DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
h c.
KRONIEK van den DAG.
Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 19 DECEMBER 1934.
No. 299.
v. d.
Midd.
Ivraagt
Iwagen
Irieven
•urg B
DE BEZWAREN TEGEN DE
NIEUWE SPELLING WEERLEGD
VEERE.
SOES,
aan-
jiitga-
p5 ct.
ida-
|ok a.
lidd.
ïesch.
Jrst 6,
It 13,
iuwe
lijnse,
rook-
Inder-
123,
leul-
dan
Jotels.
Keu-
tleine
burg.
Gele
"dbei-
^ppel-
Mij.
tianse,
zoe-
Bel-
Seren»
fuurk.
blijft
666.
Ikkun-
wa-
|eeren,
Th. A.
straat,
f'burg.
|en en
Is, pe-
m, N.
liddel-
OS,
Geld.
haakte
eens
f.rica",
Goed
LGE
fijne
zoete
112, 14
fj s e s
Lcht je
(B.O.B.
zoekt
voor
(zoo
kos-
liddel-
)nder-
naar
[jgbaar
larkt,
de
m-
ar
ar
bor
Een conflict tusschen Italië en
Abessinië Bloedige botsin
gen aan een onnaspeurlijke
grens De Volkenbondsraad
kan er weinig voor voelen, zich
met 't geval in te laten Ja
pan cp den achtergrond.
Het kan zijn, dat de Volkenbonds
raad binnenkort weer een vervelende
geschiedenis te behandelen krijgt. De
regeering van het Afrikaansche keizer
rijk Abessinië heeft n.I. een klacht tegen
Italië ingediend. Er vonden den laat-
sten tijd eenige hevige botsingen plaats
aan de grens tusschen Abessinië en de
Italiaansche kolonie Somaliland. Een
paar honderd menschen moeten daarbij
gesneuveld zijn grootendeels aan Abes-
sinische zijde. Dit groote getal hoeft niet
te verbazen, aangezien de Italianen
pantserauto's en vliegtuigen in den
strijd wierpen. Die dingen hebben ge
meenlijk een vernietigende werking.
De regeering van Abessinië geeft Ita
lië nu den schuld van de zaak; maar de
Italiaansche omgekeerd natuurlijk Abes
sinië. Op grond van verschillende be
richten, is men geneigd te onderstellen,
dat de schuld werkelijk bij de Ita-
anen ligt, hetgeen trouwens tot zekere
hoogte ook valt af te leiden uit de hou
ding der Italiaansche regeering. Die wil
n.I. van een behandeling door den Vol
kenbondsraad niets weten. Als de
schuld aan den Abessinischen kant lag,
kon ze op zoo'n behandeling toch wei
nig tegen hebben.
Er zitten intusschen heel wat haken
en oogen aan 't geval, welke een be
oordeeling er van niet gemakkelijk
maken, zoolang de berichten er over
schaarsch blijven. Het neteligste er van
is, dat de grens tusschen Abessinië en
Somaliland niet precies vaststaat. Het
gebied, waar de botsingen voorvielen is
een woeste landstreek, echter niet on
herbergzaam. De Abessiniërs beweren
nu, dat Italiaansche troepen 100 km
binnen de grens op Abessinisch gebied
een Abessinische commissie, die bezig
was weidegronden te onderzoeken,
hebben overvallen. De Italianen daar
entegen berichten, dat de Abessinische
commissie, begeleid door een gewapend
escorte de grens heeft overschreden en
op Italiaansch grondgebied de vijande
lijkheden opende. Honderd kilometer is
een heel eind. Men zou zeggen, dat bij
een verschil van meening, dat zich over
een dergelijken afstand uitstrekt, ge
makkelijk genoeg vastgesteld kan wor
den, waar de schuld ligt.
