tobbelfnann
lekker.mcm?
ZEEUKB.
SCHETSEN VAN DE HOEVE.
MIDDELBURG.
Verfrisschend
en opwekkend
IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK
Rookt Dobbelmann's Tabak en géén anderal
(Ingez. Med.)
deze begrooting voor verbetering van
wegen opgenomen posten geen volledig
beeld geven van hetgeen in het jaar
1935 voor wegenverbetering zal worden
uitgevoerd, aangezien, naar mag wor
den aangenomen, belangrijke uitbrei
ding der werkzaamheden zal worden
verkregen door uitvoering van werken
met gelden uit het Werkfonds (60-mil-
lioenplan).
Aanvankelijk was gedacht, dat ook
in het jaar 1934 verscheidene werken
in werkverruiming zouden kunnen zijn
uitgevoerd. De latere totstandkoming
van het Werkfonds dan was aangeno
men, is echter oorzaak, dat deze ver
wachting niet geheel is verwezenlijkt.
Intusschen kan worden vermeld, dat tot
op dit oogenblik over uitvoering van
werken in werkverruiming tot een ge
zamenlijk bedrag van rond 1.8 millioen
overeenstemming is bereikt en dat
deze werken óf reeds in uitvoering
zijn genomen, óf binnenkort in uitvoe
ring zullen komen.
Teneinde de wegenverbetering regel
matig voortgang te doen hebben en
ook op meer uitgebreide schaal te
kunnen doen geschieden, zal voor het
jaar 1935 in ruime mate op uitvoering
van werken door middel van het Werk
fonds moeten worden gerekend.
Een bijzondere omstandigheid doet
zich voor met betrekking tot den brug
genbouw. Daarvoor is in dit ontwerp-
begrooting een bedrag opgenomen, dat
ontoereikend is om dien bouw in het
aangenomen tempo voort te zetten.
Om dat tempo te kunnen volhouden
moeten gedurende een reeks van jaren
belangrijk hoogere bouwsommen wor
den beschikbaar gesteld en de aflossing
en rentebetaling van de daartoe op te
nemen gelden verzekerd zijn. Een spe
ciaal wetsontwerp hiertoe is nagenoeg
gereed. Met den bouw van de bruggen
over den Nederrijn te Arnhem, de
Waal te Nijmegen en de Lek te Vianen,
alsmede met den bouw van de brug
over het Hollandsch diep te Moerdijk,
waarvoor in 1933 reeds het eerste
grondwerk werd verricht en waarvan
in 1934 de uitvoering krachtig is ter
hand genomen, zal worden voortge
gaan. Verwacht wordt, dat de brug
te Arnhem in de eerste maanden van
1935 in gebruik kan worden genomen,
de bruggen te Nijmegen en Vianen in
de eerste helft van'1936. Het ligt in
het voornemen, nog in 1934 een aan
vang te maken met den bouw van een
brug over de Maas bij Hedel, opdat
deze mede, in den loop van 1936 voor
het verkeer kan worden geopend, zoo
dat in dat jaar alle rivieroverbruggingen
in den weg tusschen Utrecht en 's-Her-
togenbosch gereed zullen zijn.
Met den bouw van de brug over de
Maas te Dordrecht is eveneens in 1934
begonnen. Verder ligt het in het voor-1
nemen om in 1935 aan te vangen met
den bouw van de bruggen over de
Noord en beoosten Rotterdam.
Geraamd wordt, dat in 1935 voor den
bouw van de bruggen rond zes milli-
oen gulden noodig zal zijn.
In verband met het geraamde ver
lies over 1935 is voor subsidie aan de
K. L. M. f 547.800 uitgetrokken.
Een simpel woord,
waar 't giftigst kruid in slaapt.
Over de hoeve lag de voldaanheid van
den Zaterdagnamiddag. De werkweek
voorbij; bezems en borstels aan den
kant; de paadjes geveegd, geel en droog
de straatjes.
Tusschen huis en schuur, was een af
stand van een meter of vier; een hooge,
zwarte schutting, waarin een poort,
sloot „dat lilleke trokhat" af.
Tegen die schutting, zat, op een om
gekeerde kist, de Vrouwe, de voeten in
een emmer water. Den rug gebogen,
wreef ze haar teenen, tusschen vingers
en duim, en, het hoofd iets in den nek,
keek ze weltevreden langs het huis. ,,Ze
kun d'r noe van zehhe, wat a se wille",
dacht ze, ,,mè dir is niks zó mooi, as un
schóone, heele straete. Je kun op je
kousens de veinsters toe-doe-e 's aevens;
en, a je mè zurregt da d'oenders d'r nie
op kunne komme, en ieleke Maendag
't kokende sop uut de stöomer d'r over,.
ik ik nooit dol om ze heel 't ouwen,
oor".
