WEER EN WIND.
SUPINATOR VOETVERZORGING.
GRATIS VOETONDERZOEK
MEJ. WED. WONDERGEM
GORTSTRAAT K 32, MIDDELBURG
De Zuster onderzoekt Uw voeten én
geelt U gratis advies.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
(Zomertijd.)
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge.
luitenant-generaal Jhr. Van Suchtelen
•van de Haare gr ootoff icier van H. M.
de Koningin, Jhr. mr, dr. Schimmelpen-
niuck. oud waarnemend grootmeester
van het Huis van wijlen H. M. de Konin
gin Moeder, Jhr. Boreel van Oldenaller,
opperhofmaarschalk van H. M. de Konin
gin, mr. baron van Lynden, opperkamer
heer van H. M. de Koningin, voorts het
Convent van de Commendarij Neder
land der Johanniter Orde in twee Hof-
rijtuigen, in het eerste daarvan waren
gezeten baron Röell van Hazerswoude,
eere-commendator, en Jhr. E. H. van
Loon, coadjutor. In het tweede zaten
Jhr. J. Beelaerts van Blokland, waarne
mend secretaris, Jhr. W. F. A. van
Pestel, schatmeester en F. Ch. C. baron
Tuyll van Serooskerken ridder.
In de hierachter volgende Hofrijtui-
gen had plaats genomen het Dagelijksch
Bestuur van het Nederlandsche Roode
Kruis en daarachter kwamen nog ver
schillende hofrijtuigen met dignitarissen.
Nadat de bloemen en kransen, welke
in den stoet zullen worden meegevoerd,
zijn opgeladen, volgt het tweede ge
deelte van het militair escorte.
Voorop reed de commandant, luite
nant-kolonel J. E. Haitsma Mlulier. 'Ver
volgens kwam de vertegenwoordiging
van de Koninklijke Marine. De tamboers
en pijpers liepen aan het hoofd, gevolgd
door een compagnie mariniers en twee
compagniën matrozen. Achter de ma
rinetroepen kwam een compagnie van
100 man van de koloniale reserve uit
Nijmegen in hun mooie zwarte unifor
men met gele tressen, aan dit gedeelte
van het escorte een bijzonder cachet
gevende. Daarna gingen in den stoet
het muziekkorps van het 5de reg. infan
terie uit Amersfoort onder leiding van
den kapelmeester Van der Glas en hier
achter marcheerden weer 4 compag
nieën infanterie, gevolgd door twee bat
terijen veldartillerie, terwijl een deta
chement marechaussee den stoet sloot.
Het militair escorte bestond uit circa
2000 man, de lengte van den geheelen
stoet was ongeveer 2 Y2 kilometer.
Langs den weg.
Het is een compacte menschenmenig-
te, zoover het oog reiken kan, welke
men langs den weg, welken de stoet zal
gaan waarneemt. In eerbiedige stilte
staan de tienduizenden, vele rijen dik ge
schaard, te wachten, op het schoone
schouwspel van het voorbijtrekken van
de vorstelijke begrafenis. Slechts het
gebeier van de klokken verbreekt de
stilte.
Tallooze deputaties hebben langs den
weg een plaats gevonden. Van het ge
bouw der Nederlandsche Handel Mij.
tot aan den Hofweg stond een eerb-
front opgesteld van de officieren en re
serve-officieren der Koninklijke Land
macht en der Koninklijke Marine, zoo
mede officieren van het Indisch leger
met verlof hier te lande en onder-offi
cieren der land- en zeemacht.
Aan de overzijde van de Plaats ston
den aan weerszijden van het standbeeld
van Johan de Witt de oud-officieren
van het Indisch Leger. Voorts hadden
zeer vele vereenigingen en organisaties
gelegenheid gekregen zich langs den bij
na 10 km langenweg, welken de stoet
moest gaan, op te stellen.
Deputaties van Oranjevereenigingen
van het Mobilisatiekruis, van het Nat^-
naal Jongeren Verbond, de Weeskinde
ren, eenige duizenden leden van Bur
gerwachten uit onderscheidene plaat
sen des lands, eveneens eenige duizen
den leden van den Bijzonderen Vrijw.
Landstorm hadden zich langs de wegen
geschaard. Velen- waren met omfloerste
vereenigingsvaandels, welke bij het
voorbijtrekken van den stoet een laat-
sten groet aan het stoffelijk overschot
brachten.
