I
laocem
DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
MIJNHA
KRONIEK van den DAG.
KANONNEN-KOOPLUI.
Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES -
6 voor 10 cent
KERKNIEUWS.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 3 OCTOBER 1934. No. 233.
ÜÜNENIAND.
tabletten
VERSTOPPING
Weer eens een kabinetscrisis
in Roemenië De oorzaken
er van zijn niet duidelijk zicht
baar Titulescu nam reeds en
kele dagen geleden zijn ont
slag Verwijdering van Frank
rijk?
Behalve in Spanje, waar de toestand
te duister is< om er veel van zeggen,
heeft eergisteren in Roemenië de regee
ring haar ontslag aangeboden. Ook
deze crisis hult zich gedeeltelijk in on
doorzichtige sluiers, maar ze heeft
anders dan de Spaansche, welke voor-
loopig een zuiver binnenlandsche aan
gelegenheid kan heeten belangrijke
internationale aspëcten. Het feit, dat
Frankrijk zich er erg ontsticht over
voelt, spreekt in dit opzicht boekdee
len.
Beweerd wordt, dat de eigenlijke oor
zaad der Roemeensche crisis gezocht
moet worden in oneenigheid tusschen
de jonge en de oudere liberalen. De li
berale partij, die de sterkste in het
land is, had de afgetreden regeering
voortgebracht. Men zal zich de gang
van zaken herinneren. Nadat aan het
einde van het vorig jaar de toenmalige
ministerpresident Duca door nationaal'
socialisten was vermoord, is Roemenië
'eenigen tijd aan onzekerheid ten prooi
geweest. Tenslotte kwam de leider der
jonge, liberalen Tatarescu naar voren,
en stichtte een bewind, dat niet veel
afweek van het voorgaande. De sym
pathieën der jonge Roemeensche libe
ralen gaan echter in fascistische rich
ting, zoodat er meer dan eens wrijvin
gen waren. In hoeverre die wrijvingen
thans tot het aftreden der regeering
geleid hebben, valt nog moeilijk na te
gaan. Mien verwacht evenwel, dat de
nieuwe regeering Tatarescu is we
derom met de vorming er van belast
vrijwel geheel uit aanhangers van de
richting der jongeren zal bestaan. En
dat het dus dan ook in Roemenië meer
in fascistische richting zal gaan.
Intusschen speelt als zoo vaak eer
der, Roemenië's bekwaamste diplomaat
Titulescu (een man van gezag ook te
Genève) een ietwat geheimzinnige rol
in de zaak. Achteraf is n.l. gebleken,
dat hij verscheiden dagen geleden reeds,
uit Genève, in de buurt van welke stad
hij nog vertoeft, een booze brief naar
Boekarest heeft gestuurd, waarin hij
zijn ontslag als minister van buitenland
sche zaken nam. Het lijkt niet onwaar
schijnlijk, dat deze brief op zijn minst
het uitbreken van de crisis heeft ver
haast. En men verdiept zich nu in gis
singen over de motieven, welke Titu
lescu voor zijn handelwijze heeft kun
nen hebben. Natuurlijk moet er groote
oneenigheid zijn ontstaan tusschen hem
en een of meer andere ministers (ver
moedelijk vooral met Tatarescu). De
vraag is nu maar, waarover. Het meest
voor de hand ligt die vraag te beant
woorden met: over de buitenlandsche
politiek. Wat dan klopt met de geprik
keldheid, v/elke in Frankrijk over den
gang van zaken in Roemenië heerscht.
Titulescu is n.l. een groot vriend van
de Franschen. In de laatste Volken
bondsvergadering heeft hij zich er b.v.
druk voor ingespannen, om zooveel
mogelijk voorstanders van Rusland's
toetreding tot den Volkenbond bijeen te
krijgen. Zulks blijkbaar alleen, om de
Franschen een dienst te bewijzen, in
zijn eigen land is men althans nooit bij
ster^ gebrand geweest op den intocht der
Sovjets in Genève.
Men wantrouwt te Boekarest den
Russischen beer nog steeds, ook al
kwam een niet-aanvalsverdrag met
Moskou tot stand. Bessarabië, het
voormalige Russische gebied, dat Roe
menië na den wereldoorlog in de wacht
door H. BINDLOSS.
