OVERSTE SAXON
Dobbetmaim
lekker...man!
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
roes.
zuid-beveland.
noord-beveland.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN DONDERDAG 10 JANUARI 1935. No. 8.
Historische Avonturenroman,
NEDERLAND—INDIë PER
LUCHTSCHIP?
ÏALGHEREN.
D» Amerikaansche begrooting.
Het tekort hooger dan het
totaal der inkomsten. Roo
sevelt's werkverschaifingsplan-
nen vragen zooveel. Een
snelle maar riskante methodt
tot oplossing der moeilijkheden.
Men heeft eergisteren de cijfers van
de nieuwe Amerikaansche begrooting
gelezen p.et begrootingsjaar in de Ver,
staten loopt van 1 ouli30 Juni). De
inkomsten worden geraamd op bijna
4 milliard dollar, de uitgaven op Xy*
milliard. Het tekort bedraagt aus 4 li
milliard. Een griezelig cijfer, dat nog
zooveel te griezeliger wordt, als men
bedenkt, dat in het loopende jaar de
inkomsten ook meer dan 4 milliard bij
de uitgaven ten achter zullen blijven en
dat het in 't afgeloopen jaar van het
zelfde laken een pak was. Het een met
het ander beteekent, dat de Amerikaan
sche staatsschuld ultimo 1936 aange
groeid zal zijn tot ongever 35 milliard
dollar.
Men kan vinden, dot deze cijfers het
beleid van president Roosevelt nu niet
bepaald op zijn voordeeligst doen uit
komen. We hebben iemand hooren zeg
gen: op zoo'n manier kan iedereen re-
geeren. Schulden maken is een klein
kunstje. Met een beetje lichtzinnigheid
kun je het daar heel ver in brengen.
Maar dan zal het eind de last dragen.
Tegen deze redeneering is op zich
zelf niet veel iaan te voeren. Schulden
maken is inderdaad meestal kwaad
werk; vooral wanneer het in zoo'n dui
zelingwekkende vaart gaat, als thans in
Amerika. Op een begrooting met een
inkomsten-cijfer van amper vier milli
ard een tekort van vier-en-een-half
milliard wil nogal wat zeggen. En dan
zoo een jaar of wat achter mekaar.
Toen Roosevelt een p,aar jaar geleden
aan het bewind kwam, dacht hij zijn
derde begrooting (dat is de nu inge
diende) sluitend te zullen kunnen ma
ken. Hoezeer heeft hij zich daarin ver
gist. De uitgaven meer dan tweemaal
zoo hoog als de inkomsten; ziedaar de
praktijk.
Er zijn wel landen, die relatief en
absoluut een grooter schuldenlast heb
ben dan op het oogenblik de Ver. Sta
ten. Zonder meer hoeft het cijfer van
35 milliard (in 1936) den Amerikanen
daarom den schrik nog niet op het lij
te jagen. De groote vraag is echter, o'
het hierbij zal blijven. Als men de be
grooting eens wat n,ader bekijkt, blijkt
dat het tekort van 414 milliard precies
overeenkomt met het aangevraagde
bedrag voor werkverschaffing. Als er
geen werkloosheid was, zóu de begroo
ting dus sluitend zijn. Maar er zijn he
laas werkloozen, en geen klein beetje
ook. Ondanks ril de pogingen in de afge
loopen jaren, om de werkloosheid te
verminderen, kan men hun aantal gerust
op nog 10 millioen schatten. Er is op
leving gekomen in de Ver. Staten zon
der twijfel. Maar dat schijnt niet zoo
heel veel invloed gehad te hebben op
het werkloozencijfer. De bedoeling van
Roosevelt is nu vooral die opleving te
stimuleeren door middel van zijn
grootsch werkverschaffingsplan. En
daar zou dan tenslotte een belangrijke
vermindering der werkloosheid uit voort
moeten komen, niet slechts 'n kunstma
tige, doch een gezonde en blijvende....
Dit komt overeen met wat de Duit-
sche minister van financiën verleden
jaar eens „teren op de baten van de
toekomst" heeft genoemd. Men geeft nu
extra geld met handen vol uit, er op
speculeerende, dat over een onzeker
aantal jaren de toestand zich dermate
ten goede veranderd zal hebben, dat
de gemaakte schulden vrij gemakkelijk
afgelost kunnen worden.
