DE VREEMDELING VAN SILVERDALE HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor (Oct KRONIEK van den DAG. ZEELAND. Ml«s lao4 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934. No. 200. NDE OP WEG NAAR HET WERK! FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. 1 MIDDELBURG. n p E i r Y. NT NjjS "m. ELEF5 icht, p alle amers. en: dag nd, tBIJN. met ewoon :nd, J. g. Te- laaas ■■Hl ikaan. Belg. 3.50 n. Bre- p. p. Wburg. an en Z.-Be- en de ersoon. Boom, burg. en dag 3 aarten p-Top, krtn. Midd. A.s. tfijme- A.s. ssel m. ondrit. iddelb. Boeit ■JU De situatie in Oostenrijk Bedenkelijke verschijnselen Het onderhoud tusschen Mus solini en Schuschnigg Te veel Italiaansche invloed onge- wenscht. Als een bezwaar tegen het bewind van wijlen den Oostenrijkschen bonds kanselier Dollfuss is van verschillende zijden meermalen aangevoerd, dat hij de nationaal-socialisten niet ha'rd genoeg aanpakte. Aan dreigementen was geen gebrek, maar in de praktijk kwam er gewoonlijk niet veel van terecht. Doll fuss zou zich door zijn geschipper zelf den dood op den hals hebben gehaald. Als hij straffer was opgetreden, zou den de terroristen minder moed aan den dag hebben gelegd; en dan zouden ze allicht niet tot dien desperaten overval op de bondskanselarij gekomen zijn. Het is niet onwaarschijnlijk, dat er iets waars in deze redeneering schuilt. Men vergete echter niet, dat het voor Dollfuss niet gemakkelijk, indien moge lijk, ware geweest, straffer op te treden. Uit hetgeen diverse bescheiden, na de mislukte putsch in handen der Oosten- rijksche regeering gevallen, hebben ge openbaard, hadden de nazi's ontzaglijk veel handlangers bij de politie en de rechterlijke macht. Deze hielden de ter roristen de hand boven 't hoofd, zooveel ze konden en waarschuwden hen, indien gevaar dreigde. Vermoedelijk heeft Doll fuss nooit geweten, welk een omvang dit verraad had aangenomen. Na de tragische gebeurtenissen op 25 Juli is er een andere wind in Oosten rijk gaan waaien. De mannen, die thans het bewind in handen hebben, zijn be zig voorbeelden te stellen. Deze week werd melding gemaakt van de terecht stelling van twee arbeiders, die niets anders op hun geweten hadden, dan dat ze in het bezit van ontplofbare stoffen waren bevonden. Een paar maanden ge leden is een wet uitgevaardigd, waarbij dit feit met de doodstraf wordt be dreigd. Tot dusver had men aan die wet in haar volle consequentie geen uitvoe ring gegeven. Dat is nu veranderd. De Oostenrijksche (regeering meent blijk baar, dat het uit moet zijn met de toe gevendheid. De schrik zal er in bij de lieden, die plannen voor een nieuwe terreur mochten koesteren. Een wet, die op zichzelf barbaarsch is, vindt toepas sing. Het geval heeft ons uitermate verrast. Er hebben de laatste weken verschil lende deelnemers aan den overval op de bondskanselarij en het gebouw van het Weensche omroep-bedrijf terecht ge staan, die „slechts" tot langdurige vrij heidsstraffen werden veroordeeld. Wa ren dezen niet minstens zoo schuldig als de beide arbeiders, die men heeft mee- nen te moeten ophangen, alleen omdat ze bommen in hun bezit hadden? Geldt dat nu in Oostenrijk voor een erger zon de, dan de stormloop op de bondskan selarij, waarbij men een eersten minis ter koelbloedig liet doodbloeden? Wij begrijpen er niets meer van. Tenzij aan genomen moet worden, dat de omstan digheden op 't oogenblik belangrijk met die van een paar weken geleden zouden verschillen. Anders gezegd: dat de situ atie in Oostenrijk tijdens het proces te gen (een deel der) opstandelingen het stellen van voorbeelden niet noodig scheen te maken, terwijl zulks thans wel wenschelijk zou zijn. De regeering moet dan