Voor de duizenden, die deze begrafe
nisplechtigheid gade sloegen, was het
ongetwijfeld een onvergetelijk gebeu
ren, dat hun tot in lengte van jaren bij
zal blijven.
Omstreeks half elf was de rouwstoet
aan de grens van het Haagsche g'ebied
"gekomen en schreed de gemeente Rijs
wijk binnen. Ook hier dezelfde massa
le belangstelling. 'Tot aan de Hóf/n-
brug deden de muziekkorpsen zich hoo-
ren, de Koninklijke Militaire Kapel
speelde treurmuziek van Chopin, Beet
hoven. Bouwman, Torelli e.a., afgewis
seld door de muziek van het 5de Regi
ment Infanterie.
Via de Hoornbrug schreed de stoet
voort over den nieuwen Rijksweg in de
richting naar Delft, gedurende welk ge
deelte van den tocht de tamboers 'en
de pijpers zich deden hooren.
De Koningin en de Prinses.
De Koningin, Prinses Juliana en de
vrouwelijke verwanten van Prins Hen
drik waren in het Paleis achtergebleven
Zij vergezelden den ontslapene niet op
zijn laatsten tocht, doch zouden zich af
zonderlijk naar Delft begeven.
Zoodra het laatste gedeelte van den
rouwstoet de Hoornbrug was gepas
seerd, werd dit aan het Paleis gemeld
Een aantal gesloten hofauto's reed voor
waarin de Koningin met de Prinses en
de dames uit baar gezelschap plaats
namen.
Langs den afgezetten weg werd naar
de Hoornbrug gereden.
En terwijl de rouwstoet zich plecht
statig langs de breede heerbaan te
midden van de vrei and;n bewoog snel
den de auto's over den ouden weg langs
de Vliet en zoo bereikte Hare Majes
teit Delft, geruimen tijd voordat de
stoet in zicht was.
Toen de Koningin de Markt opreed
en uit de auto stapte, werden door de
daar opgestelde eerewacht van mari
niers de militaire eerbewijzen gebracht
en speelde de Marinekapel, die ter zijöe
van den ingang stond opgesteld, onder
leiding van kapelmeester Leistikow het
Wilhelmus.
In Delït.
Ook in Delft was de belangstelling
buitengewoon. Langs den weg stonden
deputaties zonder tal opgesteld en daar
achter de menscnenmenigte bij duizen
den. De afzetting geschiedde hier door
genietroepen en wielrijders en voorts
door de weerbaarheidsafdeelingen van
de studentencorpora.
Bij het bereiken van het Kalverbosch
aan de grens der gemeente Delft, had
den de slippendragers en de kamerhee-
ren hun rijtuigen weer verlaten en zich
ter weerszijden van den rouwwagen on
gesteld.
Het was omstreeks twaalf uur, toen
de rouwstoet het Marktplein opreed.
Daar stond opgesteld een eerefront
van honderd man van de transport-co
lonnes van het Nederlandsche Rooae
Kruis, om het zielloos hulsel van hun
betreurden presiaent als het ware in
ontvangst te nemen en bij wijze van sym
boliek door te geven aan de eerewactit
van aanstaande officieren, die zich ter
zijde van de Markt had opgesteld. Dit
waren de korpsen cadetten en adelbo-s-
ten en leerlingen van alle scholen van
reserve-otficieren.
Langzaam marcheerde het voorste ge
deelte van den stoet de Markt op. De
Koninklijke Militaire Kapel zwenkte
spelende uit en steiae zich naast het
standbeeld van Hugo ae Groot op m'
het front naar de kerk. Zachte treurmu
ziek bleef klinken, terwijl de Markt zich
meer en meer vulüe met militairen te
paard en te voet en ook de hofrijtuige i
cwamen aanrijden.
Daar komt de witzilveren rouwwagen
om den hoek van het stadhuis.
Eensklaps zwijgt alle muziek en
slechts het getrappel der paarden is het
eenige geluid, dat deze treffende en in
drukwekkende stilte verstoort.
Zoo rijdt de rouwwagen tot voor den
ingang der kerk. Op dat oogenblik zette
de Marine-kapel het Wilhelmus in op
de oude toonzetting en onder deze
plechtige tonen werd de kist uit den
rouwwagen* in het voorportaal der kerk
gedragen.
Hier wachtten de Koningin en de Prin
ses om haar Gemaal en Vader voor het
laatst te volgen.
In de kerk.
