OVERSTE SAX0N
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout
RECHTSZAKEN.
KRONIEK van iSen DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 2 JANUARI 1935.
No. L
iSDDELBURG.
fUSSINGEN.
WALCHEREN.
ZEEUWSCK-VLAANDEREN W.D.
Historische Avonturenroman,
Nog geen volledig Fransch-Ita-
liaansch accoord De politie
ke situatie in midden-Europa
vormt de grootste moeilijkheid
Hoé men te Parijs het Zuid-
Slavische wantrouwen wil weg
nemen Waarborging van
Oostenrijk's onafhankelijkheid.
Maandag is op gezag van een En-
gelsch blad met alle stelligheid gemeld,
dat de diplomatieke onderhandelingen
tusschen Frankrijk en Italië reeds tot
een volledig accoord hadden geleid en
de Fransche minister van buitenlandsche
zaken, Laval, vandaag of morgen naar
Rome zou gaan, om er met Mussolini
zijn naam onder te zetten. Op zichzelf
was dit bericht nauwelijks een verras
sing. Men wist, dat er hard aan een vol
strekte Fransch-Italiaansche verzoening
gewerkt werd en een gunstig resultaat
min of meer in de lucht hing. Men voel
de zich er alleen aangenaam over ver
baasd, dat nog voor 't verstrijken van
't jaar 1934 de zaak in kruiken en kan
nen was gekomen, terwijl een paar da
gen van te voren niets op zulk een vlot
ten gang van zaken had gewezen. Een
oogenblik kwam de gedachte op, of het
Engelsche blad misschien op de feiten
vooruitliep De stelligheid van toon,
waarop het zijn kennis van zaken debi
teerde, onderdrukte die gedachte echter
terstond. Men leek 't te moeten geloo-
ven.
Achteraf is nu alevel gebleken, dat 'f
blad zich toch heeft vergist. De onder
handelingen tusschen den Franschen ge
zant te Rome en de Italiaansche regee
ring duren voort. En 't zal heusch nog
wel een dag of wat duren, alvorens van
een volledig accoord sprake kan zijn.
Zoo eenvoudig is de zaak tenslotte niet,
dat ze in een handomdraai tot een op
lossing kan worden gebracht. Hoe groot
aan beide kanten dan ook de wensch,
om tot overeenstemming te komen, mag
zijn.
De voornaamste moeilijkheid, onze
lezers weten het, vormt de politieke si
tuatie in midden- en Zuid-Oost Europa.
Frankrijk en Italië hebben in deze
buurt belangen, die voor een deel met
elkaar in tegenspraak zijn. Zoo steunt
Frankrijk de politiek van de Kleine
Entente (Roemenië, Zuid-Slavië en
Tsjecho-Slovakije), en Italië die van
Hongarije. En dat gaat pal tegen mekaar
in. De Hongaarsche staatkunde werd en
wordt beheerscht door het revisionisme,
het streven, dat zich richt op wijziging
der vredesverdragen. Men meent te
Boedapest en niet zonder reden
dat Hongarije bij die verdragen tekort is
gekomen. Groote brokken Hongaarsche
gebied werden aan Roemenië, Zuid-Sla
vië en Tsjecho-Slovakije toegewezen.
De Hongaren willen er wat van terug
hebben.
Begrijpelijkerwijs stelt de Kleine En
tente zich geducht tegen dat streven te
weer. En ze weet zich daarbij gesteund
door Frankrijk. Den Franschen gaat
niets zoozeer ter harte, als de „heilig
heid", de „onaantastbaarheid" der vre
desverdragen. Ze willen niet, dat er er
gens aan geknabbeld wordt. Een alge
meen geknabbel zou dan allicht het ge
volg zijn.
Italië heeft de laatste jaren de Hon
gaarsche staatkunde meenen te moe
ten steunen. Vooral om redenen van op-
portunistischen aard. Mussolini's pogin
gen, om ten profijte van zijn land, in
vloed op den Balkan te krijgen, leidden
daar als van natura toe. Zijn Balkan-po
litiek had een vrij erge vijandschap met
het belangrijkste Balkan-land Zuid-Sla
vië tot gevolg. Het kwam daarom in zijn
kraam te pas, alles te doen en niets na
te laten, wat Zuid-Slavië een hak kon
zetten. Een van de middelen was steun
aan 't Hongaarsche revisionisme, dat
zich immers ook tegen Zuid-Slavië richt
te.
