OVERSTE SAXON Neem 'n "AKKERTJE" Dobbelmann KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 17 JANUARI 1935. N». 14. BHMEJHJUU). /uit zoo'n nieuw handig zakdoosje, ,bij Gevatte kou, Griep, Influenza. Historische Avonturenroman, MIDDELBURG. lefeStcr...Ts?€S^! I I II Na de volksstemming in het Saargebied. Waardige hou ding van de Duitschers. Hitier .zelf gaf het voorbeeld. Het komende „vredes-of- fensief'. Waarom de ver wachtingen niet te hoog ge spannen mogen worden. In Duitschland is de uitslag van de volksstemming in het Saargebied op een uitermate sympathieke wijze gevierd als „de overwinning van den Duitschen geest". Men had kunnen vreezen, dat de nationaal-socialistische leiders een hoo- ge borst zouden opzetten en in de hoe- ra-stemming onbekookte dingen zeggen, Ze presteerden zooiets wel eens onder omstandigheden, die er veel minder ge schikt voor waren. Ditmaal echter niets van dat alles. Voor zoover uit de berich ten is opgemaakt kunnen worden, heeft 't overwinningsfeest in het Derde Rijk overal een waardig karakter gedragen. De redevoeringen van de voornaamste kopstukken waren voor 't buitenland niet in het minst prikkelend. Hitier zelf gaf het voorbeeld voor de ze eerbiedwekkende houding. Onmiddel lijk na de officieele bekendmaking van den uitslag door den voorzitter der ple bisciet-commissie Rohde, heeft hij zooals men weet via alle zenders het Duitsche volk toegesproken. Hij ver zekerde daarbij, dat er thans geen terri toriale kwesties meer tusschen Frank rijk en Duitschland bestaan en dat de weg gebaand lijkt voor een bevestiging van den vrede in ons werelddeel. Deze korte verklaring heeft overal een goe den indruk gemaakt. Ze was een gerust stelling en heeft wellicht een inleiding gevormd tot het „vredesoffensief", dat men in de komende weken verwacht. Hitier toonde zich op dit oogenblik waarlijk een staatsman. Hij vond woor den van internationale toenadering in 'n roes van nationaal succes; een succes, dat de befaamde nationale trots der Duitschers ten zeerste had moeten doen stijgen. De Zuid-Afrikaansche generaal Smuts sprak eenige maanden geleden in een beschouwing over den politieken toe stand van Europa van 'n minderwaardig heidscomplex bij de overwonnenen uit den wereldoorlog. Hij had daarbij vooral Duitschland op het oog en onderstelde, dat het in de eerste plaats die gevoelens van minderwaardigheid waren, welke de leiders van het Derde Rijk veelal zulk een agressieve houding deden aannemen en agressieve taal spreken. Men kan zich dan nu afvragen, of de uitslag van het Saarplebisciet wellicht in staat is ge weest, de Duitschers van hun minder waardigheidsgevoelens af te helpen. De wijze, waarop Hitier, Goebbels e.a. op dien uitslag hebben gereageerd stond immers in tegenstelling met de kenmer kende uitingen van eertijds. Men mag hopen, dat dit inderdaad het geval is ge weest. Europa heeft aan bezadigdheid en bezinning te Berlijn meer dan aan een agressiviteit als typische uiting van een minderwaardigheidscomplex. Voor 't overige zal men allicht goed doen om voor de naaste toekomst nog niet al te groote verwachtingen te koes teren van het beloofde „vredesoffen sief". Het lijdt weinig twijfel, dat binnen kort te Berlijn een dergelijk offensief ge opend zal worden, maar dat beteekent niet, dat dan in een handomdraai alle politieke problemen in Europa opgelost kunnen worden. Hitier heeft zich zijn vredesoffensief vooral gedacht als een zet op het staatkundige schaakbord, die Duitschland's politieke positie zou ver