49.)
„Wel verd...., wie ben je, dat je
2°o °P durft treden', barstte hij los.
i \ï^n gfirnmigen trek om zijn mond
keek Witham hem aan. ,,U zult dikwijls
genoeg van me gehoord hebben. In
Montana zijn er niet veel plaatsen,
waar ze Lance Courthorne niet ken
nen. In elk geval ben ik in staat om
eerlijk van oneerlijk spelen te onder
scheiden."
Een oogenblik keek de man hem bijna
loerend aan, maar toen, gedachtig aan
de wijze les, dat een tegenslag het bes
te met een opgewekt gezicht gedragen
kan worden keek hij den kring van
driftige of verwoede gezichten lachend
rond.
„Ja, als jij dat niet zou kunnen, wie
dan wel", zeide hij. „Maar zooals ik
nu ben, zonder revolver en met een
bijna ontwrichten pols, twee vriende
lijkheden van jou, vind ik, dat je als
collega verplicht bent, om me hieruit
te helpen."
Van alle kanten steeg er een drei
gend gemompel op; met een gezicht,
doodsbleek van woede en vernedering,
boog de jonge man uit Silverdale zich
sleepte, voelen heel veel Roemenen nog
altijd als een wankelbaar bezit. De
groote toenadering tusschen Rusland en
Frankrijk is hun daarom niet welkom.
Ze zou op den langen duur de Russen
watovermoedig kunnen maken, ook
ten aanzien van de Bessarabische kwes
tie.
Het valt niet met zekerheid te zeg
gen, of deze en soortgelijke dingen een
verzet tegen Titulescil's buitenlandsche
politiek in het leven hebben geroepen.
Maar daar lijkt het wel op. En dan valt
te verwachten, dat de minister niet in
een eventueel nieuw kabinet-Tatares-
cu zal worden opgenomen. En voor 'n
verdere toekomst laat het zich dan
aanzien, dat Roemenië, gelijk Polen,
zich heelemaal of gedeeltelijk zal los
maken van den Franschen leiband.
Nadat bovenstaande reeds geschre
ven was, werd bericht, dat Tatarescu be
reids een nieuw kabinet heeft samen
gesteld. De meeste afgetreden ministers
maken er weer deel van uit. Maar Ti
tulescu niet. (Men zie verder onder bui
tenland in.het le blad.)
Verkorte inhoud van 'n belangwekkend Fransch boek, bevat
tende onthullingen over het, tengevolge van de werkzaamhe
den der Amerikaansche Senaatscommissie van onderzoek, in
hooge mate actueel onderwerp: „de kanker der particuliere
wapenfabricage." ,i lÜlJjsJ .i-G x.l
HET COMITé DES FORGES EN ZIJN
LEIDER.
Het bekken van Briey met zijn mijnen
en hoogovens is het juweelenkistje van
het Comité des Forges, zooals reeds ge
zegd, den machtigsten industrieelen bond
in Frankrijk. De plaats, die dit lichaam
in het politieke, economische en finan-
cieele leven in Frankrijk inneemt, is
daarom zoo belangrijk, omdat de metaal
industrie, behalve dat zij een oorlogs
industrie is, er eene is, welke door den
aard van haar producten, haar fabrica-
tie-principe en haar organisatie, bijna
alle andere industrieën in handen heeft.
De oorlog heeft de Fransche metaal
industrie totaal gewijzigd. Frankrijk is
een groot-producent van gietijzer en
staal; het volgt onmiddellijk op de Ver
eenigde Staten van Noord-Amerika.
Als gevolg van den wedloop .der be
wapening, dien de „marchands de ca
nons" aan de wereld hebben opgedron
gen, neemt de Fransche metaalproductie,
in vergelijking met die der andere lan
den nog steeds toe en vergeleken met die
van vóór den oorlog is die toeneming
kolossaal en heeft de positie van het
Comité des Forges ten aanzien van de
andere takken van nijverheid belangrijk
versterkt.
