DË VREEMDELING VAN
SILVERDALE
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M IDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 22 NOVEMBER 1934.~No. 27b.
:r
4's
II-
KRONIEK van den DAG.
BSMNENLAND.
1935.
BP
410
Dor
T
E
I.
:e
in
asmsn
KSSBB
ibozen-
reusen.
ele Jr.r
■«aas
«ssssa
Sieren-
e prijs
Poelje-
„ange-
voor-
jens in
cworst
rEL is
3 voor
cent,
eering,
raat I
Het
estigd
epara-
gkoop
>'«993
aas#
n, a.s.
0 ret,
oor 1
reis.
•aven-
688.
1ENS,
voet-
1.75
af de
Te-
Het nieuwe Belgische kabinet.
Een combinatie met oude
kwalen. Had de koning het
anders gewild? Leopold III
en zijn beide voorgangers-naam-
i genooten.
Wij heben eergisteren gemeld, dat de
oud-premier Theunis er in geslaagd is,
om een Belgisch kabinet te vormen. Er
mag op deze plaats van de'nieuwe com
binatie nog wel iets gezegd worden. Ze
bestaat als haar voorgangsters
uit liberalen en katholieken, maar on
der hen bevindt zich een aantal niet-po-
litici, o.a. Franqui (minister zonder por
tefeuille), Gutt (Financiën) en Du Bus
de Warnaffe, die Posterijen en Telegraf'e
heeft gekregen, en die een nieuwe ver
schijning is. De samenstelling waarmee
Theunis nu voor 't front is gekomen, ver
schilt niet zoo heel veel met die, waar
mede Jaspar schipbreuk leed. Van de 3
beheerschers der haute finance en de in
dustrie zijn er twee behouden gebleven,
namelijk Franqui en Gutt, maar de eer
ste heeft zich nu met een ministerschap
zonder portefeuille tevreden moeten
steilen.
Wij hebben bij voorbaat weinig le
vensvatbaarheid toegekend aan een
nieuwe Belgische regeering, die uit libe
ralen en katholieken zou bestaan. Im
mers: de eigenlijke oorzaak, welke dit
soort van kabinetten de laatste jaren
voortdurend heeft doen struikelen, werd
niet weggenomen. Die vindt men in on
derlinge verdeeldheid, en daaruit voort
vloeiende argwaan. De liberalen en ka
tholieken vertrouwen mekaar geen zier
en in de partijen zelf vallen diverse on
verzoenlijke groepen te constateeren
(vooruitstrevenden en conservatieven).
Allerlei persoonlijke feiten spelen na
tuurlijk ook een belangrijke rol in de
Belgische politiek. Dat is trouwens in
andere landen evenzeer het geval en dat
was ten allen tijde zoo. Maar in moei-
Ufke omstandigheden, als men thans be
leeft, nemen dergelijke dingen gemeen
lijk een dubbel kwaadaardig karakter
aan. Bij de vorming van het vorige kabi
net (dat van De Broquville) werd minis
ter Hymans weggeïntrigeerd als minis
ter van buitenlandsche zaken, hoewel hij
de aangewezen man voor dezen post
was. Nu heeft men eenzelfde ding be
leefd met den heer Sap, d e minister
van financiën in de regeering-De Bro-
queville was. Sap keerde niet terug, om
dat sommige van zijn Vlaamsche collega's
hem niet „mochten"» Het is waarschijn
lijk, dat in verband hiermede, het nieu
we kabinet vrij spoedig weer aan ge
vaarlijke spanningen zal blootstaan. Haar
meerderheid in het parlement katho
lieken en liberalen beschikken over 103
van de 187 zetels kan toch al niet
groot heeten.
Hoezeer het persoonlijk element een
rol bij de oplossing der regeeringscrisïs
heeft gespeeld, is ook gebleken uit het
feit, dat Jaspar, wien koning Leopold
eerst opdracht verstrekte, niet kon sla
gen. Immers Jaspar deed op vrijwel de
zelfde figuren een beroep als Theunis.
De laatste had succes, de eerste niet. Aan
zuivere po.itieke motieven kan dit niet
gelegen hebben.
