DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1934. No. 205.
Een moeilijke vertaling
Vredelievend Japan De
oplossing: we worden in het
ootje genomen!
MEDDELBURG.
BE RINGRIJDERIJ VAN
VREEMDELINGENVERKEER,
GOES.
ORANJEAVOND.
De Koningin en Nederland.
1MB—BMHÉfïtfT Wl «MSB
Wie meenen mocht dat hij, met het
verlaten der schoolbanken, ook van den
last van 't vertalen ontheven zou
worden, die vergist zich wel deerlijk.
Wij moeten heel ons leven lang ver
talen, transformeeren, substitueeren, en
vooral: trachten vergelijkingen met on
bekenden op te lossen.
Want elk mensch van dezen tijd is
toch wel een dagbladlezer. En elke dag
bladlezer moet eiken dag trachten den
zin van hetgeen hij leest, te verstaan,
de onbekenden te vinden, uit de ver
gelijkingen die hem worden voorgezet.
Doet hij dat niet dan zullen de din
gen zich altijd op volkomen onverwach
te wijze voor hem ontwikkelen!
Dit geldt voor vrijwel alles, wat van
overheidswege, gepubliceerd wordt. Het
geldt dubbel voor Staten als Japan en
China, welke van zoo geheel andere
geestesgesteldheid zijn dan wij.
Zulk een raadseltje heeft de perschef
van het Japansche ministerie van bui-
tenlandsche zaken den anderen mo
gendheden eens weer opgegeven. Zie
hier wat hij der wereldpers dezer da
gen kond deed;
„Op de a.s., vlootbesprekingen te
Londen zal Japan voorstellen doen in
overeenstemming met den geest van
ontwapening en in de verwachting dat
de andere mogendheden hun eigen plan
nen in denzelfden geest uitgewerkt,
zullen indienen, aldus de perschef van
Japans departement van Buitenlandsche
Zaken. Dit plan van Japan zal een wij
ziging of vervanging van het vlootver-
drag van Washington met het vet-
houdingscijfer 5:5:3 met zich mede
brengen en het opzeggen door Japan
van het vlootverdrag van Washington
zal afhangen van het resultaat van de
voorbereidende vlootbesprekingen. Hi)
zei letterlijk: „Wanneer er geen hoop
bestaat op het bereiken van een over
eenkomst, is het mogelijk, dat wij het
verdrag van Washington zullen opzeg
gen."
Verder verklaarde de perschef, dat
er een volkomen overeenstemming in
opvatting bestaat tusschen den premier
Okada, den minister van Buitenlandsche
Zaken Hirota en den minister van Ma
rine Osoemi.
Zoo lezende, zal men zeggen: hoe
laat zich dat rijmen? „Voorstellen in
den geest van ontwapening" en opzeg
gen van het 5:5: 3-verdrag?
Wij zullen echter een en ander aan
het bovenstaande toevoegen, ter verge
makkelijking van de oplossing der puzz
le.
In October '33 wees het Japanscha mi
nisterie van oorlog op de toenemende
militaire voorbereidingen van Sovjet-
Rusland in Oost-Azië; dezelfde maand
bevatte het Japansche blad „Mainichi"
de mededeeling, dat de helft der 680
dat jaar geregistreerde octrooien be
trekking hadden op oorlogsuitvindingen.
En tenslotte vermeldde de „Osaka
Mainichi" van 3 Nov. '33, dat de 5 mi
nisters die- deze quaestia bekeken had
den, het besluit hadden genomen dat Ja
pan onverwijld met den vlootbouw zou
beginnen, wijl het n a den afloop der
verdragen, in 1936, er te laat voor zou
zijn, Japans lidmaatschap van den Vol
kenbond loopt af; het mandatengebied
in de Zuidzee komt in gevaar, en dus,
zoo concludeert dit Japansche blad:
door H. BINDLOSS.
