DE VREEMDELING VAN SILVERDALE BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOrf KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1934. No. 212, PERSKRONIEK. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. SS Duitschlands financieele iso lement Het grondstoffen- vraagstuk wordt hoe langer hoe dreigender Dr, Schacht doet een „beroep" op het buitenland. In verschillende opzichten herinnert de toestand, waarin Duitschland thans verkeert, aan de positie van Sovjet- Rusland in de eerste jaren na de re volutie. Het politieke isolement van Duitschland is wel niet zóó volkomen als destijds dat van Rusland, maar toch verstaan de Duitsche machthebbers merkwaardig goed de kunst, het bui tenland hoe langer hoe meer van zich te vervreemden. Ook wat de handels betrekkingen met het buitenland be treft, kan voor de beide landen een parallel worden getrokken. Even hui verig als het buitenland destijds was, om handelsrelaties met Rusland aan te knoopen, door levering van goederen op crediet, even terughoudend betoont het zich thans tegenover Duitschland, waar het er om gaat, credieten op korten of langen termijn te verstrekken, om Duitschland in het bezit van de zoo dringend gewenschte grondstoffen te stellen. Men kan de vergelijking nog verder doortrekken: zooals destijds in Rusland koortsachtig werd gewerkt aan den wederopbouw van het land, waarbij men er prat op ging^-geen werkloosheid meer te kennen, zoo geuren ook de Duitsche machthebbers met de sterke vermindering der werkloosheid en de toeneming der industrieëele bedrijvig heid in een periode, waarin de regee ringen van andere landen zich reeds gelukkig prijzen, dat de werkgelegen heid niet verder teruggaat. Een offici- eele enquête inzake de ontwikkeling van de industriëele bedrijvigheid gedu rende de eerste helft van 1934 is tot de conclusie gekomen, dat het arbeids volume der Duitsche industrie midden 1934 nog slechts 20 pet. beneden den hoogsten, na den oorlog bereikten stand was, die in de jaren 1928-'29 viel. Wij willen de verleiding weerstaan, om ook wat de levensomstandigheden van de te werk gestelde arbeiders aangaat, een vergelijking tusschen de beide lan den te maken, al is het een bekend feit, dat de Duitsche arbeider, na aftrek van de gedwongen en quasi-vrijwillige bij dragen voor sociale doeleinden en par tijkassen nog slechts bitter weinig voor zijn levensonderhoud overhoudt. Zooals alle vergelijkingen, gaat ook deze in sommige opzichten mank; dit be treft wel in de eerste plaats de mate, waarin de beide landen van het buiten land, in economisch opzicht, afhankelijk zijn Rusland heeft het voordeel, in zijn uitgebreid gebied te beschikken over verschillende grondstoffen: petroleum, ertsen, hout, die niet alleen de eigen in dustrie van het benoodigde voorzien, maar tevens waardevol materiaal ople veren als ruilobject tegen machinerieën en andere artikelen, die van het buiten land moeten worden betrokken. Duitsch land daarentegen is voor een groot deel voor het verkrijgen van grondstoffen op het buitenland aangewezen; vandaar dat de. uitbreidingvan de binnenlandsche be drijvigheid, op zich zelf het gevolg van werkverschaffings-maatregelen der regeering, wel gepaard moest gaan met een belangrijke vergrooting van den import van grondstoffen. Sterk toegeno men :s b.v. de invoer van ruwe wol uit Australië, Uruguay, Britsch-Zuid-Afrika en Argentinië, van katoen uit Egypte, van metaal uit Canada en Congo, van ijzererts uit Zweden; Chili leverde in het tweede kwartaal dubbel zoo veel salpe ter als het vorige jaar. doer H. BINDLOSS. 