De vraag is echter, of de Volken
bondsraad veel lust zal gevoelen, dat
uit te maken. De dessous van de zaak
zijn van dien aard, dat men het een wes
pennest kan noemen. Al een paar jaar
gonst het in deze buurt, tengevolge van
het feit, dat de Japanners er vasten
voet trachten te krijgen voor hun uit
voer en zelfs voor hun bevolkingsover
schot. Abessinië slikt reeds een flinke
portie Japansche artikelen, ten onge-
irieve van andere (Europeesche) leve
ranciers, Italië voorop- Het is tot een
zeer nauwe toenadering tusschen bei
de landen gekomen, sedert de minister
van buitenlandsche zaken van Abessi
nië een bezoek aan Tokio heeft ge
bracht, twee jaar geleden. Men onder
handelt sindsdien ooit over het beschik
baar stellen van een groote uitgestrekt
heid lands voor Japansche emigranten.
In Italië is men over dat alles zeer
slecht te spreken. Mussolini heeft reeds
een paar maal in 't openbaar vinnig te
gen de Japansche penetratie gewaar
schuwd. Dat hebben de Japanners en
ook de Abessiniërs echter voor kennis
geving aangenomen, met 't gevolg, dat'
de verhouding tusschen Abessinië en
Italië voortdurend slechter wordt. De
door H. BINDLOSS.
115).
Maud bleef voor hem staan en sloeg
haar oogen naar hem op, maar zelfs in
't schemerige licht zag Witham den
blos, die haar naar 't gelaat geslagen;
was.
„Ja," gaf ze eenvoudig ten antwoord.
„Als je 't dus al weet", gaf Witham
glimlachend ten antwoord, ofschoon de
vingers, die den deurknop omgrepen,
van opwinding trilden, „zul je moeten
toegeven, dat ik mijn stoutmoedigheid,
waarover je het al lang geleden gehad
hebt, teruggekregen heb, want ik sta op
't punt iets heel gewichtigs te onder
nemen."
Even sloeg Maud haar oogen neer.
„De stoutste ondernemingen hebben
gewoonlijk de meeste kans van slagen,"
zeide ze zachtjes.
Witham legde zijn hand op haar
schouder en dwong haar zoo naar hem
op te kijken.
„Om jou ben ik hier teruggekomen,"
zeide hij heftig. „Maar je weet, wat ik
gedaan heb, je weet, hoe weinig ik je
aanbieden kanik kan en mag niet
op snel besluiten aandringen. Jij zoudt
degene zijn, die het meeste gaf, jij zoudt
je afkomst moeten vergeten, jij zoudt
tevreden moeten zijn met datgene, wat
recente botsingen kan men nu beschou
wen als een symptoom van de spanning,
en dan als een zeer stekelig symptoom.
Hoe dit varkentje gewasschen moet
worden, is voorshands niet duidelijk. Als
de Volkenbondsraad zich er mee be
moeide, zou hij misschien gedwongen
worden, Italië de schuld van de bot
singen te geven. Daarom zal de Raad
er niet de minste feducie in hebben.
Mussolini is op 't stuk van zaken dat
„nationale eer" heet erg gevoelig en hij
moet het dubbel zijn in het onderhavige
geval, dat hem al een paar jaar prikkelt.
Allicht is het daarom niet te boud ver
ondersteld, dat de Raad, zoo lang het
maar kan, zijn ooren voor de Abessini
sche klachten zal dichtstoppen. Al kan
daarmee het conflict niet uit de wereld
geholpen worden.
door
PROF. DR. C. G. N. DE VOOYS.
6e, De nieuwe spelling leidt tot
taalverminking en taalverar
ming.