21) -
ineengedoken op de lage pouf, werd het
iets te ranke van haar lichaam verborgen
en kwam de mooie lijn van hals en schou
ders goed uit. Bij een opmerking van
haar tante keerde ze zich iets om, zoo
dat het breede blanke voorhoofd en de
fijne rechte neus zichtbaar werden, ter
wijl er^ tegelijkertijd een ondeugende
glinstering in haar heldere, lichtbruine
oogen kwam. In een stemming als deze
was Maud Barrington op haar knapst,
in rust kreeg haar gelaat door een wei
nig te krachtige kin iets strengs, dat bij
een meisje van haar leeftijd niet paste.
„Neen, tantetje, ik ben niet moe en
ik heb geen slaap", gaf ze ten antwoord.
„Dat komt waarschijnlijk, omdat je je
in een verandering als deze eerst weer
moet oriënteeren, je moet, om zoo te
zeggen, jezelf weer terugvinden"'
Het kleine vrouwtje met haar weelde
van zilverwit haar, die vlak naast haar
in een gemakkelijken stoel zat, legde
haar magere witte hand liefkoozend op
den schouder van het meisje.
„Dat is te begrijpen, kind", zeide ze.
„Ik vond hef jammer, dat je niet
wat langer gedïe._<.i bent, nu het je er
zoo goed beviel, want ik denk dikwijls
als ik je aantal verjaardagen naga, dat
je eigenlijk veel te oud voor je jaren
bent. 't Is niet goed geweest, dit leven
asaagaga
„Wij moeten paraat zijn en oorlogssche
pen bouwen, want na 1935 bestaat er
groote kans op oorlog".
Leest men nu de verklaring van den
perschef van het Japansche ministerie
van buitenlandsche zaken nog eens
over, dan schijnt ons maar één oplossing
mogelijk. En dat is dan nog wel een
schrijnend-grappige. Deze: dat Japan
ons hoonend bij den neus neemt! En
loch de waarheid spreekt. Want die
„voorstellen in den geest van ontwape
ning" zullen natuurlijk zijn in den
geest zooals Europa de ont
wapening opvat: den mond vol
van schoone frasen, en ondertusschen
bewapenen wat je kunt-
Dan laat zich deze verklaring verkla
ren en verstaan.
Maar ook alléén zoo.
B—I—B—TfM I II i I .1
Het heeft er gisterenmiddag nog weï
een paar maal naar uitgezien, dat de
ringrijderij te paard in nationaal cos-
tuum, die Vreemdelingenverkeer nu
voor den 22sten maal heeft gehouden,
verregenen moest, maar de natuur is
Vreemdelingenverkeer niet ontrouw ge
worden en is geen spelbreekster ge
weest.
Daaraan is het zeker te danken, dat
een 1600 betalende bezoekers in de Abdij
zijn geweest. Dit is wel iets minder dan
'n de beste jaren, maar voor den tijd ze
ker zeer bevredigend. Het is hier de
plaats even het antwoord van het be
stuur te vermelden op de vraag ol het
niet beter voor het bezoek zou zijn, dit
jaarlijksch feest een paar weken eerder
te houden. Het groote bezwaar daarte
gen is, dat dan de oogst nog het deel
nemen van sommige trouwe comparan
ten zou tegen houden en men het best
zich kan houden aan den laatsten Don
derdag van Augustus, dus volgend jaar
op 29 dier maand.
Na den gebruikelijken rondrit door
de stad, is weer begonnen met rijden.
Des morgens had ieder 16 beurten ge
had, nu kwamen er nog 9 bij, dus was
het maximum aantal ringen 25.
Zij, die 11 of meer ringen hadden ge
stoken, te samen 21 rijders, mochten nu
gaan kampen om de vijf wisselbekers.
Hun namen blijken hier onder bij den
algemeenen uitslag.
Deze kamp, waarbij ieder 8 keer de
baan kon afrijden, trok als altijd bij
zonder veel belangstelling.
