DE VREEMDELING VAN SILVERDALE KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. KANONNEN-KOOPLUI. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 5 OCTOBER 1934. No. 235. Pijnloos scheren of NIVEA-OLIE >82X. idsche kaas vanaf kr, Se- sen 15 /asch- Ichuur- iubbel Irschot, treuzel llockw. jllade. Prima p. C. |burg. ct. p. Ismelt- maten 5 a 25 enz. telb. an- japier leeuw- Vrkt K lestelt zegt :ip- en prij- Leijn- icaaiB ierne- russel, 7.20 u. ieuwe •g. Te- Ie rit- 'entax eens Ke lingen. lerne- |vertr. laand. 2.50, I ieuwe 1. 418. Boer, Frankrijk-Italië-Zuid-Slavië Barthou stelt zijn bezoek naar Mussolini uit Toenemende spanning tusschen Belgrado en Rome de oorzaak 't Lijkt voorloopig niet waarschijnlijk dat Parijs daar iets aan kan doen. De toenadering tusschen Frankrijk en Italië, onder invloed van een gemeen schappelijke vrees voor Duitschland, blijkt meer en meer nog op geen stuk ken na in kruiken en kannen te zijn. Onlangs is op deze plaats in 't kort reeds 't een en ander omtrent het voor naamste struikelblok voor die toenade ring uiteengezet: de situatie in Midden- Europa. Men verneemt thans, dat Bar thou, de Fransche minister van buiten- landsche zaken, zijn voorgenomen reis naar Rome, die een dezer dagen zou plaats vinden en de onderhandelingen tusschen beide landen zou bezegelen, een week of vier heeft uitgesteld. Dat wijst er op, dat aan de gang van zaken op 't oogenblik heel wat moet haperen; zonder den minsten twijfel dan in ver band met de genoemde Midden-Euro peesche situatie. Deze begint hoe langer, hoe ingewik kelder te worden. Zooals men weet, vormt Oostenrijk de kern van het pro bleem. .Toen in het laatst van Juli, na den moord op Dollfuss, de zelfstandig heid van dit land gevaar scheen te loo- pen, heeft Mussolini onmiddellijk een sterke legermacht in Noord-Italië bij een gebracht, welke zich gereed hield, Oostenrijk binnen te vallen, zoodra van Duitsche zijde, iets ondernomen zou zijn. Het geval wil nu, dat dit optre den van den Duce de meeste ontstelte nis heeft gewekt in Zuid-Slavië. Sinds die rumoerige laatste Juli-dagen is het tusschen Italië en Zuid-Slavië weer hee- lemaal mis geweest. Het oude Zuid Sla vische wantrouwen tegen Mussolin? stak opnieuw den kop op. Men vreest te Belgrado, dat Italië voor de zooveel- ste maal van plan is, zich in Midden- Europa te laten gelden, hetgeen voor de positie van Zuid-Slavië uitermate on- voordeelig zou zijn. Momenteel lijkt de verhouding tusschen beide landen zoo gespannen, dat er een gewapend con flict zou kunnen uitbreken, indien de dingen in Oostenrijk opnieuw vast mogen loopen, gelijk in Juli en Musso lini zich voor de tweede maal geroepen zou voelen, als dreigende beschermheer van Oostenrijks' onafhankelijkheid op te treden. Dat optreden zou dan zeer ver- moedeliik gepaard gaan met een gelijk tijdige troepen-concentratie in Zuid- Slavië, met geen ander doel, dan zoo noodig ook Oostenrijk binnen te ruk ken. Zuid-Slavië heeft nog liever ctat Oostenrijk Duitsch wordt, dan dat het geheel onder invloed van Italië zou ko men. Voor Frankrijk komt deze ontwikke ling wel zeer ongelegen. Indien het thans zonder meer zijn toenaderingspo gingen tot Italië zou voortzetten, zou het zich daarmee het ongenoegen en meer van den ouden vriend Zuid-Sla vië op den hals halen. Het kan zfjn, dat men te Parijs niet zooveel meer om die vriendschap geeft, als eertijds wel het geval was, toen Zuid-Slavië tot de trouwste satellieten van Frankrijk be hoorde. Sinds eenigen tijd toch is er in Zuid-Slavië een groeiende sympathie voor