HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. SPORT. ZEELAND. DUBBEL ZUIGVERMOGEN - NEDERLANDSCH FABRIKAAT. LAAGSTE PRIJS - BUITENGEWONE CONDITIËN, VRAAG DEMONSTRATIE FILIAAL VELO WASCHMACHINE Mij HONDERD JAAR ZANGVEREENIGING. zich reeds bijna 50 pet. der suikerpro ducenten zou hebben aangesloten. Dit plan beoogt de saneering van de sui kercultuur binnen enkele jaren, waar bij begonnen zal worden met een snel le en gereglementeerde inkrimping van den aanplant in samenwerking met de regeering. Ook zou weder een verkoops organisatie worden ingesteld. Nader zal moeten blijken, of dit plan voor de Java-suikercultuur in haar geheel een basis biedt, waarop de nu eenmaal on vermijdelijke reorganisatie zich zal kun nen voltrekken. Aandeelen Koninklijke Petroleum zijn nagenoeg niet in koers veranderd al stelde het teleur, dat na de berichten over een beëindiging van den benzine oorlog nieuwe prijsverlagingen door de Standard Oil en de onafhankelijke maatschappijen wijzen op een voortdu ren van den strijd in belangrijke ge bieden der Ver. Staten. In indusTriëele waarden ging zeer weinig om en de no teeringen fluctueerden slechts met en kele percenten. Nieuwe factoren de den zich hier dan ook niet gelden. Op de beleggingsmarkt waren bin- nenlandsche staatsfondsen en gemeen- teleeningen goed prijshoudend. Het feit, dat de nieuwe leening 's-Graven- hage, die grootendeels voor conversie bestemd is, niet geheel kon worden geplaatst, moet wel worden toegeschre ven aan de uitgifte boyen pari, die voor beleggers minder aantrekkelijk is. De beleggingsvraag blijft overigens bevre digend, ook voor pandbrieven, waarin het aanbod tijdelijk de overhand had gehad. Van buitenlandsche obligatiën konden Belgische eenig herstel boeken, dank zij de afsluiting van het interna tionale crediet. Ook Fransche obliga tiën trokken in koers aan. Duitsche leeningen waren eveneens wat vaster, op de betere beoordeeling van de in ternationale politieke verhoudingen. Ook de eerste indruk van de nieuwe Clearing-overeenkomst tusschen ons land en Duitschland is bevredigend, vooral wat de mogelijkheid van be spoediging der terugbetaling van de achterstallige vorderingen betreft door verhooging van het hiervoor te reser veeren percentage. De regeling tot beperking van het valuta-risico der Marktvorderingen komt eveneens, zij 't op beperkte schaal, tegemoet aan de desbetreffende wenschen. Daarentegen is het te betreuren, dat het niet gelukt is, een regeling te treffen, die aan de behoeften van den Nederlandschen tus- schenhandel tegemoetkomt. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: A'dam Rubber 90%—91 89%-91 Hessa Rubber 89%—84%88. Serbadjadi 60—5658%. Deli Batavia Mij. 144%139%. Senembah 125%—121—123. H.V. „Amsterdam" 150—147%—152. Koninkl. Petr 136%139134%. Aku 32%—33%—31%. Ford 226%—230. Philips' 221%—218%. Unilever 73%—71"%—72%. Voetbaloverzicht, Zeelandia trekt dezen Zondag naar Breda om de club van dien naam aldaar te bekampen. Als zij goed aanpakt kan Zeelandia wel een puntje bemachtigen, dunkt ons. Het behoort zeker niet tot de onmogelijkheden. Normaal gespro ken moet Vlissingen wel in staat geacht worden Alliance te overwinnen. Óf het dit werkelijk zal doen dient men af te wachten. De wedstrijd De Baronie Dosko is voor beide clubs van groot be lang, om mede te dingen naar een cTer Hoeveel waardeering ook de Zang- vereeniging „Tot Oefening en Uitspan ning" toekome voor wat zij voor de mu ziek en daardoor voor de kunst in Mid delburg gedurende de honderd jaren van haar bestaan gedaan heeft, het is toch niet juist te veronderstellen, dat door haar oprichting de belangstelling voor de muziek en haar beoefening werd ge wekt. Zelfs niet als men dat bedoelt als