Luisterend zat ze stil, ook de vingers
rustten. Op hel paadje, aan den anderen
kant van de schutting klonken voetstap
pen, toen werd de klink van de poort
opgelicht. Maar die had de Vrouwe ge
grendeld, vóór ze begon met voeten-
wasschen; lrerbij wilde ze niet worden
overvallen. Even overwoog ze, wat te
doen, toen dacht ze. „ja, öor! je kun t'r
an 'ange. 't Is verhéme oltied 't êene of
DE OPROEP VAN DE 19
PREDIKANTEN.
Zooals men zich zal herinneren heeft
eenigen tijd geleden een'negentiental
predikanten te Amsterdam een alge-
meenen oproep gepubliceerd aan over
heid en volk. In dezen oproep werd een
lans gebroken voor verhooging van den
steun aan werkloozen, en.o.m. ver
klaard, dat het verbod voor ambtenaren
om lid te zijn van den N.S.B. opgeheven
moest worden. Bij de eerste honderd
predikanten en emeriti-predikanten van
verschillende kerken, die tot nu toe met
genoemde verklaring adhaesie hebben,
betuigd bevinden zich o.a. ds. W. L.
Hermanides (Ned. Herv.) te Hulst, ds.
W. H. Helder Jr. (N.H.), Breskens, ds.
C. F. Nolte (E.L.), Middelburg, ds. H. K.
Queré (N.H.), Domburg en ds. A. van
Selms (N.H.), te Hansweert.
HET GEZELLIGE HUIS.
Een interessante tentoonstelling
in St, Joris.
Toen het verschillende installateurs te
Middelburg bekend werd, dat Goes en
Vlissingen enkele dagen „het Gezellige
Huis" van de N.V. Philips uit Eindhoven,
binnen hare veste kregen, en voorloopig
Middelburg niet in de rij van ie bezoe
ken plaatsen was opgenomen, begrepen
zij, dat het niet aanging dat de Zeeuw-
sche hoofdstad zou worden overgeslagen
en dat zij de gelegenheid om hun clien
tele met de moderne verlichtingsmoge
lijkheden te doen kennis maken zouden
moeten missen.
Door hun actie is het gelukt ook Mid
delburg van dit „huis" te doen profi-
teeren. Het is thans opgeslagen in twee
zalen van „St. Joris".
Gistermiddag is in tegenwoordigheid
van verschillende genoodigden -de
Commissaris der Koningin en de burge
meester hadden bericht door ambts
bezigheden afwezig te moeten zijn
deze tentoonstelling geopend.
Namens de installateurs heette de hr.
G. Wolders de aanwezigen welkom
en zeide, dat men dank zij het initiatief
van de firma Philips, op practische wijze
het nut van goede verlichting kan too-
nen.
Ir. B. C. Roeters van Lennep,
directeur der gemeente-bedrijven juichte
het toe, dat de installateurs zoo enthou
siast deze tentoonstelling hebben doen
komen naar Middelburg. Een gezellig
huis is in dezen tijd zeker van groote
beteekenis- Maar daarvoor is ook noo-
gid goed licht van een goede lamp, en
daarom is het voor de bedrijven van
groote beteekenis als de installatie wordt
aangelegd door ervaren installateurs.
Men kan voor goede verlichting niet te
veel stopcontacten in een vertrek heb
ben. Daarbij is het in den huidigen tijd
van nationaal bewustzijn, van groote be
teekenis, dat men alles voor de verlich
't aare.... Gebobber mer op, öor. Ik
kan hin vollek hebruke".
Klaar met wasschen, tipte ze op de
schoone, bloote teenen over de goudgele
steenen en zette de vensterblinden aan,
tegen de zon; toen ging ze naar binnen
wasschen en verschoonen. Na een poosje
kwam ze, in beuk en onderkeus, de
„tupmusse los op 'ekapt", het haar op
den rug, weer uit de achterdeur, en
stond opeens van aangezicht tot aange
zicht met den bezoeker, die langs de
schuur gegaan was, waar hij, héél op het
eind, de deur van het spankot had open
gevonden.
