Dofebêtasaun
lekker... man!
L
STATEN-GENERAAL.
ZEELAND.
\i
m
Jhr, De Geer: trouw aan de
vrijheid tot in de N.S.B. De
heer Joekes bepleit o.m. op
heffing van het z.g. bankge
heim.
Inflatie, deflatie en
devaluatie.
BINNENLAND.
DE TEELTBEPERKING IN DEN
TUINBOUW.
NAAR SPELLINGVREDE.
Praktijk en wetenschap strij
den samen voor taalvrede.
ROOKEN, DRINKEN, RIJDEN.
De invloed der crisis.
Per 1000
inwoners
334
359
Per 1000
inwoners
3.91
5.15
Per 1000
inwoners
7.80
10.43
DE NIEUWE DIRECTEUR-GENERAAL
VAN DEN LANDBOUW.
Dr. P. J. Bonman,
De Tweede Kamer heeft gisteren de
algemeene beschouwingen over de rijks-
begrooting 1935 voortgezet.
De heer Arts (r. k. volkspartij) be
toogde, dat het beleid der regeering een
fiasco is. Spr. wenschte opheffing van
het bankgeheim, maatregelen tegen cu
mulatie van inkomens, een heffing in
eens en een premieleening van 200 mil-
lioen met langen looptijd.
De heer De Geer (c.-h.l constateer
de, dat er in de nat. socialistische be
weging steeds meer verdeeldheid
heerscht en dat er anderzijds een nati
onale opleving is. Ondanks den econo-
mischen nood is onze staatkundige toe
stand relatief gezond.
De uitsluiting van de N. S. B. uit rijks
betrekkingen behoort te worden opge
heven, zoodra deze legale wegen be
wandelt; de leuze zij: trouw aan de vrij
heid tot in de N. S. B.
Tegenover de critiek van den heer
Albarda merkte spr. op, dat op Defen
sie, waarop in de laatste jaren reeds 12
millioen bezuinigd is, van verdere ver
sobering nauwelijks sprake kan zijn.
Wat de quaestie van onze munt be
treft, was spr. van overtuiging, dat de
gouden standaard gehandhaafd moet
blijven: geen inflatie. Deze zou het ver
trouwen in onze munt ondermijnen.
Spr. waarschuwde ernstig tegen aan
tasting van het hypotheekwezen. Met
het oog op de toekomst der natie kwam
spr. op tegen degenen die een roofbouw-
politiek t. o. v. het belastingwezen wil
len voeren.
Spr. wenschte het kabinet de kracht
toe, om ons volk door deze duistere tij
den heen te helpen.
De heer Joekes (v.-d.) prees het in
de regeering, dat ze bij al haar maatre
gelen den export voor oogen blijft hou-
den.
Al is bezuiniging noodzakelijk, er is
nog geen reden voor een wanhoops-
stemming.
Spr. drong aan op concentratie bij
het bijzonder lager ondrewijs.
Spr. critiseerde de gevoerde twee
slachtige defensiepolitiek en betoogde
dat vooral kleine landen de positie van
den Volkenbond behooren te versterken.
Spr. drong verder aan op een onder
zoek inzake de particuliere wapenin
dustrie en wapenhandel.
Voorts wilde hij zoo rich tig mogelijke
belasting-inning en daarom opheffing
van het zgn. bankgeheim.
Ruimere verstrekking in de winter
maanden van kleeding en levensmidde
len naast brandstoffen aan werkloozen
is zeer wenschelijk.
Spr. hoopte, dat de regeering met
medewerking der Kamer het hoofd zal
kunnen bieden aan de moeilijkheden
van dezen tijd.
De heer D e V i s s e r (comm.) zeg
de dat deze begrooting den honger reg
lementeert, het voik zijn rechten ont
neemt en den oorlog voorbereidt.
Spr. bepleitte de 40-urige werkweek
met behoud van het bestaande loon.
Hij constateerde van deze regeering
een volslagen vernietiging van de ge
meentelijke autonomie. Voorts criti
seerde spr. dat geen afzetmogelijkhe
den naar Rusland worden gezocht.
Spr. betoogde dat een eenheidsfront
van alle strijdende arbeiders noodzake
lijk is.
De heer v. d. T e m p e 1 (s. d.) was
van oordeel, dat niet alles wordt ge
daan om de werkverruiming te bevor
deren. De uitvoering van het 60 milli-
oenplan gaat veel te langzaam, De in
dustrialisatie moet worden bevorderd,
door oprichting van een centrale indus-
triebank.
