DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOrf
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1934. No. 212,
PERSKRONIEK.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
SS
Duitschlands financieele iso
lement Het grondstoffen-
vraagstuk wordt hoe langer
hoe dreigender Dr, Schacht
doet een „beroep" op het
buitenland.
In verschillende opzichten herinnert
de toestand, waarin Duitschland thans
verkeert, aan de positie van Sovjet-
Rusland in de eerste jaren na de re
volutie. Het politieke isolement van
Duitschland is wel niet zóó volkomen
als destijds dat van Rusland, maar toch
verstaan de Duitsche machthebbers
merkwaardig goed de kunst, het bui
tenland hoe langer hoe meer van zich
te vervreemden. Ook wat de handels
betrekkingen met het buitenland be
treft, kan voor de beide landen een
parallel worden getrokken. Even hui
verig als het buitenland destijds was,
om handelsrelaties met Rusland aan te
knoopen, door levering van goederen op
crediet, even terughoudend betoont het
zich thans tegenover Duitschland, waar
het er om gaat, credieten op korten
of langen termijn te verstrekken, om
Duitschland in het bezit van de zoo
dringend gewenschte grondstoffen te
stellen.
Men kan de vergelijking nog verder
doortrekken: zooals destijds in Rusland
koortsachtig werd gewerkt aan den
wederopbouw van het land, waarbij
men er prat op ging^-geen werkloosheid
meer te kennen, zoo geuren ook de
Duitsche machthebbers met de sterke
vermindering der werkloosheid en de
toeneming der industrieëele bedrijvig
heid in een periode, waarin de regee
ringen van andere landen zich reeds
gelukkig prijzen, dat de werkgelegen
heid niet verder teruggaat. Een offici-
eele enquête inzake de ontwikkeling
van de industriëele bedrijvigheid gedu
rende de eerste helft van 1934 is tot
de conclusie gekomen, dat het arbeids
volume der Duitsche industrie midden
1934 nog slechts 20 pet. beneden den
hoogsten, na den oorlog bereikten stand
was, die in de jaren 1928-'29 viel. Wij
willen de verleiding weerstaan, om ook
wat de levensomstandigheden van de
te werk gestelde arbeiders aangaat,
een vergelijking tusschen de beide lan
den te maken, al is het een bekend feit,
dat de Duitsche arbeider, na aftrek van
de gedwongen en quasi-vrijwillige bij
dragen voor sociale doeleinden en par
tijkassen nog slechts bitter weinig voor
zijn levensonderhoud overhoudt.
Zooals alle vergelijkingen, gaat ook
deze in sommige opzichten mank; dit be
treft wel in de eerste plaats de mate,
waarin de beide landen van het buiten
land, in economisch opzicht, afhankelijk
zijn Rusland heeft het voordeel, in zijn
uitgebreid gebied te beschikken over
verschillende grondstoffen: petroleum,
ertsen, hout, die niet alleen de eigen in
dustrie van het benoodigde voorzien,
maar tevens waardevol materiaal ople
veren als ruilobject tegen machinerieën
en andere artikelen, die van het buiten
land moeten worden betrokken. Duitsch
land daarentegen is voor een groot deel
voor het verkrijgen van grondstoffen op
het buitenland aangewezen; vandaar dat
de. uitbreidingvan de binnenlandsche be
drijvigheid, op zich zelf het gevolg
van werkverschaffings-maatregelen der
regeering, wel gepaard moest gaan
met een belangrijke vergrooting van den
import van grondstoffen. Sterk toegeno
men :s b.v. de invoer van ruwe wol uit
Australië, Uruguay, Britsch-Zuid-Afrika
en Argentinië, van katoen uit Egypte,
van metaal uit Canada en Congo, van
ijzererts uit Zweden; Chili leverde in het
tweede kwartaal dubbel zoo veel salpe
ter als het vorige jaar.
doer H. BINDLOSS.
28.)
De rechtsgeleerde nam een kleine li
niaal op en draaide het voorwerpje een
paar maal om en om. ,,'t Beste is, om
maar onmiddellijk terzake te komen",
begon hij. „Colonel Barrington zou het
voor beide partijen minder wenschelijk
vinden, wanneer u zich permanent in
Silverdale zoudt vestigen, daarom is hij
bereid, om u voor een aanzienlijk be
drag uw recht af te koopen.v'
„Mijn recht?" vroeg Witham; hij had
dikwijls over Silverdale hooren spreken
een Engelsche kolonie op eenige hon
derden mijlen afstand van Annerly.
