OVERSTE SAXON AKKERTJES KRONIEK vm dsn DAS. LANDBOUW. BINNENLAND. 'n "Akkertje" beschermt IJl TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 15 JANUARI 1935. N*. 12. Historische Avonturenroman, Als '1 gure weer U koud en rillerig doet thuis komen en voor 'n zwar* verkoudheid, zelfs voor een griep aanval doet vreezen, neem dan voor 't naar bed gaan een "AKKERTJE" Ge voorkomt dan veel narigheid en staat morgen gezond en prettig op!. AKKER.CACHETS jiase I ammmu Lever» [ter, K. an pri- e drie- n fijne keus. ten. B. Midd, TSTR.S kalfs- Itukken en, dat [jrdeeli- j. Post- brillen fondsen je. in de Itstraat, 1 3035 |nd. |ankoop nieuw |0 cent ]ren, t.o. Profi- bn wie legen in In stoe- Ige prij- Noord- pTSTR., etalage. |n 28 pond. „Deutsch ist die Saar". Ruim 90 pet. der stemmen voor te rugkeer bij Duitschland. Een mooi ding voor Hitler's pres tige. Het wachten is thans op 't „vredesoffensief". Goddank. Het Saarvolk heeft zich duidelijk voor terugkeer bij Duitschland uitgesproken. De aanhangers van den status quo zijn in alle districten beduidend in de minderheid gebleven. Geen enkel district leverde hun een meerderheid op. Overal hetzelfde beeld: 85 pet. a 95 pet. der stemmen voor Duitschland; enkele percenten voor handhaving van den tegenwoordigen toestand; slechts luttele stemmen voor Frankrijk. Deze uitslag is zeer bevredigend. We schreven gisteren, dat men eigenlijk al leen maar ongerust kon zijn over één ding: dat een enkel district in afwij king van het beeld der totale verhou dingen 'n meerderheid voor den sta tus quo zou kunnen opleveren. Daar had den dan leelijke verwikkelingen uit voort kunnen komen. Gelukkig is dit niet het geval geweest. Alle districten, alle gemeenten, zonder een uitzondering, hebben zich voor Duitschland uitgespro ken. Op grond van dezen uitslag kan de Volkenbondsraad slechts één beslissing nemen: het Saargebied met het Derde Rijk vereenigen. „Deutsch ist die Saar werd vanochtend voor de Duitsche zen ders gezongen, zoodra de uitslag be kend was. Zoo is het: Deutsch ist die Saar. De uitslag laat geen andere inter pretatie toe; 90 pet. van alle uitgebrach te stemmen vielen Duitschland ten deel. Met dezen uitslag is een wondeplek uit het lijf van Europa gesneden. Verle den jaar heeft het een oogenblik ge schenen, dat de Saarkwestie de toch al slechte betrekkingen tusschen Frank rijk en Duitschland nog slechter zou maken. Men is toen te Rome bijeenge komen, om een regeling voor de volks stemming te treffen en voor alle aange legenheden, die met dit probleem sa menhangen: o.m. den terugkoop door Duitschland van de mijnen in het Saar gebied, die de afgeloopen 15 jaar aan Frankrijk behoorden. Dit helderde den horizon reeds belangrijk op. Men kon toen nog slechts hopen, dat de uitslag' van het plebisciet ten gunste van Duitschland zou uitvallen. Het Saarge bied is Duitsch gebied. De taal van het Saarvolk is de Duitsche. Een andere op lossing dan terugkeer bij Duitschland zou uit den booze zijn geweest, had de verschrikkelijkste gevolgen voor ons werelddeel kunnen hebben. Men heeft vandaag gejuicht in het Derde Rijk. En men had daartoe reden. De groote vrees der nazi's was de laat ste dagen, dat er een vrij groot percen tage der stemmen voor de handhaving van den status quo zou worden uitge bracht; b.v. 30 pet. Dat zou dan geen goed gedaan hebben aan de populari teit van het nazi-régime. Het Duitsche volk zou daarin een motie v,an wantrou wen tegen het nazi-régime hebben ge zien; het zou voor het prestige van Hit- Ier een klap zijn geweest. Nu slechts ongeveer 10 pet. van alle stemmen te gen Duitschland zijn uitgebracht, staat de