28.) De rechtsgeleerde nam een kleine li niaal op en draaide het voorwerpje een paar maal om en om. ,,'t Beste is, om maar onmiddellijk terzake te komen", begon hij. „Colonel Barrington zou het voor beide partijen minder wenschelijk vinden, wanneer u zich permanent in Silverdale zoudt vestigen, daarom is hij bereid, om u voor een aanzienlijk be drag uw recht af te koopen.v' „Mijn recht?" vroeg Witham; hij had dikwijls over Silverdale hooren spreken een Engelsche kolonie op eenige hon derden mijlen afstand van Annerly. „Ja, natuurlijk", antwoordde de rechts geleerde. „Het legat van Roger Court horne, Ik heb hier een overzicht Je tarwe die op lager ligt en de bedragen aan u verschuldigd voor verkoopen, wel ke reeds plaats gehad hebben. Dan vindt u hier verder het land, veestapel en werktuigen getaxeerd door een bekend schatter voor een bedrag, waarmede u, mijns inziens, gerust accoord kunt gaan. Colonel Barrington zou u dan nu da delijk een chèque voor de helft van het bedrag willen geven. Maar hi) vraagt vier jaar, om de tweede helft af te betalen, natuurlijk met rente over dien tijd." werkverschaffings-programma begon, werkverschaffing programma begon, heeft zij er zich klaarblijkelijk geen re kenschap van gegeven, dat deze grond- stoffenimport toch ook in den een of an deren vorm aan het buitenland betaald moest worden of wel zij heeft gemeend, het buitenland te kunnen decreteeren, een grootere hoeveelheid fabrikaten van Duitschland af te nemen. In dit op zicht heeft zij zich dan leelijk misrekend. De handelspolitiek in de geheele wereld heeft zich nu eenmaal helaas hoe langer hoe meer ontwikkeld in de richting van bescherming der eigen industrieën door belemmering van den invoer, iets, waar mede Duitschland als elk ander land rekening heeft te houden, en waaraan dit land met zijn beperking van den in voer van levensmiddelen ter bescher ming van den eigen landbouw overigens trouw meedoet. Voorts heeft de boycotbeweging van de tegenstanders van het nat.-socialis- tische régime in het buitenland haar in vloed op den export doen gevoelen. Fa taler dan de geheele boycotbeweging is echter voor Duitschland het wegvallen van de Russische bestellingen, In de ja ren 1931 en 1932 en ook nog in het vo rige jaar, heeft Rusland voor honderden millioenen orders in Duitschland ge plaatst. Er was een tijd, dat de Duitsche machine-industrie b.v. bijna geheel van deze „Russenorders" leefde. Wat vooral belangrijk was: Rusland betrok voor veel grootere bedragen goederen uit Duitschland, dan het zelf aan dit land leverde, zoodat het uit den handel met Rusland ontstaande overschot kon wor den aangewend voor de betaling van goederen uit andere landen, resp, voor de verrekening van oude schulden, Duitschland, dat dus geen mogelijk heid had, om zijn sterk gestegen invoer met een evenredige toeneming van den uitvoer te betalen en zijn export zelfs gestadig zag teruggaan moest, om te kunnen voortgaan met producéeren, wel putten uit de aanwezige reserves, of wel het moest de oude schulden, die uit het uitvoeroverschot hadden dienen te worden bestreden, niet betalen. Het heeft beide gedaan. Met een herinne ring aan den tijd der Mark-depreciatie, waarin men „zich arm verdiende", zou thans kunnen gezegd worden, dat Duitschland zich „arm werkt". De nog aanwezige goud- en deviezenreserves van de Rijksbank zijn nagenoeg opge soupeerd; de nog in het land aanwezige, vroeger geïmporteerde grondstoffen- voorraden slinken en de fabrieken wor den, bij gebrek aan materiaal, met stil stand bedreigd. Bij dit alles kan het bui tenland niet, of slechts door dreigemen ten betaling erlangen van oude vorderin gen. Dr. Schacht, de president van de Rijksbank en minister van economische zaken heeft dezer dagen in verband met dit alles opnieuw zijn stem doen