DE VREEMDELING VAN SILVERDALE h c. KRONIEK van den DAG. Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 19 DECEMBER 1934. No. 299. v. d. Midd. Ivraagt Iwagen Irieven •urg B DE BEZWAREN TEGEN DE NIEUWE SPELLING WEERLEGD VEERE. SOES, aan- jiitga- p5 ct. ida- |ok a. lidd. ïesch. Jrst 6, It 13, iuwe lijnse, rook- Inder- 123, leul- dan Jotels. Keu- tleine burg. Gele "dbei- ^ppel- Mij. tianse, zoe- Bel- Seren» fuurk. blijft 666. Ikkun- wa- |eeren, Th. A. straat, f'burg. |en en Is, pe- m, N. liddel- OS, Geld. haakte eens f.rica", Goed LGE fijne zoete 112, 14 fj s e s Lcht je (B.O.B. zoekt voor (zoo kos- liddel- )nder- naar [jgbaar larkt, de m- ar ar bor Een conflict tusschen Italië en Abessinië Bloedige botsin gen aan een onnaspeurlijke grens De Volkenbondsraad kan er weinig voor voelen, zich met 't geval in te laten Ja pan cp den achtergrond. Het kan zijn, dat de Volkenbonds raad binnenkort weer een vervelende geschiedenis te behandelen krijgt. De regeering van het Afrikaansche keizer rijk Abessinië heeft n.I. een klacht tegen Italië ingediend. Er vonden den laat- sten tijd eenige hevige botsingen plaats aan de grens tusschen Abessinië en de Italiaansche kolonie Somaliland. Een paar honderd menschen moeten daarbij gesneuveld zijn grootendeels aan Abes- sinische zijde. Dit groote getal hoeft niet te verbazen, aangezien de Italianen pantserauto's en vliegtuigen in den strijd wierpen. Die dingen hebben ge meenlijk een vernietigende werking. De regeering van Abessinië geeft Ita lië nu den schuld van de zaak; maar de Italiaansche omgekeerd natuurlijk Abes sinië. Op grond van verschillende be richten, is men geneigd te onderstellen, dat de schuld werkelijk bij de Ita- anen ligt, hetgeen trouwens tot zekere hoogte ook valt af te leiden uit de hou ding der Italiaansche regeering. Die wil n.I. van een behandeling door den Vol kenbondsraad niets weten. Als de schuld aan den Abessinischen kant lag, kon ze op zoo'n behandeling toch wei nig tegen hebben. Er zitten intusschen heel wat haken en oogen aan 't geval, welke een be oordeeling er van niet gemakkelijk maken, zoolang de berichten er over schaarsch blijven. Het neteligste er van is, dat de grens tusschen Abessinië en Somaliland niet precies vaststaat. Het gebied, waar de botsingen voorvielen is een woeste landstreek, echter niet on herbergzaam. De Abessiniërs beweren nu, dat Italiaansche troepen 100 km binnen de grens op Abessinisch gebied een Abessinische commissie, die bezig was weidegronden te onderzoeken, hebben overvallen. De Italianen daar entegen berichten, dat de Abessinische commissie, begeleid door een gewapend escorte de grens heeft overschreden en op Italiaansch grondgebied de vijande lijkheden opende. Honderd kilometer is een heel eind. Men zou zeggen, dat bij een verschil van meening, dat zich over een dergelijken afstand uitstrekt, ge makkelijk genoeg vastgesteld kan wor den, waar de schuld ligt. De vraag is echter, of de Volken bondsraad veel lust zal gevoelen, dat uit te maken. De dessous van de zaak zijn van dien aard, dat men het een wes pennest kan noemen. Al een paar jaar gonst het in deze buurt, tengevolge van het feit, dat de Japanners er vasten voet trachten te krijgen voor hun uit voer en zelfs voor hun bevolkingsover schot. Abessinië slikt reeds een flinke portie Japansche artikelen, ten onge- irieve van andere (Europeesche) leve ranciers, Italië voorop- Het is tot een zeer nauwe toenadering tusschen bei de landen gekomen, sedert de minister van buitenlandsche zaken van Abessi nië een bezoek aan Tokio heeft ge bracht, twee jaar geleden. Men onder handelt sindsdien ooit over het beschik baar stellen van een groote uitgestrekt heid lands voor Japansche emigranten. In Italië is men over dat alles zeer slecht te spreken. Mussolini heeft reeds een paar maal in 't openbaar vinnig te gen de Japansche penetratie gewaar schuwd. Dat hebben de Japanners en ook de Abessiniërs echter voor kennis geving aangenomen, met 't gevolg, dat' de verhouding tusschen Abessinië en Italië voortdurend slechter wordt. De door H. BINDLOSS. 