z,aak echter juist andersom. De uit slag van het Saarplebisciet zal ffiaris veeleer het prestige van Hitier ver hoogen. De Führer had zich geen be ter resultaat kunnen wenschen. Voor de stemming hebben telkens geruchten de ronde gedaan, dat on middellijk er na een Duitsch „vredes offensief" te wachten zou zijn. In hun propaganda-redevoeringen waren de Duitsche ministers den laatsten tijd nog-' bijzonder voordeelige aanbieding geven, al vriendelijk jegens Frankrijk. Zij be-; Het euvel geeft tot voortdurende ver toogden, dat de uitslag de grondslag warring aanleiding. Het van de hand van een Fransch-Duitsche verzoening doen van moeilijk verkoopbare artike- zou moeten worden. Men moet thans len mag niet tegengegaan worden wel met spanning verbeiden, wat van dit het ontijdig aanvangen van seizoen- en alles in de praktijk terecht zal komen, balansopruimingen e. d. Het gevolg van Het tijdstip voor een „vredesoffensief" is in elk geval uiterst gunstig. Men kan zeggen, dat Laval en Mussolini het hun ne hebben gedaan om het voor te be reiden, door hun gemeenschappelijke verklaring inzake het qntwapenings- vraagstuk. Deze kan het per slot van rekening mogelijk maken, dat van Duit sche zijde een verklaring wordt afge legd inzake de mate van bewapening, waarmee het Derde Rijk voor zijn vei ligheid genoegen zou kunnen ïiemen; het staat nu wel vast, dat zulk een verklaring in overweging zou worden genomen. In Engeland gaat men zelfs al zoo ver, de kansen op een spoedig hervatten van de eigenlijke ontwapeningsconferentie volstrekt niet klein te achten. Het Brit- sche kabinet zou "er al over vergaderd hebben. In ieder geval moet dit zich voorbereiden op een bezoek van Flan- din en Laval, in de tweede helft van de ze maand. Daarbij moeten ongetwijfeld' deze practijk, waarbij enkelingen tal van vakgenooten met zich medesleepen en hun zoodoende vaak aanzienlijke verlie zen berokkenen, doet ook bij producen ten en groothandelaren zijn schadelijken invloed gevoelen. Naar het den minister voorkomt, is een regeling bij de wet de eenige uit weg. Uit het einde Augustus 1933 door den Middenstandsraad uitgebrachte ad vies is hem gebleken, dat in de kringen van belanghebbenden de vereischte een stemmigheid aanwezig is, weshalve hij niet aarzelt de onderhavige regeling, welke in hoofdzaak rust op de door den genoemden Raad aangegeven grondsla gen, aanhangig te maken Het is de bedoeling, in de wet niet an ders dan de hoofdlijnen der beoogde re geling vast te leggen. De practische uit voering wordt overgelaten aan de Ka' mers van Koophandel. De voornaamste bepaling is, dat voor taan het houden van uitverkoopen en de garanties ter'sprake komen, welke; opruimingen gebonden zal zijn aan ver- Engeland voor het behoud van den vre de in Europa zou willen geven. Daar iedereen daar wat toe wil bijdragen, zou Engeland zich moeilijk geheel afzijdig kunnen houden, hetgeen men te Londen dan ook wel zou inzien. De vraag is maar, hoever de Britsche regeering zou kunnen en willen gaan. Als belooning voor de te brengen offers zou natuurlijk Duitschland's terugkeer rtot den Vol kenbond geëischt moeten worden, daar over is men het in Engeland algemeen eens. door G. P. BAKKER. 16). Jen m- „Dsnk u voor uw nauwkeurige gege vens", sprak de overste. „Zijne Maje steit zal het zeker zeer op prijs stellen dit alles te vernemen". „Ik zal dadelijk een bode naar Bran denburg zenden", antwoordde de mees ter. 7..''