Als no. één, dus als winnaar van den
derden beker, die de Koningin voor
deze ringrijderij beschikbaar stelde,
kwam met 8 ringen uit dezen strijd J.
Koole Dzn. te St. Laurens. No. 2, was,
dus voor dit jaar winnaar van den be
ker van dr. H. W. van Loon, L. P. Bras
ser te Veere, naar kampen met C. A.
Polderdijk te Nieuw en St. Joosland, die
evenals hij 6 ringen had en daardoor
recht kreeg voor dit jaar op den beker
van de gemeente Middelburg; no. 4 was
J. Riemens van Meliskerke met 5 rin
gen en daardoor voor dit jaar winnaar
van den beker van den heer H, J, G.
Hartman, zulks na kampen met P, de
Pagter van Ritthem, die nu den wissel
beker van den heer Jacq. Frank thuis
krijgt te bewaren.
Er restte nu nog het kampen om de
volgorde der gewone prijzen door hen,
van jou hier, met een paar oude men-
schen, die alleen nog maar in het verle
den belang stellen.""
Het meisje gaf niet dadelijk antwoord;
nadenkend keek ze de kamer rond. Het
vertrek was niet groot en feitelijk spaar
zaam gemeubileerd, ondanks de zware
gordijnen voor ramen en deuren en, op
een paar plaatsen, kleurrijk tegen de
sombere betimmering van donker ce
derhout, een schilderij. De vloer was
mooi, glanzend gewreven mahoniehout
en hier en daar een huid, door jongere
leden van de kolonie uit de Rockies
meegebracht. Verder bestond het meu
bilair uit twee gemakkelijke stoelen, 'n
eenvoudige mahoniehouten tafel en in
contrast daarmee een sierlijk antiek
hoek-kabinetje, met een rij boeken in
teer-lila en hruine banden en twee zil
veren kandelaars. De groote schemer
lamp was van hetzelfde metaal; on
danks de schaarschte en betrekkelijken
eenvoud van het meubilair maakte het
vertrek met zijn fijnen, kruidigen geur
den indruk van smaak en weelde, in
toom gehouden door beperkte geldmid
delen. Colonel Barrington was een we
duwnaar, die voor de stichting van Sil-
verdale heel rijk geweest was; maar het
in vervulling gaan van zijn droom had
zware eischen aan zijn financieele draag
kracht gesteld. Ondanks zijn veranderde
omstandigheid was zuinigheid, zelfs nu
nog, iets dat hij zoo min mogelijk be
trachtte.
„Ja," antwoordde het meisje, „ik heb
het er heerlijk gehad 't was daar een
groot verschil met het leven hier."
De manier, waarop Miss Barrington
die een gelijk aantal ringen hadden, cn
het rijden om den pollepel, want het
rijden tusschen de 8 jongste rijders had
reeds plaats gehad.
Na het kampen kon de uitslag van den
wedstrijd, zooals die tot drie uur was
gehouden als volgt worden vastgesteld:
1. P, Brasser, Kleverskerke; 2. J. Rie
mens, Meliskerke; 3, P. Lampert, Mid
delburg; 4. J. Mesu, Veere; 5. L, P.
Brasser, Veere, allen 17 ringen; 6, J.
Reijnierse Pz., Koudekerke; 7, J. Koole
Dz., Koudekerke; 8. P, Dingemanse,
Biggekerke, allen 16 ringen; 9, C. A.
Polderdijk met 15 ringen; 10. W. Melse,
Serooskerke; 11. Jan Lous, Oostkapelle,
beide 14 ringen; 12. J. Reijnierse Czn.,
Koudekerke; 13. F. de Bree, Veere; 14.
J. Koole Jzn., Koudekerke; 15. A. de
Visser, Oostkapelle, {Zeeduin); 16. A.