Mussolini's Balkan-politiek heeft in-
tusschen bankroet gemaakt. Het is hem
tenslotte niet gelukt blijvenden invloed
in deze buurt te erlangen. En zijn wer
kelijkheidszin trok daaruit de juiste con
clusie. De Duce hield er mee op. Edoch
daarmee werd de Italiaansch-Zuid-Sla-
vische vijandschap niet uit de wereld ge
holpen. Het wederzijdsche wantrouwen
was zoo diep ingevreten, dat het tot op
vandaag kon blijven nawerken.
Men voelt nu onmiddellijk, dat een
Fransch-Italiaansch accoord dan alleen
van waarde kan zijn, indien tegelijker
tijd het Zuid-Slavisch-Italiaansche wan
trouwen wordt geliquideerd. Daarmee
houden de besprekingen te Rome zich
dan ook op de eerste plaats bezig. Het
schijnt, dat men een oplossing wil zoe
ken in de richting van een garantieyver-
drag ten aanzien van Oostenrijk. Het
probleem van de Oostenrijksche onaf
hankelijkheid toch kruist de Italiaansch-
Zuid-Slavische vijandschap. Zoowel
Rome als Belgrado (en natuurlijk even
zeer Parijs) is er alles aan gelegen, dat
Oostenrijk niet bij Duitschland komt.
Frankrijk heeft nu voorgesteld, de on
afhankelijkheid van Oostenrijk zoo mo
gelijk door alle buurstaten te doen ga
randeeren. In eerste instantie door
Italië, Zuid-Slavië en Tsjecho-Slovakije.
Duitschland en Hongarije kunnen er
zich dan eventueel bij aansluiten, mits
gaders Frankrijk en Engeland. Een en
ander en dat is zeer belangrijk
zou gepaard moeten gaan met de ver
plichting ook de onderlinge grenzen te
eerbiedigen. Voor Zuid-Slavië betee-
kende dit alles zeer zeker een gerust
stelling. Het hoefde dan niet langer be
vreesd voor Italië te zijn. Een veel rus
tiger toestand zou in geheel midden- en
Zuid-Oost Europa onstaan.
De groote vraag is nu maar, of het
zal lukken een en ander te verwezen
lijken. Voorloopig lijkt het allerminst
waarschijnlijk, dat Hongarije mee wil
doen. Maar 't verdrag zou om te begin
nen ook zonder Hongarije tot stand
kunnen komen, als Italië zijn steun
aan 't Hongaarsche revisionisme maar
opgaf, 't Lijkt niet onwaarschijnlijk, dat
Mussolini tot die verlooening zal over
gaan. Om opportunistische redenen
heeft hij 't Hongaarsche streven een
maal gesteund; eveneens om opportunis
tische redenen, maar dan tegenoverge
steld, kan hij nu een anderen weg in
slaan. Bij aangelegenheden als deze zal
altijd 't een of 't ander het kind van de
rekening worden. In dit geval lijkt de
Hongaarsche staatkunde 't lijdend voor
werp te zullen zijn. Dat is tot zekere
hoogte eenigszins tragisch, omdat men
de wenschen der Hongaren zoo goed
kan begrijpen. De bevestiging van de
rust in Europa is evenwel een hoöger
belang. Daarvoor moeten minder ge
wichtige wijken.
AUTOBUSCONCESSIES.
Ged. Staten hebben ingetrokken de
aan P. van Koeveringe te Waarde ver
leende vergunningen tot het in werking
houden van een autobusdienst op Woens
dagen van Waarde over Krabbendijke
en Kruiningen naar Yerseke en omgei-
keerd en op Donderdagen van Waarde
over Krabbendijke en Rilland-Bath naar
de Noord-BrabantschZeeuwsche grens
en omgekeerd, zulks overeenkomstig den
wensch Van den ondernemer, die dit
verzoekt, omdat door vermindering van
het aantal reizigers eenerzijds en ver
hooging van belasting anderzijds de
dienst niet langer rendabel geëxploi
teerd blijkt te kunnen worden.
Vernieuwd is overeenkomstig het in
gekomen verzoek de vergunning aan G-
J. de Jager te Driewegen voor een da-
gelijkschen autobusdienst van Elle-
woutsdijk over Oudelande, Baarland,
Kwadendamme en 's-Gravenpolder naar
Goes en omgekeerd.
