DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
KENNISGEVING
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
DEB-VULHAARDEN
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRTVAN MAANDAG 1 UCTUBEK 1S34. «o.73i.
The Quaker OateG>mpany Rotterdam
KOOPT SPAAPZAME
BS!
MIDDELBURG.
De Vlaamsch-nationalistische
beweging. Oorzaken van ha
re ontreddering. Een poging
tot nieuwe eenheid. Zij lijkt
tot mislukking gedoemd.
Sinds langen tijd verkeert de Vlaamsch-
nationalistische beweging in België in n
staat van ontreddering. Verschillende
factoren hebben dat in de hand gewerkt.'
Op de eerste plaats is van groote betee-
kenis het feit, dat de Vlamingen in den
loop der laatste jaren heel wat van hun
eischen ingewilligd kregen. De groote
partijen (katholieken, liberalen en so
cialisten] kregen voor die eischen oor
en 't Vlaamsche element in hun gelede
ren wist door te zetten, dat er 't een en
ander van verwezenlijkt werd. (Ver-
vlaamsching van de universiteit te Gent.
etc.) Hierdoor werd den Vlaamschen na
tionalisten de wind voor 'n deel uit de
zeilen genomen. Dat deel hunner aanhan
gers, dat het meer om de „minimum-ei-
schen", dan om de radicale tendenzen
(„Los van België" en zoo) te doen was
geweest keerde zich weer af.
Het radicalisme heeft 1de beweging
trouwens in zich zelf veel schade toege
bracht. Zij verloor er haar essentieel
doel, door; de bewustwording, cultureel
en politiek van 't Vlaamsche volk, werd
op den achtergrond gedrongen, voor
de ietwat bedenkelijke gedachte van de
vernietiging van den Belgischen staat en
aansluiting van het Vlaamsche land bij
Nederland. (Men heeft Nederland er
nooit naar gevraagd, !of het (van die
aansluiting wel gediend was). Men moest
wel blind zijn voor de internationale
verhoudingen en voor de practische
werkelijkheid, om niet te begrijpen, dat
dit streven slechts falikant kon uitko
men.
Een deel der beweging ging langza
merhand den fascistischen kant op, on
der leiding van den heer Van Severen,
die het „Dietsch nationaal-solidarisme"
uitvond, dat een copie is van het Duit-
sche nationaal-socialisme. Daarentegen
namen de voornaamste redacteuren van
'het Antwerpsche 'Vlaamscjh-nationtalds-
tische dagblad „De Schelde" ;de wijk
naar de socialisten; onder hen Het oud-
Kamerlid Herman Vos, auteur van het
destijds bij de Kamer ingediende „fe
deralistische statuut".
Tenslotte is nog weer een ander kop
stuk, Staf de Clercq, van wal gestoken
met een nieuwe organisatie, die zoo on
geveer half-fascistisch lijkt: het
„Vlaamsch-n^tionalistisch Verbond".
Deze groep staat veel dichter bij de
oude beweging dan die der „Dinaso's"
(Van Severen) en doet nu sinds eenigen
tijd pogingen, om te hereenigen, wat er
nog te hereenigen kan zijn. De Clercq
wil zijn kracht zoeken in een actie, die
niet in het parlement haar zwaartepunt
zou vinden, maar er buiten, alhoewel de
parlementaire actie zou blijven gevoerd
worden. Hij streeft verder naar een nog
al vaag groot-Nederlandisme, met in so
ciaal opzicht liefde voor de corporatie
ve gedachte en versterking van het ge-
zagsbegrip. Wat de organisatie betreft,
wil Staf de Clercq een krachtige leiding
met een hoofdleider. Hij heeft genoeg
van de hopelooze vergaderingen, waarin
ieder zijn woord te zeggen had en ten
slotte toch aan de genomen beslissingen
geen uitvoering werd gegeven. Hij wil
dat de leiding bij één persoon berusten
zal. In het „Vlaamsch Nationaal Ver
bond" is hij zelf natuurlijk deze persoon,
met naast zich een hoofdraad, doch hij
heeft vetorecht en is slechts af te zetten
om de twee jaar, na een motie van wan
trouwen, ingediend door den hoofdraad.