^nA^s. ki) den koning spreekt, laat hij Zijne Majesteit dan namens mij verzoe ken de prinses mede te deelen, dat tot heden alles voorspoedig is gegaan". „Hoe kan ik uw werk beloonen?" vroeg Saxon den jongen visscher. „Door ons uw volkomen vertrouwen te schenken klonk het antwoord. ,De meester heeft, mij aan 't hoofd gesteld van den inlichtingendienst, die geheel tot uw dienst is. Ik heb vijftig beproefde mannen aan het werk". „De^meester noemde u hopman, niet waar?" opperde Saxon. „Zeker, overste. Een van de tien Mijn naam is von Finkeborg. Van af komst ben ik Oostfries". „Maar als u een der tien is", ver. volgde Saxon, „over hoeveel mannen kunt u dan wel beschikken?" „In het geheele Erfsticht eenige hon derden- We ziin op min of meer militaire leest geschoeid en ingedeeld volgens on ze werkzaamheden. Bij den Zwarten Arend heeft u een gedeelte van onze DR. COLIJN MINISTER VAN WATERSTAAT A. I. Bij K. B- is tijdens de ontstentenis van een minister van waterstaat, het beheer van het departement van waterstaat ad interim, opgedragen aan den minister van koloniën, voorzitter van den Raad van ministers, dr. H. Colijn. DE TERAARDEBESTELLING VAN MINISTER KALFF. Hoewel aanvankelijk is bericht, dat in overeenstemming met den wensch van minister Kalff bij de teraardebestelling van diens stoffelijk overschot geen toe spraken zouden worden gehouden, heeft naar wij nader vernemen, de familie ge meend uitzondering te mogen maken voor minister Colijn en voor dr. H. van Manen, directeur der Nederlandsche Spoorwegen, die dus op de begraaf plaats hun gevoelens zullen vertolken. UITVERKOOPEN EN OPRUIMINGEN. Een wetsontwerp om excessen tegen te gaan. Een wetsontwerp is ingediend bij de Tweede Kamer tot regeling van uitver koopen en opruimingen in het winkel bedrijf. De toelichting wijst er op, dat de klacht over excessen op het gebied van uitverkoopen en opruimingen in den de tailhandel, in middenstandskringen ver nomen wordt. De geopperde bezwaren richten zich bepaaldelijk tegen die ge vallen, waarin uitverkoopen of oprui mingen ontijdig worden aangekondigd of wel onder voorwenselen die aan het publiek ten onrechte den indruk van een schermploeg aan het werk gezien". „Mijnheer von Finkeborg", zei Saxon. „Als de meester u niet meer noodig heeft, dan zal het mij een genoegen zijn u een plaats aan te bieden als hopman bij mijn ruiters". „Overste", antwoordde de jonge man blozend. „Ik zal dat later gaarne aan nemen". De meester knikte goedkeurend, „Die tijd komt, von Finkeborg. Als de groote slag geslagen wordt, doen we allen mee. Een klein gewicht kan de schaal doen overslaan". „En nu", zei Saxon, „heb ik uw hulp en raad noodig". „Zooveel u wenscht", antwoordde de meester. „Voor ik Maagdenburg verliet, heb ik de schatten van prinses Von Ebertot zu1 Quetschen in een onderaardsche gang van het huis met den toren begraven? Deze gang loopt naar de Elbe- De eerste kelder onder den toren ligt nu open en is geheel leeggehaald. Daarachter ligt 'n tweede en, afgesloten door een ijzeren' deur, een derde kelder. Van daar naar de gang is een verborgen deur, die bijna onvindbaar is. Ik zal u nu precies zeggen, waar ik den schat heb begraven: Een voet breed en vijf voeten hoog, Een rechte lijn en toch een boog, Een groote steen, een mansgewicht, Maakt somtijds zware lasten licht. Leg tweemaal vijftien passen af. Let op het vierde. Graaf een graf." „Een charade?" vlbeg Von Finke borg, „Neen, de oplossing is heel eenvou dig. In den hóek van den derden kelder staat een groot vat, dat ongeveer vijf gunningen, afgegeven door Kamers van Koophandel Art. 3 bevat een belangrijke afwijking van het vergunningsstelsel voor wat be treft de periodiek terugkeerende ver- koopen, verband houdende met jaars- en seizoenwisseling. De aankondigingen de zer verkoopen, worden niet afhankelijk gesteld van