KRQNIE& van tien ÖAG.
Ü2É0&7
waarborgt
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
MIDDENSTAND
EN RECLAME
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCÜE IDDELBURGSCHE COURANT (W.O. OE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 1 DECEMBER 1934. No. 284.
Alléén de naam
op een koker
'zenuw-tabletten
it men U geen waardelooze
schadelijke namaak verkoopt.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
Gunstige verwachtingen om
trent de economische ontwik
keling in Amerika. Symp
tomen van werkelijke ople
ving oi een stroovuur?
President Roosevelt kan
voorloopig in vuistje la-
chen.
Voor het eerst sinds langen tijd heeft
ziek op de internationale fondsenmarkt
ee* krachtig herstel baan gebroken. De
verbetering is uitgegaan van de New-
Yor'ksche beurs en heeft daar ook den
grootsten omvang 'aangenomen. De Be
weging is van voldoende belang, om
haar op deze plaats nader onder het
oog te zien. De groote vraag is n.l., of
in het feit, dat Wallstreet zich eindelijk
uit haar apathische houding heeft we
ten te verheffen, een aanwijzing mag
worden gezien van een op handen zijn
de gunstige wending in den algemeenen
economischen toestand, dan wel of men
bij de ingetreden verbetering te doen
heeft met een stroovuurtje, dat zich
zeil moet verteren.
Voor de eerstbedoelde opvatting
spreken verschillende berichten, die
uit de Ver. Staten in den jongsten tijd
zijn binnengekomen. Zoo wordt melding
gemaakt van een toeneming der indu-
striêele bedrijvigheid in November met
2 pel, waardoor een stand bereikt is
van 73 pet. van den gemiddelden om
vang der industrieëele bedrijvigheid in
de jaren 19231925, van een gestadi
ge vermeerdering van het verbruik van
electrischen stroom voor de industrie
ëele doeleinden, van een uitbreiding
der bedrijvigheid in de automobiel-
branche en van een stijging der produc
tie in de staalindustrie, die naar ra
ming op ca. 30 pet-, van haar totale
capaciteit werkt, tegen 23 pet. in Sep
tember j.l. Ook de toeneming van den
Anserikaanschen uitvoer behoort tot de
voor het Amerikaansche economisch
leve® gunstige verschijnselen. In Octo
ber werd uit de Ver. Staten voor een
waarde van 206 millioen dollar geëx
porteerd, tegen 192 millioen dollar in
de voorafgaande maand en 193 millioen
dollar in October 1933. In de eerste tien
maanden van dit jaar bedroeg de uit
voer 1767 millioen dollar tegen 1218
millioen in de overeenkomstige periode
van het vorige jaar. Tegelijkertijd is de
invoer in Amerika toegenomen van
1187 millioen dollar ,tot 1371 millioen
dollar
Op zich zelf zijn de bovenstaande
gegevens niet van dien aard, dat zij 'n
koersstijging in den omvang, waarin
deze zich op de New Yorksche beurs
beeft voltrokken, zouden wettigen.
Wanneer de staalindustrie thans op ca.
30 pet. van haar capaciteit werkt, be-
teekent dit, dat 70 pet. van haar pro
ductie-capaciteit nog altijd ongebruikt
is. Hetzelfde geldt voor diverse aricfere
bedrijfstakken, die melding maken van
eea toeneming der werkzaamheden. De
uitbreiding der bedrijvigheid zou dan
ook niet zooveel invloed op de beurs
kunnen hebben, wanneer zij niet ie
hoop wekte op een verdere verbetering
van het economisch leven in de naaste
toekomst.
-Als aanwijzing van een groeiend ver
trouwen in de economische ontwikke
ling zijn de thans in Amerika waar te
nemen symptonen van een langzame
conjunctuurverbetering dan ook onge
twijfeld van beteekenis.
Niettemin bestaat er alle aanleiding
om de verdere ontwikkeling met eenige
terughouding gade te slaan. In de eer
ste plaats dient men er zich rekenschap
van te geven, dat men in het algemeen
niet te doen heeft met een verbetering
der conjunctuur uit eigen kracht, b.v. j
door een stimuleering van het verbruik
door lage prijzen als gevolg van een
daling der productiekosten, maar met
een kunstmatige „Ankurbelung" tenge
volge vein de steunmaatregelen der
regeering. Zulke steunmaatregelen kun
nen op zich zelf op een bepaald tijd
stip nuttige diensten bewijzen. Om
werkelijk effect te sorteeren, moet
evenwel een gezonde basis aanwezig
zijn, waarop kan worden voortgebouwd.
