0! VREEMDELING VAN
SILVERDALE
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. D£ GOESCHE CRTVAN DINSDAG 27 NOVEMBER 1934, No. 28ü.
naak
leel
KfSGIMEK van den DAG.
ONS LANDBOUWLEVEN IN DEN NOOD DER TIJDEN.
HU 4U CT. PER POND
1.50,
13.50,
\s 9.50.
5.50,
enz.
3.50,
4.50.
Is.
pnai
7.75,
|75.
12.50,
15.
7.50.
4.50 enz.
|50.
enz.
Inz. enz.
.BURG,
loor juf-
te Mid-
|ce voor-
Bureau
boven-
hes Bree
ÏREEN,,
W 204,
llnschrij-
smijnstr.
;d
suassKss
id. 16
Adres-
snstraat
te mel-
-7 uur,
is^ssa
PiEISJE
au van
sed of
fxquette,
Voet-
[tje. Al-
jabriël-
[lelburg.
ULLEN
|oopt U
Boven
Stevig
ïnt. Zie
lever-
jter, K.
per ons.
lever-
hoofd-
fles per
lik vet
ïams-
Midd.
3.50,
ron-
keuze.
Kap-
Erven
lelburg.
!f<IC
i««a 9
Olde-
dona-
she of
Bak
ent en
In nog
1 Vertr.
Nieuwe
rg. Te-
)nder-
ïrdam.
(in De
liddel-
Boer;
litair bondgenootschap
Merkwaardige uitlatingen in I
de Fransche Kamer Vrees I
voor de Duitsche herbewa-|
pening.
Fransche Kamer ademde vrees voor
de Duitsche herbewapening. De uitla
ai van Archimbaud draagt een dui-
Frankrijk en Sovjet-RuslandI delijk opzettelijk karakter. ,,Het Rus-
Mogelijkheid van een^ mi-| sisChe leger is ons aangeboden voor 't
geval van 'n botsing met D u i t s c h-
1 a n d." Berlijn zal het gehoord en
begrepen hebben.
De Fransche minister van oorlog, ge
neraal Maurin, heeft later de woorden
Zijn FraaWjk e„ Soviet-taland va» 3^*,»
Piaa een militair bondgenootschap te I Moskou heefti huIde te brengen, Ze
sluiten; een bondgenootschap dus, I hebben zich zeer verdienstelijk óemaakt
waarbij men zich wederzijds verplichtI yoor de toenad j g t t Rusland ver.
gewapende macht) tSfdeJXorS de^edoeling dier uit-
LgePvallen? De iorige week is in defcf ^2^
Fransche Kamer de begrooting van de Duitsche regeeri - bestemd.
oorlog behandeld en naar aanleiding A;&n h gl *d d8ebatten j. t M
daarvan moet men de vraag stellen rin eenigszins geruststellende en vrede-
verittV behoe-
d,t de betrekkingen tusschen Frankrijk vecl'minder wanhopend te z!jn?"doch
en Sovjet-Rusland steeds inniger wor- kunnen integendeel woorden van ver
den. Weliswaar is er formeel nog metl trouwen spreken. Zï die den OQrl
een militaire overeenkomst gesloten, hebben meegemaakii koesteren niet de*
maar: ik constateer, dat het Russische minsten lust in 0en herhali H t
leger heel sterk is, uitstekend is toe- waarlijk bedroevend zij de
gerust en o n s i s a a n g e b o-| te „atieg< die tot dusver menscJeUjk
opzicht fakkels van verstand en weten
schap waren, elkaar te zien verscheu-
op deze woorden volgden, waren be
daard besloot de minister: „Ik zal alles
ernstig opvatten en mijn best doen. Ik
zou wel willen, dat men dit elders ook
deed, en niets tragisch opnam".
