0! VREEMDELING VAN SILVERDALE TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. D£ GOESCHE CRTVAN DINSDAG 27 NOVEMBER 1934, No. 28ü. naak leel KfSGIMEK van den DAG. ONS LANDBOUWLEVEN IN DEN NOOD DER TIJDEN. HU 4U CT. PER POND 1.50, 13.50, \s 9.50. 5.50, enz. 3.50, 4.50. Is. pnai 7.75, |75. 12.50, 15. 7.50. 4.50 enz. |50. enz. Inz. enz. .BURG, loor juf- te Mid- |ce voor- Bureau boven- hes Bree ÏREEN,, W 204, llnschrij- smijnstr. ;d suassKss id. 16 Adres- snstraat te mel- -7 uur, is^ssa PiEISJE au van sed of fxquette, Voet- [tje. Al- jabriël- [lelburg. ULLEN |oopt U Boven Stevig ïnt. Zie lever- jter, K. per ons. lever- hoofd- fles per lik vet ïams- Midd. 3.50, ron- keuze. Kap- Erven lelburg. !f<IC i««a 9 Olde- dona- she of Bak ent en In nog 1 Vertr. Nieuwe rg. Te- )nder- ïrdam. (in De liddel- Boer; litair bondgenootschap Merkwaardige uitlatingen in I de Fransche Kamer Vrees I voor de Duitsche herbewa-| pening. Fransche Kamer ademde vrees voor de Duitsche herbewapening. De uitla ai van Archimbaud draagt een dui- Frankrijk en Sovjet-RuslandI delijk opzettelijk karakter. ,,Het Rus- Mogelijkheid van een^ mi-| sisChe leger is ons aangeboden voor 't geval van 'n botsing met D u i t s c h- 1 a n d." Berlijn zal het gehoord en begrepen hebben. De Fransche minister van oorlog, ge neraal Maurin, heeft later de woorden Zijn FraaWjk e„ Soviet-taland va» 3^*,» Piaa een militair bondgenootschap te I Moskou heefti huIde te brengen, Ze sluiten; een bondgenootschap dus, I hebben zich zeer verdienstelijk óemaakt waarbij men zich wederzijds verplichtI yoor de toenad j g t t Rusland ver. gewapende macht) tSfdeJXorS de^edoeling dier uit- LgePvallen? De iorige week is in defcf ^2^ Fransche Kamer de begrooting van de Duitsche regeeri - bestemd. oorlog behandeld en naar aanleiding A;&n h gl *d d8ebatten j. t M daarvan moet men de vraag stellen rin eenigszins geruststellende en vrede- verittV behoe- d,t de betrekkingen tusschen Frankrijk vecl'minder wanhopend te z!jn?"doch en Sovjet-Rusland steeds inniger wor- kunnen integendeel woorden van ver den. Weliswaar is er formeel nog metl trouwen spreken. Zï die den OQrl een militaire overeenkomst gesloten, hebben meegemaakii koesteren niet de* maar: ik constateer, dat het Russische minsten lust in 0en herhali H t leger heel sterk is, uitstekend is toe- waarlijk bedroevend zij de gerust en o n s i s a a n g e b o-| te „atieg< die tot dusver menscJeUjk opzicht fakkels van verstand en weten schap waren, elkaar te zien verscheu- op deze woorden volgden, waren be daard besloot de minister: „Ik zal alles ernstig opvatten en mijn best doen. Ik zou wel willen, dat men dit elders ook deed, en niets tragisch opnam". Tot zekere hoogte zit er in het debat in de Fransche Kamer een zeer pikan te noot. Luttele jaren geleden wilde men in Frankrijk niets van de Sovjets die toen barbaren heetten, weten. Thans ging men met het „heel sterke" en „uitstekend toegeruste" roode leger schermen, om zijn eigen vrees voor de Duitsche herbewapening te kalmee- ren. De politiek in ons werelddeel ver toont den laatsten tijd wel merkwaar dige aspecten. voor de belangen van den landbouw. De Nederlandsche landbouw heeft in ken nis niets op dien van andere landen voor, wat men hier kent, kent men el ders ook spoedig. Men moet dan ook bij ons steeds meer trachten op eigen kracht te leven. Het zal wellicht zoo ver komen, dat men alleen dat uitvoert, wat elders door verschil in klimaat niet te kweeken is. Week aan week veran dert er zooveel, dat niemand zich aan voorspellingen kan wagen. Wel weet men dat het op verarming uitloopt en de maatschappij thans langzaam ten gronde gaat. Het is geen wonder, dat de Kamer van Koophandel te Rotter dam ach en wee roept over den weg, die