DIAMANT DE VREEMDELING VAN SILVERDALE gföONlEIC van den DAG. SPORT. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 20 NOVEMBER 1934. No. 274, NU 40 CT. PER POND DE LANDBOUWCRISIS. POLITIEK. L De Saarkwestie. Een uitla ting van Hitler. Knox contra het „Duitsche front". Een Fransch denkbeeld en waar het op speculeert. Twee Fransche oud-strijders, Jean Coy (Kamerlid) en Robert Monnier (lid van den Parijschen gemeenteraad) zijn bij Hitier op bezoek geweest. In de Ma- tin", een Parijsch blad, wordt daarvan verslag gedaan. Volgens dit verslag zou de Duitsche rijkskanselier o.m. het vol gende gezegd hebben: ,,De moeilijkheden die op hot oogenblik tusscbcn Frankrijk en Duitschland bestaan vloeien voort uit de Saarkwestie. Nu heeft de Fransche pers beweerd, dat wij een staatsgreep voorbereiden, maar dat is dwaasheid. Ik verklaar U hier stellig, dat wij ons zullen schikken naar den uitslag der volksstem ming, hoe deze ook moge uitvallen." Deze uitlating is niet van belang ont bloot, aangezien sinds korten tijd de Saarkwestie weer heel wat te doen geeft. Men weet, dat er Fransche troepen aan de grens van het gebied zijn samenge trokken met het oog op een mogelijke nazi-putsch. De verontwaardiging die daarover in Duitschland ontstond, heeft nieuw voedsel kunnen vinden in de zoo- veelste ruzie tusschen den voorzitter van de regeeringscommissie in het Saarge- bied, den Engelschman Knox en het „Duitsche front". De soesah begon een paar weken geleden met een nota, die Knox naar Genève zond. Daarin deed hij een boekje open over den arbeid van het „Duitsche front", zulks aan de hand van een aantal documenten, die indertijd bij huiszoekingen bij leden van het Duit sche front werden gevonden. In 't kort kwamen de beschuldigingen hierop neer: het Duitsche front oefent in 't geniep 'n boosaardige terreur uit op de Saarbe- volking; het wil door middel van intimi datie de volksstemming in Januari a.s. ten gunste van Duitschland beïnvloeden; men dient het te beschouwen als een voortzetting van de Duitsche nat.-socia- listische prtij. Men kan opmerken, dat dit alles toch eigenlijk allang bekend was. Inderdaad, veel feitelijk nieuws be vat de nota van Knox niet. Maar zij steunt op authentiek materiaal, op de gevonden documenten. En mitsdien is ze, ondanks het „oude nieuws" van veel be lang. De nota van Knox is prompt gevolgd door een verweerschrift van het „Duit sche front". Dit slooft zich vooral uit op „onthullingen" over de wijze, waarop Knox aan zijn gegevens zou zijn geko men; wijst van de hand dat het „Duit sche front" een voortzetting van de na zi-partij is; en insinueert tenslotte, dat aan Duitschland zeer vijandige ambte naren de gevonden documenten een beetje hebben „bewerkt". Dit laatste is natuurlijk heel erg. Het houdt eigenlijk in, dat Knox vervalscht materiaal naar Genève zou hebben op gezonden. Knox kon dat niet op zich la ten zitten en heeft nu een aanklacht wegens beleediging en laster ingediend tegen de leiders van het „Duitsche front", Röchling, Pirro, Levacher en Schmelzer, bij het Oppperste Plebisciet gerechtshof in het Saargebied. Had het memorandum van het „Duitsche front" verklaard, dat Knox en zijn commissie gebruik hadden gemaakt van door mid del van diefstal in hun handen gekomen stukken, die vervolgens door tegenstan ders van Duitschland zeer eenzijdig be handeld waren; Knox voert op zijn beurt aan, dat het „Duitsche front" aan die wijsheid alleen maar gekomen kan zijn door de mededeelingen van een typiste van de Saarregeering, die 14 September ontslagen was onder verdenking, haar ambtsgeheim geschonden te hebben, en door H. BINDLOSS. 