Duitschland merkaar. Berlijn is een paar maanden geleden zoo handig geweest een^ handelsverdrag met Bel grado te sluiten, en het schijnt dat de Zuid-Slaven daar heel wat aan hebben. Of uit dezen hoofde alleen die groei ende sympathie voor Duitschland ver klaarbaar is, zouden we echter niet graag beweren. Politieke overwegingen (alweer de anti-Italiaansche gevoelens) zullen er ook een rol in spelen. Maar dat doet er hier voor 't overige niet veel toe. Het feit ligt er en in Frank rijk heeft men het met leede oogen ge constateerd. Intusschen is er Parijs toch nog heel veel aan gelegen, om indien mogelijk de Zuid-Slavische vriend schap niet heelemaal te verspelen. Daarmee zou immers de geheele klein.e Entente (Tsjecho-Slovakije, Roemenië en Zuid-Slavië) op het spel gezet wor den. En daarom zullen de Fransche di plomaten zeer vermoedelijk een ver zoening tusschen Zuid-Slavië en Ita lië pogen te bewerkstelligen, alvorens verder met Italië in zee te gaan. V'oorloopig staat te duchten, dat, hoe handig en sluw de Parijsche diplo matie mag zijn, dit niet zal lukken. De controverse tusschen Belgrado en Rome lijkt momenteel vrijwel onoverbrugbaar Over éen paar dagen gaat de koning van Zuid-Slavië een bezoek aan Pari) brengen. Koning Alexander is zoo on geveer dictator in zijn land. Daarom zal dit bezoek voor de verdere ontwik keling van de hierboven geschetste si tuatie van groote beteekenis zijn. Het uitstel van Barthou's visite te Rome staat natuurlijk ten nauwste met dit bezoek in verband, gelijk, in zekeren zin merkwaardig genoeg, ook in de of- ficieele toelichting op dat uitstel we'd meegedeeld. Het ware intusschen niet noodig geweest, ging het hierbij slechts om een hoffelijkheid, de zaak een volle maand uit te stellen. Naar dien langen duur vallen de moeilijkheden ook af te meten. Het zal de vraag zijn, of het bij één maand blijft. Verkorte inhoud van 'n belangwekkend Fransch boek, bevat tende onthullingen over het, tengevolge van de werkzaamhe den der Amerikaansche Senaatscommissie van onderzoek, in hooge mate actueel onderwerp: „de kanker der particuliere wapenfabricage." door H. BINDLOSS. 51.) DE BUITENLANDSCHE KLANTEN. Joegoslavië, T'sjechoLslowakije, (Polen en Roemenië vormen de beste buiten- landsche markten voor de „marchands de canons". Deze landen, die ontstaan zijn, of welker gebied werd uitgebreid ten koste van Oostenrijk. Hongarije en Duitschland, waken met zorg voor de instandhouding van den Vrede van Ver sailles. Maar om te blijven leven hebben zij een machtigen 'bondgenoot tioodig: Frankrijk, dat zij onweerstaanbaar mee trekken naar het hellende vlak van den oorlog, het uitverkoren terrein van de „marchands de canons". Dezen hebben er het grootste belang bij, dat een ze nuwachtige toestand van angst onder de volkeren blijft bestaan. Hoe meer wrok er bestaat, hoe meer oorlogsgevaar er dreigt, des te meer zal de wapenindu strie bloeien- De door de metaalindustrie^ bezoldigde dagbladen blazen elk inci-J dent, dat zou kunnen bijdragen tot ver grooting van de onrust op: de geheime bewapening van Duitschland en Honga rije, den „Anschluss", den Poolschen Corridor, Silezië, Dantzig. Hoewel de Sowjet-Unie en Polen sinds 1920 met elkaar in vrede leven en er in 1932 tusschen die landen een over eenkomst van non-agressie werd geslo ten, beschouwt Rusland Polen als zijn ergsten vijand. Polen weet dit, en voor alle zekerheid wapent het zich. Een niet onbelangrijk gedeelte van het bedrag van ruim 2 milliard francs van de Pool- sche oorlogsbegrooting komt ten goede aan de Schneider-groep. Frankrijk