tobbelfnann lekker.mcm? ZEEUKB. SCHETSEN VAN DE HOEVE. MIDDELBURG. Verfrisschend en opwekkend IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK Rookt Dobbelmann's Tabak en géén anderal (Ingez. Med.) deze begrooting voor verbetering van wegen opgenomen posten geen volledig beeld geven van hetgeen in het jaar 1935 voor wegenverbetering zal worden uitgevoerd, aangezien, naar mag wor den aangenomen, belangrijke uitbrei ding der werkzaamheden zal worden verkregen door uitvoering van werken met gelden uit het Werkfonds (60-mil- lioenplan). Aanvankelijk was gedacht, dat ook in het jaar 1934 verscheidene werken in werkverruiming zouden kunnen zijn uitgevoerd. De latere totstandkoming van het Werkfonds dan was aangeno men, is echter oorzaak, dat deze ver wachting niet geheel is verwezenlijkt. Intusschen kan worden vermeld, dat tot op dit oogenblik over uitvoering van werken in werkverruiming tot een ge zamenlijk bedrag van rond 1.8 millioen overeenstemming is bereikt en dat deze werken óf reeds in uitvoering zijn genomen, óf binnenkort in uitvoe ring zullen komen. Teneinde de wegenverbetering regel matig voortgang te doen hebben en ook op meer uitgebreide schaal te kunnen doen geschieden, zal voor het jaar 1935 in ruime mate op uitvoering van werken door middel van het Werk fonds moeten worden gerekend. Een bijzondere omstandigheid doet zich voor met betrekking tot den brug genbouw. Daarvoor is in dit ontwerp- begrooting een bedrag opgenomen, dat ontoereikend is om dien bouw in het aangenomen tempo voort te zetten. Om dat tempo te kunnen volhouden moeten gedurende een reeks van jaren belangrijk hoogere bouwsommen wor den beschikbaar gesteld en de aflossing en rentebetaling van de daartoe op te nemen gelden verzekerd zijn. Een spe ciaal wetsontwerp hiertoe is nagenoeg gereed. Met den bouw van de bruggen over den Nederrijn te Arnhem, de Waal te Nijmegen en de Lek te Vianen, alsmede met den bouw van de brug over het Hollandsch diep te Moerdijk, waarvoor in 1933 reeds het eerste grondwerk werd verricht en waarvan in 1934 de uitvoering krachtig is ter hand genomen, zal worden voortge gaan. Verwacht wordt, dat de brug te Arnhem in de eerste maanden van 1935 in gebruik kan worden genomen, de bruggen te Nijmegen en Vianen in de eerste helft van'1936. Het ligt in het voornemen, nog in 1934 een aan vang te maken met den bouw van een brug over de Maas bij Hedel, opdat deze mede, in den loop van 1936 voor het verkeer kan worden geopend, zoo dat in dat jaar alle rivieroverbruggingen in den weg tusschen Utrecht en 's-Her- togenbosch gereed zullen zijn. Met den bouw van de brug over de Maas te Dordrecht is eveneens in 1934 begonnen. Verder ligt het in het voor-1 nemen om in 1935 aan te vangen met den bouw van de bruggen over de Noord en beoosten Rotterdam. Geraamd wordt, dat in 1935 voor den bouw van de bruggen rond zes milli- oen gulden noodig zal zijn. In verband met het geraamde ver lies over 1935 is voor subsidie aan de K. L. M. f 547.800 uitgetrokken. Een simpel woord, waar 't giftigst kruid in slaapt. Over de hoeve lag de voldaanheid van den Zaterdagnamiddag. De werkweek voorbij; bezems en borstels aan den kant; de paadjes geveegd, geel en droog de straatjes. Tusschen huis en schuur, was een af stand van een meter of vier; een hooge, zwarte schutting, waarin een poort, sloot „dat lilleke trokhat" af. Tegen die schutting, zat, op een om gekeerde kist, de Vrouwe, de voeten in een emmer water. Den rug gebogen, wreef ze haar teenen, tusschen vingers en duim, en, het hoofd iets in den nek, keek ze weltevreden langs het huis. ,,Ze kun d'r noe van zehhe, wat a se