WEER EN WIND. SUPINATOR VOETVERZORGING. GRATIS VOETONDERZOEK MEJ. WED. WONDERGEM GORTSTRAAT K 32, MIDDELBURG De Zuster onderzoekt Uw voeten én geelt U gratis advies. Hoog- en Laagwater te Vlissingen. (Zomertijd.) Hoog- en Laagwater te Wemeldinge. luitenant-generaal Jhr. Van Suchtelen •van de Haare gr ootoff icier van H. M. de Koningin, Jhr. mr, dr. Schimmelpen- niuck. oud waarnemend grootmeester van het Huis van wijlen H. M. de Konin gin Moeder, Jhr. Boreel van Oldenaller, opperhofmaarschalk van H. M. de Konin gin, mr. baron van Lynden, opperkamer heer van H. M. de Koningin, voorts het Convent van de Commendarij Neder land der Johanniter Orde in twee Hof- rijtuigen, in het eerste daarvan waren gezeten baron Röell van Hazerswoude, eere-commendator, en Jhr. E. H. van Loon, coadjutor. In het tweede zaten Jhr. J. Beelaerts van Blokland, waarne mend secretaris, Jhr. W. F. A. van Pestel, schatmeester en F. Ch. C. baron Tuyll van Serooskerken ridder. In de hierachter volgende Hofrijtui- gen had plaats genomen het Dagelijksch Bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis en daarachter kwamen nog ver schillende hofrijtuigen met dignitarissen. Nadat de bloemen en kransen, welke in den stoet zullen worden meegevoerd, zijn opgeladen, volgt het tweede ge deelte van het militair escorte. Voorop reed de commandant, luite nant-kolonel J. E. Haitsma Mlulier. 'Ver volgens kwam de vertegenwoordiging van de Koninklijke Marine. De tamboers en pijpers liepen aan het hoofd, gevolgd door een compagnie mariniers en twee compagniën matrozen. Achter de ma rinetroepen kwam een compagnie van 100 man van de koloniale reserve uit Nijmegen in hun mooie zwarte unifor men met gele tressen, aan dit gedeelte van het escorte een bijzonder cachet gevende. Daarna gingen in den stoet het muziekkorps van het 5de reg. infan terie uit Amersfoort onder leiding van den kapelmeester Van der Glas en hier achter marcheerden weer 4 compag nieën infanterie, gevolgd door twee bat terijen veldartillerie, terwijl een deta chement marechaussee den stoet sloot. Het militair escorte bestond uit circa 2000 man, de lengte van den geheelen stoet was ongeveer 2 Y2 kilometer. Langs den weg. Het is een compacte menschenmenig- te, zoover het oog reiken kan, welke men langs den weg, welken de stoet zal gaan waarneemt. In eerbiedige stilte staan de tienduizenden, vele rijen dik ge schaard, te wachten, op het schoone schouwspel van het voorbijtrekken van de vorstelijke begrafenis. Slechts het gebeier van de klokken verbreekt de stilte. Tallooze deputaties hebben langs den weg een plaats gevonden. Van het ge bouw der Nederlandsche Handel Mij. tot aan den Hofweg stond een eerb- front opgesteld van de officieren en re serve-officieren der Koninklijke Land macht en der Koninklijke Marine, zoo mede officieren van het Indisch leger met verlof hier te lande en onder-offi cieren der land- en zeemacht. Aan de overzijde van de Plaats ston den aan weerszijden van het standbeeld van Johan de Witt de oud-officieren van het Indisch Leger. Voorts hadden zeer vele vereenigingen en organisaties gelegenheid gekregen zich langs den bij na 10 km langenweg, welken de stoet moest gaan, op te stellen. Deputaties van Oranjevereenigingen van het Mobilisatiekruis, van het Nat^- naal Jongeren Verbond, de Weeskinde ren, eenige duizenden leden van Bur gerwachten uit onderscheidene plaat sen des lands, eveneens eenige duizen den leden van den Bijzonderen Vrijw. Landstorm hadden zich langs de wegen geschaard. Velen- waren met omfloerste vereenigingsvaandels, welke bij het voorbijtrekken van den stoet een laat- sten groet aan het stoffelijk overschot brachten. Voor de duizenden, die deze begrafe nisplechtigheid gade sloegen, was het ongetwijfeld een onvergetelijk gebeu ren, dat hun tot in lengte van jaren bij zal blijven. Omstreeks half elf was de rouwstoet aan de grens van het Haagsche g'ebied "gekomen en schreed de gemeente Rijs wijk binnen. Ook hier dezelfde massa le belangstelling. 