is s'nds 1919 altijd zeer minzaam geweest jegens zijn satelliet staten, wanneer zij leeningen wenschten te plaatsen, maar een conditio sine qua non was, daarbij steeds: kanonnen be stellen bij Schneider (de Wendel is be stuurder van de Banque de France, en Schneider is lid van den Raad van Be heer van een half dozijn banken). DE „MEDEWERKINK" VAN JAPAN. Nauwelijks had de aankondiging van de Ontwapeningsconferentie plaats ge had, of het Comité des Forges achtte 't oogenblik aangebroken om zijn invloed op de Fransche pers te vergrooten: in 1930 kocht het alle aandeelen op van Le Journal des Débats; in 1931 maakte het zich meester van een vo'doend groot getal aandeelen van le Temps om dit dagblad onder controle te hebben, en in 1932 koopt het l'Intransigeant. Maar het was niet alleen het Comité des Forges, dat ageerde tegen een even tueel succes van de Ontwapeningscon- „Wel", antwoordde Dane droogjes, „je behoeft tenminste nooit te zeggen, dat je zenuwen niet in orde zijn. Een gevaarlijk spelniets dan een ver denking, om op af te gaan! Maar 't is waar, jij was in een gunstige positie. „Ik geef je toe, dat ik nog een keer, in mijn leven een gevaarlijk spel ge-j speeld heb, maar behalve dat, had ik geen enkele ondervinding, om op af te gaan",'zeide Witham met een eigenaar - digen glimlach. Dane mikte zijn sigaar in den asch- bak en stond op. „Kom, t is bedtijd!" zeide hij nonchalant; toen ging hij, op eens ernstiger, voort: „Nu het gesprek toch die richting uitgegaan is, is het meteen een goede gelegenheid om je iets te zeggen, dat ik allang op mijn hart heb. 't Is waar, dat ik je zoo nu en dan niet begrijp, maar ondanks dat, als je ooit in moeilijkheden mocht ko men en je hebt iemand noodig om je te helpen, dan hoop ik, dat je je tot mij wenden zult. En je vertrouwen geef je me wel, als ie dat noodig en nuttig vindt." Met een vriendschappelijken knik ging hij de kamer uit. Onbeweeglijk bleef Witham zitten; zoo met zijn ar men op zijn knieën en zijn uitgedoofde sigaar tusschen zijn slap neerhangende vingers: staarde hij nog wel een uur lang ernstig voor zich uit. HOOFDSTUK XIII. Een vrijwillig pleit. Door de handige manier, waarop de hotelhouder na het vertrek van Wit ham de zaak wist te regelen, kwam de man met de smoking er met het ver lies van zijn winst af; een paar uur na het gebeurde was hij alweer op weg naar de grens. En daar geen van de mannen, die bij de schermutselng aan wezig geweest waren, er een eer in stelde, om 't feit, dat ze door een val- schen speler gedupeerd waren, bij hun vrienden bekend te maken, zou nie mand in Silverdale er ooit iets van ver nomen hebben Dane was iemand, op wiens stilzwijgendheid onvoorwaarde lijk gerekend kon worden als één van de jongere Silverdalesche boeren niet een paar dagen later op reis ge gaan was, wat een bezoek aan de ne derzetting noodzakelijk maakte. Een woord hier en een woord daar deed bij hem het vermoeden rijzen, dat er iets ongewoons gebeurd was; maar ferentie, want alle industrieën, die, zij het ook indirect, geïnteresseerd zijn bij de productie van oorlogstuig, deden mee aan de bestrijding van het „gevaar" eener ontwapening. Het was echter de Japansche Mitsui groep, welke de 25 Japansche oorlogs- tuigfabrieken, waarin 100 000 arbeiders werken, controleert, die den zwaarsten slag aan de Ontwapeningsconferentie toebracht. Het scheen alsof het Ja pansch-Chineesche geschil, dat juist rees, toen de Conferentie haar deuren opende, voorbereid was om de utopie van de ontwapening aan te toonen. Maar wie voorziet het 50 divisiën