GOESCHE COUPANÏ^ VEREENIGING TOT VEREENVOUDIGING VAN ONZE SPELLING. STOOMWASSCHERIJ „ZEELAND" Langevielesingel D 197 -Tel, 637 Tarief per kilo en per stuk. (Ingez. Med:.) WEEN EN WIND. Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. By contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 17 regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bü vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent HET COMPROMIS MARCHANT AAN DE ORDE Dagbladpers Handel On derwijs Uitgeverij Prof. De Vooys over de bevrediging. De „Vereniging tot Vereenvoudiging van onze Spelling" hield heden haar al- gemeene vergadering te 's Gravenhage onder voorzitterschap van prof. dr. J. J. Salverda de Grave; De aftredende Hoofdbestuursleden, de heeren D. Vre- develd en dr. J. Ae Wartena werden herkozen. Vervolgens werden een vijf tal korte referaten gehouden. Dr. S. S, Smeding, directeur-hoofdre dacteur van de Provinciale Zeeuwsche Middelburgsche Courant besprak De dagbladpers en spellingver eenvoudiging. Hoe is het te verklaren, aldus spr., dat de dagbladwereld weinig gevoelt voor een vereenvoudiging van de spel ling onzer taal Dit komt z,i., omdat men de noodza kelijkheid ervan niet sterk voelt. Over 't algemeen verschijnen de goed geleide dag- en nieuwsbladen in deugdelijk Ne- derlandsch en de samenstellers dier bla den hanteeren betrekkelijk spelender wijs hun instrument, de taal. De redac teuren en journalisten weten uit de praktijk, waar de voetangels en klem men gewoonlijk liggen? hun empirische kennis der woordgeslachten is root. Zoodoende komt het dat de dagblad- menschen zelf weinig moeite met het bespelen van het instrument hebbende, in de fout vervallen te verklaren,dat het instrument heelemaal niet ingewik keld, verouderd, onlogisch, ondeugdelijk en onwetenschappelijk is. Natuurlijk heeft de journalist het recht, kritiek uit te oefenen op pogin gen, 't door hem dagelijks met liefde ge hanteerde instrument te verbouwen. Onder deze voorwaarde echter: dat hij zich ter dege op de hoogte stelle van de zaak, waarom het gaat. Dat ge schiedde tot dusverre niet altijd. Spr. behandelt dan de tot nu toe aan genomen houding der dagbladen tegen over de Vereenvoudigde spelling; de „liberale" opvatting is die der eenheid en orde in het engere redactioneele deel met daarnaast de ordelijke vrijheid voor inzenders en losse medewerkers; de „conservatieve" en aanvankelijk overheerschende opvatting was die van het onverbiddelijke „neen". Tegenover de hypothetische vraag: „Wat zal onze houding moeten zijn bij een officieele invoering eener vereen voudigde spelling 7" staat het meeren- deel der dagbladen, naar spr's meening, nuchter en verstandig. De tendenz meent spr. aldus te kunnen aanduiden: „Geen anarchie in onze kolommen, maar als er officieel van regeeringswege een andere spelling wordt ingevoerd, dan zullen we die, blijmoedig (3 met tegen zin, in elk geval aanvaarden". Het opkomende geslacht zal door on derwijzers, leeraren en hoogleeraren in de nieuwe spelling moeten worden op gevoed, doch de taak, een paar millioen Nederlanders, die gewend en gehecht zijn aan de oude spélling, de nieuwe te leeren, zal naar spr.'s meenirig voor een groot deel op de schouders d'er dagbla den komen te rusten. De oppositie die er in de dagbladwereld was en nog is, is verstandig en loyaal; als er een re- geeringsregeling komt, die op de scho- len wordt ingevoerd, dan zullen de dag bladen zeker willen inzien, dat er hun maar één weg openstaat om den dan onontkoombaren warwinkel van den overgangstijd zoo snel mogelijk op te ruimen: krachtige medewerking. De heer Jul. E. Gerzon had als onderwerp. Spellingvereenvoudiging en de handel. Spr, begint met een zin te citeeren uit de radiorede van Minister Marchant. „Het compromis wil orde brengen waar thans chaos heerscht". Gelukkig kan worden vastgesteld, gaat hij voort, dat onder de tegenstanders