KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
FORTINBRAS,
Daalt Uw rente?
niet converteerbaar
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 21 JUNI 1934. No. 144.
Na dc critische redevoering
v.an Von Papen. Hangt er
iets in de lucht? De toe
stand in het Derde Rijk erg
onzeker.
FEUILLETON.
SE KOOPMAN IN GELUK,
EEN VERGISSING?
ONBILLIJK.
LEVENSVERZEKERING-BANK
Een Beleggings-Polis der „Nationale" is
MIDDELBURG.
OPENBARE LES
VOLKSZANGSCHOOL.
VEREENIGING TOT INSTAND
HOUDING VAN OUDE GEBOUWEN.
Goed afgeloopen.
VLISSINGEH.
PATROONSBOND VOOR DE
BOUWBEDRIJVEN IN NEDERLAND.
Tot fusie met den Aannemers-
bond besloten,
Er wordt voortdurend nog nagepraat
over de opzienbarende redevoering, die
de Duitsche vice-kanselier Von Papen
Zondag j-1' voor de studenten van de
feestvierende universiteit te Marburg
aan de Lahn heeft gehouden. Dat is
heel begrijpelijk. De rede was de merk
waardigste, welke sinds langen tijd in
Duitschland werd uitgesproken. Daar
stond een lid van de regeering, dat zich
geroepen voelde, om op van alles en
nog wat critiek uit te oefenen; Von Pa
pen sprak van „verbleekende geest
drift" en „wanhopige patriotten", hij uit
te zijn vrees voor den door Goebbels
aamgekondigden „2en vloedgolf der revo
lutie"; hij nam stelling tegen het nieu
we heidendom, dat door sommige regee-
ringskringen zoozeer wordt aangemoe
digd, dat de Duitschers kans loopen hun
naam van christelijk volk te verliezen;
en hij kwam op tegen de „blindeling-
sche gelijkschakeling'1', die alle individu-
aeie ontwikkeling dreigt te dooden. Dat
is het een met het ander nogal wat; dat
is in kort bestek alles, wat de buiten
staander in het buitenland altijd op het
nation aal-socialistisch bewind aan te
merken heeft gehad. Men kan er zich
waarachtig niet over verbazen, dat Hit-
,ler met haastigen spoed de publicatie
van Papens „gekanker" heeft verboden.
De opvattingen, die men over de be-
teekenis van de redevoering hoort ver
kondigen loopen nogal een beetje uiteen.
De op den voorgrond tredende is, dat ze
de inleiding vormt tot een of andere op
handen zijnde omwenteling in het Derde
Rijk. Men wijst er op, dat Von Papen 'n
goede neus voor zulke dingen heeft. In
het begin van het vorige jaar kreeg hij
in de gaten, dat Hitier de komende man
was en hij hielp er aan mee, den Füh-
rer rijkskanselier te maken, door Von
Schleicher een stok tusschen de beenen
te steken. Met Von Hugenberg, den lei
der der Duitsch-nationale (conservatie
ve) partij knapte hij dat zaakje keurig
op. En daarvoor had hij 't al eens noodig
gevonden, om dr. Brjüning, toen diens tijd
gekomen bleek, uit "t zadel te helpen
lichten. De redeneering klopt. Telkens
.als er de laatste jaren wat om te keeren
viel in Duitschland, bevond Papen zich
aan den goeden kant. En op grond daar
van kan men inderdaad betoogen, dat
zijn Marburgsche rede waarschijnlijk als
de aankondiging van weer een omme
keer valt te beschouwen. Men vergete
hierbij echter niet, dat hij zich aan den
anderen kant toch ook leelijk op de
dingen verkeken heeft, toen hij Hitier op
't paard hielp. Duidelijk zat toen bij
hem en eveneens bij Hugenberg de be
doeling voor, de Nazi's voor hun
conservatieven wagen te spannen. Zij
dachten zich mans genoeg, om het met
Hitier c.s., nog zoo groen in de kunst
van regeeren, klaar te zullen spelen.
Het kwam echter een beetje anders uit.
De nazi's gingen hun eigen revolution-
nairen weg en hadden Hugenberg al heel
gauw zoo ver, dat hij in arren moede af
trad. Papen, die veel gladder is, wist de
huik naar den wind te hangen en kon
zich zoodoende handhaven. Maar anders
dan hij 't zich gedroomd had.