Men zal nu moeten afwachten, of en de landbouw op m o e t gaan. De wel vaart van het land wordt nu eenmaal zeer beinvloed door uit- en invoerwaar- den voor het g'eval van een botsing met Duitse h I a n d." Aldus Archimbaud. j- x7 j I ren ,om, zaken, die men anders moet Veel duidelijker kan het met worden! regelen. gezegd. Al kwam dan nog niet een Toen'de langdurige toejuichingen, die militaire alliantie tot stand, men is er' zeer zeker niet heel ver meer af. An ders gezegd: Frankrijk en Rusland zou den bij w.ijze van spreken, momenteel eik uur van den dag zoo'n bondgenoot schap kunnen sluiten. Men is er aan beide kanten rijp voor- Militaire bondgenootschappen zijn gevaarlijke dingent. Wie het wel met den vrede meent, houdt er niet van. De geschiedenis spreekt ten deze een te duidelijke taal. Alle mogelijke allianties van dit soort zijn altijd defensief geweest. Maar 't draaide met haar gewoonlijk op een offensief uit. Daar bleken ze telkens weer als van natura voor bestemd. Trouwens, er waren vaak ook zooiets als geheime afspraken aanwezig. Men had gehoopt, dat militaire bondgenootschappen na 1918 niet meer zouden willen gedijen. fO, al die be op welke wijze buitschland op de uit latingen in de Fransche Kamer zal rea- geeren. Aan vredelievende demonstra- ties ontbrak het te Berlijn al sinds lang niet. Hitier en Goebbels hebben den laatsten tijd langs verschillende wegen te kennen gegeven, dat Duitschland in geen enkel opzicht snoode voornemens koestert. Integendeel: Duitschland wenscht den vrede en zou vooral gaar ne met Frankrijk op beteren voet ko men te verkeeren. Het debat in de Fransche Kamer heeft aangetoond, dat deze woörden in Frankrijk niet veel indruk maken. Alleen daden zullen iets kunnen uitwerken. Daarop is nu het wachten. Een indrukwekkende rede van het Tweede Kamer lid Weitkamp op de algemeene vergadering der Z. L. M. Altijddurende zomertijd? De Eerste Kamer verwerpe alsnog de invoering van den Mid- del-Europeeschen tijd. In de gistermiddag voortgezette ver- gadeiing der Z. L. M. waren weer onge veer 225 personen aanwezig. De com missaris der Koningin en de burgemees ter van Middelburg woonden deze mid dagvergadering niet bij. De voorzitter gaf thans het woord drogen verwachtingen). Is er dan nietl aan den heer J. Weitkamp, lid der een V o 1 k e n bond gekomen, oml Tweede Kamer en bestuuislid van de ze overbodig te maken? Een volken-1 Overijsselsche maatschappij van larid- bond nog wel, die desnoods al zijn le-1 bouw, die sprak over „Ons landbouwle- den op één na tegen dien eene mocht I ven in den nood der tijden". De heer hij 't er naar maken in het geweer! Weitkamp begon met de vraag te stel- kan roepen? Welk een theorie en.j len of men er zooveel over praat omdat welk een praktijk. Frankrijk heeft zichzelf steeds ten toongesteld, als de warmste Volken bondsvriend. Omdat het er eigen po litieke belangen mee kon dienen, en nergens anders om, hoort men nog al eens verkondigen. Wij hebben niet den moed die opvatting te bestrijden Men is er te Parijs altijd op uit ge weest, den Volkenbond voor den Fran- schen wagen te spannen. Maar desondanks is het Geneefsche instituut toch wel een beetje meer dan een zeer eenzijdige instelling geworden. Men zou de toenadering tot de sovjets daar- er crisis is, of wel dat deze er is, om dat men er zooveel over praat. Spr. had niet de verbeelding, dat hij nog iets nieuws over de crisis kon mededeelen, maar ieder ziet deze zaak op zijn eigen wijze. Als men tot het betere wil komen zal men moeten beginnen met God en de eeuwigheid te zoeken. Men leeft wel in een wonderlijken tijd en moet oppas sen voor hen, die spreken als of zij het bij het rechte eind hebben, dat spruit voort uit een groot egoïsme. Na de oor logsjaren