VAN H0LLANDSCHEN BODEM
10 BouillonWo^eS
DE GRUYTER'S
PEULVRUCHTEN
G R AT 1s
Ï58SEZÖIHE! STUKKEN.
BUITENLAND,
f
van f 100
t>i) a®n j0f>eu\vrucViten
Prijzen per Pond1
Capucijners 12. 15.20, 25
Roz ijnerwten25
Wortelerwten16
Spliterwten II. 14. 18
Bruine Boonen. 9, 11.14
Kogelboonen12
Witte Boonen 12, 14, 16
Pronkboonen22
Linzen20
DWTSCHLAND.
Weer een rede van dr. Schacht.
zonder steun niet loonend is, terwijl 't
brood hoegenaamd niet goeaKooper ge
worden is sinds den tijd dat de prijzen
voor den verbouwer een ruime winst
marge lieten?"
Wanneer wij nagaan, dat de verbouw
van tarwe hier te lande vóór dat deze
werd gesteund zeer gering was, dan
zouden wij hieruit moeten concludee-
ren, dat deze verbouw allerminst een
ruime winstmarge liet.
Namen wij als een gemiddelde we
reldmarktprijs aan f 10 per honderd ki
logram vóór den Europeeschen oorlog,
toen het brood 15 cent kostte per kg,
dan is het wel een beetje ongerijmd
voor een leek, dat hij nu bij een we
reldmarktprijs van f 3 per 100 kg 15
cent moet betalen voor een brood van
0.8 kg.
Om dit in finesses te kunnen verkla
ren, zal de leek goed doen zijn licht
op te steken bij het Hoofdbestuur van
den Bakkersbond, ik waag mij daart
niet aan; maar zeker is het, dat de ex
ploitatiekosten van de broodbereiding
veel en zéér veel hooger zijn nu, dan
vóór 1914.
Bovendien zijn de bakkers sinds dien
veel beter georganiseerd, zoodat het
hen nu mogelijk is, om hunne bedrijven
loonend te maken, waar vroeger nog
al het een en ander aan haperde door
de moordende onderlinge concurrentie.
Meelfabrikanten en meelhandelaren
zullen dit uit eigen ervaring wel weten;
want lang niet alle wissels werden op
tijd betaald,
Vraag zeven: .Zou het niet te be-
reiken zijn in Nederland zooveel tarwe
te verbouwen, dat invoer overbodig
werd en dat voor deze tarwe behoo--
lijke prijzen werden betaald, met De-j
houd van de tegenwoordige broodprij
zen, zoodat crisis-steun kon worden at-
gedankt?"
Deze vraag is reeds uit het voren-
staande medegedeelde gebleken beant
woord ie zijn. Maar sommigen mijner
deskundige vrienden zijn van meening,
dat men. om 'n loonenden prijs te kun- j
nen bedingen van de eigen verbouwde j
tarwe, een invoerrecht moet heffen van j
f 6 a f 7 pr 100' kg. j
Ik deel dit standpunt niet, want dit
zou niet bevorderlijk zijn om den brood
prijs op peil te houden. Bovendien i
heeft ons land ook nog andere belan-
gen; naast den import van tarwe heb- j
ben wij ook onzen export van onze j
zuivelproducten en nog zooveel andere
producten. f
Wat vraag acht befjeft: nJZou dit j
niet mede werischelijk zijn met het oog
op het mislukken van den graanoogst j
in de exporteerende landen, zooals de- j
zen zomer het geval is?"
De leek heeft zich laten beïnvloeden!
door wat al te sterk gekleurde, specu
latieve courantenberichten; want er is
in de graanexporteerende landen geen
sprake van een mislukking van den
graanoogst.
Ik heb hier voor mij liggen het in
September verschenen rapport van het
Internationaal Landbouw Instituut te
Rome, waaraan ik de hieronder vol
gende cijfers ontleen.
Productie van tarwe op 't Noordelijk
halfrond in millioenen quintalen.
