DE VREEMDELING VAN SILVERDALE KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1934. No. 205. Een moeilijke vertaling Vredelievend Japan De oplossing: we worden in het ootje genomen! MEDDELBURG. BE RINGRIJDERIJ VAN VREEMDELINGENVERKEER, GOES. ORANJEAVOND. De Koningin en Nederland. 1MB—BMHÉfïtfT Wl «MSB Wie meenen mocht dat hij, met het verlaten der schoolbanken, ook van den last van 't vertalen ontheven zou worden, die vergist zich wel deerlijk. Wij moeten heel ons leven lang ver talen, transformeeren, substitueeren, en vooral: trachten vergelijkingen met on bekenden op te lossen. Want elk mensch van dezen tijd is toch wel een dagbladlezer. En elke dag bladlezer moet eiken dag trachten den zin van hetgeen hij leest, te verstaan, de onbekenden te vinden, uit de ver gelijkingen die hem worden voorgezet. Doet hij dat niet dan zullen de din gen zich altijd op volkomen onverwach te wijze voor hem ontwikkelen! Dit geldt voor vrijwel alles, wat van overheidswege, gepubliceerd wordt. Het geldt dubbel voor Staten als Japan en China, welke van zoo geheel andere geestesgesteldheid zijn dan wij. Zulk een raadseltje heeft de perschef van het Japansche ministerie van bui- tenlandsche zaken den anderen mo gendheden eens weer opgegeven. Zie hier wat hij der wereldpers dezer da gen kond deed; „Op de a.s., vlootbesprekingen te Londen zal Japan voorstellen doen in overeenstemming met den geest van ontwapening en in de verwachting dat de andere mogendheden hun eigen plan nen in denzelfden geest uitgewerkt, zullen indienen, aldus de perschef van Japans departement van Buitenlandsche Zaken. Dit plan van Japan zal een wij ziging of vervanging van het vlootver- drag van Washington met het vet- houdingscijfer 5:5:3 met zich mede brengen en het opzeggen door Japan van het vlootverdrag van Washington zal afhangen van het resultaat van de voorbereidende vlootbesprekingen. Hi) zei letterlijk: „Wanneer er geen hoop bestaat op het bereiken van een over eenkomst, is het mogelijk, dat wij het verdrag van Washington zullen opzeg gen." Verder verklaarde de perschef, dat er een volkomen overeenstemming in opvatting bestaat tusschen den premier Okada, den minister van Buitenlandsche Zaken Hirota en den minister van Ma rine Osoemi. Zoo lezende, zal men zeggen: hoe laat zich dat rijmen? „Voorstellen in den geest van ontwapening" en opzeg gen van het 5:5: 3-verdrag? Wij zullen echter een en ander aan het bovenstaande toevoegen, ter verge makkelijking van de oplossing der puzz le. In October '33 wees het Japanscha mi nisterie van oorlog op de toenemende militaire voorbereidingen van Sovjet- Rusland in Oost-Azië; dezelfde maand bevatte het Japansche blad „Mainichi" de mededeeling, dat de helft der 680 dat jaar geregistreerde octrooien be trekking hadden op oorlogsuitvindingen. En tenslotte vermeldde de „Osaka Mainichi" van 3 Nov. '33, dat de 5 mi nisters die- deze quaestia bekeken had den, het besluit hadden genomen dat Ja pan onverwijld met den vlootbouw zou beginnen, wijl het n a den afloop der verdragen, in 1936, er te laat voor zou zijn, Japans lidmaatschap van den Vol kenbond loopt af; het mandatengebied in de Zuidzee komt in gevaar, en dus, zoo concludeert dit Japansche blad: door H. BINDLOSS. 