Roose, Oostkapelle; 17. P. Maljers Pz.,
Oostkapelle; 18. A- Reijnierse, Koude
kerke; 19. A. Krijger, Meliskerke; 20. J.
de Pagter, Ritthem; 21. P. de Pagter,
Ritthem, allen met 11 ringen. Tot zoo
ver hadden de rijders dus ook aan het
kampen om de bekers mogen deelne
men.
Nog behaalde met 10, 9 of 8 ringen
prijzen: 22. J. Franke Grijpskerke; 23.
P- Duvekot Wz., Vrouwenpolder; 24, J.
G. Cevaal, Middelburg; 25. J. J. Cevaal
Az,, Grijpskerke (Voorzorg); 26. H- P.
Janse, Middelburg: 27. P. Pleijte, Nieuw
en St. Joosland; 28. P. J, Maljers, Veere;
29, J. Maljaars Jz., Oostkapelle (Zee-
duin) en 30, Z- Koene, Meliskerke.
De prijs voor den wedstrijd van de 8
jongste rijders onderling, werd behaald
door I. J. Cevaal Jz. van Grijpskerke,
(Landzicht) en de pollepel door P. de
Pagter van Ritthem, terwijl Jan Riemens
uit Meliskerke (Dorpzicht) een medaille
kreeg voor het hoogste aantal ringen
achter elkaar ii.m l. 10.
Alvorens een en ander over de prijs
uitreiking te vermeiden, zij gememo
reerd, dat het strijkje onder leiding van
den heer A. Calatz, voor de muzikale
afwisseling zorgde en zich flink van zijn
taak kweet. Evenals vorige jaren heb
ben jeugdige schoonen en ook wel jonge
leden van het sterke geslacht heel wat
toertjes te paard door de Abdij gemaakt.
Ook het bestuur gunt hen gaarne een
pretje, maar acht dit rijden op de losse
paarden, niet zonder gevaar en over
weegt dan ook of voor de volgende ja
ren aan een en ander ook paal en perk
is te stellen. Reeds tijdens de prijsuit-
deeling is begonnen met 't afbreken der
banen, terwijl de gemeentereiniging haar
opruimingswerk reeds was begonnen
tijdens het laatste deel van den wed
strijd.
Bij de prijsuitdeeling heeft de voor
zitter van Vreemdelingenverkeer, de
heer mr- J. Moolenburgh, er op gewezen,
dat men helaas weder aan het einde van
dezè ringrijderij was gekomen. Namens
het bestuur van Vreemdelingenverkeer
sprak de voorzitter zijn groote erkente
lijkheid uit jegens de rijders, die op kwa
men voor deze ringrijderij. Spr. noemde
het gelukkig, dat het weer ten slotte
nog zeer heeft medegewerkt.
Overgaande tot de uitreiking der be
kers, wees spr. er op, dat de beker van
de Koningin zoo geheel ander aspect
heeft. H-M. stelde dezen nieuwen beker
beschikbaar na het overlijden van Haar
zoo beminde moeder en toen zij nog niet
kon vermoeden, dat Haar een tweede
zware slag zou treffen. Spr. meende dan
ook, dat deze uitreiking niet gepaard
moet gaan met een luide hulde aan de
Hooge Schenkster, maar, dat Koole den
beker zal aanvaarden, in stilte omdat
alle zich vereenigen kunnen in den
wensch, dat de Koningin en de Prinses
gedurende lengte van jaren voor het
knikte, drukte begrijpen en medegevoel
uit. „Vertel me er eens wat van, kind,"
zeide ze. „In je brieven heb je je er
bijna niet over uitgelaten;"
Ht meisje staarde droomerig in het
langzaam doovende haardvuur, alsof ze
in den rossen gloed de beelden wilde
oproepen, „Over het soort leven behoef
ik niet veel te zeggen.... dat kent u
nog wel van vroeger. Wel, in het begin
was ik erdoor verblind 't was of ik
m'n gezond verstand kwijt was. Toen
heb ik me wel wat te veel laten gaan."