Europa-Amerika-Azië2-Afrika T otaal
P. de Gruyter
Zoon N. V.
Winkel, door
heel Nederland
Voor f10.bon.
Een gulden terug
Getdi6 van l^das 7 Nov-
Erwten8. II. 14
19341
4(01
213
141
34
789
1933
476
220
136
30'
862
1932
406
326
126
35
893
1931
391
346
139
32
908
1930
370
360
150
29
909
1929
395
310
132
34
871
1928
384
406
109
29
928
Deze cijfers geven duidelijk te zi&n,
dat de tarweverbouw is ingekrompen
vooral in Amerika, maar de oogst is er
niet mislukt. Enkele streken hebben te
lijden gehad van de droogte, maar dat
wil niet zeggen, dat er vrees behoeft
te bestaan voor een tekort aan tarwe.
Er is nog altijd een reuzen surplus
van de groote oogsten van de vooraf
gaande jaren. Dit surplus drukt de we
reldmarktprijzen en sommige economen
zijn dan ook van meening, dat de hoofd
oorzaak van de thans heerschende cri
sis is gelegen in de wanverhouding der
tarweproducties, Doch dit is nu niet
aan de orde.
De laatste vraag, negen. „Zou daar
door het verbouwen van andere ge
wassen waar geld bi] moet (b.v. suiker
bieten) niet voor een groot gedeelte
overbodig worden?"
kj*en wij ons niet te veel verdiepen
in datgene wat de landbouwers zullen
moeten verbouwen. Er is altijd bet eene
of andere product wat loonend is of
niet loonend.
Helderziende op dit gebied is nie
mand.
De verstandigste landbouwpolitiek is
dat zoowel het eene als het
andere verbouwt. Althans dit is de
meTr; 7» oud landbouwer.
Ik geloof hiermede de leek een beet
le wegwijs te hebben gemaakt "n dat
hi, nu overtuigd za zijn, dat Nederland
niet m zijn eigen behoefte zal kunnen
voorzien voor wat de tarwe betreft
Maar hij kan indien hij zulks verkiest
toch wel smakelijk eten van het heer
lijke voedzame tarwebrood, gebakken
van inheemsch tarwemeel.
J. Mulliè, Sr.
1). Voorloopige gegevens.
2). China niet inbegrepen.
3). Sovjet Unie niet inbegrepen.
IAfzenders onbekend stuk in de prul
lenmand. 2. Briefwisseling wordt over inge
zonden stukken geplaatst of geweigerd
niet gevoerd. 3. De kopij wordt niet
teruggezonden. 4. Maakt het kortl
DE P. Z. E. M. EN HAAR TARIEVEN.
(n. s.) Gevolg gevende aan de eis van
de tegenwoordige tijd: „De levensstand
aard moet naar beneden", hééft ook de
P. Z. E. M. kort geleden haar tarieven
verlaagd. Toch is een prijs van 32 cent
nog te hoog, (om een groter gebruik te
stimuleren. Is de directie ervan over
tuigd, dat de electriciteit concurrerend
optreden kan tegen gas en petroleum,
waarom dan geen geanimeerde
lezingen georganiseerd in de verschil
lende gemeenten om ook het publiek
van de goedkoopte te overtuigen? Dat
zou meer succes kunnen hebben, dan
de pas hier en daar geplaatste borden,
die de goedkoopte decreteren, maar het
publiek niet overtuigen en van zijn me
ning is de uitbreiding toch afhan
kelijk.
Of is de directie zelve nog niet over
tuigd, dat electriciteit goedkoper is dan
haar concurrenten? Op deze heeft de
electriciteit zoveel voor, wat gemak en
zindelijkheid betreft, dat het verbruik
nog meer algemeen moest zijn, indien de
prijzen geen bezwaar voor vele beurzen
waren. Waarom dan niet getracht meer
dere aansluitingen te verkrijgen in plaats
van kalm te gedogen, dat in de gasge-
meenten velen weer tot gas terugkeren
door de eigenaardige vastrechttarieven?