'Tot aan de Hóf/n- brug deden de muziekkorpsen zich hoo- ren, de Koninklijke Militaire Kapel speelde treurmuziek van Chopin, Beet hoven. Bouwman, Torelli e.a., afgewis seld door de muziek van het 5de Regi ment Infanterie. Via de Hoornbrug schreed de stoet voort over den nieuwen Rijksweg in de richting naar Delft, gedurende welk ge deelte van den tocht de tamboers 'en de pijpers zich deden hooren. De Koningin en de Prinses. De Koningin, Prinses Juliana en de vrouwelijke verwanten van Prins Hen drik waren in het Paleis achtergebleven Zij vergezelden den ontslapene niet op zijn laatsten tocht, doch zouden zich af zonderlijk naar Delft begeven. Zoodra het laatste gedeelte van den rouwstoet de Hoornbrug was gepas seerd, werd dit aan het Paleis gemeld Een aantal gesloten hofauto's reed voor waarin de Koningin met de Prinses en de dames uit baar gezelschap plaats namen. Langs den afgezetten weg werd naar de Hoornbrug gereden. En terwijl de rouwstoet zich plecht statig langs de breede heerbaan te midden van de vrei and;n bewoog snel den de auto's over den ouden weg langs de Vliet en zoo bereikte Hare Majes teit Delft, geruimen tijd voordat de stoet in zicht was. Toen de Koningin de Markt opreed en uit de auto stapte, werden door de daar opgestelde eerewacht van mari niers de militaire eerbewijzen gebracht en speelde de Marinekapel, die ter zijöe van den ingang stond opgesteld, onder leiding van kapelmeester Leistikow het Wilhelmus. In Delït. Ook in Delft was de belangstelling buitengewoon. Langs den weg stonden deputaties zonder tal opgesteld en daar achter de menscnenmenigte bij duizen den. De afzetting geschiedde hier door genietroepen en wielrijders en voorts door de weerbaarheidsafdeelingen van de studentencorpora. Bij het bereiken van het Kalverbosch aan de grens der gemeente Delft, had den de slippendragers en de kamerhee- ren hun rijtuigen weer verlaten en zich ter weerszijden van den rouwwagen on gesteld. Het was omstreeks twaalf uur, toen de rouwstoet het Marktplein opreed. Daar stond opgesteld een eerefront van honderd man van de transport-co lonnes van het Nederlandsche Rooae Kruis, om het zielloos hulsel van hun betreurden presiaent als het ware in ontvangst te nemen en bij wijze van sym boliek door te geven aan de eerewactit van aanstaande officieren, die zich ter zijde van de Markt had opgesteld. Dit waren de korpsen cadetten en adelbo-s- ten en leerlingen van alle scholen van reserve-otficieren. Langzaam marcheerde het voorste ge deelte van den stoet de Markt op. De Koninklijke Militaire Kapel zwenkte spelende uit en steiae zich naast het standbeeld van Hugo ae Groot op m' het front naar de kerk. Zachte treurmu ziek bleef klinken, terwijl de Markt zich meer en meer vulüe met militairen te paard en te voet en ook de hofrijtuige i cwamen aanrijden. Daar komt de witzilveren rouwwagen om den hoek van het stadhuis. Eensklaps zwijgt alle muziek en slechts het getrappel der paarden is het eenige geluid, dat deze treffende en in drukwekkende stilte verstoort. Zoo rijdt de rouwwagen tot voor den ingang der kerk. Op dat oogenblik zette de Marine-kapel het Wilhelmus in op de oude toonzetting en onder deze plechtige tonen werd de kist uit den rouwwagen* in het voorportaal der kerk gedragen. Hier wachtten de Koningin en de Prin ses om haar Gemaal en Vader voor het laatst te volgen. In de kerk. Geruimen tijd voor de aankomst van de Koningin had zich reeds een groote schare genoodigden in