ZEEUWSCH ZONDAGSBLAD mm :mmmwaan IVAN DE PROVINCIALE ZEEUVSCHE MIDDELBURGSCHE COURANTI 4 Aug. 1934 111 VERKEERD BEGREPEN! DE SPIEGEL. RAADSELHOEKJE. ZEEUWSCHE KRONIEK. i 1 S.B N i i i m il w ■m Moeder was toch een schat, dat zij er met geen enkel woord op zin speelde. De jongens spraken er niet over en toch dachten ze allebei hetzelf de. Groot was aller vreugde, toen zij half Augustus toch nog naar zee konden. De jongens waren be ter en Vader had zijn vacanbe met een collega kunnen omruilen. „Zoo eindigt de vacantie toch nog goed", zei Moeder. Ze had werkelijk medelijden met haar berouwvol tweetal, dat in deze heerlijke weken aan zee haar als om strijd vertroetelde Begin September kwamen allen dan ook weer gezond en opge wekt thuis. En toen een paar da gen later Oom Jaap met den be loofden dieseltrein verscheen, zag hij vier Hoor de zon gebruinde ge zichten. Piet en Tom zouden echter de eerste weken van de vacantie niet licht vergeten, al werden ze ook zoo oud alsals Methusalem. Kleine Hanny heeft geluisterd, Maar begrijpt er niet veel van. Wie steekt er iets onder stoelen? ('t Woordje noch ontsnapte Han!) En na tafel kijkt de peuter Heel aandachtig in het rond. Met een ernstig snuitje zegt hij: Paps, er ligt niéts óp den grond! Carla Hoog. Vader zegt tot Ben, zijn oudste: 'k Sprak vandaag den direc teur Van de H. B. S.! De jongen Krijgt op eens een hooge kleur, Want....zijn leeren kon veel [beter! En gaat Vader langzaam [voort, 'k Heb toen over jou, m'n [jongen, Niet zoo heel veel goeds [gehoord! 'k Steek het onder stoel noch [banken, Dat de zaak slecht voor je staat En je, als je niet je best doet, Dit jaar vast niet overgaat! De spiegel is een kameraad, Die mij precies zegt, waar 't op staat; Ben 'k vroolijk en van harte blij, Dan toont hij 't met één blik aan mij. Maar ben ik boos, pruil 'k bo vendien, Wat laat de spiegel mij dan zien Een zuur gezicht, een donk'ren blik Beschaamd moet 'k denken: Dat ben ik i De spiegel is de goede vrind Geloof het maar van ieder kind; Maar ben je soms een ijdeltuit, Dan is de ware vriendschap uit, Dan toont hij je, hoe dwaas je doet, AI meen je ook: het staat mij goed Pe spiegel houdt je voor den mal En ja, dat is een gek geval Herman na. Goedkooper. Man, laat mij toch eens naar de Riviera gaan, ik zal dan eiken nacht van je droomen. Kind, blijf liever bij mij en droom van de Riviera. Van den regen in den drup. Ik heb zoo'n honger, mevrouw klaagde de bedelaar. Maar man, waarom werk je dan iiiet? Dat heb ik geprobeerd, me vrouw, maar daar kreeg ik nog veel meer honger van. aMMAwawmii OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT 'T VORIGE NUMMER. VOOR GROOTEREN. 1. Hannover. Oever, Anna, Han, varen, neven. 2. Een vos, (os). 3. De antiloop (anti tegen). 4. Ik wist, wie u pen en inkt be zorgen zou. (Eupen). Een half uur had Anton gerend, toen kon hij niet meer. (Tongeren.) Hans wil na de koffie gaan fiet sen. (Wilna). We kwamen Loes tegen even vóór we Els zagen. (Genève). Is Bob ingenomen met zijn va- vacantieplannen (Bingen en Metz). VOOR KLEINEREN. 1. Kat, gat, lat, vat, rat, mat, nat. 2. K Kapelle. m a 1 peper Kapelle lelie elf e 3. Oor, log; oorlog. 4. Een neus. o OM OP TE LOSSEN. VOOR GROOTEREN. 1. Schrijf onder elkaar: lo een dikwijls zeer mooi deel van een plant. Hoera het is vacantie Zes weken niet naar school. We hoeven niet te leeren, Maar maken pret en jool. We gaan misschien naar zee toe Of naar de groote hei, De bosschen en de velden. Daarom zijn wij zoo blij. Wat zullen we ravotten En spelen heel den dag 'k Weet vast, dat Moes verbiedt thuis, Wat buiten zeker mag We hopen maar, dat Zonlief Wil schijnen. Dan wordt 't goed! Maar Moes zegt, dat met regen Niet ééntje mopp'ren moet. Hoera het is vacantie De boeken weggezet. Wij denken nu alleen maar Aan.buiten zijn en pret 2o nachtvogels. 