OE VREEMDELING VAN SILVERDALE KRONIEK van den DAG. KUNST EN WETENSCHAP. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 23 OCTOBER 1934. No. 250. DE NIEUWE SPELLING. VEERE. I— De uitwerking van de Ameri kaansche zilveraankoopen Depreciatie van den Chinee- schen dollar Aanhoudende onzekerheid over de Ameri- kaansche valutapolitiek. Tot de experimenten op valuta- gebied, waartoei de Amerikaansche re geering in den loop van dit jaar is over gegaan, behoort de z.g. „valorisatie" van het zilver., Door het aankoopen van zil ver ten behoeve van de schatkist tot een hoogeren prijs dan den op de wereld markt geldenden hoopte de Amerikaan sche regeering verschillende belangen tegelijkertijd te kunnen dienen. In de eerste plaats de groote en invloedrijke groep van degenen, die door het bezii van zilvermijnen of op andere wijze be lang hadden bij een stijging van den zil- verprijs. Tegelijkertijd kwam de regee ring vo;or een deel tegemoet aan de ei- schen van de „inflationisten", door te bepalen, dat tegenover het te verwerven zilver door de schatkist „zilvercertifica ten" zouden worden uitgegeven, welke wettig betaalmiddel zijn, waardoor dus de hoeveelheid in omloop zijnde ruil middelen verder zou toenemen. Een krachtig argument, dat door de voor- ötanders van een waardestijging van het zilver, trouwens niet alleen in Ame rika, maar ook in andere landen, - werd aangevoerd, bestond daarin, dat een prijsstijging van zilver zou leiden tot een toeneming van de koopkracht in de landen, welker valuta in plaats van op het goud op het zilver is geba seerd, en waar aanzienlijke voorraden zilver aanwezig zijn. De voornaamste van deze landen is wel China. Gaat men thans na, welke uitwer king de zilvermaatregelen der Ameri kaansche regeering hebben gehad, dan ziet men, dat de hierdoor veroorzaakte prijsstijging van zilver op de wereld markt inderdaad ten goede is gekomen aan de zilvermijnen, en de zilverraffi naderijen, welker zilvervoorraden aan zienlijk in waarde zijn toegenomen. De inflationistische invloed der zilveraan koopen van de Amerikaansche schat kist is vooralsnog binnen beperkte grenzen gebleven, omdat het bedrag der hiertegenover uitgegeven zilvercertifi caten slechts een betrekkelijk klein ge deelte uitmaakt van den totalen omloop aan ruilmiddelen in de Ver. Staten. De mogelijkheid van een sterke uit breiding der zilveraankoopen door de Amerikaansche regeering is intusschen verminderd tengevolge van een besluit, dat de Chineesche regeering de vorige week heeft genomen. De voorstanders van een zilver-valorisatie blijken bij de berekening van de voordeelen, die hieruit voor de wereldhuishoudng zou den kunnen ontstaan, buiten den Chi- neeschen waard te hebben gerekend. Theoretisch leek het heel logisch: de landen in het Verre Oosten, welker valuta op het zilver gebaseerd is, en die over groote zilvervoorraden beschik ken, zijn door de prijsdaling van het zilver verarmd. Zij kunnen dientenge volge minder goederen van het buiten land afnemen en werpen daartegenover producten tot lagen prijs op de wereld markt. Een stijging van den zilverprijs en een daarmede automatisch gepaard gaande koersstijging van de op zilver gebaseerde Chineesche valuta zal tot gevolg hebben, dat buitenlandsche pro ducten, omgerekend in Chineesche munt goedkooper uitkomen en dus in ruimere mate dan tot dusverre kunnen worden betrokken, terwijl anderzijds Chinee sche producten het buitenland duurder komen te staan, waardoor de concur- door H. BINDLOSS. 