HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
SPORT.
ZEELAND.
DUBBEL ZUIGVERMOGEN - NEDERLANDSCH FABRIKAAT.
LAAGSTE PRIJS - BUITENGEWONE CONDITIËN,
VRAAG DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE Mij
HONDERD JAAR
ZANGVEREENIGING.
zich reeds bijna 50 pet. der suikerpro
ducenten zou hebben aangesloten. Dit
plan beoogt de saneering van de sui
kercultuur binnen enkele jaren, waar
bij begonnen zal worden met een snel
le en gereglementeerde inkrimping van
den aanplant in samenwerking met de
regeering. Ook zou weder een verkoops
organisatie worden ingesteld. Nader zal
moeten blijken, of dit plan voor de
Java-suikercultuur in haar geheel een
basis biedt, waarop de nu eenmaal on
vermijdelijke reorganisatie zich zal kun
nen voltrekken.
Aandeelen Koninklijke Petroleum
zijn nagenoeg niet in koers veranderd
al stelde het teleur, dat na de berichten
over een beëindiging van den benzine
oorlog nieuwe prijsverlagingen door de
Standard Oil en de onafhankelijke
maatschappijen wijzen op een voortdu
ren van den strijd in belangrijke ge
bieden der Ver. Staten. In indusTriëele
waarden ging zeer weinig om en de no
teeringen fluctueerden slechts met en
kele percenten. Nieuwe factoren de
den zich hier dan ook niet gelden.
Op de beleggingsmarkt waren bin-
nenlandsche staatsfondsen en gemeen-
teleeningen goed prijshoudend. Het
feit, dat de nieuwe leening 's-Graven-
hage, die grootendeels voor conversie
bestemd is, niet geheel kon worden
geplaatst, moet wel worden toegeschre
ven aan de uitgifte boyen pari, die voor
beleggers minder aantrekkelijk is. De
beleggingsvraag blijft overigens bevre
digend, ook voor pandbrieven, waarin
het aanbod tijdelijk de overhand had
gehad. Van buitenlandsche obligatiën
konden Belgische eenig herstel boeken,
dank zij de afsluiting van het interna
tionale crediet. Ook Fransche obliga
tiën trokken in koers aan. Duitsche
leeningen waren eveneens wat vaster,
op de betere beoordeeling van de in
ternationale politieke verhoudingen.
Ook de eerste indruk van de nieuwe
Clearing-overeenkomst tusschen ons
land en Duitschland is bevredigend,
vooral wat de mogelijkheid van be
spoediging der terugbetaling van de
achterstallige vorderingen betreft door
verhooging van het hiervoor te reser
veeren percentage. De regeling tot
beperking van het valuta-risico der
Marktvorderingen komt eveneens, zij 't
op beperkte schaal, tegemoet aan de
desbetreffende wenschen. Daarentegen
is het te betreuren, dat het niet gelukt
is, een regeling te treffen, die aan de
behoeften van den Nederlandschen tus-
schenhandel tegemoetkomt.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
A'dam Rubber 90%—91 89%-91
Hessa Rubber 89%—84%88.
Serbadjadi 60—5658%.
Deli Batavia Mij. 144%139%.
Senembah 125%—121—123.
H.V. „Amsterdam" 150—147%—152.
Koninkl. Petr 136%139134%.
Aku 32%—33%—31%.
Ford 226%—230.
Philips' 221%—218%.
Unilever 73%—71"%—72%.
Voetbaloverzicht,
Zeelandia trekt dezen Zondag naar
Breda om de club van dien naam aldaar
te bekampen. Als zij goed aanpakt kan
Zeelandia wel een puntje bemachtigen,
dunkt ons. Het behoort zeker niet tot
de onmogelijkheden. Normaal gespro
ken moet Vlissingen wel in staat geacht
worden Alliance te overwinnen. Óf het
dit werkelijk zal doen dient men af te
wachten. De wedstrijd De Baronie
Dosko is voor beide clubs van groot be
lang, om mede te dingen naar een cTer
Hoeveel waardeering ook de Zang-
vereeniging „Tot Oefening en Uitspan
ning" toekome voor wat zij voor de mu
ziek en daardoor voor de kunst in Mid
delburg gedurende de honderd jaren van
haar bestaan gedaan heeft, het is toch
niet juist te veronderstellen, dat door
haar oprichting de belangstelling voor
de muziek en haar beoefening werd ge
wekt. Zelfs niet als men dat bedoelt als
het wakker roepen van de schöone
slaapster, die, omdat zij tot activiteit
geen gelegenheid vond, langzaam inge
dommeld was.
