ÖE VREEMDELING VA mmmtn. KRONIEK van den DftCL ZEELAND. ©JpBE-L TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 11 DECEMBER 1934. No. 292. MIDDELBURG, OP GOEDE ZEEP STAAT! - a'- Het Duitsche bedrijfsleven Gedwongen verkorting van den werktijd De moeilijkhe den stapelen zich op Verla ging van S,A.-salarissen Een merkwaardig plannetje van dr. Schacht. Het Rijksbureau voor de Statistiek in Duitschland heeft dezer dagen enkele cijfers gepubliceerd, die een sombere taal spreken omtrent het Duitsche be drijfsleven. De aan zekerheid grenzende vermoedens, dat het met dat bedrijfsle ven, alle beweringen van sommige nazi propagandisten ten spijt, bedenkelijk ge steld zou zijn, worden er als t ware officieel door bevestigd. Men verneemt thans, dat het aantal werkuren in de textielindustrie in October j.l. slechts 60.4 pet. der theoretische capaciteit be droeg, tegenover 65.7 pet. in Juni, In de automobielindustrie daalde dit percenta ge in dezelfde periode van 67.3 op 59.8 pet. en in de weeldeartikelen-industrie bedroeg het in October nog slechts 40.2 pet. In de tabaksindustrie en in het brouwerijbedrijf echter nog 72.4 pet. Diverse andere landen zullen er zeer zeker niet veel beter aan toe zijn. Maar, daar heeft men nooit hoog opgegeven van een vermindering der werkloosheid gedurende de laatste jaren. In Duitsch land echter wel. Te pas en te onpas kon men in de redevoeringen van minister Goebels en anderen beluisteren, dat het nieuwe régime er in geslaagd was, de werkloosheid tot minder dan de helft van haar vroegeren omvang terug te brengen. Op papier was dit inderdaad het geval, maar er is dikwijls genoeg gewaarschuwd, dat bij de manier van werkloosheidsbestrijding zooals die in Duitschland werd toegepast, het eind de lasten zou te dragen krijgen. Men heeft een aantal menschen aan het werk ge holpen, door de loonen te verminderen, zoodat de bedrijven, zonder dat hun loonbudget veel hooger werd, toch meer menschen arbeid konden verschaffen. Dit hoeft in tijden van nood, geen slech te politiek te zijn, mits er dan maar ma teriaal is om den arbeid ook werkelijk mogelijk te maken. Maar daaraan be gint het nu juist te ontbreken. Duitsch- lands noodlottige oeconomische politiek heeft tot een tekort aan grondstoffen geleid voor verschillende bedrijven, om dat men niet meer kon importeeren. Hierdoor moet nu in verscheidene in- dustriën verkort gewerkt worden. De moeilijkheden waar men mee te kampen heeft, zijn dus goeddeels van financieelen aard. Er is geen voldoende geld beschikbaar, om in het buitenland de dingen, waar men behoefte aan heeft, te koopen. Toen de nazi's aan het be wind kwamen, zijn ze begonnen de grenzen van Duitschland voor buiten- landsche goederen zooveel mogelijk te sluiten. Dat had tengevolge, dat het buitenland op zijn beurt veel minder van Duitschland ging koopen, zoodat er tenslotte geen voldoende deviezen meer in het land kwamen, om de grondstof fen, die men zelf niet heeft en dus elders moet betrekken, te betalen. De Duitsche regeering staat nu voor zeer groote moeilijkheden. Haar werk- loosheidspolitiek heeft schatten verslon den en blijkt nu niet het beoogde resul taat te zullen brengen. Tot oyermaat van ramp zal er binnenkort niet veel geld, meer voor nieuwe experimenten beschikbaar zijn. De credieten, die eer tijds werden opgenomen, moeten in 1935 worden afgelost. Dat loopt in de honderden millioenen. Tenslotte brengt de verkorting van den werktijd mede, dat er grooter bedragen voor steunver- leening noodig zullen zijn. Waar er van de minimale loonen niets meer af kan en dat is bijna overal het geval zal het Rijk immers dienen bij te springen. door H. BINDLOSS 