sterken en die van Frankrijk verzwak ken. Dat op zichzelf moet de waarde er Van reeds beperken. De politieke groepeeringen in ons werelddeel lijken niet van dien aard, dat Duitschland op korten termijn daarin veel verandering zal kunnen brengen. Een werkelijke ont spanning kan alleen langs wegen van ge leidelijkheid bewerkstelligd worden. Toenadering en verzoening moeten tijd hebben om te groeien, wezenlijke toena dering en verzoening althans. Met schoonschijnende gebaren bereikt men geen werkelijke verbetering. Het wan trouwen, dat diep wortel heeft gescho ten tusschen Frankrijk en Duitschland, kan slechts op de lange baan worden uit geroeid. Zoo gezien mag men van de naaste toekomst alleen verwachten, dat de noo- dige voorwaarden voor het groeiproces eener- en het uitroeiïngsproces ander zijds geschapen zullen worden. Dat zal dan nog voeten genoeg in de aarde heb ben. In de praktijk zullen zich daarbij allerlei kwesties voordoen, die stuk voor stuk tot een moeizame oplossing ge bracht moeten worden. EEN MERKWAARDIG GEVAL. De krijgstucht overtreden? Zooals bekend is, is het den leden van Bijzonderen VrijwiJigen Landstorm, on der meer verboden de vergaderingen van de Nationaal Socialistische Bewe ging te bezoeken. Nu doet zich te Bar- neveld het eigenaardige geval voor, dat de heer H. van der Mheen, die lid is van den B. V. L,, geregeld de vergaderingen der N. S. B, bijwoont, niet echter omdat hij met deze partij sympathiseert, doch juist om haar te bestrijden. Thans heeft echter deze Landstormer van den com mandant van het Veluwsch Verband be richt ontvangen, dat het hem verboden is voortaan dergelijke vergaderingen te bezoeken, aangezien dit als een over treding van de krijgstucht zou worden beschouwd, ingevolge de Ministerieele beschikking van 28 Februari 1934, waar in is bepaald, dat het bijwonen van zulke vergaderingen verboden is voor militai ren, ambtenaren en ook voor leden van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, die zich hebben verbonden voor orde- bewaring, in geval van legermobilisatie. De heer van der Mheen meent echter om principieele redenen dit bevel niet te kunnen opvolgen, en wel op grond, dat hij zich geroepen gevoelt, op deze manier, zooveel het hem mogelijk is, de beginselen der N- S. B, te weerleggen. Reeds is door hem een schrijven aan den commandant van het Veluwsch Verband gericht, waarin hij mededeelt, dat het Ministerieel besluit geen voldoende ge wetensvrijheid inhoudt. Verder is hij van oordeel, dat door strenge doorvoering van genoemd besluit een groote bestrij- dingmogelijkheid tegen de N. S. B. on mogelijk wordt gemaakt, en hij zal dan ook hoogstwaarschijnlijk de onvermijde lijke consequentie, ontslag uit den B. V. L., aanvaarden. Met belangstelling zal ongetwijfeld de verdere afwikkeling van deze princi pieele kwestie worden te gemoet gezien. In de nieuwe regeling omtrent den export van eieren naar Duitschland, wordt medegedeeld, dat een monopolie - heffing ingesteld zal worden. (Ingez. Med.) door G. P. BAKKER. 