DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
KRONIEK van dan DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
ZWANENBERG'S
EERSTE BLAD. 177e JAARGANG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 26 SEPTEMBER 1934. No. 227.
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
leder pak HONIG's VERMICELLI HONIfi's ^BOUILLONBLOKJE GRATIS
SOEPEN
IN BLIK
ift CITDTI?MUFP 1 Q"Ï4
De Vo'kenbond en zijn wanbe
talers Opnieuw uitstel van
regeling. Het minderheden
vraagstuk. Hongarije klaagt
weer zonder resultaat.
De Volkenbondsvergadering is giste
ren voor een deel dooi het commissie
werk heengekomen. Een paar aangele
genheden, welke m de commissies wer
den behandeld moigen hier besproken
worden: de achterstallige contributies
en een klacht van Hongarije betreffende
de minderheden
'Mei de eerste kwestie, hield de vier
de, de budgetaire, commissie zich bezig.
Verschillende leden van den Volkenbond
bleven reeds eenige jaren in gebreke de
door hen verschuldigde jaarlijksche bij
drage aan den Volkenbond (hun contri
butie dus) te behalen. Het zijn: Duitsch
land, Abessynië, Bolivië. Bulgarije. Chi
li. Columbië, Cuba, Guatemala, Hondu
ras, Liberia, Nicaragua Panama, Para
guay, Peru, Salvador en Uruguay. Voor
vt grootste deel dus de Zuid-Amerikaan-
sche staten. Met mekaar staan ze thans
voor ongeveer 8J4 millioen goudfrancs
bij den Volkenbond in het krijt, waar
van 1 millioen voor rekennig van
Duitschland.
Voirge jaren is deze zaak ook reeds
herhaaldelijk ter sprake gekomen, doch
een deugdelijk middel, om de achter
stallige pegulanten binnen te krijgen,
werd niet gevonden. De meeste wanbe
talers beroepen zich er op, dat hun fi-
nancieele positie van dien aard is, dat
ze rfet kunnen betalen. Terecht werd er
ditmaal echter n de vierde commissie
op gewezen, dal die deplorabele finan-
cieele toestand sommige staten dan
toch maar niet belet, naar hartelust oor
log te voeren (Bolivië en Paraguay).
Het eind van de beraadslagingen is
geweest, dat de vierde commissie be
sloot een ondercommissie in te stellen,
die over de achterstallige schulden zal
onderhandelen. Deze ondercommissie
zal Jen financieelen toestand van iede-
ren staat afzonderlijk moeten bestu-
deeren en aan de Volkenbondsvergade
ring van 1935 aanbevelingen moeten
doen, hetzij tot vermindering der con
tribute ten aanzien van een staat, die
te hoog was aangeslagen, hetzij tot het
nemen van dwangmaatregelen: onttrek
ken van stemrecht en dergelijke.
Wat de klachten van Hongarije be
treft: dit land kwam de vorige week in
de zesde de politieke, commissie met
zeer vinnige klachten voor den dag om
trent de behandeling der Hongaarsche
minderheden in Tsjecho-Slovakije, Roe
menië en Zuid-Slavië. Eigenlijk was dit
aiets nieuws- Hongarije klaagt al jaar
en dag over deze aangelegenheid en niet
'.en onrechte. Er hapert trouwens over
al 'l een en ander aan de behandeling
der minderheden. De wijze, waarop b.v.
Italië omspringt met de Tirolers, die na
den wereldoorlog bij Ialië werden inge
lijfd, Polen met de duizenden Qekraïners
enz- enz is zachtjes gezegd niet
hee'emaal in orde. Te Genève zijn de
minderheden, ale ze met hun gerecht
vaardigde klachten echter voor den dag
kwamen, steeds met een kluitje in het
riet gestuurd. Het Volkenbondstoezicht,
waar Polen verleden week opeens hei
bel over maakte, heeft in werkelijkheid
nooit veel te beteekenen gehad (daar
ging het de Polen trouwens ook niet
om). De minderheden hebben ondanks
dit toezicht vrijwel steeds aan Wille
keur bloot gestaan en ze staan dit op
den dag van vandaag nog steeds.