„Hoeie-middag", knikte de man,
vriendelijk grijnzend. Maar zij, geschrok
ken, en daardoor boos, vroeg bits
„langst wi bin jie noe ier ekomme?"
deur de schure", wees de man, „was
't klienkèt dan open?" vroeg ze weer,
even ijzig, nee-e, mè, 'k bin achterom
ehae, deur 'l waehenuus", verklaarde de
man, merkbaar van z'n stuk, door die
onvriendelijke houding, ,,zö is de pad
toch zeker n'e, ging ze grimmig
voort. „Nee-e, dat weet 'k", gaf de man
toe, ,,mé, eest 'k an de poorte ewist;
en die was toe, en toen dóch 'k, ik za me'
is in de schure kieke". Toen ze niet di
rect antwoord gaf, maar hem strak bleef
aankijken, vervolgde hij haastig, met z'n
houding verlegen: „ik zou twi hullen
daarteg willen onfange, asjeblieft,
den Baes is zeker nie thuus,mer
a jie me noe ellepe kuntof, temis-
sen, kunne natuurlek wè mer-re,..
wille dan". Nog steeds keek ze strak
naar het glimmende, roode gezicht, met
het kleine knopneusje, tusschen de wa-
ting van Nederlandsch fabrikaat kan
krijgen. Spr. hoopte op een groot succes
voor de electro-technische installateurs.
De heer Selïenraad;, een der
vertegenwoordigers van Philips heeft er
opgewezen, dat het zeer verblijdend is,
wanneer fabrikant en detaillisten de
handen ineenslaan om meer waardeering
te wekken voor de betrokken produc
ten, In het algemeen is de publieke be
langstelling voor doeltreffende huisver
lichting nog maar in een beginstadium en
worden er alom op dit gebied nog vele
fouten gemaakt- Het is zoo verkeerd,
als vader bij het krant lezen, de vrouw
des huizes bij verstelwerk vooral dan
donker goed, kinderen bij hun huiswerk,
niet voldoende licht hebben, dit bederft
de oogen en leidt tot hoofdpijn. Het ligt
dan op den weg van deskundigen om
zoowel in figuurlijken als in letterlijken
zin „licht" te verspreiden. De Bi-Arlita
lamp, die thans in den handel is, en die
bij zoo gering stroomverbruik een zoo
intensieven lichtbundel verspreidt, heeft
het mogelijk gemaakt de vervanging van
het daglicht nabij te komen door de too-
passing van indirecte verlichting, welke
ook hygiënisch voordeel biedt en nu on
der het bereik van een grooter aantal
personen is gekomen.
Spr. hoopte tenslotte gedurende de
tentoonslellingsdagen met de Middel-
burgsche installateurs prettig samen te
werken, zooals ook elders het geval is
geweest.
Nadat een kop thee was aangeboden,
heeft de heer Selïenraad de dames en
heeren door het huis rondgeleid.
De aankleeding van hal en vertrekken
is verzorgd door de firma A. M- Hof
man alhier, die daarmede van goeden
smaak getuigde en de heer G. M. Feij
heeft met schilderijen van Kimpe en an
deren het zijne bijgedragen om een goed
geheel te bereiken.
Wat de verlichting betreft, wij plaat
sten daaromtrent kort geleden een vrij
uitvoerige beschrijving tijdens de ten
toonstelling te Goes, maar ook nu wil
len wij nog eens met enkele woorden
getuigen van het vele, dat verkregen
wordt. Het is juist, dat men kan afstap
pen van de verlichting uitsluitend door
een lamp in het midden van de kamer,
waardoor ook slechts een deel van de
kamer des avonds bruikbaar is. Door in
alle hoeken lichtpunten aan te brengen,
verhoogt men de gezelligheid en kan de
geheele ruimte gebruikt worden ook als
het daglicht ons verlaten heeft- Temeer
is dit het geval nu door de toepassing
van indirect licht, dat tegen het plafond
.weerkaatst het licht, als ware het dag
zich geregeld door de geheele kamer
verspreidt.
Het is te begrijpen, dat in de eetka
mer het licht weer aan andere eischen
moet voldoen, dan in een woonkamer
of salon, maar dat is geen bezwaar, als
men zorgt voor ove'-al stopcontacten,
waar geen directe lichtpunten op scha
kelaars zijn aangebracht.