Tot zekere hoogte zit er in het debat
in de Fransche Kamer een zeer pikan
te noot. Luttele jaren geleden wilde
men in Frankrijk niets van de Sovjets
die toen barbaren heetten, weten. Thans
ging men met het „heel sterke" en
„uitstekend toegeruste" roode leger
schermen, om zijn eigen vrees voor
de Duitsche herbewapening te kalmee-
ren. De politiek in ons werelddeel ver
toont den laatsten tijd wel merkwaar
dige aspecten.
voor de belangen van den landbouw. De
Nederlandsche landbouw heeft in ken
nis niets op dien van andere landen
voor, wat men hier kent, kent men el
ders ook spoedig. Men moet dan ook
bij ons steeds meer trachten op eigen
kracht te leven. Het zal wellicht zoo
ver komen, dat men alleen dat uitvoert,
wat elders door verschil in klimaat niet
te kweeken is. Week aan week veran
dert er zooveel, dat niemand zich aan
voorspellingen kan wagen. Wel weet
men dat het op verarming uitloopt en
de maatschappij thans langzaam ten
gronde gaat. Het is geen wonder, dat
de Kamer van Koophandel te Rotter
dam ach en wee roept over den weg, die
Men zal nu moeten afwachten, of en de landbouw op m o e t gaan. De wel
vaart van het land wordt nu eenmaal
zeer beinvloed door uit- en invoerwaar-
den voor het g'eval van
een botsing met Duitse h
I a n d." Aldus Archimbaud. j-
x7 j I ren ,om, zaken, die men anders moet
Veel duidelijker kan het met worden! regelen.
gezegd. Al kwam dan nog niet een Toen'de langdurige toejuichingen, die
militaire alliantie tot stand, men is er'
zeer zeker niet heel ver meer af. An
ders gezegd: Frankrijk en Rusland zou
den bij w.ijze van spreken, momenteel
eik uur van den dag zoo'n bondgenoot
schap kunnen sluiten. Men is er aan
beide kanten rijp voor-
Militaire bondgenootschappen zijn
gevaarlijke dingent. Wie het wel met
den vrede meent, houdt er niet van. De
geschiedenis spreekt ten deze een te
duidelijke taal. Alle mogelijke allianties
van dit soort zijn altijd defensief
geweest. Maar 't draaide met haar
gewoonlijk op een offensief
uit. Daar bleken ze telkens weer als
van natura voor bestemd. Trouwens,
er waren vaak ook zooiets als geheime
afspraken aanwezig.
Men had gehoopt, dat militaire
bondgenootschappen na 1918 niet meer
zouden willen gedijen. fO, al die be
op welke wijze buitschland op de uit
latingen in de Fransche Kamer zal rea-
geeren. Aan vredelievende demonstra-
ties ontbrak het te Berlijn al sinds lang
niet. Hitier en Goebbels hebben den
laatsten tijd langs verschillende wegen
te kennen gegeven, dat Duitschland in
geen enkel opzicht snoode voornemens
koestert. Integendeel: Duitschland
wenscht den vrede en zou vooral gaar
ne met Frankrijk op beteren voet ko
men te verkeeren. Het debat in de
Fransche Kamer heeft aangetoond, dat
deze woörden in Frankrijk niet veel
indruk maken. Alleen daden zullen
iets kunnen uitwerken. Daarop is nu
het wachten.
Een indrukwekkende rede van het Tweede Kamer
lid Weitkamp op de algemeene vergadering der
Z. L. M. Altijddurende zomertijd? De Eerste
Kamer verwerpe alsnog de invoering van den Mid-
del-Europeeschen tijd.
In de gistermiddag voortgezette ver-
gadeiing der Z. L. M. waren weer onge
veer 225 personen aanwezig. De com
missaris der Koningin en de burgemees
ter van Middelburg woonden deze mid
dagvergadering niet bij.