Hongarije vond ditmaal ook weer
geen baat met zijn klachten. De groote
mogendheden en Roemenië, Tsjecho-
Slovakije en Zuid-Slavië waren er als
de kippen bij, om te verklaren, dat de
zaak niet in de politieke commissie
thui.f hoorde. Ze hadden formeel gelijk.
Concrete gevallen moeten voor den
Raad van den Volkenbond gebracht
worden. De Hongaarsche gedelegeerde
zette daartegenover echter uiteen, dat
het hem meer te doen was, om een alge
meen, politiek debat over de kwestie.
De concrete klachten, die hij daarbij
uitte, waren niet meer dan voorbeel
den tot staving van zijn betoog. Een
oogenblik liepen de gemoederen erg
warm, doch tenslotte heeft de Tsjechi
sche minister van buitenlandsche zaken,
Benes,', handig diplomaat als hij is, olie
op de golven weien te gieten, door heel
vriendelijk tegen Hongarije te zijn en de
Roemeensche en Zuid-Slavische gedele
geerden te dwingen, zijn voorbeeld te
volgen. Iets positiefs leverde het debat
natuurlijk niet op. De minderheden
zul'en geduld moeten blijven oefenen.
Tot Sint Juttemis?
MINISTER MARCHANT WIL
175 R.K. SCHOLEN OPHEFFEN.
Maar men schijnt er in de be
trokken kringen niet veel voor
te voelen.
„De Tijd", een r.k. dagblad in Den
Haag bericht, dat de minister van on
derwijs, mr. Marchant het volgend
schrijven gericht heeft aan 't roomsch-
katholiek centraal bureau voor onder
wijs en opvoeding:
„In verband met de noodzakelijk
heid om ook bij het bijzonder onderwijs
te komen tot opheffing van scholen,
waarvan het zelfstandig bestaan niet
noodzakelijk is, heb ik aan het Rijks-
schooltoezicht een onderzoek opgedra
gen. Ik meen u de uitkomsten daarvan
te mogen aanbieden in het vertrouwen,
dat u deze of zelf in behandeling zult
willen nemen of, deze aan de bevoegde
instanties zult willen aanbieden.
Het overzicht, dat ik hierbij voeg, is
een samenvatting van de ambtsrappor
ten van het Rijksschooltoezicht.
Ik reken op uw volledige medewer
king om het daarheen te leiden, dat
in de gevallen, waarin zonder schade
voor het onderwijs concentratie van
scholen kan tot stand komen, deze mo
gelijkheid tot werkelijkheid wordt in 't
belang van de financiën van Rijk en
gemeente. Zeker zou ik het op prijs
stellen, indien gij aan deze zaak spoe
dig uw aandacht zoudt willen geven,
opdat ik binnen niet te langen tijd met
het resultaat in kennis kan worden ge
steld."
Bij het schrijven was een lijst ge
voegd, waarop 175 r.k. scholen, ver
deeld over 111 gemeenten vermeld
staan, welke voor opheffing in aanmer
king komen.
Volgens „De Tijd" heeft het genoem
de bureau bereids verschillende „be
zwaren" tegen deze plannen van mi
nister Marchant naar voren gebracht.
DE NIEUWE INSPECTEUR DER
RIJKSWERKVERSCHAFFING IN
DRENTE.
De heer G, Nijenhuis, burgemeester
der gemeente Gieten, gaat, 1 October
als Rijksinspecteur der werkverschaf
fing heen. In diens plaats is thans aan
gewezen de heer T. P. Mesu te Alk
maar. De heer Mesu was tot heden lid
van de directie van den Wieringermeer-
polder.
In het bericht betreffende den weg
door Zuid-Beveland en Walcheren, een
dezer dagen opgenomen, is sprake van
de brug door den Caterspolder. Dat
moet natuurlijk zijn: de w e g door den
Caterspolder.