Geruimen tijd voor de aankomst van
de Koningin had zich reeds een groote
schare genoodigden in het koor verza
meld. De kerk was ongeveer op dezelf
de wijze ingericht als bij de plechtige
bijzetting van het stoffelijk overschot
van Koningin Emma. Hen sobere versie
ring in witte en grijze tinten was aan
gebracht. Om de twaalf zuilen der Oran
jes waren parelgrijze linten bevesïigd.
Groote kransen van sparregroen en wit
te lelies waren in de verschillende vak
ken opgehangen. Boven in de pilaren
waren afhangende bouquetten van witte
en oranje lelies aangebracht, waartus-
schen zinnia's waren verwerkt.
Het aantal plaatsen was dit keer
grooter dan bij de vorige gelegenheid.
Voor de ontvangst en de verdere rege
ling in de kerk waren een aantal cere
moniemeesters aangewezen.
Ruim 900 personen waren in de kerk
aanwezig. Het koor. bood een schitte
renden aanblik; het ambtscostuum der
vele hoogwaardigheidsbekleeders, de
officieele kleedij der diplomaten, het ce-
remonieele tenue der officieren wissel
den af met de zwarte of purperen toga's
der geestelijkheid en professoren. Het
is ondoenlijk alle aanwezigen bij de
plechtigheid te noemen. Slechts enkele
aanteekeningen vermelden wij.
Het eerste vak, links van den ingang,
was bestemd voor de vorstelijke perso
nen, groot-officieren van het Huis der
Koningin, leden der Hofhouding en ver
dere personen, die in den stoet mede-
kwamen.
In het tweede vak zaten de hofpredi
ker, zes leden van de Eerste Kamer met
den Griffier en 15 leden van de Tweede
Kamer eveneens met den Griffier, voorts
vertegenwoordigers van de gemeente
besturen van Amsterdam, Rotterdam
Den Haag, Delft, Rijswijk en Voorburg,
de Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land.
In het derde vak zaten deputaties van
alle vereenigingen, waarvan de Prins be
schermheer of eere-voorzitter was.
Daarnaast zaten in het vierde de rec
toren magnifici en de presidenten cu
rator van de verschillende Rijksuni
versiteiten, van de Technische Hooge
School, Landbouwhoogeschool, van de
Gemeentelijke Universiteit van Am-
stedam, de Vrije Universiteit, van de R.
K. Universiteit, van de Rotterdamsche
Handels Hoogeschool en van de R. K.
Handelshoogeschool.
Het vijfde vak was in tweeën ver
deeld en rechts plaatsen aan het
corps diplomatique, aan de leden van
het Permanente Hof van Internationale
Justitie en van het Permanente Hof van
Arbitrage, alsmede aan vijf Duitsche
vrienden van den Prins.
Links zaten de ministers van Staat,
de Raad van State,, de voorzitter van
de Adgemeene Rekenkamer, de vice-pre
sident en de procureur-generaal xjati
den Hoogen Raad, de Ministers, de voor
zitters van de Eerste- en Tweede Ka
mer, de directeur van het Kabinet der
Koningin, de Ridders-Grootkruis der
Nederlandsche Ridderorden, de Com
missaris der Koningin in Zuid-Holland,
enkele Nederlandsche gezanten, de
voorzitter van den Hoogen Raad Tan
Adel en de Landcommandeur van c?e
Duitsche Orde Balije van Utrecht.
ïn het volgende vak hadden vele op
per-, hoofd- en vlagofficieren van land
en zeemacht plaats genomen; alsmede
de leger- en vlootpredikant in algemee-
nen dienst, de hoofdaalmoezenier, de
hoofdcommissaris van politie in Den
Haag enz.
In vak 7 zaten de vertegenwoordi
gers van de verschillende kerkgenoot
schappen in Nederland en ook de twee
zonen van den sultan van Djokja, van
den Soesoehoenan van Solo en een zoon
van den sultan van Pontianak.
In het achtste vak zat het personeel
van wijlen de Koningin-Moeder en van
H.Mi. de Koningin, zoowel in de resi
dentie als van Het Loo, alsmede de
twaalf jagers van Het Loo.
Toen de, muziek buiten weerklonk
als het teeken dat de rouwstoet voor
de kerk was aangekomen en de kist In
het voorportaal was ingedragen, verhie
ven zich allen van hun zitplaatsen.
Ter weerszijden .van den ingang van
den grafkelder stond een eerewacht op
gesteld van het korps adelborsten en
van de cadetten, met hun korpsvaan
dels. Ter zijde van het monument vltfï
Willem den Zwijger stonden vier ba
zuinblazers.
