OVERSTE SAX0N HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout RECHTSZAKEN. KRONIEK van iSen DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 2 JANUARI 1935. No. L iSDDELBURG. fUSSINGEN. WALCHEREN. ZEEUWSCK-VLAANDEREN W.D. Historische Avonturenroman, Nog geen volledig Fransch-Ita- liaansch accoord De politie ke situatie in midden-Europa vormt de grootste moeilijkheid Hoé men te Parijs het Zuid- Slavische wantrouwen wil weg nemen Waarborging van Oostenrijk's onafhankelijkheid. Maandag is op gezag van een En- gelsch blad met alle stelligheid gemeld, dat de diplomatieke onderhandelingen tusschen Frankrijk en Italië reeds tot een volledig accoord hadden geleid en de Fransche minister van buitenlandsche zaken, Laval, vandaag of morgen naar Rome zou gaan, om er met Mussolini zijn naam onder te zetten. Op zichzelf was dit bericht nauwelijks een verras sing. Men wist, dat er hard aan een vol strekte Fransch-Italiaansche verzoening gewerkt werd en een gunstig resultaat min of meer in de lucht hing. Men voel de zich er alleen aangenaam over ver baasd, dat nog voor 't verstrijken van 't jaar 1934 de zaak in kruiken en kan nen was gekomen, terwijl een paar da gen van te voren niets op zulk een vlot ten gang van zaken had gewezen. Een oogenblik kwam de gedachte op, of het Engelsche blad misschien op de feiten vooruitliep De stelligheid van toon, waarop het zijn kennis van zaken debi teerde, onderdrukte die gedachte echter terstond. Men leek 't te moeten geloo- ven. Achteraf is nu alevel gebleken, dat 'f blad zich toch heeft vergist. De onder handelingen tusschen den Franschen ge zant te Rome en de Italiaansche regee ring duren voort. En 't zal heusch nog wel een dag of wat duren, alvorens van een volledig accoord sprake kan zijn. Zoo eenvoudig is de zaak tenslotte niet, dat ze in een handomdraai tot een op lossing kan worden gebracht. Hoe groot aan beide kanten dan ook de wensch, om tot overeenstemming te komen, mag zijn. De voornaamste moeilijkheid, onze lezers weten het, vormt de politieke si tuatie in midden- en Zuid-Oost Europa. Frankrijk en Italië hebben in deze buurt belangen, die voor een deel met elkaar in tegenspraak zijn. Zoo steunt Frankrijk de politiek van de Kleine Entente (Roemenië, Zuid-Slavië en Tsjecho-Slovakije), en Italië die van Hongarije. En dat gaat pal tegen mekaar in. De Hongaarsche staatkunde werd en wordt beheerscht door het revisionisme, het streven, dat zich richt op wijziging der vredesverdragen. Men meent te Boedapest en niet zonder reden dat Hongarije bij die verdragen tekort is gekomen. Groote brokken Hongaarsche gebied werden aan Roemenië, Zuid-Sla vië en Tsjecho-Slovakije toegewezen. De Hongaren willen er wat van terug hebben. Begrijpelijkerwijs stelt de Kleine En tente zich geducht tegen dat streven te weer. En ze weet zich daarbij gesteund door Frankrijk. Den Franschen gaat niets zoozeer ter harte, als de „heilig heid", de „onaantastbaarheid" der vre desverdragen. Ze willen niet, dat er er gens aan geknabbeld wordt. Een alge meen geknabbel zou dan allicht het ge volg zijn. Italië heeft de laatste jaren de Hon gaarsche staatkunde meenen te moe ten steunen. Vooral om redenen van op- portunistischen aard. Mussolini's pogin gen, om ten profijte van zijn land, in vloed op den Balkan te krijgen, leidden daar als van natura toe. Zijn Balkan-po litiek had een vrij erge vijandschap met het belangrijkste Balkan-land Zuid-Sla vië tot gevolg. Het kwam daarom in zijn kraam te pas, alles te doen en niets na te laten, wat Zuid-Slavië een hak kon zetten. Een van de middelen was steun aan 't Hongaarsche revisionisme, dat