66). „Ja, helaas, wil ik dat zeggen', ant woordde Dane aarzelend. „Er zijn ver scheidene redenenmaar als u even wilt luisteren." In zoo weinig mogelijk woorden ver telde hij den beiden vrouwen, hoe hij sinds zijn vertrek van de Grange, dien zelfden morgen, door de hulp van de beide andere mannen, van de eene ont dekking tot de andere gekomen was. Hij deed het verhaal zoo eenvoudig en zoo verschoonend mogelijk, maar toen hij zweeg zat Maud Barrington kaars recht, met een bleek gezicht en een geteekenden, gloeienden blos van drift, Even keek ze naar haar tante; het ge woonlijk zoo vriendelijke, zachte ge zicht stond nu strak van verontwaar diging. „Na dit kan Ferris niet langer hier blijven", oordeelde ze toen met koude beslistheid. „Maar eerst moet hij een behoorlijke straf hebben."' „Met 't eerste ben ik het eens", ant woordde Dane. „Voor iemand met een karakter zooals dat van hem is er hier op Silverdale geen plaats. Maar wat het tweede betreft.... daar zijn heel wat bezwaren tegen. Dat gaat alleen rentie van China op de wereldmarkt zal verminderen. Een dergelijke ontwikkeling lag echter geenszins in de bedoeling v.an de Chi- peesche regeering. Het buitenland wikte het Chineesche gouvernement beschik te. Door het heffen van een vrijwel pro hibitief uitvoerrecht op zilver heeft zij den export van zilver uit China zoo goed als onmogelijk gemaakt. De ex porteur, die goederen naar China le vert, wordt dientengevolge niet lan ger betaald met zilver, dat hij tot hoo- gen prijs op de wereldmarkt kan ver knopen, maar met papiergeld.. M.a.w.: China heeft den zilveren standaard af geschaft. In de toekomst zal de Chinee sche dollar zich onafhankelijk van den zilverprijs bewegen; daar de wissel koers niet langer door den zilverexport wordt gesteund, daalt de Chineesche dollar in waarde. Dientengevolge moet China zijn invoer uit het buitenland duurder betalen en zal het vermoedelijk Open brief aan de Nederlandse Pers, De „Vereniging tot Vereenvoudiging van onze spelling" richtte zich dezer da gen met den volgenden brief tot ons: (n.s.) „Het zal U bekend zijn, dat de invoering van de nieuwe spelling bij het onderwijs een vlot verloop heeft. Al valt hier en daar tegenstand te overwinnen, wij mogen verwachten dat na een jaar de overgrote meerderheid van de Neder landers beneden achttien jaar met de nieuwe schrijfwijze vertrouwd is. Daar staat tegenover dat een groot deel van de oudere generatie voor eigen gebruik voorlopig aan de oude spelling zal vast houden. In de eerstvolgende jaren heb ben wij dus rekening te houden met het feit dat er in Nederland twee spelling stelsels toegepast zullen worden, waar van het nieuwe elk jaar veld'zal winnen en het oude bestemd is om te verdwij nen. Ten onrechte heeft men gesproken van een „chaos". Bij elke spellingwis seling is een dergelijke overgangstijd onvermijdelijk; vandaar ook dat een nieuwe regeling nooit door te radikale veranderingen de oude spelling moeilijk leesbaar mag maken. De beide spellin gen moeten vreedzaam enige tijd naast elkaar staan. De Regering heeft, door slechts één nieuw stelsel officieel te er kennen, de beweging in vaste banen ge leid. De voorstanders van verder gaande vereenvoudiging, georganiseerd in de „Vereniging tot vereenvoudiging van onze spelling", hebben ter wille van de toekomstige eenheid, onlangs het besluit genomen, de invoering van de spelling- 1934 met één voorbehoud (de zogenaam de naamvals-n bij namen van mannelijke personen en dieren) krachtig te bevor deren. Een belangrijke vraag is nu: wel ke houding zal de Nederlandse pers aan nemen, en welke taak heeft in het bizon der de dagbladpers hierbij te vervullen? De Vereniging van uitgevers van dagbla den heeft onlangs geadviseerd aan de le den, resp, hoofdredakties, „nog de oude spelling te blijven gebruiken un niet tot de invoering van de nieuwe spelling, waaraan voor de bladen zo grote moei lijkheden van technische