108). „Ik geloof niet, dat je gelijk krijgen zult, en daarom spijt het me werkelijk, dat je oom niet thuis is," zeide ze. „Na tuurlijk konden we op den brief van mr. Witham geen weigerend antwoord sturen, maar dat neemt niet weg, dat 't onderhoud verre van gemakkelijk zal zijn. Alles, wat wij door onze houding of door onze woorden beloven, zullen de menschen hier moeten nakomen en om voor Silverdale te moeten beslissen. heusch, die verantwoordelijkheid voel ik als te groot." Ze nam haar brief, dien ze in dien tusschentijd gevonden had op, en ging de kamer uit. Maud bleef met een ernstige uitdrukking op haar gezicht voor zich uit zitten kijken. Ze kende hare tante en daardoor wist ze, dat de woorden van zooeven een waarschuwing voor haar geweest waren. De welvaart van Silver dale had haar altijd na aan 't hart ge legen en nu werd ze opeens voor een keuze gezet, öf ze moest datgene, wat haar nog oneindig veel meer waard was, opgeven, óf ze moest haar trots ver zaken en zelf de eerste poging tot toe nadering doen. Onbeweeglijk bleef ze zitten, tot ze na een poos, die haar een Gister werd gemeld, dat er plannen zijn, om een drastische verlaging toe te passen, op de salarissen van de officie ren der S. A. Ook daaruit blijkt, dat het water tot de lippen is gestegen. In de rijen der S. A. heerscht reeds heel wat. ontevredenheid. Tegen die ontevreden- j heid in nu, gaat men de salarissen be- snoeien. Daar kan niets anders dan Bit- tere, bittere noodzaak achter zitten, Dr. Schacht, de minister van econo- i mische zaken en president van de Rijks- J bank, zint voortdurend op middelen, om de moeilijkheden het hoofd te bieden, Veel resultaat heeft dat tot dusver niet opgeleverd. De mogelijkheden, om de berooide schatkist te hulp te komen, schijnen welhaast uitgeput. Men begint zijn toevlucht te nemen tot lapzalven, die vaak wel heel merkwaardig zijn, maar niet bijster doeltreffend lijken. Een dezer is een plannetje, om een soort van Ieeningsfonds te vormen. Dr. Schacht heeft een dezer dagen bepaald, dat alle winsten van ondernemingen, die meer dan 6 of 8 procent bedragen (al naar mate zij vorige jaren uitkeerden) in gemeente- of rijksleeningen moeten wor den belegd. De aandeelhouders derven deze winst echter niet voorgoed. Over vier jaar zal het potje van de aldus ver kregen obligaties aan de aandeelhouders ten goede komen. Zij moeten dus een beetje geduld hebben. Dr. Schacht denkt op deze wijze een leeningfonds van 40 millioen bij elkaar te krijgen en wil dat dan bezigen om er nieuwe credieten voor werkverschaffing uit te verstrek ken. Het economische leven zal zoo doende geprikkeld worden, aldus dr. Schacht, en dus meer rendement afwer pen, hetgeen het potje dan weer ten goe de moet komen. Dat zou dan dus een soort van versneld perpetuum mobile beteekenen. Men kan echter vragen, waar eerst het geld vandaan moet ko men, om de werkverschaffing op liet huidige peil te handhaven. Het zal zeer 3e vraag zijn, of de 40 millioen niet wor- den opgeslokt door maatregelen ter handhaving van dat peil. Verordening regelende rangen enz. van politiepersoneel. De Verordening regelende de ran gen enz. van het Politiepersoneel, zoo als die werd vastgesteld in de Raads vergadering van 29 Augustus jl. heeft een correspondentie tusschen den Com missaris der Koningin en het gemeen tebestuur tengevolge gehad en nu zal naar het zich laat aanzien, de Kon. goedkeuring op de onderhavige veror dening niet vóór 1 Januari kunnen wor den verkregen, en daarom hebben B. en W. thans de bepaling opgenomen, dat de verordening in werking treedt op meergenoemden datum, zulks in verband met de omstandigheid, dat de tijdelijke korting