Honderd jaar geleden bestonden hier
vereenigingen, die de beoefening der
muziek zich ten doel stelden. In 1826
was opgericht het Muzijkgezelschap
-„Uit Kunstliefde" en toen de Maat
schappij „Tot bevordering der Toon
kunst" gesticht werd, kreeg in 1829
Middelburg daarvan een afdeeling- Maar
deze vereenigingen waren in het bijzon
der ingesteld op de instrumentale mu
ziek. De anderen, die zich op koorgezang
toelegden, hebben het niet zoo lang uit
gehouden dat van haar bestaan ergens
melding gemaakt wordt. Ook in de kran
ten uit dien tijd vindt men niets, dat ons»
als herinnering daaraan helpen kan.
Verandering kwam door het initiatief
van Wilhelm Remigins Ceulen, die in
1833 de d'rectie op zich nam van een I
zangschool, eigenlijk geheel een private i
bovenste plaatsen. Het programma is
als volgt:
2e klasse AAllianceVlissingen; Bre
daZeelandia; TSCRBC.; De Baronie
—DOSKO.
3e klasse A: BreskensHulst; Axel
Sluiskil; Terneuzen 2Oranje.
3e klasse B; GoesHansweert.
HET 150-JARIGE OUDE MANNEN-
EN VROUWENHUIS.
Luisterijke viering.
Bij de viering van het 150-jarig be
staan van het Oude Mannen- en Vrou
wenhuis op de Heerengracht, waren gis
teren behalve de reeds genoemde per
sonen, nog aanwezig vertegenwoordi
gers van het Armbestuur te Heinkens-
zand, personeel van het bestuur der
Godshuizen, directrice en administrateur
van het Gasthuis, oud-leden van het be
stuur der Godshuizen, echtgenooten van
de leden en van oud-leden, vertegen
woordigers van de Geref. Diaconie, de
godsdienstonderwijzer, de heer Calliber.
Met de burgemeester was ock me
vrouw Fernhout medegekomen, alsmede
de beide wethouders en de gemeente
secretaris.
De voorzitter van het bestuur der
Goashuizen, de heer W. Berde-
r. is van Berlekom, heeft de
bijeenkomst geopend met een begroe
ting van alle aanwezigen.
Wij bevinden ons, aldus spr., hier in
de Mannen-eetzaal van het Gesticht,
thans in feest aula geschapen. Het is
dezelfde plaats, alleen was het toen
vrouwen-eetzaal, waar 150 jaar geleden
23 November 1784, de plechtige inwij
ding van het huis plaats vond.
Door droeve omstandigheden heeft het
bestuur geen gevolg kunnen geven aan
zijn voornemen om op 23 November de
herdenking te doen plaats hebben en
wanneer wij thans daartoe overgaan,
dan is het niet uit aandrang tot fees
telijkheid, maar wij zien het meer als
een plichtsvervulling, plicht om tol te
betalen aan traditie en historie.
In uw zeer gewaardeerde aanwezig
heid meenen wij een bevestiging van die
opvatting te mogen zien en in dien geest
heet ik u namens het bestuur der Gods
huizen hartelijk welkom.
Dit welkom "gaat zeer in het bijzon
der tot den Commissaris der Koningin
in deze provincie. Uw tegenwoordigheid,
M. de C., verhoogt niet alleen den luis
ter dezer herdenking, maar wij zien
daarin tevens een bewijs van belangstel
ling voor het huis en de verpleegden,
waarvoor ik u wel verzoek den dank
van het bestuur te willen aanvaarden.
En eveneens richt ik mij in het bij
zonder tot den burgemeester van Mid
delburg en tot mevrouw Fernhout. Ik
weet het wel, M. de B„ hoe groot zor
genkind de Godshuizen voor u zijn, maar
dat niettemin u, noch mevrouw een
oogenblik heeft geaarzeld om ons dit
blijk van sympathie en medeleven te
schenken, wordt door ons zeer buiten
gewoon gewaardeerd.
Ik zie ook heeren wethouders en den
secretaris en constateer met vreugde,
dat het college van B. en W„ waarmede
wij zoo'n „levendige" correspondentie
onderhouden, thans compleet in ons mid
den is.