het wakker roepen van de schöone slaapster, die, omdat zij tot activiteit geen gelegenheid vond, langzaam inge dommeld was. Honderd jaar geleden bestonden hier vereenigingen, die de beoefening der muziek zich ten doel stelden. In 1826 was opgericht het Muzijkgezelschap -„Uit Kunstliefde" en toen de Maat schappij „Tot bevordering der Toon kunst" gesticht werd, kreeg in 1829 Middelburg daarvan een afdeeling- Maar deze vereenigingen waren in het bijzon der ingesteld op de instrumentale mu ziek. De anderen, die zich op koorgezang toelegden, hebben het niet zoo lang uit gehouden dat van haar bestaan ergens melding gemaakt wordt. Ook in de kran ten uit dien tijd vindt men niets, dat ons» als herinnering daaraan helpen kan. Verandering kwam door het initiatief van Wilhelm Remigins Ceulen, die in 1833 de d'rectie op zich nam van een I zangschool, eigenlijk geheel een private i bovenste plaatsen. Het programma is als volgt: 2e klasse AAllianceVlissingen; Bre daZeelandia; TSCRBC.; De Baronie —DOSKO. 3e klasse A: BreskensHulst; Axel Sluiskil; Terneuzen 2Oranje. 3e klasse B; GoesHansweert. HET 150-JARIGE OUDE MANNEN- EN VROUWENHUIS. Luisterijke viering. Bij de viering van het 150-jarig be staan van het Oude Mannen- en Vrou wenhuis op de Heerengracht, waren gis teren behalve de reeds genoemde per sonen, nog aanwezig vertegenwoordi gers van het Armbestuur te Heinkens- zand, personeel van het bestuur der Godshuizen, directrice en administrateur van het Gasthuis, oud-leden van het be stuur der Godshuizen, echtgenooten van de leden en van oud-leden, vertegen woordigers van de Geref. Diaconie, de godsdienstonderwijzer, de heer Calliber. Met de burgemeester was ock me vrouw Fernhout medegekomen, alsmede de beide wethouders en de gemeente secretaris. De voorzitter van het bestuur der Goashuizen, de heer W. Berde- r. is van Berlekom, heeft de bijeenkomst geopend met een begroe ting van alle aanwezigen. Wij bevinden ons, aldus spr., hier in de Mannen-eetzaal van het Gesticht, thans in feest aula geschapen. Het is dezelfde plaats, alleen was het toen vrouwen-eetzaal, waar 150 jaar geleden 23 November 1784, de plechtige inwij ding van het huis plaats vond. Door droeve omstandigheden heeft het bestuur geen gevolg kunnen geven aan zijn voornemen om op 23 November de herdenking te doen plaats hebben en wanneer wij thans daartoe overgaan, dan is het niet uit aandrang tot fees telijkheid, maar wij zien het meer als een plichtsvervulling, plicht om tol te betalen aan traditie en historie. In uw zeer gewaardeerde aanwezig heid meenen wij een bevestiging van die opvatting te mogen zien en in dien geest heet ik u namens het bestuur der Gods huizen hartelijk welkom. Dit welkom "gaat zeer in het bijzon der tot den Commissaris der Koningin in deze provincie. Uw tegenwoordigheid, M. de C., verhoogt niet alleen den luis ter dezer herdenking, maar wij zien daarin tevens een bewijs van belangstel ling voor het huis en de verpleegden, waarvoor ik u wel verzoek den dank van het bestuur te willen aanvaarden. En eveneens richt ik mij in het bij zonder tot den burgemeester van Mid delburg en tot mevrouw Fernhout. Ik weet het wel, M. de B„ hoe groot zor genkind de Godshuizen voor u zijn, maar dat niettemin u, noch mevrouw een oogenblik heeft geaarzeld om ons dit blijk van sympathie en medeleven te schenken, wordt door ons zeer buiten gewoon gewaardeerd. Ik zie ook heeren wethouders en den secretaris en constateer met vreugde, dat het college van B. en W„ waarmede wij zoo'n „levendige" correspondentie onderhouden, thans compleet in ons mid den is. Ik begroet dames regentessen en be nut deze gelegenheid de dames, die zoo voortreffelijk de huiselijke zaken in het huis leiden, den dank en