dus tot de overtuiging zijn geko men, dat haar positie opnieuw wordt be dreigd. Een bevestiging van deze onder stelling kan men vinden in een recente uitlating van vice-kanselier Starhem berg. Wij zijn voorbereid op een nieuwe nazi-putsch, nog voor het einde van dit jaar, zeide hij. Dergelijke uitlatingen moeten gemeenlijk met een korreltje zout worden genuttigd, doch in verband 16). door H. BINDLOSS. oor hem uit was het pad versperd; tijd voor een omweg had hij niet, want e eene marechaussée zat hem vlak op de hielen, terwijl de andere door paral lel met den bovenkant van de helling te blijven rijden, het ontsnappen naar de prairie bij voobaat onmogelijk ge maakt had. Voortgaan kon hij niet en door het aanhoudende kraken van tak ken, het dreunend geluid van hoefslagen vergezeld van voortdurend rinkelen van staal achter hem, was het duidelijk dat hij door om te keeren regelrecht op de karabijnen van zijn vervolgers, die geen oogenblik zouden aarzelen om hun wa pens te gebruiken, in zou rijden. De eenige kans om te ontsnappen bood de rivier. Maar dit was het ged.eelte wa=- het water snel stroomde en het ijs die tengevolge .nog dun was één oogen blik verkortte hij, aarzelend, de teugels. „We hebben hem!" hoorde hij eens klaps een schorre stem roepen, en toen: „Hou-in, of we schieten!" Courthorne deed zijn paard zwenken, van den weg af, recht het bosch in. Meteen kwam er van schuin uit de hoog te een vuur.straal, gevolgd door een fluiten boven zijn hoofd; hij gaf zijn gebracht met de terechtstelling der bei de arbeiders, kan men er ditmaal alle waarde niet aan ontzeggen. Ook overi gens geeft het bewind in Oostenrijk mo menteel trouwens teekenen van een ze kere nerveuse stemming. Een en an der is van dien aard, dat men zich om trent de situatie in Oostenrijk nog aller minst gerust kan voelen. De eenigszins overhaaste visite, die Schuschnigg, de nieuwe bondskanselier bij Mussolini heeft afgestoken, vormt tenslotte ook nog een aanwijzing in de zelfde richting. Het heeft vrij algemeen verwondering gewekt, dat er zooveel spoed achter dat bezoek is gezet. Men heeft niet eens kunnen afwachten, dat Mussolini, die de manoeuvres van het Italiaansche leger moest bijwonen, weer in Rome terug zou zijn. Zonder veel uiterlijk vertoon hebben de beide staatslieden mekaar in Florence ont moet. Omtrent de resultaten van het onder houd is vrijwel niets bekend. Als ge bruikelijk werd er na afloop een com muniqué verstrekt, doch daar stond als even gebruikelijk niets in. Gis singen over de eventueele resultaten kwamen er intusschen in groote mate voor den dag. Daar heeft men natuur lijk ook niet veel aan, doch in één op zicht vormden ze toch interessante lec tuur; vooral die van Fransche en aan verwante zijde. Dezen spraken n.l. een verborgen vrees uit: dat de bemoeie nissen van Mussolini met Oostenrijk ook te hartelijk zouden kunnen worden, tn een deel van Europa begint men dus alweer te vinden, dat de banden tus schen Oostenrijk en Italië niet al te nauw moeten worden aangehaald. Dat viel te verwachten. Teveel invloed van Mussolini in het centrum van ons we relddeel is voor de internationale poli tieke situatie evenmin wenschelijk als teveel Duitsche invloed in die richting. Frankrijk en Engeland zouden aan dit alles de scherpe kanten kunnen afne men, door zich nu eens daadwerkelijk voor Oostenrijk in te spannen. Aan fraaie beloften heeft men te Weenen niet veel; er moet hulp komen, in de eerste plaats financieele en economi sche hulp, om het land bestaanszeker heid te geven. door MEJ. DR. E. C. VAN DORP Oud-lid der Tweede Kamer. V Geen egoïsme, doch menschen- liefde is de grondslag van dit herstelplan. Sedert het