115). Maud bleef voor hem staan en sloeg haar oogen naar hem op, maar zelfs in 't schemerige licht zag Witham den blos, die haar naar 't gelaat geslagen; was. „Ja," gaf ze eenvoudig ten antwoord. „Als je 't dus al weet", gaf Witham glimlachend ten antwoord, ofschoon de vingers, die den deurknop omgrepen, van opwinding trilden, „zul je moeten toegeven, dat ik mijn stoutmoedigheid, waarover je het al lang geleden gehad hebt, teruggekregen heb, want ik sta op 't punt iets heel gewichtigs te onder nemen." Even sloeg Maud haar oogen neer. „De stoutste ondernemingen hebben gewoonlijk de meeste kans van slagen," zeide ze zachtjes. Witham legde zijn hand op haar schouder en dwong haar zoo naar hem op te kijken. „Om jou ben ik hier teruggekomen," zeide hij heftig. „Maar je weet, wat ik gedaan heb, je weet, hoe weinig ik je aanbieden kanik kan en mag niet op snel besluiten aandringen. Jij zoudt degene zijn, die het meeste gaf, jij zoudt je afkomst moeten vergeten, jij zoudt tevreden moeten zijn met datgene, wat recente botsingen kan men nu beschou wen als een symptoom van de spanning, en dan als een zeer stekelig symptoom. Hoe dit varkentje gewasschen moet worden, is voorshands niet duidelijk. Als de Volkenbondsraad zich er mee be moeide, zou hij misschien gedwongen worden, Italië de schuld van de bot singen te geven. Daarom zal de Raad er niet de minste feducie in hebben. Mussolini is op 't stuk van zaken dat „nationale eer" heet erg gevoelig en hij moet het dubbel zijn in het onderhavige geval, dat hem al een paar jaar prikkelt. Allicht is het daarom niet te boud ver ondersteld, dat de Raad, zoo lang het maar kan, zijn ooren voor de Abessini sche klachten zal dichtstoppen. Al kan daarmee het conflict niet uit de wereld geholpen worden. door PROF. DR. C. G. N. DE VOOYS. 6e, De nieuwe spelling leidt tot taalverminking en taalverar ming. Dat spellingwijziging de taal raakt, is een bijna onuitroeibaar vooroordeel van leken. De taal van proza of poëzie wordt door een andere aanduiding-in-tekens evenmin verminkt als de muziek zou be dorven worden bij invoering van een an der notenschrift. Alleen de gedeeltelijke afschaffing van de naamvals-n zou gevolgen kunnen hebben voor het taal gebruik: men vreest namelijk dat door het samenvallen van mannelijk en vrou welijk woordgeslacht, ook het gebruik van genitiefvormen zou verminderen of verdwijnen. Voor een dieper gaande be spreking van dit punt mogen wij verwij zen naar een artikel in De Nieuwe Taal gids (1934, afl. 8: Stijlontaarding door afschaffing van de buigings-n?) waaraan wij hei volgende ontlenen; „Een goed stilist, zowel uit de oudere als uit de jongere school, zal eentonigheid en on welluidendheid vermijden. Er bestaan voortreffelijke bladzijden, rijk aan geni tieven; er is evengoed kernachtig proza, uitnemende poëzie van kunstenaars die aan oudere vormen weinig of geen be hoefte hebben. Er zijn papieren zinnen met veel buiging, maar voortstrompelend over voorzetsels en stopwoorden; er zijn ook „vereenvoudigde" bladzijden met slordige praatzinnen. Taalbeheersing en- zelfs taalvirtuositeit is in elke stijlsoort en met elke grammatica mogelijk". Mgar bovendien: er ligt een overvloedig mate riaal om aan te tonen dat de n-loze stijl verslappend, verarmend gewerkt heeft. Standaardwerken op wetenschappelijk gebied, tal van academische proefschrif ten, tijdschrift-artikelen romans, ge dichten zijn in de vereenvoudigde spel ling gedrukt. Schrijvers als Albert Ver- wey, P N. van Eyck, Nine van der Schaaf, P. Geyl, gebruikten weliswaar de oude spelling, maar zonder naamvals- n. Niemand heeft ooit kunnen aantonen dat zulk werk achterstond bij werk van tijdgenoten, die streng de oude gram- matikale regels volgden. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent J. VAN SLOOTEN Oudestraat A 199 STEUN AAN DE BOOMKWEEKERS, Een belangrijk deel van het overschot wordt uit de markt genomen. In verband met de groote moeilijkheden, welke de Nederlandsche boomkwee- kerij ondervindt bij den afzet van hare producten, tengevolge waarvan een niet onbelangrijk overschot dezer artikelen is ontstaan, waarvoor géén afzet gevon den werd, heeft de minister van oeco- nomische zaken besloten, een belangrijk deel van dit overschot uit de markt te nemen, teneinde op deze wijze den vak beoefenaren de ruimte te verschaffen, die noodig is voor hun bedrijf, zonder dat zij genoodzaakt zijn, hun producten te vernietigen. Teneinde aan die pro ducten een nuttige bestemming te ge ven, heeft de minister een onderzoek doen instellen naar de vraag, of deze ar tikelen gebruikt konden worden ter be planting van terreinen, welke ook onder normale omstandigheden daarvoor niet in aanmerking zouden komen, alhoewel nochtans bodem en ligging dier terrei nen voor beplanting geschikt zijn. Het is gebleken, dat onderscheidene terreinen als bovenbedoeld en over het geheele land verspreid, voorkomen. Dientengevolge bestaat de gegronde ver wachting, dat het overgroote deel van het overschot een plaats zal vinden in verschillende provinciën des lands en tot verhooging van het natuurschoon in belangrijke mate zal bijdragen. Een zeer groot gedeelte van de boom kweekers heeft zich voor deelneming in dezen afkoop aangemeld. Met de verdeeling der opdrachten in gevolge de ingekomen aanvragen is reeds een aanvang gemaakt. Aangezien op Je wijze als hiervoren is uiteengezet, de mogelijkheid wordt geopend, dat producten van de boom- kweekerijen worden verkregen tegen belangrijk lagere prijzen dan normaal 't geval is en het beplanten aan vele han den werk kan geven, is de mjnister van sociale zaken .bereid, wanneer de hier bedoelde werkzaamheden bij wijze van werkverschaffing kunnen worden uitge voerd ,in samenwerking met de betrok ken gemeentebesturen de noodige mede werking te verleenen. TOT OEFENING EN UITSPANNING. De receptie. Nadat gistermiddag de heer M. A. van der Leijé als voorzitter van de zang- vereeniging „Tot Oefening en Uitspan ning" een palmtak had neergelegd op 't graf van wijlen den heer Joh. Cleuver, die van 1879 tot 1920 directeur der zang- vereeniging is geweest en aan wie de vereeniging zoo ontzettend veel te dan ken heeft, had van half vijf tot zes uur een druk bezochte receptie in de Con certzaal plaats. Onder de aanwezigen waren twee oud-voorzitters der vereeniging, de hee- ren Herman Snijders te Heemstede en H. J; G. Hartman, te Voorburg, die vroe ger zooveel voor Oefening en Uitspan ning hebben gedaan. Het college van B. en W. van Mid delburg was volledig aanwezig. De burgemeester, de heer M. Fern- hout heeft namens het college zijn har telijke gelukwenschen aangeboden en de hoop uitgesproken, dat de Zangver- eeniging ook in de toekomst veel ter verhooging van het cultureele leven te Middelburg doen moge en haar goeden naam moge handhaven. De heer C. Wit, inspecteur van het L. O., bood namens het rijksschooltoe- zicht zijn gelukwenschen aan. Ook namens verschillende deputaties van zangvereenigingen en andere ver- eenigingen, waarmede de zangvereeni- ging in relatie staat, werd het woord gevoerd, o.a. door