18). Twee lantaarns werden op den gronc gezet. Saxon nam een der spaden en begon een dunne laag modder te ver wijderen. Weldra was het gat vrij diep, maar niets kwam ,aan de oppervlakte dan zwarte aarde. Een der mannen hielp hem. Koorts achtig werkten ze verder tot het gat een paar voet diep was. „We kunnen wel uitscheiden", zei hij. „Alles is weg. Verdwenen". Edzke greep een spade, begon op nieuw te graven met forsche steken. De koppige schipper wilde het niet op geven. Hij groef en groef. „Geef mij de schop nu maar eens", zei Von Finkeborg, „Mijn vader is geen breeuwer", luid de het afwijzende antwoord. „Breeuwer?" „Ja, die geven het werk uit de handen." Hij stond nu tot het middel in het gat. De anderen lichtte hem bij, maar er kwam niets te voorschijn. Hij stak de spade diep in den modder, raapte iets wits op, „Een dichtgevouwen stuk perkament" zei hij en gaf het aan Saxon. Saxon vouwde het open en las luide bij het licht van de lantaarn: M „Uw graven is vergeefs geweest. Slechts de rechtmatige eigenaar zal de kostbaarheden weer in zijn bezit krij gen." „Het lijkt er anders niet veel op", besloot Saxon. „Laat mij eens zien", zei de meester. „De zaak is duidelijk genoeg. Dit briefje is door onzen gestorven vriend geschre ven. En zie je in den hoek dat kleine kruisje? Er is geen twfijel mogelijk. Hij vermoedde of wist misschien dat de schat hier niet meer veilig was." „Maar w,aar zou die nu zijn?" vroeg Saxon. „Dat zullen we moeten onderzoeken." „Werp het gat weer maar dicht", be val hij. Een paar mannen namen de spade ter hand. Weldra w,as alles weer in den toestand, zooals het geweest was. HOOFDSTUK XII. Teleurgesteld aanvaardden de schat gravers den terugtocht. Ze hadden on geveer de helft van den weg achter den rug, toen von Finkeborg, die met Saxon vooraan liep, met zachte stem zei: „Halt houden. Ik hoor voetstappen." Hij legde zijn oor tegen den wand. „Er zijn er heel veel. Ze komen ons tegemoet. Luister maar." Saxon en de meester volgden zijn voorbeeld, „Een heele compagnie", fluisterde Saxon. „Zonder twijfel soldaten", beaamde de meester. „Terug klonk het fluisterend bevel tot de achter hem staande mannen. „Order en lantaarns doorgeven." De Zeeuwsche Brandwaarborg Maatschappij. Het bestuur van de Zeeuwsche Brand waarborgmaatschappij te Middelburg heeft met ingang van 15 Februari tot adjunct-directeur benoemd den heer jhr, mr. T. A. J. W. Schorer te Utrecht, een neef van wijlen burgemeester jhr. mr. L Schorer, alhier. DE HANDELSAVONDSCHOOL BESTAAT 25 JAAR. Het is heden 25 jaar geleden, dat de Handelsavondschool alhier werd ge opend- Bij monde van den toenmaligen voor zitter van de Vereeniging voor Handels onderwijs, wijlen den heer J. H. Blum, is een bijeenkomst op 17 Januari 1910 in een der zalen van de Sociëteit St. Joris de school geopend. Aanwezig waren o.a. vertegenwoordigers van de commissie van toezicht op het N.O., van de Kamer van Koophandel, van Handelsbelang, en van de afdeeling MiddelburgVlissin- gen, van de Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Kantoor- en Handelsbe dienden, benevens de directeur en lee raren der school. De vereeniging voor Handelsonderwijs was op 27 September 1909 opgericht op initiatief van genoemde afdeeling der Nederl- Vereeniging van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden, met medewerking van Handelsbelang en het departement Middelburg van de „Maatschappij van Nijverheid". De heer Blum, die zijn volle vertrou wen uitte ten opzichte van den directeur en de leeraren en de 27 leerlingen, die toen waren ingeschreven, op hun ver antwoordelijkheid wees, om door goede studie mede te helpen de Handelsschool tot bloei te brengen, eindigde zijn ope ningswoord met den wensch dat het on derwijs tot den bloei van den handel- en middenstand in Middelburg zou bijdra gen. Dat die bloei thans zoo verflauwd is, ligt zeker aan heel andere omstandig heden; en dat het Avond-Handelsonder- wijs voor tallooze in Middelburg en om geving van groot belang is geweest, zal