Vool Vaten et&tktscA.
OE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
0! die zenuwhoofdpijn!
AKKER.CACHET5
KRONIEK van den DA6.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1934. No. 229.
"AKKERTJES'
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
De positie van het Derde Rijk
Er zullen in den komenden
winter ontzaglijke eischen aan
het nationaal-socialisme ge
steld worden Waar gaat het
heen?
Het nationaal-socialisme als wereld
beschouwing streeft naar de zooge
naamde „totaliteit". Daarmede is be
doeld, dat de Staat de opperste machts
factor is en dat elk staatsburger, onaf
hankelijk van geloof, politieke overtui
ging, ras of persoonlijke neiging, zich te
schikken heeft in de omstandigheid,
dat zijn staatsburgerschap in alle vra
gen Jen doorslag geeft. Hitiers „Derde
Rijk" is een voorbeeld van zulk een
„totalen staat".
Wij hebben in een vorige beschou
wing kort geleden reeds uiteengezet,
wat van dit ideaal in de voorloopige
Hitleriaansche practijk tot nu toe te
recht gekomen is. Onze conclusie luidde
en zulks met Hitler's jongste open
bare bespiegelingen op het partijcon
gres in Neurenberg volkomen in over
eenstemming dat de bereikte of lie
ver gezegd nagestreefde „eenheid"
slechts betrekkelijk is, en waarschijn
lijk ook altijd blijven zal.
De „totaliteit" in het hedendaagsche
Duitschland is een streven, geen werke
lijkheid. Werkelijk is slechts de macht
van de Hitlerbeweging ,deze totaliteit
theoretisch door te zetten, te comman-
deeren, en ongehoorzaamheid met de
strengste straffen te bedreigen. Het re
sultaat van zulk een commando kan
dan echter niets anders zijn dan een
schijn-eenheid, een schijn-totaliteit.
Zoo het heden.
Het is nu maar de vraag en deze
vraag is van overweldigende politieke,
ja algemeen-menschelijke beteekenis,
vooral ook om de werking, die van dit
Duitsche experiment zal kunnen uit
gaan of de doodgewone, nuchtere
gebeurtenissen der naaste toekomst
steeds meer, dan wel steeds minder
Duitschers, (en buitenlanders) van de
juistheid der nationaal-socialistische
theorieën en haar practische uitvoering
overtuigen zullen. Wie zich ervan be
wust is, dat het Duitsche Derde Rijk
vooral in den nu komenden winter
voor de enorme krachtproef gesteld
wordt, zijn ideologische omwentelingen
tegen de eischen van het practische le
ven door te zetten, anders gezegd, het
idealisme over de klippen van honger
en toenemende werkloosheid, dreigende
financieel-economische ineenstorting,
politiek nihilisme, bloedwraak en on-
dergrondsche mijnenleggerij heen te
loodsen; die zal ook begrijpen, welk 'n
risico jonge nationaal-socialistische, op
Duitschen leest geschoeide, volksbewe
gingen elders door al te slaafsche imi
tatie van Hitler-theoriën en uiterlijkhe
den vrijwillig op zich genomen hebben.
Daarom zal Duitschland in de naas
te toekomst bet middelpunt van de we
reldbelangstelling blijven. Want een
sterking van het Derde Rijk, een toe
nemend succes van deze „wereldbe
schouwing", die zich weliswaar wil be
schouwd zien als uitsluitend voor
Duitschland gedacht, maar tegelijkertijd
door sympathiebetuigingen met buiten-
landsche parallel-bewegingen algemeen
wantrouwen moest wekken, zal hoogst
waarschijnlijk de rijen der nationaal-
socialisten buiten Duitschland verster
ken; een toenemend fiasco echter of
zelfs maar een voorbijgaand schrikbe
wind als de bestraffing der Röhm-re-
volte of de fronde in Oostenrijk, die in
den moord op Dollfuss culmineerde, zal
een oogenblikkelijken terugslag in de
gelederen der imitators ten gevolge
moeten hebben.
door H. BINDLOSS.
45.