Bij Kon. besluit is, te rekenen met
ingang van 1 Januari 1935, aangesteld
in vasten dienst tot opziener der domei
nen, ter standplaats Middelburg, J. P.
van den Broecke, thans werkzaam als
ambtenaar der domeinen in tijdelijken
dienst ter genoemde standplaats.
Oudejaarsavond kloknen.
Maandagavond tegen 12 uur begon
nen de klokken te luiden als een tee-
ken, dat 1934 zijn loopbaan bijna vol
eindigd had en 1935 stond te wachten
om intrede te doen. De marine uit Vlis-
singen wierp zoeklichten in de lucht,
die over geheel Walcheren zichtbaar
waren.
Enkele stadgenooten meenden met
voetzoekers of andere knalverwekken-
de voorwerpen het nieuwe jaar te moe
ten beginnen.
OVERTREDING
WINKELSLUITINGSWET.
De politie maakte procesverbaal op
tegen een winkelier in bloemen, die zijn
zaak Maandagavond na 8 uur geopend
had gehouden, terwijl bloemenwinkels
niet vielen onder de categorieën van za
ken die open mochten blijven tot 10 uur-
Toen Dinsdagmiddag te ongeveer
kwart voor vier de stadstram in de rich
ting station ter hoogte van het kantoor
van de Schelde was, braken de draden
van de richting voor het overbrengen
van de seinen af en dit veroorzaakte
kortsluiting.
Voorzichtig heeft men de draden op
zijde gehouden tot men met behulp van
den montagewagen ze geheel kon verwij
deren. De dienst ondervond er een be
trekkelijk kort oponthoud door, ook die.
naar en van Middelburg-
Verplaatst met ingang van 1 Jan,
1935 de telegrafist le klasse bij den te
legraafdienst M. Everaars van Eindho
ven bureel van het Hoofd van het tele
foondistrict naar V1 i s s i n g e n,
Ned. Christ. Landarbeidersbond.
Dezer dagen vergaderde te Middel
burg het district Walcheren van den
Ned. Chr. Landarbeidersbond onderj
voorzitterschap van den heer P- Vreeke
te Soub irg. Mede was aanwezig de hr.
A. Vingerling uit Goes, hoofdbestuurder-
Als leden van het Dag. Bestuur wer
den herkozen de heeren P. Vreeke ie
Souburg en J- Janse te Vrouwepolder en
gekozen de heer P. van Eenennaam te
N. en St. Joosland-
Daarna werd besproken de afsluiting
van collectieve contracten en 't overleg
met de patroons. Krachtig zal worden
gewerkt aan vermeerdering van het aan
tal contracten daar nog lang niet in alle
Walchersche gemeenten de loonen con
tractueel zijn vastgelegd-
Uit de verder gevoerde besprekingen
bleek, dat in verschillende gemeenten,
ondanks de circulaires van den minister
dienaangaande, niet is overgegaan tot
het verstrekken van een kerstgave en
een brandstoffentoeslag aan de werk-
loozen. Ook op plaatsing in de werkver
schaffing, steunverleening enz. valt hier
en daar wel wat aan te merken. In som
mige gemeenten voert men de regelin
gen van den minister wel wat eigenaar
dig uit. Ook moet hier en daar geconsta
teerd Worden een achterstelling van de
georganiseerden bij de ongeorganiseer
den. De besturen zullen hierop nauwlet
tend toezien en ze bij voorkomende ge
vallen via het hoofdbestuur ter kennis
brengen van de regeering.
RAAD VAN OOSTBURG.
Een verkiezingskwestie. De
stemmen staken over het voor
stel tot toelating van den heer
I. Brakman.
OOSTBURG. Op den laatsten dag
van 1934 kwam de Raad dezer ge
meente voltallig bijeen (behoudens ééne
vacature).
De V o o r z. de burgemeester,
stelde het eerst aan de orde het onder
zoek der geloofsbrieven van het nieuw
gekozen raadslid, den neer I. Brakman
en verzocht de heeren Van de Waeter,
Risseeuw en de Bruijne zich met dat
onderzoek te willen belasten.
De heer Van de Waeter
vroeg op grond van welk artikel der wet
deze benoeming heeft plaats gehad, im
mers z.i. is deze benoeming foutief ge
weest.