kwam de democratie naar vo ren en riep men alom om ontwapening, en dit alles leidde tot een ongekende voor als een bewijs (een bewijs uit 'tl autocratie en bewapening Men heeft ongerijmde?) kunnen bewerkstelligen Imjsers. de mogelijkheid, dat het tus- scken Parijs en Moskou, tot een mili taire alliantie komt, duidt ook aan, dat Frankrijk geen voldoende vertrouwen in den Volkenbond koestert, voor zijn bijzondere hel^ngen. Dat is van belang. Tegelijkertijd valt hier dus winst en verlies voor den Vol kenbond te constateeren. De militaire alliantie is er nog niet mooie theoriën, maar niemand handelt er naar. De bedrijfsorganisatie is nu het wachtwoord en men keert terug naar het gildewezen, door allerlei regelingen, die men nu ook wilt. Het lijkt alles de billijkheid zelve, maar het is het mate riaal voor scherpe critiek. Toen ook was het slecht voor den landbouw en spr. krijgt een koude rilling als hij leest hoe het in den gildetijd was, dit blijkt het best bij het lezen van dr. Hame- Men heeft de wereld alleen te verstaan! links boek. Men krijgt nu collectieve re- gegeven, dat ze er kan komen. Speci-| gelingen, waarbij ook de arbeiders een aal was de waarschuwing aan 't adres! woordje mede spreken, maar de eene van Duitschland gericht. Het geheele I organisatie paratiseert op de andere, debat over de oorlogsbegrooting in del Iemand met sociaal gevoel zal toege- door H. BINDLOSS. 9m. Stimson salueerde en wendde den teugel. Toen ze na een uur van hard rfp3en even stil hielden om te luisteren, hoorden ze van heel uit de verte het zwakke ratelen van wielen; zonder 'n oogenblik te verliezen galoppeerden ze verder in de richting, waaruit het ge luid gekomen was. 't Was duidelijk te merken, dat de dreunende hoefslagen van hun paarden op verren afstand hoorbaar geweest moesten zijn, want of schoon het ratelen na een poosje iets luider werd, was 't feit dat ze zoo langzaam op de smokkelaars wonnen het beste bewijs, dat de mannen met de kar gewaarschuwd waren en niet in gehaald wilden worden. Maar tenslotte is het voor twee paarden een onmoge lijkheid om een zwaar beladen wagen met de snelheid van een paard met als eenigen last een ruiter over een hob belig pad voort te trekken en zoo ge beurde het dan ook, dat het geluid van de wielen al zeer dichtbij leek, toen de beide. marechaussée's op het berken- boschje afrenden, dat voor hen uit als ees> zwarte massa uit het schemerige grauw opdoemde. Maar opeens hield het ratelen op en even daarna hoorde ze de dreunen.de hoefslagen van een paard. „Dat is er één", riep de grijze briga dier. „En in elk geval hebben ze twee man op den wagen gehad. Afstijgen en de dieren vastbinden. Nummer twee is ergens in het boschje." Binnen vijf minuten kregen ze Het bewijs van de juistheid van deze bewe ring te zien. Midden op het pad stond een wagen met een man ernaast, die zoo verdiept was in zijn werk, het in vliegende haast lossnijden van het over gebleven paard uit zijn verwarde tuig, dat hij hen niet hoorde aankomen. De ijzeren greep, waarmede de vingers van den grijzen brigadier zich om zijn arm sloten, bracht hem tot bezinning, „Klaar met je karabijn, marechaus see?" hoorde hij zeggen. „Hier, handen uitsteken." Zonder een poging tot verweer deed de man, wat hem gezegd werd; Stim son begon te lachen toen de man met de boeien om zijn polsen voor hem stond. „En nu waar is je compagnon?" vroeg hij. „Met genoegen wil ik jullie dat ver tellen", zeide de man. ,,'n Gemeene poets die hij me gebakken heeft, de schooier! Toen we merkten, dat we toch niet konden ontsnappen, waren we van den bok gesprongen, om de paarden uit te spannen. Ik had 't beste ven, dat de landbouw het meest gedruk te bedrijf is. Ieder krijgt waarop hij met recht en