mr. H. van der Beke Callenfels als voorzitter der Bachver- eeniging, den heer J. L. A. baron van Ittersum als voorzitter van de vereeni ging voor Instrumentale muziek, welke vereeniging altijd zulk een grooten steun biedt aan de Zangvereeniging door de begeleiding van de uit te voeren wer- j ken, al dan niet aangevuld door leden van de Arnhemsche orkestvereeniging, op zich te nemen. Vervolgens kwam een comité uit de getrouwe bezoekers der concerten na mens deze gelukwenschen aanbieden. De woordvoerder, mr. H. Pleijte, zeide, dat de bezoekers der concerten zich ge drongen gevoelden uiting te geven aan hun dankbaarheid voor het vele schoons, dat zij steeds genoten hebben. Zij wil den dit niet alleen doen door het zen den van bloemen en door het aanbren gen van een passende versiering bij de portretten van de vroegere dirigenten Ceulen, Kirrwald en Cleuver in de klei ne zaal, zij voelden behoefte ook nog op andere wijze hun dankbaarheid te too- nen. Namens een aantal bezoekers en vroegere bezoekers, bood spr. aan de vereeniging een bedrag in enveloppe aan. j De voorzitter, de heer Van der Leijé, j heeft de verschillende sprekers beant- woord en dank gebracht voor hun woor- den en wat deze soms vergezelde. Onder de zeer talrijke bloemstukken j waren er van den Commissaris der Ko ningin en mevrouw Quarles van Ufford; het gemeentebestuur van Middelburg, de N.V. Concert- en Gehoorzaal, de Arn hemsche orkestvereeniging, de bezoe- I kers der concerten, de leden der zang- vereeniging als hulde aan het bestuur, de Vereeniging voor instrumentale mu ziek, Sursum Corda, Soli Deo Gloria, Middelburgs Mannenkoor, zangkoor van Vrijzinnig Godsdienstigen, de Stem des Volks en Uit het VolkVoor het Volk. „DE KERSTTONNEN." In verband met de door de Padvin ders te voeren actie, welke niet is een Oudejaarsavondgave, doch bedoeld als Kerstgave, zal bij gunstig weer a.s. Don derdagavond een muzikale wandeling worden gehouden met een gedeelte van de Padv. Band, met medewerking van het Christelijk muziekkorps „Oefening na den Arbeid". Deze ommegang, die bedoeld wordt als een herinnering aan de „Kersttonnen", vangt aan om half 8 van bij den Buitentuin, Tramsingel en gaat langs de volgende route: Zand straat, Langeviele, Beddewijkstraat, Vlasmarkt, Markt, Noordstraat, Hof plein, Wagenaarstraat, Balans, Span jaardstraat, Singelstraat, Schuitvlot- straat, Rotterd. Kade, Bateauport, Rou- aansche Kaai, Bierkaai, Lond. Kaai, Houtkade, Turfkaai, St. Janstraat, Lan- gedelft, Kortedelft, St. Pieterstraat, Ba lans, Korte en Lange Burg, Markt, Lan geviele, terug naar het punt van uitgang. mraoraravia. tog (Slot volgt). ik je als man uit het volk, zou kunnen geven." Het meisje keek hem aan. „Maar één ding is er noodig.en dat heb je nog niet genoemd," zeide ze zachtjes. „Dat is al sedert dien nacht in de sneeuw je eigendom geweest," ant woordde Witham. Ze voelde hoe zijn vingers zich vaster om haar schouders klemden. Een oogenblik deed zijn greep haar bijna pijn, maar toen ze naar hem op keek, waren haar oogen zacht en glan zend van geluk. „Dan is alles, wat ik te geven heb van jou...." zeide ze. Witham trok haar naar zich toe en sloeg zijn armen om haar heen. Dood stil was het in de hall, door de massieve kamerdeuren drong het praten en lachen in de eetkamer slechts gedempt tot waar zij stonden door. Maar nff een paar minuten maakte het meisje zich zachtjes los en keek half-verlegen naar hem op. „Waarom heb je zoo lang gewacht?" „Dat weet je wel," antwoordde Wit ham. „En ik heb gelijk gekregen, 't is beter zoo geweest". „Ja," antwoordde Maud zacht. „En nu kan ik je ook vertellen, dat ik nader hand blij was, dat je volgehouden hadt en weg was gegaan maar als je me 't toen gevraagd