DIAMANT
DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
gföONlEIC van den DAG.
SPORT.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 20 NOVEMBER 1934. No. 274,
NU 40 CT. PER POND
DE LANDBOUWCRISIS.
POLITIEK.
L
De Saarkwestie. Een uitla
ting van Hitler. Knox contra
het „Duitsche front". Een
Fransch denkbeeld en waar het
op speculeert.
Twee Fransche oud-strijders, Jean Coy
(Kamerlid) en Robert Monnier (lid van
den Parijschen gemeenteraad) zijn bij
Hitier op bezoek geweest. In de Ma-
tin", een Parijsch blad, wordt daarvan
verslag gedaan. Volgens dit verslag zou
de Duitsche rijkskanselier o.m. het vol
gende gezegd hebben: ,,De moeilijkheden
die op hot oogenblik tusscbcn Frankrijk
en Duitschland bestaan vloeien voort uit
de Saarkwestie. Nu heeft de Fransche
pers beweerd, dat wij een staatsgreep
voorbereiden, maar dat is dwaasheid. Ik
verklaar U hier stellig, dat wij ons zullen
schikken naar den uitslag der volksstem
ming, hoe deze ook moge uitvallen."
Deze uitlating is niet van belang ont
bloot, aangezien sinds korten tijd de
Saarkwestie weer heel wat te doen geeft.
Men weet, dat er Fransche troepen aan
de grens van het gebied zijn samenge
trokken met het oog op een mogelijke
nazi-putsch. De verontwaardiging die
daarover in Duitschland ontstond, heeft
nieuw voedsel kunnen vinden in de zoo-
veelste ruzie tusschen den voorzitter van
de regeeringscommissie in het Saarge-
bied, den Engelschman Knox en het
„Duitsche front". De soesah begon een
paar weken geleden met een nota, die
Knox naar Genève zond. Daarin deed hij
een boekje open over den arbeid van het
„Duitsche front", zulks aan de hand van
een aantal documenten, die indertijd bij
huiszoekingen bij leden van het Duit
sche front werden gevonden. In 't kort
kwamen de beschuldigingen hierop neer:
het Duitsche front oefent in 't geniep 'n
boosaardige terreur uit op de Saarbe-
volking; het wil door middel van intimi
datie de volksstemming in Januari a.s.
ten gunste van Duitschland beïnvloeden;
men dient het te beschouwen als een
voortzetting van de Duitsche nat.-socia-
listische prtij. Men kan opmerken, dat
dit alles toch eigenlijk allang bekend
was. Inderdaad, veel feitelijk nieuws be
vat de nota van Knox niet. Maar zij
steunt op authentiek materiaal, op de
gevonden documenten. En mitsdien is ze,
ondanks het „oude nieuws" van veel be
lang.
De nota van Knox is prompt gevolgd
door een verweerschrift van het „Duit
sche front". Dit slooft zich vooral uit op
„onthullingen" over de wijze, waarop
Knox aan zijn gegevens zou zijn geko
men; wijst van de hand dat het „Duit
sche front" een voortzetting van de na
zi-partij is; en insinueert tenslotte, dat
aan Duitschland zeer vijandige ambte
naren de gevonden documenten een
beetje hebben „bewerkt".
Dit laatste is natuurlijk heel erg. Het
houdt eigenlijk in, dat Knox vervalscht
materiaal naar Genève zou hebben op
gezonden. Knox kon dat niet op zich la
ten zitten en heeft nu een aanklacht
wegens beleediging en laster ingediend
tegen de leiders van het „Duitsche
front", Röchling, Pirro, Levacher en
Schmelzer, bij het Oppperste Plebisciet
gerechtshof in het Saargebied. Had het
memorandum van het „Duitsche front"
verklaard, dat Knox en zijn commissie
gebruik hadden gemaakt van door mid
del van diefstal in hun handen gekomen
stukken, die vervolgens door tegenstan
ders van Duitschland zeer eenzijdig be
handeld waren; Knox voert op zijn beurt
aan, dat het „Duitsche front" aan die
wijsheid alleen maar gekomen kan zijn
door de mededeelingen van een typiste
van de Saarregeering, die 14 September
ontslagen was onder verdenking, haar
ambtsgeheim geschonden te hebben, en
door H. BINDLOSS.
90).
„Ga je gang", antwoordde Witham.