„Ja, natuurlijk", antwoordde de rechts
geleerde. „Het legat van Roger Court
horne, Ik heb hier een overzicht Je
tarwe die op lager ligt en de bedragen
aan u verschuldigd voor verkoopen, wel
ke reeds plaats gehad hebben. Dan vindt
u hier verder het land, veestapel en
werktuigen getaxeerd door een bekend
schatter voor een bedrag, waarmede u,
mijns inziens, gerust accoord kunt gaan.
Colonel Barrington zou u dan nu da
delijk een chèque voor de helft van
het bedrag willen geven. Maar hi)
vraagt vier jaar, om de tweede helft af
te betalen, natuurlijk met rente over
dien tijd."
werkverschaffings-programma begon,
werkverschaffing programma begon,
heeft zij er zich klaarblijkelijk geen re
kenschap van gegeven, dat deze grond-
stoffenimport toch ook in den een of an
deren vorm aan het buitenland betaald
moest worden of wel zij heeft gemeend,
het buitenland te kunnen decreteeren,
een grootere hoeveelheid fabrikaten
van Duitschland af te nemen. In dit op
zicht heeft zij zich dan leelijk misrekend.
De handelspolitiek in de geheele wereld
heeft zich nu eenmaal helaas hoe langer
hoe meer ontwikkeld in de richting van
bescherming der eigen industrieën door
belemmering van den invoer, iets, waar
mede Duitschland als elk ander land
rekening heeft te houden, en waaraan
dit land met zijn beperking van den in
voer van levensmiddelen ter bescher
ming van den eigen landbouw overigens
trouw meedoet.
Voorts heeft de boycotbeweging van
de tegenstanders van het nat.-socialis-
tische régime in het buitenland haar in
vloed op den export doen gevoelen. Fa
taler dan de geheele boycotbeweging is
echter voor Duitschland het wegvallen
van de Russische bestellingen, In de ja
ren 1931 en 1932 en ook nog in het vo
rige jaar, heeft Rusland voor honderden
millioenen orders in Duitschland ge
plaatst. Er was een tijd, dat de Duitsche
machine-industrie b.v. bijna geheel van
deze „Russenorders" leefde. Wat vooral
belangrijk was: Rusland betrok voor
veel grootere bedragen goederen uit
Duitschland, dan het zelf aan dit land
leverde, zoodat het uit den handel met
Rusland ontstaande overschot kon wor
den aangewend voor de betaling van
goederen uit andere landen, resp, voor
de verrekening van oude schulden,
Duitschland, dat dus geen mogelijk
heid had, om zijn sterk gestegen invoer
met een evenredige toeneming van den
uitvoer te betalen en zijn export zelfs
gestadig zag teruggaan moest, om te
kunnen voortgaan met producéeren,
wel putten uit de aanwezige reserves,
of wel het moest de oude schulden, die
uit het uitvoeroverschot hadden dienen
te worden bestreden, niet betalen. Het
heeft beide gedaan. Met een herinne
ring aan den tijd der Mark-depreciatie,
waarin men „zich arm verdiende", zou
thans kunnen gezegd worden, dat
Duitschland zich „arm werkt". De nog
aanwezige goud- en deviezenreserves
van de Rijksbank zijn nagenoeg opge
soupeerd; de nog in het land aanwezige,
vroeger geïmporteerde grondstoffen-
voorraden slinken en de fabrieken wor
den, bij gebrek aan materiaal, met stil
stand bedreigd. Bij dit alles kan het bui
tenland niet, of slechts door dreigemen
ten betaling erlangen van oude vorderin
gen.
Dr. Schacht, de president van de
Rijksbank en minister van economische
zaken heeft dezer dagen in verband met
dit alles opnieuw zijn stem doen hooren.