geen enkel ingewijde kunnen ontkennen. Dit nu is zeker voor het grootste deelj te danken aan het feit, dat de heer W. Kosten, de eerste directeur van de j school, en de leeraren, zich gehouden hebben aan de toezegging van een kwart j eeuw geleden, dat allen, ook de leerlin- j gen, wilden medewerken om de groote j moeilijkheden, die wachtten, te overwin- j nen en om de school te maken tot een inrichting, die kan concurreren met de beste in het land. Maar ook de opvolger van den heer Kosten, de heer mr. P. C. de Jonge, doet, daarin gesteund door de leeraren, alles om het onderwijs op peil te hou den. De avondschool is eerst gehouden in St. Joris, daarna in het gebouw der R.H.B.S., tot de oprichting der Handels dagschool. Toen is ook de Avondschool ondergebracht in het gebouw op den Dam. Het zilveren jubileum der school valt in een economisch droeven tijd, waar- j onder ook het Handelsonderwijs lijdt; maar er is zeker toch wel reden even j stil te staan bij het kwart eeuw van ge stadig werken in het belang van de aan komende Kantoor- en winkelbedienden. Binnenkort zal de Vereeniging voor Han delsonderwijs samenkomen met de be trokkenen en zal de voorzitter, mr. P. Dieleman, de geschiedenis der avond school de revue laten passeeren. DE OPENING VAN HET SCHUTTERSHOF. Groote belangstelling. Er was Woensdagmddag een zeer groot iaantal genoodigden aanwezig in de kleine zaal van het Schuttershof tot bijwoning van de heropening van Eet gebouwencomplex, met name van de nieuwe groote zaal. Het waren o.a. de beide wethouders, de heeren Onderdijk en Boiasson, en verder architect en aan nemers, uitvoerders van verschillende onderdeelen der werkzaamheden, ver tegenwoordigers der Confrérie van Sint Sebastiaan, vertegenwoordigers van tal j van vereenigingen en andere organisa- j ties op zeer verschillend gebied en van allerlei richtingen. De heer P. Geusebroek; heeft mede namens zijn mede-eigenaar,' den heer J. de Dreu, en den pachter den heer L. Lagaay, allen welkom ge- j heten, in het bijzonder de beide wet-j houders. Spr. zeide, dat voor de tot- j standkoming van het nieuwe Schutters- hof, heel wat overwonnen moest wor- den, het ware vele moeilijkheden, maar j men is daarbij gesteund door de naam j van het Schuttershof en de wetenschap Middelburg verlangt zijn Schuttershof j terug en heeft daar behoefte aan. De j eigenaren hebben getracht met de zeer IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andereI (Ingez, Med.) gewaardeerde medewerking van den idg incipieele vraag of zij nu eigenlijk of ohitoot Hora hooi* K AthiiiTDfi oti mot 1 - architect, den heer Rothuizen, en met de bescheiden middelen, die hen ten dienst stonden, deze inrichting te geven, wat de tegenwoordige tijd eischt. Als hulde aan den heer Rothuizen bood spr. mevrouw Rothuizen bloemen aan. nog wel het aangewezen lichaam was om een dergelijke zaal voor amusemen ten enz. te exploiteeren, ontkennend be antwoordde, besloot zij van hare onroe rende goederen afstand te doen en kwa- men deze in handen van de tegenwoor- Spr. liet daarop de verschillende aan-1 dige eigenaars de heeren de Dreu en nemers de revue passeeren en bracht Geuzebroek. allen d.ank voor wat zij in hun werk En nu< verheugt het 't bestuur zeer dat hebben gelegd. Spr. verzocht na de deze heeren hebben ingezi dat er in opening ook een kijkje te gaan nemenMiddelburg behoefte bestaat aan een m de kleedkamers en dat nadat gelegen- fUnk feestgebouw en dat zij het initia- heid is gegeven de werking van het üef namen tot het bouwen