De voorzitter gaf thans het woord
drogen verwachtingen). Is er dan nietl aan den heer J. Weitkamp, lid der
een V o 1 k e n bond gekomen, oml Tweede Kamer en bestuuislid van de
ze overbodig te maken? Een volken-1 Overijsselsche maatschappij van larid-
bond nog wel, die desnoods al zijn le-1 bouw, die sprak over „Ons landbouwle-
den op één na tegen dien eene mocht I ven in den nood der tijden". De heer
hij 't er naar maken in het geweer! Weitkamp begon met de vraag te stel-
kan roepen? Welk een theorie en.j len of men er zooveel over praat omdat
welk een praktijk.
Frankrijk heeft zichzelf steeds ten
toongesteld, als de warmste Volken
bondsvriend. Omdat het er eigen po
litieke belangen mee kon dienen, en
nergens anders om, hoort men nog
al eens verkondigen. Wij hebben niet
den moed die opvatting te bestrijden
Men is er te Parijs altijd op uit ge
weest, den Volkenbond voor den Fran-
schen wagen te spannen. Maar
desondanks is het Geneefsche instituut
toch wel een beetje meer dan een zeer
eenzijdige instelling geworden. Men
zou de toenadering tot de sovjets daar-
er crisis is, of wel dat deze er is, om
dat men er zooveel over praat. Spr. had
niet de verbeelding, dat hij nog iets
nieuws over de crisis kon mededeelen,
maar ieder ziet deze zaak op zijn eigen
wijze. Als men tot het betere wil komen
zal men moeten beginnen met God en
de eeuwigheid te zoeken. Men leeft wel
in een wonderlijken tijd en moet oppas
sen voor hen, die spreken als of zij het
bij het rechte eind hebben, dat spruit
voort uit een groot egoïsme. Na de oor
logsjaren kwam de democratie naar vo
ren en riep men alom om ontwapening,
en dit alles leidde tot een ongekende
voor als een bewijs (een bewijs uit 'tl autocratie en bewapening Men heeft
ongerijmde?) kunnen bewerkstelligen
Imjsers. de mogelijkheid, dat het tus-
scken Parijs en Moskou, tot een mili
taire alliantie komt, duidt ook aan, dat
Frankrijk geen voldoende vertrouwen
in den Volkenbond koestert, voor
zijn bijzondere hel^ngen.
Dat is van belang. Tegelijkertijd valt
hier dus winst en verlies voor den Vol
kenbond te constateeren.
De militaire alliantie is er nog niet
mooie theoriën, maar niemand handelt
er naar. De bedrijfsorganisatie is nu het
wachtwoord en men keert terug naar
het gildewezen, door allerlei regelingen,
die men nu ook wilt. Het lijkt alles de
billijkheid zelve, maar het is het mate
riaal voor scherpe critiek. Toen ook
was het slecht voor den landbouw en
spr. krijgt een koude rilling als hij leest
hoe het in den gildetijd was, dit blijkt
het best bij het lezen van dr. Hame-
Men heeft de wereld alleen te verstaan! links boek. Men krijgt nu collectieve re-
gegeven, dat ze er kan komen. Speci-| gelingen, waarbij ook de arbeiders een
aal was de waarschuwing aan 't adres! woordje mede spreken, maar de eene
van Duitschland gericht. Het geheele I organisatie paratiseert op de andere,
debat over de oorlogsbegrooting in del Iemand met sociaal gevoel zal toege-
door H. BINDLOSS.
9m.