Niet, om met een erkenning van
Duitschlands onmacht om te betalen de
hand in eigen boezem te stekken en
een verandering van de fataal gebleken
economische politiek in het vooruitzicht
te stellen, maar om het buitenland ver
antwoordelijk te stellen voor de moei
lijkheden, waarmee Duitschland te kam
pen heeft. Reeds bij vorige gelegenhe
den heeft dr. Schacht het beeld ver
toond van den gefailleerde, die zijn cre
diteuren verwijt, dat zij in zijn goede
trouw hebben geloofd. Ditmaal gaat hij
echter nog een stap verder: Duitsch
land zal, zegt hij, nog langen tijd niet
in staat zijn, zijn oude schulden te be
talen; een deel ervan (welk percentage
zegt hij niet) moeten de crediteuren het
maar geheel kwijtschelden; zij hadden
moeten bedenken, dat Duitschland bij
het opnemen van leeningen destijds bo
ven zijn krachten is gegaan en de op
brengst heeft aangewend voor allerlei
onproductieve uitgaven. Schluss |dus
met die oude schulden, Wat Duitschland
thans noodig heeft, is nieuw geld voor
de financiering van zijn grondstoffenin-
voer. Geeft Duitschland dus nieuwe cre
dieten. Zoo niet, dan gaat met Duitsch
land het economisch leven van de ge
heele wereld ten gronde.
Men weet nauwelijks, waarover men
zich het meest moet verbazen: het
aplomb, waarmede dr. Schacht tracht,
de wereld te overbluffen, of de naïve
teit, die uit de thans door hem gelan
ceerde voorstellen spreekt. Welke ga
rantie zou het buitenland, stel dat het
op het denkbeeld zou willen ingaan,
hebben, dat een eventueele opvolger
van dr. Schacht niet op grond van de
zelfde overwegingen, die thans voor dr.
Schacht gelden, den buitenlandschen
crediteuren dezelfde verwijten naar het
hoofd slingert Kunnen de in het werk
verschaffingsprogramma van de Duitsche
regeering opgenomen openbare werken
de toets der critiek doorstaan, bezien
uit het oogpunt der productiviteit Om
nog te zwijgen van het materiaal, dat uit
het buitenland moet worden betrokken
voor bewapeningsdoeleinden e.d. Te
recht zou later kunnen worden gezegd,
dat het buitenland door verleening van
credieten het Duitsche volk in staat had
gesteld, boven zijn stand te leven.
MISBRUIKEN BIJ
GELDINZAMELINGEN.
Een „bloemlezing"
In het jaarverslag 1933 van het Cen
traal Archief en Inlichtingebureau inza
ke Maatschappelijk Hulpbetoon voor
Nederland welk verslag door den minis
ter van binnenlandsche zaken aan de
gemeentebesturen is toegezonden, worcft
het volgende vermeld, betreffende mis
bruiken:
In dit jaar kwamen wederom verschei
dene gevallen van fraude en misbruik
bij inzamelingen aan het licht. Er waren
er bij, die van a tot z bedrog zijn. Er
zijn z.g. vereenigingen, die reeds tien
tallen jaren niets anders doen dan het
publiek permanent oplichten. Veelal
worden daarbij namen gekozen, die veel
gelijkenis vertoonen met die van be
staande bonafide vereenigingen. Men
kiest namen als: Werkverschaffing aan
hulpbehoevende blinden. Uitzending van
kinderen naar buiten, afd. Maatschappe
lijk werk of Vereeniging voor Werkver
schaffing.
Het is zaak te letten op de handtee-
keningen. Misbruik komt ook voor bij
overigens bonafide instelingen, waarvan
de bestuurders vaak het fijne gevoel
van eerlijkheid missen, dat in het pu
blieke leven noodig is. Het publiek wordt
misleid door het niet duidelijk vermel
den, dat een instelling slechts werkzaam
is voor een bepaalde godsdienstige ge
zindte, door het niet duidelijk aange
ven van het doel, waarvoor gecollec
teerd wordt.
Ongewenscht is ook, dat een instelling
van plaatselijken aard het geheele land
met collecten afreist of dat instellingen
op ruime schaal collecteeren, terwijl het
aantal gesteunden zeer gering is.
Ook zijn er vereenigingen, waarvan
het financieel beleid veel te wenschen
overlaat,
Soms is het particulier belang van be
stuursleden of collectanten nauw bij de
collecte betrokken.
Van een bekende vereeniging en op
zichzelf geheel bonafide instelling, bleek
nog weer in "dit jaar dat het onkosten-
percentage der inzameling meer dan 60
pet. bedroeg.
