemarken heeft zich groote offers ge
troost om den nood van de boeren in
Züid-Jutland te lenigen naar schatting
heeft dat de laatste vijftien jaar het land
een 500 mibioen kronen gekost, hetgeen
bij een bevolking in Zuid-Jutland van
nog geen 200,000 zielen een steun van
2500 kronen per hoofd uitmaakt en
dat moet bij velen de meening hebben
doen post vatten, dat Denemarken thans
wel opnieuw krachtig kan steunen, al
ondervindt de geheele Deensche boe
rensland thans de gevolgen van de cri
sis en al zijn er desondanks voor de
boeren in Zuid-Jutland bijzondere maat
regelen genomen. Maar er blijft ontevre
denheid en die ontevredenheid heeft er
zeker toe bijgedragen, dat het nationaal-
socialisme m Zuid-Jutland meer aan
hang heeft dan elders in het van-ouds
democratisch-gezinde Denemarken. En
dat de nationaal-socialistische propa
ganda profiteert van deze ontevreden
heid blijkt wel uit een opwekking van
een van Duitsche zijde aangestelden
gouwleider, dat zij, die b.v. door execu
tieve verkooping hun grond zijn kwijt
geraakt, zich met hem in verbinding
kunnen stellen.
Er zijn in Zuid-Jutland dus Duitsche
nationaal-socialisten en Deensche nati
onaal-socialisten, die uit den aard der
zaak sympathie voor elkaar koesteren,
en het schijnt, dat de Duitschers onder
hen de hoop koesteren, dat hun Deen
sche geestverwanten in het grensgebied
op den duur liever in Duitschland on
der nationaal-socialistisch regime dan
in het Deensche vaderland onder demo
cratisch bewind willen leven, zooSat bij
een eventueel nieuw plebisciet niet al
leen Duitschers maar ook Denen voor
aansluiting van Zuid-Jutland bij het
Duitsche rijk zouden stemmen. Maar
ook die hoop heeft al heel weinig kans
in vervulling te gaan. Hoe sterk het na
tionaal-socialisme in Zuid-Jutland is
weet men niet met zekerheid, maar wel
staat het vast, dat het er bij lange nr
geen meerderheid heeft en vermoedelijk
ook zelfs geen groote minderheid. Daar
komt echter bij, dat, ondanks alle poli
tieke geestverwantschap, de nationaal-
socialisten in dit Deensche grensgebied
sinds eenigen tijd onderling twist heb
ben gekregen en dat een groot deel van
de Duitsch-sprekende nationaal-socialis
ten in Zuid-Jutland er genoeg van ge
kregen heeft om naar het pijpen van de
heeren in Flensburg te dansen en daar
om kort geleden de leiders aan den an
deren kant van de grens de gehoorzaam
heid heeft opgezegd, om zich achter
pastor Schmidt, den eenigen afgevaar
digde van de Duitsche minoriteit in het
Deensche Folketing, te scharen. En als
al niet eerder de rust in Zuid-Jutland
teruggekeerd was, zou dat thans hier
door geschieden, want deze scheurir
onder de natin.-socialisten maakt, dat al
thans voorloopig de kans op een actie
van belang geheel geweken is. De prik
kel van den uitslag van de Saarstem-
ming schijnt daar ook niet veel aan te
kunnen veranderen.
(Ingez. Med.)
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot
notaris in het arrondissement Middel
burg ter standplaats Ter neuzen K.
J. Hoving cand. notaris te Niekerk en
ter standplaats Oostburg J. Mijs,
candidaat notaris aldaar.
EEN ADRES AAN DEN
GEMEENTERAAD.
De afdeelingen Middelburg van den
Nederlandschen Aannemersbond en den
Patroonsbond in de Bouwbedrijven :n
Nederland hebben een adres aan den
Raad geschreven naar aanleiding aan
schrijven van 28 Dec. aan ieder der aan
gesloten patroons in de bouwbedrijven
van den Directeur van Gemeentewerken
te Middelburg o.m. inhoudende, „dat de
huisaansluitingen op de rioleering in
den openbaren weg en in gemeentegrond
voortaan uitsluitend door den dienst van
Gemeentewerken mogen geschieden en
niet meer, zooals tot heden, door parti
culieren".