„Ik heb je beloofd, om al mijn land
te laten bebouwen en ik zou graag mijn
belofte willen nakomen. Mlaar er is
iets, dat me hindert.... mijn oom heeft
na dien eersten keer niets gezegd,
maar ik voel uit zijn houding, dat mijn
oppositie hem verdriet doet, en dat kan
ik niet hebben. Stille verwijten vind
ik verschrikkelijk moeilijk te dragen,
en nu Dane en een stuk of wat van de
anderen je voorbeeld gaan volgen, krijg
ik langzamerhand een gevoel, alsof ik
tegen den man, die altijd goed en lief
voor me geweest is, partij kies."
„Je zou je dus 't liefst aan den Co
lonel houden, ook al zou rt heel wat
kosten?"
„Natuurlijk!antwoordde Maud Bar-
nn)w °*n "^oe kun je dat vragen!"
eÏTn sck»ttering van verontwaardi-
ln l aar ?0éen en een trotsche, on
willige beweging van haar hoofd, keer
de ze zich iets van hem af; Witham
bleet haar aan staan kijken. Eerlijkheid
en trouw waren begrippen, die 't meis
je daar voor hem niet vreemd waren
dat zag hij wel.
■Toen ik 't je vroeg, wist ik, dat
volhouden moeilijk zou zijn", zeide hij.
Er dreigen gevaren in Duitschland,
die door de Duitsche regeering stellig
zeer duidelijk gezien worden en die
dan ook in regeeringskringen de over
tuiging gevestigd hebben, dat deze nati
onaal-socialistische beweging thans voor
haar voorloopig-ernstigste crisis zal ko
men te staan.
Het isolement, waarin zich Hitler-
Duitschland bevindt, is zoo goed als
volkomen geworden. Gezien van het
standpunt der internationale politiek
heeft Duitschland geen vrienden meer.
Om Duitschland's houding tegen het li
beralisme, het marxisme, het Jodendom,
de Roomsche kerk, den vrijhandel, het
beginsel der vrijheid van drukpers, ver
eeniging en vergadering, om Duitsch
land's streven naar den militaristisch en
staat, en om zoovele andere motieven.
Natuurlijk zit in deze internationale
vijandschap tegen den Hitlerstaat veel
overdrijving, veel bewuste strategie en
veel rancune van niet altijd bewonde
renswaardig allooi. Maar men praat ze
om zulke overwegingen niet weg. Deze
vijandschap is voor het Derde Rijk iets
zeer reëels, en daarmede alleen heeft
de werkelijke staatsman rekening te
houden. Want dank zij haar, is Duitsch
land ten tweeden male sedert 1914 een
soort van belegerde vesting geworden.
Binnen de muren der vesting zal Adolf
Hitler als hoofd van staat en onbeperkt
heerscher zijn bevolking zoet te houden
hebben. Men bedenke, wat dit betee-
keflt! Het Duitsche volk beschikt over
zekere bewonderenswaardige eigen
schappen, die we niet mogen negee-
ren, al was het alleen maar, omdat dit
zelfbedrog zou ziin. Wanneer Duitsch
land bijv. het Nederlandsche volk dreigt
met gesloten grenzen, dan moeten we
er onvoorwaardelijk mee rekenen, dat
het niet bij dreigen blijft. De regeeren-
de machten van heden zijn alles behalve
onfeilbaar, en wij persoonlijk dwepen
nu niet bepaald met hun regime. Maar
ze zijn koppig, vasthoudend en moedig.
Ze zijn, als het om inzet van eigen be
zit en leven gaat niet tot toegeven be
reid, en helaas, door de algemeene te
genwerking van alle buitenlandsche zij
den verbitterd en daardoor eerder tot
halsstarrigheid ten koste van alles, dan
tot verstandelijke overweging geneigd.
De massa zal voorloopig met haar nieu
we leiders hongeren en armoe lijden.
En met Duitschland zullen al die bui
tenlandsche fabriekscentra en middel
punten van landbouwexport, mijnbouw
en andere middelpunten van uitvoer,
die ,in Duitschland steeds een grooten
afnemer gevonden hebben, te lijden
krijgen.
Het ware vermetel, ons hier aan
voorspellingen te wagen. We kunnen
slechts als waarnemer, den lezer er op
voorbereiden, dat vermoedelijk een
economisch-financieele strijd van onge
kende afmetingen voor de deur staat,
en dat die crisis tevens de beslissing
over Duitschlands toekomstig welzijn
zal kunnen brengen. Overleeft de „to
taliteit" van het Derde Rijk deze cri
sis, dan staat Europa voor nieuwe be
slissingen. Gaat de Hitler-staat er in
ten onder, dan zal men voorloopig wel
licht niet veel reden tot lachen krijgen.
