OVERSTE SAXON
AKKERTJES
KRONIEK vm dsn DAS.
LANDBOUW.
BINNENLAND.
'n "Akkertje"
beschermt IJl
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 15 JANUARI 1935.
N*. 12.
Historische Avonturenroman,
Als '1 gure weer U koud en rillerig
doet thuis komen en voor 'n zwar*
verkoudheid, zelfs voor een griep
aanval doet vreezen, neem dan voor
't naar bed gaan een "AKKERTJE"
Ge voorkomt dan veel narigheid en
staat morgen gezond en prettig op!.
AKKER.CACHETS
jiase
I
ammmu
Lever»
[ter, K.
an pri-
e drie-
n fijne
keus.
ten. B.
Midd,
TSTR.S
kalfs-
Itukken
en, dat
[jrdeeli-
j. Post-
brillen
fondsen
je.
in de
Itstraat,
1 3035
|nd.
|ankoop
nieuw
|0 cent
]ren, t.o.
Profi-
bn wie
legen in
In stoe-
Ige prij-
Noord-
pTSTR.,
etalage.
|n 28
pond.
„Deutsch ist die Saar". Ruim
90 pet. der stemmen voor te
rugkeer bij Duitschland. Een
mooi ding voor Hitler's pres
tige. Het wachten is thans
op 't „vredesoffensief".
Goddank. Het Saarvolk heeft zich
duidelijk voor terugkeer bij Duitschland
uitgesproken. De aanhangers van den
status quo zijn in alle districten
beduidend in de minderheid gebleven.
Geen enkel district leverde hun een
meerderheid op. Overal hetzelfde beeld:
85 pet. a 95 pet. der stemmen voor
Duitschland; enkele percenten voor
handhaving van den tegenwoordigen
toestand; slechts luttele stemmen voor
Frankrijk.
Deze uitslag is zeer bevredigend. We
schreven gisteren, dat men eigenlijk al
leen maar ongerust kon zijn over één
ding: dat een enkel district in afwij
king van het beeld der totale verhou
dingen 'n meerderheid voor den sta
tus quo zou kunnen opleveren. Daar had
den dan leelijke verwikkelingen uit
voort kunnen komen. Gelukkig is dit
niet het geval geweest. Alle districten,
alle gemeenten, zonder een uitzondering,
hebben zich voor Duitschland uitgespro
ken. Op grond van dezen uitslag kan de
Volkenbondsraad slechts één beslissing
nemen: het Saargebied met het Derde
Rijk vereenigen. „Deutsch ist die Saar
werd vanochtend voor de Duitsche zen
ders gezongen, zoodra de uitslag be
kend was. Zoo is het: Deutsch ist die
Saar. De uitslag laat geen andere inter
pretatie toe; 90 pet. van alle uitgebrach
te stemmen vielen Duitschland ten deel.
Met dezen uitslag is een wondeplek
uit het lijf van Europa gesneden. Verle
den jaar heeft het een oogenblik ge
schenen, dat de Saarkwestie de toch al
slechte betrekkingen tusschen Frank
rijk en Duitschland nog slechter zou
maken. Men is toen te Rome bijeenge
komen, om een regeling voor de volks
stemming te treffen en voor alle aange
legenheden, die met dit probleem sa
menhangen: o.m. den terugkoop door
Duitschland van de mijnen in het Saar
gebied, die de afgeloopen 15 jaar aan
Frankrijk behoorden. Dit helderde den
horizon reeds belangrijk op. Men kon
toen nog slechts hopen, dat de uitslag'
van het plebisciet ten gunste van
Duitschland zou uitvallen. Het Saarge
bied is Duitsch gebied. De taal van het
Saarvolk is de Duitsche. Een andere op
lossing dan terugkeer bij Duitschland
zou uit den booze zijn geweest, had de
verschrikkelijkste gevolgen voor ons
werelddeel kunnen hebben.
Men heeft vandaag gejuicht in het
Derde Rijk. En men had daartoe reden.
De groote vrees der nazi's was de laat
ste dagen, dat er een vrij groot percen
tage der stemmen voor de handhaving
van den status quo zou worden uitge
bracht; b.v. 30 pet. Dat zou dan geen
goed gedaan hebben aan de populari
teit van het nazi-régime. Het Duitsche
volk zou daarin een motie v,an wantrou
wen tegen het nazi-régime hebben ge
zien; het zou voor het prestige van Hit-
Ier een klap zijn geweest. Nu slechts
ongeveer 10 pet. van alle stemmen te
gen Duitschland zijn uitgebracht, staat
de z,aak echter juist andersom. De uit
slag van het Saarplebisciet zal ffiaris
veeleer het prestige van Hitier ver
hoogen. De Führer had zich geen be
ter resultaat kunnen wenschen.