zich immers ook tegen Zuid-Slavië richt te. Mussolini's Balkan-politiek heeft in- tusschen bankroet gemaakt. Het is hem tenslotte niet gelukt blijvenden invloed in deze buurt te erlangen. En zijn wer kelijkheidszin trok daaruit de juiste con clusie. De Duce hield er mee op. Edoch daarmee werd de Italiaansch-Zuid-Sla- vische vijandschap niet uit de wereld ge holpen. Het wederzijdsche wantrouwen was zoo diep ingevreten, dat het tot op vandaag kon blijven nawerken. Men voelt nu onmiddellijk, dat een Fransch-Italiaansch accoord dan alleen van waarde kan zijn, indien tegelijker tijd het Zuid-Slavisch-Italiaansche wan trouwen wordt geliquideerd. Daarmee houden de besprekingen te Rome zich dan ook op de eerste plaats bezig. Het schijnt, dat men een oplossing wil zoe ken in de richting van een garantieyver- drag ten aanzien van Oostenrijk. Het probleem van de Oostenrijksche onaf hankelijkheid toch kruist de Italiaansch- Zuid-Slavische vijandschap. Zoowel Rome als Belgrado (en natuurlijk even zeer Parijs) is er alles aan gelegen, dat Oostenrijk niet bij Duitschland komt. Frankrijk heeft nu voorgesteld, de on afhankelijkheid van Oostenrijk zoo mo gelijk door alle buurstaten te doen ga randeeren. In eerste instantie door Italië, Zuid-Slavië en Tsjecho-Slovakije. Duitschland en Hongarije kunnen er zich dan eventueel bij aansluiten, mits gaders Frankrijk en Engeland. Een en ander en dat is zeer belangrijk zou gepaard moeten gaan met de ver plichting ook de onderlinge grenzen te eerbiedigen. Voor Zuid-Slavië betee- kende dit alles zeer zeker een gerust stelling. Het hoefde dan niet langer be vreesd voor Italië te zijn. Een veel rus tiger toestand zou in geheel midden- en Zuid-Oost Europa onstaan. De groote vraag is nu maar, of het zal lukken een en ander te verwezen lijken. Voorloopig lijkt het allerminst waarschijnlijk, dat Hongarije mee wil doen. Maar 't verdrag zou om te begin nen ook zonder Hongarije tot stand kunnen komen, als Italië zijn steun aan 't Hongaarsche revisionisme maar opgaf, 't Lijkt niet onwaarschijnlijk, dat Mussolini tot die verlooening zal over gaan. Om opportunistische redenen heeft hij 't Hongaarsche streven een maal gesteund; eveneens om opportunis tische redenen, maar dan tegenoverge steld, kan hij nu een anderen weg in slaan. Bij aangelegenheden als deze zal altijd 't een of 't ander het kind van de rekening worden. In dit geval lijkt de Hongaarsche staatkunde 't lijdend voor werp te zullen zijn. Dat is tot zekere hoogte eenigszins tragisch, omdat men de wenschen der Hongaren zoo goed kan begrijpen. De bevestiging van de rust in Europa is evenwel een hoöger belang. Daarvoor moeten minder ge wichtige wijken. AUTOBUSCONCESSIES. Ged. Staten hebben ingetrokken de aan P. van Koeveringe te Waarde ver leende vergunningen tot het in werking houden van een autobusdienst op Woens dagen van Waarde over Krabbendijke en Kruiningen naar Yerseke en omgei- keerd en op Donderdagen van Waarde over Krabbendijke en Rilland-Bath naar de Noord-BrabantschZeeuwsche grens en omgekeerd, zulks overeenkomstig den wensch Van den ondernemer, die dit verzoekt, omdat door vermindering van het aantal reizigers eenerzijds en ver hooging van belasting anderzijds de dienst niet langer rendabel geëxploi teerd blijkt te kunnen worden. Vernieuwd is overeenkomstig het in gekomen verzoek de vergunning aan G- J. de Jager te Driewegen voor een da- gelijkschen autobusdienst van Elle- woutsdijk over Oudelande, Baarland, Kwadendamme en 's-Gravenpolder naar Goes en omgekeerd. Bij Kon. besluit is, te rekenen met ingang van 1 Januari 1935, aangesteld in vasten dienst tot opziener