Men heeft den indruk gekregen, dat
Koning Leopold een regeering wilde, die
beter dan haar voorgangs #r in staat zou
zijn, het schip van staat door de woelige
zee dezer tijden te boegseeren. Merk
waardige geruchten deden hieromtrent
verleden week de ronde. Eerstens, dat
hij voor deelneming der socialisten voel
de; tweedens, dat hij den invloed van de
hooge oomes uit de bankwereld en de
groot-industrie wat aan banden wou leg
gen. In de samenstelling der nieuwe ire-
geering, is hiervan echter niet veel tot
uitdrukking gekomen. Heeft de koning
door H. BINDLOSS.
92).
,Dan hoopt u op iets, dat niet -ver
wezenlijkt zal worden", zeide Witham.
„De prijzen zullen blijven stijgen. In
Minnesota is heel weinig tarwe en wat
er in Dakota was, is stuk- of plat ge
slagen door den hagel. De meelfabri
kanten in St. Paul en Minneapolis be
ginnen al ongerust te worden en er
gaan al praatjes over een „corner" in
Chicago. Aanbod is er nergens. U
weet zelf, hoeveel land er in Manitoba'
braak ligt en de activiteit van de ma
kelaars is het beste bewijs van de on
gerustheid van de meelfabriek-e!i<Je-
naars in Winnipeg, die op contract moe
ten leveren. En zooals u weet sta ik niet
alleen in die opinie. Ik zou u kunnen
overtuigen door berichten uit de kranten
en de verslagen, d:e daar voor u liggen,"
Barrington gaf niet dadelijk antwoord.
Dagenlang zocht hij nu al naar iets, een
enkele geruststellende tegenwerping,
waarmede hij de verontrustende waar
heid, de hij al dien tijd niet had
willen zien, wat zou kunnen ver
zachten.
„iMisschien wordt de vraag uit het
Oosten minder? zeide hij toen flauwtjes.
Witham scbjid'de het hoofd. „Neen,
ijzer met handen willen breken? De zaak
is intusschen belangrijk genoeg, om haar
indachtig te blijven. Men kan nooit we
ten, welke rol de jonge koning nog in de
hJtorie van dit tijdsbestek komt te spe
len. De naam Leopold heeft een zeer bij
zondere klank- Tweemaal hebben de Leo
polds duidelijk hun stempel op de Belgi
sche geschiedenis en tegelijkertijd een
beetje op die van geheel Europa ge
drukt. Leopold I en Leopold II waren
bijster merkwaardige staatslieden; bei
den menschen van ongewoon formaat,
bedeeld met een ongewone menschen-
kennis. Men leze eens het nieuwe boek
van Ludwig Bauer: „Leopold der Unge-
liebte", pas verschenen bij Querido te
Amsterdam. Wellicht heeft zij het an
ders gegroepeerd: moderner en fijner -
de derde Leopold 't een en ander met
zijn beide groote voorgangers gemeen.
Dat zou dan interessant kunnen worden.
duur der feestelijkheden hun rust genie
ten. Op kermissen zou aan inrichtingen,
welke veei lawaai veroorzaken, een zoo
danige plaat» kunnen worden gegeven,
dat de rust van de in de nabijheid van
het feestterrein wonenden zoo min mo
gelijk worde verstoord.
PRINSES JULIANA IN ENGELAND.
Een moeilijke reis.
Door een zwaren mist boven Engeland
en het Kanaal heeft de „Batavier", waar
mede Prinses Juliana eergisteravond
naar Engeland vertrok, belangrijke ver
traging ondervonden. Daar verder door
varen niet mogelijk was, is de „Batavier"
ter hoogte van Riddle Blythe voor anker
gegaan.
Nadat het weer iets beter was gewor
den, werd verder gevaren en gistermor
gen half twaalf werd de Theems bereikt.
Toen mistte het echter nog sterk. De
overtocht had overigens zonder inciden
ten plaats gehad.
Tien minuten voor twee des middags
arriveerde de Prinses, komende van Gra-
vesend, aan het Victoriastation te Lon
den.