90). „Ga je gang", antwoordde Witham. „Dan zal ik bij 't oversteken van de rivier beginnen", zeide Courthorne. ,,'t Was de eemge manier, want een van de marechaussées zat me vlak op de hie len. Ik was bijna aan den overkant, toen 't paard opeens door 't ijs zakte ik had 't elk oogenblik verwacht, daar door lukte 't mij om er uit te krabbe len. Ik zie mezelf daar nog staan 0p den kant, met een gordijn van fijne jachtsneeuw om me heen. Misschien had ik t dier ook nog kunnen redden, maar ik was bang, dat de man aar den over kant den vorm van het paard z'an zou daarom net ik hem gaan He; duurde gelukkig maar even toen werd hij door den sterken stroom onder het ijs getrokken en ik kan je zeggen, toen ik daar stond en niets anders meer zag dan een groot gat, had ik mezelf kunnen slaan! Daarna heb ik me een minuut of vijf in een boschje schuil gehouden, maar toen ik merkte, dat geen van de marechaussées er aan dacht, om aan den anderen kant poolshoogte te komen ne men, ben ik er vandoor gegaan, dwars door de sneeuwjacht heen, zonder van richting te weten, tot ik, bij toeval, tegen i waarop ze naar Duitschland was uitge weken. Gaat het Plebisciet-gerechtshof op de aanklacht in, en zou een veroordeeling van de leiders van het „Duitsche front" volgen, dan zou dat in Duitschland na tuurlijk de grootste verontwaardiging wekken, en dan stonden de partijen fel ler en gevaarlijker dan ooit tegenover elkaar. Overigens, al te tragisch behoeft men dat nu ook weer niet te nemen. Hel is ruzie in 't Saargebied en 't zal 't dat wel blijven tot op den dag van de volks stemming. Een nota of een aanklacht meer of minder komt er niet langer op aan. Wel komt 't er op aan, wat de spe ciale zitting van den Volkenbondsraad, die binnenkort belegd wordt, zal beslis sen. Speciaal wat betreft eventueele voorzieningen voor 't geval de Saarbe- volking den status quo (dus den tegeu- woordigen toestand: Volkenbondsregi me) zou verkiezen boven terugkeer bij het Duitsche Rijk. Eenigen tijd geleden zijn de Franschen ten aanzien hiervan met een denkbeeld gekomen. Een lumi neus denkbeeld, op 't eerste gezicht erg royaal, maar in wezen erg sluw. 't Komt' hierop neer, dat er een bepaling in het leven zou geroepen moeten worden, dat er nog eens weer een volksstemming kan plaats vinden, voor 't geval de uitslag in Januari ten gunste van den status quo zou uitvallen. De redeneering, die aan dit denkbeeld ten grondslag ligt is de volgende: vele Saarlanders zullen wel voor terugkeer bij Duitschland gevoelen, doch tegen net Derde Rijk van Hitier zullen ze bezwaren hebben. Dezulken nu willen de Franschen het stemmen ge makkelijker maken door de bovenge noemde bepaling. Men voelt onmiddel lijk wat hier achter zit: Parijs hoopt op deze manier een meerderheid voor den status quo te bewerkstelligen, hetgeen voor Hitier een geduchte politieke strop zou zijn. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat de Volkenbondsraad een besluit in den zin van het Fransche denkbeeld zal nemen. Men moet echter hopen, dat desalniet temin de Saarbevolking zich in meer derheid voor Duitschland zal verklaren. In 't tegenovergestelde geval, zou ver moedelijk weer heel wat politieke on rust ontstaan, ook al heeft Hitier ver klaard, dat Duitschland zich onvoor waardelijk bij den uitslag der volksstem ming zal neerleggen. Duitschland kan immers voorloopig niet anders. Maar de wrok van de nazi's jegens Frankrijk zou er zooveel te feller door worden. En dat heeft men maar liever niet. Op de *e Velp (G.) gehouden na- tionale konijnententoonsteUing van de vereeniging „Het Raskonijn" aldaar, behaalde in de categorie Angora, ram jong, de heer A, Francois alhier den len prijs en een eereprijs en in de klasse voedster, jong een le prijs. Een tweede prijs behaalde de heer P. J. den Hollander te Middelburg met een Havanna voedster oud, en in de klasse ram jong een le prijs met eere