Ik begroet dames regentessen en be
nut deze gelegenheid de dames, die zoo
voortreffelijk de huiselijke zaken in het
huis leiden, den dank en de hulde van
het bestuur over te brengen.
VELO ST
(Ingez. Med.j,
Ik begroet ook het Burgerlijk Armbe
stuur van Middelburg, commercieel ge
sproken, onze meest gerespecteerde en
levendige relatie, het A. K. armbestuur,
de armbesturen van elders, de diakoniën
van Middelburg, allen instituten, die ons
nu en dan wel hun patiënten willen toe
vertrouwen, en verder allen, die door
hun komst hier ons een bewijs van hun
vriendschap willen geven.
Bericht van verhindering is ingeko
men van mevrouw Quarles van Ufford
en van mevrouw Snouck Hurgronje, Van
der Bilt en van de heeren Herman Snij
ders en mr. G. J. Sprenger, oud-voor
zitters, en C. Boudewijnse, oud-bestuurs
lid, en van de armbesturen van Dom
burg en Ritthem. Allen zonden ons hun
beste wenschen; vele fraaie bloemstuk
ken werden ons deel. Ik hoop straks nog
gelegenheid te hebben daarover een
enkel woord te zeggen, maar thans ver
oorloof ik mij uwe aandacht te vragen
voor een korten terugblik betreffende
de geschiedenis van dit huis.
Rede Commissaris der
Koningin.
Nadat de heer Berdenis van Berle
kom ook zijn historisch overzicht, dat
meermalen de lachlust opwekte onder
applaus had beëindigd, nam de Commis
saris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quar
les van Ufford het woord en zeide
het op hoogen prijs te stellen een uit-
noodiging voor deze plechtigheid te
hebben ontvangen. Een bestaan van 1%
eeuw is voor een instelling als deze van
groote beteekenis. Het is spr. bekend,
dat het bestuur ook veel moeite en zorg
heeft gehad bij het beheeren van 't ge
sticht. Maar het kan overtuigd zijn van
de eerbied, die men heeft voor het
werk van zulkeen instelling, die het le
ven van de verpleegden zoo veraange
naamd. Spr. was 25 jaar geleden zelf
ook voorzitter van zulkeen instelling en
hij weet welke moeilijkheden men heeft
te overwinnen, en dat niet alleen finan-
cieele, maar ook vaak huishoudelijke.
Spr. zou hiermede kunnen eindigen,
als hem nog niet een opdracht was ver
strekt. Het mooie werk, dat hier ver
richt wordt, heeft in den loop der jaren
ook de belangstelling van de regeering
getrokken en namens den Minister van
Binnenlandsche zaken kan spr. mede-
deelen, dat het H. M. de Koningin be
haagd heeft den heer Berdenis van Ber
lekom te benoemen tot Ridder in de Or
de van Oranje Nassau (Luid applaus).
Spr. wenschte den heer van Berlekom
daarmede van harte geluk en hoopte,
dat ook de overige bestuursleden daar
in een hulde zullen zien voor hun ar
beid.
De v o o r z. zeide op deze huldiging
niet te zijn voorbereid. Hij bracht dank
aan H. M. de Koningin voor de hooge
onderscheiding, aan den Minister van
Binnenlandsche zaken, aan den Commis
saris der Koningin en aan den Burge
meester, die in deze hebben bijgedragen
om hem de onderscheiding te doen deel
achtig worden, waarin spr. ziet een hul
diging ook van vorige besturen en van
zijn tegenwoordige mede bestuurders.
Rede burgemeester.
Thans kwam de burgemeester
van Middelburg, de heer M. Fern
hout naar voren en begon met woorden
van gelukwensch voor de Koninklijke
onderscheiding, die den voorzitter deel
achtig is geworden.
Spr, bracht dank voor de uitnoodiging
aan hem en zijn vrouw gericht, omdat
het hem gelegenheid geeft niet alleen
uiting te geven aan zijne persoonlijke
gevoelens, maar daarbij ook de tolk te
zijn van het gemeentebestuur en naar
hij durft te veronderstellen van de ge-
heele burgerij.
Uit het intéressante overzicht, dat de
voorzitter wel heeft willen geven van
de geschiedenis van deze instelling, zoo
vóór als na hare vestiging 150 jaar ge
leden in dit gebouw en van den ontwik
kelingsgang van het hier verrichte werk,
is spr. gebleken, hoe veelvuldig en be
langrijk de bemoeiingen van de Stads-
regeering, met arbeid van dezen aard,
met deze stichting zélf in vroeger
en later tijd zijn geweest. Het spreekt
dus wel vanzelf, dat het Gemeentebe
stuur hier gaarne verscheen en dat het
iets te zeggen heeft.