De grondslag hiervan is totaal ver
keerd, De P.Z.E.M. verkoopt electrici
teit en heeft er niets mee te maken, of
deze verbruikt wordt in 3, 4, 5 of 10
vertrekken. De maatschappij oordeelt,
dat iemand met een grote woning meer
betalen kan dan degeen, die een klei
nere heeft. De belastingambtenaren zijn
in hun recht met die omstandigheden
rekening te houden, omdat belasting be
taald dient te worden naar draagkracht.
Maar de P.Z.E.M. moet zich niet op
draagkracht, doch op verbruik baseren.
Wat zou men van een bakker zeggen,
die zijn brood duurder verkocht aan
iemand met een zevenvertrekswoning
dan aan n drievertreksbezitter? Of van
een schoenmaker, die geen antwoord ge
ven kon op de vraag naar de prijs zij
ner schoenen zonder eerst te informe
ren, of de koper ook een auto bezit?
En is het bezit van vele vertrekken
wel het bewijs van die meerdere wel
stand? Iemand ziet zich genoodzaakt
door uitbreiding van zijn gezin een paar
slaaphokjes op zolder af te timmeren.
„Zie zo", zegt de P.Z.E.M., „twee ver
trekken meer, nu meer betalen". M. i.
gaat deze man in draagkracht achteruit
door de vergroting van zijn gezin.
Uit het terugkeren tot gas blijkt wel,
dat velen het met mij eens zijn, dat de
grondslag voor deze tarieven onjuist is.
De P.Z.E.M. levert electriciteit en met
die levering alleen heeft zij rekening te
houden. Alle tarieven, die buiten het
verbruik om bepaald worden, zijn onlo
gisch en daarom veroordeeld.
Mocht door dit schrijven blijken, dat
de naar voren gebrachte grieven door
velen worden gedeeld, dan is te hopen,
dat de directie der P.Z.E.M. tot steeds
voortgaande bloei der maatschappij,
spoedig tot het vaststellen van andere
tarieven overgaat, die meer in overeen
stemming zijn met wat het publiek als
billijk voelt.
Een vastrecht-bezitter.
Naar aanleiding van bovenstaande
schrijft men ons van de zijde van de
P.Z.E.M. het volgende:
Een prijs van 32 cent per K.W.U en
hooger voor electriciteit voor verlich
ting is in vergelijking met wat in ande
re Provincies berekend wordt, niet
hoog.
Voor huishoudelijk verbruik is een
prijs van 32 cent inderdaad te hoog en
daa/om juist is het vastrechttarief inge
voerd, waarbij de kWh-prijs tot 4 ceru
(voor nachtstroom 214 cent) kan dalen.
Bij dit tarief moet het verbruik voor
verlichting geschat worden, daar er
geen andere practische manier bestaat
om het verbruik voor licht en dat voor
huishoudelijke doeleinden te splitsen.
Die schatting moet een grondslag heb
ben, daar men haar niet willekeurig
voor iederen verbruiker kan vaststellen.
Voor Walcheren en de Bevelanden is
als grondslag het aantal vertrekken ge
nomen. Dat aantal vertrekken is, zooals
inzender terecht opmerkt, niet altijd
een maatstaf van welstand, maar men
betaalt zijn electriciteit ook niet duur
der of goedkooper naarmate men meer
of minder welstand heeft, maar naar de
hoeveelheden, die men gebruikt voor
verlichting eener-, huishoudelijke doel
einden anderzijds.
Brood kan men alleen gebruiken als
voedsel en schoenen alleen als kleeding,
maar electriciteit kan men voor vele
doeleinden gebruiken en daarbij moet
met de tariefstelling rekening gehou
den worden.
Inzender kan er overtuigd van zijn,
dat niet alleen in Zeeland, maar ook el
ders bij de invoering der vastrechitarie-
ven niet over één nacht ijs is gegaan. In
dien men echter de P.Z.E.M. op bepaal
de fouten in de tarieven kan wijzen, is
zij gaarne bereid, die zooveel mogelijk
te herstellen.
