Dofebêtasaun lekker... man! L STATEN-GENERAAL. ZEELAND. \i m Jhr, De Geer: trouw aan de vrijheid tot in de N.S.B. De heer Joekes bepleit o.m. op heffing van het z.g. bankge heim. Inflatie, deflatie en devaluatie. BINNENLAND. DE TEELTBEPERKING IN DEN TUINBOUW. NAAR SPELLINGVREDE. Praktijk en wetenschap strij den samen voor taalvrede. ROOKEN, DRINKEN, RIJDEN. De invloed der crisis. Per 1000 inwoners 334 359 Per 1000 inwoners 3.91 5.15 Per 1000 inwoners 7.80 10.43 DE NIEUWE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEN LANDBOUW. Dr. P. J. Bonman, De Tweede Kamer heeft gisteren de algemeene beschouwingen over de rijks- begrooting 1935 voortgezet. De heer Arts (r. k. volkspartij) be toogde, dat het beleid der regeering een fiasco is. Spr. wenschte opheffing van het bankgeheim, maatregelen tegen cu mulatie van inkomens, een heffing in eens en een premieleening van 200 mil- lioen met langen looptijd. De heer De Geer (c.-h.l constateer de, dat er in de nat. socialistische be weging steeds meer verdeeldheid heerscht en dat er anderzijds een nati onale opleving is. Ondanks den econo- mischen nood is onze staatkundige toe stand relatief gezond. De uitsluiting van de N. S. B. uit rijks betrekkingen behoort te worden opge heven, zoodra deze legale wegen be wandelt; de leuze zij: trouw aan de vrij heid tot in de N. S. B. Tegenover de critiek van den heer Albarda merkte spr. op, dat op Defen sie, waarop in de laatste jaren reeds 12 millioen bezuinigd is, van verdere ver sobering nauwelijks sprake kan zijn. Wat de quaestie van onze munt be treft, was spr. van overtuiging, dat de gouden standaard gehandhaafd moet blijven: geen inflatie. Deze zou het ver trouwen in onze munt ondermijnen. Spr. waarschuwde ernstig tegen aan tasting van het hypotheekwezen. Met het oog op de toekomst der natie kwam spr. op tegen degenen die een roofbouw- politiek t. o. v. het belastingwezen wil len voeren. Spr. wenschte het kabinet de kracht toe, om ons volk door deze duistere tij den heen te helpen. De heer Joekes (v.-d.) prees het in de regeering, dat ze bij al haar maatre gelen den export voor oogen blijft hou- den. Al is bezuiniging noodzakelijk, er is nog geen reden voor een wanhoops- stemming. Spr. drong aan op concentratie bij het bijzonder lager ondrewijs. Spr. critiseerde de gevoerde twee slachtige defensiepolitiek en betoogde dat vooral kleine landen de positie van den Volkenbond behooren te versterken. Spr. drong verder aan op een onder zoek inzake de particuliere wapenin dustrie en wapenhandel. Voorts wilde hij zoo rich tig mogelijke belasting-inning en daarom opheffing van het zgn. bankgeheim. Ruimere verstrekking in de winter maanden van kleeding en levensmidde len naast brandstoffen aan werkloozen is zeer wenschelijk. Spr. hoopte, dat de regeering met medewerking der Kamer het hoofd zal kunnen bieden aan de moeilijkheden van dezen tijd. De heer D e V i s s e r (comm.) zeg de dat deze begrooting den honger reg lementeert, het voik zijn rechten ont neemt en den oorlog voorbereidt. Spr. bepleitte de 40-urige werkweek met behoud van het bestaande loon. Hij constateerde van deze regeering een volslagen vernietiging van de ge meentelijke autonomie. Voorts criti seerde spr. dat geen afzetmogelijkhe den naar Rusland worden gezocht. Spr. betoogde dat een eenheidsfront van alle strijdende arbeiders noodzake lijk is. De heer v. d. T e m p e 1 (s. d.) was van oordeel, dat niet alles wordt ge daan om de werkverruiming te bevor deren. De uitvoering van het 60 milli- oenplan gaat veel te langzaam, De in dustrialisatie moet worden bevorderd, door oprichting van een centrale