billijkheid aansprak kan maken en dit geldt voor boer en arbeider. Maar waarom krijgt een landarbeider ongeveer 25 cent per uur en een schil dersknecht, die rustig een staldeur staat te schilderen 40 of 45 cent. Men past voor den landbouw een andere de mocratie toe dan voor de stedelijke be drijven. Toch spreekt men over de hoo- ge prijzen van de landbouwproducten, terwijl kleine boeren hoogstens 10 tot 12 cent per uur ontvangen. De minister zegt, dat een steunregeling doelt in te houden den zorg voor een bestaansmo gelijkheid der arbeiders. De boeren kun nen het goed zien, dat de stedelijke ar beiders veel verdienen, want zij zijn de consumenten bij uitnemendheid. Het gaat er bij spreker niet om onrust te zaaien, maar om te pleiten van de ge lijkgerechtigdheid van de landbouwers als inwoners van ons land. De groote opbloei kwam door het credietwezen, doch dit had tot gevolg groote krenk- baarheid der bedrijven, die steeds met angst heeft vervuld. De landbouw is onderhevig aan de mogelijkheid van export, zoowel direct als indirect, dit laatste door dat ook de fabrieken, die landbouwproducten verwerken, op export zijn aangewezen. Geheel West-Europa is ziek. De wereld vraag naar de producten blijft uit en nu zit men vast. Men moet terug keeren tot de ware samenwerking, tot de ware de mocratie. Te midden van de moeilijk heden van het groote Romeinsche rijk, richtte men als uitkomst een kruis op thans moet men dopr eendrachtige sa menwerking trachten uit de misère te komen anders zal het laatste woord aan het kanon zijn, en dan is Europa geheel verloren. Vooral moet men den economi- schen oorlog beeindigen, vooral ook te pakken; ik had juist een deken om hem heengegespt, toen hij zei', dat hij het dier wel even zou vasthouden, dan kon ik mijn krachten op het andere probeeren. Natuurlijk deed ik het, maar nauwelijks had ik m'n eigen dier losge laten of wip, zat hij erop en reed weg daar zat ik me alleen met dien dui vel, die je met z'n tweeën nog niet eens baas kan. Hij is 't Zuiden in, den weg naar Montana op." „Opstijgen en hem achterna", beval Stimson; een paar minuten daarna, toen hij zijn metgezel had zien wegrijden, keerde hij zich weer tot zijn gevange ne. „Natuurlijk heb je ergens een lantaarn ik moet je eens op mijn gemak bekij ken", zeide hij. „Ik zal dubbel blij zijn, dat we je te pakken hebben gekregen, als je de man bent, dien ik verwacht te zullen zien. „In den wagen staat er een", ant woordde de man neerslachtig. Stimson stak de lantaarn aan en na dat hij het voortdurend onrustig-slaan- de paard losgesneden en vastgebonden had, hield hij de lantaarn zóó, dat het gezicht van zijn gevangene verlicht werd. Bij het zien van het breede, ge bruinde gezicht en het rechtop staande blonde haar, knikte hij tevreden. „Je kunt evengoed gaan zitten", zei de hij. „We moeten eens samen pra ten." „Wel", antwoordde de man, „als je de der landbouwproducten. Zij, die voor den landbouw en zijn belangen, den schouder ophalen, vergeten, dat als een lid lijdt, alle leden lijden. Nivelleering zal hevig op den gehee- i len landbouw drukken in al zijn geledin gen. Dan wordt de landbouwer geargen- tiniseerd en krijgt nog lager inkomen dan de cowboy's die op de boerderijen in Argentinë op de koeien passen. Waar armoede heerscht, komt ruzie. Men ge looft niet meer aan belanglooze werkers voor het algemeen nut en meent, dat ieder alleen kijkt naar 10 cent meer of minder. Maar spr. zegt, dat een dr. Colijn zich niet zal laten commandeeren door een Zwanenberg en spr. is Zaterdag avond diep getroffen door de radiorede van minister Marchant. Zeker maken de ministers fouten, maar schandelijk is iedere poging om te zeggen, dat zij be wust in gebreke zijn. Goede maatrege len zijn er thans