Stimson salueerde en wendde den
teugel. Toen ze na een uur van hard
rfp3en even stil hielden om te luisteren,
hoorden ze van heel uit de verte het
zwakke ratelen van wielen; zonder 'n
oogenblik te verliezen galoppeerden ze
verder in de richting, waaruit het ge
luid gekomen was. 't Was duidelijk te
merken, dat de dreunende hoefslagen
van hun paarden op verren afstand
hoorbaar geweest moesten zijn, want of
schoon het ratelen na een poosje iets
luider werd, was 't feit dat ze zoo
langzaam op de smokkelaars wonnen
het beste bewijs, dat de mannen met
de kar gewaarschuwd waren en niet in
gehaald wilden worden. Maar tenslotte
is het voor twee paarden een onmoge
lijkheid om een zwaar beladen wagen
met de snelheid van een paard met als
eenigen last een ruiter over een hob
belig pad voort te trekken en zoo ge
beurde het dan ook, dat het geluid van
de wielen al zeer dichtbij leek, toen de
beide. marechaussée's op het berken-
boschje afrenden, dat voor hen uit als
ees> zwarte massa uit het schemerige
grauw opdoemde. Maar opeens hield
het ratelen op en even daarna hoorde
ze de dreunen.de hoefslagen van een
paard.
„Dat is er één", riep de grijze briga
dier. „En in elk geval hebben ze twee
man op den wagen gehad. Afstijgen en
de dieren vastbinden. Nummer twee
is ergens in het boschje."
Binnen vijf minuten kregen ze Het
bewijs van de juistheid van deze bewe
ring te zien. Midden op het pad stond
een wagen met een man ernaast, die
zoo verdiept was in zijn werk, het in
vliegende haast lossnijden van het over
gebleven paard uit zijn verwarde tuig,
dat hij hen niet hoorde aankomen. De
ijzeren greep, waarmede de vingers van
den grijzen brigadier zich om zijn arm
sloten, bracht hem tot bezinning,
„Klaar met je karabijn, marechaus
see?" hoorde hij zeggen. „Hier, handen
uitsteken."
Zonder een poging tot verweer deed
de man, wat hem gezegd werd; Stim
son begon te lachen toen de man met
de boeien om zijn polsen voor hem
stond.
„En nu waar is je compagnon?"
vroeg hij.
„Met genoegen wil ik jullie dat ver
tellen", zeide de man. ,,'n Gemeene
poets die hij me gebakken heeft, de
schooier! Toen we merkten, dat we
toch niet konden ontsnappen, waren
we van den bok gesprongen, om de
paarden uit te spannen. Ik had 't beste
ven, dat de landbouw het meest gedruk
te bedrijf is. Ieder krijgt waarop hij met
recht en billijkheid aansprak kan maken
en dit geldt voor boer en arbeider.
Maar waarom krijgt een landarbeider
ongeveer 25 cent per uur en een schil
dersknecht, die rustig een staldeur
staat te schilderen 40 of 45 cent. Men
past voor den landbouw een andere de
mocratie toe dan voor de stedelijke be
drijven. Toch spreekt men over de hoo-
ge prijzen van de landbouwproducten,
terwijl kleine boeren hoogstens 10 tot
12 cent per uur ontvangen. De minister
zegt, dat een steunregeling doelt in te
houden den zorg voor een bestaansmo
gelijkheid der arbeiders. De boeren kun
nen het goed zien, dat de stedelijke ar
beiders veel verdienen, want zij zijn de
consumenten bij uitnemendheid. Het
gaat er bij spreker niet om onrust te
zaaien, maar om te pleiten van de ge
lijkgerechtigdheid van de landbouwers
als inwoners van ons land. De groote
opbloei kwam door het credietwezen,
doch dit had tot gevolg groote krenk-
baarheid der bedrijven, die steeds met
angst heeft vervuld.
De landbouw is onderhevig aan de
mogelijkheid van export, zoowel direct
als indirect, dit laatste door dat ook
de fabrieken, die landbouwproducten
verwerken, op export zijn aangewezen.