DE DIESELTREINEN.
Zullen binnenkort weer
dienst worden gesteld.
in
maar daartegen zijn immers die
"AKKERTJES" een ware uitkomst
Ondervindt 't zelf en neem 1 of 2 a(kkejr^
Volgens recept var» Apotheker Dumont.
(Ingez. Med.)
Naar de Tijd verneemt zal met ingang
van de winterdienstregeling weer een
aantal dieseltreinen waarschijnlijk
zes of zeven in dienst worden ge
bracht. Successievelijk zullen de overi
ge dan volgen. De zes nog niet verbeter
de en thans nog in dienst zijnde trein
stellen zullen dan in de Centrale Werk
plaats te Haarlem de noodige wijzigin
gen en verbeteringen ondergaan.
Binnen niet te langen tijd is te ver
wachten, dat de geheele dienst, zooals
die oorspronkelijk bepaald was, met
dieseltreinen gereden kan worden.
Omtrent de herstellingen van de mo
toren wordt medegedeeld, dat de kruk
assen geen herstelling behoefden te on
dergaan, wel de uitlaat en de plaats,
waar de gassen bij elkaar komen.
Voorts zijn verschillende onderdeelen
als de kogellagers, aanzienlijk verstrekt.
Het onderzoek naar de motoren en voor
al naar de noodige verbeteringen is een
ingewikkeld en tijdroovend werk ge
weest. De twaalf Duitsche monteurs
van de Maybachfabrieken, die de moto
ren gebouwd hebb'en, zijn dan ook nog
steeds aanwezig.
De spoorwegautoriteiten zouden zich
niet ontveinzen dat de aangebrachte
verbeteringen en herstellingen nog on
voldoende kunnen zijn, zoodat men
eventueel de dieseltreinen weer uit den
dienst zou moeten nemen.
DE WIJZIGING DER
WINKELSLUITINGSWET.
B. en W. stellen voor geen uit
breiding te geven aan de ver
koopgelegenheid op Zondag.
B. en W. hebben zooals bekend, naar
aanleiding van de vraag of uitbreiding
of verruiming van de verkoopgelegen
heid op Zondag gewenscht is, zich over
eenkomstig de wenken van den minister
tot de betrokkenen gewend.
Volgens de lijsten, die op de secre
tarie ter teekening hebben gelegen, tee
kenden van de 7 winkeliers in visch er
2, beiden tegen, dus vóór geen der be
langhebbenden; van de 38 winkeliers in
fruit teekenden er 5, van wie 4 tegen en
1 vóór of 2.63 pet.; van de 82 winkeliers
in brood, banket enz. teekenden er 7
van wie 4 tegen en 3 vóór of 3.65 pet.,
van de 48 winkeliers in tabaksartikelen
teekenden 14, van wie 4 tegen en 10
vóór of 20.83 pet. Van de 11 winkeliers
met volledige of slijtvergunning teeken-
de niemand.
Van de afdeeling Middelburg van den
Nederlandschen Bond van Sigarenwin
keliers, omvattende 21 leden, hebben
er 13 gestemd en wel 6 tegen en 7 voor
of 33.33 pet.; de afdeeling Zeeland der
Nederlandsche Banketbakkersvereeni-
ging, die 7 leden te Middelburg heeft,
nam de vraag voor kennisgeving aan.
Twaalf leden van de afdeeling Middel
burg van den Nederlandschen Bond van
Koffiehuis-, restaurant-houders en slij
ters die slijtvergunning hebben verklaar
den zich voor de uitbreiding, van her.
hebben echter maar drie een winkel,
percentage dus 28 pet.
Vóór verklaarden zich de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor de
Zeeuwsche eilanden; de Vereeniging de
Hanze en de Vereeniging Handelsbelang
De waarde van dit laatste advies is voor
B. en W. problematiek, waar bij de in
1933 gehouden enquête de onderhavige
materie nog niet kon beoordeeld wor
den, omdat er toen nog geen wijzigings
wet was. Tegen verklaarden zich de af-
)„Maar toch houd ik je aan je woord.