„Dan zal ik bij 't oversteken van de
rivier beginnen", zeide Courthorne. ,,'t
Was de eemge manier, want een van de
marechaussées zat me vlak op de hie
len. Ik was bijna aan den overkant,
toen 't paard opeens door 't ijs zakte
ik had 't elk oogenblik verwacht, daar
door lukte 't mij om er uit te krabbe
len. Ik zie mezelf daar nog staan 0p
den kant, met een gordijn van fijne
jachtsneeuw om me heen. Misschien had
ik t dier ook nog kunnen redden, maar
ik was bang, dat de man aar den over
kant den vorm van het paard z'an zou
daarom net ik hem gaan He; duurde
gelukkig maar even toen werd hij
door den sterken stroom onder het ijs
getrokken en ik kan je zeggen, toen ik
daar stond en niets anders meer zag dan
een groot gat, had ik mezelf kunnen
slaan! Daarna heb ik me een minuut of
vijf in een boschje schuil gehouden,
maar toen ik merkte, dat geen van de
marechaussées er aan dacht, om aan den
anderen kant poolshoogte te komen ne
men, ben ik er vandoor gegaan, dwars
door de sneeuwjacht heen, zonder van
richting te weten, tot ik, bij toeval, tegen
i
waarop ze naar Duitschland was uitge
weken.
Gaat het Plebisciet-gerechtshof op de
aanklacht in, en zou een veroordeeling
van de leiders van het „Duitsche front"
volgen, dan zou dat in Duitschland na
tuurlijk de grootste verontwaardiging
wekken, en dan stonden de partijen fel
ler en gevaarlijker dan ooit tegenover
elkaar.
Overigens, al te tragisch behoeft men
dat nu ook weer niet te nemen. Hel is
ruzie in 't Saargebied en 't zal 't dat wel
blijven tot op den dag van de volks
stemming. Een nota of een aanklacht
meer of minder komt er niet langer op
aan.
Wel komt 't er op aan, wat de spe
ciale zitting van den Volkenbondsraad,
die binnenkort belegd wordt, zal beslis
sen. Speciaal wat betreft eventueele
voorzieningen voor 't geval de Saarbe-
volking den status quo (dus den tegeu-
woordigen toestand: Volkenbondsregi
me) zou verkiezen boven terugkeer bij
het Duitsche Rijk. Eenigen tijd geleden
zijn de Franschen ten aanzien hiervan
met een denkbeeld gekomen. Een lumi
neus denkbeeld, op 't eerste gezicht erg
royaal, maar in wezen erg sluw. 't Komt'
hierop neer, dat er een bepaling in het
leven zou geroepen moeten worden, dat
er nog eens weer een volksstemming kan
plaats vinden, voor 't geval de uitslag
in Januari ten gunste van den status quo
zou uitvallen. De redeneering, die aan
dit denkbeeld ten grondslag ligt is de
volgende: vele Saarlanders zullen wel
voor terugkeer bij Duitschland gevoelen,
doch tegen net Derde Rijk van Hitier
zullen ze bezwaren hebben. Dezulken nu
willen de Franschen het stemmen ge
makkelijker maken door de bovenge
noemde bepaling. Men voelt onmiddel
lijk wat hier achter zit: Parijs hoopt op
deze manier een meerderheid voor den
status quo te bewerkstelligen, hetgeen
voor Hitier een geduchte politieke strop
zou zijn.
Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat de
Volkenbondsraad een besluit in den zin
van het Fransche denkbeeld zal nemen.
Men moet echter hopen, dat desalniet
temin de Saarbevolking zich in meer
derheid voor Duitschland zal verklaren.
In 't tegenovergestelde geval, zou ver
moedelijk weer heel wat politieke on
rust ontstaan, ook al heeft Hitier ver
klaard, dat Duitschland zich onvoor
waardelijk bij den uitslag der volksstem
ming zal neerleggen. Duitschland kan
immers voorloopig niet anders. Maar de
wrok van de nazi's jegens Frankrijk zou
er zooveel te feller door worden. En dat
heeft men maar liever niet.
Op de *e Velp (G.) gehouden na-
tionale konijnententoonsteUing van de
vereeniging „Het Raskonijn" aldaar,
behaalde in de categorie Angora, ram
jong, de heer A, Francois alhier den len
prijs en een eereprijs en in de klasse
voedster, jong een le prijs.
Een tweede prijs behaalde de heer
P. J. den Hollander te Middelburg met
een Havanna voedster oud, en in de
klasse ram jong een le prijs met eere
prijs.