Hoe dit intusschen zij, Papen schijnt
thans weer op een nieuw paard aan 't
wedden en men voelt zich geneigd, hem
daarbij een kans te geven. In verband
met andere verschijnselen, waarop we
al eerder wezen: De oppositie tegen den
huidigen regeeringskoers neemt ziender-
door
WILLIAM LOCKE.
47)
Het is dus best te begrijpen hoe Lu
cilla de weldoende fee uithing, zonder
zich hiervan in het minst bewust te
zijn.
Met Félise deed ze dit zoo aardig,
dat ze in een paar dagen dit jonge
meisje tot haar slavin en aanbidster
maakte. Ze liet haar veel zien van Pa
rijs. Zij fabriceerde voor haar een avond
toiletje en onder de nominale bescher
ming -van een jongen landsman aan het
Gezantschap, nam ze haar mee naar 't
Café de Paris, om te dineeren en daar
na naar het Theatre du Gymnase. Een
groote, zacht rijdende auto met heerlijke
kussens voerde hen door de eindelooze
straten, en wanneer ze thuis waren,
scheen die auto altijd klaar voor hen te
staan bij den trottoirband van den Bou
levard St. Germain.
Lucilla liet het kopje van de kleine
veldmuis duizelen van de vele indruk
ken. Félise vereerde haar als een godin
en noemde haar met diepen eerbied bij
haar voornaam, wat Lucilla haar ge
vraagd had.
oogen toe. In kringen, die gevaarlijk
voor het nazibewind kunnen worden:
De rijksweer behoort daartoe en de lei
ders der industrie. Men hoort telkens
weer, dat dezen zich schrap gaan zetten
tegen het extremistische drijven van de
lieden, die 'n „tweeden resolutie-golf'
wenschelijk achten. De minister van bui-
tenlandsche zaken Von Neurath, die
geen nationaal-socialist is, zou dit po
gen steunen. Evenals Seldte, de minis
ter van arbeid en leider van de Stahl-
helm. Kort geleden werd Seldte door
S.A.-manschappen uitgejouwd en de
Stahlhelm-menschen krijgen het telkens
met de Hitler-jeugd aan den stok. Dat
zijn dingen, die te denken geven. Men
zou het zoo kunnen zeggen, dat er een
steeds breeder kloof ontstaat tusschen'
de geheide nazi's en de burgerlijk con
servatieve kringen. De eersten hebben
hun machtsinstituut in de S.A., de twee
de in de rijksweer. Als die beiden tot 'n
botsing zouden komen, ging Duitschland
opnieuw rampzalige dingen beleven.
Maar zoover is het gelukkig nog niet.
Er kunnen nog allerhande andere din
gen gebeuren. En misschien gebeurt er
wel heelemaal niets. Met zekerheid valt
er tenslotte weinig van te zeggen.
Het bestuur van den Ned. Bioscoop
bond heeft telegrafisch een onderhoud
aangevraagd met den Minister van Fi
nanciën, in verband met het verhoogde
invoerrecht op films, dat men fnuikend
acht voor het bedrijf. De regeering wil
n.l. blijkens het nieuwe tarief van in
voerrechten, voortaan de metermaat en
niet langer het waarderecht als maatstaf
doen gelden.
Daardoor zou het filmbedrijf moeten
betalen 400.000 tegen nu f 55.000. Ver
meerderd met de omzetbelasting en het
compenseerend invoerrecht zou de to
tale belasting stijgen tot f 700.000. Men
meent, dat het wetsvoorstel op een
vergissing moet berusten, althans dat de
regeering deze consequenties niet over
zien heeft.
Het Tweede Kamerlid mevrouw Bak-
ker-Nort heeft aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken de volgende vra
gen gesteld:
In art. 6 van de Wachtgeldregeling
voor burgerlijke ambtenaren wordt ver
schil gemaakt in de vermindering van
het wachtgeld, naarmate de wachtgelder
een nieuw inkomen geniet: a. uit een
herplaatsing in Overheidsdienst, of b.
uit een vrij beroep.
Zoo kan van het wachtgeld, als dit 40
NATIONALE
ROTTERDAM
(Ingez. Med.)
pet. bedraagt van het laatst genoten sa
laris, van iemand, die inkomsten heeft
uit een vrij beroep, 15 pet. meer gekort
worden dan van een wachtgelder die in
overheidsdienst is herplaatst. Terwijl
de eerstgenoemde toch reeds in een on
gunstiger positié is, omdat hij niet ge
lijk de herplaatste wachtgelder zijn pen
sioen kan verhoogen door zijn arbeid.
