DE VREEMDELING VAN
SILVERDALE
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor (Oct
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
Ml«s
lao4
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934. No. 200.
NDE
OP WEG NAAR HET WERK!
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
1
MIDDELBURG.
n
p
E
i r
Y.
NT
NjjS
"m.
ELEF5
icht,
p alle
amers.
en:
dag
nd,
tBIJN.
met
ewoon
:nd, J.
g. Te-
laaas
■■Hl
ikaan.
Belg.
3.50
n. Bre-
p. p.
Wburg.
an en
Z.-Be-
en de
ersoon.
Boom,
burg.
en
dag 3
aarten
p-Top,
krtn.
Midd.
A.s.
tfijme-
A.s.
ssel m.
ondrit.
iddelb.
Boeit
■JU
De situatie in Oostenrijk
Bedenkelijke verschijnselen
Het onderhoud tusschen Mus
solini en Schuschnigg Te veel
Italiaansche invloed onge-
wenscht.
Als een bezwaar tegen het bewind
van wijlen den Oostenrijkschen bonds
kanselier Dollfuss is van verschillende
zijden meermalen aangevoerd, dat hij de
nationaal-socialisten niet ha'rd genoeg
aanpakte. Aan dreigementen was geen
gebrek, maar in de praktijk kwam er
gewoonlijk niet veel van terecht. Doll
fuss zou zich door zijn geschipper zelf
den dood op den hals hebben gehaald.
Als hij straffer was opgetreden, zou
den de terroristen minder moed aan den
dag hebben gelegd; en dan zouden ze
allicht niet tot dien desperaten overval
op de bondskanselarij gekomen zijn.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat er
iets waars in deze redeneering schuilt.
Men vergete echter niet, dat het voor
Dollfuss niet gemakkelijk, indien moge
lijk, ware geweest, straffer op te treden.
Uit hetgeen diverse bescheiden, na de
mislukte putsch in handen der Oosten-
rijksche regeering gevallen, hebben ge
openbaard, hadden de nazi's ontzaglijk
veel handlangers bij de politie en de
rechterlijke macht. Deze hielden de ter
roristen de hand boven 't hoofd, zooveel
ze konden en waarschuwden hen, indien
gevaar dreigde. Vermoedelijk heeft Doll
fuss nooit geweten, welk een omvang
dit verraad had aangenomen.
Na de tragische gebeurtenissen op 25
Juli is er een andere wind in Oosten
rijk gaan waaien. De mannen, die thans
het bewind in handen hebben, zijn be
zig voorbeelden te stellen. Deze week
werd melding gemaakt van de terecht
stelling van twee arbeiders, die niets
anders op hun geweten hadden, dan dat
ze in het bezit van ontplofbare stoffen
waren bevonden. Een paar maanden ge
leden is een wet uitgevaardigd, waarbij
dit feit met de doodstraf wordt be
dreigd. Tot dusver had men aan die wet
in haar volle consequentie geen uitvoe
ring gegeven. Dat is nu veranderd. De
Oostenrijksche (regeering meent blijk
baar, dat het uit moet zijn met de toe
gevendheid. De schrik zal er in bij de
lieden, die plannen voor een nieuwe
terreur mochten koesteren. Een wet, die
op zichzelf barbaarsch is, vindt toepas
sing.
Het geval heeft ons uitermate verrast.
Er hebben de laatste weken verschil
lende deelnemers aan den overval op de
bondskanselarij en het gebouw van het
Weensche omroep-bedrijf terecht ge
staan, die „slechts" tot langdurige vrij
heidsstraffen werden veroordeeld. Wa
ren dezen niet minstens zoo schuldig als
de beide arbeiders, die men heeft mee-
nen te moeten ophangen, alleen omdat
ze bommen in hun bezit hadden? Geldt
dat nu in Oostenrijk voor een erger zon
de, dan de stormloop op de bondskan
selarij, waarbij men een eersten minis
ter koelbloedig liet doodbloeden? Wij
begrijpen er niets meer van. Tenzij aan
genomen moet worden, dat de omstan
digheden op 't oogenblik belangrijk met
die van een paar weken geleden zouden
verschillen. Anders gezegd: dat de situ
atie in Oostenrijk tijdens het proces te
gen (een deel der) opstandelingen het
stellen van voorbeelden niet noodig
scheen te maken, terwijl zulks thans wel
wenschelijk zou zijn. De regeering moet
dan dus tot de overtuiging zijn geko
men, dat haar positie opnieuw wordt be
dreigd. Een bevestiging van deze onder
stelling kan men vinden in een recente
uitlating van vice-kanselier Starhem
berg. Wij zijn voorbereid op een nieuwe
nazi-putsch, nog voor het einde van dit
jaar, zeide hij. Dergelijke uitlatingen
moeten gemeenlijk met een korreltje
zout worden genuttigd, doch in verband
16).