BAK- EN BRAADVET
(Ingez. Med.)
de oude hut van Jardine opliep. Bij alle
narigheid bofte ik toch ook nog, want
in een eenen hoek lag een berg prairie-
hooi en ben er onder tegen aan ge
kropen en heb den heelen nacht zoek
gebracht met bundeltje na bundeltje
droge halmen stijf ineen te rollen en het
dan in de kachel te stoppen, Heb je wel
eens door endoor nat een uur of tien in
een vertrek waar het tusschen de tien
en twintig graden onder nul was, door
gebracht?"
„Ja", antwoordde Withem lakoniek.
„Een of twee maal heb ik dat genoegen
gehad."
„Dan weet je, hoe 't is", zeide Cour
thorne. „Die nacht heeft mijn leven
waarschijnlijk voor meer dan de helft
bekort 't was afschuwelijk, maar ten
slotte kwam er toch een einde aan en
toen 't ochtend werd, ben ik verder ge
trokken we hadden nogal wat vrien
den juist in die streek en een van
hen heeft me toen opgenomen
en verzorgd."
Witham bleef een paar minuten lang
zwijgend voor zich uit zitten kijken.
Ondanks zijn onverschilligheid, had het
verhaal hem geboeid, terwijl de een
voudige verteltrant van den man, die
nu met zijn hoofd van hem afgewend
in zijn stoel licht lag te hijgen, niet zon
der uitwerking gebleven was. Doodstil
was het^ om hen heen, zwijgend lag de
schemerige prairie onder den van ster
ren flonkerenden hemel op den volgen
den dag te wachten; zelfs de gewone
geluiden van het huis ontbraken op dat
oogenblik geheel.
„Waarom heb je Shannon doodge
schoten?" vroeg hij eensklaps.
Courthorne haalde even de schouders
op. „Wie is er ooit zeker van zijn mo
tieven, zeide hij toen. „De jongen had
ten opzichte van mij iets op zijn gewe
ten, dat onvergeeflijk was; maar toch
zou ik hem hebben laten gaan, geloof
ik, als hij me niet herkend had. Voor
een man, die niet te veel last van al
lerlei scrupules heeft, is dit ondermaan-
sche ontegenzeglijk een zeer plezierig
oord om er verblijf te houden, en ik
was iemand, die nam wat hij krijgen
kon daarom leek het me niet billijk
dat de eerste de beste kerel, een boe
renjongen zonder eenige capaciteit om
van 't leven te genieten en met vfaar-
schijnlijk evenveel gevoel als 't dier
onder hem, aan alle mogelijkheden zoo
maar een einde maken kon. En toen
hij daarbij nog probeerde om zijn ka
meraden te waarschuwen, ja.toen
gooide hij zijn laatste kans weg."
Iets in de manier, waarop dit ver
haal gedaan werd, onverschillig-wèg,
zonder eenig gevoel alsof 't over iets
heel gewoons ging, deed Witham hui
veren, maar hij bedwong zijn opkomen
de drift en keek den man voor hem
rustig aan.
,,'t Lot, of mischien is 't mijn eigen
stommiteit, heeft het onmogelijk ge
maakt, om jou aan de politie over te
leveren en tegelijk datgene, waarop ik
mijn hart gezet heb te voleinden
misschien is 't ook beter zoo, want
Teeltbeperking staat thans
voorop. De regeering streeft
naar verlaging der heffingen.
Dezer dagen werd in een der zalen
van hotel Wittebrug te Den Haag eenj
bijeenkomst gehouden van vertegen
woordigers van de Nederlandsche pers
met het college van regeeringscommis-
sarissen, belast met de leiding van de
landbouwcrisispolitiek. Deze vergade
ring stond onder leiding van den secre
taris-generaal van het departement van
economische zaken, mr. dr. A. A. van
Rhijn, voorzitter van het college van
regeeringscommissarissen en was geor
ganiseerd door den regeeringspersdienst
Voorts woonden de leiders van de
voornaamste crisis-instellingen de con
ferentie bij.
De secretaris-generaal van economi
sche zaken hield een rede over „Eco
nomische aanpassing".
De economische moeilijkheden zijn
helaas nog toenemende, naar mr. Van
Rhijn met enkele voorbeelden aantoon
de. In Engeland blijft het streven om
zich van onze landbouwproducten meer
onafhankelijk te maken. De stagnatie
in het handelsverkeer met Duitschland
is algemeen bekend. Onder deze om
standigheden is een snellere aanpassing
aan de nieuwe structureele verhoudin
gen geboden.