Dat spellingwijziging de taal raakt, is
een bijna onuitroeibaar vooroordeel van
leken. De taal van proza of poëzie wordt
door een andere aanduiding-in-tekens
evenmin verminkt als de muziek zou be
dorven worden bij invoering van een an
der notenschrift. Alleen de gedeeltelijke
afschaffing van de naamvals-n zou
gevolgen kunnen hebben voor het taal
gebruik: men vreest namelijk dat door
het samenvallen van mannelijk en vrou
welijk woordgeslacht, ook het gebruik
van genitiefvormen zou verminderen of
verdwijnen. Voor een dieper gaande be
spreking van dit punt mogen wij verwij
zen naar een artikel in De Nieuwe Taal
gids (1934, afl. 8: Stijlontaarding door
afschaffing van de buigings-n?) waaraan
wij hei volgende ontlenen; „Een goed
stilist, zowel uit de oudere als uit de
jongere school, zal eentonigheid en on
welluidendheid vermijden. Er bestaan
voortreffelijke bladzijden, rijk aan geni
tieven; er is evengoed kernachtig proza,
uitnemende poëzie van kunstenaars die
aan oudere vormen weinig of geen be
hoefte hebben. Er zijn papieren zinnen
met veel buiging, maar voortstrompelend
over voorzetsels en stopwoorden; er zijn
ook „vereenvoudigde" bladzijden met
slordige praatzinnen. Taalbeheersing en-
zelfs taalvirtuositeit is in elke stijlsoort
en met elke grammatica mogelijk". Mgar
bovendien: er ligt een overvloedig mate
riaal om aan te tonen dat de n-loze stijl
verslappend, verarmend gewerkt heeft.
Standaardwerken op wetenschappelijk
gebied, tal van academische proefschrif
ten, tijdschrift-artikelen romans, ge
dichten zijn in de vereenvoudigde spel
ling gedrukt. Schrijvers als Albert Ver-
wey, P N. van Eyck, Nine van der
Schaaf, P. Geyl, gebruikten weliswaar
de oude spelling, maar zonder naamvals-
n. Niemand heeft ooit kunnen aantonen
dat zulk werk achterstond bij werk van
tijdgenoten, die streng de oude gram-
matikale regels volgden.
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden aangenomen door
den Agent J. VAN SLOOTEN
Oudestraat A 199
STEUN AAN DE BOOMKWEEKERS,
Een belangrijk deel van het
overschot wordt uit de markt
genomen.
In verband met de groote moeilijkheden,
welke de Nederlandsche boomkwee-
kerij ondervindt bij den afzet van hare
producten, tengevolge waarvan een niet
onbelangrijk overschot dezer artikelen
is ontstaan, waarvoor géén afzet gevon
den werd, heeft de minister van oeco-
nomische zaken besloten, een belangrijk
deel van dit overschot uit de markt te
nemen, teneinde op deze wijze den vak
beoefenaren de ruimte te verschaffen,
die noodig is voor hun bedrijf, zonder
dat zij genoodzaakt zijn, hun producten
te vernietigen. Teneinde aan die pro
ducten een nuttige bestemming te ge
ven, heeft de minister een onderzoek
doen instellen naar de vraag, of deze ar
tikelen gebruikt konden worden ter be
planting van terreinen, welke ook onder
normale omstandigheden daarvoor niet
in aanmerking zouden komen, alhoewel
nochtans bodem en ligging dier terrei
nen voor beplanting geschikt zijn.
Het is gebleken, dat onderscheidene
terreinen als bovenbedoeld en over het
geheele land verspreid, voorkomen.
Dientengevolge bestaat de gegronde ver
wachting, dat het overgroote deel van
het overschot een plaats zal vinden in
verschillende provinciën des lands en
tot verhooging van het natuurschoon in
belangrijke mate zal bijdragen.
Een zeer groot gedeelte van de boom
kweekers heeft zich voor deelneming
in dezen afkoop aangemeld.
Met de verdeeling der opdrachten in
gevolge de ingekomen aanvragen is
reeds een aanvang gemaakt.