indus- triebank. Spr. stelde een motie voor, de regeering ,-» ~-U ittMfït HÜMWUWB ii. In het eerste gedeelte van onze-be schouwingen werd het een en ander medegedeeld over geld en koopkracht, waarna het begrip inflatie ter sprake kwam. De term devaluatie kan eerst verklaard worden na eenige opmerkin gen over deflatie, het verschijnsel, dat men door devaluatie ongedaan wil ma ken. Deflatie, de tegenstelling van in flatie, is de verandering in de koop kracht van het geld, die wij in ons land gedurende de. laatste jaren konden waarnemen. Inflatie beteekent dalende koopkracht van het geld en bijgevolg prijsstijging, deflatie geeft stijgende koopkracht van de geldeenheid te zien, hetgeen op prijsdaling neerkomt. Hoe ontstaat deflatie? Vermindering van de hoeveelheid ruilmiddel zou er de oor zaak van kunnen zijn, doch dit geval doet zich slechts zelden voor. Het vraag stuk van de deflatie in ons land hangt ten nauwste samen met het handhaven van den gouden standaard. Juist daar door wordt het probleem zoo onover zichtelijk, want met het goud komt een factor in het spel, die de deflatie meer aan onze waarneming onttrekt dan Je uitnoodigend, de oprichting van een cen trale induistriebank te bevorderen. De heer Vervoorn (plattel.) be toogde dat de op de begrooting aange brachte bezuinigingen onvoldoende zijn. Spr. wilde krachtige maatregelen tegen de de regeering tegenwerkende gemeen ten Het belastingwezen dient hervormd vooral ter wille van land- en tuinbouw. De regeering zij voorzichtig met bevor dering van industrialisatie. Afslachting van vee is niet toe te juichen, zoolang de margarine-industrie ongemoeid wordt gelaten. De vergadering werd om 6 uur ver daagd tot heden. Het Tweede Kamerlid Kampschöer heeft de volgende vragen gesteld aan den minister van oeconomische zaken: Is het den minister bekend, dat de tijd dringt om mededeeling te doen van de teeltbeperkingsplannen voor den tuin bouw voor het jaar 1935 Is de minister bereid te bevox deren, dat deze teeltbeperkingsplannen ten spoedigste worden bekend gemaak' Is de minister bereid in verband met de zeer slechte bedrijfsresultaten g- du rende dit jaar, waardoor zeer vele tuin ders in grooten nood verkeeren, te be vorderen dat niet langer wordt gewacht met het doen van uitkeeringen, daar slechts verdeeling heeft plaats gehad van één millioen gulden ten behoeve van de intensieve tuinbouwcultuur Wij hebben eenigen tijd geleden reeds melding gemaakt van de oprichting eener vereeniging, welke den naam „Spellingvrede" draagt, en die zich tot taak stelt propaganda te voeren vdt>r de aanvaarding der nieuwe spelling- 1934. Het hoofdbestuur dezer vereeniging is thans definitief samengesteld ,als volgt: mr. dr. E, W. Catz, advocaat-procureur en kantonrechter-plaatsvervanger te Amsterdam, voorzitter; dr. J. Ruinen, directeur van de tweede H. B. S. met drie-jarigen cursus, ondervoorzitter', F. A. van Hall, assuradeur, O. Z. Voor burgwal 101, Amsterdam, secreta ris; P. Saarberg, groohtandelaar in papier, tweede secretaris; J. C. Span genberg, accountant, Keizersgracht 276, Amsterdam-C., penningmeester; mej. K. G. Kernkamp, directrice van de H. B. S. voor meisjes en Jules Ed. Gerzon, directeur van de N.V. Gebr. Gerzon's Modemagazijnen, te Amsterdam, leden. Taalkundig adviseur is prof., dr. N. J. H. Gerlach Royen O.F.M., hoogleer aar in de algemeene en vergelijkende taalwetenschap aan de universiteit te Utrecht. Het hoofdbestuur zal op, een nader vast te stellen datum in December e.k, te Amsterdam een openbare bijeenkomst beleggen. De minister van Ónderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. H- P. Marchant, heeft reeds