van het com promis-voorstel niemand heeft durven eweren, dat er op het gebied der spel ing orde heerscht. Welnu, juist in han delskringen, meer nog dan elders, zal men wanorde moeten veroordeelen. Spreker vindt het dan ook verblijdend, dat aan het hoofd van het Departement van Onderwijs een man staat met prac- tischen zin. Ofschoon de spellingkwestie m de allereerste plaats een onderwijs- aangelegenheid is, heeft stellig ieder, die de Nederlandsche taal hanteert, het recht een woordje mee te spreken, dus Alleen hij is dood, die geen goeden naam nalaat. ook de handel. Is er nu in al de jaren, dat dit vraagstuk in meerdere of min dere mate de aandacht had, uit handels kringen een meening naar voren geko men, welke men zpu mogen noemen die van de meerderheid der kooplieden? Neen, en dat behoeft ons ook niet te ver wonderen, Het zou zelfs te verwonderen zijn, indien het anders was- De handels kringen hebben gedurende het laatste tiental jaren inderdaad wel grootere zorgen gehad en zullen die ook in de komende jaren wel blijven hebben. Dat neemt evenwel niet weg, dal op het hui dige oogenblik de spellingkwestie de aandacht van den handel dient te heb ben. En inderdaad hebben wij in de af- geloopen weken in een z.g. enquête van een der groote dagbladen kunnen lezen de meeningen van verschillende koop lieden, waarvan het meerendeel, zich plaatsend op conservatief standpunt, een afwijzend oordeel gaf. Er waren er ech ter ook enkelen, die hetxbrengen van orde in de spelling-chaos toejuichten. Laat de handel toch niet vergeten, dat, wanneer deze poging mislukt, er nog een reeks van jaren zal moeten voorbij gaan, voordat van de jongelieden, die van de scholen komen, zal kunnen wor den verwacht, dat zij aan den minimum eisch die de handel moet stellen: „het schrijven van eenvoudige brieven zon der spelfouten", zullen kunnen voldoen. Bovendien brengt dit compromis-voor stel zulk een geringe verandering in het woordbeeld, dat, wanneer de spelling- Marchant eenmaal zal zijn ingevoerd, het niet lang zal duren, of de handel zal kunnen vergeten, dat er eenmaal een spelling-misère is geweest. De volgende spreker, d r. M. J. L a n- geveld, leeraar in de Nederlandsche taal en letteren aan het lyceum te Baarn, besprak De beteekenis van spellingver eenvoudiging voor het M.O. en het V.H.O. In het algemeen gelden voor het mid delbaar onderwijs en dat aan de gymna sia dezelfde voordeelen als voor andere gebieden van samenleving in ons vader land. Evenals op de lagere school beste den ook wij nog talrijke uren aan het onderwijzen en in stand houden van de spelwaardigheid, zonder dat wij over de resultaten tevreden plegen te zijn. Het voorgestelde compromis verwijdert een aantal foutenbronnen en ieder die de be. teekenis der spelling op haar juiste waarde weet te schatten, is daarover verheugd- Wat ons aan het voorgestelde compromis bevalt, is dat het duidelijk getuigenis aflegt van een streven onze spelling practisch beheerschbaar te ma ken voor het algemeen gebruik. Daar door wordt een stelsel, dat op de stu deerkamer thuishoorde en daar intus- schen verouderd was vervangen door een systeem, dat rekening houdt met de sociale functie der spelling. Deze voor uitgang is ook voor de school van de grootste beteekenis, wijl nu de spellings norm ten deele ook komt te liggen op een gebied, waar de schrijftaal eveneens in haar meest verbreide gebruik zich naar richt. Voor een deel immers onder werpt deze spelling zich evenals iedere spelling dat oorspronkelijk deed aan hetgeen in de beschaafde, onge- maniereerde uitspraak gezegd wordt. Ook het alledaag'sche schrijven richt zich naar hetgeen in beschaafd algemeen Nederlandsch gezegd wordt of kan wor den. Dat wij nu bij ons onderwijs, ons in het vervolg niet meer op de hoogst twij felachtige „traditie" van de spelling. De Vries en Te Winkel hoeven te beroepen, maar dat er een geringer afstand