21) - ineengedoken op de lage pouf, werd het iets te ranke van haar lichaam verborgen en kwam de mooie lijn van hals en schou ders goed uit. Bij een opmerking van haar tante keerde ze zich iets om, zoo dat het breede blanke voorhoofd en de fijne rechte neus zichtbaar werden, ter wijl er^ tegelijkertijd een ondeugende glinstering in haar heldere, lichtbruine oogen kwam. In een stemming als deze was Maud Barrington op haar knapst, in rust kreeg haar gelaat door een wei nig te krachtige kin iets strengs, dat bij een meisje van haar leeftijd niet paste. „Neen, tantetje, ik ben niet moe en ik heb geen slaap", gaf ze ten antwoord. „Dat komt waarschijnlijk, omdat je je in een verandering als deze eerst weer moet oriënteeren, je moet, om zoo te zeggen, jezelf weer terugvinden"' Het kleine vrouwtje met haar weelde van zilverwit haar, die vlak naast haar in een gemakkelijken stoel zat, legde haar magere witte hand liefkoozend op den schouder van het meisje. „Dat is te begrijpen, kind", zeide ze. „Ik vond hef jammer, dat je niet wat langer gedïe._<.i bent, nu het je er zoo goed beviel, want ik denk dikwijls als ik je aantal verjaardagen naga, dat je eigenlijk veel te oud voor je jaren bent. 't Is niet goed geweest, dit leven asaagaga „Wij moeten paraat zijn en oorlogssche pen bouwen, want na 1935 bestaat er groote kans op oorlog". Leest men nu de verklaring van den perschef van het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken nog eens over, dan schijnt ons maar één oplossing mogelijk. En dat is dan nog wel een schrijnend-grappige. Deze: dat Japan ons hoonend bij den neus neemt! En loch de waarheid spreekt. Want die „voorstellen in den geest van ontwape ning" zullen natuurlijk zijn in den geest zooals Europa de ont wapening opvat: den mond vol van schoone frasen, en ondertusschen bewapenen wat je kunt- Dan laat zich deze verklaring verkla ren en verstaan. Maar ook alléén zoo. B—I—B—TfM I II i I .1 Het heeft er gisterenmiddag nog weï een paar maal naar uitgezien, dat de ringrijderij te paard in nationaal cos- tuum, die Vreemdelingenverkeer nu voor den 22sten maal heeft gehouden, verregenen moest, maar de natuur is Vreemdelingenverkeer niet ontrouw ge worden en is geen spelbreekster ge weest. Daaraan is het zeker te danken, dat een 1600 betalende bezoekers in de Abdij zijn geweest. Dit is wel iets minder dan 'n de beste jaren, maar voor den tijd ze ker zeer bevredigend. Het is hier de plaats even het antwoord van het be stuur te vermelden op de vraag ol het niet beter voor het bezoek zou zijn, dit jaarlijksch feest een paar weken eerder te houden. Het groote bezwaar daarte gen is, dat dan de oogst nog het deel nemen van sommige trouwe comparan ten zou tegen houden en men het best zich kan houden aan den laatsten Don derdag van Augustus, dus volgend jaar op 29 dier maand. Na den gebruikelijken rondrit door de stad, is weer begonnen met rijden. Des morgens had ieder 16 beurten ge had, nu kwamen er nog 9 bij, dus was het maximum aantal ringen 25. Zij, die 11 of meer ringen hadden ge stoken, te samen 21 rijders, mochten nu gaan kampen om de vijf wisselbekers. Hun namen blijken hier onder bij den algemeenen uitslag. Deze kamp, waarbij ieder 8 keer de baan kon afrijden, trok als altijd bij zonder veel belangstelling. Als no. één, dus als winnaar van den derden beker, die de Koningin voor deze ringrijderij beschikbaar stelde, kwam met 8 ringen uit dezen strijd J. Koole Dzn. te St. Laurens. No. 2, was, dus voor dit jaar winnaar van den be ker van dr. H. W. van Loon, L. P. Bras ser te Veere, naar kampen met C. A. Polderdijk te Nieuw en St. Joosland, die evenals hij 6 ringen had en daardoor recht kreeg voor dit jaar op den beker van de gemeente Middelburg; no. 4 was J. Riemens van Meliskerke met 5 rin gen en daardoor voor dit jaar winnaar van den beker van den heer H, J, G. Hartman, zulks na kampen met P, de Pagter van Ritthem, die nu den wissel beker van den heer Jacq. Frank thuis krijgt te bewaren. Er restte nu nog het kampen om de volgorde der gewone prijzen door hen, van jou hier, met een paar oude men- schen, die alleen nog maar in het verle den belang stellen."" Het meisje gaf niet dadelijk antwoord; nadenkend keek ze de kamer rond. Het vertrek was niet groot