de hulde van het bestuur over te brengen. VELO ST (Ingez. Med.j, Ik begroet ook het Burgerlijk Armbe stuur van Middelburg, commercieel ge sproken, onze meest gerespecteerde en levendige relatie, het A. K. armbestuur, de armbesturen van elders, de diakoniën van Middelburg, allen instituten, die ons nu en dan wel hun patiënten willen toe vertrouwen, en verder allen, die door hun komst hier ons een bewijs van hun vriendschap willen geven. Bericht van verhindering is ingeko men van mevrouw Quarles van Ufford en van mevrouw Snouck Hurgronje, Van der Bilt en van de heeren Herman Snij ders en mr. G. J. Sprenger, oud-voor zitters, en C. Boudewijnse, oud-bestuurs lid, en van de armbesturen van Dom burg en Ritthem. Allen zonden ons hun beste wenschen; vele fraaie bloemstuk ken werden ons deel. Ik hoop straks nog gelegenheid te hebben daarover een enkel woord te zeggen, maar thans ver oorloof ik mij uwe aandacht te vragen voor een korten terugblik betreffende de geschiedenis van dit huis. Rede Commissaris der Koningin. Nadat de heer Berdenis van Berle kom ook zijn historisch overzicht, dat meermalen de lachlust opwekte onder applaus had beëindigd, nam de Commis saris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quar les van Ufford het woord en zeide het op hoogen prijs te stellen een uit- noodiging voor deze plechtigheid te hebben ontvangen. Een bestaan van 1% eeuw is voor een instelling als deze van groote beteekenis. Het is spr. bekend, dat het bestuur ook veel moeite en zorg heeft gehad bij het beheeren van 't ge sticht. Maar het kan overtuigd zijn van de eerbied, die men heeft voor het werk van zulkeen instelling, die het le ven van de verpleegden zoo veraange naamd. Spr. was 25 jaar geleden zelf ook voorzitter van zulkeen instelling en hij weet welke moeilijkheden men heeft te overwinnen, en dat niet alleen finan- cieele, maar ook vaak huishoudelijke. Spr. zou hiermede kunnen eindigen, als hem nog niet een opdracht was ver strekt. Het mooie werk, dat hier ver richt wordt, heeft in den loop der jaren ook de belangstelling van de regeering getrokken en namens den Minister van Binnenlandsche zaken kan spr. mede- deelen, dat het H. M. de Koningin be haagd heeft den heer Berdenis van Ber lekom te benoemen tot Ridder in de Or de van Oranje Nassau (Luid applaus). Spr. wenschte den heer van Berlekom daarmede van harte geluk en hoopte, dat ook de overige bestuursleden daar in een hulde zullen zien voor hun ar beid. De v o o r z. zeide op deze huldiging niet te zijn voorbereid. Hij bracht dank aan H. M. de Koningin voor de hooge onderscheiding, aan den Minister van Binnenlandsche zaken, aan den Commis saris der Koningin en aan den Burge meester, die in deze hebben bijgedragen om hem de onderscheiding te doen deel achtig worden, waarin spr. ziet een hul diging ook van vorige besturen en van zijn tegenwoordige mede bestuurders. Rede burgemeester. Thans kwam de burgemeester van Middelburg, de heer M. Fern hout naar voren en begon met woorden van gelukwensch voor de Koninklijke onderscheiding, die den voorzitter deel achtig is geworden. Spr, bracht dank voor de uitnoodiging aan hem en zijn vrouw gericht, omdat het hem gelegenheid geeft niet alleen uiting te geven aan zijne persoonlijke gevoelens, maar daarbij ook de tolk te zijn van het gemeentebestuur en naar hij durft te veronderstellen van de ge- heele burgerij. Uit het intéressante overzicht, dat de voorzitter wel heeft willen geven van de geschiedenis van deze instelling, zoo vóór als na hare vestiging 150 jaar ge leden in dit gebouw en van den ontwik kelingsgang van het hier verrichte werk, is spr. gebleken, hoe veelvuldig en be langrijk de bemoeiingen van de Stads- regeering, met arbeid van dezen