Voor de stemming hebben telkens
geruchten de ronde gedaan, dat on
middellijk er na een Duitsch „vredes
offensief" te wachten zou zijn. In hun
propaganda-redevoeringen waren de
Duitsche ministers den laatsten tijd nog-' bijzonder voordeelige aanbieding geven,
al vriendelijk jegens Frankrijk. Zij be-; Het euvel geeft tot voortdurende ver
toogden, dat de uitslag de grondslag warring aanleiding. Het van de hand
van een Fransch-Duitsche verzoening doen van moeilijk verkoopbare artike-
zou moeten worden. Men moet thans len mag niet tegengegaan worden wel
met spanning verbeiden, wat van dit het ontijdig aanvangen van seizoen- en
alles in de praktijk terecht zal komen, balansopruimingen e. d. Het gevolg van
Het tijdstip voor een „vredesoffensief"
is in elk geval uiterst gunstig. Men kan
zeggen, dat Laval en Mussolini het hun
ne hebben gedaan om het voor te be
reiden, door hun gemeenschappelijke
verklaring inzake het qntwapenings-
vraagstuk. Deze kan het per slot van
rekening mogelijk maken, dat van Duit
sche zijde een verklaring wordt afge
legd inzake de mate van bewapening,
waarmee het Derde Rijk voor zijn vei
ligheid genoegen zou kunnen ïiemen;
het staat nu wel vast, dat zulk een
verklaring in overweging zou worden
genomen.
In Engeland gaat men zelfs al zoo ver,
de kansen op een spoedig hervatten van
de eigenlijke ontwapeningsconferentie
volstrekt niet klein te achten. Het Brit-
sche kabinet zou "er al over vergaderd
hebben. In ieder geval moet dit zich
voorbereiden op een bezoek van Flan-
din en Laval, in de tweede helft van de
ze maand. Daarbij moeten ongetwijfeld'
deze practijk, waarbij enkelingen tal van
vakgenooten met zich medesleepen en
hun zoodoende vaak aanzienlijke verlie
zen berokkenen, doet ook bij producen
ten en groothandelaren zijn schadelijken
invloed gevoelen.
Naar het den minister voorkomt, is
een regeling bij de wet de eenige uit
weg. Uit het einde Augustus 1933 door
den Middenstandsraad uitgebrachte ad
vies is hem gebleken, dat in de kringen
van belanghebbenden de vereischte een
stemmigheid aanwezig is, weshalve hij
niet aarzelt de onderhavige regeling,
welke in hoofdzaak rust op de door den
genoemden Raad aangegeven grondsla
gen, aanhangig te maken
Het is de bedoeling, in de wet niet an
ders dan de hoofdlijnen der beoogde re
geling vast te leggen. De practische uit
voering wordt overgelaten aan de Ka'
mers van Koophandel.
De voornaamste bepaling is, dat voor
taan het houden van uitverkoopen en
de garanties ter'sprake komen, welke; opruimingen gebonden zal zijn aan ver-
Engeland voor het behoud van den vre
de in Europa zou willen geven. Daar
iedereen daar wat toe wil bijdragen, zou
Engeland zich moeilijk geheel afzijdig
kunnen houden, hetgeen men te Londen
dan ook wel zou inzien. De vraag is
maar, hoever de Britsche regeering zou
kunnen en willen gaan. Als belooning
voor de te brengen offers zou natuurlijk
Duitschland's terugkeer rtot den Vol
kenbond geëischt moeten worden, daar
over is men het in Engeland algemeen
eens.
door G. P. BAKKER.
16).
Jen m-
„Dsnk u voor uw nauwkeurige gege
vens", sprak de overste. „Zijne Maje
steit zal het zeker zeer op prijs stellen
dit alles te vernemen".
„Ik zal dadelijk een bode naar Bran
denburg zenden", antwoordde de mees
ter.
7..''^nA^s. ki) den koning spreekt, laat hij
Zijne Majesteit dan namens mij verzoe
ken de prinses mede te deelen, dat tot
heden alles voorspoedig is gegaan".