en organisato rische aard verbonden zijn, over te gaan". Als hoofdmotief gold: „de om standigheid dat ook de regering zelve voor haar stukken nog de nieuwe spel ling niet heeft voorgeschreven." Reeds is gebleken dat dit advies niet algemeen gevolgd zal worden. Men kan de taak van de pers, als leiding gevend, ook idealistischer opvatten en de voor keur geven aan krachtdadige medewer king boven lijdelijk volgen! als 't je niets kan schelen, of je de alge- meene aandacht trekt.... en.... we moeten hierin ook rekening met zijn moeder houden. Ze heeft haar anderen zoon al verloren misschien herinnert u zich wel de manier waarop. Daarom ben ik met dit verhaal ook niet naar Colonel Barrington gegaan. Hij is wat kort aangebonden en in zijn handelin gen weieens wat overhaast. Miss Barrington- keek hem dankbaar aan. „Je hebt heel verstandig gedaan, Dane", zeide ze. „Ethel Ferris heeft al genoeg moeten dragen en na dien avond van het thuis brengen van Frank is ze nooit meer de oude geworden. Want al noemde de coroner het een ongeval, zij wist op welke manier hi) aan zijn einde gekomen was. En mijn broer zou in deze quaestie onvermurm- baar zijn, dat weet ik zeker, ofschoon ik aan den anderen kant weer niet weet, of ik eigenlijk 't recht heb om de fei ten voor hem te verzwijgen." Dane knikte ernstig. „Daarin kan ik u geen raad geven. Maar denk aan wat vro.eger gebeurd is. Zoo iets kun nen we hier niet voor den tweeden keer hebben.'" De woorden van Dane riepen bij Miss Barrington weer de herinnering op aan den krijgsraad die een paar jaar gele den in de hall van de Grange gehouden was. Alle Silverdalesche kolonisten waren daarbij tegenwoordig geweest, want ook toen waren er dingen ge beurd, die kolonel Barrington, met zijn strenge principes, onvergeeflijk geacht minder gaan afnemen, terwijl het zijn eigen producten goedkooper kan gaan leveren. De zilver-valorisatie der Ame rikaansche regeering heeft dus, wat den invloed hiervan op het handelsverkeer met China betreft, een averechtsche uitwerking gehad. Deze is niet alleen nadeelig voor Amerika zelf, maar voor alle landen, die handelsbetrekkingen met China onderhouden. Uit het bovenstaande blijkt wel, welk een vérstrekkende gevolgen voor de geheele wereldhuishouding een maat regel kan hebben, die oppervlakkig be zien alleen voor het betrokken land van beteekenis is. Het is dan ook wel voornamelijk de onzekerheid ten aan zien van eventueele verdere experi menten der Amerikaansche regeering op monetair gebied, die een rem blijft vormen voor een ontplooiing van het zakenleven, niet alleen in de Ver, Sta ten zelf, maar in de geheele wereld. De strekking van het Regeringsbesluit is in verschillende kringen miskend; de gekozen gedragslijn heeft tot misver stand aanleiding gegeven. Van conserva tieve zijde werd beweerd dat de Rege ring zich eigenlijk tegen spellinghervor ming verklaard had, en niet voornemens was, de gangbare spelling voor eigen ge bruik prijs te geven. Indien dit het geval was, zou de invoering bij het onderwijs onverantwoordelijk geweest zijn. Spel lingeenheid, als nationaal belang, was natuurlijk het einddoel. Een noodwendi ge consequentie van de beslissing, waar voor de gehele Regering de verantwoor delijkheid draagt, is dat de Regering be reid is te volgen, nadat het onderwijs de doorslag gegeven heeft, gelijk dat inder tijd geschied is bij de invoering van de spelling-De Vries en Te Winkel. Misschien was het mogelijk geweest, een kortere weg te kiezen, al staat het te bezien of ook in dat geval alle grote bladen het onmiddellijk aangedurfd zou den hebben, de ontstemming van tal van oudere abonné's te trotseren! Maar, of men het betreurt of niet, de Regering heeft de langere