tW/IËMk
RECHTSZAKEN.
ONDERWIJS.
MARKTBERICHTEN.
HONDERD JAAR AFSCHEIDING.
van VIM! 15 ets. voor
de standaard-bus en
slechts 27^ ets. voor de
reuzenbus! Wat 'n be
sparing voor de huis
vrouw! Want VIM is
een enorme hulp in elk
huis en zuiver Neder-
landsch Fabrikaat van
erkende kwaliteit. En
zoo goedkoop! Waar
devolle geschenken
bon op elke bus, op
de reuzenbus twee!
"hhu mm"
kosten van het leeghalen van den asch-
bak in de afd. Vrouwenpolder. De
V o o r z. diende genoemde heeren van
antwoord op het door hen gevraagde
en zegde toe dat het door den heer Kes-
telo bedoelde gat zoo spoedig mogelijk
zal worden dicht gemaakt.
Haar beteekenis voor ons na
tionale leven. Rede van dr. H.
Colijn.
Ii> gebouw Tivoli te Utrecht was he
den een bijeenkomst belegd ter herden
king van de afscheiding der Gerefor
meerde Kerken van het Ned. Herv.
Kerkgenootschap, nu 100 jaar geleden.
In het Groningsche dorp Ulrum, waar
destijds ds. De Cock predikant
was, brak de beweging zich baan. De
predikant en met hem de geheele ker-
keraad kwamen in verzet tegen den
geest in de Ned. Herv. kerk, welke zij
veel te verwaterd achtten. Ze wilden
den ouden calvinistischen geest in eere
zien hersteld. Echter de beweging viel
bij de overheid, die destijds het kerke
lijk leven geheel beheerschte, in slechte
aarde. Ds, De Cock en zijn volgelingen
werden zelfs vervolgd en de eerste is tot
gevangenisstraf veroordeeld geweest.
Maar desondanks zwol de stroom meer
en meer en tenslotte, kon de regeering
c; de zaak niet meer tegen houden. Bij de
grondwetsherziening van 1848 kregen
de gereformeerden de zoo zeer begeer
de vrijheid.
Heden werd dit feit het ontstaan
der Gereformeerde kerken in ons land
dus als gezegd te Utrecht herdacht.
O.m. voerde de minister-president, dr.
H. Colijn het woord. Spreker zette eerst
uiteen hoe het verklaarbaar is, dat van
regeeringswege destijds zoo fel tegen de
afscheiding van leer werd getrokken.
Het in 1813 in het leven geroepen Ver-
eenigd Koninkrijk der Nederlanden was
enkele jaren vóór 1834 weer uiteengeval
len, zonder dat het daaruit geboren pro
bleem nog zijn oplossing had gevonden.
Men zat nog midden in de meoilijkhe-
dën met België, en met de groote mo
gendheden. En terwijl de nood van den
tijd boven alles om saamhoorigheid riep,
dreigde daar nu zoo meende men
verstoring van die zoo hoog noodige
saambinding.
Niet alleen Koning Willem I en zijn
raadgevers duchtten deze nieuwe stoor-
nis in de volkseenheid. Ook mannen als
Groen van Prinsterer waren door erva
ring huiverig geworden voor elke ver
zwakking dier eenheid. Daarom bleef
ook hij, hoezeer de vervolging der afge
scheidenen afkeurend, verknocht aan
het bestaande kerkelijke eenheidsinsti
tuut binnen den Nederlandschen Staat.
Nu de scheiding met België een feit ge
worden was, nu het Nederlandsche Volk
voor het eerst als een volkomen een
heidsnatie zich vormen ging, nu behoor
de men die eenheid niet te verstoren.
Naar het gevoel van Groen en zijn vrien
den moest de remedie van de fouten die
de Hervormde Kerk aankleefden 'ge
zocht worden in zuivering van die kerk,
niet in het heengaan uit haar.
Dr. Colijn schetste vervolgens, hoe 't
feit der afscheiding voor ons geheele na
tionale leven van groote beteekenis is
geweest.
Destijds in 1834 zag men dat zoo natuur
lijk niet in, maar thans achteraf, blijkt
het zooveel te meer, En met name op
dit oogenblik, nu in het buitenland (be
doeld-werd natuurlijk in Duitschland) de
vraag naar het karakter der Christelijke
kerk opnieuw op den voorgrond treedt;
de verhouding van kerk en Staat staat
opnieuw in 't middelpunt der belang
stelling.
De strijd over die verhouding is er
eigenlijk een van alle tijden. Soms vindt
men de Kerk naast den Staat, soms
vindt men haar tegenover hem, maar
ook ziet men haar door den Staat als
instrument gebezigd.