van een nieu- tooneel te aanschouwen. Spr richtte we ruime zaa, met gebeel modern inge_ zich ten slotte tot den heer Lagaay en r-cbt tooneei zijn echtgenoote en dankte hen voor hun f steun en hulp bij de inrichting, zijn Ook met de aloude confrene werd de dankbaarheid uitende in een bloemen- band niet geheel verbroken, want zij be- hulde aan mevrouw Lagaay. Hierna hield de beschikking over haar verga- aan verzocht hij jhr. P. J. Boogaert. als de ken van de Confrérie de groote zaal te willen heropenen. De heer j h.r. Boogaert begon met de verzekering te Bestuur der Confrère derlokaal, de z.g.n. Schutterskamer. Spr. wenschte de nieuwe eigenaars van harte geluk met het door hen bereikt resul- taat, den pachter, den heer Lagaaij, alle geven, dat het succes met de exploitatie en in het al- van Sint Sebas- gemeen, dat het oude Schuttershof in achtersten begonnen den terugmarsch in vlug tempo. Achter de bocht bleven ze staan. „Dat hadden we niet kunnen denken, toch gesnapt. Gelukkig dat we op een gevecht hebben gerekend. Overste, dit is uw vak. Wilt u het bevel over ons op u nemen?" vroeg de meester. Saxon beval onmiddellijk: „Vier mannen met musketten op den buik. Ja, zoo is 't goed. Vlak tegen el kaar, Vier geknield er achter. Vier staande om de musketten te laden. De anderen achter de bocht." Kort militair werden de orders uit gevoerd. „Flink zoo, mannen", prees de com mandant. „Klaar om te vuren." Men hoorde nu duidelijk het marchee- ren van den troep, toen verscheen de flikkerende rosse gloed van fakkels aan het einde van het recht stuk gang, de musketiers van Mansfeldt kwamen te voorschijn. Saxon keek om de bocht, de lantaarns verdwenen onder de mantels. De schat gravers stonden nu volkomen in het duister. De afstand was niet groot meer, Elk schot zou een treffer zijn. „Vuur!" commandeerde Saxon, Acht schoten vielen. Het was een ge donder als van zware houwitsers. „Laden." In groote verwarring vlogen de Mans- felders achteruit, een zestal was geval len, maar het waren veteranen, gewend aan den strijd en de officieren hadden spoedig de orde hersteld. tiaan het buitengewoon op prijs gesteld zijn nieuw kleed een nieuw tijdperk van heeft een uitnoodiging te hebben ont- bloei moge te gemoet gaan. Spr. ver vangen om bij de opening aanwezig te klaarde hiermede het nieuwe Schutters- zijn en niet minder, dat aan spreker als hof geopend. haar Deken, de eer te beurt valt, deDe waarnemende burgemeester, wet- nieuwe zalen te mogen openen. houder Onderdijk zeide dank En nu zal men misschien denken, wat voor de tot het gemeentebestuur ge maakt die Confrérie zich nog zoo warmdane uitnoodiging en zeide, dat als de voor deze zaak. Zij heeft haar eigen-: burgemeester niet door ongesteldheid dom immers verkocht? Dat is juist.' verhinderd was, hij zeker ook aanwe- Maar wanneer spr. dan vertelt, dat het zig zou zijn geweest. Toen drie jaar Schuttershof de Edele Handboog meer geleden bouw- en woningtoezicht rap- dan 350 jaren het eigendom den confrè- j porteerde over den toestand van de rie was, dan zal men zich zeer zeker zaal en Burg. en Weth. moesten ge- kunnen voorstellen, dat zij met begrij- lasten de z,aal te sluiten, hebben zij pelijke belangstelling volgde, wat ergoed gevoeld welk een straffe maatre- van haar vroegere eigendom zou wor- gel dat was. Maar daarom is het ge- den. Toen een jaar of vier geleden Me-; meentebestuur nu zoo verheugd, dat de dioburgum verzocht om verbeteringen zaal herbouwd is. want zulkeen zaal is aan kleedkamers en tooneel aan te