Hier dringen zich, naast gevoelens
van voldoening over het heden, naast
wenschen en verwachtingen voor de
toekomst, ook en in het bijzondere ma
te op, gevoelens van groote erkente
lijkheid, voor het vele goede, dat de ge
meente in deze instelling, zóó lange tij
den heeft mogen bezitten. Het belang
rijk stuk sociaal werk, daarin beli
chaamd, ziet men zich ontwikkelen.
Maar, die ontwikkeling weet men toch
steeds gedragen en bevestigd, door een
eervolle geschiedenis. En die geschie
denis, gekenmerkt en gesierd door goe
de tradities.
Met waardeering denkt spr. aan het
trouwe beheer, tevoren door vele op
eenvolgende colleges van regenten
sedert 1864 ook door vele regentessen
en thans door de tegenwoordigen,
met accuratesse, met toewijding en be
leid gevoerd.
Dankbaar erkent men den zegen,
door de inrichting bereid aan zoo tal-
looze velen, die, den levensstrijd groo
tendeels gestreden hebbende, hier den
ouden, den dikwijls bezwaarlijken
ouden dag, mogen doorbrengen, van
goede en trouwe zorgen omringd.
De overweging van dit alles maakt,
dat Midelburg zich rijk gevoelt in het
bezit van dit instituut, dat het erfde
van een zorgzaam voorgeslacht.
Heeft dit Huis reeds lang bestaan,
het werd niet overbodig; het voorziet
ook nog in wezenlijk bestaande be
hoeften. Het beheeren van een instel
ling als deze legt aan de besturende
regenten en regentessen de zorg op,
voor het behoud van het historisch ka
rakter, maar toch óók de zorg, dat haar
leven zich niet vreemd houdt van, maar
zich aanpast aan het leven van elke
nieuwe periode. Die taak weet spr.,
wat het innerlijk leven der instelling
aangaat bij het bestuur in veilige han
den. Dat het haar verstaat ook wat de
uitwendige zijde betreft, ziet men uit
de door den president gememoreerde
verbeteringen in den loop van latere
jaren aangebracht. Spr. brengt het be
stuur voor die tot een goed einde ge
brachte voorzieningen hulde en dank.
Gelijk hij hulde en dank brengt voor
den tijd en de zorgen door allen aan
het Huis besteed. Met leedwezen ziet
het gemeentebestuur in het midden van
(Ingez. Med.l
onderneming, want zij werd in het huis
van Ceulen gehouden, de tafels, banken
en leermiddelen kocht hij zelf en wat er
over bleef, nadat alle uitgaven gedaan
waren, was dan ook voor hem. De baten
waren het lesgeld der leerlingen, dat
eerst f 36 per jaar was, maar reeds in
1835 op f 18 gebracht werd, vermoede
lijk uit overweging, dat het lesgeld te
hoog was en daardoor het aantal leer
lingen te klein werd- Toch deed Ceu.
len het niet heelemaal als een eigen
zaak; van het begin af stond de school
onder het toezicht van de binnen deze
stad gevestigde afdeeling van de Maat
schappij „Tot bevordering der Toon
kunst". Als we nu er op letten dat in
de lijst der handteekeningen, welke on
der het reglement van de in December
1834 opgerichte Zangvereeniging „Tot
Oefening en Uitspanning" ook de naam
van Ceulen voorkomt, dan ligt het voor
de hand dat zijn liefde voor de koorzang,
welke hem tot het oprichten van de
zangschool deed besluiten, ook de drang
geweest is die hem deed zoeken naar de
menschen, die met hem een zangver-
eeniging wilden oprichten. Hij vond er
achttien in een voor ons gevoel wel heel
wonderlijke verdeeling van zes dames
en met Ceulen mee 13 heeren. Het wa
ren de' dames C. D. de Wind, I. I. Lu-
teijn, P- I. Luteijn, M. Tak, L. L. Cats en
M. I. P. Dronkers en de heeren G. van
der Mieden van Opmeer, M. Fak Brou
wer, I. I. de Kanter, W. R. Ceulen, I.
Snijders, A. H. G. Fokker, Van Es, I. F.