Marxisme door de Neder- landsche socialisten als theorie feitelijk afgezworen is, ontbreekt aan het socia lisme iedere theorie: d.w.z. ieder inzicht omtrent den samenhang der economische verschijnselen en verhoudingen. De ern stige vakvereenigingsman zal moeten inzien, dat hij een dergelijke theorie als grondslag voor zijn actie hebben moet, en de waarheid van het hier, zonder eenig klassen-veroordeel, gestelde moe ten erkennen. Naar mate de werkloosheid afneemt, het bedrijf opleeft, zal dan de terugtocht uit de onvrijheid, waarin wij leven, kun nen worden aanvaard. Deze onvrijheid is geheel in strijd met den aard van het Nederlandsche volk. Weliswaar worden maatregelen gezocht, omdat men daar van alleen de gewenschte gevolgen ziet: maar, in aanraking gekomen met de wer kelijkheid ervan, zijn alle „bevoordeel den" ontevreden en wenschen de vroe gere vrijheid terug. De moeilijkheid ligt uiteraard geheel op psychologisch gebied, maar te lang reeds heeft men zich hierdoor laten af schrikken. Noodig is alleen: moed, uit geloof in, en liefde vóór den arbeider. Voelt deze, dat achter dit plan geen egoïsme, maar menschenliefde zit, dan is de grootste moeilijkheid overwonnen. Zal er grooter nationale feestdag zijn, dan de dag waarop de laatste Nederland sche arbeider weer aan het werk gaat? Welnu, dan de eerste stap gezet op den weg daarheen; de eerste stap, die nog steeds niet gezet is. Op weg naar het werk? De Indische conversie-leening en de positie der kapitaal markt. Vermindering van het Amerikaansche rubber- verbruik. Petroleum-situ- atie in de Ver. Staten een be lemmering voor herstel op de wereldmarkt. In de afgeloopen week liepen er ge ruchten, volgens welke het prospectus van de lang verwachte Ned.-Indische conversieleening aan het eind van deze maand zal verschijnen, en de inschrij ving op deze leening een dag of veertien later zal worden opengesteld. Naar ver luidt, zal de leening 483millioen groot worden, dat is het bedrag aan In dische leeningen, dat reeds thans aflos baar is. Dit is, ook voor de tegenwoor dige positie der kapitaalmarkt, nog al tijd een respectabel bedrag en de re geering heeft er dan ook stellig goed aan gedaan door, alvorens met de uit gifte te komen, het eind van het vacan- tieseizoen af te wachten, wanneer de genen, die de belegging hunner vrijgeko men gelden tot den terugkeer van va- cantie hebben uitgesteld, naar geschikte beleggingsobjecten zullen gaan zoeken. De keuze voor den belegger zal ech ter wel zeer beperkt zijn. Wij kunnen ons voorstellen, dat hij weinig gevoelt voor aankoop van 4 pet. obligatiën bo ven pari. De daling van den rentevoet behoeft nog slechts weinig door te zet ten, of er zal ook weder een nieuwe po ging worden gedaan om het 3% pet. ren tetype ingang te doen vinden, en wan neer dit mocht gelukken, wordt de con versie van 4 pet. leeningen nog slechts een kwestie van tijd. Ook de 4 pet. pro vinciale en gemeenteleeningen, die thans tot a pet. boven pari worden uit gegeven, zullen alsdan tegen den pari- koers aflosbaar gesteld kunnen worden, met een dienovereenkomstig koersver lies voor obligatiehouders. Het koersver lies voor de houders van de 4 pet. Ne derlandsche staatsleeningen, die thans boven de 102 pet. noteeren, zal, wanneer het tot conversie komt, nog aanmerke lijk grooter zijn. Nu is het waar, dat een conversie van de 4 pet. Nederlandsche staatsleeningen nog niet voor de deur staat. Na de thans aangekondigde Indi sche conversieleening zijn eerst de bin nenkort aflosbare 4% pet. Indische lee ningen 1930 en 1931 aan de beurt en ver volgens zal de regeering eerst moeten gaan denken aan een leeningsoperatie ter consolidatie van de sterk