Het aandeelenkapitaal der tot het Co
mité des Forges behoorende maatschap
pijen bedraagt 7 y2 milliard francs, maar
dit bedrag vormt slechts een klein deel
van het werkelijke kapitaal, bestaande
o.a. uit krachtige reserves, afschrijvin
gen, enz.
Hoewel Schneider als eere-voorzitter
boven aan de lijst der bestuurders staat,
is toch Francois de Wendel, de voor
zitter, de grootste producent in Frankrijk
van gietijzer en staal; hij is belangrijk
geïnteresseerd bij ijzermijnen in het bek.
ken van Briey en van Thionville. Zijn
vermogen wordt geschat op 8 a 10 mil
liard francs.
Als ,marchand de canons" heeft hij
bovendien de politiek en de banken
noodig. Daarom maakt hij deel uit van
den Raad van Beheer van de Banque de
France, het grootste financieele instituut
van Frankrijk, en een der grootste van
de heele wereld. Ook was hij tot kort
geleden lid van het Fransche Parlement
Thans is hij lid van den Senaat, waar hij
de plaats inneemt, die President Lebrun
vacant liet. Het is hem in de politiek
volstrekt niet te doen om als politicus
naam te maken, maar alleen om zijn ei
gen belangen vóór die van het land te
laten gaan, zijn eigen industrie steeds
hechter en steviger te maken, een in
dustrie overigens, die hem een daadwer
kelijke macht over zijn land verleent.
Nooit stelt hij zich op den voorgrond, en
is tóch overal present; niets ontgaat
hem, hij controleert in stilte alles.
Het opschroeven van het Duitsche
gevaar.
Frankrijk is bij uitnemendheid het
land, dat den vrede verdedigt; wel te
verstaan: den vrede van Versailles.
Daartoe past het het oude Latijnsche
spreekwoord toe: „Indien gij den vrede
wilt, bereidt u dan tot den oorlog voor",
en om van dit brandende verlangen naar
vrede getuigenis af te leggen, bezit het
het machtigste leger ter wereld, niet
zoo zeer wat betreft de getalsterkte
die overigens belangrijk is als wel de
doeltreffendheid en de volmaaktheid
van zijn oorlogsmateriaal.
Dat is het werk van het Comité des
Forges welks politieke en militaire in
vloed reeds zeer groot was bij den aan
vang van den wereldoorlog en zelfs be
langrijk, toenam bij het aan de macht
komen van Clemenceau, wiens ministe
rie voor een groot deel bestond uit le
veranciers van den Staat en dat een
grooten invloed had op de leiding der
militaire operaties. O.a. slaagde het er
in te beletten, dat het Bekken van Briey
sedert September 1914 door de Duit-
schers bezet, door Fransche vliegtuigen
en artillerie werd gebombardeerd. Vol
gens zekere dagbladen van links scheen
er vóór den oorlog tusschen Fransche
en Duitsche industrieelen een overeen
komst te bestaan, waarbij in geval van
een conflict, het Bekken van Briey en
van den Roer door geen der strijdende
partijen zou worden gebombardeerd.
Schneider en de Wendel hadden er
vóór alles belang bij, dat hun mijnen en
mijnschachten intact bleven.
De mooiste slag, dien de „marchands
de canons" na het einde van den we
reldoorlog hebben geslagen, bestaat uit
de vestingwerken aan de Oostgrens van
Frankrijk.
Telkens wanneer Duitschland na den
oorlog den een of anderen maatregel
trof, die leidde naar versterking van zijn
politieke en economische positie in
Europa, wisten de door de „marchands
de canons" betaalde dagbladen zoo'n
maatregel uit te leggen als gevaarlijk
voor den vrede en voor Frankrijks vei
ligheid. Toen in 1926 Krupp zich toeleg
de op de fabricatie van landbouwtrac-
toren, schreef het Journal des Débats,
„dat van de 60.000 aangemaakte land-
bouwtractoren er 50.000 in Duitschland
bleven en dat iedereen wist hoe gemak-,
kelijk zulke tractoren te transformeeren
waren in tanks".
Het gevolg was, dat de motorisatie
van het Fransche leger dermate werd
versneld, dat het vier jaren later 630.000
explosiemotoren bezat (auto's, vracht
wagens, tanks, rupsauto's gepantserde
auto's en motorrijwielen), zoodat het
thans, wat de motorisatie betreft, aan
de spits staat van alle andere legers.