Op het perron waren ter ontvangst
aanwezig Prinses Alice en haar gemaal,
de graaf van Athlone, de Nederlandsche
gezant en mevrouw De Marees van
Swinderen en de heer s'Jacob, Neder-
iandsch handelsattaché.
Ondanks de moeilijke reis, die zij ach
ter den rug had, zag prinses Juliana er
zeer opgewekt en welvarend uit. De ver
welkoming was bijzonder hartelijk. Prin
ses Alice kuste haar gast herhaaldelijk.
Er werd onmiddellijk naar Kensington
Palace gereden, waar de Prinses gedu
rende haar verblijf te Londen zal ver
toeven.
TEGEN NOODELOOS LAWAAI.
De commissaris der Koningin in
Noord-Brabani heeft de. volgende mede-
deeling gezonden aan de burgemeesters
der gemeenten in zijn gewest:
Bij de aatste wJz'r. T-rin het motor
en rijwielreglemen daarin verbods
bepalingen opgenomen om het onnoodig
gebruik van signaalinstrumenten door be
stuurders van motorrijtuigen en rijwielen
tegen te gaan.
Ik acht het noodig op deze en andere
bepalingen van soortgelijken aard uwe
aandacht ie vestigen en u te wijzen op
het doel waarvoor dergelijke bepalingen
zijn vastgesteld: om hinderlijke gelu'den
zooveel mogelijk te voorkomen of te be
perken, om rustverstoring tegen te gaan-
De bevolking heeft recht op bescherming
tegen allen overlast, ook tegen het eu
vel van noodeloos lawaai.
Ter bestrijding van dit euvel roep :k
uwe medewerking in. Door de politie
moet aan de hand van de hierboven ge
noemde bepal'ngen krachtdadig worden
opgetreden tegen rustverstoring. Bij
feestelijkheden, welke met groote luid
ruchtigheid gepaard gaan, behoort bij het
bepalen van tijd en plaats zooveel moge
lijk rekening te worden gehouden met
de belangen van hen, die tijdens den
Rusland kan ze niets geven, Indië is
machteloos door een storing in de pas
saatwinden en de oogst uit Zuid-
Amerika is dit jaar klein. Nu komt mijn
volgende vrijpostigheid. Hoeveel komt I
u te kort?" j
Barrington kon zich naderhand niet
begrijpen, wat hem er toe gebracht had, i
om den jongeren man op die vraag a«t-
woord te geven misschien !t feit,
dat hij zwaar gebukt ging onder geld
zorgen of iets in de sterke persoonlijk
heid van den man, die hem over de tafel
heen zoo rustig zat aan te kijken. Hij
zocht even in het stapeltje documenten
voor zich en haalde een papier eruit.
„Hier", zeide hij, terwijl hij het voor
Witham neerlegde, „dat is 't eenige con
tract, waaraan ik me niet houden kan."
Witham keek het vluchtig door. „Hoe
veelheid is niet groot," zeide hij toen,
„als "t geld -nu maar niet zoo schandelijk
duur was de rente, die de banken op
't oogeriblik durven vragen, is exorbitant
hoog."
Het bloed steeg Barrington naar 't
gelaat een paar seconden lang had
hij
een driftig antwoord op de lippen.
Maar toen begreep hij, dat zijn ongerust
heid over 't niet kunnen nakomen van
t contract veelbeteekenend was ge
weest, en dat hij daardoor zelf den wa
ren stand van zijn financiën voor den
jonden man blootgelegd had.
„Vindt je niet, dat je nu maar moest
ophouden? Je bent nu ver genoeg ge
gaan." zeide hij koel.
BEGRAFENIS
M. J. VAN PIENBROEK.
Bij de ter aarde bestelling van het
stoffelijk overschot van wijlen den heer
M. J. van Pienbroek in leven apothe
ker alhier, waren op het kerkhof vele
belangstellenden aanwezig, onder wie
wij opmerkten collega's van den over-
ledene uit Middelburg en Vlissingen, i
tevens afgevaardigden van het departe- j'
ment Zeeland van de Maatschappij tot
Bevordering der Pharmacie, bestuurs- i
leden van de Vereeniging voor werk-1
'verschaffing aan Zeeuwsche Blinden;
van het Zeeuwsch Genootschap der We-;
tenschappen van het Middelburgsch
Ziekenfonds, van het homoepathisch Zie- j
kenfonds, van het leesgezelschap „Tot
bevordering van kennis", enkele medici, j
vrienden en bekènden, en verdere be-
langstellenden.