opgeloopen vlottende schuld. Wanneer men echter ziet, dat de 3% pet. Nederlandsche staatsleening den parikoers reeds over schreden heeft, lijkt de kans, dat deze rentevoet binnen afzienbaren tijd voor Nederlandsche staatsleeningen zal wor den aanvaard, niet gering. Dat de regeering, voor de binnenkort uit te geven leening nog het rente-type van 4 pet. zal moeten kiezen, bij een koers van uitgifte van vermoedelijk 100 pet., moet eenerzijds worden toegeschre-j ven aan het feit, dat het hierbij gaat om een Indische leening die, hoewel zij voor rente en hoofdsom door den Nederland- schen Staat gegarandeerd wordt, toch nog altijd iets minder in aanzien is dan een zuiver Nederlandsche Staatsleening. Aan den anderen kant diende de regee ring er wel rekening mede te houden, dat zij nog voor aanzienlijke bedragen een beroep op de markt zal moeten doen, zoodat een mislukking van deze uitgifte niet mag worden geriskeerd. Tot de bovenbedoelde leeningsvoorwaarden zal de regeering vermoedelijk wel niet voor een échec behoeven te vreezen. De beleggers zullen thans weer in de ge legenheid worden gesteld, een eerste klasse fonds met een rente van 4 pet. a pari te verwerven; het is te verwachten, dat zij hiervan in ruime mate gebruik zullen maken. De geruchten betreffende de op han den zijnde uitgifte der Indische conver sieleening a pari hebben het animo voor de nieuwe boven pari geëmitteerde 4 pet. leeningen reeds bekoeld, zooals wel daaruit blijkt, dat de conversieleening van Apeldoorn niet geheel kon worden geplaatst. De aandeelenmarkt heeft opnieuw een uiterst lusteloos aanzien gehad. De ondernemingslust is tot een minimum ingekrompen; zelfs m de leidende fond sen gaan slechte enkele stuks om, waar door de noteeringen afhangen van toe vallige marktomstandigheden. Ook de handel in rubberaandeelen is binnen be perkte grenzen gebleven, hoewel de rubberprijs in Londen den hoogsten stand sinds Maart 1930 heeft bereikt. Het de zer dagen gepubliceerde cijfer van het rubberverbruik in Amerika weerspiegelt duidelijk de economische inzinking, die daar in de laatste maanden is ingetre den. Van 40.242 ton in Juni is het ver bruik gedaald tot 32.647 ton in Juli. In de loopende maand is de afzet van Ame rikaansche auto's verder teruggegaan en derhalve zal men voor deze maand wel met op een toeneming van het verbruik mogen rekenen. De voorraden in Ame rika, die reeds met 6700 ton tot 36.483 ton zijn gestegen, zullen dientengevolge wel een verdere vermeerdering gaan vertoonen. Een vermindering van het Amerikaansche rubberverbruik geduren de de zomermaanden is op zich zelf wel niets ongewoons; de economische ont wikkeling in de Ver Staten is echter van dien aard, dat betwijfeld moet wor den, of de seizoenopleving in den herfst wel voldoende zal zijn, om eenige com pensatie te vormen voor de thans inge treden vermindering van het rubberver bruik. Als een gunstige factor voor de toekomstige ontwikkeling van de rub- bermarkt mag het intusschen worden aangemerkt, 'dat de grondstemming op de rubbermarkt vast blijft, zelfs in de Ver- Staten, waar de goederenprijzen in het algemeen een scherpe reactie te zien hebben gegeven. Aandeelen Kon. Petroleum, trekken ir den laatsten tijd ook slechts weinig belangstelling. De toestand op de petro- leummarkt wordt nog altijd beheerscht ■71 Bij Apoth en Orogisten (Ingez. Med.) (Ingez. Med.). paard de sporen even sloeg het dier weerspannig, voordat hij als een pijl uit den boog verder schoot. „Een is den kant van de rivier op", hoorde Courthorne roepen; in razende vaart schoot hij nu dwars door den on dergroei heen de helling af; bij eiken nieuwen windstoot gierde er een wolk van fijne jachtsneeuw