Het Comité des Forges behaalde hier
door groote winsten. Gedurende den
oorlog bedroeg het aantal motoren van
alle legers der Entente te zamen 200.000
stuks. Toen het Junker-vliegtuig G 38 in
Duitschland was gebouwd, was het le
Matin, die het alarmsein gaf, met het
gevolg, dat in Frankrijk een luchtmi-
nisterie werd ingesteld en een crediet
van 400 millioen francs werd uitgetrok
ken voor mobiele en semi-ombiele bat
terijen luchtafweergeschut en zoeklich
ten. Eind 1930 had le Creusot 40 batte
rijen luchtafweergeschut en de Schnei-
der-groep 1254 zoeklichten geleverd.
Maar de belangrijkste leverantie voor
de Fransche metaalindustrie na den oor
log bestond in de verbetering der grens-
vestingwerken. Ook hierbij moest ech
ter opnieuw het spook van de Duitsche
bedreiging vertoond worden en als men
vroeg hoe een ontwapende staat kan
bedreigen, kreeg men als wedervraag
of men dan werkelijk geloofde, dat
Duitschland was ontwapend.
Een artikel van April 1928 van den
Duitschen generaal Von Seeckt in Nord
und Süd, waarin sDrake was van de mas
saproductie van wapenen in Duitsch
land in geval van nood, gaf in Frankrijk
den laatsten stoot tot het aannemen
met een groote meerderheid van stem
men van de Wet op de Nationale Ver
dediging en binnen drie jaren daarna
waren de vestingwerken aan de oost
grens en in de Alpen gereed, een formi
dabele en onzichtbare barrière van ijzer
en beton, een wonder van ondergrond-
sche, militaire bouwkunde zonder weer
ga. Hier en daar verheffen zich reus
achtige forten. Dat van Hochwald lijkt
op Gibraltar; een heuvel van staal en
gewapend beton.
De kosten van dezen modernen Chi-
neeschen Muur beliepen 7 milliard
francs. Men mag aannemen dat van die
7 milliard voor 5 milliard werd verwerkt
door Schneider en zijn associé's. Onder
stellende, dat de „marchands de canons"
zich tevreden stellen met een beschei
den en behoorlijke 20 pet., was hun
winst rond 1 milliard.
(Wordt vervolgd.)
HET COMMUNISTISCHE INCIDENT.
Waarom
Het comm. Tweede Kamerlid De Vis
ser heeft minister Colijn opnieuw een
serie vragen gesteld over de verwijde
ring van de drie communkten uit de
Ridderzaal op 18 Sept- j.k, direct na het
voorlezen door de Koningin van de
Troonrede. Hier volgen er enkele:
Wil de regeering, in verband met het
door haar gegeven antwoord op de door
ondergeteekende den ;20en September
j.l. aan haar gestelde vragen, mededee-
ien aan welke bepaling van het regle
ment van orde voor de vereenigde ver
gadering der Staten-Generaal kan wor
den onteend, of op welk wetsartikel
steunt, de bevoegdheid van den voor
zitter der Vereenigde vergadering der
Staten-Generaal, om leden van de Sta
ten-Generaal door rechercheurs van po-
flngez Med 1
naar den speler toe, maar zonder aan
dacht aan dat alles te schenken, wenk
te Witham den hotelhouder.
„Neem dezen man mee naar een an
dere kamer en b'ijf daai met hem", zei-
de bit ,Dane, geef het geld aan mr. Pe
ters. Als de rest dan een lijstje maakt
van un verliezen, kunnen we 't geld,
dat Mi bij zich heeft, ponds-ponds ge-
wijze verdeelen. En dan, omdat ik het
vraa't als ik niet tusschenbeide geko
men was, zouden jullie geen van allen
:ets teruggekregen hebben zetten we
hem op zijn wagen en laten we hem zon
der meer kalmpjes wegtrekken".
„Dat is verstandige raad voor een
melo-drama voelen we hier niets", zeide
er een
Van een paar kanten werd er geprote
steerd; twee of drie heethoofden begon
nen een pleit voor meer drastische
maatregelen. Toen ze na een paar mi
nuten nog niet zwegen, kwam Dane zoo
rust'g en zoo beredeneerd tusschenbei
de, dat de oppositie het afleggen moest.