Deze basis lijkt in Amerika echter in
de meeste gevallen te ontbreken.
Men heeft het ziekteproces geen tijd
gelaten, om uit te werken. Door het
toedienen van opwekkende injecties in
den vorm van valuta-depreciatie en
credietverleening heeft men het zieke
economisch lichaam nieuw leven inge
blazen. Maar of de ziekte-kiemen daar
door ook verwijderd zijn, is ten zeerste
de vraag. Eerst later zal bovendien
aan het licht komen, of zij het lichaam
niet zoozeer hebben ondermijnd, dat
alleen redding kan worden verkregen
door operatief ingrijpen, dat de wonde
plekken uitsnijdt. Men mag hopen, dat
de hulp dan niet te laat komt.'
Een van de middelen, waardoor de
Amerikaansche regeering het bedrijfs
leven een nieuwe impuls tracht te ge
ven, bestaat, in een uitbreiding van de
credietverleening. Naar men weet, ver
wijt de regeering de banken gebrek aan
medewerking in dit opzicht. De in een
onzer vorige overzichten gereleveerde
overeenkomst tusschen president Roo
sevelt en de groote banken zou vooral
op het gebied der credietverstrekking
betere perspectieven openen. Wij we
zen destijds reeds op het onlogische van
de opvatting dat de banken, wier be
drijf toch voor een groot deel gebaseerd
is op het credietverkeer, moedwillig dit
belangrijke deel van hun ^werkzaamhe
den zouden hebben ingekrompen. De
vermindering der credietverleening kan
slechts het natuurlijke gevolg zijn van
de omstandigheid, dat de sterk inge
krompen bedrijvigheid minder crediet-
behoeften schept terwijl de banken met
het oog op de veiligheid der aan hen
toevertrouwde deposito-gelden niet mo
gen voldoen aan credietaanvragen, die
geen voldoende zekerheid voor terug
betaling Bieden. In dit verband is een
publicatie van een New-Yorkschen
bankiersvereeniging wel zeer opmerke
lijk. Uit het resultaat van een door deze
vereeniging bij haar leden ingesteld on
derzoek blijkt de juistheid van de op
vatting, dat de banken weliswaar cre-
dieten in grooten omvang beschikbaar
hebben gesteld, maar dat zij het zaken
leven niet hebben kunnen dwingen, er
gebruik van te maken. Bij een g'roep
banken, wier deposito's circa 35 pet.
van het totaal der deposito's bij han-
delsbanken in de Ver. Staten uitmaken,
was een totaal bedrag van 6.15 mil- I
liard aan credieten voor verschillende
bedrijven geopend. Hierop was slechts
een bedrag van 1.95 milliard opgeno-
nomen, zoodat bij deze banken in to
taal 4.2 milliard aan toegezegde cre
dieten niet is gebruikt.
Intusschen hoeft dit verschijnsel op
zichzelf niet slecht te zijn. Het kan be-
teekenen, dat men zijn hoofd koel houdt,
ondanks de „opleving"; dat men dus nu
maar niet weer in het wilde weg aan
den slag gaat. In de gegeven omstandig
heden stemt dat tot voldoening. Voor de
politiek van president Roosevelt is de
opleving natuurlijk een prachtig ding.
Het groote vertrouwen, dat men blij
kens de jongste verkiezingen nog
steeds in hem stelde, zal er slechts door
toe kunnen nemen. Intusschen mag men
benieuwd zijn, of de zaak hem er toe
aan zal zetten, met het nemen van al
lerhande experimenten verder te gaan-
De praktijk werkt dat momenteel wel
in de hand.
(ingez. Med.)
Opleving in Amerika. De
rubberprijs verbeterd. Onze
kerheid omtrent het voortbe
staan der Nivas Prijshouden
de stemming voor industrieele
fondsen.
Op de Amsterdamsche beurs is een
herleving der belangstelling voor Ame
rikaansche fondsen tot uiting gekomen.