der domei nen, ter standplaats Middelburg, J. P. van den Broecke, thans werkzaam als ambtenaar der domeinen in tijdelijken dienst ter genoemde standplaats. Oudejaarsavond kloknen. Maandagavond tegen 12 uur begon nen de klokken te luiden als een tee- ken, dat 1934 zijn loopbaan bijna vol eindigd had en 1935 stond te wachten om intrede te doen. De marine uit Vlis- singen wierp zoeklichten in de lucht, die over geheel Walcheren zichtbaar waren. Enkele stadgenooten meenden met voetzoekers of andere knalverwekken- de voorwerpen het nieuwe jaar te moe ten beginnen. OVERTREDING WINKELSLUITINGSWET. De politie maakte procesverbaal op tegen een winkelier in bloemen, die zijn zaak Maandagavond na 8 uur geopend had gehouden, terwijl bloemenwinkels niet vielen onder de categorieën van za ken die open mochten blijven tot 10 uur- Toen Dinsdagmiddag te ongeveer kwart voor vier de stadstram in de rich ting station ter hoogte van het kantoor van de Schelde was, braken de draden van de richting voor het overbrengen van de seinen af en dit veroorzaakte kortsluiting. Voorzichtig heeft men de draden op zijde gehouden tot men met behulp van den montagewagen ze geheel kon verwij deren. De dienst ondervond er een be trekkelijk kort oponthoud door, ook die. naar en van Middelburg- Verplaatst met ingang van 1 Jan, 1935 de telegrafist le klasse bij den te legraafdienst M. Everaars van Eindho ven bureel van het Hoofd van het tele foondistrict naar V1 i s s i n g e n, Ned. Christ. Landarbeidersbond. Dezer dagen vergaderde te Middel burg het district Walcheren van den Ned. Chr. Landarbeidersbond onderj voorzitterschap van den heer P- Vreeke te Soub irg. Mede was aanwezig de hr. A. Vingerling uit Goes, hoofdbestuurder- Als leden van het Dag. Bestuur wer den herkozen de heeren P. Vreeke ie Souburg en J- Janse te Vrouwepolder en gekozen de heer P. van Eenennaam te N. en St. Joosland- Daarna werd besproken de afsluiting van collectieve contracten en 't overleg met de patroons. Krachtig zal worden gewerkt aan vermeerdering van het aan tal contracten daar nog lang niet in alle Walchersche gemeenten de loonen con tractueel zijn vastgelegd- Uit de verder gevoerde besprekingen bleek, dat in verschillende gemeenten, ondanks de circulaires van den minister dienaangaande, niet is overgegaan tot het verstrekken van een kerstgave en een brandstoffentoeslag aan de werk- loozen. Ook op plaatsing in de werkver schaffing, steunverleening enz. valt hier en daar wel wat aan te merken. In som mige gemeenten voert men de regelin gen van den minister wel wat eigenaar dig uit. Ook moet hier en daar geconsta teerd Worden een achterstelling van de georganiseerden bij de ongeorganiseer den. De besturen zullen hierop nauwlet tend toezien en ze bij voorkomende ge vallen via het hoofdbestuur ter kennis brengen van de regeering. RAAD VAN OOSTBURG. Een verkiezingskwestie. De stemmen staken over het voor stel tot toelating van den heer I. Brakman. OOSTBURG. Op den laatsten dag van 1934 kwam de Raad dezer ge meente voltallig bijeen (behoudens ééne vacature). De V o o r z. de burgemeester, stelde het eerst aan de orde het onder zoek der geloofsbrieven van het nieuw gekozen raadslid, den neer I. Brakman en verzocht de heeren Van de Waeter, Risseeuw en de Bruijne zich met dat onderzoek te willen belasten. De heer Van de Waeter vroeg op grond van welk artikel der wet deze benoeming heeft plaats gehad, im mers z.i. is deze benoeming foutief ge weest. De V o o r z. zeide, dat dit op grond van art. 100 der Kieswet was ge schied, de lijst der S.D.A.P. was uitge put, waarna in aanmerking kwam de lijst met het