Achter het monument stond het koor
van de Duinoordkerk te 's-Gravenhage
onder leiding van zijn directeur, den
heer H. Ph. Bles. De muzikale leiding
van den dienst berustte bij dr. Joh.
Wagenaar; het orgel werd bespeeld door
den heer J H. Storg.
Terwijl buiten de muziek van Leist:-
kov/'s treurlied „De laatste eer" weer
klonk, stelde de Koninklijke stoet zich
in het voorportaal der kerk op. Lang
zaam en plechtstatig werd de kist door
den 45 meter langen corridor gedragen
naar den ingang van het Koor, waar zich
de grafkelder der Oranje's bevindt.
Achter de baar schaarden zich de
Koningin met Prinses Juliana aan haar
rechterzijde en Hertog Adolf Friedrich
van Mecklenburg ter linkerzijde. De
overige vorstelijke personen volgden
hierachter.
Tijdens den gang van den lijkstoet van
hèt voorportaal der kerk, speelde de
organist zacht op het orgel. Het was
een preludium waarin de melodie van
het Mecklenburgsche volkslied weer
klonk.
Nadat de groote deuren welke de
rouwstoet aan het oog van de schare
in de kerk onttrokken, waren geopend,
vertoonde de stoet zich in een wondere
mengeling van kleurschakeering voor
de eerbiedig staande menigte.
De kist werd gedekt met het rouw
kleed en daarover werd de vlag ge-
legd.
De chef van het Militaire Huis plaat
ste vervolgens het kussen met de orde-
teekenen op de kist. Hierop ving dB"
plechtige rouwdienst aan.
De rouwdienst in de kerk.
Prof. dr. H. Th. Obbink betrad den
kansel en las, na het uitspreken van het
votum de eerste zeven verzen uit Mat-
theus 28 en eenige verzen uit Romeinen
18.
Vooraf werd gezongen Gezang 189
vers 4 en 6.
Na het lezen uit den Bijbel zongen
de aanwezigen Gezang 271 vers 7 en 8.
Prof. Obbink hield daarna een korte
toespraak.
Wie had den 27sten Maart kunnen
vermoeden, dat nu reeds weer de deu
ren van den Koninklijken grafkelder
zich zouden ontsluiten om den zoo vrov
en onverwacht ontslapen Prins der Ne
derlanden te ontvangen Toen stonden
wij met gebogen hoofden, diep bedfoefd
om het heengaan van onze beminde
Koningin Moeder. Maar zij had „de da
gen der jaren", waarvan Mozes sprak
in den 90.sten Psalm, voleindigd en wij
wisten, dat haar lang en gezegend leven
ten einde spoedde.
En nu staan wij hier, bij den geopen-
den grafkelder om den Prins der Neder
landen, weggerukt in de kracht zijner
jaren, en den bloei des levens, ten grave
te geleiden. En onze ziel is verschrikt
om zooveel leed als onze geëerbiedigde
Koningin en Hare Koninklijke Dochter
treft door het heengaan van deze fwee
beminde dooden. Welk een smarteJjke
leegte in ons Koninklijk Paleis, wat een
eenzaamheid in het leven der ons over
gebleven loten van den eens zoo bloei-
enden Oranjestam! Wjat een gevoel van
vereenzaming ook doortrilt ons land en
volk! Ook om de plaats, die de Gemaal
onzer Koningin en de Vader onzer Prin
ses innam in allerlei kringen onzer sa
menleving, zijn wij ontroerd door zijn
heengaan. Naar populariteit heeft hij
niet gestreefd; toch was hij populair., en
hij is dat geworden door zijn gemoede
lijken eenvoud, zijn ongedwongen om
gang met menschen uit allerlei kringen
zijn hartelijk medeleven, zijn vriende
lijke humor, zijn prettig-opgewekten
Van Donderdag 12 Juli t.m. Zaterdag 14 Juli
van 10 uur v.m. tot 6 uur n.m.
door ZUSTER LOUISE
(voetkundige der Supinator-Centrale) bij
Wij noodigen iedereen uit tot een bezoek.
Aanbevelend,
KLIJBERG's SCHOENMAGAZIJN
Walstraat 50, Vlissingen.
(Ingez. Med.)
aard. Maar niet minder door zijn le
vendige belangstelling in allerlei sociaal
en philanthropisch werk. Bij de herden-
ring van zijn vijf en twintig jarig voor
zitterschap van het Nederlandsche'Roo
de Kruis hebben wij kunnen vernemen,
ïoezeer zijn arbeid in dat heilzame
werk werd gewaardeerd door hen die
ïem daar aan het werk zagen. En in
hoeveel andere „werken des vredes"
ïeeft hij niet een levendig aandeel ge
nomen en belangsteling getoond.