het koor verza meld. De kerk was ongeveer op dezelf de wijze ingericht als bij de plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van Koningin Emma. Hen sobere versie ring in witte en grijze tinten was aan gebracht. Om de twaalf zuilen der Oran jes waren parelgrijze linten bevesïigd. Groote kransen van sparregroen en wit te lelies waren in de verschillende vak ken opgehangen. Boven in de pilaren waren afhangende bouquetten van witte en oranje lelies aangebracht, waartus- schen zinnia's waren verwerkt. Het aantal plaatsen was dit keer grooter dan bij de vorige gelegenheid. Voor de ontvangst en de verdere rege ling in de kerk waren een aantal cere moniemeesters aangewezen. Ruim 900 personen waren in de kerk aanwezig. Het koor. bood een schitte renden aanblik; het ambtscostuum der vele hoogwaardigheidsbekleeders, de officieele kleedij der diplomaten, het ce- remonieele tenue der officieren wissel den af met de zwarte of purperen toga's der geestelijkheid en professoren. Het is ondoenlijk alle aanwezigen bij de plechtigheid te noemen. Slechts enkele aanteekeningen vermelden wij. Het eerste vak, links van den ingang, was bestemd voor de vorstelijke perso nen, groot-officieren van het Huis der Koningin, leden der Hofhouding en ver dere personen, die in den stoet mede- kwamen. In het tweede vak zaten de hofpredi ker, zes leden van de Eerste Kamer met den Griffier en 15 leden van de Tweede Kamer eveneens met den Griffier, voorts vertegenwoordigers van de gemeente besturen van Amsterdam, Rotterdam Den Haag, Delft, Rijswijk en Voorburg, de Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol land. In het derde vak zaten deputaties van alle vereenigingen, waarvan de Prins be schermheer of eere-voorzitter was. Daarnaast zaten in het vierde de rec toren magnifici en de presidenten cu rator van de verschillende Rijksuni versiteiten, van de Technische Hooge School, Landbouwhoogeschool, van de Gemeentelijke Universiteit van Am- stedam, de Vrije Universiteit, van de R. K. Universiteit, van de Rotterdamsche Handels Hoogeschool en van de R. K. Handelshoogeschool. Het vijfde vak was in tweeën ver deeld en rechts plaatsen aan het corps diplomatique, aan de leden van het Permanente Hof van Internationale Justitie en van het Permanente Hof van Arbitrage, alsmede aan vijf Duitsche vrienden van den Prins. Links zaten de ministers van Staat, de Raad van State,, de voorzitter van de Adgemeene Rekenkamer, de vice-pre sident en de procureur-generaal xjati den Hoogen Raad, de Ministers, de voor zitters van de Eerste- en Tweede Ka mer, de directeur van het Kabinet der Koningin, de Ridders-Grootkruis der Nederlandsche Ridderorden, de Com missaris der Koningin in Zuid-Holland, enkele Nederlandsche gezanten, de voorzitter van den Hoogen Raad Tan Adel en de Landcommandeur van c?e Duitsche Orde Balije van Utrecht. ïn het volgende vak hadden vele op per-, hoofd- en vlagofficieren van land en zeemacht plaats genomen; alsmede de leger- en vlootpredikant in algemee- nen dienst, de hoofdaalmoezenier, de hoofdcommissaris van politie in Den Haag enz. In vak 7 zaten de vertegenwoordi gers van de verschillende kerkgenoot schappen in Nederland en ook de twee zonen van den sultan van Djokja, van den Soesoehoenan van Solo en een zoon van den sultan van Pontianak. In het achtste vak zat het personeel van wijlen de Koningin-Moeder en van H.Mi. de Koningin, zoowel in de resi dentie als van Het Loo, alsmede de twaalf jagers van Het Loo. Toen de, muziek buiten weerklonk als het teeken dat de rouwstoet voor de kerk was aangekomen en de kist In het voorportaal was ingedragen, verhie ven zich allen van hun zitplaatsen. Ter weerszijden .van den ingang van den grafkelder stond een eerewacht