De gedachte aan een mislukking er
van, is voorloopig huiveringwekkend.
De vraag dient echter ook gesteld, of
een situatie als die in de Ver. Staten
op een andere wijze beter aangepakt
zou kunnen worden. Men heeft er nu
eenmaal een ontzettend aantal werk
loozen, Die moeten in ieder gev,al ge
holpen worden. Langs den weg van
steunverleening zou 't wellicht goedkoo
per gaan. Maar komt men dan uit de
moeilijkheden? Zouden alhans die moei
lijkheden dan niet veel en veel langer
blijven bestaan? President Roosevelt
schijnt deze vragen bevestigend te heb
ben beantwoord. En daarom heeft hij
den anderen weg gekozen, den weg der
werkverschaffing. Hij hoopt het econo
mische leven daarmee dusdanig te kun
nen prikkelen, dat veel gauwer aan
anders het geval zou zijn geweest, de
menschen weer op natuurlijke wijze in
de bedrijven werk zullen kunnen vin
den
Het is niet mogelijk thans uit te ma
ken, of hij goed of verkeerd doet. De
taak, die Roosevelt op zijn schouders
heeft genomen, mag in elk geval ont
zaglijk heeten. En het gaat niet aan,
rekening moet worden gehouden met
concurrentie door luchtschepen voor 't
passagiersvervoer over langere afstan
den over zee. Wel is het comfort, niet
hetzelfde aan boord van een luchtschip
als aan boord van een zeeschip, maar
hiertegenover staat dat de overtocht
zooveel korter duurt.
Uit den aard van de zaak is ook aan
dacht gewijd aan het verkeer met vlieg
tuigen. Voor deze geldt dat zij eigen
lijk nog zoo zeer in het beginstadium
van hun ontwikkeling zijn, dat nog ve
lerlei verbetering mogelijk is, wat men
trouwens evenzoo van luchtschepen kan
zeggen. Laatsgenoemde komen klaarblij
kelijk niet in aanmerking voor het ver
voer van kleine aantallen passagiers
met korte tusschenpoozen en zij zijn-
minder geschikt om hooge bergen te pas-
seeren. Daarentegen leenen zij zich wei
bijzonder voor het afleggen van groote
trajecten zonder tusschenlanding, bij
voorbeeld over oceanen. Vergelijkt men
de kosten van het vervoer per lucht
schip met dat per vliegtuig, dan blijkt
dat het vervoer met het modernste
luchtschip per ton-kilometer ca. een
derde kost van het vervoer met het mo
mt
hem daarbij zonder meer van lichtzinnig- dernste vliegtuig. Het is niet gezegd,
heid te betichten. Veeleer dient er spra-
te zijn v,an moed. Als het mis gaat,
gaat het radicaal mis. Dat weet de Ame
rikaansche president. Maar hij aan
vaardt het risico als een vrij man, die
louter en alleen de belangen v,an zijn
land op 't oog heeft. Dat dwingt in elft
geval respect af. Moge hij slagen Het
zou niet alleen voor de Ver. Staten,
maar voor de geheele wereld een ding
van belang zijn.
door G. P. BAKKER,
12). -
„Dat stem ik van ganscher harte toe"/
antwoordde Sax on. „Een goed paard
onder je te voelen is een weelde. Een
prachtig denkbeeld".
„Overste", sprak de dokter. „Dit is
voor mij zoo'n gelukkige dag, dat ik
tweehonderdduizend daalders aan den
koning van Zweden zal zenden op voor
uitbetaling van de te vinden schatten en
uit uw naam. Wie spoedig helpt, helpt
dubbel. Neen, neen, geen dank. Het is
een voorschot uit onze bondskas. Al#
we de kostbaarheden vinden, mag u
het geld er weer in storten, desnoods
rente op rente, zooals de woekeraars
zeggen. Afgesproken?"
„Afgesproken", antwoordde Saxon
en gaf de meester de hand.
„Ik wist het wel", meende deze, "dat
we spoedig goede vrienden zouden
worden".
HOOFDSTUK VIII.
Rustig als altijd lag de Oude Herberg
van Rudolf aan de kruising der beide
breede wegen in het woud, aan drie
zijden omgeven door een bloeienden tuin
afgesloten door een hooge ligusterhaag.