Men maakt er ons nog attent op, dat,
als deze weg gereed zal zijn, de ge-
heele weg door Zuid-Beveland en Wal
cheren dan nog niet als voltooid be
schouwd kan worden. Aan het strik
van Kruiningen naar Goes moet n.l.
nog alles gedaan worden.%
De Drinkwatervoorziening,
Aan het verslag omtrent de werk
zaamheden van het Rijksbureau voor
drinkwatervoorziening over 1933 ont-
leenen wij het volgende betrefende
Zeeland:
Bij herdenking van het jaar 1933 in
de drinkwatergeschiedenis van dit ge
west komt terstond voor ons geestes
oog het verscheiden in het begin
van dit jaar van een persoonlijkheid,
een figuur, die ook voor dit gemeen
schapsbelang van zoo groote beteeke-
nis was, Adriaan van der Weijde, oud
lid van Gedeputeerde Staten, voorzit
ter van den Raad van Commissarissen
der N.V. Waterleiding-Maatschappij
„Schouwen-Duiveland", lid van den
Raad van Beheer der N.V. Waterlei
ding-Maatschappij. „Tholen". De Kern
gezonde Schouwsche Waterleiding
vormt een monument voor zijn ver
diensten.
De waterleiding „Tholen" kon dit
jaar na eenige ingrijpende maatregelen
voor het eerst een overschot boeken.
De verheugenis over dit feit werd ge
temperd door het aftreden van jhr. J.
van Vredenburch als Voorzitter van den
Raad van Beheer: de voorbereider en
stichter, die reeds jaren het eiland en
het land metterwoon had verlaten, trad
eerst van de commandobrug toen hij 't
schip in kalme zee had gebracht.
Op de ruïnen der oude Zeeuwsch-
Vlaamsche Waterleidingmaatschappij,
tot welker liquidatie in 1933 werd be
sloten, bloeide het nieuwe leven weder
op in den vorm van een nieuwe N.V.,
thans genaamd „Waterleiding-Maat
schappij Zeeuwsch-Vlaanderen". Ook
deze bloem had stormen te verduren,
doch het volgend jaarverslag zal kunnen
vermelden, hoe in 1934 met den bouw
der waterleiding werd begonnen.
Was er groote vreugde in Domburg,
toen met Pinksteren 1933 deze bad
plaats in de voorste rij van hare mo
dern-geoutileerde zusters kon treden
met hare waterleiding, die in Augustus
geopend werd en reeds bewezen heeft,
ook financieel een succes te zijn, overi
gens baart de watervoorziening van
Walcheren nog zorg: zoowel voor ge
meenten, die een waterleiding wen-
schen, doch er nog geen bezitten (Ar-
nemuiden, b.v.) als voor die, welke met
den besten wil niet over de bestaande
waterleiding tevreden kunnen zijn (Vlis-
singen). De oplossing zal ongetwijfeld
moeten worden gevonden in samenwer
king tusschen de drie bestaande water
leidingbedrijven: Middelburg, Vlissin-
gen en Zuid-Beveland. Daardoor zal 'n
economisch gebruik van de op Walche
ren aanwezige waterwinplaatsen en 'n
economischer aanvoer van het ontbre
kende water uit het oosten kunnen
worden bevorderd. Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland stelden om dit
vraagstuk nader te onderzoeken 'n
commissie in onder leiding van een der
leden van het College.
DE WINKELWEEK VAN
„HANDELSBELANG",
Morgen vangl de .door „Handelsbe<-
lang" (georganiseerde winkelweek aan,
De symptonen, die daarop wijzen, zijn
de vele winkel-etalages, welke aan de
oogen van het publiek zijn onttrokken
of wel geheel leeg staan ails teeken dat
men bezig is of gereed staat om heden
avor.d en wellicht vannacht iets bijzon
ders tot stand te brengen. Enkele etala
ges zijn reeds gereed en als deze de
voorloopers zijn van hetgeen ie wachten
staat, dan zal er in de 132 zaken, die
zich deden inschrijven ,veel moois en
origineels te aanschouwen zijn.
Ter inleiding van de avonden met
vee! licht in de winkels en naar de be
doeling is ook veel menschen op straat,
heeft morgenavond de eerste muzikale
wandeling plaats en wel door het mu
ziekkorps „Crescendo" met de signaal-
afdeeling van „Achilles".
Nog een drietal andere van zulke wan
delingen volgen en wel op Zatejrdag 29
September, Donderdag 4 en Zaterdag 6
October, den laatsten dag vein de win
kelweek.
Naar wij vernemen ligt het in 't voor
nemen van de buurtcommissie voor de
Burg eu Groenmarkt, om op een der
avonden, waarschijnlijk Maandag 1 Oc
(ober, een concert op genoemd plein te
doen geven.