wille", dacht ze, ,,mè dir is niks zó mooi, as un schóone, heele straete. Je kun op je kousens de veinsters toe-doe-e 's aevens; en, a je mè zurregt da d'oenders d'r nie op kunne komme, en ieleke Maendag 't kokende sop uut de stöomer d'r over,. ik ik nooit dol om ze heel 't ouwen, oor". Luisterend zat ze stil, ook de vingers rustten. Op hel paadje, aan den anderen kant van de schutting klonken voetstap pen, toen werd de klink van de poort opgelicht. Maar die had de Vrouwe ge grendeld, vóór ze begon met voeten- wasschen; lrerbij wilde ze niet worden overvallen. Even overwoog ze, wat te doen, toen dacht ze. „ja, öor! je kun t'r an 'ange. 't Is verhéme oltied 't êene of DE OPROEP VAN DE 19 PREDIKANTEN. Zooals men zich zal herinneren heeft eenigen tijd geleden een'negentiental predikanten te Amsterdam een alge- meenen oproep gepubliceerd aan over heid en volk. In dezen oproep werd een lans gebroken voor verhooging van den steun aan werkloozen, en.o.m. ver klaard, dat het verbod voor ambtenaren om lid te zijn van den N.S.B. opgeheven moest worden. Bij de eerste honderd predikanten en emeriti-predikanten van verschillende kerken, die tot nu toe met genoemde verklaring adhaesie hebben, betuigd bevinden zich o.a. ds. W. L. Hermanides (Ned. Herv.) te Hulst, ds. W. H. Helder Jr. (N.H.), Breskens, ds. C. F. Nolte (E.L.), Middelburg, ds. H. K. Queré (N.H.), Domburg en ds. A. van Selms (N.H.), te Hansweert. HET GEZELLIGE HUIS. Een interessante tentoonstelling in St, Joris. Toen het verschillende installateurs te Middelburg bekend werd, dat Goes en Vlissingen enkele dagen „het Gezellige Huis" van de N.V. Philips uit Eindhoven, binnen hare veste kregen, en voorloopig Middelburg niet in de rij van ie bezoe ken plaatsen was opgenomen, begrepen zij, dat het niet aanging dat de Zeeuw- sche hoofdstad zou worden overgeslagen en dat zij de gelegenheid om hun clien tele met de moderne verlichtingsmoge lijkheden te doen kennis maken zouden moeten missen. Door hun actie is het gelukt ook Mid delburg van dit „huis" te doen profi- teeren. Het is thans opgeslagen in twee zalen van „St. Joris". Gistermiddag is in tegenwoordigheid van verschillende genoodigden -de Commissaris der Koningin en de burge meester hadden bericht door ambts bezigheden afwezig te moeten zijn deze tentoonstelling geopend. Namens de installateurs heette de hr. G. Wolders de aanwezigen welkom en zeide, dat men dank zij het initiatief van de firma Philips, op practische wijze het nut van goede verlichting kan too- nen. Ir. B. C. Roeters van Lennep, directeur der gemeente-bedrijven juichte het toe, dat de installateurs zoo enthou siast deze tentoonstelling hebben doen komen naar Middelburg. Een gezellig huis is in dezen tijd zeker van groote beteekenis- Maar daarvoor is ook noo- gid goed licht van een goede lamp, en daarom is het voor de bedrijven van groote beteekenis als de installatie wordt aangelegd door ervaren installateurs. Men kan voor goede verlichting niet te veel stopcontacten in een vertrek heb ben. Daarbij is het in den huidigen tijd van nationaal bewustzijn, van groote be teekenis, dat men alles voor de verlich 't aare.... Gebobber mer op, öor. Ik kan hin vollek hebruke". Klaar met wasschen, tipte ze op de schoone, bloote teenen over de goudgele steenen en zette de vensterblinden aan, tegen de zon; toen ging ze naar binnen wasschen en verschoonen. Na een poosje kwam ze, in beuk en onderkeus, de „tupmusse los op 'ekapt", het haar op den rug, weer uit de achterdeur, en stond opeens van aangezicht tot aange zicht met den bezoeker, die langs de schuur gegaan was, waar hij, héél op het eind, de