Spr. stelde een motie voor, de regeering
,-» ~-U ittMfït HÜMWUWB
ii.
In het eerste gedeelte van onze-be
schouwingen werd het een en ander
medegedeeld over geld en koopkracht,
waarna het begrip inflatie ter sprake
kwam. De term devaluatie kan eerst
verklaard worden na eenige opmerkin
gen over deflatie, het verschijnsel, dat
men door devaluatie ongedaan wil ma
ken.
Deflatie, de tegenstelling van in
flatie, is de verandering in de koop
kracht van het geld, die wij in ons land
gedurende de. laatste jaren konden
waarnemen. Inflatie beteekent dalende
koopkracht van het geld en bijgevolg
prijsstijging, deflatie geeft stijgende
koopkracht van de geldeenheid te zien,
hetgeen op prijsdaling neerkomt. Hoe
ontstaat deflatie? Vermindering van de
hoeveelheid ruilmiddel zou er de oor
zaak van kunnen zijn, doch dit geval
doet zich slechts zelden voor. Het vraag
stuk van de deflatie in ons land hangt
ten nauwste samen met het handhaven
van den gouden standaard. Juist daar
door wordt het probleem zoo onover
zichtelijk, want met het goud komt een
factor in het spel, die de deflatie meer
aan onze waarneming onttrekt dan Je
uitnoodigend, de oprichting van een cen
trale induistriebank te bevorderen.
De heer Vervoorn (plattel.) be
toogde dat de op de begrooting aange
brachte bezuinigingen onvoldoende zijn.
Spr. wilde krachtige maatregelen tegen
de de regeering tegenwerkende gemeen
ten Het belastingwezen dient hervormd
vooral ter wille van land- en tuinbouw.
De regeering zij voorzichtig met bevor
dering van industrialisatie. Afslachting
van vee is niet toe te juichen, zoolang
de margarine-industrie ongemoeid wordt
gelaten.
De vergadering werd om 6 uur ver
daagd tot heden.
Het Tweede Kamerlid Kampschöer
heeft de volgende vragen gesteld aan
den minister van oeconomische zaken:
Is het den minister bekend, dat de tijd
dringt om mededeeling te doen van de
teeltbeperkingsplannen voor den tuin
bouw voor het jaar 1935
Is de minister bereid te bevox deren,
dat deze teeltbeperkingsplannen ten
spoedigste worden bekend gemaak'
Is de minister bereid in verband met
de zeer slechte bedrijfsresultaten g- du
rende dit jaar, waardoor zeer vele tuin
ders in grooten nood verkeeren, te be
vorderen dat niet langer wordt gewacht
met het doen van uitkeeringen, daar
slechts verdeeling heeft plaats gehad
van één millioen gulden ten behoeve
van de intensieve tuinbouwcultuur
Wij hebben eenigen tijd geleden reeds
melding gemaakt van de oprichting
eener vereeniging, welke den naam
„Spellingvrede" draagt, en die zich tot
taak stelt propaganda te voeren vdt>r
de aanvaarding der nieuwe spelling-
1934.
Het hoofdbestuur dezer vereeniging is
thans definitief samengesteld ,als volgt:
mr. dr. E, W. Catz, advocaat-procureur
en kantonrechter-plaatsvervanger te
Amsterdam, voorzitter; dr. J. Ruinen,
directeur van de tweede H. B. S. met
drie-jarigen cursus, ondervoorzitter', F.
A. van Hall, assuradeur, O. Z. Voor
burgwal 101, Amsterdam, secreta
ris; P. Saarberg, groohtandelaar in
papier, tweede secretaris; J. C. Span
genberg, accountant, Keizersgracht 276,
Amsterdam-C., penningmeester; mej. K.
G. Kernkamp, directrice van de H. B.
S. voor meisjes en Jules Ed. Gerzon,
directeur van de N.V. Gebr. Gerzon's
Modemagazijnen, te Amsterdam, leden.
Taalkundig adviseur is prof., dr. N.
J. H. Gerlach Royen O.F.M., hoogleer
aar in de algemeene en vergelijkende
taalwetenschap aan de universiteit te
Utrecht.
Het hoofdbestuur zal op, een nader
vast te stellen datum in December e.k,
te Amsterdam een openbare bijeenkomst
beleggen. De minister van Ónderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. H- P.