Propaganda is mooi en goed, maar
duur. Het houden van lezingen is een
propagandamiddel dat in het begin der
electrificatie onmisbaar is, maar een le
zing, alleen om aan te toonen dat efec-
triciteit voordeeliger is dan gas enz.,
zal door weinigen bezocht worden.
Tenslotte is zoo'n lezing ook niet
noodig. Het stroomverbruik stijgt steeds
en als de P.Z.E.M. haar streven, om tel
kens als het mogelijk is, de tarieven te
verlagen voortzet (herinnert inzender
zich nog den tijd, dat per K.W.U. 55
cent werd betaald zal het niet aan
haar liggen als het verbruik niet blijft
toenemen.
„LUCHTBESCHERMINGSDIENST"
Geachte heer Redacteur.
In uw blad van Maandagavond komt
een verslag voor van een oefening door
de Middelburgsche Brandweer, de af-
deeling Roode Kruis en Gemeentereini
ging. Boven dat verslag plaatst U:
„Luchtbeschermingsdienst
Ik heb niet de bedoeling critiek uit te
oefenen op die oefening. Voorbereiding
en uitoefening zullen wel in orde ge
weest zijn. Ik heb meer bezwaar tegen
den titel waaronder die oefening werd
uitgevoerd: „Luchtbescherming".
Het was in den nacht van Zondag 29
op Maandag 30 April 1917. Zierikzee
waar ik toen woonde was in diepe rust
en niets verbrak de stilte dan alleen de
voetstappen van een politieagent die op
zijn ronde was. Het zal even na 2 uur
geweest zijn, toen we het geronk van
een vliegtuig boven ons huis vernamen.
Daar wij toevallig dien avond laat naar
bed waren gegaan sliepen wij nog niet,
zoodat we den motor duidelijk konden
hooren. Eenige seconden later hoorden
we een knal alsof vlak onder ons raam
een geweer werd afgeschoten gevolgd
door een hevigen slag. Toen nog een en
zoo telden wij zeven van die ontzetten
de uitbarstingen. Het vliegtuig had bom
men geworpen. De uitwerking was ver
schrikkelijk. Van een huis was niets
meer te zien dan eenig puin en een
paar balken. De bewoners lagen ver
minkt eenige huizen verder. Een schuur
stond in lichte laaie, terwijl de omge
ving tot op een grooten afstand bedekt
was met steenen, glas, dakpannen, enz.
Wonder boven wonder slechts drie doo-
den.
Alles had zich in een paar minu
ten afgespeeld. We waren nog niet
buiten toen we het vliegtuig hoorden
vertrekken.
Die nacht kwam mij in herinnering
toen ik uw verslag las en kwam de
vraag weer bij mij op; Kan men een
stad beschermen tegen een aanval uit
de lucht. Ik geloof er niet veel van,
vooral omdat de bommenwerper zijn
doel 's nachts zal willen bereiken.
We hebben nu gezien dat er vliegtui
gen bestaan die in 2 X 24 uren van
Londen naar Batavia vliegen, In den
komenden oorlog zal een bommenwer
per ook niet op een sukkeldrafje aan
komen. De vliegtechniek wordt met den
dag verbeterd, de militaire vliegers in
alle landen oefenen om het hardst. De
zen zomer heeft de Amerikaansche
vloot oefeningen gehouden, waarbij
bommenwerpers dienst deden. Als men
de photo's ziet van de verwoesting die
die knapen hebben aangericht rilt men.
Laten we aannemen dat luisterstati
ons de komst van een vliegtuig melden
kunnen; dan zal men zich door de vlucht
kunnen redden zegt men. Ja waarheen?
Overdag is er voor sommige hardloopers
misschien eenige kans maar 's nachts
als alles in diepe rust is Het gaat al
les zoo snel; vóór men wakker is liggen
de bommen.