deur van het spankot had open gevonden. „Hoeie-middag", knikte de man, vriendelijk grijnzend. Maar zij, geschrok ken, en daardoor boos, vroeg bits „langst wi bin jie noe ier ekomme?" deur de schure", wees de man, „was 't klienkèt dan open?" vroeg ze weer, even ijzig, nee-e, mè, 'k bin achterom ehae, deur 'l waehenuus", verklaarde de man, merkbaar van z'n stuk, door die onvriendelijke houding, ,,zö is de pad toch zeker n'e, ging ze grimmig voort. „Nee-e, dat weet 'k", gaf de man toe, ,,mé, eest 'k an de poorte ewist; en die was toe, en toen dóch 'k, ik za me' is in de schure kieke". Toen ze niet di rect antwoord gaf, maar hem strak bleef aankijken, vervolgde hij haastig, met z'n houding verlegen: „ik zou twi hullen daarteg willen onfange, asjeblieft, den Baes is zeker nie thuus,mer a jie me noe ellepe kuntof, temis- sen, kunne natuurlek wè mer-re,.. wille dan". Nog steeds keek ze strak naar het glimmende, roode gezicht, met het kleine knopneusje, tusschen de wa- ting van Nederlandsch fabrikaat kan krijgen. Spr. hoopte op een groot succes voor de electro-technische installateurs. De heer Selïenraad;, een der vertegenwoordigers van Philips heeft er opgewezen, dat het zeer verblijdend is, wanneer fabrikant en detaillisten de handen ineenslaan om meer waardeering te wekken voor de betrokken produc ten, In het algemeen is de publieke be langstelling voor doeltreffende huisver lichting nog maar in een beginstadium en worden er alom op dit gebied nog vele fouten gemaakt- Het is zoo verkeerd, als vader bij het krant lezen, de vrouw des huizes bij verstelwerk vooral dan donker goed, kinderen bij hun huiswerk, niet voldoende licht hebben, dit bederft de oogen en leidt tot hoofdpijn. Het ligt dan op den weg van deskundigen om zoowel in figuurlijken als in letterlijken zin „licht" te verspreiden. De Bi-Arlita lamp, die thans in den handel is, en die bij zoo gering stroomverbruik een zoo intensieven lichtbundel verspreidt, heeft het mogelijk gemaakt de vervanging van het daglicht nabij te komen door de too- passing van indirecte verlichting, welke ook hygiënisch voordeel biedt en nu on der het bereik van een grooter aantal personen is gekomen. Spr. hoopte tenslotte gedurende de tentoonslellingsdagen met de Middel- burgsche installateurs prettig samen te werken, zooals ook elders het geval is geweest. Nadat een kop thee was aangeboden, heeft de heer Selïenraad de dames en heeren door het huis rondgeleid. De aankleeding van hal en vertrekken is verzorgd door de firma A. M- Hof man alhier, die daarmede van goeden smaak getuigde en de heer G. M. Feij heeft met schilderijen van Kimpe en an deren het zijne bijgedragen om een goed geheel te bereiken. Wat de verlichting betreft, wij plaat sten daaromtrent kort geleden een vrij uitvoerige beschrijving tijdens de ten toonstelling te Goes, maar ook nu wil len wij nog eens met enkele woorden getuigen van het vele, dat verkregen wordt. Het is juist, dat men kan afstap pen van de verlichting uitsluitend door een lamp in het midden van de kamer, waardoor ook slechts een deel van de kamer des avonds bruikbaar is. Door in alle hoeken lichtpunten aan te brengen, verhoogt men de gezelligheid en kan de geheele ruimte gebruikt worden ook als het daglicht ons verlaten heeft- Temeer is dit het geval nu door de toepassing van indirect licht, dat tegen het plafond .weerkaatst het licht, als ware het dag zich geregeld door de geheele kamer verspreidt. Het is te begrijpen, dat in de eetka mer het licht weer aan andere eischen moet voldoen, dan in een woonkamer of salon, maar dat is geen bezwaar, als men zorgt voor ove'-al