toegezegd die bij eenkomst te zullen bijwonen en aldaar het woord te voeren. Een aantal dames en heeren heeft zit ting genomen in een nationaal comité van aanbeveling; dat als volgt is samen te vatten. een en twintig hoogleeraren; dertien vooraanstaande handelsmen- schen;^ drie directeuren en/of hoofd redacteuren van dagbladen; v ij f over heidspersonen; een inspecteur van het onderwijs; dertien leeraren; drie uigevers en zeven-en-twintig vogels van diverse pluimage. Noemen wij enkele namen, dan is de allervoornaamste wel die van dr. H. W. inflatie. Bij de inflatie konden wij te gen elkaar afwegen bankpapier tegen over goederen en het geld (het zuivere ruilmiddel) als de tegenstelling van de goederen beschouwen. Bij deflatie, die ontstaat door het handhaven van den gouden standaard, moet men er van uit gaan, dat liet goud(geld) zelf een goed is met een eigen prijsverloop. In dit geval staat een bepaald ruilgoed tegenover de an dere goederen. Stijgt de koopkracht van het goud(geld) dan kan met de geldeen heid meer gekocht worden dan tot dus ver. m.a.w. men neemt een prijsdaling waar- Het invoeren van den gouden stan daard beteekent nog niet dat men goud- gald in omloop brengt, maar wel dat men de waarde van de geldeenheid vastkop pelt aan de waarde van het goud. Een Nederlandsch bankbiljet van tien gul den is offic eel gelijkgesteld aan een gouden tientje, d.w.z, aan de waarde van een klompje van 6,72 gram goud bruto (6,048 gram fijn goud). Door dit systeem onderwerpt men zich aan het deflatie-proces in de jaren, waarin de waarde van het goud stijgt. Men geeL toe, dat dit een ongewenschte toestand is, doch verklaart geen goeden uitweg te zien. Hoe is men dan in de 19e eeuw aller- wege tot den gouden standaard geko men? Het antwoord is eenvoudig: door de angst voor inflatie, door het streven naar betrekkelijk waardevast geld. Het E. Moller, roomsch-katholiek Tweede Kamerlid. Immers: op d r. M o 11 e r s motie, en de meerderheid van stemmen daarvoor in de TweedeKamer, berust de geheele politieke rechtvaardiging der nieu we spelling. Het feit dat de voorsteller dezer motie tot het comité spellingvre de toetrad, neemt toch wel eiken twij fel weg, dat de minister de motie anders uitgelegd zou hebben, dan zij bedoeld was Van de verdere comitéleden noemen v/ij nog mr. dr. R. H. baron de Vos van Steenwijk, Commissaris der Koningin in de provincie Drente; A. Viruly, vlieger; Herman Snijders, Heemstede; predikan ten, bankdirecteuren, artsen, een tand arts, een ziekenhuisdirecteur, een direc teur van een papierfabriek enz. enz. In „De Opbouw" gaat dr. J. H. van Zanten na, welken invloed de crisis had op de uitgaven voor rooken, drinken, fietsen, motor- en autorijden in ons land. Allereerst het rooken. Sigaren: stuks 1929 1.346.089.000 1933 1.409.333.000 Sigaretten: stuks 1929 3.179.577.000 1933 3.914.473.000 Tabak: kg 1929 11.299.000 1933 12.743.000 uitgaven 92.703.070 74.070.841 uitgaven 53.651.089 44.615.817 uitgaven f 26.690.707 24.765.489 Per hoofd der bevolk. 22.24 17.42 Totale uitg. 1929 173.024.875 1933 143.452.147 Hieruit blijkt dus, dat, terwijl het aan tal gerookte sigaren en sigaretten en de hoeveelheid opgerookte en opgepruimde tabak en per hoofd der bevolking evenzeer zijn toegenomen, de uitgave voor tabaksartikelen sedert 1930 per hoofd der bevolking met juist 25 pet. is gedaald. Dit is een gevolg van twee omstandig heden, n.I. een prijsdaling der sigaren, maar vooral het feit van een sterke toe neming van het gebruik van goedkoo- pere tegenover een sterken teruggang van dat der duurdere sigaren zoowel als sigaretten. Nu de cijfers over het Bier Per hoofd d. bev. 1929 28.0 L. 1933 18.6 Wijn Per hoofd d. bev. 1929 1.71 L. 1933 1.36 Gedistill. P. hoofd d. bev. 1929 2.48 L. 1933 1.92 drinken: Totaal 87.151.400 55.162.000 Totaal 17.275.000 13.000.000 Totaal 77.178.000 59.306.000 Per hoofd der bevolk. 