weg gekozen, die wel licht ook de veiligste zal blijken. Nu heeft echter het oudere geslacht de taak, en naar onze overtuiging ook de plicht, om deze langere weg zo kort mogelijk te maken, door zich in hun spellingpraktijk bij de jongeren aan te sluiten en het ge bruik van de nieuwe spelling in allerlei kringen krachtig te bevorderen. Er zijn reeds gunstige symptomen: grote han delsfirma's, belangrijke organisaties als de S.D.A.P. en het N.V.V., tal van voor aanstaande personen in zeer verschil lende kringen der bevolking hebben de nieuwe spelling aanvaard. Welke gewichtige rol de pers zou kun nen spelen om het tempo van invoering te versnellen, behoeft nauwelijks be toogd te worden. Ongetwijfeld zijn er bij de dagbladen bezwaren te overwinnen, maar die moe ten niet overschat worden. De nieuwe regels zijn gemakkelijk toe te passen: de veranderingen bestaan uitsluitend in het schrappen van een aantal overbodi ge letters; nergens behoeft een letter toegevoegd of gewijzigd te worden. Na korte oefening, is het mogelijk, ook zonder Woordenlijst fouten te vermijden. En tegenover de tijdelijke bezwaren staan blijvende voordelen. Weifeling in het gebruik van e en ee, o en oo, s en sch, onzekerheid omtrent het woordge slacht bestaan niet meer. Een niet on aanzienlijke vermindering "van het aan tal letters betekent besparing van tijd en kosten. Op geprikkeldheid van het pu bliek moet men voorbereid zijn, maar de praktijk bewijst dat deze meestal niet had. En toen het vonnis gevallen was, het vonnis waar de schuldige veroor deeld werd om binnen twee maal vier en twintig uur de kolonie te verlaten, was er, en dit had de oude vrouw wel het allerergste gevonden, een volle dig verslag van alles wat er gebeurd was aan de familie in Engeland, die zooveel goeds van hem verwacht had, gezonden, „Neen, daarin heb je gelijk", zeide zij, „Ter wille van de vrouw, die hem hierheen gezonden heeft, moeten we dat zien te verhinderen." Maud Barrington hief het hoofd op en keek van den een naar den ander. „Maar ondertusschen vergeten ljullie beiden om met den hoofdpersoon, den man, die daar gewond en bewusteloos ligt, rekening te houden", zeide ze koud. „Zijn we hem niets verschuldigd?" Dane keek haar in de helder-bruine oogen die met een ernstige, bijna be straffende uitdrukking op hem gericht waren; met een verontschuldigend ge baar keerde hij zich naar de oudere vrouw. „Hijzelf zou de eerste zijn, als hij wist, wat we deden, om op minder straffe maatregelen aan te dringen. Maar 't beste lijkt mij, als u beiden eens kalm over de quaestie nadenkt. Als u dan tot een besluit gekomen bent, laat 't me dan weten.... dan kunnen we meteen handelen." Onder 't spreken was hij al opge staan, vergezeld door de oudere vrouw ging hij nu naar de deur. Toen deze terugkwam vond ze haar nichtje voor van lange duur is. In de laatste jaren is er trouwens al een duidelijke kentering merkbaar, doordat het toenemend ge bruik van de vereenvoudigde spelling, in de grote tijdschriften, wetenschappe lijke geschrifen, studieboeken, vakbladen en ook in de pers, brede kringen gelei delijk aan de ongewone woordbeelden gewend heeft. Wij zijn dus overtuigd, dat menig blad, zonder al te grote schade en zonder al te groot verzet van de lezers, de over gang naar de nieuwe spelling zou kun nen wagen, temeer nu deze nog minder van de oude afwijkt dan de „vereenvou digde spelling". Met voldoening verna men wij dat alle bladen van de Arbei ders Pers, de Vrijzinnig Democraat, de „Kinder-Telegraaf", en onder de Ka tholieke bladen „Ons Noorden" (Gro ningen), „De Nieuwe Venlose Courant" en „Het Nieuwsblad van Helmond" reeds het voorbeeld gegeven hebben. Ook de Radiobode, de Gids der Katho lieke