DAMMEN EN SCHAKEN. VOOR DE JEUGD. OnHer redactie van WAAR TODDIE OP WACHTTE- 30 December 1561. 30 December 1786. 30 December 1809. 31 December 1865. VARIA. WAT BRENGT HET NIEUWE JAAR Hatelijk. Grapholoog. Mevrouw C. E. DE LILLE HOOGERWAARD. GELUKKIG NIEUWJAAR. ting opgeheven evenals het fort Rammekens. Aankomst van den bisschop Ni- colaas de Castro te Middelburg. In 1559 werd Utrecht tot een aarts bisdom verheven met de vijf daar aan onderhoorige of suffragaan bisdommen Haarlem, Deventer, Leeuwarden, Groningen en Mid delburg. Tot bisschop van Middelburg werd benoemd Nicolaas Verburg of zooals zijn naam in 't Latijnsch luidt Nicolaas de Castro. Op 26 December 1561 werd hij door den bekenden kardinaal Granvelle te Mechelen tot bis schop gewijd. Uit de magistraat van Middel burg waren 3 gedeputeerden bij de inwijding tegenwoordig. Op kosten der stad reisde hij na de inwijding naar Middelburg, waar hij op 30 Dec. 1561 met een schip tegen den avond aankwam. Hij werd op een gulle wijze door de vroedschap ontvangen. Behalve bisschop werd hij ook abt van de Abdij. Hij vond den toe stand van het convent of abdij niet gunstig. Dit schreef hij toe aan het lang onvervuld zijn van den bis- schoppelijken zetel. Ieder deed vrij wat hij wilde. De Castro was de eerste en ook de laatste bisschop van Middel burg. Hij overleed 5 Juli 1573 op 70 ja rigen leeftijd tijdens het beleg der stad door Willem van Oranje. Hij is begraven in de Koorkerk. Geen gedenksteen dekt zijn graf. Zijn opvolger zou zijn Jonan van Strij- en, 'die met de Spanjaarden de stad verliet. Ook was De Castro de laatste of 35ste abt van de Ab dij. Begin der onlusten tegen de Patriotten te Goes. Op bovengenoemden datum was in de haven van Goes schipper Joost van St. Annaland met zijn schip aangekomen. Daar deze een patriot was voer hij in de top van de mast een vrijheidsvlaggetje. Het oranjegezinde deel van de Goesche bevolking klaagde hier over bij den burgemeesTer Van Dorth, die den schipper gelastte het vlaggetje weg te nemen. Deze voldeed hieraan. Toen hij op Nieuwjaarsdag uit- genoodigd was op een vergadering van het patriottisch leesgezel schap, werd hij door de leden voor lafhartig uitgescholden. Dit wilde hij zich niet laten gezeggen. Spoe dig waaide weer de vrijheidsvlag van zijn schip, 't geen het sein tot het" oproer was. Het lukte aan het stadsbestuur niet om de gemoederen te kaimee- ren door Goes neutraal te verkla ren. De bevolking mocht zich door woorden of teekens noch vóór noch tégen Oranje verklaren. De patriotten stoorden zich hier niet aan en bleven heimelijk vergade ren. Op den marktdag van 30 Janu ari 1787 kwam het openlijk tot een uitbarsting, waarbij de Oranjege zinde Zuidbevelandsche landlieden een handje meehielpen. Meer dan 50 huizen der hevigste patriotten werden geplunderd. Toen de Staten van Zeeland zich er mee bemoeiden, verzocht de re- geering Van Goes volledige kwijt schelding voor degenen, die aan het oproer hadden deelgenomen. De afgevaardigden van Vlissin- gen en Zierikzee, welker vroed schappen in meerderheid patriot tisch waren, eischten een strenge straf voor de schuldigen. Daar gevreesd werd voor een herhaling van het oproer en het nu rustig was in de stad, werd nie mand vervolgd. Aan den nieuw bedijkten polder, die de eilanden Wolf aartsdijk en