Zeer ernstige misbruiken komen ook
voor bij 't aanbieden van kwitanties en
lijsten langs de huizen. Deze inzamelin
gen geschieden z.g. voor evangelisatie of
filantropie. Herhaaldelijk bleek dat
deze collectanten alleen ten eigen bate
werkten. De diverse nabootsingen van
het Leger des Heils, (Stichting William
Booth) zijn een voortdurende misleiding
voor het publiek. Het Nederlandsche
Leger des Heils, Nationaal Reddingsle-
ger en Heilsbrigade zijn allen imitaties
van het Leger des Heils en naam zoowel
als uniform veroorzaken bij het publiek
voortdurend verwarring.
Er blijft veel van de ingezamelde gel
den aan den strijkstok hangen. Er zijn
menschen die var.: collecteeren hun be
roep maken. Vooral dezen gebruiken
handige trucs, waar het niet gewaar
schuwde publiek we! in moet loopen.
(N.R.Ct.)
DE NIEUWE SPELLING OOK OP
DE HAAGSCHE SCHOLEN.
B. en W. van Den Haag hebben aan
alle hoofden van openbare scholen in
deze gemeente een circulaire gezonden,
waarin voor de openbare scholen de
spelling-Marchant wordt voorgeschre
ven.
Het gemeentebestuur heeft voorts van
dit besluit kennis gegeven aan de be
sturen van de bijzondere scholen te de
zer stede.
Op verschillende katholieke scholen
is intusschen reeds met ingang van het
nieuwe schooljaar de spelling-Marchant
ingevoerd, zij het op sommige scholen
met een kleine reserve wat betreft de
naamvals-n voor mannelijke woorden.
TE VEEL AMBTENAREN?
In de „Tijd" (r-k) komt een artikel
voor waarin op bezuiniging in den
Staatsdienst wordt aangedrongen 1 en
speciaal 'gewezen op den geweldigen
aanwas der ambtenaren,
Het blad schrijft o.a.:
Niet voor niets zegt men wel eens:
Zet een referendaris voor een of ander
karwei ergens neer; na een paar jaar
ziet ge hem terug in een apart gebouw
aan het hoofd van een afdeeling met
1 O-tallen ondergeschikten.
Hij worstelt om een 'sous-chef met
den rang van referendaris; hij ijvert om
inrichting van onderafdeelingen met
hoofdcommiezen als chef; zijn bevor
dering tot administrateur volgt dan van
zelf.
In 1931 was het aantal Rijksambtena
ren (arbeidscontracters inbegrepen)
60.990.
Dit was in 189115734
191029887
191331845
In percentages uitgedrukt is alzoo de
toename in 1931 tegenover:
1891287 pCt.
1910104 pCt.
191390 pCt.
terwijl de bevolking ongeveer toenam
resp. als volgt: 189174 pCt.
191035 pCt.
1913,29 pCt.
De uitbreiding van het aantal ambte
naren is ook indien men met den be
volkingsaanwas rekening houdt zeef
aanzienlijk.
Na '31 zijn er geen cijfers, het blad
dringt op 'n nieuw deskundig onder
zoek aan:
Dit algemeen onderzoek vragen wè
omdat reeds zonder onderzoek plekken
kunnen worden aangewezen, waar amb
tenaren een plaats bezetten, die te wei
nig zin heeft, wier vrij nutteloos werk
nog dit nadeel heeft, dat anderen het
weer moeten lazen en' dus op hun beurt
den tijd er mee verknoeien, omdat we
reeds nu meerdere functionarissen hoo
ren noemen, wier taak in omvang niet
is wat ze kon en moest zijn, en andere
titularissen, die anderen leiden en op
anderen toezien, zonder dat die ande
ren die leiding of dat toezicht van noo-
de hebben. Geen ambtenaar meer dan
noodig is! moet het eerste parool zijn.
HARDNEKKIGE VERSTOPPING, dik-
kedarm-catarrh, opgeblazenheid,, maag
storingen, een gevoel van ziek zijn,
worden vaak door het gebruik van het
natuurlijke „Franz-Josef"-bitterwater, 's
morgens en 's avonds telkens een glaas
je, gunstig beïnvloed. Door Med. aanb.