Ten onrechte is het verwijt gemaakt
dat de regeering deze aanpassing niet
voldoende snel doet geschieden. Groo-
te voorzichtigheid is hier echter gebo
den.
Stond in de landbouwcrisispolitiek
aanvankelijk voorop de financieele
steun, thans staat voorop de teeltbe
perking.
De financieele steun, welke uit het
landbouwcrisisfonds aan den landbouw
gegeven wordt, garandeert slechts een
vergoeding der noodzakelijke produc
tiekosten. Zoodra dit mogelijk is, wor
den, zooals dit jaar de uitkeeringen ver
laagd.
Ook in de teeltbeperking treedt het
streven naar verdere aanpassing aan
den dag.
De productie artikelen, waaraan wij
een tekort hebben, zoodat wij ze moe
ten invoeren, wordt aangemoedigd.
Voor de granen b.v, is de regeering
daarin eenigszins geslaagd.
Daarentegen zijn voor tal van land
bouwproducten, die wij uitvoeren de af
zetmogelijkheden verminderd. Op deze
producten wordt een steeds strengere
teeltbeperking toegepast. In verband
met den terugloopenden export van ba
con werd het aantal biggen voor 1935
tot 2.200.000 teruggebracht. In 1935 za'
het door de moeilijke positie van de
zuivelexport het aantal toegelaten kal
veren 300.000 zijn.
Spreker besloot met de meening, dat
al blijven er talrijke moeilijkheden, de
aanpassingspolitiek goed vordert en
dat de maatregelen voor den landbouw
een heilzamen invloed hebben.
Na de rede van mr. Van Rhijn was
er gelegenheid tot het stellen van vra
gen. De discussie bewoog zich over 't
geheele gebied der landbouwcrisispoli
tiek/. Hieronder volgt een overzicht
van de belangrijkste aangelegenheden,
welke ter conferentie besproken wer
den.
Werkverschaffing in den landbouw.
Verruiming van werkgelegenheid in den
landbouw, hoezeer ook gewenscht, zou
op dit oogenblik niet zonder financieel
gevaar zijn. Tenminste wanneer men
deze zou willen vinden door verbod
van kinderarbeid (afschaffing van het
landbouwverlof in de Leerplichtwet).
Dit zou een niet onaanzienlijke stijging
in de kosten voor de landbouwers met
zich brengen.
De machinale arbeid stopzetten of
beperken, zou eveneens financieele of
fers van de landbouwers vragen. Voor
werkverschaffing moge in zeer bijzon
dere gevallen hiertoe kunnen worden
overgegaan, bij de steunmaatregelen
met geld uit het Landbouw-Crisisfonds
kan hieraan moeiliik gedacht worden,
ook omdat een uitvoerig controle-appa
raat noodig zou zijn.
Controle. Op de vraag of er bij het
aanstellen van controleurs en andere
beambten voor de uitvoering der land-
bouw-crisismaatregelen wel gelet wordt
op hun geschiktheid, werd geant
woord, dat alles in zoo n kort tijdsver
loop moest geschieden, dat tijd voor
onderzoek nauwelijks beschikbaar was.
Als een sprekend voorbeeld deelde
de inspecteur van den crisisopsporings
dienst mede, dat eens op een Zaterdag
middag 300 controleurs benoemd moes
ten worden.
Thans is echter een nauwkeurige
controle op het personeel mogelijk en
ook gaande. Iedere organisatie wordt
nader bezien in verband met de even
tueele mogelijkheid van een kleinere
bezetting.
Gemoedsbezwaren. Maatregelen wor
den overwogen waardoor zij, die wer
kelijk gemoedsbezwaren hebben, van
den Minister vrijstelling kunnen krijgen
van het toetreden tot een organisatie
Ieder geval wordt afzonderlijk door 'n
commissie onderzocht. Vanzelfsprekend
moeten deze personen zich verbinden
alle Regeeringsmaatregelen na te ko
men doch zij behoeven niet toe te tre
den tot een crisisorganisatie.
Verlaging der heffingen. Het streven
der regeering is er op gericht om, waar
mogelijk tot verlaging der heffingen
over te gaan. Van verlaging der hef
fingen over de geheele linie, kan thans
nog moeilijk sprake zijn.