De oudere vrouw begon zachtjes te
lachen. „Zoo'n toestand en jij. .dat kan
ik me eigenlijk niet goed voorstellen."
Verwijtend schudde het meisje het
hoofd. „Dat is niet prettig, wat u daar
zegt maar misschien heeft u wel ge
lijk tenminste Toinette beweerde
hetzelfde", zeide ze. „Ze heeft me in
m'n gezicht gezegd, dat ik dankbaar
mocht zijn voor mijn hersenen, sinds me
elk gevoel ontbrak. Maar laat ik nu
eerst doorvertellenin het begin liet
ik mezelf gaan, het was er dan ook
heerlijk.... de oprea, zooveel keer per
week bal, de overdekte ijsbaan met 't
donkere, glinsterende ijs onder de vele
lichten en de muziek! Én dan de tobog
gans 't naar beneden schieten langs
die gladde helling en de bijeenkom
sten van de skiclub op den berg, 's
nachts bij toortslicht. Ja, ik ben heerlijk
echt jong geweest, tenminste zoolang
de betoovering duurde,"
,i,Een maand, langer was het niet",
zeide de ander. „En toen?"1
„Toen", ging het meisje langzaam
voort, „toen begon alles wat doelloos
Nederlandsche Volk mogen gespaard
blijven.
De gelukkige winnaar, de heer Koole,
sloot zich hierbij aan en verzocht de
Koningin dank te brengen voor het
schenken van dezen beker.
Ook de heeren L, P. Brasser, C. A.
Polderdijk, J. Riemens en P. de Pagter
dankten den voorzitter voor het uitrei
ken van hun beker en den schenkers
der bekers ook voor het beschikbaar
stellen. De heer P. Brasser had als eer
sten prijs in ontvangst te nemen een
klokje aangeboden door den voorzitter,
en vond daarin gelegenheid er op te wij
zen, dat mr. Moolenburgh zich de rechte
man toont voor de plaats van den vroe-
geren voorzitter, den heer H. J. G.
Hartman. Spr, stelde een krachtig onder
steund drie werf hoerah op mr. Moolen
burgh in.
De derde prijswinner koos een door
de firma Wijtman beschikbaar gestelde
boerenhoedje en dit was voor den voor
zitter aanleiding er op te wijzen, dat ook
bet bestuur het jammer vindt, dat men
bij het fraaie boerencostuum zoo vaak
gewone petten ziet dragen.
De prijs voor den winnaar van den
strijd tusschen de acht jongste deelne
mers was een bestuursprijs, een horloge
ketting.
Tenslotte heeft de voorzitter ook de
prijzen uitgereikt voor de mooiste ver
sierde paarden, er op wijzende, dat dit
ten deele weer voor andere personen
was, dan de prijswinneers van de ring
rijderij zelf. Ook dit werk stelt de om-
missie echter zeer op prijs. Tenslotte
heeft mr, Moolenburgh dank gebracht
aan zijn mede commissieleden en aan
alle personen, die mede werkten aan
deze ringrijderij daarbij hun steun ook
voor volgende jaren inroepende.
De heer C. A. Polderdijk stelde ten
driewerf hoerah in op Vreemdelingen
verkeer, dat krachtig ondersteund werd
en dat te kwart over zeven het slot
vormde van den goed geslaagden tag
De gedachtenisviering van den ver
jaardag van H. M. de Koningin, Donder
dagavond in het Schuttershof, trok zoo
veel belangstellenden, dat beide zalen
geheel gevuld waren. In de danszaal wa
ren een tweetal luidsprekers opgesteld
zoodat men ook daar sprekers en mu
ziek goed kon volgen.
De Voorzitter van de C'ranjevereenï-
ging, de hr Van Ballegoyen de Jong,
sprak een openingswoord waarin hij o-
m. wees op de sterfgevallen, die ons
Vorstenhuis troffen. Spr. stelde verder
voor, aan H. M. de Koningin, namens
de burgerij van Goes, een telegram te
zenden met betuiging, van eerbiedige
hulde en gelukwensch en de hoop op
een spoedig en volledig herstel. (Ap
plaus).