prijs. BAK- EN BRAADVET (Ingez. Med.) de oude hut van Jardine opliep. Bij alle narigheid bofte ik toch ook nog, want in een eenen hoek lag een berg prairie- hooi en ben er onder tegen aan ge kropen en heb den heelen nacht zoek gebracht met bundeltje na bundeltje droge halmen stijf ineen te rollen en het dan in de kachel te stoppen, Heb je wel eens door endoor nat een uur of tien in een vertrek waar het tusschen de tien en twintig graden onder nul was, door gebracht?" „Ja", antwoordde Withem lakoniek. „Een of twee maal heb ik dat genoegen gehad." „Dan weet je, hoe 't is", zeide Cour thorne. „Die nacht heeft mijn leven waarschijnlijk voor meer dan de helft bekort 't was afschuwelijk, maar ten slotte kwam er toch een einde aan en toen 't ochtend werd, ben ik verder ge trokken we hadden nogal wat vrien den juist in die streek en een van hen heeft me toen opgenomen en verzorgd." Witham bleef een paar minuten lang zwijgend voor zich uit zitten kijken. Ondanks zijn onverschilligheid, had het verhaal hem geboeid, terwijl de een voudige verteltrant van den man, die nu met zijn hoofd van hem afgewend in zijn stoel licht lag te hijgen, niet zon der uitwerking gebleven was. Doodstil was het^ om hen heen, zwijgend lag de schemerige prairie onder den van ster ren flonkerenden hemel op den volgen den dag te wachten; zelfs de gewone geluiden van het huis ontbraken op dat oogenblik geheel. „Waarom heb je Shannon doodge schoten?" vroeg hij eensklaps. Courthorne haalde even de schouders op. „Wie is er ooit zeker van zijn mo tieven, zeide hij toen. „De jongen had ten opzichte van mij iets op zijn gewe ten, dat onvergeeflijk was; maar toch zou ik hem hebben laten gaan, geloof ik, als hij me niet herkend had. Voor een man, die niet te veel last van al lerlei scrupules heeft, is dit ondermaan- sche ontegenzeglijk een zeer plezierig oord om er verblijf te houden, en ik was iemand, die nam wat hij krijgen kon daarom leek het me niet billijk dat de eerste de beste kerel, een boe renjongen zonder eenige capaciteit om van 't leven te genieten en met vfaar- schijnlijk evenveel gevoel als 't dier onder hem, aan alle mogelijkheden zoo maar een einde maken kon. En toen hij daarbij nog probeerde om zijn ka meraden te waarschuwen, ja.toen gooide hij zijn laatste kans weg." Iets in de manier, waarop dit ver haal gedaan werd, onverschillig-wèg, zonder eenig gevoel alsof 't over iets heel gewoons ging, deed Witham hui veren, maar hij bedwong zijn opkomen de drift en keek den man voor hem rustig aan. ,,'t Lot, of mischien is 't mijn eigen stommiteit, heeft het onmogelijk ge maakt, om jou aan de politie over te leveren en tegelijk datgene, waarop ik mijn hart gezet heb te voleinden misschien is 't ook beter zoo, want Teeltbeperking staat thans voorop. De regeering streeft naar verlaging der heffingen. Dezer dagen werd in een der zalen van hotel Wittebrug te Den Haag eenj bijeenkomst gehouden van vertegen woordigers van de Nederlandsche pers met het college van regeeringscommis- sarissen, belast met de leiding van de landbouwcrisispolitiek. Deze vergade ring stond onder leiding van den secre taris-generaal van het departement van economische zaken, mr. dr. A. A. van Rhijn, voorzitter van het college van regeeringscommissarissen en was geor ganiseerd door den regeeringspersdienst Voorts woonden de leiders van de voornaamste crisis-instellingen de con ferentie bij. De secretaris-generaal van economi sche zaken hield een rede over „Eco nomische aanpassing". De economische moeilijkheden zijn helaas nog toenemende, naar mr. Van Rhijn met enkele voorbeelden aantoon de. In Engeland blijft het streven om zich van onze landbouwproducten meer onafhankelijk te maken. De stagnatie in het handelsverkeer met Duitschland is