op de wedden van het Politiepersoneel slechts geldt tot 1 Januari en inwerkingtreding van de verordening na dien datum zou betee kenen dat de wedden gedurende dat tijdvak zonder korting zouden moeten worden uitgekeerd, wat de toestand van de gemeente-financiën niet gedoogt Tegen deze handelwijze kan, naar het gevoelen van B. en W. geen bezwaar bestaan, omdat naar hunne bedoeling het Raadsbesluit tot bekrachtiging der ontwerp-verordening zal kunnen wor den genomen vóór den dag van inwer kingtreding en dus dan van eene vast stelling met terugwerkende kracht geen sprake zal zijn. Het komt B. en W. voor, dat de wij zigingen, die de verordening heeft on dergaan in verband met bovenvermel de briefwisseling, geen verdere toelich- eeuwigheid toeleek, den klopper van de buitendeur hoorde. Met een gevoel, of al 't bloed uit haar gezicht wegvloeide, stond ze op ,tcen ze lichte voetstappen de trap hoorde opkomen. Onderwijl stonden de beide mannen, die door het dienstmeisje binnengelaten waren, bij de fel-brandende kachel be neden in de hall te wachten, tot ze weer beneden kwamen. Na een paar minuten zagen ze haar de trap afkomen. „Colonel Barrington is op reis, maar Miss Barrington en Miss Maud zijn thuis," kondigde ze aan. „Miss Maud laat vragen, of u boven wilt komen, ze is in de kleine zitkamer." „Wist je, dat Barringtong er niet was?" vroeg Witham zacht aan Dane, toen ze bezig waren om hun bont-jas en bonten beenstukken over den grooten kleeren-standaard in den hoek van de hall op te hangen. Dane keek hem wat onzeker aan. „Ja. feitelijk wel", antwoordde hij. „Dan begrijp ik niet", zeide Witham koel, „dat jij me van te voren niet be hoorlijk gewaarschuwd hebt". Dane kleurde, maar hij bleef Witham aankijken. „Hoor eens", zeide hij, ter wijl hij hem met een overredend gebaar de hand op den schouder legde, ,,'t is waar, dat ik dit opzettelijk verzwegen heb, maar voor die handelwijze had ik mijn reden. Luister nu nog eens voor het laatst naar me, Witham. Ik ben niet blind en wat de andere menschen be ting behoeven, met uitzondering even wel van die betreffende de jaarwed den van het geheele personeel, bene vens kleeding en rijwieltoelage voor de inspecteurs, overwerkvergoeding voor de agenten en de wijziging, die door B, en W. werd aangebracht naar aanleiding van aanneming van 't amen dement van mevrouw Weijl, inzake de vergoeding voor ziekenhuisverpleging. Om met het laatste te beginnen wijzen B. en W. erop, dat door de nieuwe redactie van dat punt de rechten van nieuwe agenten, zooals zij door hen waren gedacht voor al het personeel, zijn ingekort. De redactie luidde vol gens hun voorstel: „Is in zoodanig ge val opneming in een ziekeninrichting of sanatorium noodzakelijk, dan ver goedt de gemeente bovendien de kos ten van verpleging in die inrichting of dat sana.torium" doch door het weg vallen daarvan en vervanging door de redactie van het amendement Weijl, luidende: „Aan de agenten, die op den dag van vaststelling dezer Verordening in haar dienst zijn, vergoedt de ge meente, indien voor hen opname in 'n Ziekenhuis of Sanatorium noodzakelijk is, ook de kosten van verpleging in die inrichtingen" zullen dus agenten, die aangesteld worden na den datum van vaststeling der verordening, bij een dienstongeval, niet in het genot kunnen worden gesteld van verpleging in een ziekennrichting of sanatorium voor rekening van de gemeente. B. en W. meenen, dat zulks de be doeling van de voorstelster niet is ge weest, en daar zij bovendien prijs stel len op eene regeling, zooals die door hen aanvankelijk was gedacht, hebben zij de oude redactie hersteld en de ge dachte, zooals die was belichaamd in het