Bij nadere informatie omtrent dit
schrijven aan het bureau van Gemeente
werken is gebleken, dat nog was ver
zuimd in dit schrijven melding te maken
van het herstel en en ruimen van zgn
stankputten, welke werkzaamheden in
den vervolge eveneens (uitsluitend) door
door den Gemeentedienst zouden mogen
geschieden.
Adressanten hebben tegen deze be
schikking, ernstige bezwaren.
In de eerste plaats zou uit den vorn
van het schrijven blijken, dat de beschik
king is genomen door den Directeur van
Gemeentewerken, die daartoe, nóch aan
de Verordening, nóch aan de Wet de be
voegdheid kan ontleenen.
Adressanten willen echter de moge-
lijkeid veronderstellen, dat verzuimd is
te vermelden, dat het College van Burg
en Weth. de bedoelde eischen stelt.
Voor dat geval zal, beroep openslaan
bij den Raad.
Adressanten achten zoodanig beroep
gewettigd op tweeërlei betoog, en wel in
de eerste plaats uit hoofde van juridische
bezwaren en in de tweede plaats op
doelmatigheidsgronden.
Naast de juridische bezwaren stellen
zij nog het navolgende:
Adressanten hebben den gemeente
dienst nimmer aanleiding gegeven een
zoodanig verstrekkende maatregel te
nemen, daar zij het door hunne klanten
toevertrouwde werk van aansluiting aan
rioolen enz. steeds ten genoegen van den
gemeentedienst hebben verricht.
Door die, overigens, naar hun mee
ning, onwettige beschikking, wordt
hun volkomen noodeloos nadeel aange
daan, doordat hun werk wordt ontnomen
in een tijd. dat elk werk voor hen iets
beteekent en alle zeilen moeten wor
den bijgezet om het bedrijf gaande te
houden
Dit werk wordt nu overgenomen dooi
den gemeentedienst, wier werkzaamhe
den aldus zullen worden uitgebreid, wat,
uit financieel oogpunt, voor de gemeente
geen voordeel zal opleveren als uitbrei
ding van personeel daarvan het gevolg
zou moeten zijn.
In elk geval is er geen grond aai
adressanten, die hun werk behoorlijk
vervullen, in dezen moeilijke periode,
waarin reeds vele patroons in tijden al
geen werk meer hebben, nog weer een
nieuwe belemmering in den weg te leg
gen voor zich en hunne werklieden em
plooi te vinden.
Adressanten meenen op vorenstaande
gronden te mogen vertrouwen, dat de
Raad met hen van oordeel zal zijn. dat
door G. P, BAKKER.
24).
„Welzeker. Mijn vriend meende dat
het voor iemand zou zijn, die iets-op
zijn geweten had of om een andere reden
van hier naar Hamburg wilde vluchten
Dat gebeurt meer. Dan hadden ze jou
ook kunnen vragen meende ik".
„Dat lijkt me juist",
„Mij ook", vervolgde de schipper- Hij
haalde pijp en tabak te voorschijn en be-
bon langzaam te stoppen. „Maar Edzke,
een slimme vogel zei: Willem, ze hou
den jou natuurlijk voor den schipper, Jij
bent de oudste",
„Zoo zal 't zijn, antwoordde ik, ik
zal gaan",
„Was u niet bang?"
De schipper keek verwonderd,
„Bang, waarvoor? Ik ben een Hol-
landsch zeeman, heb niets op mijn kerf
stok, bezit niets wat het stelen waard is
en overigens...." Hij wees met den
steel van zijn pijp naar zijn kortjan-
„Scherp als een scheermes. Bij mij komt'
men niet zoo gemakke ijk aan boord".
Zij keek hem lachend aan.
„U is een uitstekend tooneelspeler",
zei ze.
„Ik begrijp u niet. U heeft beslist den
verkeerden man laten roepen. Jammer.
Het beste zal zijn dal ik vertrek". Hij
stond op, zij ging voor de deur staan.
„Neen", zei ze. „Ik laat u zoo niet
gaan".
,.Wat belieft u?" Hij liep naar haar
toe, sloeg zijn armen om haar heen
lichtte haar op ondanks haar tegenstrib
belen, om haar op zij te zetten. Hij dacht:
nu zal ze wel om de hulptroepen gaan
schreeuwen. Maar ze sloeg beide armen
om zijn hals en drukte haar hoofd tegen
zijn wang.