Er is een groote verandering op han
den en ik heb m'n zinnen erop gezet,
om dit jaar zooveel als mogelijk is voor
je te verdienen."
„Waarom?"* vroeg Maud; ze wist niet
wat haar meer verbaasd had: zijn woor
den of 't feit, dat ze om zijn weigering
niet boos worden kon.
„Dat kan ik je later misschien wel
eens vertellen", antwoordde Witham
ernstig, „en wil je in dien tusschentijd
een reden hebben, wijt 't dan maar aan
mijn ijdelheid. Naar alle waarschijnlijk
heid is dit m'n laatste zomer in Silver-
dale en daarum 'zou ik graag willen,
dat ''eze onderneming een groot succes
werd."
Maud keek hem opeens scherp aan.
Zijn woorden hadden haar zulk een
schok gegeven, dat ze haar toevlucht,
tot ironie nemen moest, om haar schrik
te verbergen.
„Je laatste zomer! Zijn we niet vrien
delijk genoeg geweest, of is dat de proef
op de som van je bewering dat een
voorbeeldig leven op den duur heel
vervalend is?"
W'tham begon te lachen. „Neen, geen
van beide," 'zeide hij, ,^ik zou graag
hier willen blijven hoe langer, hoe
beter!" Hij zweeg even toen zag
MauJ hem om zich heen kijken, naar
de twee prachtige vierspannen, naar de
groote machines en het rijke openge-
woelde land. „Neen zoo zonderling
als het mag klinken "t is juist het
goede in me, dat me weg zal sturen,
wanneer ik 't aan het woord laat ko
men
..Maar waar wil je den naar toe?"
Witham keerde zich om en keek over
de praire naar het noorden; er lag een
uitdrukking in zijn oogen, die als een be
klemming op het meisje inwerkte. „Te
rug in je hok!" zeide hij zachtjes, als
of hij ;r zichzelf sprak: toen keerde hij
zich met een bijna onmerkbaar schouder
ophalen tot het meisje naast hem. „En
in dier. tusschentijd is ef nog heel wat te
doen en hoezeer het me spijt, kan ik je
n'et van je belofte ontslaan".
„Goed, daarmee is de quaestie dan
afgeloopen. Ik kan je bezwaarlijk gaan
bidden en smeeken.... dus rest ons nu
nog het bespreken van de practische
moeili'kheden. Ze hebben me verteld,
dat ik voor 't zaaien van een grooten
oogst noch menschen noch paarden ge
noeg heb en met 't oog op de omstandig
heden kan ik niet bij mijn oom gaan
leenen".
„Natuurlijk niet", antwoordde Witham
rustig. „Gelukkig heb ik de beste paar
den en machines van dit gedeelte van de
praire en ik krijg loonarbeiders uit On
tario om te heipen. Ik zou dus voor je
kunnen ploegen en voor 't geval, dat je
mijn hulp, belangeloos, minder wensche-
lijk ::ou vinden, kun je me betalen".
Maud bloo;de, maar ze bleef hem
recht aankijken. ,.'t Is een afschuwelijke
toestand, maar nu je me tegen mijn wil
aan mijn belofte houdt zullen we 't vanï
deeling Middelburg der Vereeniging
voor den Chr. Handeldrijvenden en In-
dustrieelen Middenstand in Nederland;
de afdeeling Middelburg van den Alg.
Nederl. Bond van Handels- en Kantoor
bedienden, die van den Nederl. R. K.
Bond van Handels-, kantoor en winkel
bedienden, „St. Franciscus van Assistë"
en die der Nederl. Vereeniging van
Christelijke kantoor en handelsbedien
den.
Naast dit overzicht leggen B. en W.
nog over: adressen tegen verruiming
van den Christelijken besturenbond en
afdeeling Middelburg van Patrimonium
en brieven voor verruiming van den Ne
derlandschen Bond van slijters in ge
distilleerd „Vergunning B" van de per-
soneelsvereeniging „C. Jamin", van de
firma C. Jamin en van 4 bedienden,
werkzaam in het Middelburgsch filiaal
dier firma.