(Ingez, Med.)
(Ingez. Med.)
Witham nam het papier, dat de
rechtsgeleerde hem over tafel toeschool,
op en begon het te bestudeeren, blij dat
hij een oogenblik tijd had om tot zichzelï,
te komen. Het was een overzicht van
een groot boerenbedrijf, maar in ver
houding tot de grootte van het land was
de oogst opvallend klein. Geholpen door
zijn jarenlange routine distilleerde hij
deze feiten uit de rijen getallen; onder-
tusschen waren zijn hersenen echter met
geheel andere dingen bezig.
„Colonel Barrington schijnt erg ver
langend om van me af te komen,'", zeide
hij. „En dat, terwijl ik recht heb op het
land."
„Zeker," antwoorde de rechtsgeleerde.
„Colonel Barrington is ook niet van plan
om u dat recht te betwisten, ofschoon
hij dit volgens mij, naar aanleiding van
één der bepalingen van het testament
best had kunnen doen,"
„Zijn motieven kunnen we buiten be
spreking laten."
Witham bevochtigde even zijn lippen
met zijn tong; zijn handen waren klam
van het zweet. Tot dusver was hij altijd
een eerlijk man geweest; hij voelde
het als iets onmogelijks om het geld,
dat hem niet toekwam, aan te nemen.
Maar aan den anderen kant wist hij,
dat het even onmogelijk was wanneer
hij zijn identiteit openbaarde, om aan
den strop te ontsnappen de man,
die dood was, had hem een schandelijk
onrecht aangedaan. Als compensatie
daarvoor had hij recht op veiligheid cn
veilig was hij alleen wanneer hij, door
de rol van Courthorne vol te houden,
herkenning als Witham kon vermijden.
„Feitelijk weet ik niet eens, waarom
Colonel Barrington zoo verbitterd op
me is", polste hij den rechtsgeleerde.
„Dat is een quaestie, die ik het liefst
niet bes.preken wil", antwoordde de
ander, ,,'t Is vijftien jaar geleden, dat Co
lonel Barrington u voor het laatst ge
zien heeft, maar hij heeft door mij
laten onderzoeken, hoe u in Canada be
kend stond en het resultaat was niet
zeer bevredigend. Om u de waarheid te
zeggen, kan ik me zijn gevoelens ten
uwen opzichte wel begrijpen."
„Dus eigenlijk komt de zaak hierop
neer,'" zeide Witham droogjes: „een n|an,
die mij in vijftien jaar niet gezien heeft,
zou zich de grootste opofferingen willen
getroosten om me uit zijn nabijheid weg
te houden."
De rechtsgeleerde knikte. „Ja, zoo
is het; de zaak verbloemen helpt toch
niet. En daarbij is de Colonel, zooals u
weet, een man, die zijn wil gewoonlijk
weet door te zetten.'"
Witham begon te lachen; in de kunst
om zijn wil door te zetten, behoefde hij
voor niemand onder te doen en daarbij
gevoelde hij niet den minsten lust om
zich ten opzichte van Colonel Barring
ton, die ten slotte toch een familielid
van Courthorne was, tegemoetkomend
te toonen.
„Ik geloof dat ik te dien opzichte niet
voor hem behoef onder te doen", zeide
hij. „Na alles, wat u me verteld hebt,
voel ik me meer dan ooit geneigd om
mijn eigen zin in deze te volgen. Zijn er,
behalve de Colonel, nog meer personen
op Silverdale, die bevooroorbeeld tegen
me zijn?"
De rechtsgeleerde liep in de val. „Miss
Barrington is het natuurlijk met haar
broer eens en het nichtje zal hen beiden
natuurlijk niet tegenwerken. Vijftien
jaar geleden, toen ze voor 't laatst ge
zien heeft, was ze nog een kind, maar
te oordeelen naar wat ik van haar ka
rakter ken, zal zij positief aan den kant
van den Colonel staan."
„Hm!" zeide Witham. „Voordat ik een
besluit neem, moet ik eerst over de zaak
nadenken. Morgenochtend zullen we nog
eens samen praten. En waarschijnlijk
moet ik dan beginnen met m'n identiteit
te bewijzen?"