hooren. Niet, om met een erkenning van Duitschlands onmacht om te betalen de hand in eigen boezem te stekken en een verandering van de fataal gebleken economische politiek in het vooruitzicht te stellen, maar om het buitenland ver antwoordelijk te stellen voor de moei lijkheden, waarmee Duitschland te kam pen heeft. Reeds bij vorige gelegenhe den heeft dr. Schacht het beeld ver toond van den gefailleerde, die zijn cre diteuren verwijt, dat zij in zijn goede trouw hebben geloofd. Ditmaal gaat hij echter nog een stap verder: Duitsch land zal, zegt hij, nog langen tijd niet in staat zijn, zijn oude schulden te be talen; een deel ervan (welk percentage zegt hij niet) moeten de crediteuren het maar geheel kwijtschelden; zij hadden moeten bedenken, dat Duitschland bij het opnemen van leeningen destijds bo ven zijn krachten is gegaan en de op brengst heeft aangewend voor allerlei onproductieve uitgaven. Schluss |dus met die oude schulden, Wat Duitschland thans noodig heeft, is nieuw geld voor de financiering van zijn grondstoffenin- voer. Geeft Duitschland dus nieuwe cre dieten. Zoo niet, dan gaat met Duitsch land het economisch leven van de ge heele wereld ten gronde. Men weet nauwelijks, waarover men zich het meest moet verbazen: het aplomb, waarmede dr. Schacht tracht, de wereld te overbluffen, of de naïve teit, die uit de thans door hem gelan ceerde voorstellen spreekt. Welke ga rantie zou het buitenland, stel dat het op het denkbeeld zou willen ingaan, hebben, dat een eventueele opvolger van dr. Schacht niet op grond van de zelfde overwegingen, die thans voor dr. Schacht gelden, den buitenlandschen crediteuren dezelfde verwijten naar het hoofd slingert Kunnen de in het werk verschaffingsprogramma van de Duitsche regeering opgenomen openbare werken de toets der critiek doorstaan, bezien uit het oogpunt der productiviteit Om nog te zwijgen van het materiaal, dat uit het buitenland moet worden betrokken voor bewapeningsdoeleinden e.d. Te recht zou later kunnen worden gezegd, dat het buitenland door verleening van credieten het Duitsche volk in staat had gesteld, boven zijn stand te leven. MISBRUIKEN BIJ GELDINZAMELINGEN. Een „bloemlezing" In het jaarverslag 1933 van het Cen traal Archief en Inlichtingebureau inza ke Maatschappelijk Hulpbetoon voor Nederland welk verslag door den minis ter van binnenlandsche zaken aan de gemeentebesturen is toegezonden, worcft het volgende vermeld, betreffende mis bruiken: In dit jaar kwamen wederom verschei dene gevallen van fraude en misbruik bij inzamelingen aan het licht. Er waren er bij, die van a tot z bedrog zijn. Er zijn z.g. vereenigingen, die reeds tien tallen jaren niets anders doen dan het publiek permanent oplichten. Veelal worden daarbij namen gekozen, die veel gelijkenis vertoonen met die van be staande bonafide vereenigingen. Men kiest namen als: Werkverschaffing aan hulpbehoevende blinden. Uitzending van kinderen naar buiten, afd. Maatschappe lijk werk of Vereeniging voor Werkver schaffing. Het is zaak te letten op de handtee- keningen. Misbruik komt ook voor bij overigens bonafide instelingen, waarvan de bestuurders vaak het fijne gevoel van eerlijkheid missen, dat in het pu blieke leven noodig is. Het publiek wordt misleid door het niet duidelijk vermel den, dat een instelling slechts werkzaam is voor een bepaalde godsdienstige ge zindte, door het niet duidelijk aange ven van het doel, waarvoor gecollec teerd wordt. Ongewenscht is ook, dat een instelling van plaatselijken aard het geheele land met collecten afreist of dat instellingen op ruime schaal collecteeren, terwijl het aantal gesteunden zeer gering is. Ook zijn er vereenigingen, waarvan het financieel