en feitelijk spaar zaam gemeubileerd, ondanks de zware gordijnen voor ramen en deuren en, op een paar plaatsen, kleurrijk tegen de sombere betimmering van donker ce derhout, een schilderij. De vloer was mooi, glanzend gewreven mahoniehout en hier en daar een huid, door jongere leden van de kolonie uit de Rockies meegebracht. Verder bestond het meu bilair uit twee gemakkelijke stoelen, 'n eenvoudige mahoniehouten tafel en in contrast daarmee een sierlijk antiek hoek-kabinetje, met een rij boeken in teer-lila en hruine banden en twee zil veren kandelaars. De groote schemer lamp was van hetzelfde metaal; on danks de schaarschte en betrekkelijken eenvoud van het meubilair maakte het vertrek met zijn fijnen, kruidigen geur den indruk van smaak en weelde, in toom gehouden door beperkte geldmid delen. Colonel Barrington was een we duwnaar, die voor de stichting van Sil- verdale heel rijk geweest was; maar het in vervulling gaan van zijn droom had zware eischen aan zijn financieele draag kracht gesteld. Ondanks zijn veranderde omstandigheid was zuinigheid, zelfs nu nog, iets dat hij zoo min mogelijk be trachtte. „Ja," antwoordde het meisje, „ik heb het er heerlijk gehad 't was daar een groot verschil met het leven hier." De manier, waarop Miss Barrington die een gelijk aantal ringen hadden, cn het rijden om den pollepel, want het rijden tusschen de 8 jongste rijders had reeds plaats gehad. Na het kampen kon de uitslag van den wedstrijd, zooals die tot drie uur was gehouden als volgt worden vastgesteld: 1. P, Brasser, Kleverskerke; 2. J. Rie mens, Meliskerke; 3, P. Lampert, Mid delburg; 4. J. Mesu, Veere; 5. L, P. Brasser, Veere, allen 17 ringen; 6, J. Reijnierse Pz., Koudekerke; 7, J. Koole Dz., Koudekerke; 8. P, Dingemanse, Biggekerke, allen 16 ringen; 9, C. A. Polderdijk met 15 ringen; 10. W. Melse, Serooskerke; 11. Jan Lous, Oostkapelle, beide 14 ringen; 12. J. Reijnierse Czn., Koudekerke; 13. F. de Bree, Veere; 14. J. Koole Jzn., Koudekerke; 15. A. de Visser, Oostkapelle, {Zeeduin); 16. A. Roose, Oostkapelle; 17. P. Maljers Pz., Oostkapelle; 18. A- Reijnierse, Koude kerke; 19. A. Krijger, Meliskerke; 20. J. de Pagter, Ritthem; 21. P. de Pagter, Ritthem, allen met 11 ringen. Tot zoo ver hadden de rijders dus ook aan het kampen om de bekers mogen deelne men. Nog behaalde met 10, 9 of 8 ringen prijzen: 22. J. Franke Grijpskerke; 23. P- Duvekot Wz., Vrouwenpolder; 24, J. G. Cevaal, Middelburg; 25. J. J. Cevaal Az,, Grijpskerke (Voorzorg); 26. H- P. Janse, Middelburg: 27. P. Pleijte, Nieuw en St. Joosland; 28. P. J, Maljers, Veere; 29, J. Maljaars Jz., Oostkapelle (Zee- duin) en 30, Z- Koene, Meliskerke. De prijs voor den wedstrijd van de 8 jongste rijders onderling, werd behaald door I. J. Cevaal Jz. van Grijpskerke, (Landzicht) en de pollepel door P. de Pagter van Ritthem, terwijl Jan Riemens uit Meliskerke (Dorpzicht) een medaille kreeg voor het hoogste aantal ringen achter elkaar ii.m l. 10. Alvorens een en ander over de prijs uitreiking te vermeiden, zij gememo reerd, dat het strijkje onder leiding van den heer A. Calatz, voor de muzikale afwisseling zorgde en zich flink van zijn taak kweet. Evenals vorige jaren heb ben jeugdige schoonen en ook wel jonge leden van het sterke geslacht heel wat toertjes te paard door de Abdij gemaakt. Ook het bestuur gunt hen gaarne een pretje, maar acht dit rijden op de losse paarden, niet zonder gevaar en over weegt dan ook of voor de volgende ja ren aan een en ander ook paal en perk is te stellen. Reeds tijdens de prijsuit- deeling is begonnen met 't afbreken der banen, terwijl de gemeentereiniging haar opruimingswerk reeds was begonnen tijdens het laatste deel van den wed strijd. Bij de prijsuitdeeling heeft de voor zitter