23.33 15.47 Totale uitg. 1929 181.604.000 1933 127.468.000 Het gebruik is niet onaanzienlijk ge daald, dat blijkt wel uit deze cijfers, dat bleek trouwens ook al uit de opbrengst der accijnzen. Tenslotte het vervoer: Fietsen: 1929 1933 Motorfietsen: 1929 1933 Aantal 2.578.653 2.940.620 Aantal 30.225 42.122 Pers. 1929 1933 auto's Aantal 60.262 85.400 Er is dus bij alle drie vervoermiddelen een stijgende lijn, maar bij de auto's neemt de stijging af, bij de motorfietsen sterk toe. Er is dus een overgang naar het goedkoopere vervoermiddel. Deze overgang is nog sterker waar te nemen uit het feit, dat de goedkoopere merken der auto's meer toenemen dan de dure. Zoo vermeerderde van 1929 tot 1933 het aantal Fords van 14.122 tot 19.935, Chevrolets van 9145 tot 15.889, Citroëns van 3319 tot 4649, Essex van 2375 tot 4257; de duurdere merken Buicks van 2229 tot 3551, Fiat van 2467 tot 2822, Studebaker van 2040 tot 2331, Hudson van 994 tot 1406. Doch Mercedes ver minderde van 399 tot 370, Cadillac van 641 tot 537, Lancia van 271 tot 193. Daarentegen is van merken als Chrysler, Nash of Opel het aantal zelfs bijna of meer dan verdubbeld. (N. R. Crt.) Zooals wij gisteren nog konden mel den is binnenkort de benoeming te wachten van ir. A. L. A. Roebroek, lid van de directie van den Wier ngermeer- polder, te Alkmaar, tot directeur gene raal van den landbouw. Jarenlang is zoo'n functionaris er niet geweest. Maar uit landbouwkringen is even lange ja ren aandrang op de regeering uitge oefend om opnieuw tot instelling der functie over te gaan. Hetgeen dan thans staat te geschieden. Ir. A. L. H. Roebroek werd in 1889 geboren en doorliep te Rolduc het gym nasium. Daarna studeerde hij aan de landbouwhoogeschool te Wageningen 'en werd in 1914 benoemd tot landbouw kundige bij den Algemeenen Nederland- schen Zuivelbond. In 1916 werd hij be noemd tot hoofddirecteur der Coöp. Fabriek van melkproducten Het Anker, Roosendaal, Vervolgens werd de heer Roebroek benoemd tot rentmeester der Staatsdomeinen te Klundert. Deze func tie vervulde hij tot 1930, toen hij be noemd werd tot lid der directie van de Wieringermeer. Van den nieuwen functionaris wordt o.m. verwacht, dat hij den voorlichtings dienst, het landbouwonderwijs, de proef stations en andere takken van de direc tie van den landbouw opnieuw zal orga- niseeren. Ook het college van regeeringscom- missarissen zal worden versterkt. De re- ge eringscommissaris, ir. S. L. Louwes, te Zwolle, gaf tot nu toe slechts een deel van zijn tijd aan dit werk- Op verzoek van den min'ster heeft de heer Louwes zich bereid verklaard, zich in de toe komst uitsluitend aan zijn belangrijke taak als regeeringscommissaris voor akkerbouw en veehouderij te geven. In verband hiermee zal hij binnen korten tijd terugtreden uit zijn andere functie en zich te ',s Gravenhage vestigen. Het contact tusschen het college van regeeringscommissarissen en de directie van den landbouw zal worden gelegd door den secretaris-generaal. De minister heeft voorts de behoefte gevoeld, met de leidende hoofdambte naren van zijn departement geregeld 'be sprekingen te voeren over de crisis vraagstukken. Daartoe hoopt de minis ter onder zijn eigen voorzitterschap, den secretaris-generaal de beide directeu ren-generaal en den regeeringscommis saris voor den akkerbouw en de vee houderij in één crisisraad te vereenigen. smaumwftteCTwae goud was langen