beleid veel te wenschen overlaat, Soms is het particulier belang van be stuursleden of collectanten nauw bij de collecte betrokken. Van een bekende vereeniging en op zichzelf geheel bonafide instelling, bleek nog weer in "dit jaar dat het onkosten- percentage der inzameling meer dan 60 pet. bedroeg. Zeer ernstige misbruiken komen ook voor bij 't aanbieden van kwitanties en lijsten langs de huizen. Deze inzamelin gen geschieden z.g. voor evangelisatie of filantropie. Herhaaldelijk bleek dat deze collectanten alleen ten eigen bate werkten. De diverse nabootsingen van het Leger des Heils, (Stichting William Booth) zijn een voortdurende misleiding voor het publiek. Het Nederlandsche Leger des Heils, Nationaal Reddingsle- ger en Heilsbrigade zijn allen imitaties van het Leger des Heils en naam zoowel als uniform veroorzaken bij het publiek voortdurend verwarring. Er blijft veel van de ingezamelde gel den aan den strijkstok hangen. Er zijn menschen die var.: collecteeren hun be roep maken. Vooral dezen gebruiken handige trucs, waar het niet gewaar schuwde publiek we! in moet loopen. (N.R.Ct.) DE NIEUWE SPELLING OOK OP DE HAAGSCHE SCHOLEN. B. en W. van Den Haag hebben aan alle hoofden van openbare scholen in deze gemeente een circulaire gezonden, waarin voor de openbare scholen de spelling-Marchant wordt voorgeschre ven. Het gemeentebestuur heeft voorts van dit besluit kennis gegeven aan de be sturen van de bijzondere scholen te de zer stede. Op verschillende katholieke scholen is intusschen reeds met ingang van het nieuwe schooljaar de spelling-Marchant ingevoerd, zij het op sommige scholen met een kleine reserve wat betreft de naamvals-n voor mannelijke woorden. TE VEEL AMBTENAREN? In de „Tijd" (r-k) komt een artikel voor waarin op bezuiniging in den Staatsdienst wordt aangedrongen 1 en speciaal 'gewezen op den geweldigen aanwas der ambtenaren, Het blad schrijft o.a.: Niet voor niets zegt men wel eens: Zet een referendaris voor een of ander karwei ergens neer; na een paar jaar ziet ge hem terug in een apart gebouw aan het hoofd van een afdeeling met 1 O-tallen ondergeschikten. Hij worstelt om een 'sous-chef met den rang van referendaris; hij ijvert om inrichting van onderafdeelingen met hoofdcommiezen als chef; zijn bevor dering tot administrateur volgt dan van zelf. In 1931 was het aantal Rijksambtena ren (arbeidscontracters inbegrepen) 60.990. Dit was in 189115734 191029887 191331845 In percentages uitgedrukt is alzoo de toename in 1931 tegenover: 1891287 pCt. 1910104 pCt. 191390 pCt. terwijl de bevolking ongeveer toenam resp. als volgt: 189174 pCt. 191035 pCt. 1913,29 pCt. De uitbreiding van het aantal ambte naren is ook indien men met den be volkingsaanwas rekening houdt zeef aanzienlijk. Na '31 zijn er geen cijfers, het blad dringt op 'n nieuw deskundig onder zoek aan: Dit algemeen onderzoek vragen wè omdat reeds zonder onderzoek plekken kunnen worden aangewezen, waar amb tenaren een plaats bezetten, die te wei nig zin heeft, wier vrij nutteloos werk nog dit nadeel heeft, dat anderen het weer moeten lazen en' dus op hun beurt den tijd er mee verknoeien, omdat we reeds nu meerdere functionarissen hoo ren noemen, wier taak in omvang niet is wat ze kon en moest zijn, en andere titularissen, die anderen leiden en op anderen toezien, zonder dat die ande ren die leiding of dat toezicht van noo- de hebben. Geen ambtenaar meer dan noodig is! moet het eerste parool zijn. HARDNEKKIGE VERSTOPPING, dik- kedarm-catarrh, opgeblazenheid,, maag storingen, een gevoel van ziek zijn, worden vaak door het gebruik van het natuurlijke „Franz-Josef"-bitterwater, 's morgens en 's avonds telkens een glaas je, gunstig