grootste gemiddelde. De heer Van de Waeter beweerde, dat art. 100 c hier had moe ten zijn toegepast. De V o o r z. betoogde, dat het on derzoek der geloofsbrieven moet plaats hebben buiten beoordeeling der wettig heid van de benoeming; de vraag is enkel: zijn de geloofsbrieven in orde? En daarom wenschte hij van den heer van de Waeter te vernemen of hij bereid is aan dat onderzoek deel te nemen, waarop deze zeide geen bezwaar te hebben als dit niet in strijd was met den eed. Bij monde van den heer Van de Waeter werd door de commissie medegedeeld, dat de stukken in orde waren, maar spreker bleef beslist tegen toelating op grond van art. 100 c der Kieswet. De Vo o r z. herhaalde, dat met de grootste overschotten in derge lijk geval niet meer wordt gerekend, thans geldt het grootst gemiddelde. De heer de Bruijne trachtte aan de hand van het proces-verbaal der laatste verkiezing aan te toonen, dat deze benoeming onwettig was. De secretaris, die het dossier der be wuste verkiezing te voorschijn haalde, legde uit, dat in dit geval de overschot ten niet meer in aanmerking konden ko men, maar dat hier enkel moest gere kend worden met art. 100, d.w.z. met de voortzetting van art. 100, doch de beide genoemde opposanten hielden vast ,aan art. 100 c, omdat er wel degelijk nog een lijst met een ovèrschot was. De discussie werd hierna gesloten, waarna de heeren Van de Waeter, de Bruijne en de Milliano stemden tegen en de heeren Risseeuw, Brevet en Van de Plassche voor toelating. Waar de stemmen staakten Werd dit punt aange houden. (Ingez. Med.) door G, P. BAKKER. 5). - De gasten in de herberg hadden vol schrik naar de beschuldigingen geluis terd. Er klonk een ontevreden gemom pel, booze blikken werden naar de sol deniers geworpen. De schele, rechtop achter de tapkast, de rechterhand in de lade, keek scherp door de zaal. De soldenier was opgevlogen, bleek van woede. Zijn makkers volgden zijn voorbeeld. Ze drongen naar de deur. De] hoofd, die neerviel als een geslachte os. zaal was zoo vol dat er geen ruimte t ifNu jij?" vroeg de monnik bedaard was voor een gevecht. „We zullen je een soldenier, die den degen in de koud maken", schreeuwde een der sol-- vuist vooruit trad. hun maKxer. Acuter den monnik keken een paar mannen overschillig toe, ter wijl een groot aantal andere gasten, mannen en vrouwen, nieuwsgierig af wachtten, wat er zou gaan gebeuren. Het tooneel verliep snel. De monnik stroopte kalm zijn mouw op, zei: „Vooruit nu kerel", hief zijn arm op en liet zijn vuist met een harden slag neerkomen. De andter stond ge reed met opgeheven arm te pareeren, maar de vuist en de arm van den mon nik schenen hard als een smidsmoker. Hij sloeg dwars door de verdediging I heen, trof den soldenier op het voor daten tegen den monnik. V ervloekte leugenaar" riep een ander. Maar de speelman kreeg door ^-e witte verschrik te gezichten van een paar hunner den Maar deze had genoeg gezien. „Mij neem je niet zoo, schurk", schreeuwde hij en ook zijn kameraden trokken hun degens en begonnen op te indruk dat ze niet heelemaal vreemd dringen waren aan de misdaad. Hij had het ge-] De zwerver zag hoe de monnik blik- heele geval met groote belangstelling j semsnel de degen van den tweeden gevolgd en toen ook aan de andere j aanvaller met den elleboog opsloeg, 'n tafels een aantal mannen naar buitenTruc die slechts staalharde mannen gingen, volgde hij. konden leeren en ook hem met zijn De duisternis was inmiddels geval- ijzeren linkervuist neervelde. Van de len, maar de maan verlichtte het woud vadsigheid van den bedelmonnik was met een schemerig spooKachtig licnt.j niets meer