amendement Wieijl, welke in feite een overgangstoestand bedoelde te re gelen, opgenomen onder de overgangs bepalingen, hetgeen hen juister voor komt. Bij schrijven van Juli jl. heeft de Mi nister van Binnenlandsche zaken o.m. bericht, dat, naar zijn gevoelen, de tijd is gekomen om met het stelsel van tij delijke kortingen te breken en dat tot definitieve herziening van de bezoldi ging dient te worden overgegaan. Naar de meening van den Minister zou de bezoldiging van het Politiepersoneel als volgt kunnen worden geregeld: inspec teur eerste klasse f 2500f 3100 (thans f 2600f 3200); inspecteur tweede klas se f 1800—f 2200 (f 1800—f 2300); hoofd agent f 1800—f 2000 (f 1924—f 2132); agent f 1400—f 1800 (f 1560—f 1872). Rekening is gehouden met maximum pensioenverhaal van 10 pet. Over deze regeling en tevens over eene vermindering van de kleeding- toelage alsmede, afschaffing van de rijwieltoelage van de inspecteurs en vervallen van de vergoeding voor ex tra diensten van het agenten-personeel, is het oordeel der organisaties gevraagd en, al was het georganiseerd overleg nog niet geregeld, ook vertegenwoor digers der organisaties (van iedere twee en een. hoofdbestuurder) op 30 November in de gelegenheid gesteld de bezwaren mondeling toe te lichten. Inzake de bezwaren over te lage sa larisnormen, deelen B. en W. mede, dat zij na ampele overweging gemeend heb ben in de door hen ontworpen verorde ning het door den minister aangegeven minimum van f 1400 voor de agenten te moeten aanvaarden; te eerder von den zij daartoe vrijheid, waar geen der tegenwoordige titularissen de mi mimum-wedde geniet. Een berekening heeft doen zien, dat de inkomsten der agentn niet veel zullen verminderen, omdat allen het maximum salaris ge nieten. Zelfs wordt het maximum, dat nu netto f 1619.28 is, verhoogd tot treft.zooals ik je al gezegd heb, willen die je hier per sé terug hebben. Kun je dien vervloekten trots van je nu niet eens een avondje vrijaf geven en aan nemen, wat je geboden wordt?' Met een ongeduldig schouderophalen keerde Witham zich van hem af, maar toen hij even daarna opkeek, stond zijn gezicht vermoeid en neerslachtig. „La ten we niet weer opnieuw beginnen. Je weet toch immers, dat mijn besluit onherroepelijk vaststaat. „Goed dan," antwoordde Dane nu ook op zijn beurt neerslachtig. „Ik heb gedaan wat ik kon. Ga jij nu naar bo ven om met Miss Barrington te ver tellen, ondertusschen verdwijn ik naar den stal om die zwakke plek in de eene streng te repareeren." „Dat tuig kan best wachten", vie? Witham uit. „Jij gaat netjes met me mee." Maar Dane was bij de zijgang, welke naar den stal voerde. „Waarachtig niet. Ga jij maar alleen; na jouw weigering van zooeven help ik je met geen hand meer." Nog even knikte hij Witham ze gevierend toe, toen was hij verdwenen. Een paar minuten later deed Witham de deur van de kleine zitkamer open. Bij zijn binnenkomen stond Maud uit haar stoel op en noodigde hem met een gebaar uit om te gaan zitten. Oogenschijnlijk heel kalm voldeed Wit-j ham aan haar onuitgesproken verzoek i maar inwendig vroeg hij zich af, of 'e aan zijn gezicht zou kunnen zien, hoe f 1620, voor de hoofdagenten daaren tegen daalt het van f 1844,18 tot f 1800. Geen bezwaar zien B. en W. er in als een hoofdagent als aanvang hetzelfde heeft als het maximum van een agent, doch de wedderegeling van de hoofd-' agenten zal van zeer korten duur zijn, daar bij de voorgenomen reorganisatie die, naar B. en W. hopen, in de eerste helft van 1935 haar beslag zal krijgen, de functie van hoofdagent zal verval len. De bestaande periodieke verhoogin gen zijn voor agent: 3 2-jaarlijksche van f 1 per week en 3 éénjaarlijksche