aard, met deze stichting zélf in vroeger en later tijd zijn geweest. Het spreekt dus wel vanzelf, dat het Gemeentebe stuur hier gaarne verscheen en dat het iets te zeggen heeft. Hier dringen zich, naast gevoelens van voldoening over het heden, naast wenschen en verwachtingen voor de toekomst, ook en in het bijzondere ma te op, gevoelens van groote erkente lijkheid, voor het vele goede, dat de ge meente in deze instelling, zóó lange tij den heeft mogen bezitten. Het belang rijk stuk sociaal werk, daarin beli chaamd, ziet men zich ontwikkelen. Maar, die ontwikkeling weet men toch steeds gedragen en bevestigd, door een eervolle geschiedenis. En die geschie denis, gekenmerkt en gesierd door goe de tradities. Met waardeering denkt spr. aan het trouwe beheer, tevoren door vele op eenvolgende colleges van regenten sedert 1864 ook door vele regentessen en thans door de tegenwoordigen, met accuratesse, met toewijding en be leid gevoerd. Dankbaar erkent men den zegen, door de inrichting bereid aan zoo tal- looze velen, die, den levensstrijd groo tendeels gestreden hebbende, hier den ouden, den dikwijls bezwaarlijken ouden dag, mogen doorbrengen, van goede en trouwe zorgen omringd. De overweging van dit alles maakt, dat Midelburg zich rijk gevoelt in het bezit van dit instituut, dat het erfde van een zorgzaam voorgeslacht. Heeft dit Huis reeds lang bestaan, het werd niet overbodig; het voorziet ook nog in wezenlijk bestaande be hoeften. Het beheeren van een instel ling als deze legt aan de besturende regenten en regentessen de zorg op, voor het behoud van het historisch ka rakter, maar toch óók de zorg, dat haar leven zich niet vreemd houdt van, maar zich aanpast aan het leven van elke nieuwe periode. Die taak weet spr., wat het innerlijk leven der instelling aangaat bij het bestuur in veilige han den. Dat het haar verstaat ook wat de uitwendige zijde betreft, ziet men uit de door den president gememoreerde verbeteringen in den loop van latere jaren aangebracht. Spr. brengt het be stuur voor die tot een goed einde ge brachte voorzieningen hulde en dank. Gelijk hij hulde en dank brengt voor den tijd en de zorgen door allen aan het Huis besteed. Met leedwezen ziet het gemeentebestuur in het midden van (Ingez. Med.l onderneming, want zij werd in het huis van Ceulen gehouden, de tafels, banken en leermiddelen kocht hij zelf en wat er over bleef, nadat alle uitgaven gedaan waren, was dan ook voor hem. De baten waren het lesgeld der leerlingen, dat eerst f 36 per jaar was, maar reeds in 1835 op f 18 gebracht werd, vermoede lijk uit overweging, dat het lesgeld te hoog was en daardoor het aantal leer lingen te klein werd- Toch deed Ceu. len het niet heelemaal als een eigen zaak; van het begin af stond de school onder het toezicht van de binnen deze stad gevestigde afdeeling van de Maat schappij „Tot bevordering der Toon kunst". Als we nu er op letten dat in de lijst der handteekeningen, welke on der het reglement van de in December 1834 opgerichte Zangvereeniging „Tot Oefening en Uitspanning" ook de naam van Ceulen voorkomt, dan ligt het voor de hand dat zijn liefde voor de koorzang, welke hem tot het oprichten van de zangschool deed besluiten, ook de drang geweest is die hem deed zoeken naar de menschen, die met hem een zangver- eeniging wilden oprichten. Hij vond er achttien in een voor ons gevoel wel heel wonderlijke verdeeling van zes dames en met Ceulen mee 13 heeren. Het wa ren de' dames C. D. de Wind, I. I. Lu- teijn, P- I. Luteijn, M. Tak, L. L. Cats en M. I. P. Dronkers en de heeren G. van der Mieden van Opmeer, M. Fak Brou wer, I. I. de Kanter, W. R. Ceulen, I. Snijders, A. H. G. Fokker, Van Es, I. F. Luteijn, Slicher van Domburg, A. I. van