Radio-Omroep etc. en verschillen de onderwijsbladen namen dit besluit. Moge het weldra navolging vinden! Wellicht zullen er bladen zijn die, on danks de goede wil van redaktie en uit gevers, door het conservatisme van hun lezers of uit vrees voor concurrenten, gedwongen worden voorlopig de oude spelling te handhaven. Maar ook dan is het mogelijk de overgangstijd te helpen bekorten, door de lezers geleidelijk aan de ongewone spelling te wennen, wan neer inzenders gastvrijheid vragen, of ondertekende bijdragen van vaste mede werkers in die spelling geplaatst wor den. Deze gedragslijn werd reeds dooi de meeste bladen tegenover de vereen voudigde spelling gevolgd. De nieuwe spelling, waaraan de Regering zelf sanc tie verleende, mag daar met nog meer recht aanspraak op maken. Wij besluiten dus met een beroep op uw aller medewerking. Dank zij de in menging van de Regering gaan wij een periode van herwonnen spellingeenheid tegemoet. De bezwaren van tweeërlei spelling, hoewel onvermijdelijk, zal nie mand ontkennen. Het is dus een volks belang, de overgangstijd zoveel mogelijk te bekorten, en het gebruik zozeer te doen toenemen, dat de Regering binnen niet te lange tijd zelf kan volgen. Laat de pers derhalve geen afwachtende hou ding aannemen, maar zich door krach tige medewerking verdienstelijk maken! Het Dagelijks Bestuur van de Ver eniging tot Vereenvoudiging van onze Spelling. Dr. J, J. Salverda de Grave, voorz. Dr. J. J. B. Elzinga, sekretaris. D. Vredeveld, penningmeester. Dr, C, G. N. de Vooys, redacteur van „Vereenvoudiging". Dr. D. C, Hesseling, lid. Dr. H, W. E. Moller, lid. Wij hebben aan dezen brief niets toe te voegen. Hij strookt met onze opvat tingen ter zake, en wij zullen de moeite, die een overschakeling zeker mede brengt, ons gaarne getroosten, zoodra wij van oordeel zijn, dat het oogenblik voor de geheele invoering der nieuwe spelling niet meer schadelijk voor onze bedrijfsbelangen zal kunnen zijn. Red. M. C. ill I III llll Él IIII ■IIMII1I IHBI IHmHIIIIIIIH—l1M—I—I Met ingang van 1 November is tot hoofdredacteur van het Utrechtsch Dag blad benoemd dr- J. G. Loohuis te 's Gravenhage. Abonnementen en Advertentiën vooi dit blad worden aangenomen door den Agent J. VAN SLOOTEN, Oudestraat A 199 de schrijftafel zitten. „Ik zal Ferris schrijven, om morgen even hier te ko men, tante", zeide het meisje beslist. Den volgenden morgen, vroeg, was Ferris er al. Het was duidelijk te zien, dat hij zich niet op zijn gemak voelde, maar hij hield zich groot. Met de ge wone overdreven hoffelijkheid, hem eigen, boog hij zich over de hand van Miss Barrington heen, maar toen hij haar nichtje op dezelfde wijze wilde begroeten, keerde het jonge meisje zich, met een minachtenden trek op haar gezicht, af. „Ga zitten Ferris'", zeide ze koel. „Zooals je misschien wel weet, is Colo nel Barrington op reis; maar zijn zus ter is er om hem te vervangen en na hem ben ik degeen, hier op Silverdale, die het meeste profijt heeft bij een goeden en ordelijken gang van zaken. Nu is ons 'n verhaal ter oore gekomen, dat we kortweg als onmogelijk zouden wraken, als het niet door verschillen de getuigen bevestigd kon worden. Is het noodig, dat Miss Barrington het voor jou herhaalt?" Eerst kreeg Ferris een kleur, maar toen werd hij bleek tot zijn lippen toe. Hij was een overslanke, teergebouwde jongen van twintig jaar met een uiter lijk dat niet bepaald aantrekkeliik te noemen was; want het is nu eenmaal een feit, dat een goede dosis boosaar digheid en een zwak, armbloedig lichaam elkander van kwaad tot erger helpen. Tot overmaat van ramp was hij daar bij nog ongelooflijk aanmatigend, een Naar aanleiding van een „kunstavond." Tot onze spijt moeten wij nog