algemeen bekend. Onder deze om standigheden is een snellere aanpassing aan de nieuwe structureele verhoudin gen geboden. Ten onrechte is het verwijt gemaakt dat de regeering deze aanpassing niet voldoende snel doet geschieden. Groo- te voorzichtigheid is hier echter gebo den. Stond in de landbouwcrisispolitiek aanvankelijk voorop de financieele steun, thans staat voorop de teeltbe perking. De financieele steun, welke uit het landbouwcrisisfonds aan den landbouw gegeven wordt, garandeert slechts een vergoeding der noodzakelijke produc tiekosten. Zoodra dit mogelijk is, wor den, zooals dit jaar de uitkeeringen ver laagd. Ook in de teeltbeperking treedt het streven naar verdere aanpassing aan den dag. De productie artikelen, waaraan wij een tekort hebben, zoodat wij ze moe ten invoeren, wordt aangemoedigd. Voor de granen b.v, is de regeering daarin eenigszins geslaagd. Daarentegen zijn voor tal van land bouwproducten, die wij uitvoeren de af zetmogelijkheden verminderd. Op deze producten wordt een steeds strengere teeltbeperking toegepast. In verband met den terugloopenden export van ba con werd het aantal biggen voor 1935 tot 2.200.000 teruggebracht. In 1935 za' het door de moeilijke positie van de zuivelexport het aantal toegelaten kal veren 300.000 zijn. Spreker besloot met de meening, dat al blijven er talrijke moeilijkheden, de aanpassingspolitiek goed vordert en dat de maatregelen voor den landbouw een heilzamen invloed hebben. Na de rede van mr. Van Rhijn was er gelegenheid tot het stellen van vra gen. De discussie bewoog zich over 't geheele gebied der landbouwcrisispoli tiek/. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste aangelegenheden, welke ter conferentie besproken wer den. Werkverschaffing in den landbouw. Verruiming van werkgelegenheid in den landbouw, hoezeer ook gewenscht, zou op dit oogenblik niet zonder financieel gevaar zijn. Tenminste wanneer men deze zou willen vinden door verbod van kinderarbeid (afschaffing van het landbouwverlof in de Leerplichtwet). Dit zou een niet onaanzienlijke stijging in de kosten voor de landbouwers met zich brengen. De machinale arbeid stopzetten of beperken, zou eveneens financieele of fers van de landbouwers vragen. Voor werkverschaffing moge in zeer bijzon dere gevallen hiertoe kunnen worden overgegaan, bij de steunmaatregelen met geld uit het Landbouw-Crisisfonds kan hieraan moeiliik gedacht worden, ook omdat een uitvoerig controle-appa raat noodig zou zijn. Controle. Op de vraag of er bij het aanstellen van controleurs en andere beambten voor de uitvoering der land- bouw-crisismaatregelen wel gelet wordt op hun geschiktheid, werd geant woord, dat alles in zoo n kort tijdsver loop moest geschieden, dat tijd voor onderzoek nauwelijks beschikbaar was. Als een sprekend voorbeeld deelde de inspecteur van den crisisopsporings dienst mede, dat eens op een Zaterdag middag 300 controleurs benoemd moes ten worden. Thans is echter een nauwkeurige controle op het personeel mogelijk en ook gaande. Iedere organisatie wordt nader bezien in verband met de even tueele mogelijkheid van een kleinere bezetting. Gemoedsbezwaren. Maatregelen wor den overwogen waardoor zij, die wer kelijk gemoedsbezwaren hebben, van den Minister vrijstelling kunnen krijgen van het toetreden tot een organisatie Ieder geval wordt afzonderlijk door 'n commissie onderzocht. Vanzelfsprekend moeten deze personen zich verbinden alle Regeeringsmaatregelen na te ko men doch zij behoeven niet toe te tre den tot een crisisorganisatie. Verlaging der heffingen. Het streven der regeering is er op gericht om, waar mogelijk tot verlaging der heffingen over te gaan. Van verlaging der hef fingen over de geheele linie, kan thans nog moeilijk sprake zijn. De kleine