Acht de Minister deze ongelijke be
handeling niet onbillijk voor den wacht
gelder in een vrij beroep, en wil de Mi
nister wijziging van de wachtgeldrege
ling op dit punt overwegen?
Voor een zaal, tot in de hoeken ge
vuld met ouders en belangstellenden
hadden Dinsdagavond de leerlingen der
Volkszangschool gelegenheid te laten
hooren, dat er in den afgeloopen cursus
met lust en ijver is gestudeerd.
Achtereenvolgens lieten de leerlingen
der vier klassen zich hooren, afwisselend
koor- en solozang. De eerste-klassertjes,
allen haast debutantjes, zongen dat het
een lust was; de tweede klasse wilde
niet onderdoen, terwijl de leerlingen der
twee hoogste klassen de technisch wat
moeilijker liederen voor hun rekening
namen.
Dat het ten gehoore gebrachte in den
ismaak viel bewees het gulle applaus,
dat elk op zijn beurt beloonde. De meest
populaire liedjes uit het bekende radio
kinderkoor waren in dit gedeelte van
het programma opgenomen. Het werd
besloten met „De Lustige Fanfare", een
liedje van den leider der zangschool,
dat door de jongens met zoo'n élan ge-
(Ingez. Med.)
Een aardig, jong ding, verrukt over
al, wat ze had gezien, werd met een
poesje in de eene en een Pekineesje in
de andere arm na een snelle autorit
door een gedeelte van Frankrijk, in de
schemering met een sierlijken zwaai van
de limousine, gebracht voor de welbe
kende voordeur van het hotel des Grot-
tes. Baptiste, in zijn groenen boezelaar,
sperde zijn mond wijd open, toen hij
haar zag, schuifelde naar binnen en
riep zoo hard hij kon:
Monsieur c' est Mademoiselle!
In een oogwenk kwam Bigourdin naar
buiten gehold. Hij tilde Félise uit de
auto, omhelsde haar, keek haar aan en
omhelsde haar weer en lachte van blijd
schap. Er viel niet aan te twijfelen, dat
het verloren schaap hartelijk welkom
was. En zij lachte en snikte en omhelsde
den kolossalen man op haar beurt. En
toen kwam hij weer tot zich zelf en was
hij weer de hotelhouder, die Lucilla hielp
uitstijgen, terwijl Félise den glimlachen
den Martin begroette en zich liet kus
sen door Euphémie, die buiten adem uit
de keuken kwam aangeloopen.
Als Mademoiselle mij volgen wil,
zei Bigourdin en hij ging haar voor naar
boven, gevolgd door Lucilla en Céleste,
die het kistje met juweelen onder haar
hoede had. Hij opende de deur van de
statiekamer, een vertrek met twee ra
men boven het terras, met uitzicht op de
stad en de bergen van le Limousin, en
met trots liet hij haar de er in uitloopen-
de eenige kleine zitkamer van het hotel
zien, en de beroemde badkamer, waar
naast een kamer voor de dienstbode en
toen voerde hij haar weer naar de slaap
kamer, waar een welriekend pijnappel-
vuur brandde.
'Alles ter uwer beschikking'.
Ik vind het hier allerliefst, ant
woordde Lucilla, rond ziende. O, wat
hebt u hier aardige dingen.
Bigourdin straalde en maakte 'n klei
ne buiging. Hij was heel trotsch op zijn
chambre d'honneur, waar de mooiste
empire meubelen van zijn over-groot-
vader, den ongelukkigen général de
Brigade, waren geplaatst. Deze spon
tane bewondering na een vluchtigen
blik verheugde hem zeer.
Ik hoop Mademoiselle, dat u Fé
lise en mij de eer wilt doen onze gast
te zijn, zoolang u in Brantöme blijft,
zei hij op de hem eigen hoffelijke wijze.
Lucilla ving zijn stralenden blik op.
Dat is alleraardigst van u, maar
ik ben geen mensch alleen, ik kom met
een heele karavaan. Ik ben er en dan
is er het dienstmeisje en de chauffeur
en de auto en de hond en het katje.
Het hotel is klein, Mademoiselle,
zei Bigourdin, maar onze harten zijn
groot genoeg om u allen te ontvangen.
Hiertegen kon niet geprotesteerd
worden en Lucilla stak op haar vrije,
gulle manier de hand uit.
Monsieur Bigourdin, ik neem uw
gulle gastvrijheid heel gaarne aan.
Ik dank u hartelijk, Mademoiselle,
zei Bigourdin.