door H. BINDLOSS.
oor hem uit was het pad versperd;
tijd voor een omweg had hij niet, want
e eene marechaussée zat hem vlak op
de hielen, terwijl de andere door paral
lel met den bovenkant van de helling
te blijven rijden, het ontsnappen naar
de prairie bij voobaat onmogelijk ge
maakt had. Voortgaan kon hij niet en
door het aanhoudende kraken van tak
ken, het dreunend geluid van hoefslagen
vergezeld van voortdurend rinkelen van
staal achter hem, was het duidelijk dat
hij door om te keeren regelrecht op de
karabijnen van zijn vervolgers, die geen
oogenblik zouden aarzelen om hun wa
pens te gebruiken, in zou rijden. De
eenige kans om te ontsnappen bood de
rivier. Maar dit was het ged.eelte wa=-
het water snel stroomde en het ijs die
tengevolge .nog dun was één oogen
blik verkortte hij, aarzelend, de teugels.
„We hebben hem!" hoorde hij eens
klaps een schorre stem roepen, en toen:
„Hou-in, of we schieten!"
Courthorne deed zijn paard zwenken,
van den weg af, recht het bosch in.
Meteen kwam er van schuin uit de hoog
te een vuur.straal, gevolgd door een
fluiten boven zijn hoofd; hij gaf zijn
gebracht met de terechtstelling der bei
de arbeiders, kan men er ditmaal alle
waarde niet aan ontzeggen. Ook overi
gens geeft het bewind in Oostenrijk mo
menteel trouwens teekenen van een ze
kere nerveuse stemming. Een en an
der is van dien aard, dat men zich om
trent de situatie in Oostenrijk nog aller
minst gerust kan voelen.
De eenigszins overhaaste visite, die
Schuschnigg, de nieuwe bondskanselier
bij Mussolini heeft afgestoken, vormt
tenslotte ook nog een aanwijzing in de
zelfde richting. Het heeft vrij algemeen
verwondering gewekt, dat er zooveel
spoed achter dat bezoek is gezet. Men
heeft niet eens kunnen afwachten, dat
Mussolini, die de manoeuvres van het
Italiaansche leger moest bijwonen, weer
in Rome terug zou zijn. Zonder veel
uiterlijk vertoon hebben de beide
staatslieden mekaar in Florence ont
moet.
Omtrent de resultaten van het onder
houd is vrijwel niets bekend. Als ge
bruikelijk werd er na afloop een com
muniqué verstrekt, doch daar stond
als even gebruikelijk niets in. Gis
singen over de eventueele resultaten
kwamen er intusschen in groote mate
voor den dag. Daar heeft men natuur
lijk ook niet veel aan, doch in één op
zicht vormden ze toch interessante lec
tuur; vooral die van Fransche en aan
verwante zijde. Dezen spraken n.l. een
verborgen vrees uit: dat de bemoeie
nissen van Mussolini met Oostenrijk
ook te hartelijk zouden kunnen worden,
tn een deel van Europa begint men dus
alweer te vinden, dat de banden tus
schen Oostenrijk en Italië niet al te
nauw moeten worden aangehaald. Dat
viel te verwachten. Teveel invloed van
Mussolini in het centrum van ons we
relddeel is voor de internationale poli
tieke situatie evenmin wenschelijk als
teveel Duitsche invloed in die richting.
Frankrijk en Engeland zouden aan dit
alles de scherpe kanten kunnen afne
men, door zich nu eens daadwerkelijk
voor Oostenrijk in te spannen. Aan
fraaie beloften heeft men te Weenen
niet veel; er moet hulp komen, in de
eerste plaats financieele en economi
sche hulp, om het land bestaanszeker
heid te geven.
door
MEJ. DR. E. C. VAN DORP
Oud-lid der Tweede Kamer.
V
Geen egoïsme, doch menschen-
liefde is de grondslag van dit
herstelplan.