Onder leiding van den hr 't Hooft
werden hierna twee coupletten van het
Wilhelmus en het Zeeuwsche Volkslied
gezongen, en toen hield pater Borro-
maeus de Gr eve te Woerden een rede
over „H. M, de Koningin en Nederland."
De spr. begon met er op te wijzen,
dat de bedoeling van de Oranjevereeni-
ging is, aan het Oranje-feest een hoo-
gere waarde te geven; de grondslagen
bloot te leggen, waarop onze li'efde
voor de Koningin rust. Spr. schetste
vervolgens de Koningin als de draagster
van het hoogste gezag en tevens de
noodzakelijkheid van het gezag. Neder
land heeft een erfelijke monarchie, wel
ke begon met Koning Willem I. Een
te worden en daarbij was er toen nog
iets anders, dat het voor me bedierf.
Toinette was er woedend om, en ik
weet dat haar moeder u erover geschre
ven heeft, maar heusch, tantetje, mijn
schuld was het niet, Hoe kon ik weten,
dat zoo'n man om mij zou gaan geven?
De manier waarop ze dit onderwerp
ter sprake bracht, kalm, zonder eenige
verlegenheid, alsof het de gewoonste
zaak ter wereld was, was kenmerkend
voor haar gevoelens en tegelijkertijd
was het 't bewijs dat tr tusschen beide
vrouwen grooter vertrouwelijkheid
heerschte, dan dikwijls tusschen moe
der en dochter het geval is. Bij die
eenigszins naieve vraag keek de oudere
vrouw het meisje ernstig aan.
„Je bent knap, Maud, en je hebt het
cachet van vele Courthornes. Maar Je
kon" niet van hem houden daar was
niets aan te doen. Vertel me eens wat
van hem."
Het meisje sloeg haar armen om haar
knieën en keek haar tante eerlijk aan.
„Ik zou wel van hem hebben kunnen
houden, maar dat zou dan ook alles ge
weest zijn", gaf ze ten antwoord, ,,'t
Was een knape man, groot en flink, en
zijn optreden volkomen de man van de
wereld alles wat hij deed, deed hij
precies zooals het moest; maar iets, dat
werkelijk de moeite waard was, had hij
zijn heele leven lang niet gedaan en zou
hij zijn heele leven lang ook niet doen
niet de minste behoefte er aan, waar
schijnlijk. Een man van dat soort zou
me heel gauw vervelen en dan zou je
natuurlijk niet bepaald geduldige po
gingen van mijn kant krijgen, om hem
vrouw komt alleen op den troon als er
geen mannelijke nakomeling van Willem
I meer in leven is. Dit was na den dooc!
van Koning Willem III het geval. Mocht
Prinses Juliana niet huwen, of kinder
loos blijven, dan is aan spr. geen opvol
ger bekend.
Een Nederlandsche prins of prinses
kan alleen huwen met toestemming van
de Staten Generaal, De Koningin geniet
een inkomen van f 1,200,000. Spr. zet
uiteen, welke kosten, als onderhoud pa
leizen, personeel, belangijke bijdragen
voor stichtingen van liefdadigheid e.a.,
ten laste der Koningin komen. Dit moet
men bedenken als men aanmerkingen
op het bedrag hoort, en ook, dat ande
re vorsten eer een grooter dan kleiner
inkomen genieten. Zelfs een president
eener republiek is niet voordeeliger.