beïnvloed. Door Med. aanb. (Ingez, Med.) (Ingez. Med.) Witham nam het papier, dat de rechtsgeleerde hem over tafel toeschool, op en begon het te bestudeeren, blij dat hij een oogenblik tijd had om tot zichzelï, te komen. Het was een overzicht van een groot boerenbedrijf, maar in ver houding tot de grootte van het land was de oogst opvallend klein. Geholpen door zijn jarenlange routine distilleerde hij deze feiten uit de rijen getallen; onder- tusschen waren zijn hersenen echter met geheel andere dingen bezig. „Colonel Barrington schijnt erg ver langend om van me af te komen,'", zeide hij. „En dat, terwijl ik recht heb op het land." „Zeker," antwoorde de rechtsgeleerde. „Colonel Barrington is ook niet van plan om u dat recht te betwisten, ofschoon hij dit volgens mij, naar aanleiding van één der bepalingen van het testament best had kunnen doen," „Zijn motieven kunnen we buiten be spreking laten." Witham bevochtigde even zijn lippen met zijn tong; zijn handen waren klam van het zweet. Tot dusver was hij altijd een eerlijk man geweest; hij voelde het als iets onmogelijks om het geld, dat hem niet toekwam, aan te nemen. Maar aan den anderen kant wist hij, dat het even onmogelijk was wanneer hij zijn identiteit openbaarde, om aan den strop te ontsnappen de man, die dood was, had hem een schandelijk onrecht aangedaan. Als compensatie daarvoor had hij recht op veiligheid cn veilig was hij alleen wanneer hij, door de rol van Courthorne vol te houden, herkenning als Witham kon vermijden. „Feitelijk weet ik niet eens, waarom Colonel Barrington zoo verbitterd op me is", polste hij den rechtsgeleerde. „Dat is een quaestie, die ik het liefst niet bes.preken wil", antwoordde de ander, ,,'t Is vijftien jaar geleden, dat Co lonel Barrington u voor het laatst ge zien heeft, maar hij heeft door mij laten onderzoeken, hoe u in Canada be kend stond en het resultaat was niet zeer bevredigend. Om u de waarheid te zeggen, kan ik me zijn gevoelens ten uwen opzichte wel begrijpen." „Dus eigenlijk komt de zaak hierop neer,'" zeide Witham droogjes: „een n|an, die mij in vijftien jaar niet gezien heeft, zou zich de grootste opofferingen willen getroosten om me uit zijn nabijheid weg te houden." De rechtsgeleerde knikte. „Ja, zoo is het; de zaak verbloemen helpt toch niet. En daarbij is de Colonel, zooals u weet, een man, die zijn wil gewoonlijk weet door te zetten.'" Witham begon te lachen; in de kunst om zijn wil door te zetten, behoefde hij voor niemand onder te doen en daarbij gevoelde hij niet den minsten lust om zich ten opzichte van Colonel Barring ton, die ten slotte toch een familielid van Courthorne was, tegemoetkomend te toonen. „Ik geloof dat ik te dien opzichte niet voor hem behoef onder te doen", zeide hij. „Na alles, wat u me verteld hebt, voel ik me meer dan ooit geneigd om mijn eigen zin in deze te volgen. Zijn er, behalve de Colonel, nog meer personen op Silverdale, die bevooroorbeeld tegen me zijn?" De rechtsgeleerde liep in de val. „Miss Barrington is het natuurlijk met haar broer eens en het nichtje zal hen beiden natuurlijk niet tegenwerken. Vijftien jaar geleden, toen ze voor 't laatst ge zien heeft, was ze nog een kind, maar te oordeelen naar wat ik van haar ka rakter ken, zal zij positief aan den kant van den Colonel staan." „Hm!" zeide Witham. „Voordat ik een besluit neem, moet ik eerst over de zaak nadenken. Morgenochtend zullen we nog eens samen praten. En waarschijnlijk moet ik dan beginnen met m'n identiteit te bewijzen?" „Gezien het feit, dat een van de be kendste informatie-bureaux uw doen en laten gedurende al die jaren nagegaan heeft en geëindigd is met me te vertel len, waar ik u kon vinden, is dat