Sedert het Marxisme door de Neder-
landsche socialisten als theorie feitelijk
afgezworen is, ontbreekt aan het socia
lisme iedere theorie: d.w.z. ieder inzicht
omtrent den samenhang der economische
verschijnselen en verhoudingen. De ern
stige vakvereenigingsman zal moeten
inzien, dat hij een dergelijke theorie als
grondslag voor zijn actie hebben moet,
en de waarheid van het hier, zonder
eenig klassen-veroordeel, gestelde moe
ten erkennen.
Naar mate de werkloosheid afneemt,
het bedrijf opleeft, zal dan de terugtocht
uit de onvrijheid, waarin wij leven, kun
nen worden aanvaard. Deze onvrijheid
is geheel in strijd met den aard van het
Nederlandsche volk. Weliswaar worden
maatregelen gezocht, omdat men daar
van alleen de gewenschte gevolgen ziet:
maar, in aanraking gekomen met de wer
kelijkheid ervan, zijn alle „bevoordeel
den" ontevreden en wenschen de vroe
gere vrijheid terug.
De moeilijkheid ligt uiteraard geheel
op psychologisch gebied, maar te lang
reeds heeft men zich hierdoor laten af
schrikken. Noodig is alleen: moed, uit
geloof in, en liefde vóór den arbeider.
Voelt deze, dat achter dit plan geen
egoïsme, maar menschenliefde zit, dan
is de grootste moeilijkheid overwonnen.
Zal er grooter nationale feestdag zijn,
dan de dag waarop de laatste Nederland
sche arbeider weer aan het werk gaat?
Welnu, dan de eerste stap gezet op den
weg daarheen; de eerste stap, die nog
steeds niet gezet is.
Op weg naar het werk?
De Indische conversie-leening
en de positie der kapitaal
markt. Vermindering van
het Amerikaansche rubber-
verbruik. Petroleum-situ-
atie in de Ver. Staten een be
lemmering voor herstel op de
wereldmarkt.
In de afgeloopen week liepen er ge
ruchten, volgens welke het prospectus
van de lang verwachte Ned.-Indische
conversieleening aan het eind van deze
maand zal verschijnen, en de inschrij
ving op deze leening een dag of veertien
later zal worden opengesteld. Naar ver
luidt, zal de leening 483millioen
groot worden, dat is het bedrag aan In
dische leeningen, dat reeds thans aflos
baar is. Dit is, ook voor de tegenwoor
dige positie der kapitaalmarkt, nog al
tijd een respectabel bedrag en de re
geering heeft er dan ook stellig goed
aan gedaan door, alvorens met de uit
gifte te komen, het eind van het vacan-
tieseizoen af te wachten, wanneer de
genen, die de belegging hunner vrijgeko
men gelden tot den terugkeer van va-
cantie hebben uitgesteld, naar geschikte
beleggingsobjecten zullen gaan zoeken.
De keuze voor den belegger zal ech
ter wel zeer beperkt zijn. Wij kunnen
ons voorstellen, dat hij weinig gevoelt
voor aankoop van 4 pet. obligatiën bo
ven pari. De daling van den rentevoet
behoeft nog slechts weinig door te zet
ten, of er zal ook weder een nieuwe po
ging worden gedaan om het 3% pet. ren
tetype ingang te doen vinden, en wan
neer dit mocht gelukken, wordt de con
versie van 4 pet. leeningen nog slechts
een kwestie van tijd. Ook de 4 pet. pro
vinciale en gemeenteleeningen, die thans
tot a pet. boven pari worden uit
gegeven, zullen alsdan tegen den pari-
koers aflosbaar gesteld kunnen worden,
met een dienovereenkomstig koersver
lies voor obligatiehouders. Het koersver
lies voor de houders van de 4 pet. Ne
derlandsche staatsleeningen, die thans
boven de 102 pet. noteeren, zal, wanneer
het tot conversie komt, nog aanmerke
lijk grooter zijn. Nu is het waar, dat een
conversie van de 4 pet. Nederlandsche
staatsleeningen nog niet voor de deur
staat. Na de thans aangekondigde Indi
sche conversieleening zijn eerst de bin
nenkort aflosbare 4% pet. Indische lee
ningen 1930 en 1931 aan de beurt en ver
volgens zal de regeering eerst moeten
gaan denken aan een leeningsoperatie
ter consolidatie van de sterk opgeloopen
vlottende schuld. Wanneer men echter
ziet, dat de 3% pet. Nederlandsche
staatsleening den parikoers reeds over
schreden heeft, lijkt de kans, dat deze
rentevoet binnen afzienbaren tijd voor
Nederlandsche staatsleeningen zal wor
den aanvaard, niet gering.