Zuid-Beveland verbindt, wordt bij koninklijk besluit vde naam gege ven van Lodewijkpolder. Lodewijk, een broer van Napo leon, was destijds koning van Hol land. Bij kon. besluit van 8 Maart 1815 werd de polder genoemd Wil- helminapolder naar de gemalin van koning Willem I. In het Staatsblad staat de wei, waarbij besloten werd de percee- len te onteigenen, noodig voor den spoorweg van Goes langs Middel burg naar Vlissingen en voor een kanaal van Middelburg naar Vlis singen met de daarbij behoorende werken. Door de vreemde mogendheden, vooral door België, werden bezwa ren ingebracht tegen het afdam men van het Sloe en het Kreekrak. In 1867 was Zuid-Beveland door een dam met Noord-Brabant ver bonden, in 1871 werd de Sloedam gelegd. Van af 1 Maart 1872 reed de trein tot Middelburg en in Sep tember 1873 werden de haven-, sluis-, kanaal- en spoorwegwerken te Vlissingen geopend. 'M Hierbij eindigen wij met het schrijven van de Zeeuwsche Kro niek volgens de datums. In de laat ste twee jaren hebben min of meer uitvoerig melding gemaakt van ruim 700 gebeurtenissen. Van vele lezers mochten wij schriftelijke en mondelinge bewij zen van belangstelling ontvangen, waarvoor wij hierbij onzen dank brengen. Ook danken wij allen, die ons hielpen bij het opsporen der bronnen of het verstrekken van in lichtingen. Als wij door het schrijven van Zeeuwsche Kroniek meer liefde en belangstelling hebben mogen wek ken voor de zoo rijke en schoone geschiedenis van Zeeland, dan ach ten wij ons ruim beloond voor de vele moeite aan het werk besteed. R. B. J. d, M. (Nadruk verboden.) Madame Fraya, de beroemdste helderziende van Frankrijk, gaf in een interview met de United Press een overzicht over de gebeurtenis sen van het komende jaar, dat ei vrij goed uit ziet, daar de profetes voor 1935 't einde van de wereld crisis, stijging van den dollar en het instandhouden van den vrede voorspeld heeft. Madame Fraya, die in Parijs door haar voorspelling van den aanslag van Marseille, van het verjagen van Alfons XIII uit Spanje, van het tragische ein de van den bankier Loewenstein en van de wereldcrisis inleidende „Zwarte Vrijdag" in hoog aanzien staat, verklaarde dat het ernstige oorlogsgevaar, dat Europa in het nieuwe jaar zal bedreigen, door glansrijke diplomatieke successen zal worden afgewend. Weliswaar zou in China weer gevochten wor den, waaraan ook dé Russen zou den deelnemen, doch tot een wer- kelijken oorlog zou het in 1935 niet komen. Amerika zou het eerste land zijn dat zich geheel van de wereldcrisis herstelde, en wel dank zij de bemoeiingen van jonge politici, die een sterke regeering met succes zouden steunen. Frank rijk zou als tweede ook in 1935 de crisis meester worden, de andere staten zouden wel niet zoover ko men, doch de toestand zou daar aanmerkelijk verbeterd zijn. President Roosevelt zou, vol gens madame Fraya, in 1935 het toppunt van zijn populariteit' be reiken, en nog voor het einde van zijn ambtsperiode aftreden. In Duitschland zou het nationaal-so- cialisme zijn macht versterken en alle tegenstand breken. Spanje zou nog eenige revoluties hebben, in Frankrijk zou het tot onbeteeke- nende onlusten komen en een ge wezen staatspresident zou over lijden. Twee vooraanstaande staatslieden in Europa zouden vermoord worden. Verder zal de wereld in 1935, al