Embden, I. W. Schuurmans, V. van Lis- sa en Anthoni Tak. De naam is geheel uit dien tijd, de eerste helft der negentiende eeuw. Nu zouden we zoo een naam niet meer kie zen. Het is toch niet alleen maar een naam. De oprichters drukten er door uit wat zij eigenlijk bedoelden- Heelemaal niet een groote vereeniging die zich toe legt om concerten te geven voor het publiek, maar een min of meer gezelligen kring van menschen, die voor hun oefe ning en tot hun ontspanning op geregel de tijden samenkwamen om te zingen. En dan niet eens zoo vaak. Zij stelden vast dat de samenkomsten gehouden zouden worden van September tot April en dan slechts om de drie weken. Daar na is het geworden 's Maandags om de veertien dagen en nog later, vanaf 1866 eiken Maandagavond, maar dan begon men eerst in October. De oefeningen oiider leiding van Ceulen, die men den eersten directeur zou kunnen noemen, werden eerst gehouden in de lokalen van den heer Stroecken, die woonde in het huis, dat nu het hotel de Abdij herbergt. Op 30 October 1839 werd het concertgebouw op de Groenmarkt nu de Statenzaal feestelijk in gewijd. De Zangvereeniging gebruikte dit in het vervolg voor haar repetities. Toen waren er negen sopranen, acht alten, zeven tenoren en tien bassen. Ceulen begreep, dat de Zangvereeniging regelmatigen toevoer van jonge leden noodig had. Was het oorspronkelijk de bedoeling, dat de leerlingen der zang school, die dus feitelijk nog een jaar langer bestaat dan de Zangvereeniging samen „een Zanggezelschap zouden vormen, hetwelk eenmaal 's weeks zal plaats hebben op een nader te bepalen tijd, ten einde hen verder op te leiden tot koorzang", zooals het in 1835 nog heet, reeds in 1836 richt Ceulen zich tot de Zangvereeniging met hel verzoek dat het examen der leerlingen van de zangschool bijgewoond zal worden door de leden der Zangvereeniging, opdat, zooals hij het uitdrukt", daar waar de zangschool de leerlingen loslaat., de Zangvereeniging dezelve aangrijpe Zoo is dan het verband gelegd tusschen de zangschool en de Zangvereeniging. Het duurde echter nog tot 1880 eer de Zangschool onder het bestuur der Zang vereeniging kwam. Toen werd de Mid- delburgsche Toonkunst opgegeven, die zich reeds in 1884 van de Nederland- sche Maatschappij had afgescheiden en reeds in 1873 zich met Kunstliefde ver- eenigd had tot „Muziekvereniging" die, den oorsprong deT beide vereeni gingen getrouw, aan de instrumentale muziek gewijd was. Ook „Tot Oefening en Uitspanning heeft nog een korten tijd in een los- vast verband gestaan met de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst, voor de ontwikkeling van de Zangver eeniging was het echter van geen be teekenis. In de eerste omschrijving van 't doel der Vereeniging: „het doel der vereeniging is hoofdzakelijkde kennis en beoe het bestuur de plaats ledig die door wijlen den heer H. R. Struve op zoo eervolle wijze werd ingenomen. Dank baar herdenkt het gemeentebestuur den velerlei arbeid voor allerlei Middel- burgsch belang op zoo bekwame wijze door hem verricht. Dank en hulde brengt spr. den vader en moeder, nu sedert 14 April 1922, dus gedurende 12 jaar, onder groote waar deering van het bestuur, bezig in dit moeilijke werk. Een moeilijk werk een werk van liefde en van geduld is de verzorging van oude menschen, die niet meer kunnen en toch niet zelden nog zooveel en nog zoo sterk willen; die soms wel eens moeilijk worden on der het besef van de tragiek, die er voor hen ligt in het zoo oud mogen in het weer zoo afhankelijk moeten zijn. Wie weet hoeveel leed en verdriet hier in eenzaamheid geleden werd.. Maar. wie weet ook, hoeveel warm te hier werd gebracht aan verkilde harten, hoeveel licht hier mocht wor den verspreid over versomberde