De V o o r z. zeide, dat dit op
grond van art. 100 der Kieswet was ge
schied, de lijst der S.D.A.P. was uitge
put, waarna in aanmerking kwam de
lijst met het grootste gemiddelde.
De heer Van de Waeter
beweerde, dat art. 100 c hier had moe
ten zijn toegepast.
De V o o r z. betoogde, dat het on
derzoek der geloofsbrieven moet plaats
hebben buiten beoordeeling der wettig
heid van de benoeming; de vraag is
enkel: zijn de geloofsbrieven in orde?
En daarom wenschte hij van den heer
van de Waeter te vernemen of hij bereid
is aan dat onderzoek deel te nemen,
waarop deze zeide geen bezwaar te
hebben als dit niet in strijd was met
den eed.
Bij monde van den heer Van de
Waeter werd door de commissie
medegedeeld, dat de stukken in orde
waren, maar spreker bleef beslist tegen
toelating op grond van art. 100 c der
Kieswet. De Vo o r z. herhaalde, dat
met de grootste overschotten in derge
lijk geval niet meer wordt gerekend,
thans geldt het grootst gemiddelde.
De heer de Bruijne trachtte
aan de hand van het proces-verbaal der
laatste verkiezing aan te toonen, dat
deze benoeming onwettig was.
De secretaris, die het dossier der be
wuste verkiezing te voorschijn haalde,
legde uit, dat in dit geval de overschot
ten niet meer in aanmerking konden ko
men, maar dat hier enkel moest gere
kend worden met art. 100, d.w.z. met
de voortzetting van art. 100, doch de
beide genoemde opposanten hielden vast
,aan art. 100 c, omdat er wel degelijk
nog een lijst met een ovèrschot was.
De discussie werd hierna gesloten,
waarna de heeren Van de Waeter, de
Bruijne en de Milliano stemden tegen
en de heeren Risseeuw, Brevet en Van
de Plassche voor toelating. Waar de
stemmen staakten Werd dit punt aange
houden.
(Ingez. Med.)
door G, P. BAKKER.
5). -
De gasten in de herberg hadden vol
schrik naar de beschuldigingen geluis
terd. Er klonk een ontevreden gemom
pel, booze blikken werden naar de sol
deniers geworpen. De schele, rechtop
achter de tapkast, de rechterhand in de
lade, keek scherp door de zaal.
De soldenier was opgevlogen, bleek
van woede. Zijn makkers volgden zijn
voorbeeld. Ze drongen naar de deur. De] hoofd, die neerviel als een geslachte os.
zaal was zoo vol dat er geen ruimte t ifNu jij?" vroeg de monnik bedaard
was voor een gevecht. „We zullen je een soldenier, die den degen in de
koud maken", schreeuwde een der sol-- vuist vooruit trad.
hun maKxer. Acuter den monnik keken
een paar mannen overschillig toe, ter
wijl een groot aantal andere gasten,
mannen en vrouwen, nieuwsgierig af
wachtten, wat er zou gaan gebeuren.
Het tooneel verliep snel.
De monnik stroopte kalm zijn mouw
op, zei: „Vooruit nu kerel", hief zijn
arm op en liet zijn vuist met een harden
slag neerkomen. De andter stond ge
reed met opgeheven arm te pareeren,
maar de vuist en de arm van den mon
nik schenen hard als een smidsmoker.
Hij sloeg dwars door de verdediging
I heen, trof den soldenier op het voor
daten tegen den monnik. V ervloekte
leugenaar" riep een ander. Maar de
speelman kreeg door ^-e witte verschrik
te gezichten van een paar hunner den
Maar deze had genoeg gezien.
„Mij neem je niet zoo, schurk",
schreeuwde hij en ook zijn kameraden
trokken hun degens en begonnen op te
indruk dat ze niet heelemaal vreemd dringen
waren aan de misdaad. Hij had het ge-] De zwerver zag hoe de monnik blik-
heele geval met groote belangstelling j semsnel de degen van den tweeden
gevolgd en toen ook aan de andere j aanvaller met den elleboog opsloeg, 'n
tafels een aantal mannen naar buitenTruc die slechts staalharde mannen
gingen, volgde hij. konden leeren en ook hem met zijn
De duisternis was inmiddels geval- ijzeren linkervuist neervelde. Van de
len, maar de maan verlichtte het woud vadsigheid van den bedelmonnik was
met een schemerig spooKachtig licnt.j niets meer overgebleven.