Marchant, heeft reeds toegezegd die bij
eenkomst te zullen bijwonen en aldaar
het woord te voeren.
Een aantal dames en heeren heeft zit
ting genomen in een nationaal comité
van aanbeveling; dat als volgt is samen
te vatten.
een en twintig hoogleeraren;
dertien vooraanstaande handelsmen-
schen;^ drie directeuren en/of hoofd
redacteuren van dagbladen; v ij f over
heidspersonen; een inspecteur van het
onderwijs; dertien leeraren; drie
uigevers en zeven-en-twintig vogels van
diverse pluimage.
Noemen wij enkele namen, dan is de
allervoornaamste wel die van dr. H. W.
inflatie. Bij de inflatie konden wij te
gen elkaar afwegen bankpapier tegen
over goederen en het geld (het zuivere
ruilmiddel) als de tegenstelling van de
goederen beschouwen.
Bij deflatie, die ontstaat door het
handhaven van den gouden standaard,
moet men er van uit gaan, dat liet
goud(geld) zelf een goed is met een
eigen prijsverloop. In dit geval staat
een bepaald ruilgoed tegenover de an
dere goederen. Stijgt de koopkracht van
het goud(geld) dan kan met de geldeen
heid meer gekocht worden dan tot dus
ver. m.a.w. men neemt een prijsdaling
waar- Het invoeren van den gouden stan
daard beteekent nog niet dat men goud-
gald in omloop brengt, maar wel dat men
de waarde van de geldeenheid vastkop
pelt aan de waarde van het goud. Een
Nederlandsch bankbiljet van tien gul
den is offic eel gelijkgesteld aan een
gouden tientje, d.w.z, aan de waarde
van een klompje van 6,72 gram goud
bruto (6,048 gram fijn goud). Door dit
systeem onderwerpt men zich aan het
deflatie-proces in de jaren, waarin de
waarde van het goud stijgt. Men geeL
toe, dat dit een ongewenschte toestand
is, doch verklaart geen goeden uitweg
te zien.
Hoe is men dan in de 19e eeuw aller-
wege tot den gouden standaard geko
men? Het antwoord is eenvoudig: door
de angst voor inflatie, door het streven
naar betrekkelijk waardevast geld. Het
E. Moller, roomsch-katholiek Tweede
Kamerlid. Immers: op d r. M o 11 e r s
motie, en de meerderheid van
stemmen daarvoor in de
TweedeKamer, berust de geheele
politieke rechtvaardiging der nieu
we spelling. Het feit dat de voorsteller
dezer motie tot het comité spellingvre
de toetrad, neemt toch wel eiken twij
fel weg, dat de minister de motie anders
uitgelegd zou hebben, dan zij bedoeld
was
Van de verdere comitéleden noemen
v/ij nog mr. dr. R. H. baron de Vos van
Steenwijk, Commissaris der Koningin in
de provincie Drente; A. Viruly, vlieger;
Herman Snijders, Heemstede; predikan
ten, bankdirecteuren, artsen, een tand
arts, een ziekenhuisdirecteur, een direc
teur van een papierfabriek enz. enz.
In „De Opbouw" gaat dr. J. H. van
Zanten na, welken invloed de crisis had
op de uitgaven voor rooken, drinken,
fietsen, motor- en autorijden in ons land.
Allereerst het rooken.
Sigaren: stuks
1929 1.346.089.000
1933 1.409.333.000
Sigaretten: stuks
1929 3.179.577.000
1933 3.914.473.000
Tabak: kg
1929 11.299.000
1933 12.743.000
uitgaven
92.703.070
74.070.841
uitgaven
53.651.089
44.615.817
uitgaven
f 26.690.707
24.765.489
Per hoofd
der bevolk.
22.24
17.42
Totale uitg.
1929 173.024.875
1933 143.452.147
Hieruit blijkt dus, dat, terwijl het aan
tal gerookte sigaren en sigaretten en de
hoeveelheid opgerookte en opgepruimde
tabak en per hoofd der bevolking
evenzeer zijn toegenomen, de uitgave
voor tabaksartikelen sedert 1930 per
hoofd der bevolking met juist 25 pet. is
gedaald.
Dit is een gevolg van twee omstandig
heden, n.I. een prijsdaling der sigaren,
maar vooral het feit van een sterke toe
neming van het gebruik van goedkoo-
pere tegenover een sterken teruggang
van dat der duurdere sigaren zoowel als
sigaretten.