tijd een goed van standvastige waarde. De opvatting van degenen, die devaluatie willen, berust op het inzicht, dat de gouden stand aard voor onzen tijd niet langer deugt. Zij propageeren vermeerdering van de geldhoeveelheid (door het drukken van nieuw bankpapier) om daardoor de koopkracht van het geld, die doe de daflatie te groot was geworden, te doen dalen toi een te voren vastgesteld peil. Is er een verklaring te vinden voor de stijgende waarde van het goud, het ver schijnsel, dat de ongewenschte deflatie heeft veroorzaakt? In de economische vakliteratuur wordt tegenwoordig gewe zen op het volgende. Vroeger oefende het goud zijn functie van ruilmiddel en waardemeter goed uit, zelfs als het niet in omloop was- Lag het in de kelders der centrale bank dan oefende het door middel van het bankpapier, dat op grond slag van deze „gouddekking" werd uit gegeven, toch invloed uit op het prijs niveau. Sedert geruimen tijd is daarin verandering gekomen. Eenerzijds kwam het steeds meer voor dat goud door par ticulieren werd opgepot en verder moes ten tal van landen door de gevolgen van den oorlog zich van het goud ontdoen en (noodgedwongen) tot inflatie over gaan. In de huidige crisis gingen daaren boven nog eenige landen tot devaluatie over en door dit alles vloeide het goud samen in de kelders van de centrale banken der landen, die zich aan het gele Bij beschikking van den minister van financiën zijn o.m. benoemd tot ad junct-accountant der directe belastingen in tijdelijken dienst de heeren W'. I. Bosschaart te Middelburg en D. P. Porrey te Oostburg. Het aantal aangegeven gevallen van besmettelijke ziekten over de week van 28 October tot en met 3 Novem ber in de provincie Zeeland be droeg: Roodvonk: Hulst 1, St. Jansteen 1, Nieuw- St. Joosland 2, Vlissingen 1, Westkapelle 1, Wissekerke 2 (w.o. 1 het 2e geval in één gezin), Yerseke 4 (w.o. 2 x een 2e geval in één gezin). metaal bleven vastklampen. De goud dekking van het Nederlandsche bankpa pier, die slechts 40 pet. behoeft te be dragen, is onder deze omstandigheden tot 80 a 100 pet. gestegen. Die overma tige dekking, waarvoor geen bankpapier is uitgegeven, is in economisch opzicht even „dood" als het door particulieren opgepotte goud. Zoo zien wij het merk waardige verschijnsel, dat misschien drie kwart van het op de wereld aanwezig* goud zijn functie als waardemeter en ruilmiddel niet uitoefent- Het resteeren- de goud is ten opzichte van de goede ren zoo schaarsch, dat het de geldeen heid in waarde doet stijgen, waarmee prijsdaling en deflatie beginnen. De gevolgen van de deflatie zijn bijna even noodlottig als die van inflatie. De voortdurende daling van de goederen- prijzen maakt den handel onzeker. Voorraden verliezen een deel van hun Geldwaarde. Op alle vaste goederen, die men heeft gekocht in de jaren, waar in het geld geringe koopkracht had (men kocht toen „duur" in) moet nu ruim afgeschreven worden. De inflatie benadeelt iedereen, die vorderingen heeft, omdat deze afgelost kunnen wor den met bankpapier van geringe koop kracht. De deflatie daarentegen bena deelt degenen, die schulden hebben, omdat rente en aflossing nu moeten geschieden met geld dat veel koopkraent heeft (meer waarde heeft dan op het oogenblik, dat men de schulden aan IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andaraI (Ingez. Med.) DE NOOD IN DE OESTERCULTUUR. Men schrijft ons uit Ierseke: De oesterverzending in de maand Oct. a 1,280,000 stuks heeft weer sterk ge- illustreerd den kommervollen toestand in dat bedrijf. Verleden jaar gingen er nog 2 maal zooveel weg, terwijl niet lan ger dan een_5-tal jaren terug het vijfvou dige