le vens. En wie weet: in najaarslucht glanst gouden vrucht! hoeveel rijpe levens, hier in stillen eenvoud eeuwig heidsvrucht hebben gedragen. Het gemeentebestuur en de burgerij wenschen zéér, dat dit Gesticht nog 2, zooals het in de officieele correspon dentie heet, een goede, eene van God gezegende toekomst tegengaat en dat het zal voortgaan zijn nobele taak op even voortreffelijke wijze te volbrengen als tot dusver. Moge het zijn nog lang onder de gewaardeerde leiding van dit bestuur en van dezen eminenten voor zitter- Mogelijk aldus eindigde spr. tot het bestuur, verneemt gij meer cri- tiek dan loftuitingen. Gij zult daaronder het leven kennende, niet al te zwaar gebukt gaan. De waarde van den ar beid wordt gelukkig niet bepaald dooi de mate der publieke toejuiching. De innerlijke voldoening over zorg en lief de, die we aan de eene of andere goe de zaak ten koste leggen, hangt daar van niet af. Gaarne geef ik U de ver zekering, en ik hoop, dat gij die wilt aanvaarden dat het feit, dat er Mannen en Vrouwen zijn, bereid en zulks belangloos voor dit werk én tijd én krachten te geven, die ze wellicht hadden kunnen besteden op voor hen zelf aangenamer en profijtelijker wijze in onze stad zeer wordt gewaardeerd. Andere toespraken, Nadat de burgemeester ook onder ap plaus was geëindigd nam de voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur, mr. F. B. Evers 't woord en gaf de 'verzeke ring, dat het armbestuur medeleeft met het jubileum van het gesticht. Spr. gaf een uiteenzetting wat het zeggen wil oud en arm te zijn, maar hoe men in het ge sticht hulp kan vinden, en dat niet alleen stoffelijk, maar ook aan kleeren en zoo noodig zelfs een zakcentje. Dit alles gaat in het gesticht goed, mede door het werken van vader en moeder Beaufort, die gekijf en gekrakeel weten te voor komen. Er heerscht onder de bewoners tot op zekere hoogte 'n band. Spr. noem de de onderscheiding van den voorzit ter alleszins verdiend en hoopte, dat het bestuur tot in lengte van dagen het ge sticht, waaraan het armbestuur zoo gaarne zijn oudjes toevertrouwt, zal blij ven besturen. De heer L. van Spar ren tak, sprak als voorzitter van het college van diakenen der Ned. Herv. kerk woorden van gelukwensch met dit jubileum van fening van klassieke zangstukken te be vorderen en aan te moedigen", treft het woord hoofdzakelijk. Dit wordt ver duidelijkt door art. 3, waar staat: De werkzaamheden zullen hoofdzakelijk bestaan in het beoefenen van den zang, doch ook door instrumen'tale muzijk kunnen worden afgewisseld. De leden moeten zich verbinden een werkzaam aandeel in den zang te nemen, de hee ren, die een instrument bespeelden, dat tot begeleiding van den zang kan dienen, waren daarvan vrijgesteld. La ter is dat alles veranderd, en bij de verandering van het reglement is dat instrumentale element er uit verdwe nen, zoodat het sindsdien wezenlijk en alléén een Zangvereeniging is. 't Was in het begin alles zeer be scheiden. Men gaf soirees voor genoo- digden en bracht daar ten gehoore wat men bestudeerd had. Uit de notulen der eerste jaren blijkt, dat de Zangvereeni ging in het openbaar slechts optrad om mede te werken aan concerten door Kunstliefde of Toonkunst gegeven. Eerst voor de uitvoering van 8 Mei 1837 be sloot het bestuur 50 programma's te laten drukken. Wel nam zij deel aan de Zeeuwsche muziekfeesten, waarvan Ceulen de leiding had. Tot zijn dood toe in 1868 is Ceulen directeur van de Zangvereeniging geweest. Zijn opvolger was Hermann Joseph Kirrwald, die in Goes zich als muziekdirecteur geves tigd had. Hij is het maar 10 jaar ge weest. Een korte tijd, in vergelijking met de vele jaren gedurende welke' zijn

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 6