Vervolgens schetste spr- de staats
rechtelijke positie der Koningin, haar
afhankelijkheid van het parlement. Dit
is echter geen gebrek van de Neder-
iandsche monarchie, aldus spr., maar een
verdienste. Een overwinning op de on
beperkte macht der vorsten. Ook een
president is in gelijke mate afhankelijk,
maar een koning of koningin wordt dat
door erfrecht en president kan ieder
een worden. De stabiliteit van een vor
stenhuis is een voordeel. En voorts be
toogt spr-, dat een president, opgekomen
uit zijn partij, altijd een partijman blijft,
terwijl een vorst van huis uit steeds
boven de partijen gestaan heeft in
een vorst, die niet geKozen doch geboren
wordt, komt ook Gods souvereiniteit
zuiverder tot uiting. Een vorst is een
symbool van nationale eenheid. Men zal
ook meer van een vorst houden dan van
'n tijdelijken president. Zoo zijn wij, Ne
derlanders, van de 15e eeuw af saamge-
groeid met de Oranjes, Zooveel eeuwen
hadden we één levensdoel!
Men zal mogelijk denken, aldus spr.:
dat die katholieke priester dat durft uit
ie spreken Inderdaad, wij Katholieken
waren ook niet altijd tevreden, maar
thans vormen we in Nederland de sterk
ste partij: We hebben veel bereikt, en
c'at kon gebeuren onder de Oranjes. En
wat de Koningin aangaat, de onbeschoft-
ste socialist heeft zijn gal wel over ons
vorstenhuis uitgespuugd, maar hij heeft
nooit aan haar kunnen raken; zij was
een voorbeeldige vrouw, echtgenöote en
vorstin- En zij was ook een godsdien
stige vrouw. Omdat alles hebben wij
haar lief en zullen wij haar beschermen!
(Luid applaus).
Spr. wees er vervolgens op, dat de
Koningin hoewel zelf Nederduitsch
Hervormd, altijd op duidelijke wijze alle
godsdiensten beschermd heeft, Voorts
uitte hij zijn verontwaardiging over de
wijze, waarop men zich van socialisti
sche zijde vaak over haar uitlaat. On
danks haar afhankelijkheid van het par
lement heeft zij een verantwoordelijke
taak. Zij kent zeer zeker vele moeilijke
oogenblikken. Wie weet, riep spr. uit,
en ik kan dat met overtuiging zeggen,
waren wij zonder Koningin Wilhelmi.ua
niet meegesleept in den Wereldoorlog
Koningin Wilhelmina is een vredesko
ningin.
Hierna waarschuwde spr. tegen de-
(Ingez. Med.)
wakker te schudden."
„Welk soort man zou jou dan lijken?"
De oogen van 't meisje begonnen on
deugend te schitteren, maar 't feit, dat
ze op de vraag een serieus antwoord
gaf was wel 't bewijs van groote sym
pathie tusschen haar en haar tante.
„Laat ik beginnen met te zeggen, dat
ik niet bepaald verlangend ernaar ben,
dat een van hen me zou lijken,1"' zeide,
ze. „Maar nu de vraag eenmaal gedaan
is.... hij zou in de eerste plaats een
man moeten zijn; iemand, die ziqh zou
weten te handhaven, in welk milieu hij
ook geplaatst werd. En in de tweede
plaats natuurlijk zou ik dan ook
graag zien, dat 't een heer was, ofschoon
ik dat eigenlijk een onmogelijk woord
vind en de combinatie waarschijnlijk
zeldzaam is, want een goed verstand
en goede afkomst gaan niet noodzake
lijkerwijs samen en een man, die opge
voed wordt door den strijd om 't be
staan doet gewoonlijk heel wat meer
wijsheid op dan een jongmensch voor
wien alles betaald wordt in Oxford of
in het leger. Maar daartegenover staat
weer, dat mannen van dat stempel zoo
veel onplezierigs aanleeren. Feitelijk
ken ik maar één man, die mijn ideaal
nabij zou komen en die is „buiten me
dedinging" door leeftijd en bloedver
wantschap..» ik denk wel eens, tante
tje, wij lijken zooveel op elkaar, heeft
u vroeger een tweede, zoo, gekend?"
(Wordt vervolgd.)