Geheel West-Europa is ziek. De wereld
vraag naar de producten blijft uit en nu
zit men vast. Men moet terug keeren tot
de ware samenwerking, tot de ware de
mocratie. Te midden van de moeilijk
heden van het groote Romeinsche rijk,
richtte men als uitkomst een kruis op
thans moet men dopr eendrachtige sa
menwerking trachten uit de misère te
komen anders zal het laatste woord aan
het kanon zijn, en dan is Europa geheel
verloren. Vooral moet men den economi-
schen oorlog beeindigen, vooral ook
te pakken; ik had juist een deken om
hem heengegespt, toen hij zei', dat hij
het dier wel even zou vasthouden, dan
kon ik mijn krachten op het andere
probeeren. Natuurlijk deed ik het, maar
nauwelijks had ik m'n eigen dier losge
laten of wip, zat hij erop en reed weg
daar zat ik me alleen met dien dui
vel, die je met z'n tweeën nog niet
eens baas kan. Hij is 't Zuiden in, den
weg naar Montana op."
„Opstijgen en hem achterna", beval
Stimson; een paar minuten daarna, toen
hij zijn metgezel had zien wegrijden,
keerde hij zich weer tot zijn gevange
ne.
„Natuurlijk heb je ergens een lantaarn
ik moet je eens op mijn gemak bekij
ken", zeide hij. „Ik zal dubbel blij zijn,
dat we je te pakken hebben gekregen,
als je de man bent, dien ik verwacht
te zullen zien.
„In den wagen staat er een", ant
woordde de man neerslachtig.
Stimson stak de lantaarn aan en na
dat hij het voortdurend onrustig-slaan-
de paard losgesneden en vastgebonden
had, hield hij de lantaarn zóó, dat het
gezicht van zijn gevangene verlicht
werd. Bij het zien van het breede, ge
bruinde gezicht en het rechtop staande
blonde haar, knikte hij tevreden.
„Je kunt evengoed gaan zitten", zei
de hij. „We moeten eens samen pra
ten."
„Wel", antwoordde de man, „als je
de der landbouwproducten. Zij, die voor
den landbouw en zijn belangen, den
schouder ophalen, vergeten, dat als een
lid lijdt, alle leden lijden.
Nivelleering zal hevig op den gehee-
i len landbouw drukken in al zijn geledin
gen.
Dan wordt de landbouwer geargen-
tiniseerd en krijgt nog lager inkomen
dan de cowboy's die op de boerderijen
in Argentinë op de koeien passen. Waar
armoede heerscht, komt ruzie. Men ge
looft niet meer aan belanglooze werkers
voor het algemeen nut en meent, dat
ieder alleen kijkt naar 10 cent meer of
minder.
Maar spr. zegt, dat een dr. Colijn
zich niet zal laten commandeeren door
een Zwanenberg en spr. is Zaterdag
avond diep getroffen door de radiorede
van minister Marchant. Zeker maken de
ministers fouten, maar schandelijk is
iedere poging om te zeggen, dat zij be
wust in gebreke zijn. Goede maatrege
len zijn er thans niet te nemen en men
moet dan trachten een minder kwade
te nemen. Zulke nieuwe maatregelen
kunnen niet direct goed werken, even
min als nieuwe machines. Alles kan al
leen goed werken, als ieder mede wil
werken. Wijlen minister Modderman zei
de destijds dat men met medewerking
van het publiek alles en zonder dat niets
of weinig kan bereiken. Zeker behoeft
men niet alles, wat de regeering doet
goed te praten, en critiek moet, mag en
kan er zijn. Doch het is ook een gulden
tijd voor uitvinders op het gebied dei-
politiek. Regeeren is *thans wel zeer
moeilijk en een goed regent zal nu wel
geen vrienden hebben.
Men moet zich houden aan den geest
onzer voorvaderen: God vertrouwen,
zelf werken, zuinig zijn en elkander bij
staan. Men moet hand aan hand voor
uit, de oogen gericht op hetzelfde doel,
'u het belang van ons geliefd vaderland.
Samenwerken voor het behoud van den
boerenstand is noodig. Dan kan veel
worden bereikt en kan de landbouw vrij
Gemaakt worden van het vooroordeel.