Er is gezegd en terecht gezegd
dat onze betreurde Koningin-Moeder
zoo echt en geheel en zoo gemakkelijk
Nederlandsche was geworden: welnu:
de Prins der Nederlanden was inderdaad
met hart en ziel een Nederlandsche
'rins. Hij is dat geworden niet als de
vervulling van een noodzakelijke plicht,
maar eenvoudig' door zich te geven
zooals hij was.
O, als wij moesten gelooven, dat dit
het laatste is van ons menschenleven,
dat het graf zich sluit boven ons haofd,
dan waren wij, naar Paulus woord „de
beklagenswaardigste van alle men
schen". Maar wij weten, dat, wanneer
onze aardsche tentwoning wordt afge
broken, wij een gebouw van God heb
ben, eeuwig in de hemelen, en dat wij
hier in ons aardsch bestaan, leven als
in het vaak zoo koude voorportaal van
den tempel Gods, het eeuwig Vaderhuis.
Ook hij, dien wij zoo straks ter laat
ste rustplaatse zullen geleiden, zag zijn
leven in dat licht met diepe en stellige
overtuiging. Meer dan eens heb ik Hem
mogen spreken over de eeuwige dingen.
En de eerste maal dat dit geschiedde,
was het voor mij een openbaring te be
merken dat dat voor hem het allerbe
langrijkste was. Telkens en telkens
kwam hij er met grooten aandrang op
terug en sprak er over in den toon eener
gevestigde overtuiging en rustige verze
kerdheid. En wanneer bleek dat ik zijne
inzichten niet kon deelen, dan werd pas
duidelijk hoe diep zijn religieuze gevoe
lens waren verankerd in zijn ziel, en
hoezeer dit de centrale gedachte van zijn
leven was. Het sterven was voor hem
een gang naar het eeuwige licht, een
opgang naar hooger heerlijkheid. Daar
om is dat ook volgens zijn wensch dat
die opgang zou worden uitgedrukt in
witte lichte kleuren.
En wij danken God dat wij het zoo mo
gen doen en dat het sombere zwart van
den rouw wordt overstemd door de
blanke kleur van licht en leven.
Toen Christus aan het kruis stierf,
was zijn dood een zegepraal, zijn schijn
bare ondergang een overwinning. Die
overwinning is de overwinning van allen
die weten wat het is, met Hem te ster
ven en met Hem op te staan tot een
nieuw leven. Dan heeft de dood zijn
scherpen prikkel verloren en het leven
viert zijn eeuwigen triomf. Geloofd zij
God die het in Christus mogelijk maakte
dat sterfelijke menschen zulke groote
dingen mogen zeggen op een plaats
waar alle aardsche glorie verzinkt.
De rede van Prof. Obbink werd be
sloten met het uitspreken van een ge
bed. Daarna verzocht nog de predikant
gezamenlijk te zingen gezang 202 vers 1,
2 en 4 en tot slot sprak prof. Obbink
nog een zegenbede uit.
Toen was het plechtig oogenblik ge
komen, dat de kist in den grafkelder
zou worden gedragen. De chef van het
Militaire Huis met de beide adjudanten
van den ontslapen Prins begaven zich
naar de baar waar de Chef van het Mi
litaire Huis het kussen van de kist af
nam en aan genoemde adjudanten over
gaf.
De kist werd daarna ontdaan van het
kleed en de vlag en voorafgegaan door
den Koninklijken Commissaris van Jen
Grafkelder en Prof. Obbink in den Graf
kelder gebracht.
De Koningin, de Prinses, Hertog Adolf
Friedrich en Hertogin Adolf Friedrich
volgenden den droeven stoet.
Langzaam werd de kist aan ieders
oog onttrokken terwijl alle aanwezigen
staande gezang 209 vers 1 en 3 zongen.
Bij het eerste vers speelden de bazui
nen de melodie mee.
De eere-wachten, welke aan beide zij
den van den grafkelder opgesteld ston
den brachten de laatste militaire eerbe
wijzen.
Toen werd de toegang tot den graf
kelder door het gordijn afgesloten.
Bijzonder wijdingsvol klonken toen de
tonen van het oude Wilhelmus boven
den grafkelder gespeeld door de vier ba
zuinblazers.