Aangezien op Je wijze als hiervoren
is uiteengezet, de mogelijkheid wordt
geopend, dat producten van de boom-
kweekerijen worden verkregen tegen
belangrijk lagere prijzen dan normaal 't
geval is en het beplanten aan vele han
den werk kan geven, is de mjnister van
sociale zaken .bereid, wanneer de hier
bedoelde werkzaamheden bij wijze van
werkverschaffing kunnen worden uitge
voerd ,in samenwerking met de betrok
ken gemeentebesturen de noodige mede
werking te verleenen.
TOT OEFENING EN UITSPANNING.
De receptie.
Nadat gistermiddag de heer M. A.
van der Leijé als voorzitter van de zang-
vereeniging „Tot Oefening en Uitspan
ning" een palmtak had neergelegd op 't
graf van wijlen den heer Joh. Cleuver,
die van 1879 tot 1920 directeur der zang-
vereeniging is geweest en aan wie de
vereeniging zoo ontzettend veel te dan
ken heeft, had van half vijf tot zes uur
een druk bezochte receptie in de Con
certzaal plaats.
Onder de aanwezigen waren twee
oud-voorzitters der vereeniging, de hee-
ren Herman Snijders te Heemstede en
H. J; G. Hartman, te Voorburg, die vroe
ger zooveel voor Oefening en Uitspan
ning hebben gedaan.
Het college van B. en W. van Mid
delburg was volledig aanwezig.
De burgemeester, de heer M. Fern-
hout heeft namens het college zijn har
telijke gelukwenschen aangeboden en
de hoop uitgesproken, dat de Zangver-
eeniging ook in de toekomst veel ter
verhooging van het cultureele leven te
Middelburg doen moge en haar goeden
naam moge handhaven.
De heer C. Wit, inspecteur van het
L. O., bood namens het rijksschooltoe-
zicht zijn gelukwenschen aan.
Ook namens verschillende deputaties
van zangvereenigingen en andere ver-
eenigingen, waarmede de zangvereeni-
ging in relatie staat, werd het woord
gevoerd, o.a. door mr. H. van der Beke
Callenfels als voorzitter der Bachver-
eeniging, den heer J. L. A. baron van
Ittersum als voorzitter van de vereeni
ging voor Instrumentale muziek, welke
vereeniging altijd zulk een grooten steun
biedt aan de Zangvereeniging door de
begeleiding van de uit te voeren wer- j
ken, al dan niet aangevuld door leden
van de Arnhemsche orkestvereeniging,
op zich te nemen.
Vervolgens kwam een comité uit de
getrouwe bezoekers der concerten na
mens deze gelukwenschen aanbieden.
De woordvoerder, mr. H. Pleijte, zeide,
dat de bezoekers der concerten zich ge
drongen gevoelden uiting te geven aan
hun dankbaarheid voor het vele schoons,
dat zij steeds genoten hebben. Zij wil
den dit niet alleen doen door het zen
den van bloemen en door het aanbren
gen van een passende versiering bij de
portretten van de vroegere dirigenten
Ceulen, Kirrwald en Cleuver in de klei
ne zaal, zij voelden behoefte ook nog op
andere wijze hun dankbaarheid te too-
nen. Namens een aantal bezoekers en
vroegere bezoekers, bood spr. aan de
vereeniging een bedrag in enveloppe
aan.
j De voorzitter, de heer Van der Leijé,
j heeft de verschillende sprekers beant-
woord en dank gebracht voor hun woor-
den en wat deze soms vergezelde.
Onder de zeer talrijke bloemstukken
j waren er van den Commissaris der Ko
ningin en mevrouw Quarles van Ufford;
het gemeentebestuur van Middelburg,
de N.V. Concert- en Gehoorzaal, de Arn
hemsche orkestvereeniging, de bezoe-
I kers der concerten, de leden der zang-
vereeniging als hulde aan het bestuur,
de Vereeniging voor instrumentale mu
ziek, Sursum Corda, Soli Deo Gloria,
Middelburgs Mannenkoor, zangkoor
van Vrijzinnig Godsdienstigen, de Stem
des Volks en Uit het VolkVoor het
Volk.