stopcontacten, waar geen directe lichtpunten op scha kelaars zijn aangebracht. Voor een slaapkamer zijn een. goed verlichte waschtafel, een goed verlich te spiegel en een dito kaptafel onmis baar en nu zeer goed te bereiken, wat bij een bezoek aan de tentoonstelling ieder duidelijk zal worden, terwijl een verlichting onder het bed, het mogelijk maakt de kamer te verlichten zonder dat men daarin slapenden hindert. De keuken zal door het plafondlicht en de „pottekijkers", kleinere lampen bij kachel en aanrecht, de daar werken den tot 'n aangenaam verblijf worden, voor de badkamer is vooral noodig wa- tervrije armenturen te gebruiken en ten slotte is de ingerichte hal met trap ook een voorbeeld van goede verlichting bij trap, kapstok en spiegel. Zoo gezegd wij zullen ons van détails onthouden, vol doende is het, dat een bezoek zeer is aan te bevelen en hedenavond, morgen terige oogen, wier blik telkens schichtig van haar wegzwierf. En, in één flits, zag ze, hoe, bij het gaan „van èssentènden c'eur de schure", die haastige blikken gluipten, door wagenhuis en stallen, ever dilten en dorschvloeren, en.... ze wist het koeienstal nog on-,,uut 'eschuurd", de wanden vol klodders ver droogd vuil, de zolder vol spinnewebben. 1 oen werd ze pas goed boos. „a je voe de heslote deure komt", begon ze hoog, „dan dienk je, ,,di za hin méns thuus weze", en dan hae je vrom, a je je fesoen kent, mè dan hae je nie hlad achterom, en overoal de boel ofschume; en as ik de poorte slute, dan is dat un be wies, da ik hin vollek hebruke kan". Verbouwereerd stond de man te knik ken; ,,ni mè, 't is hoed, ni mè, méns, a 'k et mè wete". Hij tastte in zijn binnen zak, „a je me dan noe wilt ellepe, dan za 'k je nie mi lasteg voalle". „Ni", zei ze bot, „dat wille 'k nèt nie". Daar viel niets meer tegen in te brengen. Berus tend haalde hij de schouders op: „ja, dan ka(i 't er ók nie an doe-e", en draaide zich om, teneinde den weg terug te gaan, dien hij gekomen was. „Nee-è, nie deur de schure", beet ze fel; met enkele vlugge stappen was ze bij de poort, trok den grendel terug, en opende wijd de deur. „Ier", gebood ze- Haastig, wat gebogen, in z'n ijver om te gehoorzamen, stapte hij langs haar, meermalen vlug knikkend. „hoeiemicL dag". Toen deed ze de poort weer dicht, goed hoorbaar den grendel verschuivend. Den volgenden Woensdagmorgen zaten Baas, Vrouwe en knecht aan 't ontbijt. Met een schuinen blik zag Martien, middag en morgenavond nog zonder kos ten kan worden gebracht. Men kan dan ten slotte ook nog ken nis maken met den fotometer, een groot instrument, waarmede de heer Weber namens Philips aantoont, hoe haar lam- pen, ofschoon belangrijk hooger in prijs, door het geven van meer licht bij het zelfde verbruik, ten slotte na de dui zend branduren te Middelburg ongeveer f 8 hebben kunnen doen besparen. FEESTAVOND C.J.M.V. Gisteravond heeft de C.J.M.V. Rom. 1 16a haar jaarlijksch feest gehouden in den Schouwburg, dit maal ter eere van haar 61-jarig bestaan. De voorzitter der commissie van bij stand, mr. R. M. van Dusseldorp, heeft de bijeenkomst met gebed ge opend. Daarna heeft hij gezegd er aanvanke lijk aan getwijfeld te heben, of hij aan de uitnoodiging tot openen zou gevolg ge ven, omdat hij feitelijk reeds is afgetre den als lid van de Commissie van bij stand. Maar hij heeft zich willen houden aan zijn eigen leer, dat men een vereeni- ging moet dienen van het oogenblik, dat men lid wordt tot dat men weggaat. Steeds heeft hij met pleizier in de ver- eeniging gewerkt en daarom heette hij allen gaarne van harte welkom. Spr. deelde mede, dat de Commissaris der Koningin bericht zond tot