van Vreemdelingenverkeer, de heer mr- J. Moolenburgh, er op gewezen, dat men helaas weder aan het einde van dezè ringrijderij was gekomen. Namens het bestuur van Vreemdelingenverkeer sprak de voorzitter zijn groote erkente lijkheid uit jegens de rijders, die op kwa men voor deze ringrijderij. Spr. noemde het gelukkig, dat het weer ten slotte nog zeer heeft medegewerkt. Overgaande tot de uitreiking der be kers, wees spr. er op, dat de beker van de Koningin zoo geheel ander aspect heeft. H-M. stelde dezen nieuwen beker beschikbaar na het overlijden van Haar zoo beminde moeder en toen zij nog niet kon vermoeden, dat Haar een tweede zware slag zou treffen. Spr. meende dan ook, dat deze uitreiking niet gepaard moet gaan met een luide hulde aan de Hooge Schenkster, maar, dat Koole den beker zal aanvaarden, in stilte omdat alle zich vereenigen kunnen in den wensch, dat de Koningin en de Prinses gedurende lengte van jaren voor het knikte, drukte begrijpen en medegevoel uit. „Vertel me er eens wat van, kind," zeide ze. „In je brieven heb je je er bijna niet over uitgelaten;" Ht meisje staarde droomerig in het langzaam doovende haardvuur, alsof ze in den rossen gloed de beelden wilde oproepen, „Over het soort leven behoef ik niet veel te zeggen.... dat kent u nog wel van vroeger. Wel, in het begin was ik erdoor verblind 't was of ik m'n gezond verstand kwijt was. Toen heb ik me wel wat te veel laten gaan." De oudere vrouw begon zachtjes te lachen. „Zoo'n toestand en jij. .dat kan ik me eigenlijk niet goed voorstellen." Verwijtend schudde het meisje het hoofd. „Dat is niet prettig, wat u daar zegt maar misschien heeft u wel ge lijk tenminste Toinette beweerde hetzelfde", zeide ze. „Ze heeft me in m'n gezicht gezegd, dat ik dankbaar mocht zijn voor mijn hersenen, sinds me elk gevoel ontbrak. Maar laat ik nu eerst doorvertellenin het begin liet ik mezelf gaan, het was er dan ook heerlijk.... de oprea, zooveel keer per week bal, de overdekte ijsbaan met 't donkere, glinsterende ijs onder de vele lichten en de muziek! Én dan de tobog gans 't naar beneden schieten langs die gladde helling en de bijeenkom sten van de skiclub op den berg, 's nachts bij toortslicht. Ja, ik ben heerlijk echt jong geweest, tenminste zoolang de betoovering duurde," ,i,Een maand, langer was het niet", zeide de ander. „En toen?"1 „Toen", ging het meisje langzaam voort, „toen begon alles wat doelloos Nederlandsche Volk mogen gespaard blijven. De gelukkige winnaar, de heer Koole, sloot zich hierbij aan en verzocht de Koningin dank te brengen voor het schenken van dezen beker. Ook de heeren L, P. Brasser, C. A. Polderdijk, J. Riemens en P. de Pagter dankten den voorzitter voor het uitrei ken van hun beker en den schenkers der bekers ook voor het beschikbaar stellen. De heer P. Brasser had als eer sten prijs in ontvangst te nemen een klokje aangeboden door den voorzitter, en vond daarin gelegenheid er op te wij zen, dat mr. Moolenburgh zich de rechte man toont voor de plaats van den vroe- geren voorzitter, den heer H. J. G. Hartman. Spr, stelde een krachtig onder steund drie werf hoerah op mr. Moolen burgh in. De derde prijswinner koos een door de firma Wijtman beschikbaar gestelde boerenhoedje en dit was voor den voor zitter aanleiding er op te wijzen, dat ook bet bestuur het jammer vindt, dat men bij het fraaie boerencostuum zoo vaak gewone petten ziet dragen. De prijs voor den winnaar van den strijd tusschen de acht jongste deelne mers was een bestuursprijs, een horloge ketting. Tenslotte heeft de voorzitter ook de prijzen uitgereikt voor de mooiste ver sierde paarden, er op wijzende, dat dit ten deele weer voor andere personen was, dan de prijswinneers van de ring rijderij zelf. Ook dit werk stelt