hadt, dan had ik je niet geweigerd. Een minuut of tien later kwam miss Barrington de hall in. Na een snellen blik op Witham boog ze zich naar haar nichtje toe en kuste haar hartelijk. Toen keerde ze zich tot den jongen man. „Mijn broer heeft naar je ge vraagd", zeide ze. „Wil je nu even mee gaan? Witham liep achter haar aan de trap op en de gang door. Na even kloppen deed ze de deur open van een groote kamer, waar Colonel Barrington, tot Witham's verwondering, op een rust stoel lag. Maar Witham schrok, toen hij de verandering in het uiterlijk van den Silverdaleschen leider zag; zijn ge zicht was mager en bleek, zijn lichaam leek tengerder, zijn borst smaller dan vroeger, de hand, die bij Witham toe stak, trilde hevig. „Prettig, dat je weer thuis bent, Lance", zeide hij, „Ze hebben me ver teld, dat je met die meelfabrieken bij Winnipeg wonderen verricht hebt jij bent werkelijk de eerste zakenman in onze familie. Zooals je ziet, voel ik me den laatsten tijd niet goed, ik ben moe en zwak." „Ik had gedacht u in bed te vinden prettig dat u alweer op kunt staan, sir", antwoordde Witham rustig. „Maar ik moet u aan iets herinneren, dat ik u den avond van mijn weggaan, ver teld heb." Barrington keek hem vragend aan, toen maakte hij een ongeduldige bewe ging met zijn handen. „Ja, 't was iets onplezierigs, dat herinner ik me wel., m'n geheugen is niet meer wat 't ge weest is.... maar mijn zuster heeft je vergeven. En dat is me genoeg. Hier :'r, Silverdale heb je veej voor ons gedaan en in Winnipeg, heb je eveneens ge toond, w,at je kon. Dat is iets, wat me eiken dag weer genoegen doet. Wat ik zeggen wilde, 't wordt tijd, dat je de leiding hier van mij overneemt!" Witham keek Miss Barrington aan; als eenig antwoord glimlachte ze ver drietig. „Prettig voor me, dat u 't zelf ter sprake brengt, sir", zeide hij. „Ja, mijn plan is om hier in Silverdale te blijven en dat brengt mij op het'jjfëeh ik u te vragen heb." Bij 't hooren van de woorden leek het, of Barrington wat helderder van begrip werd.. Op zijn oude, scherpe ma niet stelde hij den jongen man eenige vragen, en pas, nadat deze bevredigend beantwoord w,aren, knikte hij toestem mend. „Zoo", zeide hij toen. „Ja.... ze is een flink meisje, flink en lief, net wat jij hebben moetin alle opzichten zou 't een uitstekende oplossing zijn. Zou je haar even willen laten halen?' Een paar minuten later ging de deur open en kwam Maud met glanzende oogen en een warmen blos op haar wangen de kamer binnen; Barrington keek haar glimlachend aan. „Ik wensch je van harte geluk, kind lief ik kan je niet zeggen, hoeveel genoegen me dit doet", zeide hij. „Een paar jaar geleden zou ik je niet aan Lance toevertrouwd hebben, maar hij heeft zich schitterend gerehabiliteerd. Ik heb ongelijk gehad en ik hoop, dat Een aantrekkelijke etalage. In de etalage van de Zeeuwsche Ko lenmaatschappij ziet het er thans heel anders uit en de wandelaars in de Lan- gedelft werden gisteren getrokken door tal van voorwerpen, die vervaardigd zijn op de slöjd-cursussen voor werkloozen en die nu door de welwillende medewer king van den heer Wessels fleurig zijn opgeschikt als propaganda voor steun aan dit werk onder de werkloozen, waarvoor a.s. Zaterdag een bloempjes dag wordt gehouden. Het nut van het ontwikkelings- en ontspanningswerk zal wel door niemand, die er van nabij ken nis mede maakte en van hen, die nu deze resultaten zien, ontkend worden en daarom zullen zeker velen een bloem pje koopen en zoo een steentje bijdra gen voor het voortzetten van dit werk. CAESAR OF CHRISTUS? Getuigenisavond van „Kerk en Vrede". Dinsdagavond werd in „Schutterhof" een openbare vergadering gehouden, uitgaande van „Kerk en Vrede". Eerste spreker was