„DE KERSTTONNEN."
In verband met de door de Padvin
ders te voeren actie, welke niet is een
Oudejaarsavondgave, doch bedoeld als
Kerstgave, zal bij gunstig weer a.s. Don
derdagavond een muzikale wandeling
worden gehouden met een gedeelte van
de Padv. Band, met medewerking van
het Christelijk muziekkorps „Oefening
na den Arbeid". Deze ommegang, die
bedoeld wordt als een herinnering aan
de „Kersttonnen", vangt aan om half 8
van bij den Buitentuin, Tramsingel en
gaat langs de volgende route: Zand
straat, Langeviele, Beddewijkstraat,
Vlasmarkt, Markt, Noordstraat, Hof
plein, Wagenaarstraat, Balans, Span
jaardstraat, Singelstraat, Schuitvlot-
straat, Rotterd. Kade, Bateauport, Rou-
aansche Kaai, Bierkaai, Lond. Kaai,
Houtkade, Turfkaai, St. Janstraat, Lan-
gedelft, Kortedelft, St. Pieterstraat, Ba
lans, Korte en Lange Burg, Markt, Lan
geviele, terug naar het punt van uitgang.
mraoraravia. tog
(Slot volgt).
ik je als man uit het volk, zou kunnen
geven."
Het meisje keek hem aan. „Maar één
ding is er noodig.en dat heb je nog
niet genoemd," zeide ze zachtjes.
„Dat is al sedert dien nacht in de
sneeuw je eigendom geweest," ant
woordde Witham.
Ze voelde hoe zijn vingers zich
vaster om haar schouders klemden.
Een oogenblik deed zijn greep haar
bijna pijn, maar toen ze naar hem op
keek, waren haar oogen zacht en glan
zend van geluk.
„Dan is alles, wat ik te geven heb van
jou...." zeide ze.
Witham trok haar naar zich toe en
sloeg zijn armen om haar heen. Dood
stil was het in de hall, door de massieve
kamerdeuren drong het praten en
lachen in de eetkamer slechts gedempt
tot waar zij stonden door. Maar nff
een paar minuten maakte het meisje
zich zachtjes los en keek half-verlegen
naar hem op.
„Waarom heb je zoo lang gewacht?"
„Dat weet je wel," antwoordde Wit
ham. „En ik heb gelijk gekregen,
't is beter zoo geweest".
„Ja," antwoordde Maud zacht. „En
nu kan ik je ook vertellen, dat ik nader
hand blij was, dat je volgehouden hadt
en weg was gegaan maar als je me
't toen gevraagd hadt, dan had ik je niet
geweigerd.
Een minuut of tien later kwam miss
Barrington de hall in. Na een snellen
blik op Witham boog ze zich naar haar
nichtje toe en kuste haar hartelijk.
Toen keerde ze zich tot den jongen
man. „Mijn broer heeft naar je ge
vraagd", zeide ze. „Wil je nu even mee
gaan?
Witham liep achter haar aan de trap
op en de gang door. Na even kloppen
deed ze de deur open van een groote
kamer, waar Colonel Barrington, tot
Witham's verwondering, op een rust
stoel lag. Maar Witham schrok, toen
hij de verandering in het uiterlijk van
den Silverdaleschen leider zag; zijn ge
zicht was mager en bleek, zijn lichaam
leek tengerder, zijn borst smaller dan
vroeger, de hand, die bij Witham toe
stak, trilde hevig.
„Prettig, dat je weer thuis bent,
Lance", zeide hij, „Ze hebben me ver
teld, dat je met die meelfabrieken bij
Winnipeg wonderen verricht hebt
jij bent werkelijk de eerste zakenman
in onze familie. Zooals je ziet, voel ik
me den laatsten tijd niet goed, ik ben
moe en zwak."