langs hem heen; telkens zag hij onder zich tusschen de boomen door, de blauw-witte glinstering van het bevroren rivier-oppervlak. Zware, zwiepende takken sloegen hem in 't gezicht, zijn bontmuts werd hem van "t hoofd gerukt; hij voelde, dat zijn gezicht bloedde, maar steeds nog hoorde hij het verontrustende kiaken achter zich; marechaussée Payne reed even onverschrokken als hij en daarbij had hij een karabijn. Maar zelfs als Courthor ne het gewild had, zou hij het niet heb ben kunnen keeren. Zijn paard, de half getemde mustang van Witham, was door de woeste jacht door het dolle heen; niemand zou hem op dat oogenblik heb ben kunnen inhouden. Misschien ook dat een inwendige stem Courthorne zeide, dat hij zijn trots diende hoog te houden. Kans om te ontsnappen had hij niet meer, maar wel had hij de wijze, waarop zijn leven eindigen zou, in de hand zonder zich een oogenblik te bedenken reed hij recht op de Rivier aan. Nog geen minuut later hield mare chaussée Payne zijn paard op den hoo- gen steilen oever met moeite in. Over de breede ijsoppervlakte tusschen de donkere, beboschte oevers joeg een dichte, fijne jachtsneeuw als een witte nevel voort; in het midden ervan be woog zich iets en telkens hoorde hij het ijs gedempt-hol opklinken. Hij greep naar zijn karabijn en juist toen hij het wapen halverwege uit den koker ge trokken had, hoorde hij een hevig kra ken, gevolgd door een angstig plassen daarna werd het weer stil. Onwille keurig rilde Payne even; doodstil bleef hij op zijn paard zitten tot de warrelen de sneeuw de berken om hem heen on zichtbaar gemaakt had en de stormwind als een demon, gierend van woede, langs hem heen stoof. Hij wist, dat hij volkomen machteloos stond, dat de sterke stroom den vluch teling waarschijnlijk oogenblikkelijk on der het ijs getrokken zou hebben. Hij steeg af en klom, met zijn paard aan den teugel, langzaam zoekend naar een weg, weer tegen de steile helling op; pas, toen hij het gebaande pad bereikt had, sprong hij weer in het zadel. Op 't zelfde oogenblik zag hij, voor zich uit, den vuurstraal ui.t een karabijn en geen seconde later reden twee van zijn ka meraden hem in galop voorbij; een derde die iets achteraan kwam, riep hem be velend-kort iets toe: „Ga terug. De brigadier is gewond en Shannon ligt met een kogel in zijn borst." door de verhoudingen in de Amerikaan sche petroleumindustrie; uit een inter view met dr. Deterding na diens aan komst in Amerika is wel gebleken, dat men daar nog altijd ver verwijderd is van het zoo zeer gewenschte evenwicht tusschen productie 'en verbruik, door de voortdurende illegale productie. De groote producenten beweren, dat de kleine ondernemers de wettelijke voor schriften inzake de productiebeperking ontduiken; de kleine producenten op hun beurt geven de groote ondernemin gen de schuld van de sterke stijging der voorraden. Hoe dit ook zij, van een re geling der wereldproductie zal geen sprake kunnen zijn, zoolang in Amerika geen orde op zaken is gesteld. Aan de concurrentie van de Amerikaansche olie is het ook toe te schrijven, dat de vrij aanzienlijke toeneming van het ver bruik van ruwe olie en petroleumpro- ducten in het eerste halfjaar in nage noeg alle landen geen prijsverbetering met zich heeft gebracht. Integendeel; over het algemeen is de toeneming van de ingevoerde hoeveelheid in de meeste landen gepaard gegaan met een vermin dering van de totale waarde van dezen invoer. Op zich zelf is de toeneming van den afzet van petroleumproducten intus schen een gunstig verschijnsel; zij is in overeenstemming met de verwachtingen, die in het jongste jaarverslag van de Koninklijke tot uiting kwamen, waarbij vooral gewezen werd