„Hoe kan ik uw werk beloonen?"
vroeg Saxon den jongen visscher.
„Door ons uw volkomen vertrouwen
te schenken klonk het antwoord. ,De
meester heeft, mij aan 't hoofd gesteld
van den inlichtingendienst, die geheel
tot uw dienst is. Ik heb vijftig beproefde
mannen aan het werk".
„De^meester noemde u hopman, niet
waar?" opperde Saxon.
„Zeker, overste. Een van de tien
Mijn naam is von Finkeborg. Van af
komst ben ik Oostfries".
„Maar als u een der tien is", ver.
volgde Saxon, „over hoeveel mannen
kunt u dan wel beschikken?"
„In het geheele Erfsticht eenige hon
derden- We ziin op min of meer militaire
leest geschoeid en ingedeeld volgens on
ze werkzaamheden. Bij den Zwarten
Arend heeft u een gedeelte van onze
DR. COLIJN MINISTER VAN
WATERSTAAT A. I.
Bij K. B- is tijdens de ontstentenis van
een minister van waterstaat, het beheer
van het departement van waterstaat
ad interim, opgedragen aan den minister
van koloniën, voorzitter van den Raad
van ministers, dr. H. Colijn.
DE TERAARDEBESTELLING VAN
MINISTER KALFF.
Hoewel aanvankelijk is bericht, dat in
overeenstemming met den wensch van
minister Kalff bij de teraardebestelling
van diens stoffelijk overschot geen toe
spraken zouden worden gehouden, heeft
naar wij nader vernemen, de familie ge
meend uitzondering te mogen maken
voor minister Colijn en voor dr. H. van
Manen, directeur der Nederlandsche
Spoorwegen, die dus op de begraaf
plaats hun gevoelens zullen vertolken.
UITVERKOOPEN EN OPRUIMINGEN.
Een wetsontwerp om excessen
tegen te gaan.
Een wetsontwerp is ingediend bij de
Tweede Kamer tot regeling van uitver
koopen en opruimingen in het winkel
bedrijf.
De toelichting wijst er op, dat de
klacht over excessen op het gebied van
uitverkoopen en opruimingen in den de
tailhandel, in middenstandskringen ver
nomen wordt. De geopperde bezwaren
richten zich bepaaldelijk tegen die ge
vallen, waarin uitverkoopen of oprui
mingen ontijdig worden aangekondigd
of wel onder voorwenselen die aan het
publiek ten onrechte den indruk van een
schermploeg aan het werk gezien".
„Mijnheer von Finkeborg", zei Saxon.
„Als de meester u niet meer noodig
heeft, dan zal het mij een genoegen zijn
u een plaats aan te bieden als hopman
bij mijn ruiters".
„Overste", antwoordde de jonge man
blozend. „Ik zal dat later gaarne aan
nemen".
De meester knikte goedkeurend, „Die
tijd komt, von Finkeborg. Als de groote
slag geslagen wordt, doen we allen mee.
Een klein gewicht kan de schaal doen
overslaan".
„En nu", zei Saxon, „heb ik uw hulp
en raad noodig".
„Zooveel u wenscht", antwoordde de
meester.
„Voor ik Maagdenburg verliet, heb ik
de schatten van prinses Von Ebertot zu1
Quetschen in een onderaardsche gang
van het huis met den toren begraven?
Deze gang loopt naar de Elbe- De eerste
kelder onder den toren ligt nu open en
is geheel leeggehaald. Daarachter ligt 'n
tweede en, afgesloten door een ijzeren'
deur, een derde kelder. Van daar naar
de gang is een verborgen deur, die bijna
onvindbaar is. Ik zal u nu precies zeggen,
waar ik den schat heb begraven:
Een voet breed en vijf voeten hoog,
Een rechte lijn en toch een boog,
Een groote steen, een mansgewicht,
Maakt somtijds zware lasten licht.
Leg tweemaal vijftien passen af.
Let op het vierde. Graaf een graf."