tus- schen Nederlandsche klank en Neder landsch geschreven taalvorm komt, brengt met zich mede, dat wij als norm thans kunnen gebruiken: wat het be schaafde Nederlandsch zegt. Daarnaar altijd weer te kunnen verwijzen, óók bij een goed deel van ons spellingsonder wijs komt niet alleen de eenheid van hel misdeelde ondefwijs in de moedertaal ten goede maar zonder twijfel ook onze moedertaal zelve. Dan spreekt de heer Th. J. T h ij s- s e n, lid van de Tweede Kamer over: Spellingwijziging en de Lagere school. Spreker brengt in herinnering dat reeds 25 jaar geleden de regeering de invoering van een andere dan de spel ling van De Vries en Te Winkel op de lagere school verbood. Sedert dien zijn de moeilijkheden, die het taalonderwijs: van de spelling ondervindt in sterke mate toegenomen. Vormen als „eene" en „zijnen" stierven volledig af zonder dat er officieel verlof toe gegeven was; afzonderlijke taalboekjes-series versche nen met en zonder buigings-n, een soort van standen-spellingsonderwijs ont stond, maar het spellingsonderwijs bleef de nachtmerrie der lagere school. Nu zal eindelijk minister Marchant de school daarvan verlossen en naast de oude, al honderdmaal weerlegde be zwaren tegen vereenvoudiging, duikt nu een nieuw bezwaar op: de kosten. Er is al een berekening gemaakt van 20 mil lioen „kapitaalvernietiging"; waarbij 't wordt voorgesteld, alsof toevallig net alle scholen kort geleden alle boekjes nieuw hebben aangeschaft en alle uitge vers van alle boekjes nieuwe en kolos sale drukken hebben opgelegd. Schrik wekkende reproducties worden ver spreid van. bladzijden tekst, waarin de spellingwijzigingen zijn aangebracht. Merkwaardig is daarbij, dat het potlood is. genegeerd, en dat gezorgd is voor zware inktstrepen of vlekken, die door drukken naar den anderen kant van het papier. Bovendien betreft het mee rendeel der correcties buigings-n's die de Terpstra-spemng al losgelaten hao Tegenover al die opgeblazen zwarig heden stelt spreker, hoe net Lager On derwijs letterlijk snakt naar twee din gen op spellinggebied, omdat het uit blijven daarvan dag-in-dag-uit vrucht baar taalonderwijs verijdelt: Wij moeten hebben éénheid van spel ling, omdat de kinderen houvast noodig hebben, tucht, orde en regel. Dat „hou vast" moet verkregen worden door een eenvoudiger spelling dan de maar half- gehandhaafde De Vries en Te Winkel spelling. Dit gevoel is in het onderwijzerskorps zoo sterk, dat het voor .de school niet aan vereenvoudiging zou hebben ge dacht, indien .het maar de illusie koeste ren kon, van de spelling iets terecht te brengen, dat, „onderwijs" heeten mocht Maar die illusie kunnen de onderwij zers niet meer hebben. Vijf en twintig jaar geleden was de tijd al rijp voor „in voering van spellingvereenvoudiging op de volksschool; 25 jaar is het sukkelen gebleven sukkelen zal het blijven zoolang men de fixie wil handhaven gjat de spelling De Vries en Te Winkel op onze scholen werkelijk wordt ge leerd. En daarom wat voor maatregelen men ook neme voor overgang bij de officieele invoering men stelle de school tegen September a.s. in staat, op haar leerplan de spelling te zetten die noodig is om onderwijs-met houvast te kunnen geven. De heer J. T e r s t e e-g spreekt daar na over: De Uitgevers en het spel ling-compromis. De uitgevers, vooral die van de school boeken, zegt spreker, zullen bij spoedige invoering van een gewijzigde spelling moeilijkheden ondervinden. Zij hebben daarom een bemiddèlingsvoorstel ge daan: geef ons vijf jaar overgangstijd om onze voorraden uit te verkoopen. Aan nemende dat het cijfer vijf niet als grondslag is bedoeld om met den minis ter te „marchandeeren," en dat inder daad sommige boeken gedurende dat aantal jaren uit voorraad geleverd kun nen worden, vraagt men zich af of zulk een periode de oplossing zal brengen. Men wil de oude boeken zoo lang in omloop houden; dus even .zoo lang