De vraag ging, behalve naar spoorweg-
aandeelen, vooral ook uit naar staal-
waarden, van welke b.v. Bethlehem
Steel en U.S. Steel Corporation een
krachtige verbetering konden boeken.
Het koersherstel op de Amerikaansche
afdeeling is ook naar enkele locale af-
deelingen der Amsterdamsche beurs
overgeslagen. Speciaal rubberwaarden
hebben van de gunstigere stemming kun
nen profiteeren, mede dank zijn een ver
betering van den rubberprijs. Voor een
deel heeft deze haar oorzaak gevonden
in de optimistischere verwachtingen om
trent de economische vooruitzichten in
de Ver. Staten; een opleving in de auto
mobielindustrie aldaar zou natuurlijk di
rect ten goede komen aan het rubber-
verbruik der Amerikaansche bandenin
dustrie. Daarnaast is men ook geneigd,
de kansen voor de restrictie-overeen
komst gunstiger te beoordeelen, nu ge
bleken is, dat de Ned. Indische regee
ring al het mogelijke doet, om den uit
voer van inlandsche rubber te handha
ven binnen de door de restrictie gestel
de grenzen.
Vooral in Londensche rubberkringen
hadden de cijfers, waaruit bleek, dat de
uitvoer van bevolkingsrubber het toege
wezen quotum belangrijk overschreed,
bezorgdheid veroorzaakt. Men had hier
uit afgeleid, dat 't door de Ued. Indische
regeering ioegepaste systeem van hef
fing van uitvoerrechten op bevolkings
rubber niet doeltreffend was. Inder
daad is hiervan in zooverre iets waar,
dat het in de practijk wenschelijk is ge
bleken, 't uitvoerrecht in enkele stre
ken te vervangen door individueele res
trictie. Intusschen is van bevoegde zijde
medegedeeld, dat de aanvankelijk vrij
hooge overschrijding van den uitvoer
van bevolkingsrubber boven het toege
wezen quotum door den lagen uitvoer in
de maand October is teruggebracht tot
ongeveer 9000 ton. In de eerste helft
van November is slechts ruim 2000 ton
uitgevoerd, terwijl door de dalende
markt in de tweede helft van November
de totale uitvoer in die maand laag kan
worden geraamd. In verband hiermede
kan worden geconstateerd, dat over
schrijding van het aan de bevolkings
rubber toegestane quotum tot geringe
afmetingen is teruggebracht, 't Systeem
van de heffing van uitvoerrecht op in
landsche rubber moge moeilijk te han-
teeren zijn, het beantwoordfTh voldoen
de mate aan het gestelde doel. Er be
hoeft dan ook geen vrees te bestaan,
dat Ned. Indië de internationale ver
plichting, welke het op zich heeft geno
men, niet zou kunnen nakomen.
Juist echter met het oog op de moei
lijke hanteering der uitvoerrechten en
de bezwaren, die individueele restrictie
voor de bevolkingsrubber eveneens met
zich brengt, zal de Ned. Indische regee
ring ongetwijfeld ook in de toekomst het
percentage van de restrictie zoo laag
mogelijk wenschen te houden. Alleen
wanneer door een belangrijke toeneming
i van de vraag naar rubber in de Ver,
Staten en eventueel ook in andere lan
den het rubberverbruik aanzienlijk zou
j vermeerderen, zou op de rubbermarkt
I een situatie kunnen ontstaan, die be
antwoordt aan de hooggespannen ver
wachtingen, welke bij het afsluiten der
restrictie-overeenkomst door velen wer
den gekoesterd.
De vaste stemming voor rubberaan-
deelen heeft ook de andere Indische
waarden gunstig beinvloed. Van Suiker
waarden konden H.V.A.'s een lichte
koersstijging boeken, op berichten om
trent verdere verkoopen van Java
suiker naar Britsch-Indie en China tegen
ets hoogere prijzen. In de eerste maan
den van het nieuwe jaar zaï een beslis
sing moeten worden genomen omtrent
het al of niet voortbestaan van de NI
VAS, het semi-officiëeele centrale ver
koopbureau voor Javasuiker- Aange
zien een groot aantal suikeroi.dernemin-
,en, waaronder de grootste, zich reeds
hebben doen kennen als tegenstanders
vati 3e uaudhav.ng van de tegenwoor
dige regeling, ra ei rekening worden ge
houden met d mogelijkheid, dat het,
zoo nie. tot een opheffing van de NI-
3'AS, dan toch in elk geval tot een in
grijpende wijziging van de overeenkomst
zal komen, waarop de regeeringsbe-
moeiïng met de suiker was gebaseerd.