een vergunning. Teneinde de controle te vergemakkelijken en te vens het publiek kennis te doen nemen van den aard van den aangekondigden verkoop, zullen de periodiek terugkee rende verkoopen uitsluitend door middel van enkele gebruikelijke benamingen mogen worden aangekondigd. Art. 6 geeft een opsomming van de gevallen, waarin een verkoop als uitver koop of als opruiming mag worden aan gekondigd. De Kamer zal de vergunning kunnen weigeren indien blijkt, dat dezelfde aan vrager betrekkelijk korten tijd, n.l. min der dan een jaar te voren, in dezelfde gemeente een als uitverkoop aangekon digden verkoop heeft gehouden, waarin gelijksoortige goederen zijn betrokken geweest. De bepaling van art. 8 beoogen een waarborg te geven, dat de als uitver koop of als opruiming aangekondigde verkoop niet langer zal worden gehou den dan noodzakelijk is en met goec handelsgebruik overeenstemt. Een ter mijn van drie maanden, resp. 1 maand, komt den minister in 't algemeen vol doende voor. BESTRIJDING VAN AARDAPPELZIEKTEN, Verbod van verbouw van voor wratziekte vatbare soorten. Ingediend is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp tot voorkoming en bestrij ding van ziekten van aardappelen. De aardappelziekte, aldus de toelich ting, vormt een voortdurende bedreiging voor een niet onbelangrijk deel van on zen landbouwuitvoer. De thans gelden de Aardappelenwet onthoudt aan de re- geering twee belangrijke middelen, n.l. het verbieden van den verbouw van voor wratziekte vatbare aardappelrassen en het aan beperkende bepalingen onder werpen van de teelt van andere gewas sen dan aardappelen. Het wetsontwerp strekt in de eerste plaats tot het verlee- nen van de bevoegdheid aan de regee ring om deze middelen aan te wenden. Onder de hier te lande verbouwde RwSferfencfteS Ongeëvenaard bij gevatte kot Product Griep, rheumatische pijnen Zenuwpijnen, Hoofdpijn, ens Per 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 cl Volgens recept van Apotheker Dumont (Ingez. Med.{ voet hoog is, een voet van de eene zij de van den muur verwijderd. De muur" is van onderen een halve steen breeder; gaat men nu op een der steenen van de richel staan, dan draait het vat van den muur af zoodat een man er door kan. Als men dan op 'n verborgen veer drukt, opent zich een gedeelte van den muur. Daar achter is een trap, die vijf tien treden hoog is. Daalt men deze af dan vindt men op de vierde trede een halve voet boven de trap een ijzeren staaf in den muur gemetseld. Een val. Iemand, die het niet weet, valt naar be neden in een diepen afgrond, aan den voet van de trap over een plank kun je in de gang komen. Vijftien passen ver der is de bergplaats. Begrepen?" „Geen wonder overste", meende de meester, „dat ze de schatten niet heb ben kunnen vinden". „Maar hoe wist u, dat die onder aardsche gang bestond?" vroeg von Finkeborg. „Wij vonden hem door een groot toe val". „Ik ben er meermalen geweest", op perde de meester. „Er is ook een toe gang in den Dom. Het romaansche ge welf daar was onze eerste vergader plaats. Mijn vriend, de wonderdokter, kende het geheele net onderaardsche wegen". „Een der redenen dat ik hier ben", legde Saxon uit, „is het lichten dier kostbaarheden. Ik heb den meester ver teld, dat de prinses de opbrengst der schatten wenscht af te staan aan de krijgskas van den koning van Zweden. Nu vraag ik u beiden: Hoe krijgen we den schat weer in ons bezit?" aardappelrassen zijn er eenige, welke een zeer groote ontvankelijkheid voor de wratziekte vertoonen. Hiertoe behoo- o.a. Bravo, De Wet en Kampioen. De Ned. Alg. Keuringsdienst heeft sinds 1928 deze rassen van de keuring voor den