Men moet toonen niet te zijn de ver
schoppeling, niet te staan op de derde t
plaats, zooals men wel denkt, maar
langzamerhand moet men zich gelijk ge
voelen met andere landgenooten en zich
opwerken tot de plaats, die den land
bouw toekomt. Men moet er voor be
danken aangezien te worden voor on- j
mondig en niet toegeven, aan het „laat j
maar waaien". Dan alleen heeft men
ook recht op den zegen van God Al- j
machtig. I
Spr. herinnert aan een gedicht van j
Victor Hugo, waarin hij tot Napoleon,
die zich alleenheerscher waant, zegt, de
macht is niet aan U, doch aan God.
(Luid applaus).
De heer Zwagerman bracht har
telijk dank voor deze rede van den man
uit de praktijk, maar vroeg hem of hii
ir. hooge graanrechten, die spr. ook had
genoemd, veel heil zag. t
De heer Weitkamp zeide eens
gevraagd te hebben, waarom men in j
Engeland maar niet kon concurreeren j
inzake de boferleverantie met de Deen-
sche hoeren, Het antwoord was, dat
men in Denemarken alle dezelfde me
thode toepast en zoo met één soort bo
ter uitkomt. Maar als men hier Deensch
vleesch of Italiaansche maltha aardappe
len belasten wil, dan komen er bezwa
ren van bloembollenexporteurs en an
dere. Men wil hier de zuiderzee verder
dempen om voor eigen voedselvoorzie
ning grond te hebben, maar wat zal dat
helpen, als men toch nog graan uit Ar
gentinië en andere landen blijft invoe
ren. De graanrechten zullen automatisch
toch komen. Men moet zich aanpassen
aan de omstandigheden en de bodemcui-
tuur opdrijven.
De voorzitter bracht den heer
Weitkamp onder applaus dank voor
zijn inleiding.
Hierna verkreeg dr. S. S. Smeding
van den voorzitter verlof de vergade
ring toe te spreken over den Middel-
Europeeschen tijd.
Spr. zeide, dat het hem gebleken is,
dat men zich over het algemeen geen
voldoende rekenschap geeft van wat in
zake de tijdregeling in ons land te ge
beuren staat, doordat de Tweede Ka
mer reeds aannam, dat het geheele jaar
door de Middel-Europeesche tijd zal
gelden. De Eerste Kamer moet ten deze
nog beslissen en het is dus nog niet te
laat, zooals o.a. bleek destijds bij het
Nederlandsch-Belgisch verdrag. Het
kan gewenscht zijn een einde te maken
aan het gepraat over den tijd, maar dë
knoop kan juist naar de verkeerde kant
worden doorgehakt. Tot nu toe rekende
men in ons land met den middelbaren
Amsterdamschen tijd, die echter toch
weer afwijkt van den waren zonne tijd.
Men heeft destijds de wereld inzake de
tijdsbepaling in 24 zone's verdeeld, en
Europa valt in drie zónetijden, nml. de
West-Europeesche, de Middel-Europee-
sche en de Oost-Europeesche zóne. Hier
gaat het om de vraag West- of Midden
Europeeschen tijd. Als men nu zomer en
winter het laatste heeft, dan beteekent
dit, dat men het geheele jaar feitelijk
zomertijd heeft, alleen niet een uur, doch
drie kwartier verschil. Het beteekent
dat bijv. op 21 of 22 December in plaats
van om 8.10 eerst om 10 minuten voor
negen de zon zal opgaan.
Daarbij komt nog, dat Nederland,
evenals o.a. Engeland, België en Frank
rijk geheel in de West-Europeesche zóne
ligt.