Ferr's was de eenige, die niet tot reden
Gebracht willde worden; eerst besloot
Witham hem te negeeren, maar toen hij
zich. al pratend steeds meer opwond,
begreep Witham, dat het tijd was om
ar een eind aan te maken-
„Kom, Ferris, ga mee 't is nu meer
Jan 1zelletjes geweest' zeide hij, ter
wijl Mj zijn hand op den schouder van
den 'ongen man legde, „Morgenochtend
heb je het grootste gedeelte van je geld
weer terug vooruit, kerel, dan bren
gen v/e je thuis".
Ferns keerde zich met een ruk om.
Met een hoogrood gezicht en wankelend
op zijn beenen, bleef hij vlak voor den
anderen man staan; Witham zag, dat hij
zijn gebalde rechtervuist, gereed voor
den stag. iets achteruit bracht.
„Hoe durf je me met je vuile handen
zanraken?" vroeg hij met een van op
winding schorre stem. „Achteruit op een
behoorlijken afstand. Als ze mij m'n z:n
gegeven hadden, zouden ze je allang
Silverdale uitgetrapt hebben".
Witham trok zijn hand terug, maar
het volgende oogenblik sloten zijn ge
spreide vingers zich in een onzachten
greep om den ktaag van de leeren tu
niek.
„Al stommiteiten genoeg gebeurd",
zeide hij tegen Dane. „morgen is hij
me er dankbaar voor".
Ondanks zijn heftig verweer werd
Ferris de geligkamer uitgesleurd, en,
eenmaal buiten, met behulp van Dane
naar den wachtenden wagen gedragen.
Het volgende oogenblik kwam hij met
een bons op de harde planken terecht;
sprakeloos van verontwaardiging ging hij
rechtop zitten.
„En r.u bedaard aan, jongetje!" raad
de Dane hem gemoedelijk. „Je hebt ons
al moeite genoeg gegeven waag niet
weer lastig te worden of ik geef je
een pak slaag, dat je heugen zal. En nu
rekenen hoeveel heeft die kerel bin
nen jo lichter gemaakt?"
Na een kwartier wachten kwam Wit
ham weer naar builen; het volgende
oogenblik reden ze voort, eerst met
horten en stootcn over de vele onge-
luke wagensporen, toen. gelijkmatiger,
langs het breede pad de prairie in. In
het gewelf van donker indigo boven
hun hoofd, twinkelde en schitterde het
van ontelbare sterren; het doffe slaan
van de paardehoeveri op den weeken
grond was het eenige geluid dat de
plechtige stilte van de wildernis ver
stoorde. Dane haalde een paar maal
diep adem, toen wendde hij zich, te
vreden lachend, tot den man .naast
hem.
„Op alle mogelijke manieren is het
hier beter en gezonder", zeide hij. „Als
je verstandig bent, Ferris, schei je uit
met dat spelen en dat hangen om de
nederzetting dan houd je je aan je
boerderij. Zelfs al verlies je er, wat geld
betreft, evenveel mee in den vorm
van gezondheid en respect voor je zelf
en zoo betaalt het je honderdvoudig te
rug. Nu moet je niet denken, dat 't mijn
doel is om te preeken, wat ik je zeg,
heb ik door ondervinding geleerd; zelf
ben ik ook niet altijd verstandig ge
weest en dat heeft me geld genoeg ge
kost. Maar jij zou nu nog, bijtijds, kun
nen ophouden je hebt waarschijn
lijk al genoeg leergeld betaald en dom
ben je niet. En ten slotte ligt aan meer
dan de helft aan onze domheden
TEGEëM
BH Apoth. ca Drogtstca
(Ingez. Med.)
litie uit de vergadering te doen verwij
deren?
Van wie heeft de regeering de inlich
tingen gekregen dat tijdens de arresta
tie van de leden der Staten-Generaal,
Roestam Effendi, Schalker en De Visser,
de Rechercheurs van politie zich aan
mishandeling niet schuldig hebben ge
maakt, terwijl de gearresteerden hierte
gen direct scherp hebben geprotesteerd
bij den dienstdoenden waanemenden
hoofdcommissaris van politie Th. H. J.