„Wat is u heerlijk sterk", hijgde ze
„Niet weggaan. Het is geen vergissing"
Hij zette haar neer. Ze bleef vlak bij
hem staan,
„Ik zou u bijna beginnen te gelooven
maar ik volgde u door de bosschen. U
had mijn belangstelling opgewekt. Ik
vond u zoo'n aardigen man, zag u naar
den heuvel gaan en toen ik u als een
jongen man op het paard zag springen en
wegrijden, rechtop als een geboren rui
ter,, werd mijn nieuwsgierigheid mij ge
heel de baas.
Als vrouw moest ik d-ii eigenlijk niet
zeggen, maar >k voelde mij sterk tot dien
ouden speelman aangetrokken. Toen
hij een ionge man bleek te zijn...." Ze,
kreeg een kleur, Zelfs bij het flikkerend
kaarslicht ontging dat Saxon niet. „En
toen ik u zag als zeeman in Maagden
burg, voelde ik dadelijk dat u het moest
zijn."
„Dat was vreemd", zei Saxon met een
nauwelijks merkbaar glimlachje.
„Misschien wel" zei ze zacht, „Ik
vond dat zelf ook, maar ik houd van
avonturen en u werkte op mijn verbeel
ding. Ik dacht steeds aan u- Ik zag,
voortdurend uw heldere blauwe oogen".
„Een liefdesverklaring van een mooie
vrouw en bij Venus, mooi is ze", dacht
Saxon, maar hij zweeg,
„Ook weet ik", vervolgde zij, „waar
om u naar Maagdenburg gekomen is".
Saxon haalde de schouders op-
Zij keek hem lang aan en hij zag een
zachten glans in haar groote, groene
oogen.
Door dien langen warmen blik was het
of zijn wantrouwen langzaam wegsmolt.
Hij ging weer zitten en zei:
„Dan weet u werkelijk meer dan ik"
„Toch is het zoo en niet anders. Ik
bracht u dadelijk in verband met den
verborgen schat. Het doel was niet om
de onderaardsche gang in de lucht te la
ten springen, ofschoon daarboven een
gedeelte van Mansfeldt's staf in het
klooster ondergebracht is. De keizerlijke
officieren gelooven, dat, maar men zocht
de kostbaarheden. Na het gevecht in de
onderaardsch gang.
„Maar ik weet niets van dat gevecht",
viel Saxon haar in de rede, „dan het
geen ik van de soldaten in de haven
kroeg toevallig hebgehoord".
„En wie sprong 's nachts in de Elbe
na eerst zijn bebloede kleeren te heb
ben uitgetrokken",
Saxon sprong weer op, greep naar zijn
kortjan. Ze pakte hem bij den arm:
„Neen", zei ze. „Heb geen angst, ik
zal u niet in een valstrik lokken en ik
zou u niet kunnen verraden. Wees toch
verstandig. Vertrouw mij. Het zou me
toch niet moeilijk geweest zijn u door
een enkele aanwijzing aan uw vijanden
over te leveren. Ik volgde u uit belang-1
de meergemelde beschikking niet zal
mogen worden gehandhaafd en derhalve
zal worden vernietigd.
UITVOERING „SOU DEO GLORIA".
De Chr. zangvereeniglng „Soli Deo
Glciia" heeft gisteravond, onder leiding
va.i haar directeur J. C. F. van Kamer,
voor een goed bezette concert- en ge
hoorzaal haar jaarlijksche uitvoering
gegeven.
Ds. Oussoren opende dezen avond op
de gebruikelijke wijze. Daarna heette
spr. namens het bestuur allen hartelijk
welkom, in 't bijzonder den burgemees
ter en mevr. Fernhout. Spr. wees er op
dat het doel van iedei Christen moe
zijn: Soli Deo Gloria, en hij hoopte dat
dezen naam eer zal worden aangedaan.
De zangvereeniging heeft daarna uit
gevoerd „De leeuw van Juda", een can
tate over het leven onzes Heeren, van
Richard Dawre. Het was geen gemak
kelijke opgave waarvoor men zich ge
steld zag, doch de vereeniging heeft ge
toond het aan te kunnen. Het geheel
verried een nauwgezet instudeeren en
tevens een krachtige leiding.