niet te nemen en men moet dan trachten een minder kwade te nemen. Zulke nieuwe maatregelen kunnen niet direct goed werken, even min als nieuwe machines. Alles kan al leen goed werken, als ieder mede wil werken. Wijlen minister Modderman zei de destijds dat men met medewerking van het publiek alles en zonder dat niets of weinig kan bereiken. Zeker behoeft men niet alles, wat de regeering doet goed te praten, en critiek moet, mag en kan er zijn. Doch het is ook een gulden tijd voor uitvinders op het gebied dei- politiek. Regeeren is *thans wel zeer moeilijk en een goed regent zal nu wel geen vrienden hebben. Men moet zich houden aan den geest onzer voorvaderen: God vertrouwen, zelf werken, zuinig zijn en elkander bij staan. Men moet hand aan hand voor uit, de oogen gericht op hetzelfde doel, 'u het belang van ons geliefd vaderland. Samenwerken voor het behoud van den boerenstand is noodig. Dan kan veel worden bereikt en kan de landbouw vrij Gemaakt worden van het vooroordeel. Men moet toonen niet te zijn de ver schoppeling, niet te staan op de derde t plaats, zooals men wel denkt, maar langzamerhand moet men zich gelijk ge voelen met andere landgenooten en zich opwerken tot de plaats, die den land bouw toekomt. Men moet er voor be danken aangezien te worden voor on- j mondig en niet toegeven, aan het „laat j maar waaien". Dan alleen heeft men ook recht op den zegen van God Al- j machtig. I Spr. herinnert aan een gedicht van j Victor Hugo, waarin hij tot Napoleon, die zich alleenheerscher waant, zegt, de macht is niet aan U, doch aan God. (Luid applaus). De heer Zwagerman bracht har telijk dank voor deze rede van den man uit de praktijk, maar vroeg hem of hii ir. hooge graanrechten, die spr. ook had genoemd, veel heil zag. t De heer Weitkamp zeide eens gevraagd te hebben, waarom men in j Engeland maar niet kon concurreeren j inzake de boferleverantie met de Deen- sche hoeren, Het antwoord was, dat men in Denemarken alle dezelfde me thode toepast en zoo met één soort bo ter uitkomt. Maar als men hier Deensch vleesch of Italiaansche maltha aardappe len belasten wil, dan komen er bezwa ren van bloembollenexporteurs en an dere. Men wil hier de zuiderzee verder dempen om voor eigen voedselvoorzie ning grond te hebben, maar wat zal dat helpen, als men toch nog graan uit Ar gentinië en andere landen blijft invoe ren. De graanrechten zullen automatisch toch komen. Men moet zich aanpassen aan de omstandigheden en de bodemcui- tuur opdrijven. De voorzitter bracht den heer Weitkamp onder applaus dank voor zijn inleiding. Hierna verkreeg dr. S. S. Smeding van den voorzitter verlof de vergade ring toe te spreken over den Middel- Europeeschen tijd. Spr. zeide, dat het hem gebleken is, dat men zich over het algemeen geen voldoende rekenschap geeft van wat in zake de tijdregeling in ons land te ge beuren staat, doordat de Tweede Ka mer reeds aannam, dat het geheele jaar door de Middel-Europeesche tijd zal gelden. De Eerste Kamer moet ten deze nog beslissen en het is dus nog niet te laat, zooals o.a. bleek destijds bij het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Het kan gewenscht zijn een einde te maken aan het gepraat over den tijd, maar dë knoop kan juist naar de verkeerde kant worden doorgehakt. Tot nu toe rekende men in ons land met den middelbaren Amsterdamschen tijd, die echter toch weer afwijkt van den waren zonne tijd. Men heeft destijds de wereld inzake de tijdsbepaling in 24 zone's verdeeld, en Europa valt in drie zónetijden, nml. de West-Europeesche, de Middel-Europee- sche en de Oost-Europeesche zóne. Hier gaat het om de vraag West- of Midden Europeeschen tijd. Als men nu zomer en winter het laatste heeft, dan beteekent dit, dat men het geheele jaar feitelijk