Had reeds aan het eind der middel
eeuwen een Macchiavelli (staatsman uit
Venetië) geleeraard, dat ook de gods
dienst op geen hoogere waaydeering
aanspraak maken kan, dan om als mid
del te dienen ter bereiking van het
Staatsdoel, thans dient die verheerlijking
van de staatsraison zich weer in nieuwe
vormen aan. In het buitenland op in het
oog springende wijze, maar ook ten on
zent worden deze klanken gehoord. Wie
daartegen in verzet komt, komt in den
grond der zaak op voor de vrijheid der
menschelijke concientie.
En zoo heeft men nu van algemeen
standpunt de afscheiding van 1834 te
zien. Wie er alleen 'n kerkelijk conflict
in meent te ontdekken, onderschat haar
waarde als actie voor de rechten en vrij
heden der kerk en voor de persoonlijke
concientievrijheid van h&t Nederland
sche volk,
Spr. zeide niet, dat het voorgeslacht
van 1834 in zijn strijd tegen de staats-
voogdij over de Kerk zich van die be
teekenis in haar vollen omvang bewust
is geweest. Maar achter de waarneem
bare actie van den dag lag toch het
eeuwenoude probleem: Zal de overheid
heerschen over de kerk of zal, die kerk
alleen gehoorzamen aan Hem, die tot
Haar Koning gezalfd is van eeuwigheid
en tot eeuwigheid Zal de Kerk, naar
eigen aard en wezen naast den staat
haar eigen vrije plaats behouden of moet
zij voldoen aan het ideaal van instru
ment te zijn in handen van de staats
macht
y
X, wwivmw
mvuttY lUYYttl
iwmmmuui ivumw wunnuun
Y\HU\UH\\\ 1UIH\WI\UIU\Htt\
s. uiuttiuv.ni uumimum
"""HM iiii"1"!,'
mm?
4W -
tyl tmiilUI /'f
W A
/////fff Ulllll"
111(11,. iimitll I"
Zal de vrijheid van godsdienst in Ne
derland realiteit zijn of niet Op die
vragen gaven de mannen der afscheiding
't antwoord, dat in overeenstemming was
met den eisch van het „Woord des Hee
ren". Maar daarmee verricht
ten zij tevens een daad,
die voor het geheele Neder
landsche volk van ver
strekkende beteekenis is ge
weest.
Immers valt onmiddelijk op tweeër
lei gevolg te wijzen. Door het verbreken
van den band met een door den staat
gecontroleerende kerk, werd het begin
sel van een vrije in een vrijen ^taat, dat
anders gevaar van verdwijning liep,
weer vierkant voor de volksconcientie
geplaatst. De grondwetsherziening van
1848 met haar ruimere opvatting op het
stuk van godsdienstvrijheid, is dan ook
sterk beinvloed door de gebeurtenissen
met de Afscheiding samenhangend. Lu-
zac, die in de Kamerzitting van 15 De
cember 1837 de vervolging der afgeschei
denen „onregtmatig" noemde en het
recht van verhindering van godsdienst
oefeningen in strijd achtte met het denk
beeld van volkomen vrijheid van gods
dienstige begrippen, heeft in 1844 mee
gewerkt aan het voorstel der „negen
mannen" tot herziening dec, grondwet
en werd in 1848 lid der door den ko
ning benoemde commissie tot grond
wetsherziening en vervolgens minister
van binnenlandsche zaken en van pro-
testantschen eeredienst- En al hadden de
rechtstreeksche vervolgingén na de
troonsbestijging van Willem II reeds
zoo goed als geheel opgehouden, in 3e
rechtspositie der afgescheidenen werd
eerst door de Grondwet van 1848 een
principieele wijziging gebracht. Terecht
kon daarom een Ned. Hervormd predi
kant in een recent referaat getuigen:
„De Afscheiding moet tevens gezien
worden als een bloedige strijd om de
politieke rechten en vrijheid van den
Christen en der Christelijke Kerk".
Spr. zette tenslotte nog uiteen, hoe de
afscheiding een krachtigen stoot heéït
gegeven aan de herleving van de oude
gereformeerde (Calvihistische) levens
beschouwing.
ONDER DEN INVLOED OF NIET?
De nachtelijke aanrijding
te Goes.
Onder de zaken, die Woensdag op den
rol stonden van de strafzitting van het
kantongerecht te Middelburg, was
o.a. die tegen den handelsreiziger F. J.
M. C. H. te Bergen op Zoom, die ver
dacht was van overtreding van art. 22
van de Motor- en Rijwielwet. Verdach
te reed in den nacht van 31 Augustus op
1 September tegen een boom te Goes,
waarbij zijn auto aan de voorzijde deer
lijk gehavend werd. Verdachte zou dit
overkomen zijn, terwijl hij onder den
invloed van alcoholhoudenden drank
verkeerde.