de om- missie echter zeer op prijs. Tenslotte heeft mr, Moolenburgh dank gebracht aan zijn mede commissieleden en aan alle personen, die mede werkten aan deze ringrijderij daarbij hun steun ook voor volgende jaren inroepende. De heer C. A. Polderdijk stelde ten driewerf hoerah in op Vreemdelingen verkeer, dat krachtig ondersteund werd en dat te kwart over zeven het slot vormde van den goed geslaagden tag De gedachtenisviering van den ver jaardag van H. M. de Koningin, Donder dagavond in het Schuttershof, trok zoo veel belangstellenden, dat beide zalen geheel gevuld waren. In de danszaal wa ren een tweetal luidsprekers opgesteld zoodat men ook daar sprekers en mu ziek goed kon volgen. De Voorzitter van de C'ranjevereenï- ging, de hr Van Ballegoyen de Jong, sprak een openingswoord waarin hij o- m. wees op de sterfgevallen, die ons Vorstenhuis troffen. Spr. stelde verder voor, aan H. M. de Koningin, namens de burgerij van Goes, een telegram te zenden met betuiging, van eerbiedige hulde en gelukwensch en de hoop op een spoedig en volledig herstel. (Ap plaus). Onder leiding van den hr 't Hooft werden hierna twee coupletten van het Wilhelmus en het Zeeuwsche Volkslied gezongen, en toen hield pater Borro- maeus de Gr eve te Woerden een rede over „H. M, de Koningin en Nederland." De spr. begon met er op te wijzen, dat de bedoeling van de Oranjevereeni- ging is, aan het Oranje-feest een hoo- gere waarde te geven; de grondslagen bloot te leggen, waarop onze li'efde voor de Koningin rust. Spr. schetste vervolgens de Koningin als de draagster van het hoogste gezag en tevens de noodzakelijkheid van het gezag. Neder land heeft een erfelijke monarchie, wel ke begon met Koning Willem I. Een te worden en daarbij was er toen nog iets anders, dat het voor me bedierf. Toinette was er woedend om, en ik weet dat haar moeder u erover geschre ven heeft, maar heusch, tantetje, mijn schuld was het niet, Hoe kon ik weten, dat zoo'n man om mij zou gaan geven? De manier waarop ze dit onderwerp ter sprake bracht, kalm, zonder eenige verlegenheid, alsof het de gewoonste zaak ter wereld was, was kenmerkend voor haar gevoelens en tegelijkertijd was het 't bewijs dat tr tusschen beide vrouwen grooter vertrouwelijkheid heerschte, dan dikwijls tusschen moe der en dochter het geval is. Bij die eenigszins naieve vraag keek de oudere vrouw het meisje ernstig aan. „Je bent knap, Maud, en je hebt het cachet van vele Courthornes. Maar Je kon" niet van hem houden daar was niets aan te doen. Vertel me eens wat van hem." Het meisje sloeg haar armen om haar knieën en keek haar tante eerlijk aan. „Ik zou wel van hem hebben kunnen houden, maar dat zou dan ook alles ge weest zijn", gaf ze ten antwoord, ,,'t Was een knape man, groot en flink, en zijn optreden volkomen de man van de wereld alles wat hij deed, deed hij precies zooals het moest; maar iets, dat werkelijk de moeite waard was, had hij zijn heele leven lang niet gedaan en zou hij zijn heele leven lang ook niet doen niet de minste behoefte er aan, waar schijnlijk. Een man van dat soort zou me heel gauw vervelen en dan zou je natuurlijk niet bepaald geduldige po gingen van mijn kant krijgen, om hem vrouw komt alleen op den troon als er geen mannelijke nakomeling van Willem I meer in leven is. Dit was na den dooc! van Koning Willem III het geval. Mocht Prinses Juliana niet huwen, of kinder loos blijven, dan is aan spr. geen opvol ger bekend. Een Nederlandsche prins of prinses kan alleen huwen met toestemming van de Staten Generaal, De Koningin geniet een inkomen van f 1,200,000. Spr. zet uiteen, welke kosten, als onderhoud pa leizen, personeel, belangijke bijdragen voor stichtingen van liefdadigheid e.a., ten laste der Koningin komen. Dit moet men