Gebleken is, dat in geen der betrok
ken bedrijfstakken een beteekenende
meerderheid der winkeliers zich vóór
verruiming resp. uitbreiding heeft ver
klaard, zooals toch, naar de bedoeling
van den wetgever, aan een uitspraak in
dienzelfden zin door den raad zou moe
ten voorafgaan. De principieele vraag
punten, die hierbij ter sprake zouden
kunnen worden gebracht, thans terzijde
latend, adviseeren B. en W. reeds op
grond van de resultaten van het onder
zoek te verklaren, dat naar het oordeel
van den Raad de tegenwoordige buiten
gewone omstandigheden geen aanleiding
geven tot verruiming resp. uitbreiding
van de gelegenheid tot verkoop op Zon
dag als bedoeld in de Wet van 27 Juli
jl.
Nog stellen B. en W. voor de beide
plaatselijke verordeningen, die hier be
staan en die bedoeld zijn in de art. 6 en
9 der Winkelsluitingswet op nieuw vast
te stellen, daar zij anders uiterlijk 6
maanden na 15 October zouden ophou
den te gelden.
Vereeniging voor slechthoorenden.
Gisterenavond had in de Eendracht de
eerste winterbijeenkomst plaats van de
afdeeling Middelburg van de Vereeniging
tot behartiging van de belangen van
slechthoorenden.
De presidente, mevrouw Troll-Hoek,
opende de bijeenkomst en zeide, dat
men deze reeds in deze maand hield,
omdat men behoefte gevoelde te samen
te herdenken haar die de vereeniging
ontvallen is, mejuffrouw Suze Proos, die
zich nimmer op den voorgrond plaatste,
maar die zich zoo ten volle voor de
vereeniging gaf en van wie, ieder die
met haar in aarnaking kwam, een groo
te vriendschap ondervond, zij zal dan
ook niet licht worden vergeten.
Spreekster heeft de afdeeling ver
tegenwoordigd bij de crematie op Wes-
terveld, en spr. schetste hoe diepen in
druk d:e slechtigheid op haar heeft ge
maakt. Een krans v/as namens de af
deeling toegezonden. De plaats in het
bestuur zal niet gemakkelijk te vervul
len zijn.
Spr. herinnerde ook nog aan een an
der feit, n.m.l., dat mejuffrouw Nelly
Bosschaart, lid der afdeeling op den lip-
leeswedstrijd den eersten prijs behaalde
en vond daar'n aanleiding op te wekken
m—«lh m.^
een cursus te volgen. Nadere mededee-
lingen over de plannen voor dezen win
ter en voorziening in de bestuursvaca-
ture werden tot de Octoberbijeenkomst
verschoven. Men bleef nog eenigen tijd
gezellig bijeen.
Erfpachts-uitgiite gemeentegrond.
B. en W. stellen den Raad voor op
nieuw in erfpacht te geven 60 m2 grond
achter de Lange Gortstraat aan P.
Louisse tot uiterlijk 31 December 1974
en tegen 20 cent in plaats van 10 cent
per m2 per jaar.
Geen subsidie, maar vergoeding.
In 1933 is de subsidie aan de afdeeling
Zeeland der Ned. Ver. tot bescherming
van dieren, aanvankelijk 25 terugge
bracht op 20 en in 1934 werd zij ge
heel geschrapt. Het is thans aan B. en
W. gebleken, dat het bedrag intertijd
werd toegestaan, omdat daartegenover
de vereeniging zich bereid verklaarde
alle door de gemeente als onbeheerd op
gevangen dieren in haar asyl te doen af
maken zonder eenige kosten voor- de ge
meente. Die bereidverklaring wordt ook
nu nog volledig nagekomen. Op grond
van een en ander komt het B. .en W.
billijk voor eene uitkeering van 25
aan de afdeeling voor 1934 en volgende
jaren te doen, en dan niet langer als
„subsidie" doch als „vergoeding".
EEN MEEVALLERTJE.
B. en W. stellen den Raad voor de
suppletoire begrooting 1933 en rekening
1933 van de Godshuizen goed te keuren,
volgens welke de gemeente een nadee-
lig saldo van 34775 zal moeten dekken.
Het doet hen bijzonder genoegen te mo
gen constateeren, dat de verzochte bij
drage belangrijk blijft beneden het be
drag dat zij hadden verwacht en dat zij
in de begrooting 1934 hadden geraamd
op 52146.