De Verbalisant, de agent van politie
Chr. Louisse te Goes, handhaafde
zijn proces-verbaal, waaruit bleek, dat
verdachte dien avond ten minste 8 gla
zen bier en een glas port had gebruikt.
Of hij naar sterken drank rook, kon ge
tuige niet zeggen, omdat bij den auto
zooveel „luchtjes" waren op te vangen.
Het nader onderzoek had hem echter tot
de genoemde getallen gebracht.
Hierna werden een tweetal jeugdige
vrouwelijke getuigen gehoord, die met
verdachte en K. uit Kapelle om kwart
over acht naar Middelburg waren ge
tuft en daar in het café van Van der
Harst verteringen hadden gemaakt. Ver
dachte had daar volgens deze beide ge
tuigen twee glazen bier en een glas port
gebruikt. Om half elf was men weer te
Goes terug, de beide vrouwen kenden
den verdachte niet anders dan als
„Frans". Zij hebben niet gemerkt dat H.
onder den invloed zou zijn geweest van
sterken drank.
De getuige C. J. Kramers uit Ka
pelle was met verdachte van 7 tot 12
op stap geweest, te Middelburg hadden
beiden twee glazen bier en een glas
port gedronken. Wat er verder tot 12
uur te Goes is gedronken, wist getuige,
die aanvankelijk bezwaar had gemaakt
tegen 't afleggen van den eed, niet. Wel
kon hij verklaren, dat verdachte om 12
uur niet meer in staat moest worden ge
acht een auto te besturen.
De kantonrechter wees er getuige op,
dat hij toch maar met H. is medegere
den.
Ge,tuige J. T r o m p e, bediende te
Goes, had verdachte van half 7 tot 8 uur
in zijn café gehad, hij dronk toen twee
glazen bier, ook van 10 tot 12 was hij
geweest. Getuige wist niet meer wat er
toen gebruikt is. Dronken was verdach
te toen niet, maar toch ook niet geheel
nuchter. Op een desbetreffende vraag
van den ambtenaar van het O. M. zeide
getuige, dat hij in den loop van den
avond verdachte den toegang tot het ca
fé niet had geweigerd.
Op verzoek van den ambtenaar las
de griffier een nader proces-verbaal
voor, waaruit bleek, dat een broer van
een der vrouwelijke getuigen aan verba
lisant heeft verklaard, dat hij, toen hij
hoorde, dat zijn minderjarige zuster met
onbekende mannen was medegereden,
de terugkomst had afgewacht en toen de
mannen is gevolgd, die nog verschillende
cafés aandeden en met waggelenden
gang door Goes liepen.
De getuige a décharge M. de Bart
te Goes zeide, dat hij lawaai hoorde en
toen uit bed is gegaan om hulp te ver
kenen; Hij kon niet zeggen of verdachte
gedronken had, en ontkende nu ook
dranklucht te hebben waargenomen,
ook nadat agent Louisse volhield, dat
De Bart dit aan hem had verklaard. Al
leen had hij van anderen gehoord, dat
verdachte wel gedronken moet hebben.
De tweede getuige a décharge, J.
R u s t e r, was ook na het lawaai van
de aanrijding opgestaan en naar buiten
gekomen. Hij had het eerst het portier
van den auto open gedaan, maar ook
geen drank geroken.
De ambtenaar van het O. M., mr.
Wilbrenninck, zeide, dat de over
treding vrij eenvoudig was, maar ver
dachte heeft alles gedaan om er uitbrei
ding aan te geven. Toen op 4 Septem
ber een bericht in de courant verscheen
onder het hoofd „rehabilitatie" had spr.
direct nagegaan waar dit op kon slaan
en toen had hij zich over den tegen
spraak zonder verder onderzoek zeer
verbaasd.
Beter begreep hij het streven van ver
dachte, toen een verzekerings-inspec-
teur bij hem kwam om inlichtingen. De
ze kon spr. wel niet verschaffen, maar
het was nu duidelijk, dat het ging om de
kwestie van de al of niet vergoeding van
de aan den auto toegebrachte sghade.
De verdachte heeft op den bewusten
avond minstens 7 of wellicht 8 glazen
bier gebruikt en een glas port, maar in
andere cafés is hij meermakn naar het
buffet gegaan en dat zal toch ook wel
om iets anders zijn geweest dan om te
betalen of om een nacht-logies te be
stellen. Hoe het zij, de hoeveelheid was
in ieder geval te groot voor iemand, die
nog een auto moet besturen. Verdachte
heeft gehandeld als een kat, die in het
nauw zit. Het is het beste, dat verdachte
zelf de schade van ongeveer f 500 aan
den auto betaalt en hij voorloopig van
den weg wordt geweerd. De ambtenaar
begreep ook de houding van getuige D e
Bart niet, die zelf autobushouder is.