In den grafkelder bad Prof. Obbink
het „Onze Vader".
Zacht orgelspel klonk weer door de
gewelven der kerk, toen prof. Obbink
uit den grafkelder kwam. Daarop rezen
Middelburg, ll-VII-'34. Dinsdag hoog
ste luchttemperatuur 27.6 °C; (82
°F); laagste 15.6 °C (60 °F). Heden 9 h:
17.7 °C; 12 h: 24 °C. Geen regen of
neerslag. Hoogste barometerstand te de
zer stede, in het afgeloopen etmaal: 769
mm; laagste 765 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 765.6 mm
te Ingö; laagste 751.0 mm te Isafjord.
Verwachting tot morgenavond:
Zwakke tot matige veranderlijke wind,
half tot zwaar bewolkt, waarschijnlijk
nog droog, behoudens kans op onweer,
aanvankelijk nog warm.
Zon op: 4 h 52; onder: 21 h 17. Licht
op: 21 h 47. Maan op: 4 h 09; onder: 21
h 30. N.M.: 11 Juli.
Westkapelle is 28 min. en Domburg:
23 min. vroeger; Veere is 38 min. later.
(S Springtij.)
Wo. 11
Do. 12
Vr. 13
Juli,
Hoogwater.
2.07 14.23
2.47 15.02
3.25 15.36
Laagwater.
8.28 20.56
9.07 21.36
9.42 22.13
(Zomertijd.)
Juli.
Hoogwater.
Wo. 11 3.56 16.19
Do. 12 4.38 17.01
Vr. 13 5.18 17.35
Laagwater.
9.32 21.56
10.11 22.35
10.48 23.12:
de Vorstinnen en Vorsten van hun plaat
sen op en werden naar hun auto's ge
leid.
Alle overige aanwezigen bleven op
hun plaatsen totdat H. M. de Koningin
de kerk verlaten had.
Eenige minuten stond de schare nog
onbeweeglijk; daarna kwam er eenige-
beweging en diep onder den indruk van
het droevig gebeuren verlieten allen het
kerkgebouw.
<f>
Men meldt ons draadloos uit Den
Haag:
In de omgeving van het paleis aan het
Noordeinde was Het vanzelfsprekend
reeds vroeg in den ochtend zeer bedrij
vig. Om half tien wordt bevel „Geef
acht" gegeven. De troepen presenteer
den het geweer en alle personen ont
blootten de hoofden. Alles zweeg. Op
het oogenblik dat de rouwwagen voor
het paleis reed en de kist zichtbaar
werd, begon de treurmuziek te klinken.
De kist werd door de hofjagers in de
lijkkoets geplaatst, terwijl de Koningin
en de Prinses met de overige vrouwe
lijke verwanten bij den ingang van het
paleis het uitdragen gade sloegen De
lijkkist werd gedekt door een bloemstuk
en daarna werden nog twee groote kran
sen achter aan den lijkwagen gehangen.
Vervolgens kwam een witte bloemen
wagen, met hetzelfde ivoor-kleurige la
ken gedrapeerd als de rouwwagen; deze
werd geheel met kransen en bloemstuk
ken volgehangen. Precies kwart voor
tien, het vastgestelde tijdstip, zette de
rouwstoet zich in beweging'.
De zwarte kappen der paarden sta
ken scherp af tegen de witte kleeden.
De bloemstukken, die de kist dekten,
waren van de Koningin en de Prinses.
Ook eenige tuiltjes bloemen waren daar
bij gelegd. De beide kransen achter aan
den lijkwagen waren van de naaste fa
milie van den Prins.
Toen begon het instappen in de rijtui
gen, hetgeen de Koningin en de Prinses
gade sloegen voor een venster van het
paleis. De Prinses was in het wit gekleed
met witten hoed.
Toen het einde van den stoet het pa
leis verliet, stond de Prinses nog voor
het venster.
Een duizendkoppige menigte stond
langs den weg opgesteld en trotseerde
de felle zon. De posten van E.H.B.O.
moesten vaak handelend optreden, daar
de warmte en de drukte menigeen te
machtig waren geworden. De militairen
kregen speciale orders, teneinde beter
tegen de warmte bestand te kunnen zijn.
Men zag hen b.v. een kniebuiging maken
en diep ademhalen.
Enkele minuten voor half twaalf begaf
H.M. de Koningin zich met Prinses Ju
liana en gevolg in auto's van het paleis
Noordeinde naar Delft, De eerewacht bij