Rudolf zelf stond in de deur, een j
knecht, de hand vol kruiken voor zijn i
AARZELT NIET TE LANG.
Indien U ,aan verstopping lijdt, aarzelt
dan niet te lang met een afvoermiddel
te nemen. Maar weest voorzichtig in de
keus ervan. Menig afvoermiddel prik
kelt de darmen of schaadt de nieren.
Daarentegen worden ook door H.K.
Doktoren de ISTIZIN-TABLüT'EEN
als een zacht en onschadelijk ,afvoer-
middel aangeduid. ISTIZIN-TABLET-
TEN veroorzaken bovendien ook geen|
kramp.
(Ingez. Med.
Het zou mogelijk, veilig en I
voordeelig zijn De K.L.M.
interesseert zich ook voor de
zaak. In den a,s. zomer komt
de nieuwe zeppelin boven Ne
derland.
De heer Bronsing, directeur der
Scheepvaart Mij. Nederland heeft gister
middag in een vergadering van 't Kon.
Instituut van Ingenieurs eenige mede-
deelingen gedaan over de werkzaamhe
den van het Syndicaat, dat zich bezig
houdt met de bestudeering van een ver
binding per luchtschip tusschen Neder
land en Indië.
Het syndicaat is tot de conclusie geko
men, dat een verbinding per luchtschip
voor de toekomst mogelijk, veilig
voordeelig geacht moet worden en zelfs
betrekkelijk goedkoop is. Het vervoer
met een met helium gevuld luchtschip
zou ongeveer evenveel kosten, als dat
in de eerste klasse van een passagiers
schip. Voor met waterstof gevulde lucht
schepen ligt de vervoerprijs belangrijk
daaronder. Hierom meent de heer Bron
sing dan ook, dat in de toekomst ernstig
dat dit op den duur zoo zal blijven en
spr» achtte het zeer goed mogelijk dat
door de verdere ontwikkeling van de
techniek de genoemde verhouding nog
wijziging zal ondergaan.
De bestuurderen van het syndicaat
hebben van de K.L.M. toezegging gekre
gen dat hun waarschijnlijk binnenkort
inzage zal worden verleend van een stu
die die door de K.L.M. was ondernomen
omtrent de vermoedelijke ontwikkeling
van het vliegtuig tot een meer volmaakt
type. Deze studie verricht de K.L.M. in
samenwerking met den rijksstudie
dienst voor de luchtvaart,
Spr. vestigde er de aandacht op dat
er reeds geruimen tijd een basis van sa
menwerking bestaat tusschen de K.L
M. en de reederijen, die op Indië va
ren. De K.L.M. is als lid toegetreden tot
het luchtschip-syndicaat en de reede^
rijen zijn voorloopig vertegenwoordigd
in den raad van bestuur van de K.L.M
Door dezen vorm van samenwerking is
verkregen dat in ons land degenen die
verantwoordelijk zijn voor belangrijke
besluiten op welk gebied ook betrek
king hebbend op het verkeer tusschen
Nederland en Indië, voeling met elkaar
hebben en volledig op de hoogte zijl
van het geen op dit gebied omgaat,
In overleg met dr. Eckener en de
Luftschifbau Zeppelin wordt ernaar ge
streefd de samenwerking (die reeders
en luchtvaartbelanghébbenden in Enge
land en Amerika zou omvatten) op in
ternationale basis te stellen, en te ko-
tot stichting van een internationaal
lichaam voor exploiatie van het verkeer
per luchtschip. Het bureau van dit li
chaam is voorloopig te Amsterdam ge
dacht. Daar het van belang is, dat men
hier te lande nader kennis maakt met
de mogelijkheden van het verkeer per
luchtschip is met dr. Eckener afgespro
ken, dat hij in den a.s. zomer met het
nieuwe luchtschip L. Z. 129 een bezoek
aan ons land zal brengen en zoo moge
lijk een reis naar Ned. Indië en terug zal
ondernemen.