Voor een slaapkamer zijn een. goed
verlichte waschtafel, een goed verlich
te spiegel en een dito kaptafel onmis
baar en nu zeer goed te bereiken, wat
bij een bezoek aan de tentoonstelling
ieder duidelijk zal worden, terwijl een
verlichting onder het bed, het mogelijk
maakt de kamer te verlichten zonder
dat men daarin slapenden hindert.
De keuken zal door het plafondlicht
en de „pottekijkers", kleinere lampen
bij kachel en aanrecht, de daar werken
den tot 'n aangenaam verblijf worden,
voor de badkamer is vooral noodig wa-
tervrije armenturen te gebruiken en ten
slotte is de ingerichte hal met trap ook
een voorbeeld van goede verlichting bij
trap, kapstok en spiegel. Zoo gezegd wij
zullen ons van détails onthouden, vol
doende is het, dat een bezoek zeer is
aan te bevelen en hedenavond, morgen
terige oogen, wier blik telkens schichtig
van haar wegzwierf. En, in één flits, zag
ze, hoe, bij het gaan „van èssentènden
c'eur de schure", die haastige blikken
gluipten, door wagenhuis en stallen,
ever dilten en dorschvloeren, en.... ze
wist het koeienstal nog on-,,uut
'eschuurd", de wanden vol klodders ver
droogd vuil, de zolder vol spinnewebben.
1 oen werd ze pas goed boos. „a je voe
de heslote deure komt", begon ze hoog,
„dan dienk je, ,,di za hin méns thuus
weze", en dan hae je vrom, a je je fesoen
kent, mè dan hae je nie hlad achterom,
en overoal de boel ofschume; en as
ik de poorte slute, dan is dat un be
wies, da ik hin vollek hebruke kan".
Verbouwereerd stond de man te knik
ken; ,,ni mè, 't is hoed, ni mè, méns, a 'k
et mè wete". Hij tastte in zijn binnen
zak, „a je me dan noe wilt ellepe, dan
za 'k je nie mi lasteg voalle". „Ni", zei
ze bot, „dat wille 'k nèt nie". Daar viel
niets meer tegen in te brengen. Berus
tend haalde hij de schouders op: „ja, dan
ka(i 't er ók nie an doe-e", en draaide
zich om, teneinde den weg terug te
gaan, dien hij gekomen was.
„Nee-è, nie deur de schure", beet ze
fel; met enkele vlugge stappen was ze
bij de poort, trok den grendel terug, en
opende wijd de deur. „Ier", gebood ze-
Haastig, wat gebogen, in z'n ijver om te
gehoorzamen, stapte hij langs haar,
meermalen vlug knikkend. „hoeiemicL
dag". Toen deed ze de poort weer dicht,
goed hoorbaar den grendel verschuivend.
Den volgenden Woensdagmorgen zaten
Baas, Vrouwe en knecht aan 't ontbijt.
Met een schuinen blik zag Martien,
middag en morgenavond nog zonder kos
ten kan worden gebracht.
Men kan dan ten slotte ook nog ken
nis maken met den fotometer, een groot
instrument, waarmede de heer Weber
namens Philips aantoont, hoe haar lam-
pen, ofschoon belangrijk hooger in prijs,
door het geven van meer licht bij het
zelfde verbruik, ten slotte na de dui
zend branduren te Middelburg ongeveer
f 8 hebben kunnen doen besparen.
FEESTAVOND C.J.M.V.
Gisteravond heeft de C.J.M.V. Rom.
1 16a haar jaarlijksch feest gehouden
in den Schouwburg, dit maal ter eere
van haar 61-jarig bestaan.
De voorzitter der commissie van bij
stand, mr. R. M. van Dusseldorp,
heeft de bijeenkomst met gebed ge
opend.
Daarna heeft hij gezegd er aanvanke
lijk aan getwijfeld te heben, of hij aan de
uitnoodiging tot openen zou gevolg ge
ven, omdat hij feitelijk reeds is afgetre
den als lid van de Commissie van bij
stand. Maar hij heeft zich willen houden
aan zijn eigen leer, dat men een vereeni-
ging moet dienen van het oogenblik, dat
men lid wordt tot dat men weggaat.
Steeds heeft hij met pleizier in de ver-
eeniging gewerkt en daarom heette hij
allen gaarne van harte welkom. Spr.
deelde mede, dat de Commissaris der
Koningin bericht zond tot zijn spijt ver
hinderd te zijn. Wel had de burgemees
ter toegezegd, al is het wat later, te
zullen komen, en dit stelde spr. en ze
ker ook alle aanwezigen zeer op prijs.