op gesteld van het korps adelborsten en van de cadetten, met hun korpsvaan dels. Ter zijde van het monument vltfï Willem den Zwijger stonden vier ba zuinblazers. Achter het monument stond het koor van de Duinoordkerk te 's-Gravenhage onder leiding van zijn directeur, den heer H. Ph. Bles. De muzikale leiding van den dienst berustte bij dr. Joh. Wagenaar; het orgel werd bespeeld door den heer J H. Storg. Terwijl buiten de muziek van Leist:- kov/'s treurlied „De laatste eer" weer klonk, stelde de Koninklijke stoet zich in het voorportaal der kerk op. Lang zaam en plechtstatig werd de kist door den 45 meter langen corridor gedragen naar den ingang van het Koor, waar zich de grafkelder der Oranje's bevindt. Achter de baar schaarden zich de Koningin met Prinses Juliana aan haar rechterzijde en Hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg ter linkerzijde. De overige vorstelijke personen volgden hierachter. Tijdens den gang van den lijkstoet van hèt voorportaal der kerk, speelde de organist zacht op het orgel. Het was een preludium waarin de melodie van het Mecklenburgsche volkslied weer klonk. Nadat de groote deuren welke de rouwstoet aan het oog van de schare in de kerk onttrokken, waren geopend, vertoonde de stoet zich in een wondere mengeling van kleurschakeering voor de eerbiedig staande menigte. De kist werd gedekt met het rouw kleed en daarover werd de vlag ge- legd. De chef van het Militaire Huis plaat ste vervolgens het kussen met de orde- teekenen op de kist. Hierop ving dB" plechtige rouwdienst aan. De rouwdienst in de kerk. Prof. dr. H. Th. Obbink betrad den kansel en las, na het uitspreken van het votum de eerste zeven verzen uit Mat- theus 28 en eenige verzen uit Romeinen 18. Vooraf werd gezongen Gezang 189 vers 4 en 6. Na het lezen uit den Bijbel zongen de aanwezigen Gezang 271 vers 7 en 8. Prof. Obbink hield daarna een korte toespraak. Wie had den 27sten Maart kunnen vermoeden, dat nu reeds weer de deu ren van den Koninklijken grafkelder zich zouden ontsluiten om den zoo vrov en onverwacht ontslapen Prins der Ne derlanden te ontvangen Toen stonden wij met gebogen hoofden, diep bedfoefd om het heengaan van onze beminde Koningin Moeder. Maar zij had „de da gen der jaren", waarvan Mozes sprak in den 90.sten Psalm, voleindigd en wij wisten, dat haar lang en gezegend leven ten einde spoedde. En nu staan wij hier, bij den geopen- den grafkelder om den Prins der Neder landen, weggerukt in de kracht zijner jaren, en den bloei des levens, ten grave te geleiden. En onze ziel is verschrikt om zooveel leed als onze geëerbiedigde Koningin en Hare Koninklijke Dochter treft door het heengaan van deze fwee beminde dooden. Welk een smarteJjke leegte in ons Koninklijk Paleis, wat een eenzaamheid in het leven der ons over gebleven loten van den eens zoo bloei- enden Oranjestam! Wjat een gevoel van vereenzaming ook doortrilt ons land en volk! Ook om de plaats, die de Gemaal onzer Koningin en de Vader onzer Prin ses innam in allerlei kringen onzer sa menleving, zijn wij ontroerd door zijn heengaan. Naar populariteit heeft hij niet gestreefd; toch was hij populair., en hij is dat geworden door zijn gemoede lijken eenvoud, zijn ongedwongen om gang met menschen uit allerlei kringen zijn hartelijk medeleven, zijn vriende lijke humor, zijn prettig-opgewekten Van Donderdag 12 Juli t.m. Zaterdag 14 Juli van 10 uur v.m. tot 6 uur n.m. door ZUSTER LOUISE (voetkundige der Supinator-Centrale) bij Wij noodigen iedereen uit tot een bezoek. Aanbevelend, KLIJBERG's SCHOENMAGAZIJN Walstraat 50, Vlissingen. (Ingez. Med.) aard. Maar niet minder door zijn le vendige belangstelling in allerlei sociaal en philanthropisch werk. Bij de herden- ring van zijn vijf