sterkte Ja pensche leger en de vloot, die in sterkte onmiddellijk volgt op die van Engeland en Amerika, van wapenen en ammuni tie? De Mitsui-fabrieken. En wie heeft groote geldelijke belangen bij de Mit sui? Om hierop een antwoord te geven, sla men het financieele verslag op van de Banque Franco-Japonaise, waarin men leest: „Onze bank heeft groote belangen verkregen bij de Mitsui-groep, een groep, die geroepen is voor een groote toekomst". De Banque Franco-Japonaise, waar van de meer genoemde Charles Dumont voorzitter is, maakt Heel 'uit van de Schneider-groep. Alle zich naast elkaar plaatsende ge schillen reageeren op elkaar, doen on ophoudelijk nieuwe wrijvingen ontstaan, en zijn evenveel troeven in het spel der „marchands de canons". Dezen zijn het, d e in alle landen, waar zij bestaan, de politieke spanningen vergrooten, in den boezem der Parlementen en ministeries omkooping toepassen en den wedloop van de bewapening in de hand werken, want de oorlog is nu eenmaal een prach tig buitenkansje voor de „marchands de canons". In het rapport van 15 December 1921 der gemengde commissie tot verminde ring der bewapening, een geenszins verouderd rapport, leest men o.a-: door voorafgaand inwrijven met (Ingez. Med.) daar niemand er niets voor scheen te voelen, om hem volledig in te lichten, kwam hij na een dag of wat gezond en wel, maar met een onbevredigde nieuwsgierigheid, weer in Silverdale terug. De dag na zijn thuiskomst werd er op de hoeve van Macdonald de ge wone maandelijksche reünie gehouden en toevallig was een van de eersten, die hij daar ontmoette, Ferris. ,,'t Schijnt, dat er in de nederzetting iets ongewoons gebeurd is", begon hij dadelijk. „Verleden week Zaterdag, iets met een beroepsspeler van over de grens; de lui wilden niets loslaten, maar uit sommige opmerkingen heb ik begre pen, dat er ook een Silverdaler bij be trokken geweest moet zijn". Zonder het te weten, had hij wat lui der gesproken dan gewoonlijk en onder de aanwezigen voor 't meerendeel Sil verdalesche boeren met hun vrouwen en dochters, waren er verscheiden wier aandacht maar een kien stootje noodig had om van het niet zeer brillante pia no-spel van Mrs. Macdonald naar be langrijker dingen af te dwalen. De slot- accoorden waren nog niet weggestor ven, toen een vrij luide stem de stilte, die er op volgde, verbrak. „Feris zal je wel inlichtingen kunnen geven. Die is er dien avond geweest". Ferris werd rood tot achter zijn ooren. Het ter sprake brengen van dien avond raakte een teer punt bij I Maatschappijen, die zich bezig houden met oorlogsindustrie, hebben bijgedragen tot de bedreiging met oorlog, tot het overreden van de landen, waartoe zij behooren, om een oorlogszuchtige poli tiek te voeren, en hun bewapening te vermeerderen; maatschappijen hebben getracht ambtenaren, zoowel in eigen land als in den vreemde om te koopen, Die maatschappijen hebben valsche be- j richten verspreid omtrent plannen bij I de besturen van ieger en marine, ten einde vermeerdering van militaire uit gaven, en bestellingen van wapenen uit te lokken." EEN WOORD VAN BRIAND. f Toen de Fransche oud-min:ster van Buitenlandsche Zaken, Briand, die dik- j wijls geen blad voor zijn mond nam, te Genève een delegatie van de vrouwen- j bonden voor vrede ontving, sprak hij o.a. tot haar: „De fabrikanten van munitie 1 en ander oorlogstuig werken den Vol- 1 kenbond, het Pact van Parijs, tegen, en zij betalen de perscampagnes, die tel kens onze pogingen belemmeren. De ar tikelen tegen den vrede worden ge schreven met een pen, vervaardigd van hetzelfde