Achter den lijkwagen, waarin op de
kist slechts een enkel bloemstuk was
gelegd, volgde een open rijtuig met j
bloemen. Totaal waren er een 20-tal I
bloemstukken w.o. een van het^departe- j
-ment Zeeland der Nederlandsche Maat
schappij tot Bevordering der Pharma
cie, een van het Middelburgsch Homoe
pathisch Ziekenfonds, een van het lees
gezelschap „Tot bevordering van ken
nis" en een van het personeel van de
apotheek. j
Toen de kist boven de groeve was
geplaatst, trad naar voren de heer A.
J, van Ockenburg uit Vlissin
gen en zeide: collega, vriend Van Pien
broek, wij zijn gekomen om uiting te
geven aan onze waardeering voor Uw
persoon. Als collega-apotheker hebt gij
steeds getracht de steeds zwaardere
eischen aan ons gesteld te voldoen en
gij zijt daarbij steeds een voorbeeld ge
weest voor de Zeeuwsche collega s.
Dit voelden de oudere collega's, maar
ook voor de jongeren gaaft gij U geheel,
zonder er iets voor terug te verlangen.
Hoe dit gewaardeerd werd bleek uit
Uwe verkiezing tot voorzitter van het
departement Zeeland, als hoedanig gij
op Uw aangename wijze leiding kondet
geven. Nu gij llv)1 arbeid voor goed hebt
moeten neerleggen, willen wij U dank
brengen voor wat gij voor het departe
ment geweest zijt, en voor de vriend
schap die gij allen hebt willen geven.
Wij nemen afscheid van U met eerlijke
openhartige uiting van dank voor alles
wat gij voor ons zijt geweest. Rust in
vrede.
De heer M. I. Polak, apotheker te
Amsterdam, sprak als een van het drie
manschap, waartoe de overledene ook
behoorde, en dat dateerde uit den stu
dententijd. Men mocht eens af en toe
in langeren tijd niets van elkaar booren,
toch bleef men op de hoogte en stelde
belang in alle veranderingen en gebeur
tenissen in eikaars leven. „De twee
overgeblevenen zeggen je dank voor de
vriendschap en zullen hun vriendschap
overdragen op je vrouw en familie. Het
driemanschap is nu een tweemanschap
geworden, maar de herinnering aan
vriend Van Pienbroek zal nimmer wor
den uitgewischt."
De derde spreker, de heer B. Olde-
m a n, voorzitter van het Homoepa
thisch Ziekenfonds, zeide dat op hem
de droeve taak rustte aan de groeve
Witham knikte. „Ja, ik geloof, dat ik
nu wel alles weet. U kunt de tarwe
niet koopen en de banken zijn niet te
vinden, om op hetgeen, dat u haar hier
in Silverdale als onderpand zou kunnen
geven, geld voor te schieten. En ten
koste van alles moet u uit de handen
van de heeren gok-makelaars zien te
blijven."
Colonel Barrington stond op; kaars
recht, met een uitdrukking in de oogen,
die maar weinige van de Silverdalescne
kolonisten zouden hebben kunnen uit
houden, keek hij op den man voor hem
neer.
„Als ik je was, zou ik m'n voldoening
een weinig bedwingen ik dank er
voor, om me in mijn eigen huis onbe
schoft te laten behandelen. In hoeverre
gaan mijn zaken jou aan?"
„Voordat ik u antwoord geef gaat
•u eerst weer zitten. Ja, volgens mij
gaan uw zaken mij aan, en als 't niet
hoog noodig geweest was, zou ik ma
zeer zeker, wat mijn vragen betreft,
ingehouden hebben. U heeft heel veel
voor Silverdale gedaan, geldelijk even
goed als in andere opzichten en daarom
dunkt mij, dat wij allen ten opzichte
van u, het hoofd van de nederzetting,
verplichtingen hebben'. Maar behalve
dat hebben moeilijkheden een zekere
aantrekkingskracht voor me. Daar is
niets aan te doen, waarschijnlijk een
aangeboren neiging. En daarom dit
'dit contract neem ik van u over".