RAAD VAN O. EN W. SOUBURG.
Verruiming van de verkoop
gelegenheid op Zondag Huur-
verlaging gem. woningbedrijf
Hulpverleening bij brand.
O. EN W. SOUBURG. Donderdag
avond vergaderde de Raad, onder voor
zitterschap van den burgemeester, jhr.
H. A. van Doorn, voltallig. Voorgelezen
werd een schrijven van het kabinet de*-
Koningin, waarin dank werd betuigd
voor de deelneming bij het overlijden
van den Pms. Op een vraag van den
heer Lore.- betref ende het niet-vlag-
gen op het voormaug veerhuis, deelde
de v o o r z. mede dat dit geen officieele
-ambtswoning meer is.
De aanbieding van de rekeningen 33
geeft voor het Burg. Armbestuur een ba
tig slot te zien van 2.65; voor het ge
meentelijk woningbedrijf een nadeelig
saldo van 11.255 en het gem. water
leidingbedrijf een nadeebg saldo van
f 374. De gemeenterekening heeft in
den gewonen dienst een batig slot van
6.245 en in den kapitaaldienst een ba
tig slot van 12.538.
Kerkvoogden der Ned. Herv. Gem.
hadden bericht, dat besloten is de bijzon
dere begraafplaats na 31 Dec. 1936 niet
(Ingez. Med.)
een zakelijk standpunt beschouwen. Ik
had ie nog een tweede gunst te vragen,
maar dat kan nu beier achterwege blij
ven
„Dit vind ik al bij voorbaat goed",
zeide Witham rustig.
Het kostte Maud wel eenige moeite
om haar wensch duidelijk te maken- De
glimlach waavmede Witham in begin
stond toe te luisteren, kreeg, naarmate
het verhaal vorderde, iels straks.
Een van de kolonisten, een Engelsche
jongen, een bloedverwant in den zoo-
veelsten graad van de familie Barring
ton, die nog pas kort in Silverdale was,
had met spelen een groot bedrag aan
geld verloren en bracht nu, uit teleur
stelling daarover, zijn tijd en zijn geld
in de nederzetting aan de spoorlijn door.
Ter wille van zn moeder in Engeland
zou Maud Barrington graag zien, dat hij
tot de orde geroepen werd, maar ze
durfde zich niet tot Colonel Barrington
wenden, daar deze, in zulke gevallen,
meer voor drastische dan voor beleid
volle maatregelen voelde.
„Ik zal doen wat ik kan", antwoord
de Witham. „Maar gewoonlijk zijn jon-
gns van dat slag niet de moeite waard
om je er bezorgd over te maken en
dan, waarom heb je juist mij uitgeko
zen omd it voor te doen?"
Maud voelde zich voor die vraag
in het nauw gedreven, maar ze zag dat
hij een antwoord verwachtte. „Om je
de waarheid te zeggen, jij leek me er
het beste voor geschikt", zeide ze.
Witham glimlachte spottend. „Nu, ik
verheug me al op een kennismaking met
een collega-speler. Maar denk je, dat
ik hem aan zal kunnen?"'
Tot haar groote ergernis voelde
Maud zich blozen, maar toch bleef ze
den man tegenover zich aankijken, ge
boeid door zijn beheersching, waar
door ironie op dit oogenblik mogelijk
werd.
„Ja", zeide ze en toen eenvoudig: „Ik
ben heel blij, dat je het wilt doen."
Een paar minuten later reed ze in
galop over de prairie; op de helling
van den volgenden heuvel haalde ze de
beide ruiters in en na een paar niets
zeggende opmerkingen tegen haar tan
te, trachtte ze, door handig gestelde
vragen, de opinie van den Colonel over
Courthorne's onderneming te weten te
komen.
„De man is een bekwaam landbou
wer de hemel moge weten, waar hij
't vak geleerd heeft", zeide Barrington.
„Doodjammer, dat er, te oordeelen naar
zijn manier van doen, ook een van de
vijf bij hem op den loop is."
Miss Barrington keek haar nichtje
aan; beiden hadden ze moeite om niet
te lachen, want ze kenden de eigen
aardigheid van hun familielid, om ieder,
die niet met zijn zienswijze meeging,
gek te noemen.
(Wordt vervolgd