niet be paald noodzakelijk", antwoordde de rechtsgeleerde lakoniek. Tot laat in den nacht bleef Witham op zitten, eerst om de papieren, die de ad vocaat hem gegeven had, door te lezen, daarna om de zaak met zichzelf uit te vechten. Dat hij voor Courthorne moest blijven doorgaan, stond vast; maar 'daar hij in geen geval het geld, dat hem niet toekwam, kon aannemen, schoot hem niets anders over dan het eigendom van den man als het ware in bruikleen te aanvaarden. Dat zou een schikking zijn dien niemand schade zou doen en m De toestand in Duitschland oefent een slechten invloed op de geheele wereldhuishou ding uit Vrijwel onveran derde stemming ter beurze. De toestand wajarin Duitschland is geraakt, en die van dag tot dag nog dreigt te verergeren, doet op de gehee le wereldhuishouding zijn invloed ge voelen. Een voortdurende verminde ring van de koopkracht van een volk van zestig millioen zielen moet wel tot een verdere ontwrichting van het in ternationale handelsverkeer leiden. Hierop speculeeren de Duitsche macht hebbers klaarblijkelijk bij hun pogin gen, om het buitenland tot verdere fi- nancieele concessies te dwingen. Groo- te kans op succes heeft deze speculatie echter vermoedelijk niet, hetzij dan, dat speciale waarborgen voor de te verstrekken nieuwe credieten kunnen worden gegeven, zoodat men niet, zoo als vroeger, van de goede trouw van Duitschland afhangt, maar, b.v. zoo noodig over in het buitenland aanwezi ge zekerheid kan beschikken. Of.... wanneer een verdere verslechtering van den economischen toestand en een daarmede gepaard gaande groeiende ontevredenheid der bevolking de te genwoordige machthebbers zoo murw mocht maken, dat zoowel in financieel als in economisch en politiek opzicht meer rekening wordt gehouden met de opvattingen van het buitenland. Voors hands zijn wij hiervan echter nog een heel eind verwijderd. Diverse uitingen van dr. Schacht heb ben den gunstigen indruk, dien de ein delijk© tot standkoming van de transfer regeling tusschen Nederland en Duitsch land had kunnen wekken, geheel te niet gedaan. Men ziet wel in, dat de waarde van de vorderingen op Duitschland hoe langer hoe twijfelachtiger wordt- De thans getroffen regeling geldt voorloo- vergelijking met alles, wat Courthorne hem ontnomen had, was de Silverdale- sche boerderij een schamele vergoeding. Zooals uit de papieren voor hem bleek, was de bezitting niet groot; wanneer ze echter in goede handen kwam, kon het bedrijf zeer zeker rendeerend gemaakt worden. Geen wonder, dat Witham, die zijn jaren langen strijd met behulp van verouderde of ontoereikende werktui gen en paarden, die niet voor het werk geschikt waren, had moeten volhouden, een herleving van al zijn energie voelde hij de gedachte, wat hij in het moderne Silverdale zou kunnen bereiken. Wat hem in de verleiding bracht was geen hebzucht; 't was het. verlangen om zijn kracht te toonen, om te bewijzen, dat hij, met een gelijke kans, evenals zooveef anderen, iets bereiken kon, Hij had zich zelf het allernoodigste onthouden, Iiij had geleefd en gewerkt als een lastdier; nu werd hem de gelegenheid gebóden om door zijn verstand datgene te berei ken wat hij, door het laatste restje kracht van zijn overspannen spieren te eischen, tot stand had willen brengen. En daarbij had hij door den langen strijd iets van de fijnheid van zijn beoordee- lingsvermogen ingeboet hij zag zich zelf nog slechts als een eenzaam man, die, in weerwil van de voortdurende oppositie van het noodlot, er moest zien te komen. Het leek dwaasheid om te weigeren, nu hij slechts zijn hand be hoefde uit te steken, om het geluk te grijpen. j (Wondt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5