zijn spijt ver hinderd te zijn. Wel had de burgemees ter toegezegd, al is het wat later, te zullen komen, en dit stelde spr. en ze ker ook alle aanwezigen zeer op prijs. Spr. stelde de vraag of de tijden er wel naar zijn om een feestavond te or- ganiseeren, maar hij meende, dat het zeer goed is nu samen te komen, opdat er contact is tusschen de verschillen de afdeelingen en het bestuur. Het is zeker goed, dat zoovele jongeren samen werken in de afdeelingen, dat werk komt naar buiten, maar het Voornaam ste werk is hetgeen in stilte in de ver- eeniging zelve wordt verricht. Spr. wek te ailen op het werk te blijven steunen. (Applaus). Hierna ging direct het scherm op en ontwaarde men op het tooneel de in witte shirts gekleede leden van de pij perclub „Juliana". Deze afdeeling, die onder de goede leiding van den heer Iz. de Lange staat, trad voor het eerst in het openbaar op met een drietal marschen van A. J. Scheurkogel, die goed vertolkt werden. De muziek, die aan die der mariniers doet denken, voldeed uitstekend. Thans was „Wilhelmina" aan de beurt en men weet vooruit als deze gymnas- tiekvereeniging wat geeft, dat het af is. De dames onder leiding van den heer J. H. Koers, gaven eerst mooie vrije oefeningen te zien, en daarna goed brug- werken. Er bleken onder deze turnsters bijzondere werksters te schuilen. De heeren toonden hun krachten aan het rek en gaven daaraan ook uitste kend werk te zien. Tijdens de gymnastiek kwam de bur gemeester met zijn zoon en woonden de uitvoering verder bij. De heer A. Calatz, de directeur van het strijkorkest „Musica" heeft dit ge zelschap tot een groote hoogte weten te brengen en zette in met „Musica", een marsch van den directeur. Vooral in „Mondnacht auf der Alster" van Oscar Fétras, kwam het kunnen van dit clubje tot zijn recht. Met twee staande mede gezongen coupletten van het Bondslied besloot „Musica". Hadden de pijpers en gymnasten reeds veel applaus gehad, de leden van „Mu sica" konden ook niet over gebrek aan waardeering klagen. Gevraagd was na de muziek nog even rustig te blijven zitten, daar was reden voor want de voorzitter der C.J.M.V. wiens oude tanden niet meer zoo/vlug konden werken, dat de Baas weer al klaar was. „Was 't druk in stad,.... histere?" vroeg hij, om door wat gepraat, te ver doezelen, dat op hem gewacht moest worden, 't ouwe zootje", ant woordde de Baas onverschillig, maar de vraag had hem aan iets herinnert, en hij wendde zich tot z'n vrouw: „wien ei t'r 'ewist un Zitterdag?" „Un Zitterdag?" bezon ze zich, „hin méns voe zovarre as a 'k weet, of, ja toch, die-ne, toe, ..oe êet t'n zó hauw,.... Persaentie Poele, .net. „Ja dat neet ik", vervolgde de Baas, „die k histere in stad 'sproke, mè die zei: „de Vrouwe hin tied, wan z'ó vollek". „Vol-lek", herhaalde ze verbaasd, „mè wirrom zeit die dat? -k un êelen achemirreg mie de poor- te op de hriengel ezete, en dir ei hin méns ewist, as net die Poele. En noe! mö je behriepe, die was me wabliefje! is van essentenden deur de schure j ekommeen di stieng n anêens voe m'n neuze, a 'k uut de deure kwam. EI goster, wat was 'k toch aneens kwaed". ,,En je dat litte merreke, da je kwaed was? vroeg de Baas. „Ja, dat h'löok wè",. Ze schoot in een! lach, „gostermanne, die keek toch staer. Je most 'n is zie bêenderen deur de poorte." De Baas zag, met even 'n zijdelingschen blik, dat Martien juist z'n laatsten hap verwerkte. Hij bracht de hand aan den rand van zijn hoed, en', de oogen al half dicht, sloot hij het gesprek, verklarend: „dan weet ik a henoegt." FAl - r--i/ (Ingez. Med.). de heer J. F. B a s t i a a n s e, had nu gelegenheid voor het scherm