overgebleven. Op een groote open plek bij de herberg De belangstelling van den speelman stonden de monnik en de soldenier ter was tot het uiterste gespannen. Hij zag genover elkaar. Er vormden zich een dat de andere soldeniers nu te gelijk breeden kring om de beide tegenstan- zouden aanvallen. Zij vormden een ge tters. De soldaten stonden dicht achter wapende haag tegenover hun vijand. Ze stonden schouder aan schouder. De uit slag zou niet twijfelachtig zijn. Dat gaat niet dacht de speelman. Plotseling klonk zijn luide, scherp be velende stem: „Terug daar, of ik schiet je voor den kop. Geen moord waar ik bij ben. Een eerlijk gevecht, prachtig." De speelman hief zijn beide armen op, zijn houding werd stram en in elke hand lag een nieuwerwetsch tweeloops vuursteenpistool. Hij plaatste zich ter zijde van de strij ders. „Wie een gemeene streek uithaalt, is er geweest. Mijn linker hand is even vast als mijn rechter." Maar zijn tusschenkomst was blijk baar niet meer noodig. Het tooneel was als bij tooverslag veranderd. De bedel monnik had van de gelegenheid gebruik gemaakt, was achteruit gesprongen en stond in gevechtspositie een lange de gen in de hand af te wachten. Naast hem stonden als uit den grond verre zen vijf mannen, eveneens gewapend, in het zwart gekleed. De speelman mom pelde: ik heb ze niet in de zaal ge zien, misschien hebben ze buiten ge wacht. De nieuwsgierigen zakten af. „De satansmonnik", klonk een angstige vrouwenstem en de laatste toeschou wers slopen druipstaartend weg. De speelman echter volgde het ver der verloop vol belangstelling. Volleerde schermmeesters mom pelde hij van elke school kennen ze de geheimen. Moeilijk te verbeteren. En dan, ze schijnen gewoon in het half duister te vechten De maan scheen op de open plek waar het gevecht plaats vond. Het spel der schaduwen op den grond voor de oogen der strij ders maakte een dwarrelenden, grie- zeligen indruk, had iets van een ge vecht van spoken in wit licht. Het maakte de soldeniers onzeker en ang stig, ofschoon ze voor het meerendeel oude veteranen waren, geoefend in vele oorlogen. Toen riep een holle afschuwelijke stem: „Moordenaar jij hebt de vrouw ge worgd!" Er klonk een gil. Een der soldeniers zonk doodelijk getroffen neer. En weer klonk de stem. Wie heeft haar beroofd en ge schonden. Toen riep een angstige stem „O God O God. Dat is Satan zelf." „Ik smeer hem" riep een ander. Hij wierp zijn zwaard naar zijn tegenstan der en snelde weg, zoo hard hij loopen kon. Even zag de zwerver in het licht der maan een sluw gemeen gezicht dat hem aan een vos deed denken. Toen was de vluchte»in<i in het woud verdwenen. De lust was bij hem opgekomen den vent neer te schieten, maar hij dacht: Het is mijn strijd niet. Een sluwe geslepen gast, die weet dat moed alleen niet voldoende is in deze tijden. Alvorens verder te gaan met de agen da wilde de v o o r z. de aandacht er op vestigen, dat in November j.l. de heer Brevet het feit herdacht had, dat hij on afgebroken gedurende 25 jaren zitting had gehad als lid van den Raad, met welk jubileum hij hem hartelijk 'geluk wenschte, daarop de hoop uitspreken de, dat de heer Brevet nog lang in 't belang der gemeente werkzaam zou mo gen zijn, ook de andere heeren wensch-- ten den jubilaris geluk, waarvoor deze zijn dank betuigde. Tot lid der commissie van toezicht op het L.O. werd herbenoemd de heer H% P. C. van der Vleuten. De uitkeering over 1932 aan de chris telijk bijzondere school werd bepaald op f 1285, en voor de roomsch-katholieke bijzondere schooi op f 1970. Ten aanzien van de werkverschaffing stelden B. en W. voor om daarmede aan te vangen