(Ongeloovig-verbaasd -staarde Barring-
van wijlen het medebestuurslid Van
Pienbroek enkele woorden ten afscheid
te spreken. Sedert 1928 was de thans
ontslapene bestuurslid en trouw woonde
hij de bestuurs- en gewone vergaderin
gen bii. Van zijn stoeren figuur en kal-
men betoogtrant ging een weldadige
rust uit en aan zijn graf past ook een
woord van dank voor hetgeen hij voor
het fonds heeft gedaan. Zeer tot aller
leedwezen heeft hij geen hoogen ouder
dom mogen bereiken en aller deernis
gaat dan ook uit naar hen, die hem zoo
moeilijk zullen kunnen missen. Moge
het de familie tot troost zijn, dat zijn
„persoon" en werk voor het fonds in
aangename herinnering zal blijven
voortleven. „Rust zacht Van Pien
broek."
Onder hen, die verhinderd waren
aanwezig te zijn, behoorden de heer G.
K. A. Nonhebei, die als oudste collega
en vriend anders zeker niet had ont
broken en de heer L. A. van der Harst
"voorzitter van de Vereeniging tot Werk
verschaffing aan de Zeeuwsche blinden.
Namens die vereeniging voerde thans
het woord de heer C. W. D'h u y, die
eraan herinnerde, dat de heer Van Pien
broek verschillende jaren lid van het
bestuur is geweest en wel een ijverig
lid. De overledene toonde zeer groote
belangstelling voor het werk en streven
der vereeniging en gaf blijk, dat het lot
der blinden hem zeer ter harte ging.
Het bestuur verliest in hem een mede
lid, op wiens aanwezigheid in de ver
gaderingen door zijn openhartigen en
vriendschappelijken omgang steeds prijs
werd gesteld.
De broeder van den overledene, de
heer S. C. van Pienbroek,
bracht mede namens de weduwe en
kinderen, en de verdere familie dank
aan allen, die gekomen waren om zijn
broeder den laatsten eer te bewijzen.
Hierna zakte de kist zachtjes in de
groeve.
Man bekomt ernstige brandwonden,
Gisteravond was v. H. in de keuksn
van de kelderwoning van perceel V
43 aan de Heerengracht bezig met l^t
oppompen van een benzinelamp, toen
deze lamp uit -xelkaar sprong en een
begin van brand ontstond, waarbij v.
IJ. in brand geraakte. Een medebewo
ner trok hem de kleeren van het lijf,
maar v. H. had o.a. aan zijn borst reeds
ernstige brandwonden bekomen en is
per brancard naar het Gasthuis over
gebracht.
De bewoners schreeuwden bij de
ontploffing moord en brand en dit was
aanleiding, dat- politie en brandweer
spoedig ter plaatse waren, maar gèvaar
voor verdere ongelukken bleek niet
aanwezig. Het vuur was reeds gebluscht.
De brandweer was met de magirus
uitgerukt, doch de brandmeester kon
direct naar de kazerne laten telefonee-
ren, dat de verder opgekomen brand
weerlieden wel weer konden inrukken.
SOES.
Gouden huwelijksfeest.
Dinsdag vierde onder veel blijken van
belangstelling het echtpaar Steutel-
Lakkee zijn gouden huwelijksfeest. Aan
den Westsingel werd druk gevlagd. Gis
terenavond bracht „Hosanna en
„Euphonia" het echtpaar een serenade.
De Gemeentebegrooting
Een netto-tekort van ruim
f 63.000, waarvoor een extra-
bijdrage van het rijk wordt
verwacht De belastingen
tot het maximum opgevoerd
Een voorstel tot verlaging
gemeentelijke loonen en sa
larissen in de maak.