Spr. vroeg en verkreeg toestemming
de volgende mot'e aan de vergadering
voor te leggen:
De Zeeuwsche Landbouw Maatschap
pij in algemeene vergadering bijeen etc.
etc. van oordeel, dat de invoering van
den .Middel-Europeeschen tijd voor het
geheele jaar den zomertijd in naam op
heft, doch hem in wezen permanent ver
klaart;
dat Nederland geheel buiten de inter
nationale iijdzöne van den Middel-Euro-
peeschen tijd ligt;
dat een zomertijd van 40 minuten, het
geheele jaar door, de bezwaren van den
landbouwersstand niet alleen niet op
heft, doch integendeel verergert doordat
nu r,nk n het voorjaar, de herfst en zelfs
midden in den winter de zon volgens de
klok, veertig minuten later opkomt;
overwegende dat, zoo men den zomer
tijd niet wenscht, enkele maanden zo
mertijd in den zomer toch altijd nog
BA K- EN BRAADVET
Af\
(Ingez. Med.).
me uithooren wil ik .wil je met ge
noegen helpen, om Harmon te pakken
te krijgen, maar wat mezelf betreft, kan
ik bewijzen, dat hij me gehuurd heeft,
om hem met den wagen naar Kemp te
brengen en ten slotte kan niemand mij
bewijzen, dat ik wist, wat er in de pak
ken zat, die hij als bagage achter in
de kar heeft laten zetten."
Stimson glimlachte eenigszins sarcas
tisch. Praat maar niet zoo boud
ten eerste zou dat wel te bewijzen zijn
en ten tweede heb je nog iets anders
op je kerfstok. Een tijdje geleden heb je
de kerels ook een paar maal geholpen."
„Kom, dat is blufwat ik toen
gedaan heb telt niet als jullie dat
willen ophalen, ga je gang, mij maak
je niet bang", zei de man. j
„Neen?" vroeg Stimson, „maar nu
heb je het toch bij het verkeerde eind,
want we hebben nog heel wat anders
tegen je dan gewoon whisky smokke
len. In het begin van den winter, toen
de sneeuw hoog lag, heeft een man je
op een nacht om huisvesting gevraagd
en heb je hem opgenomen.
De man wendde zijn gezicht af; maar
hij was niet vlug genoeg, want de grij
ze brigadier had de verschrikte uit
drukking in zijn oogen en het plotseling
verbleeken van het breede, gebruinde
gezicht gezien.
„Dat gebeurt zoo dikwijls'!, gaf de
man gedwongen kalm ten antwoord.
„Op de prairie worden de vreemdelin
gen, die om onderdak vragen, niet af
gewezen."
„Natuurlijk niet", antwoordde de bri
gadier voor het uiterlijk heel ernstig,
ofschoon hij zich in zijn handen had
kunnen wrijven over dit onverhoopte
gelukken van zijn list. „Maar de man,
waarom het hier gaat, had geen paard,
't zijne was in de rivier verdronken en
jij hebt hem in staat gesteld om de
grens over te komen door hem een an
der te geven. Weet je wel dat het de
strop voor jou zou beteekenen, als we
konden bewijzen, dat jij wist wat hij
op zijn kerfstok had?
Blijkbaar was de man niet iemand,
die er zijn beroep van maakte om fe
smokkelen of op andere manieren de
wet te ontduiken, maar een gewone
boer, die een goede gelegenheid, om
er ietsbxj te verdienen, niet had willen
laten glippen, want bij het eerste tee-
ken van onraad gaf hij onmiddellijk al
len tegenstand op.
„Meer dan een week, nadat hij weg
was, wist ik pas wat hij gedaan had,
brigadier" zeide hij. „Als ik 't van te
voren geweten had ik had hem lie
ver laten doodvriezen, dan dat ik hem
een van mijn paarden gegeven had."
„Die verontschuldiging zou je bij een
eventueele aanklacht niet. veel baten",
zeide Stimson streng. „Als je ons na
die week, dadelijk toen je het wist,
bericht gestuurd had, zouden wij hem
gehad hebben,"
(Wordt vervolgd).