De winkels mogen van 27 September
tct en met 6 October geopend zijn tot
10 uur 's avonds, doch na 8 uur mag geen
personeel meer aanwezig zijn.
Ter voorbereiding voor de winter
sportreizen organiseert de Nederland-
sche Reisvereeniging z.g. „'droge ski
cursussen"; voor Zeeland zal er een
worden gehouden te Middelburg, des
Woensdagsavonds.
KOUDEKERKE. De Commissaris der
Koningin heeft benoemd tot bezoldigd
veldwachter in deze gemeente A. Hit
zert thans maréchaussée te Vlissingen.
O. EN W. SOUBURG. De heer A. J-
Bruijnooge, ambtenaar ter secretarie al
hier, is ingaande 1 November a-s. be
noemd tot klerk ter secretarie der ge
meente Amersfoort,
RAAD VAN DOMBURG,
Een werkverschaffingsobject
voor jeugdfge werkloozen.
De stemmen staken over een
voorstel tot verruiming van de
verkoopgelegenheid op Zondag.
DOMBURG, Maandag vergaderde de
Raad onder voorzitterschap van derf
heer Elout. Afwezig de heer Westen
burger. Bij het begin der vergadering
bracht de heer Brand hulde aan den
heer Elout naar aanleiding van het feit,
dat laatstgenoemde eenigen tijd geleden
zijn 25-jarig raadslidmaatschap gevierd
had. De heeren De Visser en Gel
dof sloten zich bij deze woorden van
hulde aan. De heer Elout dankte.
De rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur over 1933 in ontvang 2318 en
in uitgaaf f 1803 bedragende, werd goed
gekeurd. De gemeentebegrooting voor
1935 in ontvang en uitgaaf gewone
dienst bedragende f\ 70381 werd overge
legd.
Afschrijvingen van aanslagen in de
hondenbelasting werden verleend ter
wijl een suppletoir kohier van de hon-
door H. BINDLOSS.
43.
Barrington keek haar strak aan, „Als
je erop staatlaten we dan maar
t beste er van hopen", zeide hij toen
zoo ernstig, dat Maud zich voelde blo
zen.
Den volgenden morgen vroeg ging
Witham weg; pas, toen hij in de hal
zijn bonten pak, noodig voor 't rijden op
de slede, stond aan te trekken, lukte
het Maud, om hem even alleen te
spreken.
„Gisteren heb je me iets gevraagd",
zeide ze. ,,'t Is niet makkelijk geweest,
maar 't is in orde. Dit voorjaar wordt al
mijn land bebouwd".
Witham keerde zijn hoofd even af;
bbjkbaar was het noodig, om de gespen
van zijn bonten beenstukken nog wat
aan te halen. Toen hij weer opkeek, lag
er een eigenaardige uitdrukking in zijn
oogen.
•<Dan zijn we „quitte", zeide hij met
een vormelijken glimlach. „Dat heft al
le .verplichting, die je ten opzichte van
mij gevoeld mocht hebben, op".
Het volgende oogenblik was hij ver
dwenen; heel rustig, alsof er niets ge-i
(Ingez. Med.)
beurd was, iging Maud naar de behage
lijk-warme zitkamer terug. Maar om
haar mond lag een trek, die veel te den
ken gaf.
HOOFDSTUK XI.
Gods zegen op je ploeg!
Na hardnekkigen strijd had de winter
het moeten opgeven; verweg. naar 't
barre Noorden, had hij de wijk genomen,
en ofschoon er hier en daar, vooral in de
dalen, nog plekken waren, waar de nat
tige, halfweggesmolten sneeuw nog met
aarde ontsierde, was de wind, welke
haar vuilig-grauw de vochtige, zwarte
dien lente-morgen, toen Colonel Bar-
reed, over de prairie kwam aanstrijken,
zoel-warm en zwaar van belofte. Zonder
voorafgaande aankondiging had de len
te, slechts eenige dagen geleden, opeens
ingezet; de aarde, grijs-verbleekt door
de vorst, lag onder een plotseling-war-
me zon broeiig-warm uit te wasemen;
nier en daar. op de meest beschutte
plaatsen, waagde een groepje voorbarige
bloemen het om haar kopjes omhoog,
naar het zonlicht te heffen. Meer dan
zeshonderd mijlen was het van hier naar
de Oostelijke dicht-beboschte hellingen
van de Rockies en minstens even zoo
ver was het naar de onmetelijke pijn-
boom-bosschen van Athabasca, maar
loch leek het Maud Barrington,
of de jonge, onstuimige Westenwind,
die telkens, met een geheimzinnig rui
schen, het lange, wuivende gras tot aan
den grond toe neerboog, den kernigen,
kruidigen geur in zich meedroeg. In
golven van zilvergrijs strekte het land
zich aan alle kanten van haar uit, on
afzienbaar, schijnbaar begrensd door 't
gewelf van diep, wolkenloos blauw, dat
onophoudelijk door groep na groep
van gevleugelde lenteboden, op trek
naar 't Noorden, doorkliefd werd.