DE RAMP VAN DE UIVER
Het Volk meldt, dat de ingenieur van
den rijksstudiedienst voor de luchtvaart,
dr, ir. H. J. van der Maas, de gegevens
betreffende het verongelukken van de
Uiver, die hij als technisch expert heeft
verzameld, in handen heeft gesteld van
de Permanente commissie voor het on
derzoeken van ongevallen met burger
lijke luchtvaarttuigen, die thans haar
onderzoek zal aanvangen en zal pogen
uit de beschikbare gegevens bepaalde
conclusies te trekken
leeren schootsvel, bediende de gasten,
die in de schaduw der oude boomen op
het grasveld aan de voorzijde beveili
ging hadden gezocht tegen de heete zon,
die hoog aan den blauwen hemel stond.
Een oude zwerver met grijzen baard
en snor, een groote bril voor zijn bij
ziende oogen, achter zich een oude,
grauwe hond met hangende staart, kwam
langzaam aanslenteren, oververmoeid
van een langen tocht. De herbergier
keek met weinig belangstelling naar het
tweetal. De hond wilde vooruit springen.
i,Koest, vriend", sprak de zwerver.
„Koest. Ja, 't is Rudolf. Ik zie het wel,
maar hou je kalm. Je moet er aan
denken, dat je nu even goed een rol
speelt als je baas. Juist, zoo is het goed".
Ze kwamen bij de herberg. De zwerver
ging op een bank zitten en riep:
„Waard, bier als 't u belieft".
De waard knikte tegen een der
knechten. Bij hem zou niemand het
wagen iets te bestellen als hij geen geld
had. Hij was bekend in heel het Duit-
sche land van de Elbe tot den Oder.
Hij trad op den zwerver toe.
„Een heete zomer, vreemdeling. Een
koele kruik bier is nu een der grootste
gaven van den goeden God".
Onderwijl nam hij den vreemdeling
met zijn grijze oogen nauwkeurig op.
„Je bent nog altijd een wijsgeer, Ru-
dolf", sprak de zwerver met een sprank
je ironie. Nauwelijks had hij dit gezegd
of de ander sprong op van de plaats
waar hij juist was gaan zitten.
„Overste, u! Bij Jupiter, ik had u niet
herkend. Maar waarom, waagt u zich in
het hol van den leeuw. Als u nog geko
men waart aan het hoofd van een paar
duizend ruiters, maar alleen, heelemaal
a leen. Kom mee naar binnen. Wat zal
Annette blij zijn. En hoe gaat het met de
prinses? Ik dacht dat u nu kalm zoudt
gaan trouwen". Hij had vlug maar bijna
fluisterend gesproken.
De overste keek eens rond. „Eersi
kalm mijn kruik uitdrinken. Je weet
nooit, wie daar buiten kan zitten. Er zijn
veel spionnen in hel Sticht. Misschien
wordt hier de slag geslagen".
Hij gaf den herbergier een daalder.
„Ik zal even binnen gaan wisselen",
zei deze met onmerkbaar knipoogje,
maar zoo luid dat alle gasten het kon
den hooren.
Rudolf kwam met het wisselgeld te
rug, De zwerver keek het nauwkeurig
na. Annette, de knappe herbergierster,
kwam nu in de deur staan, keek naar
haar man. De zwerver zei heel zacht,
terwijl hij het geld langzaam in den zak
stak:
„Ik ga straks verder, als het donker
is, kom ik terug met een vriend. Wacht
ons aan de achterdeur".
„Als u naar Burg wilt", sprak de
waard, „moet u dezen weg volgen en
dan rechts af. 't Is nog tamelijk ver en
u heeft blijkbaar reeds een heele reis
achter den rug. Als u wilt, zou u hier
ook kunnen logeeren. Ik heb nog wel
een goedkoop kamertje".
„Neen, dank je, waard. Ik moet van
avond in Burg zijn", luidde het antwoord,
Hij stond op, volgde den aangewezen
weg en verdween in de bosichen.
TEGEN DEN MIDDELr
EUROPEESCHEN TUD.
De Algemeene Nederlandsche Ver-
eeniging voor sociale geneeskunde heeft
een adres doen toekomen aan de Eerstel
Kamer, naar aanleiding van het wets
ontwerp ter invoering van den Middel-
Europeeschen tijd.
In dit adres betuigt de vereenigingl
haar volle instemming met het streven
tot invoering van dezen tijd, wat het
zomerhalfjaar betreft, maar invoering
voor het winterhalfjaar acht zij verbon
den met zoo groote hygiënische bezwa
ren, da<i de Eerste Kamer verzocht!
wordt, het ontwerp te verwerpen.