Al was verdachte niet in kennelijken
staat van dronkenschap, toch was het
gebruikte te veel voor iemand, die ach
ter het stuur zit. De eisch luidde 50
boete subs. 10 dagen hechtenis en een
jaar intrekking van het rijbewijs.
V erdachte kwam in de èerste
plaats op tegen de verklaring van den
broer van een der vrouwen, men is niet
in zulk een groot aantal café's binnen
geweest. Spr. zeide, dat hij getracht
heeft financieel niet te veel te worden
getroffen. Hij had spijt van zijn hou
ding. Spr. voelde het stuur wegtrekken
en toen reed hij tegen den boom, dóch
hij ontkende dronken te zijn geweest.
Hij betoogde met zijn auto het geld te
moeten verdienen voor zijn vrouw en
jeugdige kinderen en riep de clementie
van den kantonrechter in om hem al
thans liever een grootere geldboete op
te leggen, maar niet het rijbewijs in te
trekken, dat zal hem broodeloos maken.
De kantonrechter wees. er ver
dachte op, dat hem geen dronkenschap
is ten laste gelegd, maar alleen het be
sturen van een auto, terwijl mij aaartoe
niet in staat is te achten. Spr. veroor
deelde verdachte tot 25 boete of 10
dagen hechtenis en intrekking van het
rijbewijs voor den tijd van één jaar.
In hooger beroep.
De ambtenaar van het O. M. bij het
kantongerecht te Middelburg heeft hoo
ger beroep aangeteekend tegen de von
nissen van dit kantongerecht, waarbij
W. de K„ 24 jaar, tuinman, wonende te
Serooskerke (W.) en J. A. S., 24 jaar,
melkslijter te Vlissingen, wegens over
treding van het Reglement van politie
voor rivieren en rijkskanalen zijn ver
oordeeld tot 0.50 of 1 dag hechtenis.
Geslaagd voor 3e stuurman, de heer
J. B. Bijleveld leerling van de de
Ruijterschool te Vlissingen,
Middelburg, 10 Oct. Op dg' vei
ling deden: veldsla 7 c„ spinazie 3—5 c.,
poste'.e n 814 c., wagenaarsboonen 5
10 c„ suikerboonen 715 c., Stöksnij-
boonen 325 c-, stamsnijboonen 8 c.,
stamprincessenboonen 913 c., spruiten
812 c., witlof 21 c., koolrapen2—2,5
c„ peën 1,52,5 c., uien 13,5 c„ kroten
1,5 c-, alles per kg; peën 14,5 c,, ra
pen 15,5 c„ kroten 1,53 c., prei 3
7,5 c., selderie 0,52,5 c,, knolselderie
1,5 c„ peterselie 0,51 c., radijs 0,5 c-,
rammenas 12,5 c., alles per bos; sa-
voye kool 26 c., roode kool 14,5 c.,
boere kool 1 c„ witte kool 46 c.,
bloemkool 216 c„ andijvie 0,52,5 c.,
kropsla 0,5—1,5 c., komkommers 14
c-, alles per stuk; tomaten 45 c., black
alicant 19—25 c„ beide per kg; meloe
nen 2,5 c., per stuk; chrysanthen 4 c.,
per pot en asters 1 c., per bos..
Goes, 10 Oct. Veilingsvereeniging
„Zuid-Beveland". Boonen: Stoksnijboo-
nen 1121, Stokprincesseboonen 20,
Dubb. Princessen 1020, idem He soort
4, Groene boonen 7, per 100 kg,
Diversen: Blauwe Druiven Black Ali
cante 1922, Frankenthaler 1721, To
maten 49, Spinazie 39, Spruiten 11.
Koolrapen 1,701,80, Wijnpeen 0,50
2, Uien 1,60, Kleine Uien Cf,60, Aardap
pelen 3,40—3,60, idem drielingen 1, per
100 kg; Kroten 2,105,50, Rapen 6,
Rammenas 3,10, Prei 7—--10, Wortelen
1,10—3,20, Selderij 0,50—1, per 100 bos;
Selderij 2,60, Meloenen 1—3, Witte
Komkommers 0,801,50, Kropsla 0,50
1,50, Krul Andijvie 4, Breedblad An
dijvie 1,202,80, idem He soort 0,50
0,90, Bloemkool 68, idem He soort 2
4, Roodekool 2,40—6,50, Wittekool 4,60
—4,80, Groene Savoyekool- £.504,50,
idem lie soort 0,801,50, per 100 stuks.
Elec. Drukkerij G. W, den Boer, M'burj,