De cantate biedt vele momenten aan
orkest, koor, en niet 't minst aan de so
listen om hun kwaliteiten naar voren te
brengen. Het begin moge eenigszins
weifelend zijn geweest, even een zoe
ken, een tasten, al spoedig echter kwam
bij het „Kerstgezang" het prachtig har
monisch geheel naar voren. Mooi en met
groote helderheid werd het „Kedron"
gezongen, krachtig en indrukwekkend
„De opstanding". Schoon klonk „De
strijd is gestreden en Juda's Leeuw
won", machtig en verheven de „Jubel
zang".
De vereeniging bleek over verschil
lende goede krachten te beschikken
Dat bewezen ook de solisten, die in de
ze cantate volop gelegenheid kregen te
laten hooren wat zij presteeren kunnen
Ook de begeleiding mag niet onvermeld
blijven.
De sopraan-soliste heeft het geheele
stuk door te genieten gegeven. De alt
soliste viel op door haar zuiverheid van
stem en uitspraak. Het duet „Bethanië'
van deze twee solisten verdient lof. D
tenor- en bariton-solisten hebben even
eens het hunne tot het succes van dezei
avond bijgedragen.
Het publiek toonde zich dankbaar ei
erkentelijk voor het ten gehoore ge
brachte. Den directeur werden bloemen
aangeboden. Ds, Oussoren heeft tenslot
te als tolk der aanwezigen „Soli Deo
Gloria" dank gebracht,
Op verzoek herinneren wij aan
den driestedenturnwedstrijd, welke Za
terdag in het Schuttershof alhier plaats
heeft, zulks met verwijzing naar de ad
vertentie in het nummer van Woens
dag.
Pas op j'e karretje.
Een pas nieuw Gazelle rijwiel, dat
op het Vlissingsch Wagenplein: buiten
stond, is door een onbevoegde mede
genomen.
Brandhout ontvreemd.
Uit een opslagplaats van een brand-
stoffenhandelaar zijn 100 kg. eiken
houten kachelblokken ontvreemd.
Nog is aangifte gedaan van diefstal
van een konijn uit een hok.
Diefstal,
Naar wij vernemen heeft een meisje,
werkzaam op een fabriek alhier ver-
schhillende daar vervaardigde voor
werpen medegenomen en ten eigen
bate verkocht.
THUIS.
/C
sP'er-mspan een gevolg ;s
"erk 'n ecnZZl-r Van het
P'ge omgeving. clam-
°e' Va" wLi ^dadigge-
sP'eren. Alle pijlJ""# de
h'Jna onmiddellijk W J%dwi'nt
Zach'jes op de oiinrLr',f S,M»'s
*">sseer Jei, P'lnl^ plaatsenL
(Ingez. Med.)
Vuurtje stoken.
Gistermiddag moest de politie optre
den tegen enkele kleine jongens, die aan
den Westelijken Kanaaldijk een vuurtje
hadden gestookt.
stelling".
Saxon deed nog een poging haar op
een dwaalspoor te brengen.
„Maar u kan mij niet gezien hebben.
Ik ben dien avond niet van boord ge
weest".
„U vertrouwt mij niet. U wilt niet
voor de waarheid uitkomen. Ik zal u het
volledig bewijs geven. U stond daar
naakt in het maanlicht. Ik stond dicht in
uw nabijheid en u vroeg uw vriend:
„Kan je zwemmen?" En uw vriend
antwoordde:
„Als een snoek", „Dan 't water in, de
Ibe afzwemmen tot het schip", luide uw
antwoord. Ik heb het gesprokene woord
voor woord herhaald. Er kan geen sprake
zijn van een toeval. U keek rond, maar
zag mij niet en toch was ik dicht bij u,
reel dicht. Ik had u met mijn hand kun
nen aanraken. U sprong te water juist bij
een dikken boom aan uw linkerhand.
Herinnert u zich dat?"
„En als het eens waar was?" vroeg
Saxon.
,U weet dat het waaf is, maar wat
doet et er oe, U eef groot gelijk. Ik
vind het prettig dat u niet bezwijkt voor
de eerste beste vrouw, al is ze niet oud
en leelijk, en uw geheimen niet dadelijk
bloot geeft. Maar nu is het ook genoeg".