en twintig jarig voor zitterschap van het Nederlandsche'Roo de Kruis hebben wij kunnen vernemen, ïoezeer zijn arbeid in dat heilzame werk werd gewaardeerd door hen die ïem daar aan het werk zagen. En in hoeveel andere „werken des vredes" ïeeft hij niet een levendig aandeel ge nomen en belangsteling getoond. Er is gezegd en terecht gezegd dat onze betreurde Koningin-Moeder zoo echt en geheel en zoo gemakkelijk Nederlandsche was geworden: welnu: de Prins der Nederlanden was inderdaad met hart en ziel een Nederlandsche 'rins. Hij is dat geworden niet als de vervulling van een noodzakelijke plicht, maar eenvoudig' door zich te geven zooals hij was. O, als wij moesten gelooven, dat dit het laatste is van ons menschenleven, dat het graf zich sluit boven ons haofd, dan waren wij, naar Paulus woord „de beklagenswaardigste van alle men schen". Maar wij weten, dat, wanneer onze aardsche tentwoning wordt afge broken, wij een gebouw van God heb ben, eeuwig in de hemelen, en dat wij hier in ons aardsch bestaan, leven als in het vaak zoo koude voorportaal van den tempel Gods, het eeuwig Vaderhuis. Ook hij, dien wij zoo straks ter laat ste rustplaatse zullen geleiden, zag zijn leven in dat licht met diepe en stellige overtuiging. Meer dan eens heb ik Hem mogen spreken over de eeuwige dingen. En de eerste maal dat dit geschiedde, was het voor mij een openbaring te be merken dat dat voor hem het allerbe langrijkste was. Telkens en telkens kwam hij er met grooten aandrang op terug en sprak er over in den toon eener gevestigde overtuiging en rustige verze kerdheid. En wanneer bleek dat ik zijne inzichten niet kon deelen, dan werd pas duidelijk hoe diep zijn religieuze gevoe lens waren verankerd in zijn ziel, en hoezeer dit de centrale gedachte van zijn leven was. Het sterven was voor hem een gang naar het eeuwige licht, een opgang naar hooger heerlijkheid. Daar om is dat ook volgens zijn wensch dat die opgang zou worden uitgedrukt in witte lichte kleuren. En wij danken God dat wij het zoo mo gen doen en dat het sombere zwart van den rouw wordt overstemd door de blanke kleur van licht en leven. Toen Christus aan het kruis stierf, was zijn dood een zegepraal, zijn schijn bare ondergang een overwinning. Die overwinning is de overwinning van allen die weten wat het is, met Hem te ster ven en met Hem op te staan tot een nieuw leven. Dan heeft de dood zijn scherpen prikkel verloren en het leven viert zijn eeuwigen triomf. Geloofd zij God die het in Christus mogelijk maakte dat sterfelijke menschen zulke groote dingen mogen zeggen op een plaats waar alle aardsche glorie verzinkt. De rede van Prof. Obbink werd be sloten met het uitspreken van een ge bed. Daarna verzocht nog de predikant gezamenlijk te zingen gezang 202 vers 1, 2 en 4 en tot slot sprak prof. Obbink nog een zegenbede uit. Toen was het plechtig oogenblik ge komen, dat de kist in den grafkelder zou worden gedragen. De chef van het Militaire Huis met de beide adjudanten van den ontslapen Prins begaven zich naar de baar waar de Chef van het Mi litaire Huis het kussen van de kist af nam en aan genoemde adjudanten over gaf. De kist werd daarna ontdaan van het kleed en de vlag en voorafgegaan door den Koninklijken Commissaris van Jen Grafkelder en Prof. Obbink in den Graf kelder gebracht. De Koningin, de Prinses, Hertog Adolf Friedrich en Hertogin Adolf Friedrich volgenden den droeven stoet. Langzaam werd de kist aan ieders oog onttrokken terwijl alle aanwezigen staande gezang 209 vers 1 en 3 zongen. Bij het eerste vers speelden de bazui nen de melodie mee. De eere-wachten, welke aan beide zij den van den grafkelder opgesteld ston den brachten de laatste militaire eerbe wijzen. Toen werd de toegang tot den graf