„Ik had gedacht u in bed te vinden
prettig dat u alweer op kunt staan,
sir", antwoordde Witham rustig. „Maar
ik moet u aan iets herinneren, dat ik
u den avond van mijn weggaan, ver
teld heb."
Barrington keek hem vragend aan,
toen maakte hij een ongeduldige bewe
ging met zijn handen. „Ja, 't was iets
onplezierigs, dat herinner ik me wel.,
m'n geheugen is niet meer wat 't ge
weest is.... maar mijn zuster heeft je
vergeven. En dat is me genoeg. Hier :'r,
Silverdale heb je veej voor ons gedaan
en in Winnipeg, heb je eveneens ge
toond, w,at je kon. Dat is iets, wat me
eiken dag weer genoegen doet. Wat ik
zeggen wilde, 't wordt tijd, dat je de
leiding hier van mij overneemt!"
Witham keek Miss Barrington aan;
als eenig antwoord glimlachte ze ver
drietig.
„Prettig voor me, dat u 't zelf ter
sprake brengt, sir", zeide hij. „Ja, mijn
plan is om hier in Silverdale te blijven
en dat brengt mij op het'jjfëeh ik u te
vragen heb."
Bij 't hooren van de woorden leek
het, of Barrington wat helderder van
begrip werd.. Op zijn oude, scherpe ma
niet stelde hij den jongen man eenige
vragen, en pas, nadat deze bevredigend
beantwoord w,aren, knikte hij toestem
mend.
„Zoo", zeide hij toen. „Ja.... ze is
een flink meisje, flink en lief, net wat
jij hebben moetin alle opzichten
zou 't een uitstekende oplossing zijn.
Zou je haar even willen laten halen?'
Een paar minuten later ging de deur
open en kwam Maud met glanzende
oogen en een warmen blos op haar
wangen de kamer binnen; Barrington
keek haar glimlachend aan.
„Ik wensch je van harte geluk, kind
lief ik kan je niet zeggen, hoeveel
genoegen me dit doet", zeide hij. „Een
paar jaar geleden zou ik je niet aan
Lance toevertrouwd hebben, maar hij
heeft zich schitterend gerehabiliteerd.
Ik heb ongelijk gehad en ik hoop, dat
Een aantrekkelijke etalage.
In de etalage van de Zeeuwsche Ko
lenmaatschappij ziet het er thans heel
anders uit en de wandelaars in de Lan-
gedelft werden gisteren getrokken door
tal van voorwerpen, die vervaardigd zijn
op de slöjd-cursussen voor werkloozen
en die nu door de welwillende medewer
king van den heer Wessels fleurig zijn
opgeschikt als propaganda voor steun
aan dit werk onder de werkloozen,
waarvoor a.s. Zaterdag een bloempjes
dag wordt gehouden. Het nut van het
ontwikkelings- en ontspanningswerk zal
wel door niemand, die er van nabij ken
nis mede maakte en van hen, die nu
deze resultaten zien, ontkend worden en
daarom zullen zeker velen een bloem
pje koopen en zoo een steentje bijdra
gen voor het voortzetten van dit werk.
CAESAR OF CHRISTUS?
Getuigenisavond van „Kerk en
Vrede".
Dinsdagavond werd in „Schutterhof"
een openbare vergadering gehouden,
uitgaande van „Kerk en Vrede".
Eerste spreker was ds. A. J. Warte-
na van Zevenaar, die sprak over „Evan-
lie en Staat". Spr. wees er op, dat men
in de advent is. Straks zal bij velen
vreugde heerschen over de komst van
Christus, den Koning van het Godsrijk
voor Wien eens a'.ler knie zich zal bui
gen. Maar als bij een stormvlaag, die in
een feestzaal binnenslaat, zoo worden
wij in deze dagen opgeschrikt door de
vraag: Caesar of Christus? De Caesar,
aldus spr., is met het heidensche, Ro-
meinsche rijk niet verdwenen. Telkens
steken de Caesars hun hoofd weer op.