3o een natuurverschijnsel. 4o een ander woord voor hut (kleine woning). 5o een heel klein plaatsje op de Veluwe. 6o de naam van een maand. De beginletters vormen, van boven naar beneden gelezen, den naam van een plaats in t Gooi en de woorden moeten alle uit 5 letters bestaan. 2. Mijn geheel wordt met 8 let ters geschreven en noemt een stad op het Balkan-schier eiland. 7, 8, 5, 6 is een verkorte meis jesnaam. Een 1, 2, 2, 5 is een roofdier. Zonder 4, 2, 3, 7 kan men niet betalen. Een 7, 5, 2, 4 is een reddings werktuig. Een 1, 2, 3, 4 is een vreemde ling. 3. Welke is de grootste zaal In ons heele land? Als je 't antwoord daad'Iijk zegt, Ben je bijdehand! 4 Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van boven naar beneden gele zen, de naam van een deel van België. X Ie rij een roofvogel. X 2e rij een weekdier. X 3e rij een vervoer middel. X 4e rij een viervoetig dier, X 5e rij een zwemvogel. X 6e rij 'n ander woord voor nobel. X 7e rij 'n ander woord voor ruw metaal. X 8e rij een bloem. X 9e rij 'n lichaamsdeel. X 10e rij 'n ander woord voor inbeelding. VOOR KLEINEREN. 1. Verborgen vogels. Jan is lui; laat hem maar thuis blijven. Weet je, dat Vader een dolk op zijn kamer heeft? Moeder kwam u schertsend te gemoet. Wij gaan dezen zomer eiken dag naar Scheveningen, als het goed weer is. 2. Wie geeft warmte en veel licht? Toovert kleur op 'n bleek [gezicht? Ieder kent haar: Jong en Oud! Ieder, die van haar veel houdt! 3. Vul deze 9 vakjes in met: 4 A 2 D 2 K 1 R maar doe het zóó dat ie van links naar rechts en van bo ven naar beneden leest: le. een deel van een gebouw, 2e. een meisjesnaam. 3e. een voertuig. 4. Welke boom wordt, als men hem in blokken zaagt en de blokken weer samenvoegt in een andere dan de oorspron kelijke volgorde, een voorwerp, dat in de keuken gebruikt wordt? - 'zïC'.'Li-. A „w.r?.'« Verzoening- Om twist te maken is maar één mensch noodig. Om den twist te beslechten minstens twee. Om een oorlog te verwekken behoeft maar één volk uit te trekken ten strijde. Om vrede te sluiten zijn minstens twee volken van de partij. Uit deze zoo klare waarheden blijkt wel heel duidelijk, hoe moei lijk verzoeningswerk en vredesar- beid is. Maar ook, dat deze arbeid veel hooger staat dan twist ver wekken en oorlog verklaren. Want dat kan de ongetemde wil van één man doen, die zijn wil anderen, een heel volk desnoods oplegt. Waar vrede is moet althans wezen de vrucht van overleg, dat 'n uitweg, een overeenkomst wil bereiken. Men spreekt over en men roept om wereldverandering. Inderdaad, die is niet onredelijk. Hoe zal dan die wereld veranderen, indien men tenminste weel tot welk een ver andering men moet zien te komen? Zal het gaan van boven naar be neden of van beneden naar boven. We bedoelen: zal één macht, één man desnoods, zijn vredeswil op leggen aan de massa. Of zal de al- geheele wereldverandering worden geboren uit de veranderingen, die de enkeling en individueel onder gaan. De eerste weg is de snelste; de tweede de langzame, maar de ze kerste. Want dan staat noch valt de nieuwe aera met één man, maar wordt ze gedragen hier en ginds en overal door den wil van de vele duizenden. Tenzij dan, dat de opge legde wil van dien zeven ook in derdaad den wil der duizenden in de overtuiging van den vrede blij vend weet in te leiden. Hoofdzaak is, dat de gedachte der verzoening leeft, krachtig en frisch. Zonder dat leven zal er van wereldverzoening nooit iets ko komen, Want door alles wat voortdurend en telkens weer geschiedt zal de verzoeningsgedachte onder moeten gaan, wanneer ze niet bestand is tegen de ruwste stormen zelfs. Maar als ze als de peppels hier in mijn tuin ze zich buigt onder den storm om zich aanstonds weer te verheffen, wanneer de windvlaag