dus madame Fraya, geteisterd worden door heftige stormen en overstroomingen en ook aan spoorweg-, scheeps- en vliegtuig rampen zal er geen gebrek zijn. Dokter: H'm! Zware hoofd pijnen, galzucht, pijn in den hals h'm hoe oud is U, mevrouw? Patiënt (coquet): Vier en twintig, dokter. D:okter: H'm (voorschrij vend) verlies van geheugen. GRAPHOLOGIE. V. v. d. O. Daar mij niets be kend is omtrent leeftijd en ge slacht van de(n) inzender(ster) on der bovenstaande letters, moet 't mij niet ten kwade geduid worden wanneer ik mij daaromtrent ver gis. Vermoedelijk werd de brief ge schreven door een heer van mid- lelbaren leeftijd die op de een of .ndere wijze het onderwijs dient. De schrijver is nog al met zich elf ingenomen. Een ijdel mensch, lie eerder kleine, dan ruime le vens opvattingen bezit, en op sommige punten kleinzielig is. Hij heeft een gelijkmatig karakter en s steeds in het zelfde humeur; is .literst nauwgezet, op het peuteri ge af; zeer gesloten en houdt ge regeld een slinger om den arm, of anders gezegd, geeft zich niet zoo als hij is. Iemand met een goed verstand, maar weinig fantasie. Komt deze echter tot uiting, dan is zij niet zoozeer gericht op, of gaat uit naar idieële waarden, maar geldt den eigen persoon en de eigen belangen het meest. m Zij, die prijs stellen op een be oordeeling van hun handschrift door den aan ons blad verbonden grapholoog, zenden ons tenminste tien regels van hun gewone, na tuurlijke handschrift, liefst op on- geliniëerd papier. De afzender be hoeft ons niet bekend te zijn; ini tialen. schuilnaam, motto is vol doende, wel dienen opgegeven te worden geboortedatum, leeftijd en geslacht. Men zende ons tegelijk een postwissel ad 1.10, waarop als afzender hetzelfde staat als- onder de schriftproeve, dus of de ware naam, of de schuilnaam. De beoordeeling volgt dan later in het Zondagsblad. Ditmaal weer eens een partij van anderen bodem. Een partij waaruit Nimzo Nim- zowitsch is te herkennen Wit: A. NIMZOWITSCH. Zwart: v. FREYMANN. Franschhe part ij. 1 e2e4 e7e6 2. d2d4 d7d5 3. e4e5 Nimzowitsch idee. Geen 3. Pbl c3 of 3. Lf 1—d3 3c7c5 4. Pgl— f3 c5Xd4 Beter lijkt wel 4Dd8 b6 5. Pf3Xd4 Pb8c6 6. Pd4Xc6 b7Xc6 7. Lf 1—d3 Dd8c7 8. Lel—f4 g7g5 Dit, alhoewel niet geheel solide, geeft zéér interessant spel. Na tuurlijk is fout Lf 4Xtf5 9. Lf 4g3 Lf 8g7 10. Ddle2 Pg8e7 11. 0—0 h7—h5 12. h2—h3 Pe7—f 5 13. Lg3—h2 Dit is het beste. Immers na 13. Ld3Xf 5, e6Xf 5; 14. e5—e6? f 5— f4: 15. e6Xf 7f, Ke8Xf 7. 1 3g5g4 14. Tf 1—el! Zéér juist. Na 14. h3Xg4, h5Xg3 15. De2Xg4, Th8Xh2! 16. KglX h2, Lg7Xe5 gevolgd door LE2: 1 4Ke8—f 8 15. Pbl—c3 Dc7—e7 16. Ld3Xf5 e6Xf5 17. De2e3 Th8—h6 18. Pc3e2 c6c5 19. Pe2—f4 d5d4 20. De3—d3 De7—d7 21. Dd3—c4 Stand na 21 Dd3c4! a b c d e t g h De aanval in het centrum gaat voor! Het nemen op g4 wordt zoo lang mogelijk ui{gesteld. 2 1Dd7c6 22. h3Xg4 Alvorens het paard op d3 te spe len is nu wel de tekstzet noodza kelijk. Immers na 22. FÏ4d3 volgt 2 2g4Xh3; 23. Dc4Xc5f Dc6Xc5; 24. Pd3Xc5, Th6—g6!; 25. g2g3 en wit staat slecht. 22Lc8a6 23. Dc4d5 Dc6Xd5 24. Pf4Xd5 La6c4 Fout was 24, h5Xg4 wegens 25. e5e6! met het verlies van de kwaliteit. 