De heer De Clercq heeft te kennen
gegeven, dat zijn opvattingen niet dicta
toriaal of autoritair zijn, en dit heeft 't
overschot 'van de oude ïrontpartij te
Antwerpen, dat vertegenwoordigd
wordt door mr. J. Timmermans, tot ver
zoening geneigd. De oude groep heeft
echter 'n zeer sterke democratische in
slag. Hoe kan 't ook anders, waar de
beweging reeds tientallen jaren uit-
sluuitend op democratische beginselen 'n
beroep heeft moeten doen en de bewe
ging juist aan de democratie heeft te
danken dat voor de Nederlandsche be
schaving Vlaanderen niet verloren is ge
gaan? Het komt ons dan ook voor, dat
deze democraten eerder koel zullen
staan tegenover de uitlatingen van De
Clerq, dien zij verdenken hen in fascis
tisch vaarwater te sturen. En fascisme
bevorderen in België, in welken vorm
ook, is de macht den Vlaamsch-vijandi-
gen in de hand werken.
O.i. zal er van deze verzoeningspoging
niet veel terecht komen in de practijk.
De verdeeldheid is moeilijk meer te
overbruggen en nu de aanloop van het
Vlaamsch-nationalisme eenmaal gebro
ken is, is feitelijk het onherstelbare ge
beurd- Toch zullen bij parlementaire
verkiezingen nog wel Vlaamsch-natio-
naljstische candidaten worden gekozen.
De beweging heeft onder de na-oorlog-
sche jeugd zuivere Vlaamsche karakters
gevormd, die als Vlaamsch-nationalisten
denken en voelen. Hier zal het Vlaam
sche volk mettertijd de vruchten van
plukken, zij het dan ook nadat de
scherpe kanten zullen zijn afgesleten.
De gedeeltelijke ondergang van het
Vlaamsch-nationalisme beteekent ech
ter niet, dat de Vlamingen achteruit
gaan. Verre van dat. De Vlamingen heb
ben in België bolwerken van macht ver
overd. Er is een geest wakker geroepen,
die zich niet weer zal laten verdringen,
ook al gaat het Vlaamsch-nationalisme
aan zich zelf te gronde.
KONINGIN EN PRINSES OP HET LOO.
Zooals wij reeds meldden, zijn de Ko
ningin en Prinses Juliana Zaterdagmid
dag uit Den Haag naar Het Loo vertrok
ken. Zij arriveerden te Apeldoorn met
den trein van 19.31 uur. Duizenden had
den zich langs de route geschaard, welke
de vorstelijke personen zouden volgen.
Ter begroeting was aan het station aan
wezig jhr. mr. C. G. C. Quarles van Uf-
ford, burgemeester van Apeldoorn. Pre
cies op tijd arriveerde de trein. In een
open auto reden de vorstelijke personen
naar het Kon. Paleis. Ook hier waren
vele belangstellenden, die een enthousi
ast gejuich aanhieven bij de aankomst.
Het publiek verbrak in zijn enthousias
me de politieafzetting en drong door tot
vlak voor het hek. De Koningin en de
Prinses verschenen opnieuw, na reeds
binnen het Paleis te zijn geweest, op het
bordes, vanwaar zij het publiek toewuif
den.
VERHOOGING DER
STEUNUITKEERINGEN GEVRAAGD.
De kosten te dekken door
belastingverbooging.
Het R, K, werkliedenverbond heeft
zich met een adres tot den ministerraad
gericht, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Tot de ernstigste gevolgen van de
crisis behoort ongetwijfeld de noodtoe
stand van onze werklooze arbeiders
groep, een noodtoestand, die toeneemt,
naarmate de werkloosheid langer duurt.
Middelen om hierin te voorzien zijn de
werkloosheidsverzekering en de steun
regeling.
Tot voor korten tijd bestond over de
toepassing dezer middelen in het alge
meen tevredenheid. Helaas is deze situ
atie, tengevolge van de herhaalde bezui
nigingsmaatregelen in ongunstigen zin
gewijzigd.