zich even legt, dan zal ze ook als die boomen, die van jaar tot jaar hooger op schieten, dieper en bree der wortels maken en steviger en flinker worden. Daar zal wel niemand wezen, die de juistheid van dit alles ontken nen zal. Trouwens het werd reeds vele jaren als van de daken ver kondigd, algemeen als waar er kend. Wat van 't kleine geldt, geldt a fortiori van het groote. Wil men een wereldverzoening, dan zal ieder in eigen leven de gedachte der verzoening moeten dragen. Jezus zegt: „zoo gij uwe gave .uit op het allaar offeren en aldaar ndachtig wordt, dat uw broeder els tegen U heeft, laat daar uwe gave vóór het altaar en ga heen, verzoen U eerst met uwen broeder en kom dan en offer uw gave." Een woord klaar als het water van een beek en diep als de zee. Vóór alle andere plichten; vóór die van het geloof zelfs wordt hier de plicht der verzoeningsgezind heid gesteld zonder welke zelfs het geloof blijkbaar geen waarde heeft. Werd die waarde erkend het stond er met de wereld onzer da gen vrij wat beter voor! Maar staat niet de mensch en de menschheid zichzelf het allereerst in den weg? Omdat hij zichzelf 't voornaamste vindt en van alle din- en de eigen maakt? 't Is vrij wat gemakkelijker een gave te offeren dan zichzelf in zelf verloochening te offeren. En dat is het wat verzoening vraagt: de minste willen wezen; zich zelf offeren in de zelfverloo chening. Omdat die kunst zoo weinig wordt verstaan, daarom staat het met vrede onder de menschen en de volkeren zoo heel droef. J. Nagel. 7 Augustus 1493. De stad Middelburg koopt van Filips van Bourgondië, Heer van Veere in de parochie van Nieu- werkerk de Oosthoek, waar be gonnen was Nieuw-Arnemuiden te stichten. Het oude Arnemuiden werd in het midden der 15e eeuw zooda nig door dijkvallen geteisterd, dat vele ingezetenen zich omstreeks 1462 in de naburige parochie Nieuwerkerk in den zoogenaamden Oosthoek, ook aan de Arne, gin gen vestigen. Door zijn gunstige ligging ging het dorp snel voor uit, terwijl het oude Arnemuiden, dat ten deele reeds in de zee ver dwenen was, meer en meer ver laten werd. De stad Middelburg voorzag niet ten onrechte van het Nieuwe Arnemuiden in de toekomst con currentie voor zijn handel en de scheepvaart. Daarom kocht de stad van Filips van Bourgondië, die het ambacht Nieuwerkerk in eigendom had, dat deel van dit ambacht, n.l. den Oosthoek, waar Nieuw-Arnemuiden zich snel ont wikkelde. Deze plaats, als voor haven van Antwerpen, was zoo danig in welvaart toegenomen, dat Middelburg al het mogelijke deed om dien voorspoed te fnui ken. Verschillende lasten, belem merend voor den handel en de scheepvaart, werden aan de be woners en de binnenkomende schepen opgelegd. Vergeefs be klaagde Arnemuiden zich hierover bij Karei V. Zij wilde jaarlijks 3000 aan den vorst geven, zoo zij los werd van Middelburg en rechtstreeks onder zijn bescher ming kwam. Bij vonnis van 23 Aug. 1531 werden de klachten on rechtmatig verklaard en Middel burg werd aangezegd met Arne muiden in vrede, vriendschap en bescheidenheid te leven. Zij hield echter het nieuwe Arnemuiden onder den duim. Voor Arnemuiden kwam uit komst, toen de Prins van Oranje haar bij besluit van 9 Maart 1574 tot een smalstad verhief en alle verband met Middelburg losmaak te. Deze stad procedeerde nog over de voorrechten aan Arne muiden geschonken, doch Oranje schreef, dat daarmee moest wor den opgehouden, daar Middelburg tevreden moest zijn, dat zij bij de overgave aan hem niet strenger is gestraft. Arnemuiden nam nu zeer in welvaart toe. Het werd er zelfs levendiger dan te Middelburg. 