25. Pd5—f6 h5Xg4 26. Lh2—f4 Th6—gó 27. Pf 6d7f Zwart geeft op. De pion op c5 gaat verloren e* na eenige zetten de partij. O rt-v-sO) O es 3 «O/l GJ T3 T) V3 TJ vC 4> 4>" g 3 4) 13 N« a« 3-üK[i,is C-S3 013 O 4) „Ha riep Toddie, „ik ruik Ouwejaar Allen, die in de keuken waren lachten. Die Toddie was toch zo'n grappig kereltje, .altijd kwam hij met opmerkingen of vragen, waar je om lachen moest. Toddie heette eigenlijk Thomas, maar daar had bij zelf Toddie van gemaakt. „Zo", vroeg moeder, „ruik jij Ouwejaar, je bedoelt zeker de olie bollen „Tuurlijk antwoordde Toddie met een gezicht, alsof hij zeggen wilde, dat zeg ik toch. Moeder was aan het bakken, 't heerlijke feestgebak voor Oude jaarsavond, oliebollen. Bij de keu kentafel zaten Lous en Claartje en hielpen een handje, tenminste zo noemden zij het zelf; in werkelijk heid deden ze niet veel meer dan van de rozijnen snoepen, die klaar stonden om door Moeder in het beslag te worden gedaan. „Fijn genoot Lous bij voor baat, „vanavond allemaal laat op blijven en spelletjes doen en olie bollen eten en slempmelk drin- ken". „Ja", vertelde Moeder, „jullie gaan allemaal gelijk naar bed, om elf uur pas". „Ik ook informeerde Toddie. „Natuurlijk, jij ook", stelde Moeder hem gerust, „Lous en Claartje en Pim en Toddie, alle maal gelijk Daar zaten ze om de tafel, Va der, Moeder, Lous, oud zestien jaar, Pim, die net veertien was ge worden, Claartje van elf jaar en on ze Toddie, die van de zomer pas zes werd. Allemaal hielden ze evenveel van den kleinen, grappigen baas. Soms zat hij een hele tijd voor zich uit te kijken en dan kwam er op eens een vraag, waar niemand zo gauw antwoord op wist, of waar allen om proestten van het lachen. Maar als de kleine kerel merkte, dat er om hem werd ge lachen, werd hij boos en liep ver ontwaardigd de kamer uit. Daar zaten ze dan; aan de ogen \ran de kleintjes was het duidelijk (te zien, dat het al heel laat was; alle spelletjes, die maar in huis te vinden waren, hadden dien avond een beurt gehad, de oliebollen stapel was hard geminderd en Va der had al eens van naar bed gaan gesproken. Toddie geeuwde, of zijn kleine mondje moest scheuren, staarde in de lamp en verraste toen iedereen met de vraag: „Waaraan kan je zien, dat het nou Oud-jaar is en morgen Nieuwjaar Ieder op zijn beurt trachtte het hem uit te leggen. Moeder wees op de kalender, waar nog maar één blaadje op zat, Vader vertelde, dat ieder jaar 365 dagen had en dat dit de 365ste was, Lous en Pim deden ook een duit in het zakje en toen bedacht Claartje op eens: „Wacht, ik zal het je laten zien en ze holde naar boven, naar Vaders boeken kast en kwam terug met een oude jaargang van Eigen-Haard, waar ze ijverig in begon te zoeken. Allen keken vol verwachting toe en Claartje legde uit: „Hierin staat een plaat er van, ik heb hem zo. Kijk, daar is het al Ze schoof het boek naar Toddie en wees hem: „Kijk, die oude man, die de berg al overgeklommen is, dat is het Oude-jaar, die verdwijnt zo meteen en dan komt dat jongetje, dat zo vrolijk springt met al die bloemen in zijn arm, dat is het Nieuwe-jaar". „Ja", zei Vader ..dat is wel een mooie,, voorstelling ervan, maar ik geloof niet, dat Toddie er veel /an snapt, wel Tod 7" Toddie knikte ^geweldig van ja. „Wel Vader, meneer Ouwejaar gaat weg en jongetje Nieuwjaar komt. Over de heuvel. Is dat de hoge heuvel, die Toudie kan zien uit het zolderaam „Mischien wel", lachte Vader. Een half uurtje later waren de kinderen in bed, Moeder