Luteijn, Slicher van Domburg, A. I. van
Embden, I. W. Schuurmans, V. van Lis-
sa en Anthoni Tak.
De naam is geheel uit dien tijd, de
eerste helft der negentiende eeuw. Nu
zouden we zoo een naam niet meer kie
zen. Het is toch niet alleen maar een
naam. De oprichters drukten er door uit
wat zij eigenlijk bedoelden- Heelemaal
niet een groote vereeniging die zich toe
legt om concerten te geven voor het
publiek, maar een min of meer gezelligen
kring van menschen, die voor hun oefe
ning en tot hun ontspanning op geregel
de tijden samenkwamen om te zingen.
En dan niet eens zoo vaak. Zij stelden
vast dat de samenkomsten gehouden
zouden worden van September tot April
en dan slechts om de drie weken. Daar
na is het geworden 's Maandags om de
veertien dagen en nog later, vanaf 1866
eiken Maandagavond, maar dan begon
men eerst in October. De oefeningen
oiider leiding van Ceulen, die men den
eersten directeur zou kunnen noemen,
werden eerst gehouden in de lokalen
van den heer Stroecken, die woonde
in het huis, dat nu het hotel de Abdij
herbergt. Op 30 October 1839 werd
het concertgebouw op de Groenmarkt
nu de Statenzaal feestelijk in
gewijd. De Zangvereeniging gebruikte
dit in het vervolg voor haar repetities.
Toen waren er negen sopranen, acht
alten, zeven tenoren en tien bassen.
Ceulen begreep, dat de Zangvereeniging
regelmatigen toevoer van jonge leden
noodig had. Was het oorspronkelijk de
bedoeling, dat de leerlingen der zang
school, die dus feitelijk nog een jaar
langer bestaat dan de Zangvereeniging
samen „een Zanggezelschap zouden
vormen, hetwelk eenmaal 's weeks zal
plaats hebben op een nader te bepalen
tijd, ten einde hen verder op te leiden
tot koorzang", zooals het in 1835 nog
heet, reeds in 1836 richt Ceulen zich tot
de Zangvereeniging met hel verzoek
dat het examen der leerlingen van de
zangschool bijgewoond zal worden door
de leden der Zangvereeniging, opdat,
zooals hij het uitdrukt", daar waar de
zangschool de leerlingen loslaat., de
Zangvereeniging dezelve aangrijpe
Zoo is dan het verband gelegd tusschen
de zangschool en de Zangvereeniging.
Het duurde echter nog tot 1880 eer de
Zangschool onder het bestuur der Zang
vereeniging kwam. Toen werd de Mid-
delburgsche Toonkunst opgegeven, die
zich reeds in 1884 van de Nederland-
sche Maatschappij had afgescheiden en
reeds in 1873 zich met Kunstliefde ver-
eenigd had tot „Muziekvereniging"
die, den oorsprong deT beide vereeni
gingen getrouw, aan de instrumentale
muziek gewijd was.
Ook „Tot Oefening en Uitspanning
heeft nog een korten tijd in een los-
vast verband gestaan met de Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst,
voor de ontwikkeling van de Zangver
eeniging was het echter van geen be
teekenis.
In de eerste omschrijving van 't doel der
Vereeniging: „het doel der vereeniging is
hoofdzakelijkde kennis en beoe
het bestuur de plaats ledig die door
wijlen den heer H. R. Struve op zoo
eervolle wijze werd ingenomen. Dank
baar herdenkt het gemeentebestuur den
velerlei arbeid voor allerlei Middel-
burgsch belang op zoo bekwame wijze
door hem verricht.
Dank en hulde brengt spr. den vader
en moeder, nu sedert 14 April 1922, dus
gedurende 12 jaar, onder groote waar
deering van het bestuur, bezig in dit
moeilijke werk. Een moeilijk werk
een werk van liefde en van geduld
is de verzorging van oude menschen, die
niet meer kunnen en toch niet zelden
nog zooveel en nog zoo sterk willen;
die soms wel eens moeilijk worden on
der het besef van de tragiek, die er
voor hen ligt in het zoo oud mogen
in het weer zoo afhankelijk moeten
zijn. Wie weet hoeveel leed en verdriet
hier in eenzaamheid geleden werd..