Al dat frissche, levenskrachtige om
haar heen, gaf haar een sensatie, alsof
ze wijn gedronken had; het heldere
licht over de prairie, oneindigheid van
zilvergrijs en diep kobalt-blauw, wekte
een glinstering van vreugde in haar
oogen; want alleen degenen, die den
langen, onbarmhartigen winter in het
Noor Jen gedragen hebben, kunnen het
wonder van deze verjonging in al haar
heerlijkheid voelen, kunnen volmaakt
genieten van deze lente, die de uitge
strekte prairie, maandenlang verstard
onder haar wit doodskleed, in slechts
enkele dagen tot een onafzienbaar veld
van jong groen en bloemen maakt. En
dan de eeuwige waardigheid, waarvan
dit alles slechts het symbool isle
ven en hoop, beiden onoverwinnelijk!
Maud voelde het als een siddering van
geluk, maar achter deze instinctieve
vreugde-uiting wachtte haar diepste
wezen, met een vaag gevoel van ver
wonderen, af. Ze had niet alleen veel
gelezen, maar ook had ze de werke
lijkheid, het groote-stads-leven met be
grijpende oogen gezien en nu kreeg ze
het te aanschouwen, dat een speler en
een paria zich opeens in een kundig
landbouwer omgetooverd had.
Toen ze, na een kwartier van lang
zaam in stap gaan tegen de langzaam
glooiende helling van een vrij hoogen
heuvel op, den top bereikt hadden,
zagen ze hem eensklaps staan: rustig,
bijna onbewegelijk naast een reusach-
tigen vóór-ploeg stond hij af te wach
ten. Van de plaats waar hij stond liep
de meer dan vierhonderd meter lange
voor tot voorbij de groote richt-palen
op den rug van den volgenden heuvel,
en naast hem op de zwarte aard-klon
ten, die in de heete zon lage te dam
pen, stonden vier krachtige werkpaar
den van een soort, dat in de prairie
slechts schaars vertegenwoordigd is.
Zooals de berouwhebbende verloren
zoon daar stond, met zijn gebronsd ge
zicht en krachtigen bruinen hals en
borst boven een lei-blauw linnen hemd,
dat door het even overbloesen boven
den leeren gordel de slankheid van zijn
heupen nog meer deed uitkomen, was
hij het type van een flinken stoeren
man; maar toen hij zich glimlachend
tot hen keerde, was 't vooral weer de
rust en de kracht, welke het jonge
meisje opnieuw troffen. Welk een con
trast bood hij zoo, zonder hoed, met
zijn gebruind bezweet gelaat en zijn
handen, grauwig zwart van aarde met
Volkomen gelijk aan versch
in de keuken bereide soepen.
Verscheidene soorten.
(Ingez. Med.)
denbelasting werd vastgesteld. De Be
grooting van den Vleeschkeuringsdienst
te Oostkapelle werd goedgekeurd. Met
algemeenë stemmen werd daarna goed
gekeurd de overdracht van de con
cessie, verleend aan de „Imp. Continen
tal Gas Association" aan de Ned. Ind,
Gas Mij. voor het leveren van gas hu
Domburg.