Spr, haalde uitspraken van Hegel, e.a.
aan, die den Staat als hoogste gezag
stelden. Dit raad schoot welig op zon
der dat liet christendom zich er voldoen
de rekenschap van gaf. We keeren daar
mede tot het heidendom terug. In Rus
land, Ita ië en Duitschland, zien we daar
de duidelijkste uitingen van, doch in
werkelijkheid kan nien in eiken Staat
geheel over de inwoners beschikken,
zelfs al zou dit op een wijze zijn, die
met het evangelie in strijd is. Waar
blijft, vroeg spr., de vervulling van
Christus woord: geef den keizer wat
des keizers en Gode wat van God is, als
de keizers ons lichaam en ziel vraagt?"
Wien zult ge kiezen, vroeg spr. ver
der, Caesar of Christus? En hij ant
woordde: kiest Hem, die gezegd heeft:
„wie zijn leven zal willen behouden, zal
het verliezen, maar wie het ver iezen
zal om mijnentwil, die zal het behouden".
Dr. J. Riemens van Leiden, sprak
hierna' over: „Evange ie en Oorlog".
Spr. begon met erop te wijzen, dat uit
de profetiën van Jesaja, als hij de komst
van Christus voorspelt, telkens weer
naar voren komt, dat Christus de vrede
vorst zal zijn. En in zijn leven op aarde
bewees Christus ook vredevorst te
willen zijn. Symbolisch deed hij op een
muilezel, het dier van den vrede, zijn
intocht in Jeruzalem; hij sprak „zalig
zijn de vreedzamen", en zeide, dat men
zeven maal zeventig maal Vergeven
moet. Ook in de bergrede was hij de
vredevorst.
In kleinen kring, aldus spr., is men
ook voor den vrede, maar de vredevorst
zegt, die vredesgezindheid moet er ook
zijn in grooteren kring. Maar eigenaar
dig is, dat men, hoe grooter de kring
wordt, meer begint te weifelen. Zoo is
het in de politiek en zelfs in de kerk.
Zoo heeft men er dit op gevonden, dat
Christus die vredesgedachte meer heeft
bedoeld voor die kleine groepen in Gali-
lea. En zoo hebben de christenen ook
een schutting om Christus getrokken,
waarbinnen zijn woord regeert. Daar
buiten regeert de staat. Maar in het
hij me m'n wantrouwen vergeven zal.
Jullie samen zult Silverdale beroemd
maken en dan nu ik weet, dat ik
er gauw niet meer zal zijn, om voor
je te zorgen, is 't bepaald een troost,
dat je een man van je eigen stand ge
kozen hebt. Al hebben we fouten, en
al begaan we misslagen, 't bloed ver
loochent zich nooit."
Witham keek Miss Barrington aan.
Haar oogen schoten vol tranen en hij
voelde, dat hij zelf een kleur kreeg.
Maar tegelijk voelde hij de hand v,m
Maud op zijn arm; de zachte druk van
haa vingers dwong hem, mede te gaan,
toen ze hem, op een wenk van haar
tante, mee de kamer uitnam, Bullen
op de gang nam ze zijn gezicht tusschen
haar beide handen en trok 't zachtjes
naar het hare toe.
„Vergeet het, liefste, want hij heeft
ongelijk. Als jij Lance Courthorne ge
weest was, zou dit nooit gebeurd zijn."
„Neen, misschien niet") antwoordde
de jonge man ernstig. „Maar toch heeft
hij in sommige opzichten gelijk....
denk je heusch tevreden te kunnen zijn
met Witham, den prairieboer?"
Met een gelukkige uitdrukking in
haar oogen legde Maud haar wang te
gen de zijne. „Ja", zeide ze eenvoudig,
„wat is een Courthorne, wat is n,aam
en stand, vergeleken bij zijn persoon
lijkheid, bij hem!"
EINDE.