deed nog eens de ronde en dekte hen goed toe. „Slaap je nog niet vroeg ze, toen ze Toddie nog met wijd-open ogen in zijn bedje vond liggen. Beneden vertelde ze aan Vader: „allemaal dommelden ze al half maar de kleine vent was nog wak ker, zeker over zijn slaap heen". „Als wij om twaalf uur naar bed gaan, slaapt hij als een roos", ver onderstelde Vader, „dat zal je zien," Pim, die met Toddie op een ka mer sliep, meende gestommel in zijn bedje te horen, maar hij was te slaperig om overeind te komen en riep dus maar: „Is er wat, Tod die, moet je wat hebben Er kwam geen antwoord. „Hij slaapt zeker al dacht Pim en dutte ook rustig in. Even over twaalf kwamen Moe der en Vader naar boven. Ze had den het slaan van de klok afge wacht en gingen nu nog even langs de vier bedjes om te kijken, of al len nog warm onder de dekens la gen. De meisjes sliepen, Pim ook, die snurkte zelfs een beetje. Toddie.... hè.... wat was dat Toddie's bedje was leeg „Toddie riep Moeder zachtjes, om de anderen niet wakker te ma ken. „Toddie, waar ben je Geen antwoord. Moeder liep de gang op en riep Vader er bij. „Toddie is niet in zijn bedje en ook niet in de kamer," vertelde ze gejaagd aan Vader, „wat zou hij uitvoeren en dat in die kou „Ik zal hem wel even zoeken", stelde Vader haar gerust. „Hij is natuurlijk bij Pim in bed gekropen of naar de zusjes gegaan". Vader nam het electrische lan taarntje mee, keek in Pims bed, bij de meisjes, daarna in de andere kamers, géén Toddie. Toen wérd Vader toch ook wat ongerust. „Waar kan me die kleine rak ker toch zitten?" vroeg hij, „naar buiten kon hij niet, hij is dus in huis, dat is vast". Moeder en Vader gingen weer naar beneden, zochten alles af géén Toddie. Door al het heen en weer lopen en roepen werden de andere kin deren ook wakker. Ze kwamen hun kamers uit en vroegen: „Wat is er toch Waarom roepen jullie en waarom lopen jullie overal rond „Toddie is niet in zijn bedje en nergens te vinden," bracht Moeder hen op de hoogte. „Waat klonk het verbaasd. Bij het stille maneschijnsel Slaapt een kindje, rustig, zacht 't Is, alsof het in z'n dromen Met een blijde glimlach lacht Tot de maan met een der stralen Plots het kindje wakker kust; „Nieuwe Jaar, word toch eens wakker Ben je nog niet uitgerust Dan wrijft 't Nieuwe Jaar z'n oogjes Met z'n beide vuistjes uit, En het lacht eens tegen d' aarde Als een echte, kleine guit Daar komt langs de lichte paden Langzaam aan een oude man, Die met z'n vermoeide benen Haast geen stap meer lopen kan Maar als hij dat kleine ventje Daar zo jong en kwiek ziet staan, Komt hij met z'n moede benen Vlugger op het knaapje aan. „Welkom hier op aard", m'n jongen, lij bent zeker 't Nieuwe Jaar 41 de mensen, groot' en kleine, >taan vol ongeduld al klaar Om jou feestelijk t' ontvangen, k heb nu haast afgedaan. En jouw beurt zal weldra komen, t Jaar is om, nu kan i k gaan Veel geluk en heil en zegen Geef ik jou, lief Nieuw Jaar, mee 'Maak de mensen toch gelukkig Dat is m'n allerlaatste bêe I" En toen heeft het Nieuwe Jaar zich Vlug en vrolijk opgericht En het is z'n taak begonnen Met een lachend, blij gezicht En de mensen, die hem zagen, Stonden met hun wensen klaar; „Veel geluk mag het ons brengen, Allen in het Nieuwe Jaar Ro Frankfort Werkendam.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 10