De oefeningen die gehouden zijn door
Brandweer, Roode Kruis en Gemeente
reiniging zijn uitstekend voor.... op-
ruimingswerk. Als de vlieger zijn bom
men heeft gestrooid zal er ongetwijfeld
heel wat op te ruimen zijn.
Luchtbescherming is mogelijk als alle
mogendheden zich verbinden onver
sterkte plaatsen niet aantevallen. In die
richting moet worden gewerkt.
Dank voor de plaatsing.
Middelburg, 30 Oct. 1934.
A. Verhage.
Het buitenland moet Duitsch-
land een grooler uitvoer toe
staan, of afzien van de beta-
ling der schulden.
Dr. Schacht, de president van de
Duitsche Rijksbank en minister van
economische zaken heeit te Weimar
een rede gehouden over de actueele
vraagstukken van in- en uitvoer.
Hij zette daarin uiteen, dat Duitsch-
land slechts zijn schulden meent te kun
nen betalen, indien het in staat ge
steld wordt zijn uitvoer te vergrooten.
Wenscht men dat niet, dan moet men
er maar van afzien, dat Duitschland
ooit met zijn schulden in 't reine komt.
Het is een volslagen onmogelijkheid
aldus Schacht verder, van een volk,
zooals het Duitsche, van de hoogste
cultuur en van de hoogste civilisatie,
te willen eischen, dat hel leeft ais een
Chineesche koelie. Wij willen een ze
keren levensstandaard in stand hou
den, wij willen de cultuur, die wij ons
in meer dan duizend jaren werken
hebben veroverd, ons niet zonder meer
door politieken buitenlandschen druk
weer laten ontnemen. Het is volkomen
natuurlijk dat de herleving van de bin-
nenlandsche markt geleid heeft tot een
sterker verbruik van grondstoffen en
wanneer men thans vermaant, dat wij
ons in het betrekken van grondstoffen
uit het buitenland toch een weinig
moesten beperken, antwoordeh wij:
Niet meer dan wij absoluut daartoe
gedwongen zijn. Maar wanneer het
buitenland ons thans geen grondstoffen
geven kan, zullen wij trachten ons el
ders te helpen. De vergrooting van
den Duitschen uitvoer is door een 'vol
komen systematische politiek van al
onze buitenlandsche markten verhin
derd, hetzij door tarieven, hetzij door
contingenteeringen, waarboven men
geen Duitsche goederen toeliet, ook al
waren zijn nog zoo goedkoop.
Wij wenschen het buitenland duide
lijk te maken, dat het niet onze schuld
is, wanneer wij het buitenland niet
kunnen voldoen. Wij wenschen het bui
tenland duidelijk te maken, dat het ons
moet helpen, opdat wij weer geld ver
dienen om te kunnen betalen.
Verder zeide hij o.m. nog het volgen
de:
„Wanneer mij iets met optimisme
voor de toekomst vervult, is het, dat
onze Fiührer er in geslaagd is de ab
soluut aaneengesloten wilskracht van
handenarbeid te herstellen. Ongetwij
feld zullen wij de riemen nauwer moe
ten aanhalen. Doch voor versagen be
staat absoluut geen reden.
W(ij hebben niet veel grondstoffen,
doch er is ook geen nood. Onze pak
huizen zijn vol fabrieksartikelen. De
deviezen welke wij bezitten en welke
wij nog zullen ontvangen, moeten in de
eerste plaats worden besteed voor
grondstoffen, welke wij noodig hebben."
Dr. Schacht verklaarde tenslotte o.
m. nog, dat de vervaardiging van sur
rogaten erg duur is en dat men met de
z.g.n. clearingovereenkomsten weinig
opschiet.
Uit ziin rede kan men deze conclu
sie weer trekken: het ziet er met de
economische omstandigheden in Duitsch
land werkelijk slecht uit. Ondanks het:
„wij zullen niet versagen" moet men