„Een charade?" vlbeg Von Finke
borg,
„Neen, de oplossing is heel eenvou
dig. In den hóek van den derden kelder
staat een groot vat, dat ongeveer vijf
gunningen, afgegeven door Kamers van
Koophandel
Art. 3 bevat een belangrijke afwijking
van het vergunningsstelsel voor wat be
treft de periodiek terugkeerende ver-
koopen, verband houdende met jaars- en
seizoenwisseling. De aankondigingen de
zer verkoopen, worden niet afhankelijk
gesteld van een vergunning. Teneinde
de controle te vergemakkelijken en te
vens het publiek kennis te doen nemen
van den aard van den aangekondigden
verkoop, zullen de periodiek terugkee
rende verkoopen uitsluitend door middel
van enkele gebruikelijke benamingen
mogen worden aangekondigd.
Art. 6 geeft een opsomming van de
gevallen, waarin een verkoop als uitver
koop of als opruiming mag worden aan
gekondigd.
De Kamer zal de vergunning kunnen
weigeren indien blijkt, dat dezelfde aan
vrager betrekkelijk korten tijd, n.l. min
der dan een jaar te voren, in dezelfde
gemeente een als uitverkoop aangekon
digden verkoop heeft gehouden, waarin
gelijksoortige goederen zijn betrokken
geweest.
De bepaling van art. 8 beoogen een
waarborg te geven, dat de als uitver
koop of als opruiming aangekondigde
verkoop niet langer zal worden gehou
den dan noodzakelijk is en met goec
handelsgebruik overeenstemt. Een ter
mijn van drie maanden, resp. 1 maand,
komt den minister in 't algemeen vol
doende voor.
BESTRIJDING VAN
AARDAPPELZIEKTEN,
Verbod van verbouw van voor
wratziekte vatbare soorten.
Ingediend is bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp tot voorkoming en bestrij
ding van ziekten van aardappelen.
De aardappelziekte, aldus de toelich
ting, vormt een voortdurende bedreiging
voor een niet onbelangrijk deel van on
zen landbouwuitvoer. De thans gelden
de Aardappelenwet onthoudt aan de re-
geering twee belangrijke middelen, n.l.
het verbieden van den verbouw van voor
wratziekte vatbare aardappelrassen en
het aan beperkende bepalingen onder
werpen van de teelt van andere gewas
sen dan aardappelen. Het wetsontwerp
strekt in de eerste plaats tot het verlee-
nen van de bevoegdheid aan de regee
ring om deze middelen aan te wenden.
Onder de hier te lande verbouwde
RwSferfencfteS Ongeëvenaard bij gevatte kot
Product Griep, rheumatische pijnen
Zenuwpijnen, Hoofdpijn, ens
Per 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 cl
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Ingez. Med.{
voet hoog is, een voet van de eene zij
de van den muur verwijderd. De muur"
is van onderen een halve steen breeder;
gaat men nu op een der steenen van de
richel staan, dan draait het vat van
den muur af zoodat een man er door
kan. Als men dan op 'n verborgen veer
drukt, opent zich een gedeelte van den
muur. Daar achter is een trap, die vijf
tien treden hoog is. Daalt men deze af
dan vindt men op de vierde trede een
halve voet boven de trap een ijzeren
staaf in den muur gemetseld. Een val.
Iemand, die het niet weet, valt naar be
neden in een diepen afgrond, aan den
voet van de trap over een plank kun je
in de gang komen. Vijftien passen ver
der is de bergplaats. Begrepen?"
„Geen wonder overste", meende de
meester, „dat ze de schatten niet heb
ben kunnen vinden".
„Maar hoe wist u, dat die onder
aardsche gang bestond?" vroeg von
Finkeborg.
„Wij vonden hem door een groot toe
val".
„Ik ben er meermalen geweest", op
perde de meester. „Er is ook een toe
gang in den Dom. Het romaansche ge
welf daar was onze eerste vergader
plaats. Mijn vriend, de wonderdokter,
kende het geheele net onderaardsche
wegen".
„Een der redenen dat ik hier ben",
legde Saxon uit, „is het lichten dier
kostbaarheden. Ik heb den meester ver
teld, dat de prinses de opbrengst der
schatten wenscht af te staan aan de
krijgskas van den koning van Zweden.
Nu vraag ik u beiden: Hoe krijgen we
den schat weer in ons bezit?"
aardappelrassen zijn er eenige, welke
een zeer groote ontvankelijkheid voor
de wratziekte vertoonen. Hiertoe behoo-
o.a. Bravo, De Wet en Kampioen. De
Ned. Alg. Keuringsdienst heeft sinds
1928 deze rassen van de keuring voor
den uitvoer van pootaardappelen uitge
sloten. Nu werd de hoop gekoesterd, dat
na dezen maatregel ook de hedendaag-
sche verbouwer zou inzien, dat zijn eigen
welbegrepen belang medebracht, den
verbouw van dergelijke rassen te staken.