B. en W. hebben de gemeentebegroo-
ting 1935 aan den Raad aangegoden
met een eindcijfer van f 1.804.731 tegen
f 1.789.384 over 1934. Het batig slot ran
de rekening 1933 bedraagt voor den
gewonen dienst f 94.700. In tegenstelling
met wat normaal zou zijn, stellen B. cn
W. voor de helft hiervan of f 49.350
voor 1936 te reserveeren, zoodat voor
1935 komt f 47.350. Het loopende jaar
is begonnen met het batig slot van '32
ad 56.991. Voor onvoorzien is thans
f 13.465 geraamd tegen f 7291 voor '34,
wat echter abnormaal laag is. Oorspron
kelijk was dan ook f 17.878 geraamd.
De kapitaaldienst is geraamd in ont
vangst op f 62.263, en in uitgaaf op
f 202.716, alzoo met een nadeelig slot
van f 140.453, hetgeen goeddeels wordt
gedekt door bijdragen van den gewo
nen dienst aan den kapitaaldienst.
B. en W. wijzen er op, dat ook dit
ontwerp-begrooting staat in het teeken
der economische crisis. De uitgaven,
welke tot leniging van den nood der
werkloozen moeten worden gedaan
stellen nog steeds zeer zware eischen
ton hem aan. „Maar waarom? Je zoudt
er zwaar op verliezen, 't Is een moei
lijkheid, die onoverkomelijk is, een
quaestie van een zeker bedrag aan
geld hoe zou jij een oplossing kun
nen vinden, als ik 't niet kan?
„Omdat ik een aangeboren flair voor
zulke quaesties heb", antwoordde Wit
ham glimlachend.
Een paar oogenblikken lang keek
Barrington hem doordringend aan; toen
wendde hij zijn hoofd af. „Je hebt iets
anders een groote vaardigheid, om
anderen in je te doen gelooven zeide
hij toen langzaam.
„Daar gaat het op 't oogenblik niet
om", zeide Witham. ,,U behoeft me niet
te gelooven. Als u me het contract
maar geeft, of, wat hetzelfde is, als u
de hoeveelheid tarwe, erin vermeld,
koopt en weer verkoopt, wanneer ik
't u zeg, alle risico voor mijn rekening,
dan zal ik ervoor zorgen, dat het me
opbrengt, wat ik me ervan voorgesteld
heb. Mijn zaken zijn vrij gecompliceerd,
ik zou u onmogelijk zoo even in een
vloek en een zucht kunnen vertellen,
hoe ik dat denk klaar te spelen, 't
Eenige wat u te doen hebt, is me een
schuldbekentenis te geven, voor het
verschil tusschen den prijs, waartegen
u verkocht hebt en den marktprijs van
vandaag; we kunnen dat dan als een
renteloos voorschot beschouwen, dat u
me kunt terugbetalen wanneer u wilt.
Barington liep een paar keer geagi
teerd de kamer op en neer, toen bleef
hij opeens voor den jongen man stil
staan.
„Lance", zeide hij heel ernstig, „toen
je pas hier kwam zou iets als dit een
onmogelijkheid geweest zijn; ik zou je
eenvoudigweg niet vertrouwd hebben.
Daarom vind ik het niet meer dan bil
lijk nu ik inzie hoe verkeerd ik je
beoordeeld heb, dat ik mijn ongelijk
beken je hebt ons veel, heel veel te
vergeven-
„Laten we het daar nu maar niet over
hebben", zeide Witham glimlachend;
„dit is volkomen een zakelijke quaestie;
als ik er geen voordeel voor mezelf in
gezien had, zou ik niet met het voor
stel voor den dag gekomen zijn."
Een paar minuten later kwam hij met
een dichtgevouwen papier in zijn hand
de kamer uit, liep de hall door naar
de groote zitkamer en legde het docu
ment vcor Maud Barrington, die aan
een klein tafeltje zat te handwerken,
neer.
„Denk er om, je mag niets vragen
maar als Colonel Barrington ooit on
billijk tegen ie is, moet je hem dit laten
zien", zeide hij.
Het volgende oogenbkk was hij de
kamer weer uit, maar het meisje deed
geen moeite om hem te volgen. Ze be
greep wat het was, dat hij haar zoo
onceremonieel gegeven had; met voch
tige oogen en een plotseling warmen
blos bleef ze naar het simpele blaadje
papier zitten kijken.
IWordt vervol£d*>