'I Was maar van korten duur, daal de haven snel begon te verzanden. In de 18e eeuw waren alleen de zoutziederijen het voornaamste middel van bestaan. Later daalde het af tot een visschersplaats (zie kroniek 12 Aug.) 7 Augustus 1604. Het eerste Nederlandsche schip, afkomstig uit Zeeland, komt op de kust van China. Nadat Cornelis Houtman met 4 schepen om de Kaap in Oost-In- dië was aangekomen (1596), stond de weg naar deze archipel open, al was er veel gevaar te duchten van de Portugeezen en de Span jaarden, die' er reeds veel bezit tingen hadden. De Hollandsche ondernemingsgeest schrok er echter niet voor terug. Ook van uit Zeeland trok men er op uit. In dit gewest werden spoedig 2 maatschappijen opgericht om op Indië handel te drijven. In 1602 werden al de maat schappijen uit geheel de repu bliek vereenigd in de Oostindi- sche Compagnie. De eerste sche pen voor deze compagnie wer den te Arnemuiden gebouwd. De Zeeuwen hebben hun on derzoekingstochten voortgezet om ook handelsbetrekkingen aan te knoopen in streken nog ver der dan Indië. Zoo kwam in 1604 het eerste Nederlandsch, zijnde een Zeeuwsch, schip onder bevel van Jan Fransz, voor dat doel op de kust van het noordelijker ge legen China. 9 Augustus 1673, De Zeeuwsche admiraal Corae- nelis Evertsen verovert New- York. De Westindische Compag nie kocht in 1623 het eiland Man hattan! van de Indianen voor goe deren ter waarde van 60. Op dit eiland werd de kolonie Nieuw- Nederland gesticht met de stad Nieuw-Amsterdam. In 1664 werd in vredestijd de kolonie door En geland van ons afgenomen. Zij werd toen naar den hertog van York New-York genoemd. Bij de vrede van Breda (1667) moesten wij de kolonie Engeland laten be houden. In den derden Engelschen oor log (16721674) werd Cornelis Evertsen door de Staten van Zee land tevens met een eskader der Amsterdamsche admiraliteit naar West-Indië gezonden. Na St. Eus- tatius en andere voordeelen be haald te hebben, waagde hij een kans op 't vroegere Nieuw-Neder- land. Het gelukte hem de kolonie met de stad New-York te verove ren tot groote vreugde der Ne derlandsche bewoners, die toen in de kolonie nog de groote meerder heid vormden. De vreugde was echter van korten duur. In 1674 wilde Engeland vrede sluiten, doch moest de plaatsen, die ver overd waren door de onzen, te rug hebben, dus ook Nieuw-Am sterdam of New-York. 11 Augustus 1779. De kruitmolen „De Grenadier" dicht bij Middelburg vliegt in de lucht. Achter den oostdijk van het havenkanaal van Middelburg (nu de Nieuwlandsche weg) stond de kruitmolen „De Grenadier". Op Woensdag 11 Aug. 1779 tusschen 8 uur en half 9 's avonds sprong door onbekende oorzaak de stoof van den molen, waardoor 't aan wezige kruit vuur vatte en de ge- heele molen uit elkaar sloeg. Daar het avond was, waren er geen arbeiders op den molen aan wezig. Slechts één persoon werd dan ook gedood. De molen zelf was bijna geheel vernield. De ont ploffing was zoo hevig, dat vele woningen aan de oostzijde van Middelburg beschadigd werden. Later is ongeveer op dezelfde plaats een hofstede „De Grena dier" gebouwd, die thans bewoond wordt door P. Lampert. 12 Augustus 1884. De gemeenteraad van Arnemui den besluit om de oude vesten met de daarbij gelegen wallen te dempen. Hierdoor werd niet al leen ongev. 2 ha bouwland ver kregen, maar het was ook voor de gezondheid goed dat het water verdween. Arnemuiden had toch reeds lang het karakter van een stad verloren. In de 17e eeuw was al les in een vervallen staat. De deu ren der twee voornaamste poor ten n.l. de Middelburgsche en de Veersche poort, waren in zulk 'n desolaten toestand, dat zij in 1698 voor 2:8:6 of 14.70 werden verkocht. Daar de poorten zelf ook niet werden onderhouden, stortten de gewelven ten laatste geheel in. In 1862 werden zij dan ook geheel opgeruimd. R. B. J. d. M. Verschil. Zangeres: En zegt u mij eens, directeur: heeft mijn stem de zaal gevuld Directeur: Neen, de koffieka mer

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 9