landbouwbedrijven. Het ge vaar, dat door de beperking der be drijven voor veel kleine bedrijven het absoluut onmogelijk wordt gemaakt, te blijven bestaan, acht de regeering niet aanwezig. Bij alle maatregelen worden juist de kleine bedrijven ontzien. Ook in de toekomst zal in deze richting worden voortgegaan. Heffing op aardappelen. Waarom laat de regeering de steun- verleening aan den consumptie-aardap- pelverbouw voortduren, nu allerwegen de overtuiging bestaat dat de boeren ook zonder deze. maatregelen, op een loonenden prijs kunnen rekenen In antwoord hierop, werd medegedeeld, dat de marktwaarde van de niet op de consumptie-markt komende aardappelen ver beneden den kostenden prijs ligt. Teneinde den boer hierin tegemoet te komen, is de aardappelregeling ontwor pen. Deze is bovendien noodzakelijk om eenigen steun te verleenen aan den ex port. Opheffing van den steun is daarom nietgewenscht. Suikerbieten en rietsui ker. Moeten wij, die zelf genoeg sui ker voor ons gebruik produceeren om onze productie tot 70 pet. van de nor male verhouding hebben ingekrompen, waarmee een stuk kostbare werkgele genheid is prijsgegeven, suiker uit Java en Suriname, die wij hier nooit impor teeren, blijven invoeren? De suiker, geproduceerd uit de ge steunde bieten in 1933, komt ongeveer overeen met de hoeveelheid benoodigd voor de binnenlandsche consumptie. Er zijn evenwel ook andere factoren, die bij de vaststelling van een en ander een rol spelen. Zoo wordt gewezen op de groote belangen, die Suriname heeft bij ten slotte is 't mijn zaak niet", zeide hij. „Daarom dit ik zal je vijf honderd dollars geven, dan kun je naar Chicago of Montreal gaan, om een specialist te raadplegen. Is 't geld op, voordat je te genwoordigheid hier noodig is, dan ben ik bereid om je hotelrekening te beta len, maar denk erom dit alles is voorschot, bij de afrekening wordt elke dollar, dien je na vandaag van me krijgt, afgetrokken." Courthorne begon licht-spottend te lachen. „Maak er zevenhonderd vijftig van. Met vijfhonderd kan iemand van mijn slag, niet veel beginnen „Dan zul je moeten leeren, zuinig te zijn", antwoordde Witham kort. „Het bedrag, dat ik je uitbetalen moet en over de wijze waarop zijn we het dade lijk in 't begin eens geworden be staat uit de huur van je boerderij, met alles wat er bij behoort, en de rente van het kleine kapitaal waarover ik op 't oogenblik beschikken kan, en dat ik tot' den laatsten dollar voor 't bedrijf noo dig heb. En als je bedenkt dat 't groot ste gedeelte van je grond onontgonnen land is, iets, dat een beginner van de Regeering gratis krijgen kan, zul je me moeten toegeven, dat je niet te klagen hebt". Hirmede was de geld-quaestie afge daan. Na een poosje, toen hij zag, dat Courthorne moe begon te worden, ging hij de kamer uit. Zijn gast was spoedig in slaap, maar Witham zelf bleef voor het open raam in de andere kamer zit ten; met een half-opgerookte sigaar den uitvoer van suiker. Het zou niet on mogelijk zijn, dat ons land de totale sui kerproductie van Suriname afnam. Dit zou natuurlijk voor deze kolonie van groot gewicht zijn, temeer waar men dan een resultaat had bereikt, dat econo misch „af" zou zijn. Voor Java is de toe stand anders. De afname van Nederland van de Java-suiker kan deze' industrie toch maar zeer betrekkelijk helpen. Ne derland zal Java dan ook langs andere wegen tegemoet moeten komen. Vlasteelt. Overwogen wordt aan den teelt van vlas voor 1935 eenige uitbreiding te geven. Wei- en bouwland. Slechts in het uiterste geval zal men overgaan tot het dwingen tot scheuren van gras land. Afslachting van vee en blikvleesch. De maatregelen tot afslachting van vee zijn genomen na overleg met de betrokken organisaties. Zij zagen in, dat de normale afvloeiing via de veemarkt