op de steeds veel- vuldigere toepasingen van Dieselmoto ren. Industriëele waarden hebben slechts weinig in koers gefluctueerd; ook sui- keraandeelen en tabakken verlaten de week op een vrijwel onveranderd ni veau. m Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Amsterdam Rubber 99, 97 100 X Serbadjadi 72%, 74%, 71% Kon. Petr, 152%, 150%, 151% Ford 201, 196%,202%. Philips 208%, 206%, 210 Unilever 65%, 63%, 65% Deli Bat. Mij. 149, 152% Deli Mij. 135%, 137, 134% Senembah 135%, 138%, 136 H. V. „A'dam" 169, 166%, 169% Javasche Cultuur 84%, 81, 85 De M. V. S. De Middelburgsche Vacantieschool heeft het op den achtsten uittocht gis teren uitstekend getroffen met het weer en opgewekt en met versierde vlaggen kwamen de honderden kleinen te half zeven aan de Loskade terug. Voorafge gaan door het muziekgezelschap „Cres cendo", ond.er leiding van den heer de Graaf, ging het door een deel der stad naar de Markt. Hier nam de voorzitter van het Comité, de heer P. Ph. Paul het woord en bracht dank in de eerste plaats aan het muziekgezelschap, maar niet min der aan allen, die op eenigerlei wijze hebben medegewerkt aan het welslagen van den arbeid van 't Comité: de ge- ham gestuurd om een wagen", zeide bri gadier Stimson- „Je zegt. dat jij den man die op hem geschoten heeft, gezien hebt?''' „Ja, brigadier," gaf Payne ten ant woord. „En ken je hem?"' Bij die vraag klonk er een zekere spanning in de gewoonlijk zoo kalme stem van den brigadier door. „Ja, brigadier," antwoordde Payne. Iets dergelijks had de jonge man ge vreesd; zoo snel mogelijk reed hij terug, terwijl naar den anderen kant het hoef getrappel in de verte wegstierf. Tien mi nuten later hield hij vlak naast een man met een lantaarn zijn paard in; op den grond, met zijn rug tegen een boom en zijn gezicht heel bleek en strak, zat bri gadier Stimson. Naderhand bleek het, dat zijn paard gevallen was en hem afge- worpen had; het duurde, weken voor- „Teiminste, hij had de lange, oude bont dat hij weer tot rijden in staat was. jas van Witham aan en hij bereed diens „Heb je 't moeten opgeven?1'' vroeg paard." hij kort. „Stijg af."" j Brigadier Stimson knikte, toen wees Payne sprong van zijn paard. „Ja,hij op een geweer, dat vlak voor hem brigadier, maar waarschijnlijk is de man op den grond lag. „Dan herken je onge- al dood", gaf hij ten antwoord. „Hij twijfeld dit geweer ook. Op de kolf is heeft geprobeerd de rivier over te ko-.F. Witham ingebrand." men, maar het ijs was nog niet sterk Payne, gaf geen antwoord; al zijn aan- genoeg. Ik zag hem hier vandaan weg-dacht was juist op dat oogenblik bij den rijden na het tweede schot, dus waar-man, die geknield naast zijn makker lag. schijnlijk is hij het, die op Shannon ge-( „Ik geloof, dat Shannon je iets te zeg- schoten heeft. Hoe is '1 met hem?" i gen heeft'', zeide deze. De jonge man liet zich op de knieën Bij die vraag verzette de andere ma-( rechaussée zijn lantaarn. Payne schrok, vallen, schoof zijn eenen arm .onder den Op geen meter afstand knielde een der- hals van zijn makker door en nam de de agent en vlak er naast zag hij het hand in den grooten bonten handschoen doodsbleeke gezicht van zijn makker, 't in de zijne. Leek wel, of Shannon hem herkende, hij Shannon glimlachte hem zwakjes toe. bewoog even zijn oogen en zijn kleur- „Paard en kleeeren van Witham' be- looze lippen gingen vaneen, alsof hij wat gon hij, maar meteen moest hij, benauwd zeggen wilde. Payne moest zijn hoofd hijgend, ophouden, afwenden, toen de derde agent als ant woord op een vragen.den blik van hem, (Wordt vervolgd I meelijdend even knikte. „Ik heb een van de jongens naar Gra-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5