Wij zien daarbij niet over het hoofd,
dat de groote gezinnen met de laagste
inkomens eenigermate vooruitgingen,
maar stellen tevens vast, dat voor de
overgroote meerderheid steunverlaging
intrad en wel van dien aard, dat ver
bittering, o.i. verklaarbare verbittering
werd gewekt. Tengevolge van de verla
ging heeft in duizenden gezinnen het ge
brek zijn intrede gedaan.
Wij zijn er vast van overtuigd, dat
onze volksgemeenschap nog zeer goed
in staat is, in het onderhoud van allen
te voorzien.
Wenschelijk ware hier het element
van vrijwilligheid. Helaas behoeft daar
op niet te worden gerekend. Zij, die al
tijd geven, zullen het nu ook doen, maar
anderen, wier beurs steeds gesloten
blijft, gaan bij vrijwillige actie vrijuit. Al
leen dwang kan hen brengen tot het ver
vullen van hun plicht.
Gezien nu het objectieve feit, dat on
ze werkloozen thans over het algemeen
te weinig ontvangen, hebben wij de eer
Uwe Excellenties dringend te verzoe
ken, de uitgaven, voor dit doel noodza
kelijk, voorloopig terug te brengen op
het peil van voor 1 Juli 1934 en aan de
hand van het daarvoor vereischte be
drag de steunregeling te herzien. Daar
bij bevelen wij de belangen der groote
gezinnen niet alleen die met de al
lerlaagste inkomens in uw bijzondere
aandacht aan.
In afwachting van de door ons be
pleite herziening verzoeken wij, aan de
gesteunden voor den komenden winter
een extra toelage te verleenen. Verder
verzoeken wij te bevorderen het ruimer
beschikbaar stellen van goedkoope le
vensmiddelen, als: margarine, vet en
aardappelen, en ruimer verstrekking
van kleeding en dekking, dan thans door
het Koninklijk Nationaal Crisiscninilé
geschiedt (B-steun).
Wij zijn niet blind voor het feit, dat
hetgeen wij vragen de uitgaven niet on
belangrijk zal verzwaren, maar wij zijn
er tevens "van overtuigd, dat onze ge
meenschap deze uitgaven nog wel dra
gen kan zonder de toekomst in gevaar
te brengen.
door H. BINDLOSS.
47).
In voorkomen en kleeding bood de
man een groot contrast met het mee-
rendeel van de bezoekers. Het eerste
Wat opviel was zijn licht-ironische glim
lach, die op het bleeke, bijna kleurlooze
gezicht wel gefixeerd scheen; de oogen
lichtgrijs en bijna onzichtbaar achter
de voortdurend half-gesloten oogleden,
hadden echter een onrustigen, scherpen
blik. Hij was gekleed in een smoking
en kleeding op zichzelf al ongewoon ge
noeg, die echter nog opvallender werd
door de knoopjes in het hagelwitte
overhemd: twee kleine zuivere briljan
ten. Zijn lange, witte, nerveuze handen
en zijn vlugge bewegingen zouden hem
alleen al tot een geheel ander type dan
de stoere, langzame prairie-bewoners
gestempeld hebben; het kleine hoopje
geld voor hem bewees echter, dat ze
tot dusver nog niet van zijn grootere
slimheid en overredingskracht de dupe
geworden waren. Nu en dan werd er
dan door den één, dan door den an
der, echter zonder eenig enthousiasme,
een kleine som ingezet; op het laatst
toen de animo echter geheel dreigde]
uit te dooven, keerde de man met hetl
WIJ berichten hiermede, dat de bekende QUAKER DIEREN-
BOEKJES voor kinderen, die wij tegen inzending van 0 bons
beschikbaar stelden. TIJDELIJK, nl.tot 31 DECEMBER 1934. voor
5 BONS uit QUAKER Havermout-pakken verkrijgbaar zijn.
Practisch ware het aangegeven doel
te bereiken door een specialen bijslag
op de inkomstenbelasting, dan wel ver
hooging van verteringsbelastingen, mg-<
gelijk verhooging van beide.
DIERENDAG.
Men schrijft ons:
4 October is de sterfdag van Francis-
cus van Assisi, den grooten vriend en be
schermer van het dier, dat hij liefhad
met zijn allesomvattenden broederzin.
Daarom hebben eenige internationale
congressen van dierenbeschermers beslo
ten, dat 4 October de jaarlijksche dag
zal zijn, aan het dier gewijd. De actie
voor den Dierendalg groeit telkenjare.