Spr. stelde de vraag of de tijden er
wel naar zijn om een feestavond te or-
ganiseeren, maar hij meende, dat het
zeer goed is nu samen te komen, opdat
er contact is tusschen de verschillen
de afdeelingen en het bestuur. Het is
zeker goed, dat zoovele jongeren samen
werken in de afdeelingen, dat werk
komt naar buiten, maar het Voornaam
ste werk is hetgeen in stilte in de ver-
eeniging zelve wordt verricht. Spr. wek
te ailen op het werk te blijven steunen.
(Applaus).
Hierna ging direct het scherm op en
ontwaarde men op het tooneel de in
witte shirts gekleede leden van de pij
perclub „Juliana".
Deze afdeeling, die onder de goede
leiding van den heer Iz. de Lange staat,
trad voor het eerst in het openbaar op
met een drietal marschen van A. J.
Scheurkogel, die goed vertolkt werden.
De muziek, die aan die der mariniers
doet denken, voldeed uitstekend.
Thans was „Wilhelmina" aan de beurt
en men weet vooruit als deze gymnas-
tiekvereeniging wat geeft, dat het af is.
De dames onder leiding van den heer
J. H. Koers, gaven eerst mooie vrije
oefeningen te zien, en daarna goed brug-
werken. Er bleken onder deze turnsters
bijzondere werksters te schuilen.
De heeren toonden hun krachten aan
het rek en gaven daaraan ook uitste
kend werk te zien.
Tijdens de gymnastiek kwam de bur
gemeester met zijn zoon en woonden de
uitvoering verder bij.
De heer A. Calatz, de directeur van
het strijkorkest „Musica" heeft dit ge
zelschap tot een groote hoogte weten te
brengen en zette in met „Musica", een
marsch van den directeur. Vooral in
„Mondnacht auf der Alster" van Oscar
Fétras, kwam het kunnen van dit clubje
tot zijn recht. Met twee staande mede
gezongen coupletten van het Bondslied
besloot „Musica".
Hadden de pijpers en gymnasten reeds
veel applaus gehad, de leden van „Mu
sica" konden ook niet over gebrek aan
waardeering klagen.
Gevraagd was na de muziek nog even
rustig te blijven zitten, daar was reden
voor want de voorzitter der C.J.M.V.
wiens oude tanden niet meer zoo/vlug
konden werken, dat de Baas weer al
klaar was.
„Was 't druk in stad,.... histere?"
vroeg hij, om door wat gepraat, te ver
doezelen, dat op hem gewacht moest
worden, 't ouwe zootje", ant
woordde de Baas onverschillig, maar de
vraag had hem aan iets herinnert, en hij
wendde zich tot z'n vrouw: „wien ei t'r
'ewist un Zitterdag?" „Un Zitterdag?"
bezon ze zich, „hin méns voe zovarre as
a 'k weet, of, ja toch, die-ne, toe, ..oe
êet t'n zó hauw,.... Persaentie Poele,
.net.
„Ja dat neet ik", vervolgde de Baas,
„die k histere in stad 'sproke, mè
die zei: „de Vrouwe hin tied, wan
z'ó vollek". „Vol-lek", herhaalde ze
verbaasd, „mè wirrom zeit die dat?
-k un êelen achemirreg mie de poor-
te op de hriengel ezete, en dir ei hin
méns ewist, as net die Poele. En noe!
mö je behriepe, die was me wabliefje!
is van essentenden deur de schure j
ekommeen di stieng n anêens
voe m'n neuze, a 'k uut de deure kwam.
EI goster, wat was 'k toch aneens
kwaed". ,,En je dat litte merreke,
da je kwaed was? vroeg de Baas.
„Ja, dat h'löok wè",. Ze schoot in een!
lach, „gostermanne, die keek toch staer.
Je most 'n is zie bêenderen deur
de poorte." De Baas zag, met even 'n
zijdelingschen blik, dat Martien juist
z'n laatsten hap verwerkte. Hij bracht
de hand aan den rand van zijn hoed,
en', de oogen al half dicht, sloot hij het
gesprek, verklarend: „dan weet ik a
henoegt."