kelder door het gordijn afgesloten. Bijzonder wijdingsvol klonken toen de tonen van het oude Wilhelmus boven den grafkelder gespeeld door de vier ba zuinblazers. In den grafkelder bad Prof. Obbink het „Onze Vader". Zacht orgelspel klonk weer door de gewelven der kerk, toen prof. Obbink uit den grafkelder kwam. Daarop rezen Middelburg, ll-VII-'34. Dinsdag hoog ste luchttemperatuur 27.6 °C; (82 °F); laagste 15.6 °C (60 °F). Heden 9 h: 17.7 °C; 12 h: 24 °C. Geen regen of neerslag. Hoogste barometerstand te de zer stede, in het afgeloopen etmaal: 769 mm; laagste 765 mm. Hoogste barometerstand in het Euro- peesche waarnemingsgebied: 765.6 mm te Ingö; laagste 751.0 mm te Isafjord. Verwachting tot morgenavond: Zwakke tot matige veranderlijke wind, half tot zwaar bewolkt, waarschijnlijk nog droog, behoudens kans op onweer, aanvankelijk nog warm. Zon op: 4 h 52; onder: 21 h 17. Licht op: 21 h 47. Maan op: 4 h 09; onder: 21 h 30. N.M.: 11 Juli. Westkapelle is 28 min. en Domburg: 23 min. vroeger; Veere is 38 min. later. (S Springtij.) Wo. 11 Do. 12 Vr. 13 Juli, Hoogwater. 2.07 14.23 2.47 15.02 3.25 15.36 Laagwater. 8.28 20.56 9.07 21.36 9.42 22.13 (Zomertijd.) Juli. Hoogwater. Wo. 11 3.56 16.19 Do. 12 4.38 17.01 Vr. 13 5.18 17.35 Laagwater. 9.32 21.56 10.11 22.35 10.48 23.12: de Vorstinnen en Vorsten van hun plaat sen op en werden naar hun auto's ge leid. Alle overige aanwezigen bleven op hun plaatsen totdat H. M. de Koningin de kerk verlaten had. Eenige minuten stond de schare nog onbeweeglijk; daarna kwam er eenige- beweging en diep onder den indruk van het droevig gebeuren verlieten allen het kerkgebouw. <f> Men meldt ons draadloos uit Den Haag: In de omgeving van het paleis aan het Noordeinde was Het vanzelfsprekend reeds vroeg in den ochtend zeer bedrij vig. Om half tien wordt bevel „Geef acht" gegeven. De troepen presenteer den het geweer en alle personen ont blootten de hoofden. Alles zweeg. Op het oogenblik dat de rouwwagen voor het paleis reed en de kist zichtbaar werd, begon de treurmuziek te klinken. De kist werd door de hofjagers in de lijkkoets geplaatst, terwijl de Koningin en de Prinses met de overige vrouwe lijke verwanten bij den ingang van het paleis het uitdragen gade sloegen De lijkkist werd gedekt door een bloemstuk en daarna werden nog twee groote kran sen achter aan den lijkwagen gehangen. Vervolgens kwam een witte bloemen wagen, met hetzelfde ivoor-kleurige la ken gedrapeerd als de rouwwagen; deze werd geheel met kransen en bloemstuk ken volgehangen. Precies kwart voor tien, het vastgestelde tijdstip, zette de rouwstoet zich in beweging'. De zwarte kappen der paarden sta ken scherp af tegen de witte kleeden. De bloemstukken, die de kist dekten, waren van de Koningin en de Prinses. Ook eenige tuiltjes bloemen waren daar bij gelegd. De beide kransen achter aan den lijkwagen waren van de naaste fa milie van den Prins. Toen begon het instappen in de rijtui gen, hetgeen de Koningin en de Prinses gade sloegen voor een venster van het paleis. De Prinses was in het wit gekleed met witten hoed. Toen het einde van den stoet het pa leis verliet, stond de Prinses nog voor het venster. Een duizendkoppige menigte stond langs den weg opgesteld en trotseerde de felle zon. De posten van E.H.B.O. moesten vaak handelend optreden, daar de warmte en de drukte menigeen te machtig waren geworden. De militairen kregen speciale orders, teneinde beter tegen de warmte bestand te kunnen zijn. Men zag hen b.v. een kniebuiging maken en diep ademhalen. Enkele minuten voor half twaalf begaf H.M. de Koningin zich met Prinses Ju liana en gevolg in auto's van het paleis Noordeinde naar Delft, De eerewacht bij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 2