Ook in ons land, gelukkig.
De Nederlandsche Vereeniging tot Be
scherming! van Dieren en haar plaatse
lijke afdeelingen doen, nu deze dag weer
nadert, een dringend beroep op allen, die
van goeden wille zijn, om deze actie te
steunen. Allen kunnen dit, onverschillig
of zij op een belangrijke of op een een-j
voudiger plaats in de maatschappij ge-
steld zijn. In de eerste plaats zij, die j
door hun werkkring invloed oefenen op j
dé gedachten hunner medemenschen. Wij j
denken aan de geestelijken en aan de
voorgangers van de onderscheidene
kerkgenootschappen, die in hun kansel
redenen omstreeks 4 October kunnen
wijzen op de zedelijke waarde van die
renbescherming. Aan onderwijzers en
leeraren, die hun leerlingen op de be-
teekenis daarvan opmerkzaam kunnen
maken. Aan sprekers en penvoerders,
die een groote schare van hoorders en
lezers bereiken. Maar evenzeer denken
wij aan hen, die zich niet in het open
baar doen gelden, maar die in hun klei
nen kring een grooten invloed oefenen.
Als vader of moeder bij voorbeeld lief
de voor het dier bij het kind weet op te
wekken, kan dit heilzame gevolgen heb
ben tot in lengte van dagen. Niet alleen
voor het dier, maar ook voor het kind,
volwassen geworden. Want dierenbe
scherming is menschenbeschaving.
Mogen allen, die beseffen, dat de
mensch een zedelijken plicht heeft je
gens het dier, aan dit plichtsgevoel
uiting geven op den Dierendag. Kan het
zijn, óók door steun te geven aan de
plaatselijke vereeniging voor dierenbe
scherming. En in elk geval door, in groo
ten of klleinen kring, zich te doen gel
den ten bate van het dier, dat van ons
afhankelijk is en waarvan wij verant
woordelijkheid dragen.
IBilb. IB U UX1CA1
(Ingez. M?d.)
(Ingez. Med,).
bleeke gezicht zich lachend tot den ho
telhouder.
„Schenk nog er eens in. Je hebt hier
nu en dan een glaasje voor tijdverdrijf
noodig", zeide hij gewild-joviaal. „Als
jullie voor dit soort spelletje niets voe
len, jongens, laten we dan met wat an
ders beginnen, maar een kans om mijn
hotelrekening te betalen moeten jullie
me geven. Zoon stelletje droogprui
mers als hier heb ik zelden gezien; bij
ons kijken ze bij een begrafenis nog lol
liger."
De glazen gingen rond, maar toen de
speler zijn hand naar het stapeltje zil
vergeld voor hem uitstak, werd hij
door een grooten gebruinden boer op
den arm getikt,
„Nu, ons te voeren behoef je niet",
zeide de man op de eigenaardige lang
zame manier, den Canadeeschen boe
ren eigen. „Dit rondje komt uit mijn
schatkist. Maar laten we banken. Een
kaart voor mij.drie dollars zet ik
erop."
„Zoo, dat begint er tenminste op te
lijken,'" zeide de man met het bleeke
gezicht goedkeurend. „Wie wil er nog
meer een kaart? Een fijne kans om "n
paar zakcentjes te winnen."
Een lange opgeschoten jongen, ge
kleed in een tuniek van herteleer, wat
pronkerig door de versiering met veel
kleurige kralen, boog zich met 'n verhit
gezicht over den voor hem zittenden man
heen. „Zoo spelen we kaart bij ons
aan den overkant", pochte hij. „Ik zet
dertig om te beginnen".
Een paar oogenblikken lang heersch-
ie er een beklemmende stilte, want de
jonge man had de laatste week zwaar
gespeeld en veel verloren; maar toen
werden er hier en daar nog kleinere
bedragen ingezet Toen trok de man met
het bleeke gezicht zijn kaart, een lage
ruiten; met een zelfvoldaan gezicht
streek de jongen zijn winst op.
„Nu moeten jullie eens opletten",
snoefde hij. „Dezen keer zetten we viif-
tiê".