FAl
- r--i/
(Ingez. Med.).
de heer J. F. B a s t i a a n s e, had nu
gelegenheid voor het scherm mr. Van
Dusseldorp toe te spreken. Spr. wensch-
te hem nogmaals geluk met zijn be
noeming tot burgemeester van Goes en
sprak den wensch uit, dat de heer van
Dusseldorp deze betrekking gedurende
tal van jaren zal mogen bekleeden. Men
zal hem intusschen noode missen, omdat
hij zooveel voor het werk van de
C.J.M.V. heeft gedaan, in de eerste
plaats door zijn grooten directen indi-
recten steun voor het verkrijgen van het
tegenwoordige gebouw. Maar daarnaast
heeft hij ook de interne belangen krach
tig behartigd.' Daarom heeft de leden
vergadering Zaterdag j.l. met algemeene
stemmen den scheidende tot eerelid be
noemd en spr. overhandigde de daar
voor -bestaande oorkonde. Maar men
wilde het daarbij niet laten en er een
blijvend souvenir aan toevoegen, nml.
een thans aangeboden ets, voorstellende
de Abdijpoort aan de zijde van de Ba
lans.
De heer Basliaanse eindigde onder
luid applaus-
De heer van Dusseldorp, ze de harte
lijk dank voor de woorden en voor het
aangeboden eerelidmaatschap. Een reeks
van jaren heeft hij met liefde zich aan
dit werk gegeven. Niet moet men hem
danken voor het medeleven, maar hij is
de C.J.M.V- dankbaar, omdat die hem
in de gelegenheid stelde buiten zijn
werkkring met de jongeren te blijven
omgaan. De ets zal dan ook een eere
plaats in zijn kamer te Goes krijgen.
Spr. wekte allen op het werk voort
te zetten, denkende aan het „Bidt en
werkt". Spr. hoopt dat de C.J.M.V. zal
blijven groeien en bloeien en de plaats
zal behouden, die haar toekomt-
Na de pauze hebben een tiental leden
op zeer verdienstelijke wijze opgevoerd
„Hallo, met Mars", een klucht in twee
bedrijven.
De rentenier Stomp heeft het erop ge
zet verbinding met de planeet mars te
krijgen en zijn neef, een student en zijn
vriend weten het te doen voorkomen
of dit werkelijk is gelukt, totdat tenslotte
ook aan Stomp blijkt, dat hij bij den
neus is genomen en zijn pogen wordt
gestaakt.
Een stuk vol aardige momenten, en
rake gezegdes, zoodai hei tweede deel
van den avond heel wat van de lach
spieren .der aanwezigen heeft gevergd.
Nadat nog een samenzang van het
Avondlied had plaats gehad, heeft ds.
C. F- Nolte met dankzegging het fees-
i e ijk samenzijn besloten.
Een paar maanden later.
„a je nog poeljes wilt Persaentje
Poele ei nog mooie löopende, tegen an
de leg", vertelde de Baas.
„Persaentje?'' vroeg de Vrouwe,
„dien Poele? Wéét jie dan nie mi?"
•„Wou 'k toch niét" zei de Baas, „mè
kiek is ier, zaken bin zaken, a je zó
nauwe kiekt, ku'je mie hin méns ahosie
doe-e." Ze schudde het hoofd: „nee-e,
weet je, je zu' t'r nie fan öore.Toen
wendde ze zich tot Martien. „Weet je
dat ók nog, Martien? Oe onstrant a
tien Poele toen was, om overoal te
löope schumen, toen a t'n docht a t'r
hin méns thuus was? Weet je nog, wat
a t'n toen zei?" „Wat was dat?" Mar
tien zocht in zijn herinnering, aarzelde
toen: „wat zei 'n ok awee: „ze zat mie
un aar in uus", h'loof 'k.... On-
geloovig zat ze even te kijken. Spra
keloos. „Nee-e Martien", zei ze toen
langzaam, „dat nie, mè, noe a je dat
di zoo zeit, h'loof 'k wè, dat 't z'n
bedoelehe was, om de ménsen dat in-
dachteg te maeken". „Dat je noe toch
wè van eersten af an kunne behriepe",
zei de Baas, „dat d i e bie z'n eihen
zou dienke: wacht mè!, ik za joe wè
is ellepe".
„Mè, gosterliêve nog toe", stootte
ze uit, nu opeens bevend van drift, ter
wijl de tranen in haar oogen sprongen,
„mag tie dat noe zó mè zehhe?" Maar:
„ie zei 'tet nie weet je", herinnerde
haar de Baas, „zó slum is 'n wè. Ie ei
alleeneg de pad mer eweze. Noe is 'n
ieder baes wat a t'n dienke wilt."
de Vrouwe van d'Oeve.