of 6.000.000 oesters naar alle deelen van Europa werden verzonden. Enge land was steeds de grootste afnemer, maar heeft October 1934 met België van plaats geruild- Op het oogenblik gebruikt België de meeste oesters en dan heeft onze handel op dit land nog veel te lij den van de n Nieuwpoort gekweekte Hol andsche oesters. Deze oesters die nu eenige maanden op zeven hebben gehan gen, zijn hard gegroeid en goed van visch. Bovendien bieden ze het voordeel tegenover de Hollandsche oesters, dat ze zeer blank en gaaf van schelp zijn en zonder invoerrechten werden geleverd. Derde voordeel is de goedkoope vracht der Belgische spoorwegen. Gelukkig zullen de Nieuwpoortsche oesters spoe dig uitverkocht zijn, en dan hebben de Zeeuwsche wederom vrij terrein in Bel gië, Geheel anders zijn de vooruitzichten in Engeland. Daar worden veel Fransche oesters ingevoerd, die en van qualneit en van sche p beter zijn dan ons beste Hollandsche product. De voorsprong, die we altoos hebben gehad op de Lon- densche markt zijn we geheel kwijt. Eerst zal ons product beter en van qua- liteit en vein schelp moeten zijn, zal 't ons gelukken wederom daar te kunnen concurreeren. In de geheele oestercul tuur heerscht malaise, de vele oester- loodsen staan ledig of worden gebruikt voor "t schoonmakn en knippen van mossels. Werkten andere jaren honderden men- bij een 3- of 4-tal kweekers het geval. En dan geschiedt dit nog met eigen men- schen. Werkvolk wordt niet meer in dienst genomen. Het bedrijf kan zulks niet bekostigen en de reserves zijn op. Nog verleden week heeft een der anders best betalende en voor sociale wetge ving meest voelende firma's haar arbei ders moeten ontslaan. Het bedrijf laat het niet hneer toe. Geheele reeksen van perceelen, waar 't anders vol kleine oestertjes lag zijn nu geheel van oesters ontbloot en met een laag slippers over dekt, wat van de oesters nog leeft is dood of de verdwijning nabij. Het zal slechts korten tijd duren of de Zeeuw sche oester is uitgestorven. Nog kan de Visscherij-Centrale maatregelen voor schrijven en dit jaar zoeken te redden wat te redden ':s- Een volgend jaar zal zij moeten verdwijnen, daar een koning ging). Terwijl door de dalende prijzen de opbrengst der geproduceerde goe deren afneemt, blijven de bedrijfskos ten hoog door de vaste lasten, welke ontstaan door rentebetaling en aflossing van schulden. De boeren en de huis eigenaars voelen bij het dalen van de waarde van hun bezit de hypotheek schulden steeds zwaarder drukken. Slechts degenen, die vorderingen heb ben en van rente-inkomsten leven, pro- fiteeren van de meerdere koopkracht van het geld dat hun toevalt. Hetzelfde geldt voor degenen, die vaste loonen en salarissen genieten. De deflatie, de stijgende koopkracht van het geld, die populair is bij een gedeelte van ons volk, wordt verwenscht door het an dere gedeelte dat er schade door lijdt. Er zijn slechts twee mogelijkheden. Ten eerste, den gouden standaard be houden en maatregelen treffen om de noodlottige gevolgen van de deflatie te matigen. Dit is het standpunt van onze regeering. Ten tweede, den gouden standaard verlaten en een nieuw Prijs niveau, b.v. dat van 1929, vaststellen. Zoo spreken de voorstanders van deva luatie. Beide partijen hebben hun argu menten, die wij in het vervolg op dit artikel zullen bespreken. lil ff k •ji:ea zonl D<| reg mei wel zie] Ze{ W<j ver slip ver kwl bui| her zeil stel bell deif betl en het| B - zor neii alsl luxl stit onll kig| mei die] de var de gaf I metl kla/ teni het ge kei het I dezl ster genj luk r te eet die verij Ter hier ren, om

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 6