staal als dat der kanonnen en granaten". Hier eindigt het boek. Wie verder belang stelt in het onder werp, dat erin wordt behandeld, zij ver wezen naar het artikel van mr. M. J. v. d^ Flier, getiteld: „Particuliere- of Staatswapenfabricage", in het door de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede' uitgegeven boekwerk „Internationale vraagstukken van dezen tijd" (N. V. Naamen's Uitg. Mij,, den Haag), en naar de in dat artikel vermelde geschriften beide van 1932: „Les relations interna- tionales des industries de guerre", van L. Launay et J. Sennac, en „The secret international armament firms at work", uitgegeven door The union of democra tic control, W. EEN GESCHENK VOOR PRINSES JULIANA. Aan Prinses Juliana zal een album aangeboden worden, samengesteld door de plantersorganisaties in N'ed. Oost1- Indië, »nJ- den Nederlandsch-Indischen Plantersbond, den Bond van Geëmploy eerden bij de Suikerindustrie en de Ver eeniging van Assistenten in Deli. Het album bevat een schitterende se rie foto's van de meest verschillende cultures voor het overgroote deel af komstig uit de particuliere verzamelin gen van directies en planters zeiven, geen foto's uit den handel. De cultures zijn in alphabetische volgorde geplaatst, elk beginnende met een titelblad, dat den naam en toepasselijke emblemen bevat. EEN GIFT VAN 10 000 VOOR HET N. C. C. Het Nationaal Crisis-Comité deelt me de, dat het van een grooten confectie- handel t'e Amsterdam een gift, groot 10.000, mocht ontvangen. ONZE FRUITTEELT EN DE INVOER} VAN BLIKGROENTEN. I De heer Vervoorn heeft de volgende vragen gesteld aan den minister van oeconomische zaken: Is het den minister bekend, dat de nvoer van blikvruchten en andere vruchten in het jaar 1933 van zeer groo ten omvang is geweest en dat de inge voerde 'hoeveelheden blikvruchten het cijfer van 4,991,000 kg hebben bereikt, tegen 3,785,456 kg in het jaar 1932? Is het den minister bekend, dat de in voer van blikvruchten in het jaar 1925 nog slechts heeft bedragen 1,429,211 kg en sedert dat jaar voortdurend is ge stegen? Acht de minister het oogenblik niet gekomen om aan deze, voor de Neder- landsche fruitteelt en de Nederlandsche fruit verwerkende industrie zoo nadee- lige concurrentie een eind te maken door den invoer op doeltreffende wijze te beperken door contingenteering of door hoogere heffingen dan thans zijn vastgesteld? Is de toeneming van dezen invoer niet een overtuigend bewijs, dat de hef fingen zooals deze o a. zijn vastgesteld bij jbebchikking van den minister van oeconomische zaken d.d. 2 October 1933 no. 15672, van 28 Augustus 1933, no. 10696, van 12 September 1933 no- 15287, van 26 October 1933 no. 16242, van 15 December 1933 no. 17614 en van 29 Augustus 1934 no. 20957, niet hebben geleid tot verminde: ng van dei invoei, doch dezf: o.a. wat betreft het artikei blikfruit met meer dan 1,000 000 kg is toegenomen? Is de minister bereid om den invoer van blikfruit onverwijld stop te zetten, dan wel zoodanige heffingen bij den in voer vas; te stellen, dat deze een meer doeltreffende werking hebben, dan tot dusver het geval was? DE GESTIE DER NED. VARKENSCENTRALE. Het rapport-Beumer bevat alle elementen voor een volstrekte afkeuring Maar ze werd niet vierkant uitgesproken. Bij het door de commissie-Beumer uit gebrachte voorloopige rapport inzake de gestie van de Ned. Varkenscentrale, waaraan we eergisteren 't een en an der ontleenden, teekent het „Handels blad" o.m. het volgende aan: „Wij moeten vooropstellen, dat nauw keurige lezing van dit voorloopige rap port een