Trillend van opgewondenheid ging hij
naar beneden. In geen vier opeenvol
gende geslachten was zoo iets in het
zongen en geblazen werd, dat ze het
moesten herhalen.
Na de pauze betrad de voorzitter van
„Uit het Volk-Voor het Volk", de, heel
de Graaf, het podium. Aan de leerlin
gen, die hierop recht hadden, werd het
diploma der Zangschool uitgereikt, ter
wijl de andere jongens en meisjes werden
opgewekt, om door trouw bezoek der
repetities een dergelijk diploma te ver
werven.
Vervolgens richtte spreker zich met
eenige hartelijke woorden tot den direc
teur der zangschool, den heer A. Bosdijk,
en bood mevr. Bosdijk een fraaie mand
bloemen aan uit erkentelijkheid voor
haar keurig accompagnement.
Ook van de leerlingen had zij een
bloemstuk in ontvangst te nemen, terwijl
den directeur namens hen een blijvend
aandenken en bloemen werden over
handigd.
Het tweede deel van het programma
bevatte verschillende solo's, duo's, enz.,
waarvan „Huiswerk", dat alleraardigst
gedeclameerd werd en „Sneeuwklokje"
gezongen door de jongste soliste, ge
bisseerd moesten worden. Na de be
kende „Kleppermarsch" besloten twee
kleine cantates: „De Avondstond" en
„De Wilgen" den avond. De laatste, in
humoristischen stijl geschreven, werd
door alle leerlingen vertolkt en oogstte
een welverdiend applaus.
Alle meewerkenden kunnen met vol
doening op dezen succesvollen avond
terugzien.
In de gisteren gehouden jaarvergade
ring van de Vereeniging tot instandhou
ding van oude gebouwen, bracht de se
cretaris, dr. W. S. Unger, het jaarverslag
over 1933 uit. In samenwerking met
„Nehalennia" bekostigde de vereeniging
de verankering van den bovengevel
Kortedelft G 3. Hoewel een restauratie
van dezen fraaien trapgevel, waarvan al
thans hel bovendeel nog tamelijk onge
schonden bewaard is, stellig aanbeveling
zou verdienen, is in de gegeven omstan
digheden hieraan niet te denken, daar de
eigenaar niet bij machte bleek, hiertoe
het noodige bij te dragen. Hetgeen nu is
geschied, is een nood-oplossing die niets
prejudicieert voor de toekomst, doch in
ieder geval het gevaar van dreigende
instorting heeft voorkomen-
Aan de eigenaars van een pakhuisje in
de Simpelhuisstraat, die van den dienst
der gemeentewerken aanzegging hadden
ontvangen, voorzieningen te treffen,
voor een gemeen-gevaarUjjken gevel,
werd een bijdrage van f 50 verleend als
bewijs van belangstelling, nadat ten aan"
zien van den waterafvoer de door de
vereeniging gewenschte voorzieningen
waren aangebracht. Op zichzelf moge de
waarde van dezen trapgevel niet groot
zijn, in verband met haar belending
Hotel des Grottes gebeurd. Familiele
den waren er naturlijk kosteloos ge
weest. Eens, tegen het eind van het
tweede keizerrijk, had een minister v.
Binnenlandsche Zaken de chambre d'
honneur bewoond, en hij was vertrok
ken zonder zijn rekening te betalen; dat
bleef een leelijke, donkere schuld in de
boeken van het hotel. Nog nooit was 'n
vreemde er een geëerde gast geweest.
Hij had het wel aan Corinna aangebo
den, maar toen was hij doodelijk van
haar en dat maakt een groot onder
scheid. De Franschen zijn van huis uit
niet gastvrij; wanneer zij 't echter zijn,
geven zij alles, wat zij bezitten tot hun
laatste bete broods, doch dan voelen
zij de beteekenis van hun daad.
In de vestibule vond hij Félise, die
daar stond te wachten op de rekening
en verantwoording, die Martin haar
moest geven over de huishouding en
omgeving. Het was niet al te best ge
gaan. Monsieur Peyrian, een van hun
vaste handelsreizigers, had een bakkers
tor in zijn brood gevonden en was naar
het Hotel du Cygne gegaan. De bakker
hield vol, dat de bakkers-tor er niet bij
hem ingekomen was, want de torren bij
hem waren heel anders. Ze hadden een
anderen bakker genomen, maar deze
kon niet bakken. De goede Madame
Thuillier, die het toezicht op de fa-
brique zou houden, "had, na twee dagen
met iedereen overhoop gelegen en was
weggegaan, zoo nijdig als een spin, om
dat ze niet gegeten had aan tafel bij
den patroon. Dan hadden ze twee van
de fabrieksmeisjes verloren om ver
Simpelhuis en kerkje was behoud
er van wenschelijk.