eens terugkomen op den zgn. „kunstavond' ten bate der kerkelijke provinciale werkloozenorganisatie onlangs te Mid delburg gegeven. De heer D. A. Poldermans te 's-Gra- venpolder heeft daar n.l. een zijner Zeeuwsche schetsen voorgelezen, en dat duurde veel te lang; er liepen toen toehoorders weg, kortom, het werd een ietwat pijnlijke historie. Wij ontvingen nu gisteren een brief van den heer Pol dermans, en daaraan ontleenen wij 't volgende. (n.s.) „Op 24 Augs- kwam de heer Boone bij me en vertelde, dat hij voor werklozenzorg 'n avond wilde geven. Hij en z"'n verloofde zouden wat musi ceren en omdat het voor het publiek allicht wat vervelend was 'n hele avond naar muziek te luisteren zou ik de rest van de tijd hebben. Noch over het Kloetingse koor nóch over iemand anders sprak de heer Boo ne. Wel vertelde hij me, dat de avond zou geopend worden door den burge meester van Middelburg en bijgewoond door den Commissaris der Koningin. Bij ons tweede gesprek liet hij me even wijs en toen ik hem pertinent de vraag stelde of ik op ruim 'n uur rekenen kon, verzekerde hij me ten stelligste van: ja. Alzo kwam ik Vrijdagavond in Mid delburg en wist toén, dat ook het koor van Kloetinge zou meewerken. Verder niets. Het programma zag ik pas, toen ik 'rx poosje in de zaal was. Ik begreep, toen dadelijk, dat m'n schets te lang was, maar.... ik was er op berekend en had niets anders bij me. Ik kón dus niet anders en moest zelfs op vele ge deelten voor de vuist weg besnoeien. Hoe ik me voelde kan men licht begrij pen." ....„Eén ding is zeker: m'n grote ambit:e om voor werklozen op te treden iis door deze geschiedenis ver beneden het vriespunt gedaald en dit alles is alleen het gevolg van het misleidend optreden van den heer Boone", Tot zoover de heer Poldermans. Het geen hij schrijft noopt ons hier te ver klaren, dat ook wij eenige moeilijkheid met de ietwat eigenaardige wijze van „organiseeren" van den heer P. C. Boone hebben gehad. Deze moeilijkhe- denen, die aanvankelijk zelfs den schijn van een minder volledige betrouwbaar heid wekten, zullen toch op z'n minst verklaard moeten worden uit een on voldoende realite'tsbesef en een orga nisatorisch talent, hetwelk den vlucht der fantasie van dezen „zanger" niet ge heel vermag bij te houden- Aangezien het ons bekend is, dat de heer B, voornemens was meer van zulke „kunstavonden" in Zeeland te D.V16 C (Ingez. Med.) eigenschap, die door hem zelf voor be slistheid versleten werd. „Heel graag, als 't tenminste niet te lastig voor Miss Barrington is", zeide hij met zijn hooge laatdunkende stem. „Allicht begrijp ik dan een heeleboel dingen, die me op het oogenblik nog volkomen duister zijn." Bij die woorden werd het zachte- ge zicht van de oude vrouw heel streng, rustig, maar zonder een poging om hem te sparen, herhaalde ze het verhaal «n Dane; zoo overtuigend waren de be wijzen, dat niemand, die ze hoorde, aan de wijze, waarop de brand ontstaan was, zou hebben kunnen twijfelen. „Het zou mij heel wat prettiger aan gedaan hebben", zeide ze tenslotte, „als je alles bekend, en van goeden wil om je misstap te herstellen blijk gege ven had, toen je merkte, dat we alles wisten. Met een spottend lachje haalde Fer ris zijn schouders op. ,,'t Is te hopen, dat u het me niet kwalijk neemt, maar ik ben absoluut niet van plan iets te bekennen, trouwens, ik heb niets te bekennen. Het is niet plezierig, dat er maar zoo weinig voor noodig is, om u tegen me in te nemen, maar, ten eerste kan mij zonder behoorlijke bewijzen niets gebeuren en dan mijn woord heeft waarschijnlijk toch wel evenveel waarde als dat van dien indringer, die u dit mooie verhaal verteld heeft." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5