EEN ARBEIDSBEURS VOOR
CHAUFFEURS.
De A.N.W.B., Toeristenbond voor|
Nederland, is ertoe overgegaan, zijn be
middeling te verleenen om werklooze j
chauffeurs een betrekking te bezorgen.
Overeenkomstig de bepalingen van de
Arbeids-bemiddelingswet heeft de A-N.
W.B. met goedkeuring van den minister
van sociale zaken een arbeidsbeurs
voor chauffeurs ingesteld, waarvan
werkgevers en werknemers, leden en
niet-leden van den bond kosteloos ge-1
bruik kunnen maken.
De instel ing van deze arbeidsbeurs heeft
in de eerste plaats ten doel, te trachten,
de vele werklooze particuliere chauffeurs j
aan een betrekking te helpen, maar be
oogt tevens, daardoor de verkeersveilig-1
heid te bevorderen. In vele bedrijven
toch zijn de laatste jaren personen- en
vrachtauto's ia gebruik genomen, wr.ar-
van men vaak gemakshalve en om het
tüdroovende zoeken vau sollicitanten te
voorkomen, de besturing heeft toever
trouwd aan iemand uit het eigen perso
neel, vaak jongelui, die de rijvaardig
heid nauwelijks meester waren, of aan'
werkloozen, die haastig hun rijbewijs
hadden gehaald.
VERKORTING WERKWEEK VAN 'T
P.T.T.-PERSONEEL
Op 7 Januari hebben te Utrecht de
vertegenwoordigers van vier organisa
ties in de commissie van overleg voor
het Staatsbedrijf der P. T. en T. verga
derd. Na uitvoerige discussie werd be
sloten, gezamenlijk een voorstel in te i
dienen bij genoemde commissie, om te
geraken tot verkorting van de 51-urige
werkweek tot de 48-urige.
Inmiddels zal de vraag worden over
wogen, of via de hoofdbesturen geen na
dere stappen zullen moeten worden ge
daan bij de regeering, aangezien het
betreft een onderwerp van algemeen
maatschappelijk belang, waarbij werk
gelegenheid zou worden geschapen
voor naar schatting 600 personen.
IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK
Rookt Dobbelmann's Tabak en géén anderel
(Ingez. Med.)
door werden voor hen de avond vóór
Kerstmis en niet minder de Kerstdagen
tot oogenblikken van vreugde en stil
len dank. Voor de toekomst blijft dit
mooie plan zeker in gedachten.
DOMBURG. Ingeleid door den heer
De Groote uit Middelburg sprak Woens
dagavond te Domburg in het café Tram-
zicht de heer Treurniet uit Rotterdam
voor een openbare bijeenkomst der N.S.
B. Spr. critiseerde.de resultaten van het
huidige regeeringsstelsel en plaatste
daar tegenover de „corporatieve ge
dachte". Verschillende aantijgingen van
tegenstanders der N.S.B. werden weer
legd. De spreker werd door een twintig
tal belangstellenden aangehoord van
wie eenigen antwoord ontvingen op hen
ingediende vragen. Vóór de gebruikelijke
sluiting van de vergadering verheten
enkele bezoekers de zaal.
DE INZAMELING DER PADVINDERS.
Men schrijft ons:
„De Zuid-Bevelandsche Padvinders"
zijn zeer verrukt over de milde bijdra
gen in natura in de week vóór Kerst
mis geschonken, ten bate van minder
bedeelde stadgenooten. Dank zij de
spontane medewerking van vele Goes-
sche winkeliers, dank zij ook de mild
heid van sommigen hunner, is de „ton-
neninzameling" onder de leuze „Koopt
U één, koopt dan twee" een succes ge
worden. Dank niet minder aan hen, die
zoo vriendelijk waren hulp te bieden in
den vorm eener gave. Vijftig pakketten
met levensmiddelen en versnaperingen
konden worden uitgereikt- Bij de uitrei
king is de noodige selectie toegepast,
Vooral „stille armen" zijn bedacht. Daar-
HANSWEERT. Het motorschip Pur-
'ina 5 is Dinsdagavond in de buiten ha
ven alhier omhoog gevaren geladen mee
benzine. Korten tijd later kon het schip
door de sleepbooten Cornelia en En
Avant 10 v'.otgesleept worden, waarna
het schip de reis Woensdagmorgen
oogenschijn ijk onbeschadigd heeft voort
gezel-
KLOETINGE. Dinsdag vergaderde de
Werkliedenvereeniging „Samen Sterk".