van f 1 per week, maximum te bereiken in 9 jaar. Voor hoofdagent: 4 éénjaarlijk sche verhoogingen van f 1 per week, maximum dus in 4 jaar. B. en W. stel len nu voor aan de agenten 8 jaarlijk- sche verhoogingen van f 50 te verlee- nen en aan de hoofdagenten 4 jaarlijk- sche. De vergoeding voor overuren is thans zóó in de ontwerp-verordening geregeld, dat in de eerste plaats ver goeding daarvan geschiedt door toeken ning van gelijkwaardige vrije uren en wanneer dat niet mogelijk is een gel delijke vergoeding wordt gegeven. Het kan voorkomen, dat voor herstel van een fout of verzuim overwerk moet worden verricht en eveneens in het ge val als bedoeld in art. 217 van de ge meentewet, doch dan is er naar de meening van B. en W. geen reden deze uren terug te geven in den vorm van vrije uren of in geld uit te betalen. Evenmin als voor de agenten en hoofdagenten zien B. en W. reden om de normen van de Inspecteurswedden te verhoogen. De inspecteur eerste klasse zal hebben f 2795.50 netto en nu f 2779. Voor wat betreft de verlaging van het minimum salaris geldt hier evenzeer, dat men zich bij de benoe ming op dat salaris kan instellen. In de functie van inspecteur tweede klasse bestaat thans een vacature, zoodat de nieuw te benoemen inspecteur zich on middellijk op de uit zijn betrekking te verkrijgen inkomsten kan baseeren. 't Voorstel nopens vermindering van de kleedingtoelage kan geen verandering ondergaan, omdat deze toelage onaf hankelijk van het salaris moet worden beschouwd, en daling van de kleeding- prijzen de verlaging wettigt. Ten slot te stellen B. en W. voor te bepalen, dat de inspecteurs van gemeentewege van een dienstrijwiel zullen worden voorzien op dezelfde wijze als thans ten aanzien van de agenten geschiedt. Benoemingen. Voor voorziening in twee periodieke vacatures in het bestuur der Godshuizen luidden de aanbevelingen: L. Onderdijk, aftredend en H. Oldeman, H. J. Vroom, aftredend en G. M, Mes. Voor drie periodieke vacatures in het Burgerlijk Armbestuur, luidt de aanbe- vel ng: A. D, Littooij, P. M. Baijens en dr. H. Reilingh, allen aftredend en voor de voorziening in eene periodieke vaca ture in de Comm'ssie van Toezicht Avondschool voor N.O.: A. Heijboer, af tredend en G. Hollema, Opneming kasgeld. Daar de begrooting 1935 niet meer voor 1 December a.s. zal kunnen wor den behandeld, stel en B. en W. nu reeds het besluit te nemen inzake op name van kasgeld in 1935 en wel ge heel gelijkluidend als het besluit voor 1934. Een zee-arend op Walcheren, Twee jongelui, die er in hun vrijen tijd op uittrekken om te genieten van alles wat de natuur biedt, deel den ons mede, dat zij Zater dag een zee-arend met een groote vlucht op Walcheren een zeldzame verschijning hebben waargenomen. (Ing. Med.) fel zijn hart bonsde. „Ik vind het heel prettig, dat u me heeft willen ontvangen", begon hij. ,,'t Zou jammer geweest zijn, als ik weg had moeten gaan zonder u en uw tante voor al uw vriendelijkheid dank te zeggen. En nu kreeg ik zooeven van üw dienst meisje te hooren, dat Colonel Barring ton op reis was ik wist 't niet.... werkelijk niet. Ondanks de spanning, waarin zij ver keerde, moest het meisje even lachen. „Anders was je allicht niet gekomen' En dan zoudn wij niet in de gelegen heid geweest zijn om je met je vrijspraak geluk te wenschen. Zooals je ziet, breng ik 't ter sprake...." ,,'t Is voor mij prettiger, zooals het nu gegaan is", gaf Witham rustig ten antwoord, „maar feitelijk had 't recht z'n loop moeten hebben. Dat mijn vrij-( spraak zoo spoedig gevolgd is, heb ik. hoofdzakelijk aan die laatste verkla ring van Courthorne te danken èn aan 't feit, dat de politie er blijkbaar