Slechts een gering aantal verbouwers
liet zich echter overtuigen.
Het voordeel, dat de gunstige positie
op de binnenlandsche markt van de door
een verbouwverbod te treffen rassen aan
een deel der verbouwers biedt, weegt
niet op tegen de kwade kansen, welke
de geheele groep van aardappeltelers en
bovendien de groepen van boom- en
bloembollenkweekers er door loopen en
wordt ten koste van deze genoten.
Art. 2 van het ontwerp luidt:
„Bij of krachtens algemeenen maat
regel van bestuur kan het verbouwen
van bepaald aangewezen, voor aardap-
pelwratziekte vatbare, aardappelrassen
worden verboden of niet dan voorwaar
delijk worden toegestaan."
De toelichting wijst er nog op, dat de
bevoegdheid om de teelt van andere ge
wassen dan aardappelen aan beperken
de bepalingen te onderwerpen, noodig
is, óm de mogelijkheid eener aan alle ge
stelde eischen voldoende controle op
uitvoer dezer gewassen te verzekeren.
TEGEN DEN
MIDDEL-EUROPEESCHEN TIJD.
De Alg. Ver- v. Bloembollencultuur,1
heeft in verband met het wetsontwerp succes en ook met de ingestelde melk--
tot invoering van den Middel-Europee- controle, al zou men daarbij nog gaarne
schen tijd zich tot de Eerste Kamer ge- 3 of 4 leden meer zich zien aansluiten,
wend met een adres waarin met den Te laat zegden nog twee leden hun lid-
meesten aandrang wordt verzocht, het j maatschap op, die hun licht onaer den
voorstel niet aan te nemen. De adres- korenmaat willen plaatsen en niet op
santé wijst erop, dat de tegenwoordige 5 den kandelaar der Z. L. M.
regeling geen aanleiding geeft tot ern- j De secretaris besloot met den wensch
stige bezwaren voor het bedrijf, terwijl dut men met vereende krachten de
de middel-Europeesche tijd volkomen' moeilijkheden te boven zal kunnen ko-
desorganiseerend op het bloembollenbe- j men.
drijf zal werken. Voor het bloembollen- j De Voorzitter dankte den
bedrijf zou desnoods een regeling, waar- secretaris voor het verslag en meende,
bij alleen gedurende den zomer de mid- dat op de veekeuring nog meer inzen-
deleuropeesche en gedurende den win- i dingen kunnen komen,
ter de West-Europeesche tijd zou gel-L)e rekening met een totaal va.i
f 250,99 in ontvang en f 250,64 in uit-
s gaaf, dus een goed slot van f 0,35 werd
goedgekeurd.
De achteruitgang der kas van f 15,11
tot f 0,35 is vooral te wijten aan de kos
ten van het musschengilde, die f 50,18
bedroegen, tegen een ontvangst van
AFDEELING MIDDELBURG Z. L. M. 33,70. Reeds is bepaald dat alleen
In de Maandagavond in de Een-1 voor Volwassen mussen 1 cent en voor
dracht gehouden vergadering van de! jonjfe dieren en eieren Yt cent wordt
iufdeeling Middelburg der Z. L. M„ betaald,
heette de voorzitter, de heer C.
Cornelisse, in het bijzonder
welkom de heeren C. Franse en M.
Kleinepier, resp. vice voorzitter en se
cretaris van den kring Walcheren.
Onder de ingekomen stukken was o.
aeen circulaire van het dag. bestuur
met opgave van de namen van hen,
die spreekbeurten willen vervullen en
de door hen opgegeven onderwerpen.
Besloten werd te trachten een spreker
over de steunverleening aan den land
bouw voor de afdeeling te doen optre
den.
Uit het jaarverslag van den secreta
ris, den heer J. Goedbloed,
bleek dut het aantal leden in 1934 sta-
tionnair, nml. 46 is gebleven. Wel ver
lieten 3 leden de afdeeling, van wie
slechts één overging naar den C. B. T.
B„ doch drie nieuwe leden en dat „ge
lukkig landbouwers, traden toe. Met de
veekeuring had de afdeeling een groot
den, kunnen worden aanvaard.