Ze richtte zich in haar volle lengte op
en ondanks zichzelf moest hij haar be
wonderen,
„Slank als een degen", dacht hij „en
toch.een verstandig mooi gelaat om
ringd door een aureool van goudblond
haar. Ze was een dame. Dat was hem
dadelijk opgevallen, toen ze haar mantel
BIGGEKERKE. Dinsdagavond hield
de Geitenfokvereeniging „In nieuwe
banen" haar jaarvergadering. Herkozen
werd tot bestuurslid de heer P. Janse,
terwijl in de vacature-P. de Lange, ge
kozen werd de heer A. H,arpe.
Uit het jaarverslag bleek, dat het le
dental gelijk bleef. Bij de gehouden keu
ring bleek het gehalte der dieren voor
uit gegaan te zijn. Met het oog op het
aantal geiten zullen voortaan twee bok
ken moeten worden gehouden. Het
goed slot bedraagt f 23. In verband met
de financiën werd besloten het salaris
van den bokhouder met f 10 te verla
gen.
Besloten werd de geitenvelletjes ge
zamenlijk te verkoopen; als slager werd
M. Kleinepier aangewezen.
De contributie werd van 50 op 60
cent gebracht. Er zal dezen zomer weer
een geitenkeuring worden gehouden,
doch de toestand der kas l.aat het be
schikbaarstellen van prijzen niet toe.
SEROOSKERKE. Dinsdagavond hield
de vereeniging van Oudleerl. L.W.C.
haar 24ste jaarvergadering onder leiding
van den hr. W, de Buck. Ingekomen wa
ren vijf vraagpunten van den Bond. Hiei-
voor werden vijf rapoorteurs benoemd.
In de volgende vergadering zal een en
ander worden besproken. De aftredende
bestuursleden, de heeren W. de Buck
en P. Maljaars, werden met algemeene
stemmen herkozen. Als afgevaardigde
maar .de Bondsvergadering te Goes wer
den benoemd M. Maljaars en Jac. Melis.
Vervolgens hield de hr. Jac. Melis een
lezing over „Fruitteelt". Spr. gaf eerst
een historisch overzicht. De literatuur
over de verschillende fruitcultures is nog
betrekkelijk jong. De intensieve fruit
teelt wordt pas in de laatste tientallen
jaren in ons land toegepast. Met behulp
van een zeer goeden voorlichtingsdienst
is op dit gebied veel te bereiken.
Spr. noemde drie oorzaken, die de
ontzaglijke uitbreiding van de fruitteelt
hebben beinvloed: le. door het uitbrei-
mBtefneFB85afflBflaBaeaBMasamessisaHBK8s
had afgedaan, een echte dame, geen
boerendeerne of zigeunerkind. Hij be
keek haar van het hoofd tot de voeten.
Een lachje g eed om haar iets te groo-
ten, 'zinnelijken mond. Ze stond voor
hem, draaide zich half om en vroeg
schertsend:
„Beval ik u nog al?"
,,U is werkelijk heel mooi en heel
verleidelijk", kwam onwillekeurig over
zijn lippen.
Haar glimlach werd duidelijker. Haar
oogen begonnen te schitteren-
„Ik ben zoo blij dat u dat vindt. Dat
zal alles veel gemakkelijker maken. Mag
ik nu mijn verhaal voortzetten? Vindt
u het goed?"
„Ja", antwoordde Saxon. „Ik zal aan
dachtig luisteren. Ik ben werkelijk zeer
nieuwsgierig".
„U kwam zoeken naar de kostbaarhe
den van de prinses Von Ebertot. U wist
blijkbaar iets, maar niet genoeg. Bij haar
vertrek uit Maagdenburg heeft ze die
met e-en Waalschen hopman verborgen.
Overal heeft men gezocht, maar niemand
heeft iets gevonden. Velen hebben reeds
door dien schat het leven verloren. De
hopman zelf, Kroaten, die hem hebben
gezien. Ruiters van Pappenheim, die de
prinses vervolgden, maar den schat zelf
vond niemand. Toch was het algemeen
bekend dat in het huis met den toren
kostbaarheden van onnoemelijke waarde
aanwezig waren. Ik heb gehoord dat het
huis als nummer één op de confiscatie-
lijst van Von Pappenheim stond",
(Wordt vervolgd.)