Dat de regeering, voor de binnenkort
uit te geven leening nog het rente-type
van 4 pet. zal moeten kiezen, bij een
koers van uitgifte van vermoedelijk 100
pet., moet eenerzijds worden toegeschre-j
ven aan het feit, dat het hierbij gaat om
een Indische leening die, hoewel zij voor
rente en hoofdsom door den Nederland-
schen Staat gegarandeerd wordt, toch
nog altijd iets minder in aanzien is dan
een zuiver Nederlandsche Staatsleening.
Aan den anderen kant diende de regee
ring er wel rekening mede te houden,
dat zij nog voor aanzienlijke bedragen
een beroep op de markt zal moeten
doen, zoodat een mislukking van deze
uitgifte niet mag worden geriskeerd. Tot
de bovenbedoelde leeningsvoorwaarden
zal de regeering vermoedelijk wel niet
voor een échec behoeven te vreezen.
De beleggers zullen thans weer in de ge
legenheid worden gesteld, een eerste
klasse fonds met een rente van 4 pet. a
pari te verwerven; het is te verwachten,
dat zij hiervan in ruime mate gebruik
zullen maken.
De geruchten betreffende de op han
den zijnde uitgifte der Indische conver
sieleening a pari hebben het animo voor
de nieuwe boven pari geëmitteerde 4
pet. leeningen reeds bekoeld, zooals wel
daaruit blijkt, dat de conversieleening
van Apeldoorn niet geheel kon worden
geplaatst.
De aandeelenmarkt heeft opnieuw
een uiterst lusteloos aanzien gehad. De
ondernemingslust is tot een minimum
ingekrompen; zelfs m de leidende fond
sen gaan slechte enkele stuks om, waar
door de noteeringen afhangen van toe
vallige marktomstandigheden. Ook de
handel in rubberaandeelen is binnen be
perkte grenzen gebleven, hoewel de
rubberprijs in Londen den hoogsten stand
sinds Maart 1930 heeft bereikt. Het de
zer dagen gepubliceerde cijfer van het
rubberverbruik in Amerika weerspiegelt
duidelijk de economische inzinking, die
daar in de laatste maanden is ingetre
den. Van 40.242 ton in Juni is het ver
bruik gedaald tot 32.647 ton in Juli. In
de loopende maand is de afzet van Ame
rikaansche auto's verder teruggegaan en
derhalve zal men voor deze maand wel
met op een toeneming van het verbruik
mogen rekenen. De voorraden in Ame
rika, die reeds met 6700 ton tot 36.483
ton zijn gestegen, zullen dientengevolge
wel een verdere vermeerdering gaan
vertoonen. Een vermindering van het
Amerikaansche rubberverbruik geduren
de de zomermaanden is op zich zelf wel
niets ongewoons; de economische ont
wikkeling in de Ver Staten is echter
van dien aard, dat betwijfeld moet wor
den, of de seizoenopleving in den herfst
wel voldoende zal zijn, om eenige com
pensatie te vormen voor de thans inge
treden vermindering van het rubberver
bruik. Als een gunstige factor voor de
toekomstige ontwikkeling van de rub-
bermarkt mag het intusschen worden
aangemerkt, 'dat de grondstemming op
de rubbermarkt vast blijft, zelfs in de
Ver- Staten, waar de goederenprijzen in
het algemeen een scherpe reactie te
zien hebben gegeven.
Aandeelen Kon. Petroleum, trekken
ir den laatsten tijd ook slechts weinig
belangstelling. De toestand op de petro-
leummarkt wordt nog altijd beheerscht
■71
Bij Apoth en Orogisten
(Ingez. Med.)
(Ingez. Med.).
paard de sporen even sloeg het dier
weerspannig, voordat hij als een pijl uit
den boog verder schoot.
„Een is den kant van de rivier op",
hoorde Courthorne roepen; in razende
vaart schoot hij nu dwars door den on
dergroei heen de helling af; bij eiken
nieuwen windstoot gierde er een wolk
van fijne jachtsneeuw langs hem heen;
telkens zag hij onder zich tusschen de
boomen door, de blauw-witte glinstering
van het bevroren rivier-oppervlak.