te veel strijd zou ver gen, terwijl het groote aanbod de prijzen zou doen ineenstorten. De consumptie van blikvleesch is, na een inzinking van dezen zomer, weer stijgende, zoodat het totaal aantal van 25.000.000 na ongeveer 2 jaren kan zijn verdwenen. Tengevolge van het slechts gedeelte lijk steunen van de melk is een dreigend aanbod van runderen te verwachten. De overname van runderen door de regee ring geschiedt om een ineenstorting der prijzen te voorkomen. De prijzen zullen onder geen omstandigheden worden ver hoogd. Melk in het brood. Kan men geen groote hoeveelheden melk verwerken in het brood en op deze wij ze een voedzaam product verkrijgen waarbij men tevens de overproductie van melk kan wegwerken? Naar de meening der regeering is het onmogelijk in deze richting te gaan. Een onmiddellijke verhooging van den brood prijs met IK a 2 cent per 800 gram zal er het gevolg van zijn. De hooge broodprijs zou het brood- verbruik verminderen. De afname van onze tarwe zou tenslotte ook ongunstig worden beïnvloed. Groenten en fruit. De teeltregeling van tuinbouwproducten voor 1935 zal niet veel verschillen van die voor 1934, De binnenlandsche con sumptie beweegt zich in dalende lijn. Zonder alle oorzaken hiervan te willen opsporen, kan vrijwel onmiddellijk ge wezen worden op de groote werkloos heid. Overigens wordt bij alle onderhan delingen met het buitenland voor de tuinbouwbelangen op de bres gestaan. Onze boter en zuivelex port. Waarom worden extra hoe veelheden boter naar Engeland geëxpor teerd tegen 'n gemiddelden prijs van ca. 34 cent per kg? Heeft de Crisis-Zuivel- centrale goede hoop bij eventueel meer normaal handelsverkeer, dat Engeland deze hoeveelheid blijvend zal afnemen? Zoo neen, waren dan de millioenen gul dens voor dezen export noodig, niet be ter besteed door deze boter in ons land te distribueeren, bijv. onder werkloo- zen en minder goed gesitueerden? Dit is de vraag welke natuurlijk bij velen op komt. Het antwoord kwam hierop neer, dat het systeem van de Crisis-Zuivelwet be staat in het scheppen van kunstmatige schaarschte door de tegen een bepaal den prijs in het binnenland op een be paald tijdstip niet te plaatsen voorraden hetzij uit te voeren, hetzij voor reserve in koelhuizen op te slaan. De uitvoer heeft plaats gevonden om „het overschot" van de hand te doen; eenige verwachting, dat bij eventueel meer normaal handelsverkeer Engeland deze hoeveelheid blijvend zal afnemen, tusschen zijn vingers staarde hij over de prairie, tot 't schemerige grauw door het parelmoerig-grijs van den aan- brekenden dag verdrongen werd. Toen stond hij met een kleine huivering van kou op, om aan zijn nieuwe dagtaak te beginnen. Een paar dagen daarna bracht hij' Courthorne laat op den avond naar 't station en hielp hem in den slaapwa gen van den trein voor Chicago, die na even wachten, ineens vaartminderend langs het kleine perron voorreed^ 't Was of hem een last van de schouders werd genomen, toen hij een paar minu ten daarna het roode licht stond na te kijken. Na een week van hard werken werd Witham's verlangen te machtig; op den terugrit naar huis reed hij op de Gran ge aan en vond daar, toevallig, niemand dan Maud Barrington thuis. Het jonge meisje begroette hem onbevangen, maar toch met iets in haar manier van 'doen, dat een waarschuwing voor hem was, om haar houding en haar woorden bij hun laatste ontmoeting te negeeren. „En hoe gaat het met je gast is hij weer beter?" vroeg ze na een poosje. „Ja tenminste in zooverre, dat hij heeft kunnen afreizen iets, waar ik niet bepaald rouwig om was", ant woordde Witham lachend, ,,'t Speet me genoeg, dat hij dien avond hier zoo'n opschudding verwekt heeft." (Wordt vervolgdy

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5