Men zal het vermoedelijk wel niet aan
durven, de suikerindustrie geheel aan
zich zelf over te laten, A3 zijn er dan
ook voorstanders van een „survival of
the fittest", die meenen, dat alleen het
uitvallen van de zwakke ondernemingen
den toestand in de suiker kan saneeren
en de productie kan terugbrengen tot de
betrekkelijk geringe hoeveelheid, die
onder de tegenwoordige om.i-tandighe-
den afzet kan vinden, hier staat tegen
over, dat het saneeringsproces niet al
leen aan de Java-suikerindustrie, maar
aan de geheele Indische volkshuishou
ding wonden zal kunnen toebrengen, die
niet gemakkelijk te heelen zijn.
Tabaksaandeelen hebben niet belang
rijk in koers gefluctueerd. Nu de Suma-
tra-tabaksinschrijvingen zijn afgeloopen,
is het wachten op nadere publicaties
van de maatschappijen betreffende de
kostprijzen van hei product. Dank zij de
groote opbrengst van den oogst zijn de
productiekosten der eenhe d aanmerke
lijk lager geweest dan in het vooraf
gaande jaar, en de doorsnee-verkoop
prijs voor den geheelen oogst ad f 1,37
per kg laat dan ook voor de Sumatra-
tabakscultuur in haar geheel een be
trekkelijk bevredigende winst, al zal die
voor de maatschappijen onderling wel
ten gszins uiteenloopen.
Voor industriëele fondsen was de
stemming goed prijshoudend, zonder dat
zich speciale factoren deden geiden-
Koninklijke Petroleum trokken slechts
weinig belangstelling, ofschoon berich
ten omtrent prijs verhooging en in be
paalde streken van Amerika, waardoor
de benzineprijs aldaar weer even hoog
is als Voor den aanvang van den prijzen-
oorlog, een gunstigen indruk maakten,
t Meer belangstelling dan de aandeelen
- trokken de obligatiën van Koninklijke
en Bataafsche Petroleum Mij. met be
twiste goudclausule, in verband met de
dezer dagen gehouden pleidooien. Hoe
wel nog niet te zeggen is, hoe de beslis-
singsing van het Hof zal uitvallen, blijkt
uit de koerstsijging van de bedoelde
obligatiën, dat men vertrouwt op een
voor de houders gunstige uitspraak. De
behandeling van het proces tegen de ge
meente Rotterdam is opnieuw' veertien
dagen uitgesteld; ook de dollarobliga-
tiën van deze gemeente waren iets vas
ter. Overigens bleven de koersfluctua
ties op de beleggingsmarkt beperkt. De
grondstemming zoowel voor binnen-
landsche staatsfondsen als voor gemeen-
teleeningen was echter gunstig, -
Hieronder volgt een overzicht van
het koersverloop:
Bethlehem St. 1713/i«19%.
U. S. Steel Corporation 221/ta23%.
Anaconda 6%6
Amsterdam Rubber 87%9190%.
Serbadjadi 49%58.
H.ver. „Amsterdam" 148153151%.
Deli Batavia Mij. 139%142%.
Senembah 121%125%
Ford Automobielfabr. 224%227%
226%.
Philips' 219—221%—218%
Unilever 76%—77%—76
4 Nederland 101 101%—101%
(Ingez, Med.)
door H. BINDLOSS.
100:
Op dat oogenblik werd de aandacht
van de aanwezigen afgeleid door Ioo-
pen en luid spreken vlak voor de deur,
die toegang tot de hall gaf; een paar
seconden later ging de deur open en
kwam een man het vertrek binnen, op
den voet gevolgd door een van de
knechts, die hem trachtte tegen te hou
den. Maar de man rukte zich los en liep
wankelend voort tot vlak bij de tafel.