Zware, zwiepende takken sloegen hem
in 't gezicht, zijn bontmuts werd hem
van "t hoofd gerukt; hij voelde, dat zijn
gezicht bloedde, maar steeds nog hoorde
hij het verontrustende kiaken achter
zich; marechaussée Payne reed even
onverschrokken als hij en daarbij had
hij een karabijn. Maar zelfs als Courthor
ne het gewild had, zou hij het niet heb
ben kunnen keeren. Zijn paard, de half
getemde mustang van Witham, was door
de woeste jacht door het dolle heen;
niemand zou hem op dat oogenblik heb
ben kunnen inhouden. Misschien ook
dat een inwendige stem Courthorne
zeide, dat hij zijn trots diende hoog te
houden. Kans om te ontsnappen had
hij niet meer, maar wel had hij de wijze,
waarop zijn leven eindigen zou, in de
hand zonder zich een oogenblik te
bedenken reed hij recht op de Rivier
aan.
Nog geen minuut later hield mare
chaussée Payne zijn paard op den hoo-
gen steilen oever met moeite in. Over
de breede ijsoppervlakte tusschen de
donkere, beboschte oevers joeg een
dichte, fijne jachtsneeuw als een witte
nevel voort; in het midden ervan be
woog zich iets en telkens hoorde hij het
ijs gedempt-hol opklinken. Hij greep
naar zijn karabijn en juist toen hij het
wapen halverwege uit den koker ge
trokken had, hoorde hij een hevig kra
ken, gevolgd door een angstig plassen
daarna werd het weer stil. Onwille
keurig rilde Payne even; doodstil bleef
hij op zijn paard zitten tot de warrelen
de sneeuw de berken om hem heen on
zichtbaar gemaakt had en de stormwind
als een demon, gierend van woede, langs
hem heen stoof.
Hij wist, dat hij volkomen machteloos
stond, dat de sterke stroom den vluch
teling waarschijnlijk oogenblikkelijk on
der het ijs getrokken zou hebben. Hij
steeg af en klom, met zijn paard aan
den teugel, langzaam zoekend naar een
weg, weer tegen de steile helling op;
pas, toen hij het gebaande pad bereikt
had, sprong hij weer in het zadel. Op 't
zelfde oogenblik zag hij, voor zich uit,
den vuurstraal ui.t een karabijn en geen
seconde later reden twee van zijn ka
meraden hem in galop voorbij; een derde
die iets achteraan kwam, riep hem be
velend-kort iets toe:
„Ga terug. De brigadier is gewond en
Shannon ligt met een kogel in zijn
borst."
door de verhoudingen in de Amerikaan
sche petroleumindustrie; uit een inter
view met dr. Deterding na diens aan
komst in Amerika is wel gebleken, dat
men daar nog altijd ver verwijderd is
van het zoo zeer gewenschte evenwicht
tusschen productie 'en verbruik, door de
voortdurende illegale productie. De
groote producenten beweren, dat de
kleine ondernemers de wettelijke voor
schriften inzake de productiebeperking
ontduiken; de kleine producenten op
hun beurt geven de groote ondernemin
gen de schuld van de sterke stijging der
voorraden. Hoe dit ook zij, van een re
geling der wereldproductie zal geen
sprake kunnen zijn, zoolang in Amerika
geen orde op zaken is gesteld. Aan de
concurrentie van de Amerikaansche
olie is het ook toe te schrijven, dat de
vrij aanzienlijke toeneming van het ver
bruik van ruwe olie en petroleumpro-
ducten in het eerste halfjaar in nage
noeg alle landen geen prijsverbetering
met zich heeft gebracht. Integendeel;
over het algemeen is de toeneming van
de ingevoerde hoeveelheid in de meeste
landen gepaard gegaan met een vermin
dering van de totale waarde van dezen
invoer. Op zich zelf is de toeneming van
den afzet van petroleumproducten intus
schen een gunstig verschijnsel; zij is in
overeenstemming met de verwachtingen,
die in het jongste jaarverslag van de
Koninklijke tot uiting kwamen, waarbij
vooral gewezen werd op de steeds veel-
vuldigere toepasingen van Dieselmoto
ren.