Op een groote open plek bij de herberg De belangstelling van den speelman
stonden de monnik en de soldenier ter was tot het uiterste gespannen. Hij zag
genover elkaar. Er vormden zich een dat de andere soldeniers nu te gelijk
breeden kring om de beide tegenstan- zouden aanvallen. Zij vormden een ge
tters. De soldaten stonden dicht achter wapende haag tegenover hun vijand. Ze
stonden schouder aan schouder. De uit
slag zou niet twijfelachtig zijn.
Dat gaat niet dacht de speelman.
Plotseling klonk zijn luide, scherp be
velende stem:
„Terug daar, of ik schiet je voor den
kop. Geen moord waar ik bij ben. Een
eerlijk gevecht, prachtig."
De speelman hief zijn beide armen
op, zijn houding werd stram en in elke
hand lag een nieuwerwetsch tweeloops
vuursteenpistool.
Hij plaatste zich ter zijde van de strij
ders. „Wie een gemeene streek uithaalt,
is er geweest. Mijn linker hand is even
vast als mijn rechter."
Maar zijn tusschenkomst was blijk
baar niet meer noodig. Het tooneel was
als bij tooverslag veranderd. De bedel
monnik had van de gelegenheid gebruik
gemaakt, was achteruit gesprongen en
stond in gevechtspositie een lange de
gen in de hand af te wachten. Naast
hem stonden als uit den grond verre
zen vijf mannen, eveneens gewapend, in
het zwart gekleed. De speelman mom
pelde: ik heb ze niet in de zaal ge
zien, misschien hebben ze buiten ge
wacht.
De nieuwsgierigen zakten af. „De
satansmonnik", klonk een angstige
vrouwenstem en de laatste toeschou
wers slopen druipstaartend weg.
De speelman echter volgde het ver
der verloop vol belangstelling.
Volleerde schermmeesters mom
pelde hij van elke school kennen ze
de geheimen. Moeilijk te verbeteren. En
dan, ze schijnen gewoon in het half
duister te vechten De maan scheen
op de open plek waar het gevecht
plaats vond. Het spel der schaduwen
op den grond voor de oogen der strij
ders maakte een dwarrelenden, grie-
zeligen indruk, had iets van een ge
vecht van spoken in wit licht. Het
maakte de soldeniers onzeker en ang
stig, ofschoon ze voor het meerendeel
oude veteranen waren, geoefend in vele
oorlogen.
Toen riep een holle afschuwelijke
stem:
„Moordenaar jij hebt de vrouw ge
worgd!"
Er klonk een gil. Een der soldeniers
zonk doodelijk getroffen neer.
En weer klonk de stem.
Wie heeft haar beroofd en ge
schonden.
Toen riep een angstige stem „O God
O God. Dat is Satan zelf."
„Ik smeer hem" riep een ander. Hij
wierp zijn zwaard naar zijn tegenstan
der en snelde weg, zoo hard hij loopen
kon.
Even zag de zwerver in het licht der
maan een sluw gemeen gezicht dat hem
aan een vos deed denken. Toen was de
vluchte»in<i in het woud verdwenen. De
lust was bij hem opgekomen den vent
neer te schieten, maar hij dacht: Het is
mijn strijd niet. Een sluwe geslepen
gast, die weet dat moed alleen niet
voldoende is in deze tijden.
Alvorens verder te gaan met de agen
da wilde de v o o r z. de aandacht er op
vestigen, dat in November j.l. de heer
Brevet het feit herdacht had, dat hij on
afgebroken gedurende 25 jaren zitting
had gehad als lid van den Raad, met
welk jubileum hij hem hartelijk 'geluk
wenschte, daarop de hoop uitspreken
de, dat de heer Brevet nog lang in 't
belang der gemeente werkzaam zou mo
gen zijn, ook de andere heeren wensch--
ten den jubilaris geluk, waarvoor deze
zijn dank betuigde.
Tot lid der commissie van toezicht op
het L.O. werd herbenoemd de heer H%
P. C. van der Vleuten.
De uitkeering over 1932 aan de chris
telijk bijzondere school werd bepaald op
f 1285, en voor de roomsch-katholieke
bijzondere schooi op f 1970.