uitvoer van pootaardappelen uitge sloten. Nu werd de hoop gekoesterd, dat na dezen maatregel ook de hedendaag- sche verbouwer zou inzien, dat zijn eigen welbegrepen belang medebracht, den verbouw van dergelijke rassen te staken. Slechts een gering aantal verbouwers liet zich echter overtuigen. Het voordeel, dat de gunstige positie op de binnenlandsche markt van de door een verbouwverbod te treffen rassen aan een deel der verbouwers biedt, weegt niet op tegen de kwade kansen, welke de geheele groep van aardappeltelers en bovendien de groepen van boom- en bloembollenkweekers er door loopen en wordt ten koste van deze genoten. Art. 2 van het ontwerp luidt: „Bij of krachtens algemeenen maat regel van bestuur kan het verbouwen van bepaald aangewezen, voor aardap- pelwratziekte vatbare, aardappelrassen worden verboden of niet dan voorwaar delijk worden toegestaan." De toelichting wijst er nog op, dat de bevoegdheid om de teelt van andere ge wassen dan aardappelen aan beperken de bepalingen te onderwerpen, noodig is, óm de mogelijkheid eener aan alle ge stelde eischen voldoende controle op uitvoer dezer gewassen te verzekeren. TEGEN DEN MIDDEL-EUROPEESCHEN TIJD. De Alg. Ver- v. Bloembollencultuur,1 heeft in verband met het wetsontwerp succes en ook met de ingestelde melk-- tot invoering van den Middel-Europee- controle, al zou men daarbij nog gaarne schen tijd zich tot de Eerste Kamer ge- 3 of 4 leden meer zich zien aansluiten, wend met een adres waarin met den Te laat zegden nog twee leden hun lid- meesten aandrang wordt verzocht, het j maatschap op, die hun licht onaer den voorstel niet aan te nemen. De adres- korenmaat willen plaatsen en niet op santé wijst erop, dat de tegenwoordige 5 den kandelaar der Z. L. M. regeling geen aanleiding geeft tot ern- j De secretaris besloot met den wensch stige bezwaren voor het bedrijf, terwijl dut men met vereende krachten de de middel-Europeesche tijd volkomen' moeilijkheden te boven zal kunnen ko- desorganiseerend op het bloembollenbe- j men. drijf zal werken. Voor het bloembollen- j De Voorzitter dankte den bedrijf zou desnoods een regeling, waar- secretaris voor het verslag en meende, bij alleen gedurende den zomer de mid- dat op de veekeuring nog meer inzen- deleuropeesche en gedurende den win- i dingen kunnen komen, ter de West-Europeesche tijd zou gel-L)e rekening met een totaal va.i f 250,99 in ontvang en f 250,64 in uit- s gaaf, dus een goed slot van f 0,35 werd goedgekeurd. De achteruitgang der kas van f 15,11 tot f 0,35 is vooral te wijten aan de kos ten van het musschengilde, die f 50,18 bedroegen, tegen een ontvangst van AFDEELING MIDDELBURG Z. L. M. 33,70. Reeds is bepaald dat alleen In de Maandagavond in de Een-1 voor Volwassen mussen 1 cent en voor dracht gehouden vergadering van de! jonjfe dieren en eieren Yt cent wordt iufdeeling Middelburg der Z. L. M„ betaald, heette de voorzitter, de heer C. Cornelisse, in het bijzonder welkom de heeren C. Franse en M. Kleinepier, resp. vice voorzitter en se cretaris van den kring Walcheren. Onder de ingekomen stukken was o. aeen circulaire van het dag. bestuur met opgave van de namen van hen, die spreekbeurten willen vervullen en de door hen opgegeven onderwerpen. Besloten werd te trachten een spreker over de steunverleening aan den land bouw voor de afdeeling te doen optre den. Uit het jaarverslag van den secreta ris, den heer J. Goedbloed, bleek dut het aantal leden in 1934 sta- tionnair, nml. 46 is gebleven. Wel ver lieten 3 leden de afdeeling, van wie slechts één overging naar den C. B. T. B„ doch drie nieuwe leden en dat „ge lukkig landbouwers, traden toe. Met