Twee maal achtereen won hij vijftig
dollars; er begon nu animo te komen;
de mannen verdrongen zich om de ta
fel- Weer gingen de glazen rond als
beroepsspeler wist de man met het blee
ke gezicht wanneer de tijd, om zijn slag
te slaan, daar was en in de algemeene
opwinding lette niemand erop, wie de
zen keer betaalde. Toen de dollars met-
vijf en tien tegelijk over de tafel van
den een naar den ander geschoven wer
den. legde de ionge man opeens een
bankbiljet van honderd dollar voor zich
neer.
„Vooruit, geven!" zeide hij opgewon
den „Vanavond heb je een strop aan
me".
Weer won hij. Juist, toen hij het eene
bankbiljet met een triomfantelijk ge-1
zicht in zijn zak stak, kwamen twee
mannen op een rustige, onopvallende
manier het vertrek binnen. Een van hen
wenkte den hotelhouder.
„Wat is er aan de hand? Waarom zijn
DE WINKELWEEK VAN
HANDELSBELANG.
Een zeer drukke Zaterdagavond
De regen als spelbreker.
Zaterdagavond is de belangstelling
voor de etalages, welke vele winkeliers
hebben ingericht in verband met de win
kelweek van Handelsbelang bijzonder
groot geweest. Vooral in de Langedelft
was het om zoo te zeggen één men-
schenmassa, men moest rechts houden
of men wilde of niet, de wielrijders ook
zij, die van de Markt af kwamen liepen
naast de fietsen.
De grootste drukte kwam zeker, toen
de tweede muzikale wandeling van het
programma een aanvang nam. Duizen
den hebben op de Markt bij het vertrek
en op de meeste plaatsen, waar de mu
ziek voor bij trok, dit steeds zoo weiko-
men evenement gadegeslagen.
De signaal-afdeeling van „Achilles",
waarbij zich nu de voorzitter en de di-
rec'eur dezer gymnastiekvereeniging
hadden aangesloten, ging voorop, dan
de kerels zoo opgewonden?" vroeg de
eene.
De dikke hotelhouder haalde glim
lachend de schouders op. „Dat is om
Ferris -hij is voortdurend aan 't win
nen maar als u mij een genoegen wilt
doen, mr. Courthorne, neem 'em dan
asjeblieft mee. Hij heeft al zooveel op,
dat hij net op 't kantje is en ik heb geen
zin. cm hier in mijn huis het spelen te
laten doorgaan, tot er één geruineerd is-
De andere kerels kunnen op zichzelf
passen, maar die jongen van Silverdale
weet niet van ophouden en hij hfeeft
al zooveel verloren".
Witham keek zijn metgezet aan; als
antwoord knikte hij even. „Wat een
kwajongen", zeide hij.
Ze liepen het vertrek door; juist toen
ze bij de tafel kwamen, stak de jongen
voor de zooveelste maal zijn winst op.
Witham legde hem vriendschappelijk de
hand op den schouder,
„Kom nu eens bij ons zitten, Ferris,
en geef den anderen ook eens een kans",
zeide hij. „Je Viebt blijkbaar aardig wat
gewonnen, wees verstandig en zet erj
een punt achter voordat je veine op-
noudt".
De jone man keerde zich langzaam
om en nam den spreker van onder zijn
zware, half-gesloten oogleden met een
koele onbeschaamdheid op. Hij was een
afstammeling van een oude, deftige fa
milie, maar in zijn uiterlijk had hij niets
Jat op zijn aristocratische afkomst wees,
Ondanks de arrogante uitdrukking van
het bestuur van Handelsbelang niet het
vaandel en vervolgens het Middel-
burgsch Muziekkorps onder leiding van
den heer Joh. H, Caro.
Volgens de Zaterdag vermelde route
ging het tot op den hoek van den Blau-
wendijk en de Stationstraat, waar halt
werd gehouden en een nummer ten
beste werd gegeven. Ook op den Dam is
enkele oogenblikken stilstaande ge-1
speeld. Bij het gaan over den Bateau-
port, vielen enkele druppels regen, een
voorlooper van erger.