niet veel voor voelde, om de eerste quaestie nog eens op te halen. Natuur lijk had ik het zelf kunnen doen, maar na hetgeen, dat u van me weet, zult u dat wel niet verwacht hebben." Maud begreep, dat nu het oogenblik om haar eerste poging te wagen geko men was; voor het uiterlijk heel kalm keek ze hem aan, maar haar handen die in haar schoot lagen, hield ze ner-j veus ineengeklemd, „Neen", zeide ze, „dat zou ik zeker van niemand, wie Zij hoopten dat men het dier met rust zal laten en zal toonen dat ook jegens dieren, die Zeeland's tuin tot verblijf 'kiezen, de Zeeuw gastvrij is. De Vereeniging tot bezoeken der armen, heeft 525 van het Schorerfonds ontvangen. DE GEMEENTEBEGROOTING. Verslag vooronderzoe, Volgen.3 het rapport betreffende het onderzoek der gemeente-begrooting voor 1935 deelde de voorzitter mede, dat, mede naar aanleiding van met Ged. Staten gevoerde correspondentie, een salaris- en loonherziening in overweging is, en dat de verschi.lende commissies voor georganiseerd overleg hierover al reeds vergaderd hebben. Intusschen is de wenschelijkheid gebleken om nog na der overleg te plegen. Daar de plannen van B. en W. derhalve nog geen vasten vorm aangenomen hebben, achtte het genoemd college het beter deze aange legenheid thans te laten rusten ver trouwende dat de raadsleden zich hier mede zullen kunnen vere enigen. Bi) de a'gemeene beschouwingen heeft een der leden o.a. de vraag gesteld of het nu inderdaad nood'g is, dat Vlis- singen onder de noodlijdende gemeenten komt. Hij wees er op, dat B. en W. het batig s'ot van den gewonen dienst van 1933 slechts voor de helft op de begroo ting voor 1935 hebben gebracht en de andere helft voor 1936 wenschen te be- siemmen. Hij zou als steeds het geheele batig saldo willen overbrengen. De in komsten zouden dan met 47.000 ver hoogd kunnen worden, waarbij dan komt 15.000 uit de regeling inzake de gas- kwestie en dan nog de salaris- en loons- ver'aging, waardoor z.i. de begrooting sluitend is te maken zonder extra-bij drage v. d. regeering. Dit lid wenscht zoolang mogelijk baas in eigen huis te blijven. Kan een beroep op de regee ring in 1936 niet meer voorkomen wor den, dan zal men zich daar té zijner tijd bij moeten neerleggen. Een der andere leden wees er op, dat men van de zijde van de regeering en Ged. Staten steeds verrassingen kan verwachten, daar de regeering piet steeds dezelfde lijn volgt, het is thans niet mogelijk verder vooruit te zien, dan dan ook verwacht hebben. Maar blijk baar schep jij er 'n zeker genoegen in, om verder te gaan dan strikt noodig is. Waarom wl je hier weg?" „Omdat ik heel arm ben", antwoord de Witham. „Om hier in Silverdale te wonen, moet je over voldoende geld middelen beschikken." „Maar die toestand is feitelijk je eigen schuld", zeide het meisje met een glimlach, die heel wat van haar zelf- beheersching eischte. ,,'t Schijnt, dat jij armoede boven iets anders ver kiest.... maar dit zeg ik je, één kans in Silverdale zul je hebben. Vóór dat zonderlinge legaat was 't land en de boerderij van Courthorne mijn eigen dom; nu, na zijn dood, vervalt het weer aan mii. Hem ben ik niets schuldig, want 't is niet als geschenk van hem, dat ik het aanvaard. Wil je hier blij ven als mijn pachter, op cindities, die door Dane en Macdonald vastgesteld zullen worden? Mijn oom heeft het te druk om dit ook nog op zich te kun nen nemen." „Neen", antwoordde Witham met 'n stem, die ondanks zijn groote zelfbe- heersching even trilde. „Geloof me, 't zou moeilijkheden met uw vrienden hier geven." „Wat?"' zeide Maud verbaasd. „En die hebben je zelf gevraagd om hier te blijven?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5