Uit het jaarverslag en de rekening van
den penningmeester bleek, dat de ver-
eeniging door en door gezond is. In '34
is in totaal ontvangen f 333, uitgegeven
f 133, goed slot van f 200, terwijl de ver-
eeniging 64 leden telt. De contributie
dezer vereeniging bedraagt slechts
f 0,25 per maand, zoodat de resulaten
prachtig zijn. Herkozen werden met
groote meerderheid de bestuursleden P.
D. Hoogstraate, St. van de Plasse en I.
Koeman.
RAAD VAN KORTGENE.
KORTGENE. Maandag vergaderde de
Raad onder voorzitterschap van burge
meester mr. J. D. Koster, voltalh'f.
Besloten werd aan het comité ter be
studeering en bestrijding der iepenziek
te over de jaren 1935, 1936 en 1937 een
Toen de avond gevallen was, verliet
een man zorgvuldig spiedepd de her
berg. Overal keek hij rond of er onraad
was. Een koekoek riep in den stillen
nacht zeven maal. Twee mannen en een
hond slop'en door het hekje van de li
gusterhaag, de achterdeur van de her
berg binnen en gingen de trap op naar
de bovenverdieping.
Ze waren zeker, dat ze niemand's aan
dacht hadden getrokken. Een deur ging
geruischloos open.
Ze traden binnen. De zwerver zette
zijn bril af, verwijderde zijn grijzen
saard en snor, wischte zijn gelaat af erj
zei op vroolijken toon:
„Nu voel ik weer dat ik mijzelf ben.
Als ik in een vermomming rondzwerf,
is het of ik mij zoo langzamerhand met
mijn rol vereenzelvig".
„Hetgeen de juiste manier is", sprak
de dokter.
„Kent u Rudolf?" vroeg de overste.
Zeker, ofschoon hij niet tol de on
zen behoort, staat hij toch aan de goe
de zijde. Hij zou voor u door het vuur
gaan".
De overste knikte. „Onder mij 'ge
diend. Ik moet u eerlijk zeggen, dokter,
k zal het zalig vinden eens weer in een
goed bed te slapen, en, ofschoon uw kok
goed is, een echte spekpannekoek, door
Annette gebakken, te kunnen eten. Ik
weet nu wel wie u bent, maar niet hoe
u heet",
„Ik heb vele namen en vele gedaan
ten", luidde het antwoord. „U heeft mij
gezien als monnik, als boer, u zult mij
zien als visscher, als burger en misschien
als keizerlijk soldenier. Mijn naam is"
en hij fluisterde den overste iets heel
zacht in het oor „dat is alleen voor
u bestemd, voor mijn bondgenooten ben
ik de meester. Rudolf kent mij in mijn
boerenkleeding als Bartelds, maar hij
weel ook, dat ik de meester ben. En dan
nog iets, ik ben forsch gebouwd, dat is
nu eenmaal niet te veranderen, maar ik,
ben niet zoo dik als ik lijk. Vulling. Ook
mijn gelaat is niet a'.tijd even rood en
opgezet, doch mijn stem zoo luid. Voor
u heb ik geen geheimen, en het is beter
dat u het weet, overste. U zoudt mij eens
plotseling kunnen ontmoeten en in twij
fel geraken. Maar vertel mij eens wat is
u eigenlijk voor een landsman, een
Mecklenburger? Een Weener? Of ie
mand van den zeekant?"
„Noch het een, noch het ander. Ik ben
een Hollander. Maar heb reeds vele ja
ren overal in de wereld rondgezworven.
Als student werd ik in Weenen gevan
gen genomen en als luitenant ingedeeld
bij Wal'enstein's ruiters.
„Waüenstein had den keizer aange
boden een leger van 20.000 man voor
eigen kosten op de been te bregen, zoo-
als u weet. Ik was er een van. Hij heeft
mij tot overste bevorderd. Maar in mijn
hart ben ik altijd Hollander gebleven,
ofschoon ik nooit weer in Holland ge
weest ben. Toch heb ik mijn taal niet
verleerd en zal er eens terugkeeren".
(Wordt vervolgd.)