De toestand der Vereeniging in het al
gemeen vertoont het bekende beeld des
tijds: langzame achteruitgang. Enkele
nieuwe leden traden toe, doch het ver
lies, vooral aan contributie was grooter.
Ook het gemeentebestuur zag zich ver
plicht, de subsidie der gemeente op te
zeggen, al vernam het bestuur met vol
doening, dat een memoriepost op de be-
grooling gehandhaafd bleef. Mede aan
dit bewijs van waardeering, ontleend het
bestuur de kracht, naast de overtuiging
van het belang der werkzaamheid voor
een stad als Middelburg, ondanks den
druk der tijden met het werk door te
gaan.
Het verslag werd goedgekeurd als ook
de rekening met een goed slot van f 10.
De aftredende bestuursleden, de heeren
WBerdenis van Berlekom, mr. M. W,
G. van der Veur en mr. J. Moolenburgh
werden herkozen.
Mededeeling is nog gedaan van het
besluit van het bestuur om met een laag-
rentetype deel te nemen in de obligatie-
leening, bijeengebracht tot aankoop voor
de vereeniging „Hendrick de Keijser"
van den bekenden gevel „de Gouden
Sonne",
Gisterenmiddag reed een vrachtauto
van de Goesche Korenmarkt de Loskade
op, toen een wielrijdster van de zijde
van de Stationsbrug afkwam. Zij zag de
auto blijkbaar te laat en week toen in
zenuwachtigheid links in plaats, van
rechts uit. Ze kwam met de auto in aan
raking en viel. De auto stopte echter di
rect; het meisje had alleen wat ontvel
lingen bekomen.
In de Woensdagmiddag in hotel „Bri
tannia" te Vlissingen gehouden al-
meene vergadering heeft de voorzitter
van de afdeeling Vlissingen, de heer W.
Va d e r, een woord van welkom gespro
ken, mede namens de afdeeling van den
Ned. Aannemersbond, en de afdeelin-
gen „Middelburg" en „Walcheren" van
den Patroonsbond. In 1909 vergaderde
te Vlissingen de Aannemersbond, en nu
in 1934 de Patroonsbond. Spr. zal het
wel niet meer beleven, dat Vlissingen
weer als congresstad wordt aangewe
zen. Spr. hoopte, dat deze vergadering
zal leiden tot de fusie tusschen beide
bonden, zulks in het belang van geheel
de werkgeversorganisatie in Nederland.
Spr. besloot met den wensch, da* de
vergadering een succes zal zijn en dat
de gasten aangename dagen op Walche
ren zullen doorbrengen.
De Bondsvoorzitter, de heer J. R i n-
schillende redenen en een van de onni-
buspaarden was leelijk gevallen.
Félise, niet meer denkende aan het
Maison de Blanc en de Notre Dame,
wrong zich de hémden. Ze was uit het
.sprookjesland neergedaald tusschen de
lieve, belangrijke realiteiten van het le
ven.
Maar wat je me vertelt, is vreese-
lijk, riep ze uit.
En dat is allemaal, omdat u weg
bent gegaan, zei Martin.
Maar ze gaat nu niet meer weg,
zei Bigourdin, en hij nam haar mede
naar den kleinen salon en kuste haar
teeder.
't Schijnt dat je erg veel verdriet
hebt gehad, mijn kleine Félise. Maar
waarom mij niet geschreven, dat je on
gelukkig waart bij je tante Clothilde? Ik
wist niet dat ze zoo'n kribbekat was
geworden? Ze heeft geschreven en ik
heb geantwoord. En ik vertel je, dat^ ik
geantwoord heb. Je behoeft voor tante
Clothilde niet meer bang te zijn. Miaar
dat is nu alles heelemaal voorbij. We
moeten nu over ons zelf praten. Ik heb
me ellendig gevoeld toen je weg waart,
mijn kleine Félise, dat vertel ik je eer
lijk. Alles ging verkeerd. Ik kan niet
buiten mijn kleine huishoudster. En je
behoeft nooit met iemand te trouwen,
zelfs niet met den President van de Re
publiek, tenzij je dat wenscht. Op mijn
woord vein eer.
(Wordt vervolgd