Besseling en de betrokken rechercheurs,
waarbij zij hun lichamelijk letsel toon
den, alsmede hun met bloed bevlekte
kleeren, terwijl ook de perscorrespon
denten schreven, dat de uitroepen van
genoemde leden niet verstaanbaar wa
ren, doch wel de klappen die op hen
neervielen op de tribune hoorbaar wa
ren?
Op welk wetsartikel steunt de „be
schermingsmaatregel" daarin bestaande
dat leden der Staten-Generaal, tegen
hun wil, in een wagen waarmee men
misdadigers vervoert, naar het politie
bureau zijn gebracht, na vooraf op wa
pens te zijn onderzocht en in een kamer
onder strenge bewaking te zijn opge
sloten geweest, terwijl uit niets de „te
verwachten begrijpelijke verontwaardi
ging van het publiek" is gebleken, wijl
de betreffende leden van de Staten-
Generaal zich, Ikort 'na hun vrijlating
zoowel in gemeenschap, als ieder afzon
derlijk, op straat, in trams enz. hebben
begeven, zonder een spoor van molesta
tie of verontwaardiging tegen hen te be
merken?
BRANDSTOFFENBIJSLAG AAN
WERKLOOZEN.
Naar verluidt, heeft de minister van
sociale zaken opdracht gegeven aan de
betrokken afdeeling van zijn departe
ment, een regeling voor te bereiden
voor het verstrekken van subsidie in de
kosten van door gemeentebesturen in
den komenden wmter te verstrekken
brandstoffenbijslag aan werkloozen.
DE RICHTINGWIJZERS MOETEN
WEL VERLICHT KUNNEN WORDEN.
De K.N.A.C. schrijft ons:
In de laatste wijzigingen in de Mo
tor- en Rijwielbeschikking is door de
verandering van het woord ontstoken
in uitgestoken ten aanzien van de rich
tingaanwijzers, vastgelegd, dat verlich
ting daarvan niet verplichtend is ge
steld. De eisch, dat de seinarm goed
zichtbaar horizontaal moet uitsteken
houdt echter ongetwijfeld in, dat na 't
invallen van de duisternis verlichting
is aan te bevelen, omdat anders de
zichtbaarheid ernstig te wenschen over
zal laten. Practisch zal het er dus wel
op neer komen, dat bij gebruik van
richtingaanwijzers deze ook verlicht
moeten kunnen worden. Wanneer dat
het geval is zal van 1 Januari 1935 af
de seinarm over het grootste gedeelte
van zijn lengte rood of oranje licht
moeten geven.
De bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te 's Heeren-
hoek den heer B. A. van Zijl (neomist).
nieuwsgierigheid ten grondslag, is t
niet, Courthorne. We willen weten, hoe
de verboden vruchts maakt.
„Wel", antwoordde Witham droogjes,
„je moet mij niet vragen ik kan er
niet van meepraten. Ik ben met heel
weinig geld uitgekomen en toen ik
eenmaal hier was, heb ik voor dat
soort experimenten geen tijd meer ge
had. Op welke manier genoeg te eten
krijgen, dat was het probleem, dat mij
het grootste gedeelte van mijn tijd be
zighield."
Dane draaide zich om en keek hem
scherp aan. „Met 't oog op onze vriend
schappelijke verhouding, is die pose toen
vrijwel overbodig, is 't niet?"
Als eenig antwoord begon Witham
even te lachen; Dane zweeg nu ook en
hun metgezel had sinds hun vertrek
uit de nederzettng nog geen woord ge
zegd; misschien was hij nog te veront
waardigd of had de nachtlucht hem
slaperig gemaakt, tenminste hij bleef
zwijgen tot Witham voor de kleine
boerderij, die hij tot dusver onder lei
ding van Colonel Barrington met slechts
matigen ijver geëxploiteerd had, stil
hield.
„Je bent er vanavond gemakkelijk af
gekomen. Neem een raad van mij aan
en haal zulke dingen niet meer uit",
zeide Witham rustig.
(Wordt vervolgd