Industriëele waarden hebben slechts
weinig in koers gefluctueerd; ook sui-
keraandeelen en tabakken verlaten de
week op een vrijwel onveranderd ni
veau.
m
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
Amsterdam Rubber 99, 97 100 X
Serbadjadi 72%, 74%, 71%
Kon. Petr, 152%, 150%, 151%
Ford 201, 196%,202%.
Philips 208%, 206%, 210
Unilever 65%, 63%, 65%
Deli Bat. Mij. 149, 152%
Deli Mij. 135%, 137, 134%
Senembah 135%, 138%, 136
H. V. „A'dam" 169, 166%, 169%
Javasche Cultuur 84%, 81, 85
De M. V. S.
De Middelburgsche Vacantieschool
heeft het op den achtsten uittocht gis
teren uitstekend getroffen met het weer
en opgewekt en met versierde vlaggen
kwamen de honderden kleinen te half
zeven aan de Loskade terug. Voorafge
gaan door het muziekgezelschap „Cres
cendo", ond.er leiding van den heer de
Graaf, ging het door een deel der stad
naar de Markt.
Hier nam de voorzitter van het
Comité, de heer P. Ph. Paul het woord
en bracht dank in de eerste plaats aan
het muziekgezelschap, maar niet min
der aan allen, die op eenigerlei wijze
hebben medegewerkt aan het welslagen
van den arbeid van 't Comité: de ge-
ham gestuurd om een wagen", zeide bri
gadier Stimson- „Je zegt. dat jij den man
die op hem geschoten heeft, gezien
hebt?'''
„Ja, brigadier," gaf Payne ten ant
woord.
„En ken je hem?"' Bij die vraag klonk
er een zekere spanning in de gewoonlijk
zoo kalme stem van den brigadier door.
„Ja, brigadier," antwoordde Payne.
Iets dergelijks had de jonge man ge
vreesd; zoo snel mogelijk reed hij terug,
terwijl naar den anderen kant het hoef
getrappel in de verte wegstierf. Tien mi
nuten later hield hij vlak naast een man
met een lantaarn zijn paard in; op den
grond, met zijn rug tegen een boom en
zijn gezicht heel bleek en strak, zat bri
gadier Stimson. Naderhand bleek het,
dat zijn paard gevallen was en hem afge-
worpen had; het duurde, weken voor- „Teiminste, hij had de lange, oude bont
dat hij weer tot rijden in staat was. jas van Witham aan en hij bereed diens
„Heb je 't moeten opgeven?1'' vroeg paard."
hij kort. „Stijg af."" j Brigadier Stimson knikte, toen wees
Payne sprong van zijn paard. „Ja,hij op een geweer, dat vlak voor hem
brigadier, maar waarschijnlijk is de man op den grond lag. „Dan herken je onge-
al dood", gaf hij ten antwoord. „Hij twijfeld dit geweer ook. Op de kolf is
heeft geprobeerd de rivier over te ko-.F. Witham ingebrand."
men, maar het ijs was nog niet sterk Payne, gaf geen antwoord; al zijn aan-
genoeg. Ik zag hem hier vandaan weg-dacht was juist op dat oogenblik bij den
rijden na het tweede schot, dus waar-man, die geknield naast zijn makker lag.
schijnlijk is hij het, die op Shannon ge-( „Ik geloof, dat Shannon je iets te zeg-
schoten heeft. Hoe is '1 met hem?" i gen heeft'', zeide deze.
De jonge man liet zich op de knieën
Bij die vraag verzette de andere ma-(
rechaussée zijn lantaarn. Payne schrok, vallen, schoof zijn eenen arm .onder den
Op geen meter afstand knielde een der- hals van zijn makker door en nam de
de agent en vlak er naast zag hij het hand in den grooten bonten handschoen
doodsbleeke gezicht van zijn makker, 't in de zijne.
Leek wel, of Shannon hem herkende, hij Shannon glimlachte hem zwakjes toe.
bewoog even zijn oogen en zijn kleur- „Paard en kleeeren van Witham' be-
looze lippen gingen vaneen, alsof hij wat gon hij, maar meteen moest hij, benauwd
zeggen wilde. Payne moest zijn hoofd hijgend, ophouden,
afwenden, toen de derde agent als ant
woord op een vragen.den blik van hem, (Wordt vervolgd I
meelijdend even knikte.
„Ik heb een van de jongens naar Gra-