volledige bevestiging inhoudt van alle grieven, door ons in de laatste jaren naar voren gebracht en voor zoo ver reeds behandeld in dit eerste ge deelte. Daar was dan in de eerste plaats het befaamde, door ons op 22 November 1932 openbaar gemaakt en door de re geering een jaar daarna pas op het stuk van geldelijke vergoedingen geschorste bacon-contract. Onze bezwaren, bij her haling geuit, kwamen er op neer, dat als gevolg der eenzijdige samenstelling van het bestuur der Centrale moest worden gesproken van een „contrac teeren met zich zelf en het controlee ren van zich zelf" aan de zijde der ba- confabrikanten en van een verdringing der belangen van andere groepen. Ten aanzien hiervan merkt het rap port zachtmoedig op: „dat de klacht, dat verschillende groepen van (andere) belanghebbenden in dat bestuur niet zijn vertegenwoordigd, feitelijk juist is.... dat een bescheiden vertegenwoordiging ook van andere belangengroepen het hem aan; snel wenkte hij den eersten spreker om niet op het onderwerp door le gaan. „De laatste paar weken ben ik er bijna om den avond geweest, 'k Had er het een en ander te doen", trachtte hij te ontwijken. Maar de andere man was blijkbaar in een plagerige stemming misschien ook had hij den wenk niet begrepen. Opbiechten, jongetje, dat is het eenige, wat je te doen staat. Vooruit, hoe eer der hoe beter, je hebt nooit van je leven een geheim kunnen bewaren." Aangetrokken door de luide, joviale stem was een aantal van de aanwezigen om de beide jonge mannen heen komen staan. Voordat Ferris tijd had om te antwoorden, vroeg Mrs. Macdonald, die zich ook bij de groep gevoegd had, lachend: „Wat is hier aan de hand? Mag ik het ook weten, Gordon?" „Natuurlijk," antwoordde de man, die het eerste over de quaestie begonnen was. „Ik zal beginnen met te vertellen, wat ik zelf weet, ofschoon dat maar een bitter beetje is bent u dan na af loop nieuwsgierig, dan kunt u Ferris hier naar de rest vragen. Dat geheim zinnig doen van hem dient alleen, om 't verhaal nog wat interessanter te maken. Wel, verleden week Zaterdag is er in de gelagkamer van het hotel iets ge beurd, dat de menschen thuis met hun dwaze voorstelling van het leven hier, fis».— ALLE BEETJES HELPEN! „Diamant", het fijnere bak- en braadvet, zuiver en voedzaam, kost nu 5 *ond minder. 0V16 C (Ingez. Med.) typisch Wild West zouden noemen. Kaarten, revolver, een beroepsspeler en sensationeele ontmaskering van laatst genoemde. wat wil je nog meer? En iemand hier uit Silverdale heeft de hoofdrol gespeeld." „Wat leuk", riep een van de jonge meisjes enthousiast. „Echt iets, wat je vroeger dacht, dat eiken dag hier ge beurde. Toe, vertelt u 't ons, Mrs. Fer ris. Stel je voor, zeg, dat er in al die interessante verhalen over knappe roovers en galante ridders met van die groote breede hoeden nog een beetje waarheid was." In de oogen van Ferris kwam een eigenaardige uitdrukkig. Snel, bijna af keurend, keek hij den kring van nieuws gierige gezichten rond. Hij vergat echter achter zich te kijken, een nalatigheid waardoor het hem ontging, dat Maud Barrington en haar tante, die juist bin nen gekomen waren, vlak achter hem waren blijven staan. „Kom, vooruit, Ferris", zeide één van de mannen, „je weet wel, dat je er toch niet afkomt." „Wel", begon de jonge man lang zaam, „laat ik dan volstaan met te zeg gen, dat Gordon gelijk heeft. Er is valsch gespeeld en er is een revolver aan te pas gekomen, maar verder zeg ik niets. Uit de school klappen zou niet fair zijn." (Word1 v&rvrdgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5