De kleine landbouwbedrijven. Het ge
vaar, dat door de beperking der be
drijven voor veel kleine bedrijven het
absoluut onmogelijk wordt gemaakt, te
blijven bestaan, acht de regeering niet
aanwezig. Bij alle maatregelen worden
juist de kleine bedrijven ontzien. Ook
in de toekomst zal in deze richting
worden voortgegaan.
Heffing op aardappelen.
Waarom laat de regeering de steun-
verleening aan den consumptie-aardap-
pelverbouw voortduren, nu allerwegen
de overtuiging bestaat dat de boeren
ook zonder deze. maatregelen, op een
loonenden prijs kunnen rekenen
In antwoord hierop, werd medegedeeld,
dat de marktwaarde van de niet op de
consumptie-markt komende aardappelen
ver beneden den kostenden prijs ligt.
Teneinde den boer hierin tegemoet te
komen, is de aardappelregeling ontwor
pen. Deze is bovendien noodzakelijk om
eenigen steun te verleenen aan den ex
port. Opheffing van den steun is daarom
nietgewenscht.
Suikerbieten en rietsui
ker. Moeten wij, die zelf genoeg sui
ker voor ons gebruik produceeren om
onze productie tot 70 pet. van de nor
male verhouding hebben ingekrompen,
waarmee een stuk kostbare werkgele
genheid is prijsgegeven, suiker uit Java
en Suriname, die wij hier nooit impor
teeren, blijven invoeren?
De suiker, geproduceerd uit de ge
steunde bieten in 1933, komt ongeveer
overeen met de hoeveelheid benoodigd
voor de binnenlandsche consumptie. Er
zijn evenwel ook andere factoren, die
bij de vaststelling van een en ander een
rol spelen. Zoo wordt gewezen op de
groote belangen, die Suriname heeft bij
ten slotte is 't mijn zaak niet", zeide
hij. „Daarom dit ik zal je vijf honderd
dollars geven, dan kun je naar Chicago
of Montreal gaan, om een specialist te
raadplegen. Is 't geld op, voordat je te
genwoordigheid hier noodig is, dan ben
ik bereid om je hotelrekening te beta
len, maar denk erom dit alles is
voorschot, bij de afrekening wordt elke
dollar, dien je na vandaag van me
krijgt, afgetrokken."
Courthorne begon licht-spottend te
lachen. „Maak er zevenhonderd vijftig
van. Met vijfhonderd kan iemand van
mijn slag, niet veel beginnen
„Dan zul je moeten leeren, zuinig te
zijn", antwoordde Witham kort. „Het
bedrag, dat ik je uitbetalen moet en
over de wijze waarop zijn we het dade
lijk in 't begin eens geworden be
staat uit de huur van je boerderij, met
alles wat er bij behoort, en de rente van
het kleine kapitaal waarover ik op 't
oogenblik beschikken kan, en dat ik tot'
den laatsten dollar voor 't bedrijf noo
dig heb. En als je bedenkt dat 't groot
ste gedeelte van je grond onontgonnen
land is, iets, dat een beginner van de
Regeering gratis krijgen kan, zul je me
moeten toegeven, dat je niet te klagen
hebt".
Hirmede was de geld-quaestie afge
daan. Na een poosje, toen hij zag, dat
Courthorne moe begon te worden, ging
hij de kamer uit. Zijn gast was spoedig
in slaap, maar Witham zelf bleef voor
het open raam in de andere kamer zit
ten; met een half-opgerookte sigaar
den uitvoer van suiker. Het zou niet on
mogelijk zijn, dat ons land de totale sui
kerproductie van Suriname afnam. Dit
zou natuurlijk voor deze kolonie van
groot gewicht zijn, temeer waar men dan
een resultaat had bereikt, dat econo
misch „af" zou zijn. Voor Java is de toe
stand anders. De afname van Nederland
van de Java-suiker kan deze' industrie
toch maar zeer betrekkelijk helpen. Ne
derland zal Java dan ook langs andere
wegen tegemoet moeten komen.
Vlasteelt. Overwogen wordt
aan den teelt van vlas voor 1935 eenige
uitbreiding te geven.
Wei- en bouwland. Slechts
in het uiterste geval zal men overgaan
tot het dwingen tot scheuren van gras
land.
Afslachting van vee en
blikvleesch. De maatregelen
tot afslachting van vee zijn genomen na
overleg met de betrokken organisaties.