Nu de cijfers over het
Bier Per hoofd d. bev.
1929 28.0 L.
1933 18.6
Wijn Per hoofd d. bev.
1929 1.71 L.
1933 1.36
Gedistill. P. hoofd d. bev.
1929 2.48 L.
1933 1.92
drinken:
Totaal
87.151.400
55.162.000
Totaal
17.275.000
13.000.000
Totaal
77.178.000
59.306.000
Per hoofd
der bevolk.
23.33
15.47
Totale uitg.
1929 181.604.000
1933 127.468.000
Het gebruik is niet onaanzienlijk ge
daald, dat blijkt wel uit deze cijfers, dat
bleek trouwens ook al uit de opbrengst
der accijnzen.
Tenslotte het vervoer:
Fietsen:
1929
1933
Motorfietsen:
1929
1933
Aantal
2.578.653
2.940.620
Aantal
30.225
42.122
Pers.
1929
1933
auto's
Aantal
60.262
85.400
Er is dus bij alle drie vervoermiddelen
een stijgende lijn, maar bij de auto's
neemt de stijging af, bij de motorfietsen
sterk toe. Er is dus een overgang naar
het goedkoopere vervoermiddel. Deze
overgang is nog sterker waar te nemen
uit het feit, dat de goedkoopere merken
der auto's meer toenemen dan de dure.
Zoo vermeerderde van 1929 tot 1933
het aantal Fords van 14.122 tot 19.935,
Chevrolets van 9145 tot 15.889, Citroëns
van 3319 tot 4649, Essex van 2375 tot
4257; de duurdere merken Buicks van
2229 tot 3551, Fiat van 2467 tot 2822,
Studebaker van 2040 tot 2331, Hudson
van 994 tot 1406. Doch Mercedes ver
minderde van 399 tot 370, Cadillac van
641 tot 537, Lancia van 271 tot 193.
Daarentegen is van merken als Chrysler,
Nash of Opel het aantal zelfs bijna of
meer dan verdubbeld.
(N. R. Crt.)
Zooals wij gisteren nog konden mel
den is binnenkort de benoeming te
wachten van ir. A. L. A. Roebroek, lid
van de directie van den Wier ngermeer-
polder, te Alkmaar, tot directeur gene
raal van den landbouw. Jarenlang is
zoo'n functionaris er niet geweest. Maar
uit landbouwkringen is even lange ja
ren aandrang op de regeering uitge
oefend om opnieuw tot instelling der
functie over te gaan. Hetgeen dan thans
staat te geschieden.
Ir. A. L. H. Roebroek werd in 1889
geboren en doorliep te Rolduc het gym
nasium. Daarna studeerde hij aan de
landbouwhoogeschool te Wageningen
'en werd in 1914 benoemd tot landbouw
kundige bij den Algemeenen Nederland-
schen Zuivelbond. In 1916 werd hij be
noemd tot hoofddirecteur der Coöp.
Fabriek van melkproducten Het Anker,
Roosendaal, Vervolgens werd de heer
Roebroek benoemd tot rentmeester der
Staatsdomeinen te Klundert. Deze func
tie vervulde hij tot 1930, toen hij be
noemd werd tot lid der directie van de
Wieringermeer.
Van den nieuwen functionaris wordt
o.m. verwacht, dat hij den voorlichtings
dienst, het landbouwonderwijs, de proef
stations en andere takken van de direc
tie van den landbouw opnieuw zal orga-
niseeren.
Ook het college van regeeringscom-
missarissen zal worden versterkt. De re-
ge eringscommissaris, ir. S. L. Louwes, te
Zwolle, gaf tot nu toe slechts een deel
van zijn tijd aan dit werk- Op verzoek
van den min'ster heeft de heer Louwes
zich bereid verklaard, zich in de toe
komst uitsluitend aan zijn belangrijke
taak als regeeringscommissaris voor
akkerbouw en veehouderij te geven. In
verband hiermee zal hij binnen korten
tijd terugtreden uit zijn andere functie
en zich te ',s Gravenhage vestigen.
Het contact tusschen het college van
regeeringscommissarissen en de directie
van den landbouw zal worden gelegd
door den secretaris-generaal.