mr. Van Dusseldorp toe te spreken. Spr. wensch- te hem nogmaals geluk met zijn be noeming tot burgemeester van Goes en sprak den wensch uit, dat de heer van Dusseldorp deze betrekking gedurende tal van jaren zal mogen bekleeden. Men zal hem intusschen noode missen, omdat hij zooveel voor het werk van de C.J.M.V. heeft gedaan, in de eerste plaats door zijn grooten directen indi- recten steun voor het verkrijgen van het tegenwoordige gebouw. Maar daarnaast heeft hij ook de interne belangen krach tig behartigd.' Daarom heeft de leden vergadering Zaterdag j.l. met algemeene stemmen den scheidende tot eerelid be noemd en spr. overhandigde de daar voor -bestaande oorkonde. Maar men wilde het daarbij niet laten en er een blijvend souvenir aan toevoegen, nml. een thans aangeboden ets, voorstellende de Abdijpoort aan de zijde van de Ba lans. De heer Basliaanse eindigde onder luid applaus- De heer van Dusseldorp, ze de harte lijk dank voor de woorden en voor het aangeboden eerelidmaatschap. Een reeks van jaren heeft hij met liefde zich aan dit werk gegeven. Niet moet men hem danken voor het medeleven, maar hij is de C.J.M.V- dankbaar, omdat die hem in de gelegenheid stelde buiten zijn werkkring met de jongeren te blijven omgaan. De ets zal dan ook een eere plaats in zijn kamer te Goes krijgen. Spr. wekte allen op het werk voort te zetten, denkende aan het „Bidt en werkt". Spr. hoopt dat de C.J.M.V. zal blijven groeien en bloeien en de plaats zal behouden, die haar toekomt- Na de pauze hebben een tiental leden op zeer verdienstelijke wijze opgevoerd „Hallo, met Mars", een klucht in twee bedrijven. De rentenier Stomp heeft het erop ge zet verbinding met de planeet mars te krijgen en zijn neef, een student en zijn vriend weten het te doen voorkomen of dit werkelijk is gelukt, totdat tenslotte ook aan Stomp blijkt, dat hij bij den neus is genomen en zijn pogen wordt gestaakt. Een stuk vol aardige momenten, en rake gezegdes, zoodai hei tweede deel van den avond heel wat van de lach spieren .der aanwezigen heeft gevergd. Nadat nog een samenzang van het Avondlied had plaats gehad, heeft ds. C. F- Nolte met dankzegging het fees- i e ijk samenzijn besloten. Een paar maanden later. „a je nog poeljes wilt Persaentje Poele ei nog mooie löopende, tegen an de leg", vertelde de Baas. „Persaentje?'' vroeg de Vrouwe, „dien Poele? Wéét jie dan nie mi?" •„Wou 'k toch niét" zei de Baas, „mè kiek is ier, zaken bin zaken, a je zó nauwe kiekt, ku'je mie hin méns ahosie doe-e." Ze schudde het hoofd: „nee-e, weet je, je zu' t'r nie fan öore.Toen wendde ze zich tot Martien. „Weet je dat ók nog, Martien? Oe onstrant a tien Poele toen was, om overoal te löope schumen, toen a t'n docht a t'r hin méns thuus was? Weet je nog, wat a t'n toen zei?" „Wat was dat?" Mar tien zocht in zijn herinnering, aarzelde toen: „wat zei 'n ok awee: „ze zat mie un aar in uus", h'loof 'k.... On- geloovig zat ze even te kijken. Spra keloos. „Nee-e Martien", zei ze toen langzaam, „dat nie, mè, noe a je dat di zoo zeit, h'loof 'k wè, dat 't z'n bedoelehe was, om de ménsen dat in- dachteg te maeken". „Dat je noe toch wè van eersten af an kunne behriepe", zei de Baas, „dat d i e bie z'n eihen zou dienke: wacht mè!, ik za joe wè is ellepe". „Mè, gosterliêve nog toe", stootte ze uit, nu opeens bevend van drift, ter wijl de tranen in haar oogen sprongen, „mag tie dat noe zó mè zehhe?" Maar: „ie zei 'tet nie weet je", herinnerde haar de Baas, „zó slum is 'n wè. Ie ei alleeneg de pad mer eweze. Noe is 'n ieder baes wat a t'n dienke wilt." de Vrouwe van d'Oeve.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 6