in Middelburg als hoofdplaats eener pro- brengen, was de Confrérie hiertoe be-vincie zeker noodig. Daarom wenscht reid. j ook spr. eigenaars en pachter geluk Een plan werd opgemaakt, maar toenen hoopt dat zij succes, met hun on- deskundigen en de bouwpolitie de zaak j derneming zullen hebben, nader bekeken, bleken er ,aan de groo-j Hierna heeft jhr. Boogaert de deuren te zaal zulke ernstige gebreken te kle-; naar de groote zaal geopend en was dat de Confrérie zich niet langer de plechtige heropening een feit gewor ven verantwoord achtte daarin groote ge tallen menschen samen te brengen, en werd de zaal voor het publiek gesloten, En daarmede verloor Middelburg een vrijwel eenige gelegenheid voor het hou den van meer uitgebreide feesten, con gressen en dergelijke. Toen de Confrérie den. In de zaal namen allen met bewon dering kennis van wat hier gewrocht is en namen zij plaats op de makkelijke Weenerstoelen, die met ronde tafeltjes het nieuwe ameublement vormen. Terwijl den gasten een verfrissching „Vuur", klonk weer Saxon's zachte stem. Saxon hoorde den vijandelijken kapi tein het bevel geven: „Liggen, fakkels dooven," „Allen achter de bocht, behalve de vier voorsten", beval hij. „Langs den grond schieten, in vlug tempo. Uitste kend." Toen klonken ook aan het andere einde van de gang schoten. „Dat zijn de onzen, we hebben ze tusschen twee vuren", lachte de mees ter. De eerste schoten van den vijand vielen, doch ze waren te hoog gericht, de kogels ketsten tegen de wanden. Alle fakkels waren nu gedoofd, nie mand kon meer een hand voor de oogen zien. Er heerschte een stilte, die oneindig lang scheen te duren. „Terugtrekken',' fluisterde Saxon. Saxon en de meester liepen een eind de gang in. „Het geeft niets", meende Saxon, „We komen er nooit door en zelfs als het ons mocht gelukken, dan krijgen we het geheele garnizoen op het dak, We moeten door de kelders, de schildwach ten overvallen. Ze kennen den weg niet." „Maar onze vier vrienden aan de an dere zijde kunnen we niet opofferen." „Er moet iemand doorheen." „Wie?" „Ik en een ander. Ik keer terug, de andere man breekt door." „Ik", zei de meester. „Neen, we kunnen u niet missen." „Von Finkeborg?" „Tot uw dienst", antwoordde deze. „Vuur", commandeerde Saxon. De schoten vielen. „Nu vooruit." Op den buik als slan gen kropen de beide dappere mannen door den vuilen modder. In de duister nis voelde Saxon eindelijk de loop van een musket. Hij sloeg hem terzijde en trof met zijn dolk den musketier tus schen de schouders, ging op hem lig gen en stak den man naast hem zonder aarzelen den dolk in de keel. Von Finkeborg hield met zijn linker hand Saxon vast om hem niet te ver liezen. De doodskreten deden de musketiers opvliegen. Er volgde een groot tumult, een hopelooze verwarring, een wanho pig geworstel. Saxon en Von Finkeborg stonden hand in hand. Met de vrije h,and troffen ze hun vijanden waar ze konden. Ze drongen voorwaarts, zij te gen zij, stekend links en rechts. Er kwam ruimte. Toen fluisterde Saxon: „Nu voorwaarts. Val niet. Ik ga terug. Hij baande zich een weg over dooden en gewonden, liep toen wat hij loopen kon en bereikte veilig de bocht. Even daarna klonk een schel gefluit. Von Fin keborg was bij zijn vrienden aangeko men. Eindelijk hadden de musketiers de fakkels weer aangestoken, maar pas hadden de bondgenooten het gezien, of van beide zijden klonken weer de doo- dende salvo's. De lichten werden weer gedoofd. (Wordt vervolgd.) 0 i li

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5