De minister heeft voorts de behoefte
gevoeld, met de leidende hoofdambte
naren van zijn departement geregeld 'be
sprekingen te voeren over de crisis
vraagstukken. Daartoe hoopt de minis
ter onder zijn eigen voorzitterschap, den
secretaris-generaal de beide directeu
ren-generaal en den regeeringscommis
saris voor den akkerbouw en de vee
houderij in één crisisraad te vereenigen.
smaumwftteCTwae
goud was langen tijd een goed van
standvastige waarde. De opvatting van
degenen, die devaluatie willen, berust
op het inzicht, dat de gouden stand
aard voor onzen tijd niet langer deugt.
Zij propageeren vermeerdering van de
geldhoeveelheid (door het drukken van
nieuw bankpapier) om daardoor de
koopkracht van het geld, die doe de
daflatie te groot was geworden, te doen
dalen toi een te voren vastgesteld peil.
Is er een verklaring te vinden voor de
stijgende waarde van het goud, het ver
schijnsel, dat de ongewenschte deflatie
heeft veroorzaakt? In de economische
vakliteratuur wordt tegenwoordig gewe
zen op het volgende. Vroeger oefende
het goud zijn functie van ruilmiddel en
waardemeter goed uit, zelfs als het niet
in omloop was- Lag het in de kelders
der centrale bank dan oefende het door
middel van het bankpapier, dat op grond
slag van deze „gouddekking" werd uit
gegeven, toch invloed uit op het prijs
niveau. Sedert geruimen tijd is daarin
verandering gekomen. Eenerzijds kwam
het steeds meer voor dat goud door par
ticulieren werd opgepot en verder moes
ten tal van landen door de gevolgen van
den oorlog zich van het goud ontdoen
en (noodgedwongen) tot inflatie over
gaan. In de huidige crisis gingen daaren
boven nog eenige landen tot devaluatie
over en door dit alles vloeide het goud
samen in de kelders van de centrale
banken der landen, die zich aan het gele
Bij beschikking van den minister
van financiën zijn o.m. benoemd tot ad
junct-accountant der directe belastingen
in tijdelijken dienst de heeren W'. I.
Bosschaart te Middelburg en D.
P. Porrey te Oostburg.
Het aantal aangegeven gevallen
van besmettelijke ziekten over de week
van 28 October tot en met 3 Novem
ber in de provincie Zeeland be
droeg: Roodvonk: Hulst 1, St. Jansteen
1, Nieuw- St. Joosland 2, Vlissingen
1, Westkapelle 1, Wissekerke 2 (w.o. 1
het 2e geval in één gezin), Yerseke 4
(w.o. 2 x een 2e geval in één gezin).
metaal bleven vastklampen. De goud
dekking van het Nederlandsche bankpa
pier, die slechts 40 pet. behoeft te be
dragen, is onder deze omstandigheden
tot 80 a 100 pet. gestegen. Die overma
tige dekking, waarvoor geen bankpapier
is uitgegeven, is in economisch opzicht
even „dood" als het door particulieren
opgepotte goud. Zoo zien wij het merk
waardige verschijnsel, dat misschien drie
kwart van het op de wereld aanwezig*
goud zijn functie als waardemeter en
ruilmiddel niet uitoefent- Het resteeren-
de goud is ten opzichte van de goede
ren zoo schaarsch, dat het de geldeen
heid in waarde doet stijgen, waarmee
prijsdaling en deflatie beginnen.
De gevolgen van de deflatie zijn bijna
even noodlottig als die van inflatie. De
voortdurende daling van de goederen-
prijzen maakt den handel onzeker.
Voorraden verliezen een deel van hun
Geldwaarde. Op alle vaste goederen,
die men heeft gekocht in de jaren, waar
in het geld geringe koopkracht had
(men kocht toen „duur" in) moet nu
ruim afgeschreven worden. De inflatie
benadeelt iedereen, die vorderingen
heeft, omdat deze afgelost kunnen wor
den met bankpapier van geringe koop
kracht. De deflatie daarentegen bena
deelt degenen, die schulden hebben,
omdat rente en aflossing nu moeten
geschieden met geld dat veel koopkraent
heeft (meer waarde heeft dan op het
oogenblik, dat men de schulden aan
IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK
Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andaraI
(Ingez. Med.)
DE NOOD IN DE OESTERCULTUUR.