Daar bleef hij staan en keek, zw^r
leunend op een stoel, den kring van
de aanwezigen rond, tot zijn blik ein
delijk op Witham bleef rusten. Met zijn
wït-bestoven kleeren was hij op een
feestelijke bijeenkomst niet bepaald op
zijn plaats, maar 't was hoofdzakelijk
zijn gezicht, dat de aandacht van de
mannen en vrouwen om de tafel trok.
Het had een eigenaardige, was-bleeke
tint met een paar vurige plekken op
iedere wang, vlak onder de jukbeende
ren, de half gesloten oogen waren gla
zig en versuft, j
„Jk hoorde zingen en schreeuwen
hier", zeide hij moeilijk. „Kon je niet
vinden op de boerderij. Stom ook, om
niet die vijfhonderd dollars te sturen!
't Zou je dit bespaard hebben,"
De lispelende, onduidelijke manier
van spreken alleen zou al veelbetee-
kenend geweest zijn, maar in combina
tie met de hoog roode kleur en glazige
oogen liet de toestand, waarin de man
zich bevond, geen twijfel toe. Maar
even duidelijk als dit was te zUn, dat
hij ernstig ziek was, en daar Wester-
schc gastvrijheid geer grenzen kent,
stond een van de jongere mannen op
om een stoel te gaan halen, welken
hij vlak naast den ialcii bezoeke. neer
zette.
„Doet u niet beter te gaan zitten
en als u misschien honger heeft, wil ik
met genoegen wat voor u halen", zeide
hij. „Daarna kunt u ons vertellen, wat
u hier komt doen."
De man maakte een afwerend gebaar
toen opeens wees hij op Witham,
„Ben hier gekomen, omdat ik een
vriend van me spreken moest", zeide
hij. „Op zijn boerderij hebben ze me
verteldwaarschijnlijk was hij
hier."
Een paar oogenbliken lang heersch-
te er een veelbeteekenende stilte; toen
wendde Colonel Barrington zich tot
Witham, die onbeweeglijk, met een ge
zicht, dat niets van hetgeen hij voelde
verried, aan het andere einde van de
tafel stond.
„Zoo, ken jij onzen laten bezoeker?"'
zeide hij. Gelukkig dat de Grange
groot genoeg is, om eiken onverwachten
gast' te logeeren."
De man bij den stoel begon spottend
te lachen. „Natuurlijk kent hij me.' Hij
woont nota bene in mijn huis!"
Met een strenge uitdrukking op zijn
gezicht wendde Barrington zich nog
maals tot Witham.
„Wie is die man daar?" vroeg hij.
Een paar oogenblikken lang bleef 't
stil. Witham stond voor zich uit te sta
ren; als een vage, iets lichtere streep
in het half-donker voor hem zag hij de
rij van gezichten aan beide kanten van
de tafel, die in gespannen afwachting
naar hem toegekeerd waren; toen
dwong hij zich Colonel Barrington aan
te kijken. „Als hij een paar minuten
later gekomen was, zoudt u 't geweten
hebben", zeide hij langzaam. „Het is
Lance Courthorne!"
Een gemompel van verbazing en on
geloof steeg uit de beide rijen van aan-
zittenden op plotseling echter werd
het weer stil, toen de man, die zich
met beide handen op de stoelleuning
met moeite en in evenwicht hield, met
een spottenden glimlach even boog.
„Zoo is 't of u 't gelooft, of lie
ver niet zoudt willen gelooven," zeide
hij.
Een van de kolonisten, die vlak bij
hem zat, een forsche jonge man, stond
op en duwde hem kalm op den stoel
neer.
„Ga in dien tusschentijd zitten", zei
de hij droog. „Als Colonel Barrington
klaar is, komt u aan de beurt."
Met een klein handgebaar bedankte
Barrington hem, daarna keerde hij zich
weer tot de overige gasten.
„Ik zou er de voorkeur aan gegeven
hebben, als deze quaestie in kleinen
kring behandeld was", zeide hij met
een stem, die eenigszins heesch klonk,
maar zoo langzaam en duidelijk, dat
elk woord te verstaan was. „Maar nu
we zoo ver gegaan zijn...."