„Gezien het feit, dat een van de be
kendste informatie-bureaux uw doen en
laten gedurende al die jaren nagegaan
heeft en geëindigd is met me te vertel
len, waar ik u kon vinden, is dat niet be
paald noodzakelijk", antwoordde de
rechtsgeleerde lakoniek.
Tot laat in den nacht bleef Witham op
zitten, eerst om de papieren, die de ad
vocaat hem gegeven had, door te lezen,
daarna om de zaak met zichzelf uit te
vechten. Dat hij voor Courthorne moest
blijven doorgaan, stond vast; maar 'daar
hij in geen geval het geld, dat hem niet
toekwam, kon aannemen, schoot hem
niets anders over dan het eigendom van
den man als het ware in bruikleen te
aanvaarden. Dat zou een schikking zijn
dien niemand schade zou doen en m
De toestand in Duitschland
oefent een slechten invloed
op de geheele wereldhuishou
ding uit Vrijwel onveran
derde stemming ter beurze.
De toestand wajarin Duitschland is
geraakt, en die van dag tot dag nog
dreigt te verergeren, doet op de gehee
le wereldhuishouding zijn invloed ge
voelen. Een voortdurende verminde
ring van de koopkracht van een volk
van zestig millioen zielen moet wel tot
een verdere ontwrichting van het in
ternationale handelsverkeer leiden.
Hierop speculeeren de Duitsche macht
hebbers klaarblijkelijk bij hun pogin
gen, om het buitenland tot verdere fi-
nancieele concessies te dwingen. Groo-
te kans op succes heeft deze speculatie
echter vermoedelijk niet, hetzij dan,
dat speciale waarborgen voor de te
verstrekken nieuwe credieten kunnen
worden gegeven, zoodat men niet, zoo
als vroeger, van de goede trouw van
Duitschland afhangt, maar, b.v. zoo
noodig over in het buitenland aanwezi
ge zekerheid kan beschikken. Of....
wanneer een verdere verslechtering
van den economischen toestand en een
daarmede gepaard gaande groeiende
ontevredenheid der bevolking de te
genwoordige machthebbers zoo murw
mocht maken, dat zoowel in financieel
als in economisch en politiek opzicht
meer rekening wordt gehouden met de
opvattingen van het buitenland. Voors
hands zijn wij hiervan echter nog een
heel eind verwijderd.
Diverse uitingen van dr. Schacht heb
ben den gunstigen indruk, dien de ein
delijk© tot standkoming van de transfer
regeling tusschen Nederland en Duitsch
land had kunnen wekken, geheel te niet
gedaan. Men ziet wel in, dat de waarde
van de vorderingen op Duitschland hoe
langer hoe twijfelachtiger wordt- De
thans getroffen regeling geldt voorloo-
vergelijking met alles, wat Courthorne
hem ontnomen had, was de Silverdale-
sche boerderij een schamele vergoeding.
Zooals uit de papieren voor hem bleek,
was de bezitting niet groot; wanneer ze
echter in goede handen kwam, kon het
bedrijf zeer zeker rendeerend gemaakt
worden. Geen wonder, dat Witham, die
zijn jaren langen strijd met behulp van
verouderde of ontoereikende werktui
gen en paarden, die niet voor het werk
geschikt waren, had moeten volhouden,
een herleving van al zijn energie voelde
hij de gedachte, wat hij in het moderne
Silverdale zou kunnen bereiken. Wat
hem in de verleiding bracht was geen
hebzucht; 't was het. verlangen om zijn
kracht te toonen, om te bewijzen, dat
hij, met een gelijke kans, evenals zooveef
anderen, iets bereiken kon, Hij had zich
zelf het allernoodigste onthouden, Iiij
had geleefd en gewerkt als een lastdier;
nu werd hem de gelegenheid gebóden
om door zijn verstand datgene te berei
ken wat hij, door het laatste restje
kracht van zijn overspannen spieren te
eischen, tot stand had willen brengen.
En daarbij had hij door den langen strijd
iets van de fijnheid van zijn beoordee-
lingsvermogen ingeboet hij zag zich
zelf nog slechts als een eenzaam man,
die, in weerwil van de voortdurende
oppositie van het noodlot, er moest zien
te komen. Het leek dwaasheid om te
weigeren, nu hij slechts zijn hand be
hoefde uit te steken, om het geluk te
grijpen.
j (Wondt vervolgd