ongeveer half of tegen hef einde van Jan., terwijl het loon zal be dragen 23 cent per uur, bij regenverlet 18 cent; bovendien zou 1 hl cokes per week worden verstrekt bij minstens 3 dagen werken. Het ligt in de bedoeling den eersten hoogen dijk verder af te! graven- De heer Van de Waeter vroeg of de werklui boven de 65, die buiten de werkloozenkassen staan ook voor co kes in aanmerking komen, waarop de V o o r z. antwoordde, dat als gewoonte de armlastigen ook weer kolen krijgen. De heer Van de Waeter meende, dat niet allen armlastig zijn en dat niet ieder gaarne van den armen bedeeld wordt en toch zijn bij de door hem be doelden wellicht menschen, die 't meer noodig hebben, dan de armlastigen. Het voorstel van B. en W. werd goedge keurd. Een verzoek van bewoners der Wal- straat om betere verharding van die straat, werd gerenvoyeerd aan B. en W. om advies, nadat de heer Brevet de wenscheiijkheid betoogd had van een richtingsverkeer; immers bij den tegen- woordigen toestand moeten de rijtuigen, soms zwaar geladen, elkaar passeeren en dan wordt de boel stuk gereden. De v o o r z, zei, dat B, en W- deze zaak grondig zullen onderzoeken. HET DRAMA IN DE VLISSINGSCHE STRAAT. Zooals Maandag reeds in 't kort ge meld, heeft in hooger beroep voor het Haagsche Gerechtshof terecht gestaan de 52-jarige caféhouder -C. J. M. te Middelburg, thans ged., die door de Middelburgsche rechtbank ter zake van doodslag werd veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. Verdachte, die evenals het O.M. bij de rechtbank in hooger be roep was gekomen, werd bijgestaan door mr. L. M. M. Nijst uit Den Haag als verdediger. Uit het verhoor, dat de president Mr. Lodder den verdachte afnam, bleek, dat deze gedurende een jaar het slachtoffer mej. Conelly, wed. Klaassen, als huis houdster in dienst had en dat er tus schen beide personen een verhouding was ontstaan welke evenwel een einde nam door oneenigheid. De zoons van verdachte betichtten de huishoudster van oneerlijkheden. Op Zaterdag 26 Mei j.l. had wederom een woordenwisseling plaats gehad, naar aanleiding waarvan de huishoudster zeide, dat zij nu voor goed wegging. Toen zij inderdaad den volgenden dag des namiddags niet 'in dienst trad wond verdachte zich daar over op en begon hij groote hoeveelhe den bier te drinken. Na in den namid dag vruchteloos gepoogd te hebben, M ÏWC." JOtufSJ» De andere soldeniers waren allen ge vallen. „Slechts een heeft zijn huid gered," sprak de monnik. „Jammer. Niemand had mogen ontkomen. Dat is een groo te fout. In elk geval, mannen, zeven moordenaars van Maagdenburg hebben deze booze wereld weer verlaten. Lang zamerhand wordt het getal worgers kleiner." Hij keek rond naar den zwerver maar deze was weg. Vóór het einde was hij in den schaduw der boomen verdwe nen en ongezien naar de herberg ge slopen, waar zijn hond nog lag te wachten. Hij kwispelde vol blijdschap met zijn staart toen hij zijn meester binnen zag komen- Deze pakte hem bij den kop en fluisterde hem in het oor: „We moeten oppassen ouwe jongen. Er gebeuren hier vreemde dingen. Pas °P-" Bij het kaarslicht trok hij zich in zijn hoekje terug, bestelde een kruik wijn en dacht na over de vreemde avontu ren van dien dag. Hij bekommerde zich niet om het rumoer in de zaal noch om de tronies om hem heen die steelsge- wijze naar hem loerden. Toen hij een uurtje gezeten had, stond hij op, riep zijn hond en slenterde het woud in. Hij zocht een veilig verscho len plek mos in het struikgewas onder de boomen, nauwkeurig oplettend dat niemand hem volgde of bespiedde. (Wordt vervolgd.)?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5