Besloten werd om een overeenkomst
met Middelburg aan te gaan voor ver
leening van hulp bij brand en om, zoo
de betrokken gemeenten daartoe be
reid zijn, de met de omliggende ge
meenten gesloten, hulpverleenings- en:
wederkeerigheidsovereenkomsten met
die van de Middelburgsche overeen
komst gelijkluidend te maken. Naar aan-
lieding van deze zaak vroeg de heer
De Visser nog inlichtingen omtrent
de brandweer en de gemaakte alarm
inrichting. De V o o r z. wees er op, dat
herhaaldelijk de kastjes van de alarm--
inrichtingen door kinderen worden
opengemaakt wat bij eventueele brand
ernstige gevolgen zou kunnen hebben
en waartegen, naar hij hoopte, ook de
ouders zullen waken.
Naar aanleiding van een verzoek van
de wegencommissie van dé A.N.W.B.
K.N.A.C. werd besloten toe te staan
dat auto's in deze gemeente wanneer
zij geparkeerd staan bij een lantaarn in
de kom der gemeente, bij donker niet
verlicht behoeven te zijn.
Bij de veretering van den Westkapel-
schen weg zal ook het gedeelte bij d'e
gemeente in onderhoud geheel worden
verbeterd De heer G e 1 d o f vroeg in
e'k geval de bocmen die nog aan dien
weg staan te sparen. De heer De P a g-
ier zag gaarne, dat de helling aan den
ingang van het dorp flauwer gemaakt
kon worden daar deze voor met paar
den bespannen voertuigen nogal bÉ
geeft. Beide opmerkingen zullen ter
kennis van de autoriteiten worden ge
bracht. De gevraagde medewerking voor
de verbetering werd daarna verleend-
Eene uitvoerige discussie ontspon zich
daarna over de beplanting van het
Groentje. Het is de bedoeling op dit
pleintje een drietal perken te maken
voornamelijk met zeer laag groeiende
heesters, en die verschillende perken
van de paden al te scheiden met ijzeren
omheiningen. Een en ander zal door
jeugdige werkloozen worden verricht-
De heer Brand zeide, dat waar het
hier een geheel nieuwe wijze van wer
ken betrof uitsluitend met jeugdige-
werkloozen, het niet gemakkelijk was
een begrooting van de kosten op te ma
ken. Ook de kwestie van toezicht en
1 iding zal nog nader moeten worden
onder 't oog gezien om zooveel mogelijk
van de beschikbare krachten te profi
teered De heer De Visser had be
zwaar tegen de meerdere kosten van
onderhoud die van dezen aanleg weer
het gevolg zullen zijn. Het voorstel om
het pleintje te beplanten wordt daarna
-meet algemeene stemmen .aangenomen-
B en W. stelden voor, de betrokken
winkeliers gehoord, te verklaren dat de
jiiitengewone omstandigheden aanlei
ding geven om ten aanzien van winkels
waar brood, suikerwerken enz, en die
waar tabaEsarukelen ten verkoop in
voorraad zijn, de bepaiingen van art. 4
der wijzigingswet inzake winkelsluting
toe te passen (openstelling gedurende-
enkele uren op Zondag) De voor z„
haar oom, die in een onberispelijk rij-
costuum, met de teugels van zijn paard
in de keurig geschoeide handen, op hem
neer zat te kijken. Op dit oogenblik
leek het Maud Barrington een schande,
dat de kolonisten van Silverdale al het
handenwerk door gehuurde krachten
lieten doen.
„Je bent, ondanks mijn raad, dus
tóch in ernst begonnen", zeide Barring
ton. „Ik wensch je natuurlijk succes,,
maar veel vertrouwen er in heb ik
niet."
Witham wees lachend naar een groo
te ploeg-machine, die, getrokken door
vier zware paarden, met een nasleep
van gestadig vallende, groote, zwarte
aardkluiten, langzaam op hen af kwam.
„Ik doe alles, wat ik kan, om 't te
verkrijgen, sir"1, zeide hij. „Zooals
ziet, heb ik geen kosten gespaard. Dat
span daar, met dien ploeg en alles, wat
er nog meer bij komt, heeft me zoovee!
gekost, dat ik er liefst maar niet aan
denk".
„Geloof ik graag", antwoordde Bar
rington droogjes. „Maar waarom paar
den voor prairie-ploegen hebben wé
hier in Silverdale ossen altijd goed
genoeg gevonden."
Witham knikte. „Dat heb ik vroeger
ook gedacht, sir, en als er geen keus
is, moet je wel maar als je acht jaar
met ze gewerkt hebt, kom je wel tot
andere conclusies.
(Wordt vervolgd.)