Men schrijft ons uit Ierseke:
De oesterverzending in de maand Oct.
a 1,280,000 stuks heeft weer sterk ge-
illustreerd den kommervollen toestand
in dat bedrijf. Verleden jaar gingen er
nog 2 maal zooveel weg, terwijl niet lan
ger dan een_5-tal jaren terug het vijfvou
dige of 6.000.000 oesters naar alle deelen
van Europa werden verzonden. Enge
land was steeds de grootste afnemer,
maar heeft October 1934 met België van
plaats geruild- Op het oogenblik gebruikt
België de meeste oesters en dan heeft
onze handel op dit land nog veel te lij
den van de n Nieuwpoort gekweekte
Hol andsche oesters. Deze oesters die nu
eenige maanden op zeven hebben gehan
gen, zijn hard gegroeid en goed van
visch. Bovendien bieden ze het voordeel
tegenover de Hollandsche oesters, dat
ze zeer blank en gaaf van schelp zijn en
zonder invoerrechten werden geleverd.
Derde voordeel is de goedkoope vracht
der Belgische spoorwegen. Gelukkig
zullen de Nieuwpoortsche oesters spoe
dig uitverkocht zijn, en dan hebben de
Zeeuwsche wederom vrij terrein in Bel
gië, Geheel anders zijn de vooruitzichten
in Engeland. Daar worden veel Fransche
oesters ingevoerd, die en van qualneit
en van sche p beter zijn dan ons beste
Hollandsche product. De voorsprong,
die we altoos hebben gehad op de Lon-
densche markt zijn we geheel kwijt.
Eerst zal ons product beter en van qua-
liteit en vein schelp moeten zijn, zal 't
ons gelukken wederom daar te kunnen
concurreeren. In de geheele oestercul
tuur heerscht malaise, de vele oester-
loodsen staan ledig of worden gebruikt
voor "t schoonmakn en knippen van
mossels.
Werkten andere jaren honderden men-
bij een 3- of 4-tal kweekers het geval.
En dan geschiedt dit nog met eigen men-
schen. Werkvolk wordt niet meer in
dienst genomen. Het bedrijf kan zulks
niet bekostigen en de reserves zijn op.
Nog verleden week heeft een der anders
best betalende en voor sociale wetge
ving meest voelende firma's haar arbei
ders moeten ontslaan. Het bedrijf laat
het niet hneer toe. Geheele reeksen van
perceelen, waar 't anders vol kleine
oestertjes lag zijn nu geheel van oesters
ontbloot en met een laag slippers over
dekt, wat van de oesters nog leeft is
dood of de verdwijning nabij. Het zal
slechts korten tijd duren of de Zeeuw
sche oester is uitgestorven. Nog kan
de Visscherij-Centrale maatregelen voor
schrijven en dit jaar zoeken te redden
wat te redden ':s- Een volgend jaar zal zij
moeten verdwijnen, daar een koning
ging). Terwijl door de dalende prijzen
de opbrengst der geproduceerde goe
deren afneemt, blijven de bedrijfskos
ten hoog door de vaste lasten, welke
ontstaan door rentebetaling en aflossing
van schulden. De boeren en de huis
eigenaars voelen bij het dalen van de
waarde van hun bezit de hypotheek
schulden steeds zwaarder drukken.
Slechts degenen, die vorderingen heb
ben en van rente-inkomsten leven, pro-
fiteeren van de meerdere koopkracht
van het geld dat hun toevalt. Hetzelfde
geldt voor degenen, die vaste loonen
en salarissen genieten. De deflatie, de
stijgende koopkracht van het geld, die
populair is bij een gedeelte van ons
volk, wordt verwenscht door het an
dere gedeelte dat er schade door lijdt.
Er zijn slechts twee mogelijkheden.
Ten eerste, den gouden standaard be
houden en maatregelen treffen om de
noodlottige gevolgen van de deflatie te
matigen. Dit is het standpunt van onze
regeering. Ten tweede, den gouden
standaard verlaten en een nieuw Prijs
niveau, b.v. dat van 1929, vaststellen.
Zoo spreken de voorstanders van deva
luatie. Beide partijen hebben hun argu
menten, die wij in het vervolg op dit
artikel zullen bespreken.
lil
ff
k
•ji:ea
zonl
D<|
reg
mei
wel
zie]
Ze{
W<j
ver
slip
ver
kwl
bui|
her
zeil
stel
bell
deif
betl
en
het|
B -
zor
neii
alsl
luxl
stit
onll
kig|
mei
die]
de
var
de
gaf I
metl
kla/
teni
het
ge
kei
het I
dezl
ster
genj
luk r
te
eet
die
verij
Ter
hier
ren,
om