de veekeuring had de afdeeling een groot den, kunnen worden aanvaard. „Er bestaat maar één mogelijkheid", verklaarde de meester. „De schild wachten op het kerkhof te verschalken". „Wanneer meent u, dat wij de beste kans tot slagen hebben?" „Vannacht nog", sloeg de hopman voor, „Dadelijk na de opstelling van het plan. Het is vrij donker. Binnen een half uur heb ik twintig flinke, goed gewa pende mannen ter beschikking". „Ik geloof, dat je gelijk hebt", stemde de meester toe, „Vertrek zoo spoedig mogelijk". „Een paar mannen meer kan geen kwaad", meende Saxon. „Elk kan dan een gedeelte dragen. Edzke kan onge merkt de zakken aan den wal brengen". De meester dacht een oogenblik na. „Daar staat een inktpot met een veder. Ik zal alles nauwkeurig opschrijven", zei hij. „Ik ben zoo gereed". „Lees dit nauwkeurig", sprak hij en gaf de instructies aan von Finkeborg. „Geef de orders door. Laat ze precies zoo uitvoeren als ik voorgeschreven heb, het papier vernietigen na je controle. In ruim een uur kunnen de voorbereidin gen getroffen zijn. Kom ons dan waar schuwen". „Vergeet niet den bode naar Branden burg. Hij moet te paard vertrekken. De berichten in het hoofd. Geen letter op schrift". „Meester", zei Saxon. „Ik heb groo- ten eerbied voor uw organisatie. Het „meester" bevalt mij echter niet langer. Ik ben wel de jongste, maar ik verzoek je mij Suxon te noemen. Wij zijn vrien den op leven en dood." „Uitstekend, noem me dan Georg". Het voorstel om met het musschen gilde voort te gaan, kreeg 10 stemmen, 10 waren er tegen en 1 was in blanco. De volgende stemming kan eerst in 'e volgende vergadering plaats hebben. De vergadering herkoos tot bestuurs lid den heer J. Overbeeke met 15 van de 21 stemmen. Gedurende ongeveer 3 uur is vervol gens gediscuseerd over de in de Z. L. M. brandende kwesties, waarbij de heé» ren Franse en Kleinepier van advies konden dienen. In de eerste plaats over het scheu ren van grasland. Tot leden der com missie om een rapp> rt uit te brengen benoemde de vergadering de heeren J, Goedbloed, A. Lampers en P. J. Cevaai- In het algemeen was de meening, t*at er in de afdeeling den laatsten tijd nog al veel weiland gescheurd is, cht van de perceelen, die ingevolge de scheu- ringswet van 1918 gescheurd zijn, weer HOOFDSTUK XI. De achtkantige tweelingtorens van den Dom verborgen zich in den donkeren nachtelijken hemel. Het kerkhof lag on heilspellend stil en eenzaam om de flauwe lijnen van het grootsche bouw werk. Twee flambouwen in zware ijze ren ringen ,aan den voorgevel der kerk wierpen hun flikkerend licht in dansen de schaduwen op paden en grafsteenen. Een paar musketiers hielden de wacht. Ze stonden dicht bij elkaar. „Een beroerd baantje, een kerkhof te bewaken", sprak de jongste. „Ik geloof niet dat je bang bent", antwoordde de andere, een oude vete raan. „Je zoudt het hoogstens gebrek aan moed kunnen noemen." „Maar midden in den nacht. Het zal zoo twaalf uur zijn." „Wees niet zoo kinderachtig." „Jij bent zeker uit dapperheid tegen alle voorschriften in hier met mij ko men praten?" „Niet uit angst, uit gezelligheid. Op het kerkhof worden de doode begraven en daarmee uit," „Ja, dat is wel zoo, maar die ver vloekte begraafplaats doet mij telkens weer denken aan de Meidagen. Hoor je dat geritsel?" „De wind in de bladeren." „En daar die groote, groene oogen." „Een kat." „En dat onheilspellende krassen en schreeuwen," „Een uil n een der galmgaten." „Ik hoor stemmen van geesten. Zie brekende oogen van vermoorden. O God, o God, had ik het maar niet ge daan, had ik haar maar niet geworgd." fWordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5