zomertijd heeft, alleen niet een uur, doch drie kwartier verschil. Het beteekent dat bijv. op 21 of 22 December in plaats van om 8.10 eerst om 10 minuten voor negen de zon zal opgaan. Daarbij komt nog, dat Nederland, evenals o.a. Engeland, België en Frank rijk geheel in de West-Europeesche zóne ligt. Spr. vroeg en verkreeg toestemming de volgende mot'e aan de vergadering voor te leggen: De Zeeuwsche Landbouw Maatschap pij in algemeene vergadering bijeen etc. etc. van oordeel, dat de invoering van den .Middel-Europeeschen tijd voor het geheele jaar den zomertijd in naam op heft, doch hem in wezen permanent ver klaart; dat Nederland geheel buiten de inter nationale iijdzöne van den Middel-Euro- peeschen tijd ligt; dat een zomertijd van 40 minuten, het geheele jaar door, de bezwaren van den landbouwersstand niet alleen niet op heft, doch integendeel verergert doordat nu r,nk n het voorjaar, de herfst en zelfs midden in den winter de zon volgens de klok, veertig minuten later opkomt; overwegende dat, zoo men den zomer tijd niet wenscht, enkele maanden zo mertijd in den zomer toch altijd nog BA K- EN BRAADVET Af\ (Ingez. Med.). me uithooren wil ik .wil je met ge noegen helpen, om Harmon te pakken te krijgen, maar wat mezelf betreft, kan ik bewijzen, dat hij me gehuurd heeft, om hem met den wagen naar Kemp te brengen en ten slotte kan niemand mij bewijzen, dat ik wist, wat er in de pak ken zat, die hij als bagage achter in de kar heeft laten zetten." Stimson glimlachte eenigszins sarcas tisch. Praat maar niet zoo boud ten eerste zou dat wel te bewijzen zijn en ten tweede heb je nog iets anders op je kerfstok. Een tijdje geleden heb je de kerels ook een paar maal geholpen." „Kom, dat is blufwat ik toen gedaan heb telt niet als jullie dat willen ophalen, ga je gang, mij maak je niet bang", zei de man. j „Neen?" vroeg Stimson, „maar nu heb je het toch bij het verkeerde eind, want we hebben nog heel wat anders tegen je dan gewoon whisky smokke len. In het begin van den winter, toen de sneeuw hoog lag, heeft een man je op een nacht om huisvesting gevraagd en heb je hem opgenomen. De man wendde zijn gezicht af; maar hij was niet vlug genoeg, want de grij ze brigadier had de verschrikte uit drukking in zijn oogen en het plotseling verbleeken van het breede, gebruinde gezicht gezien. „Dat gebeurt zoo dikwijls'!, gaf de man gedwongen kalm ten antwoord. „Op de prairie worden de vreemdelin gen, die om onderdak vragen, niet af gewezen." „Natuurlijk niet", antwoordde de bri gadier voor het uiterlijk heel ernstig, ofschoon hij zich in zijn handen had kunnen wrijven over dit onverhoopte gelukken van zijn list. „Maar de man, waarom het hier gaat, had geen paard, 't zijne was in de rivier verdronken en jij hebt hem in staat gesteld om de grens over te komen door hem een an der te geven. Weet je wel dat het de strop voor jou zou beteekenen, als we konden bewijzen, dat jij wist wat hij op zijn kerfstok had? Blijkbaar was de man niet iemand, die er zijn beroep van maakte om fe smokkelen of op andere manieren de wet te ontduiken, maar een gewone boer, die een goede gelegenheid, om er ietsbxj te verdienen, niet had willen laten glippen, want bij het eerste tee- ken van onraad gaf hij onmiddellijk al len tegenstand op. „Meer dan een week, nadat hij weg was, wist ik pas wat hij gedaan had, brigadier" zeide hij. „Als ik 't van te voren geweten had ik had hem lie ver laten doodvriezen, dan dat ik hem een van mijn paarden gegeven had." „Die verontschuldiging zou je bij een eventueele aanklacht niet. veel baten", zeide Stimson streng. „Als je ons na die week, dadelijk toen je het wist, bericht gestuurd had, zouden wij hem gehad hebben," (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5