„Er bestaat maar één mogelijkheid",
verklaarde de meester. „De schild
wachten op het kerkhof te verschalken".
„Wanneer meent u, dat wij de beste
kans tot slagen hebben?"
„Vannacht nog", sloeg de hopman
voor, „Dadelijk na de opstelling van het
plan. Het is vrij donker. Binnen een half
uur heb ik twintig flinke, goed gewa
pende mannen ter beschikking".
„Ik geloof, dat je gelijk hebt", stemde
de meester toe, „Vertrek zoo spoedig
mogelijk".
„Een paar mannen meer kan geen
kwaad", meende Saxon. „Elk kan dan
een gedeelte dragen. Edzke kan onge
merkt de zakken aan den wal brengen".
De meester dacht een oogenblik na.
„Daar staat een inktpot met een veder.
Ik zal alles nauwkeurig opschrijven", zei
hij. „Ik ben zoo gereed".
„Lees dit nauwkeurig", sprak hij en
gaf de instructies aan von Finkeborg.
„Geef de orders door. Laat ze precies
zoo uitvoeren als ik voorgeschreven heb,
het papier vernietigen na je controle. In
ruim een uur kunnen de voorbereidin
gen getroffen zijn. Kom ons dan waar
schuwen".
„Vergeet niet den bode naar Branden
burg. Hij moet te paard vertrekken. De
berichten in het hoofd. Geen letter op
schrift".
„Meester", zei Saxon. „Ik heb groo-
ten eerbied voor uw organisatie. Het
„meester" bevalt mij echter niet langer.
Ik ben wel de jongste, maar ik verzoek
je mij Suxon te noemen. Wij zijn vrien
den op leven en dood."
„Uitstekend, noem me dan Georg".
Het voorstel om met het musschen
gilde voort te gaan, kreeg 10 stemmen,
10 waren er tegen en 1 was in blanco.
De volgende stemming kan eerst in 'e
volgende vergadering plaats hebben.
De vergadering herkoos tot bestuurs
lid den heer J. Overbeeke met 15 van
de 21 stemmen.
Gedurende ongeveer 3 uur is vervol
gens gediscuseerd over de in de Z. L.
M. brandende kwesties, waarbij de heé»
ren Franse en Kleinepier van advies
konden dienen.
In de eerste plaats over het scheu
ren van grasland. Tot leden der com
missie om een rapp> rt uit te brengen
benoemde de vergadering de heeren J,
Goedbloed, A. Lampers en P. J. Cevaai-
In het algemeen was de meening, t*at
er in de afdeeling den laatsten tijd nog
al veel weiland gescheurd is, cht van
de perceelen, die ingevolge de scheu-
ringswet van 1918 gescheurd zijn, weer
HOOFDSTUK XI.
De achtkantige tweelingtorens van den
Dom verborgen zich in den donkeren
nachtelijken hemel. Het kerkhof lag on
heilspellend stil en eenzaam om de
flauwe lijnen van het grootsche bouw
werk. Twee flambouwen in zware ijze
ren ringen ,aan den voorgevel der kerk
wierpen hun flikkerend licht in dansen
de schaduwen op paden en grafsteenen.
Een paar musketiers hielden de
wacht. Ze stonden dicht bij elkaar.
„Een beroerd baantje, een kerkhof te
bewaken", sprak de jongste.
„Ik geloof niet dat je bang bent",
antwoordde de andere, een oude vete
raan. „Je zoudt het hoogstens gebrek
aan moed kunnen noemen."
„Maar midden in den nacht. Het zal
zoo twaalf uur zijn."
„Wees niet zoo kinderachtig."
„Jij bent zeker uit dapperheid tegen
alle voorschriften in hier met mij ko
men praten?"
„Niet uit angst, uit gezelligheid. Op
het kerkhof worden de doode begraven
en daarmee uit,"
„Ja, dat is wel zoo, maar die ver
vloekte begraafplaats doet mij telkens
weer denken aan de Meidagen. Hoor
je dat geritsel?"
„De wind in de bladeren."
„En daar die groote, groene oogen."
„Een kat."
„En dat onheilspellende krassen en
schreeuwen,"
„Een uil n een der galmgaten."
„Ik hoor stemmen van geesten. Zie
brekende oogen van vermoorden. O
God, o God, had ik het maar niet ge
daan, had ik haar maar niet geworgd."
fWordt vervolgd.)