Maar. wie weet ook, hoeveel warm
te hier werd gebracht aan verkilde
harten, hoeveel licht hier mocht wor
den verspreid over versomberde le
vens. En wie weet: in najaarslucht
glanst gouden vrucht! hoeveel rijpe
levens, hier in stillen eenvoud eeuwig
heidsvrucht hebben gedragen.
Het gemeentebestuur en de burgerij
wenschen zéér, dat dit Gesticht nog 2,
zooals het in de officieele correspon
dentie heet, een goede, eene van God
gezegende toekomst tegengaat en dat
het zal voortgaan zijn nobele taak op
even voortreffelijke wijze te volbrengen
als tot dusver. Moge het zijn nog lang
onder de gewaardeerde leiding van dit
bestuur en van dezen eminenten voor
zitter-
Mogelijk aldus eindigde spr. tot
het bestuur, verneemt gij meer cri-
tiek dan loftuitingen. Gij zult daaronder
het leven kennende, niet al te zwaar
gebukt gaan. De waarde van den ar
beid wordt gelukkig niet bepaald dooi
de mate der publieke toejuiching. De
innerlijke voldoening over zorg en lief
de, die we aan de eene of andere goe
de zaak ten koste leggen, hangt daar
van niet af. Gaarne geef ik U de ver
zekering, en ik hoop, dat gij die
wilt aanvaarden dat het feit, dat er
Mannen en Vrouwen zijn, bereid en
zulks belangloos voor dit werk én tijd
én krachten te geven, die ze wellicht
hadden kunnen besteden op voor hen
zelf aangenamer en profijtelijker wijze
in onze stad zeer wordt gewaardeerd.
Andere toespraken,
Nadat de burgemeester ook onder ap
plaus was geëindigd nam de voorzitter
van het Burgerlijk Armbestuur, mr. F.
B. Evers 't woord en gaf de 'verzeke
ring, dat het armbestuur medeleeft met
het jubileum van het gesticht. Spr. gaf
een uiteenzetting wat het zeggen wil oud
en arm te zijn, maar hoe men in het ge
sticht hulp kan vinden, en dat niet alleen
stoffelijk, maar ook aan kleeren en zoo
noodig zelfs een zakcentje. Dit alles
gaat in het gesticht goed, mede door het
werken van vader en moeder Beaufort,
die gekijf en gekrakeel weten te voor
komen. Er heerscht onder de bewoners
tot op zekere hoogte 'n band. Spr. noem
de de onderscheiding van den voorzit
ter alleszins verdiend en hoopte, dat het
bestuur tot in lengte van dagen het ge
sticht, waaraan het armbestuur zoo
gaarne zijn oudjes toevertrouwt, zal blij
ven besturen.
De heer L. van Spar ren tak,
sprak als voorzitter van het college van
diakenen der Ned. Herv. kerk woorden
van gelukwensch met dit jubileum van
fening van klassieke zangstukken te be
vorderen en aan te moedigen", treft
het woord hoofdzakelijk. Dit wordt ver
duidelijkt door art. 3, waar staat: De
werkzaamheden zullen hoofdzakelijk
bestaan in het beoefenen van den zang,
doch ook door instrumen'tale muzijk
kunnen worden afgewisseld. De leden
moeten zich verbinden een werkzaam
aandeel in den zang te nemen, de hee
ren, die een instrument bespeelden,
dat tot begeleiding van den zang kan
dienen, waren daarvan vrijgesteld. La
ter is dat alles veranderd, en bij de
verandering van het reglement is dat
instrumentale element er uit verdwe
nen, zoodat het sindsdien wezenlijk
en alléén een Zangvereeniging is.
't Was in het begin alles zeer be
scheiden. Men gaf soirees voor genoo-
digden en bracht daar ten gehoore wat
men bestudeerd had. Uit de notulen der
eerste jaren blijkt, dat de Zangvereeni
ging in het openbaar slechts optrad om
mede te werken aan concerten door
Kunstliefde of Toonkunst gegeven. Eerst
voor de uitvoering van 8 Mei 1837 be
sloot het bestuur 50 programma's te
laten drukken. Wel nam zij deel aan de
Zeeuwsche muziekfeesten, waarvan
Ceulen de leiding had. Tot zijn dood
toe in 1868 is Ceulen directeur van de
Zangvereeniging geweest. Zijn opvolger
was Hermann Joseph Kirrwald, die in
Goes zich als muziekdirecteur geves
tigd had. Hij is het maar 10 jaar ge
weest. Een korte tijd, in vergelijking
met de vele jaren gedurende welke' zijn