Ten aanzien van de werkverschaffing
stelden B. en W. voor om daarmede aan
te vangen ongeveer half of tegen hef
einde van Jan., terwijl het loon zal be
dragen 23 cent per uur, bij regenverlet
18 cent; bovendien zou 1 hl cokes per
week worden verstrekt bij minstens 3
dagen werken. Het ligt in de bedoeling
den eersten hoogen dijk verder af te!
graven-
De heer Van de Waeter vroeg
of de werklui boven de 65, die buiten
de werkloozenkassen staan ook voor co
kes in aanmerking komen, waarop de
V o o r z. antwoordde, dat als gewoonte
de armlastigen ook weer kolen krijgen.
De heer Van de Waeter meende,
dat niet allen armlastig zijn en dat niet
ieder gaarne van den armen bedeeld
wordt en toch zijn bij de door hem be
doelden wellicht menschen, die 't meer
noodig hebben, dan de armlastigen. Het
voorstel van B. en W. werd goedge
keurd.
Een verzoek van bewoners der Wal-
straat om betere verharding van die
straat, werd gerenvoyeerd aan B. en W.
om advies, nadat de heer Brevet de
wenscheiijkheid betoogd had van een
richtingsverkeer; immers bij den tegen-
woordigen toestand moeten de rijtuigen,
soms zwaar geladen, elkaar passeeren
en dan wordt de boel stuk gereden.
De v o o r z, zei, dat B, en W- deze
zaak grondig zullen onderzoeken.
HET DRAMA IN DE VLISSINGSCHE
STRAAT.
Zooals Maandag reeds in 't kort ge
meld, heeft in hooger beroep voor het
Haagsche Gerechtshof terecht gestaan
de 52-jarige caféhouder -C. J. M. te
Middelburg, thans ged., die door de
Middelburgsche rechtbank ter zake van
doodslag werd veroordeeld tot 5 jaar
gevangenisstraf. Verdachte, die evenals
het O.M. bij de rechtbank in hooger be
roep was gekomen, werd bijgestaan
door mr. L. M. M. Nijst uit Den Haag
als verdediger.
Uit het verhoor, dat de president Mr.
Lodder den verdachte afnam, bleek, dat
deze gedurende een jaar het slachtoffer
mej. Conelly, wed. Klaassen, als huis
houdster in dienst had en dat er tus
schen beide personen een verhouding
was ontstaan welke evenwel een einde
nam door oneenigheid. De zoons van
verdachte betichtten de huishoudster
van oneerlijkheden. Op Zaterdag 26 Mei
j.l. had wederom een woordenwisseling
plaats gehad, naar aanleiding waarvan
de huishoudster zeide, dat zij nu voor
goed wegging. Toen zij inderdaad den
volgenden dag des namiddags niet 'in
dienst trad wond verdachte zich daar
over op en begon hij groote hoeveelhe
den bier te drinken. Na in den namid
dag vruchteloos gepoogd te hebben,
M ÏWC." JOtufSJ»
De andere soldeniers waren allen ge
vallen.
„Slechts een heeft zijn huid gered,"
sprak de monnik. „Jammer. Niemand
had mogen ontkomen. Dat is een groo
te fout. In elk geval, mannen, zeven
moordenaars van Maagdenburg hebben
deze booze wereld weer verlaten. Lang
zamerhand wordt het getal worgers
kleiner."
Hij keek rond naar den zwerver maar
deze was weg. Vóór het einde was hij
in den schaduw der boomen verdwe
nen en ongezien naar de herberg ge
slopen, waar zijn hond nog lag te
wachten.
Hij kwispelde vol blijdschap met zijn
staart toen hij zijn meester binnen zag
komen- Deze pakte hem bij den kop
en fluisterde hem in het oor:
„We moeten oppassen ouwe jongen.
Er gebeuren hier vreemde dingen. Pas
°P-"
Bij het kaarslicht trok hij zich in zijn
hoekje terug, bestelde een kruik wijn
en dacht na over de vreemde avontu
ren van dien dag. Hij bekommerde zich
niet om het rumoer in de zaal noch om
de tronies om hem heen die steelsge-
wijze naar hem loerden.
Toen hij een uurtje gezeten had, stond
hij op, riep zijn hond en slenterde het
woud in. Hij zocht een veilig verscho
len plek mos in het struikgewas onder
de boomen, nauwkeurig oplettend dat
niemand hem volgde of bespiedde.
(Wordt vervolgd.)?