bedenken als men aanmerkingen op het bedrag hoort, en ook, dat ande re vorsten eer een grooter dan kleiner inkomen genieten. Zelfs een president eener republiek is niet voordeeliger. Vervolgens schetste spr- de staats rechtelijke positie der Koningin, haar afhankelijkheid van het parlement. Dit is echter geen gebrek van de Neder- iandsche monarchie, aldus spr., maar een verdienste. Een overwinning op de on beperkte macht der vorsten. Ook een president is in gelijke mate afhankelijk, maar een koning of koningin wordt dat door erfrecht en president kan ieder een worden. De stabiliteit van een vor stenhuis is een voordeel. En voorts be toogt spr-, dat een president, opgekomen uit zijn partij, altijd een partijman blijft, terwijl een vorst van huis uit steeds boven de partijen gestaan heeft in een vorst, die niet geKozen doch geboren wordt, komt ook Gods souvereiniteit zuiverder tot uiting. Een vorst is een symbool van nationale eenheid. Men zal ook meer van een vorst houden dan van 'n tijdelijken president. Zoo zijn wij, Ne derlanders, van de 15e eeuw af saamge- groeid met de Oranjes, Zooveel eeuwen hadden we één levensdoel! Men zal mogelijk denken, aldus spr.: dat die katholieke priester dat durft uit ie spreken Inderdaad, wij Katholieken waren ook niet altijd tevreden, maar thans vormen we in Nederland de sterk ste partij: We hebben veel bereikt, en c'at kon gebeuren onder de Oranjes. En wat de Koningin aangaat, de onbeschoft- ste socialist heeft zijn gal wel over ons vorstenhuis uitgespuugd, maar hij heeft nooit aan haar kunnen raken; zij was een voorbeeldige vrouw, echtgenöote en vorstin- En zij was ook een godsdien stige vrouw. Omdat alles hebben wij haar lief en zullen wij haar beschermen! (Luid applaus). Spr. wees er vervolgens op, dat de Koningin hoewel zelf Nederduitsch Hervormd, altijd op duidelijke wijze alle godsdiensten beschermd heeft, Voorts uitte hij zijn verontwaardiging over de wijze, waarop men zich van socialisti sche zijde vaak over haar uitlaat. On danks haar afhankelijkheid van het par lement heeft zij een verantwoordelijke taak. Zij kent zeer zeker vele moeilijke oogenblikken. Wie weet, riep spr. uit, en ik kan dat met overtuiging zeggen, waren wij zonder Koningin Wilhelmi.ua niet meegesleept in den Wereldoorlog Koningin Wilhelmina is een vredesko ningin. Hierna waarschuwde spr. tegen de- (Ingez. Med.) wakker te schudden." „Welk soort man zou jou dan lijken?" De oogen van 't meisje begonnen on deugend te schitteren, maar 't feit, dat ze op de vraag een serieus antwoord gaf was wel 't bewijs van groote sym pathie tusschen haar en haar tante. „Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik niet bepaald verlangend ernaar ben, dat een van hen me zou lijken,1"' zeide, ze. „Maar nu de vraag eenmaal gedaan is.... hij zou in de eerste plaats een man moeten zijn; iemand, die ziqh zou weten te handhaven, in welk milieu hij ook geplaatst werd. En in de tweede plaats natuurlijk zou ik dan ook graag zien, dat 't een heer was, ofschoon ik dat eigenlijk een onmogelijk woord vind en de combinatie waarschijnlijk zeldzaam is, want een goed verstand en goede afkomst gaan niet noodzake lijkerwijs samen en een man, die opge voed wordt door den strijd om 't be staan doet gewoonlijk heel wat meer wijsheid op dan een jongmensch voor wien alles betaald wordt in Oxford of in het leger. Maar daartegenover staat weer, dat mannen van dat stempel zoo veel onplezierigs aanleeren. Feitelijk ken ik maar één man, die mijn ideaal nabij zou komen en die is „buiten me dedinging" door leeftijd en bloedver wantschap..» ik denk wel eens, tante tje, wij lijken zooveel op elkaar, heeft u vroeger een tweede, zoo, gekend?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5