Dane knikte. „Ja, daarin heeft u ge
lijk, sir. Juist, omdat we den man, die
in elk geval heel veel voor ons gedaan
heeft, kennen en respecteeren, is het
nood g, dat we ook de rest. hooren"
Barrington boog instemmend het
hoofd; met z'n eene hand als steun op
de tafel voor hem keek hij Witham
aan. „Zoudt u ons willen vertellen, wie
u bent'"
„Een Engelschman, die getracht heeft
als prairie-boer hier een bestaan te
vinden", antwoordde Witham rustig.
„De zoon van een plattelands-genees
heer, die bij zijn dood niets nagelaten,
heeft, dus iemand, die in gewone om
standigheden hier noode geduld zou
zijn."
Hij zweeg even en blijkbaar waren
de aanwezigen over hun eerste verba
zing heen, want van alle kanten kwa
men uitroepen van protest, terwijl een
van de oudste kolonisten, die vlak bij
Colonel Barrington zat, duidelijk hoor
baar zeide: „Ga voort."
Op dat oogenblik sprong Dane im
pulsief op. „Die laatste opmerking is
dwaasheid," zeide hij. „Alles van dit
jaar hebben wij aan hem te danken,
wie en wat hij dan ook moge zijn- Maar
aan den anderen kant vind ik wel, dat
Nederland 91%90%.
IV.
HET RECLAME-MIDDEL.
De man die reclame maakt, begint
veelal met het zóó te probeeren, als
door een ander gedaan werd.
Algemeen gezien is dat soms een vei
lige weg. Wanneer winkelier A succes
heeft met een bepaald soort reclame en
de zaak van B eenzelfde karakter heeft
en hetzelfde publiek bestrijkt, ja, dan
is er een groote kans, dat het B op de
zelfde manier ook lukt.
Zelden echter zijn de voorwaarden
zóó precies gelijk en bovendien richt
zich de reclame van een middenstander
nooit tot de „groote massa", zijn afne
mers zijn veel minder onberekenbaar
te beoordeelen de kring is kleiner
beter te overzien, is door locale om
standigheden omlijnd.
Een middenstander, dise reclame
maakt, richt zich veel meer tot perso
nen, wier eigenschappen hij begrijpen
kan, dan een nationaal-adverteerder,
die een gemiddelde houden moet, hij is
beter in staat zijn reclame een persoon
lijk karakter en daardoor grooter
kracht te geven.
Kleine zaken behoeven zich, zooals
de heel groote doen, daarom het hoofd
niet te breken of zij, zooals het in de
rclame-wetenschap heet, nu „ge
strooide" of „gerichte" reclame gebrui
ken moeten.
„Gestrooide reclame" waarmede men
alle algemeene reclame schuttin
gen, lichtreclame, advertenties, e.d.
„Gerichte reclame" waarmee men aan
hij ons een volledigen uitleg verschul
digd is."
Bij die woorden van Dane gaf Maud
Barrington Alfreton een wenk. AJlsof
hij op een kleine aanmoediging gewacht
had, zoo vlug stond de jonge man op,
een voorbeeld, dat onmiddellijk door
Macdonald en een paar van de andere
kolonisten gevolgd werd,
„Ik ben hem alles verschuldigd",
zeide de jonge Engelschman, met een
beslisten klank in zijn stem, terwijl hij
van opwinding tot in zijn hals rood
werd „en ik ben de eenige niet. Nu is
het gschikte oogenblik, om te toonen,
hoe dankbaar we hem zijn."
Barrington bracht hem met een hand
gebaar tot bedaren. „Ga zitten alle
maal! Hoe moeiliik en pijnlijk het ook
voor verscheidenen van ons is.... nu
we zoo ver gegaan zijn, moet de geheele
zaak in tegenwoordigheid van ons al
len opgehelderd worden",
Witham schoof zijn stoel een eind
achteruit, maar toen Courthorne op-=
keek, alsof hij iets wilde zeggen, boog
de man, die schuin achter hem zat, zich
voorover en legde, niet bepaald zacht,
zijn hand op den arm, onder de wit
bestoven mouw. „Wees zoo goed, om
de eerste tien minuten uw mond te
houden", zeide hij kortaf. „Als Colo
nel Barrington uw opinie noodig heeft,
zal hij er wel om vragen."
[Wordt vervolgd).