In de Abdij, bevonden zich de Com
missaris der Koningin en mevrouw
Quarles van Ufford met hun zoon op 't
bordes van de woning, toen de muziek
daar spelende aankwam. De voorzitter
van Handelsbelang, de heer L. A. S t o f-
koper, heeft er zijn vreugde over uit
gesproken, dat men in de gelegenheid
was deze spontaan opgekomen muzika
le hulde te brengen. Spr. heeft den Com
missaris en zijn familie hartelijk dank
gebracht voor de belangstelling in Han
delsbelang en de vereeniging ook bij
voortduring in die belangstelling aanbe
volen.
De Commissaris heeft dank ge
bracht voor de vriendelijke woorden en
getuigd van zijn waardeering voor het
werken der vereeniging.
De signaal afdeeling sloeg en speelde
een taptoe, het muziekkorps zette het
Wilhelmus in en de stoet zette zich weer
in beweging.
Het was toen reeds vrij flink gaan re
genen, en dit verergerde nog tijdens de
serenade bij den burgemeester, die het
bestuur van Handelsbelang, de bestuurs
leden en leider van de signaalafdeeling
van Achilles, den directeur van het mu
ziekkorps en den inspecteur van politie
binnen noodigde.
Hier heeft de heer Stofkoper er
op gewezen, dat het z.i. niet meer noo
dig was uiteen te zetten wat het doel
der winkelweek is, gezien het zoo zeer
op prijs gestelde artikel door den burge
meester voor de speciale winkelweek
courant geschreven. Spr. bracht daar
voor oprechten dank en vroeg toestem
ming ook dank te brengen aan den in
specteur van politie voor zijn goede lei
ding en aan den leider der signaalafdee
ling, van wie men ook zulkeen grooten.
steun heeft.
De burgemeester bracht dank
voor de woorden van den voorzitter en
zeide, dat hij meent, dat de burgerva-
derlijke verplichtingen maken, cfat men
met alle lagen der bevolking medeleeft
en dan zeker in de eerste plaats met die
lagen, die in dezen tijd het meest lijden
onder de gevolgen van de wereldcrisis,
dus zeker ook met den middenstand.
Daarom heeft spr. gaarne het eenvoudig
voorwoord geschreven en als dit mede
kan werken tot het goed wederkeerig
begrijpen van overheid en midden
standsorganisatie, dan zal spr. dit ten
zeerste toejuichen. Spr. bracht dank
voor de waardeerende woorden aan de
politie gebracht en sloot zich aan bij die
aan de signaalafdeeling. Spr. eindigde
met den wensch dat het den midden
stand onder hoogeren zegen goed moge
gaan.
Nadat een verversching was aangebo
den ging men naar buiten, waar het mu
ziekkorps zich tijdens de ontvangst had
doen hooren, niettegenstaande den
steeds heviger wordenden regen, die ook
aanhield tijdens het Wien Neerlandsch
de oogen had zijn gezicht met de slappe
lijnen om mond en "neus iets verwijfds.
Zelfs als geen van beide mannen iets van
hem geweten had, zouden ze door de
nerveus trillende handen, en de onge
zonde. gore gelaatstint onmiddellijk
begrepen hebben, dat Ferris het type
was van een gedegenereerd lid van een
oud.?, verzwak ie familie.
„Hadt u het tegen mij?" vroeg hij
koud.
„Ja", antwoordde Witham rustig. „Als
je me niet verstaan hebt ik noodigde
'e uit, om wat bij ons te komen zitten.
We zijn juist binnengekomen".
„Dan is mijn antwoord, dat ik u ver
duiveld onbeschaamd vind", zeide de
jongen. „Als jij je niet schaamt, om je
met dezen vent in te laten, Dane, waar
om leer je hem dan niet, dat het een
brutaliteit is om ie aan menschen, die
niet op je gezelschap gesteld zijn, op te
dringen"
W'tham gaf geen antwoord; hij gaf
Dane, die bij de onbeschaamde woorden
van den jongen bloedrood geworden
was. een wenk en ging met hem aan een
tafeltje tegen het houten beschot zitten-
Na een paar oogenblikken keek Dane
hem opmerkzaam aan.
„Je hebt wat op je genomen, Cour-
ihorne!" zeide hij. „Hoe krijg je dien
kwajongen mee?'
TV'.*
(Wordt vervolgd.]