ds. A. J. Warte- na van Zevenaar, die sprak over „Evan- lie en Staat". Spr. wees er op, dat men in de advent is. Straks zal bij velen vreugde heerschen over de komst van Christus, den Koning van het Godsrijk voor Wien eens a'.ler knie zich zal bui gen. Maar als bij een stormvlaag, die in een feestzaal binnenslaat, zoo worden wij in deze dagen opgeschrikt door de vraag: Caesar of Christus? De Caesar, aldus spr., is met het heidensche, Ro- meinsche rijk niet verdwenen. Telkens steken de Caesars hun hoofd weer op. Spr, haalde uitspraken van Hegel, e.a. aan, die den Staat als hoogste gezag stelden. Dit raad schoot welig op zon der dat liet christendom zich er voldoen de rekenschap van gaf. We keeren daar mede tot het heidendom terug. In Rus land, Ita ië en Duitschland, zien we daar de duidelijkste uitingen van, doch in werkelijkheid kan nien in eiken Staat geheel over de inwoners beschikken, zelfs al zou dit op een wijze zijn, die met het evangelie in strijd is. Waar blijft, vroeg spr., de vervulling van Christus woord: geef den keizer wat des keizers en Gode wat van God is, als de keizers ons lichaam en ziel vraagt?" Wien zult ge kiezen, vroeg spr. ver der, Caesar of Christus? En hij ant woordde: kiest Hem, die gezegd heeft: „wie zijn leven zal willen behouden, zal het verliezen, maar wie het ver iezen zal om mijnentwil, die zal het behouden". Dr. J. Riemens van Leiden, sprak hierna' over: „Evange ie en Oorlog". Spr. begon met erop te wijzen, dat uit de profetiën van Jesaja, als hij de komst van Christus voorspelt, telkens weer naar voren komt, dat Christus de vrede vorst zal zijn. En in zijn leven op aarde bewees Christus ook vredevorst te willen zijn. Symbolisch deed hij op een muilezel, het dier van den vrede, zijn intocht in Jeruzalem; hij sprak „zalig zijn de vreedzamen", en zeide, dat men zeven maal zeventig maal Vergeven moet. Ook in de bergrede was hij de vredevorst. In kleinen kring, aldus spr., is men ook voor den vrede, maar de vredevorst zegt, die vredesgezindheid moet er ook zijn in grooteren kring. Maar eigenaar dig is, dat men, hoe grooter de kring wordt, meer begint te weifelen. Zoo is het in de politiek en zelfs in de kerk. Zoo heeft men er dit op gevonden, dat Christus die vredesgedachte meer heeft bedoeld voor die kleine groepen in Gali- lea. En zoo hebben de christenen ook een schutting om Christus getrokken, waarbinnen zijn woord regeert. Daar buiten regeert de staat. Maar in het hij me m'n wantrouwen vergeven zal. Jullie samen zult Silverdale beroemd maken en dan nu ik weet, dat ik er gauw niet meer zal zijn, om voor je te zorgen, is 't bepaald een troost, dat je een man van je eigen stand ge kozen hebt. Al hebben we fouten, en al begaan we misslagen, 't bloed ver loochent zich nooit." Witham keek Miss Barrington aan. Haar oogen schoten vol tranen en hij voelde, dat hij zelf een kleur kreeg. Maar tegelijk voelde hij de hand v,m Maud op zijn arm; de zachte druk van haa vingers dwong hem, mede te gaan, toen ze hem, op een wenk van haar tante, mee de kamer uitnam, Bullen op de gang nam ze zijn gezicht tusschen haar beide handen en trok 't zachtjes naar het hare toe. „Vergeet het, liefste, want hij heeft ongelijk. Als jij Lance Courthorne ge weest was, zou dit nooit gebeurd zijn." „Neen, misschien niet") antwoordde de jonge man ernstig. „Maar toch heeft hij in sommige opzichten gelijk.... denk je heusch tevreden te kunnen zijn met Witham, den prairieboer?" Met een gelukkige uitdrukking in haar oogen legde Maud haar wang te gen de zijne. „Ja", zeide ze eenvoudig, „wat is een Courthorne, wat is n,aam en stand, vergeleken bij zijn persoon lijkheid, bij hem!" EINDE.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 7