Zij zagen in, dat de normale afvloeiing
via de veemarkt te veel strijd zou ver
gen, terwijl het groote aanbod de prijzen
zou doen ineenstorten.
De consumptie van blikvleesch is, na
een inzinking van dezen zomer, weer
stijgende, zoodat het totaal aantal van
25.000.000 na ongeveer 2 jaren kan zijn
verdwenen.
Tengevolge van het slechts gedeelte
lijk steunen van de melk is een dreigend
aanbod van runderen te verwachten. De
overname van runderen door de regee
ring geschiedt om een ineenstorting der
prijzen te voorkomen. De prijzen zullen
onder geen omstandigheden worden ver
hoogd.
Melk in het brood. Kan
men geen groote hoeveelheden melk
verwerken in het brood en op deze wij
ze een voedzaam product verkrijgen
waarbij men tevens de overproductie
van melk kan wegwerken?
Naar de meening der regeering is het
onmogelijk in deze richting te gaan. Een
onmiddellijke verhooging van den brood
prijs met IK a 2 cent per 800 gram zal
er het gevolg van zijn.
De hooge broodprijs zou het brood-
verbruik verminderen. De afname van
onze tarwe zou tenslotte ook ongunstig
worden beïnvloed.
Groenten en fruit. De
teeltregeling van tuinbouwproducten
voor 1935 zal niet veel verschillen van
die voor 1934, De binnenlandsche con
sumptie beweegt zich in dalende lijn.
Zonder alle oorzaken hiervan te willen
opsporen, kan vrijwel onmiddellijk ge
wezen worden op de groote werkloos
heid. Overigens wordt bij alle onderhan
delingen met het buitenland voor de
tuinbouwbelangen op de bres gestaan.
Onze boter en zuivelex
port. Waarom worden extra hoe
veelheden boter naar Engeland geëxpor
teerd tegen 'n gemiddelden prijs van ca.
34 cent per kg? Heeft de Crisis-Zuivel-
centrale goede hoop bij eventueel meer
normaal handelsverkeer, dat Engeland
deze hoeveelheid blijvend zal afnemen?
Zoo neen, waren dan de millioenen gul
dens voor dezen export noodig, niet be
ter besteed door deze boter in ons land
te distribueeren, bijv. onder werkloo-
zen en minder goed gesitueerden? Dit is
de vraag welke natuurlijk bij velen op
komt.
Het antwoord kwam hierop neer, dat
het systeem van de Crisis-Zuivelwet be
staat in het scheppen van kunstmatige
schaarschte door de tegen een bepaal
den prijs in het binnenland op een be
paald tijdstip niet te plaatsen voorraden
hetzij uit te voeren, hetzij voor reserve
in koelhuizen op te slaan.
De uitvoer heeft plaats gevonden om
„het overschot" van de hand te doen;
eenige verwachting, dat bij eventueel
meer normaal handelsverkeer Engeland
deze hoeveelheid blijvend zal afnemen,
tusschen zijn vingers staarde hij over
de prairie, tot 't schemerige grauw
door het parelmoerig-grijs van den aan-
brekenden dag verdrongen werd. Toen
stond hij met een kleine huivering van
kou op, om aan zijn nieuwe dagtaak
te beginnen.
Een paar dagen daarna bracht hij'
Courthorne laat op den avond naar 't
station en hielp hem in den slaapwa
gen van den trein voor Chicago, die na
even wachten, ineens vaartminderend
langs het kleine perron voorreed^ 't
Was of hem een last van de schouders
werd genomen, toen hij een paar minu
ten daarna het roode licht stond na te
kijken.
Na een week van hard werken werd
Witham's verlangen te machtig; op den
terugrit naar huis reed hij op de Gran
ge aan en vond daar, toevallig, niemand
dan Maud Barrington thuis. Het jonge
meisje begroette hem onbevangen, maar
toch met iets in haar manier van 'doen,
dat een waarschuwing voor hem was,
om haar houding en haar woorden bij
hun laatste ontmoeting te negeeren.
„En hoe gaat het met je gast is hij
weer beter?" vroeg ze na een poosje.
„Ja tenminste in zooverre, dat hij
heeft kunnen afreizen iets, waar ik
niet bepaald rouwig om was", ant
woordde Witham lachend, ,,'t Speet me
genoeg, dat hij dien avond hier zoo'n
opschudding verwekt heeft."
(Wordt vervolgdy