niet de gewijzigde spelling doen onderwijzen, waarvoor immers leerstof in deze spel ling noodig zou zijn. Maar dupeert men dan niet de koopers der leerboeken, die men zegt tegelijk met zichzelf voor scha de te willen bewaren, evenzeer als bij dadelijke invoering het geval zou zijn Men verlengt voor hen den bestaanden toestand; verschuift de schade naar 1 September 1939. En hoe, wanneer bin nen de vijf jaren oude drukken uitver kocht raken Na drie, vier jaren loont een herdruk voor dien korten tijd niet. Zal men dan een uitgave in de nieuwe spelling brengen op een markt, waar ze niet gevraagd wordt, omdat ze niet wordt onderwezen En stel, dat ze aan vaard werd, zouden de collega's er niet sabotage in zien Het vijfjarenplan schept een dilemma, ook omdat uitgevers met weinig of geen voorraad het zouden kunnen torpedeeren en een geforceer de invoering van de gewijzigde spelling bevorderen. De Minister raadt nu aan, de boeken bij te werken, met name de lees- en de taalboeken. Men zal hiertoe wel moeten besluiten; de onaangenaam heden ervan zijn overigens voor de ge bruikers, niet voor de uitgevers. Onaan genaamheden, die de jeugd, tegenover de verlichting der spellingeischen, moet aanvaarden. En brengt niet elke krasse maar noodzakelijke maatregel moeilijk heden Men heeft tusschen twee kwa den te kiezen. Het minste kwaad ligt in het voorstel van den Minister. Ten slotte houdt prof. d r. C. G. N d e Vooys een rede over De oplossing van het spelling vraagstuk., De beschouwingen in de groote pers, die graadmeter van de openbare meening, zijn ons zeer meegevallen. Met uitzondering van het Algemeen Handels blad is de stemming vrij gunstig, de on zerzijds gedane concessies worden ge waardeerd. Hoewel soms niet zonder te genzin, zijn de meeste persorganen die wij vroeger tot onze tegenstanders re kenden, blijkbaar bereid om eigen voor keur ter zijde te stellen, mits daardoor de zoo gewenschte eenheid en orde tot stand komt. Van welken aard is de te genstand Opmerkelijk is, dat de voor stellen ten opzichte van de spelling in engeren zin, het minste verzet ontmoet ten. De verklaring zal wel zijn dat het „Comité van Eenheid", waarin zich de verzetbeweging concentreerde, voorstel len deed die van het Regeerings-com- promis slechts weinig verschilden en die dus ook in de behoudende kringen als onvermijdelijke concessies beschouwd werden. Anders stond het met de af schaffing van de buigings-n. Het lijdt geen twijfel, dat deze maatregel door tallooze Nederlanders beschouwd zal worden als de bevrijding van een last. Nu is het merkwaardig dat de tegen standers hun zwaarste geschut opstellen voor een stelling die feitelijk vooral na de concessie die Minister Terpstra voor het onderwijs deed als verloren te beschouwen is. Dr. Vor der Hake ge bruikte onlangs een aardige vergelijking: de pogingen om de ,,n" te handhaven deden hem denken aan een plan van de directeuren van het Paleis voor Volks vlijt om in f934 den gevel van dit ge bouw te laten opverven. De argumenten, die voor het behoud van deze n aangevoerd worden, zijn weinig steekhoudend. Men beroept zich op het bekende feit dat, in allerlei dia lecten in bepaald phonetisch verband de n bij vanouds mannelijke woorden (ook in den nominatief nog bestaat. Alsof daardoor het bestaan van de n als naamvals-teeken gerechtvaardigd werd! Anderen doen een pathetisch beroep op alle Nederlanders. Nu het spellingscompromis van mi nister Marchant eenige weken in het middelpunt van de publieke belangstel ling gestaan heeft, is de tijd gekomen om het terrein van den strijd te over zien en de balans op te maken. Dat er tegenstanders uit allerlei kringen, al of niet tot oordeelen bevoegd, aan het woord zouden komen, was te voorzien. Invoering van elke eenigszins ingrijpen de spellingswijziging zal een botsing van belangen veroorzaken. De oudere generatie, sinds jaren aan de oude woordbeelden gewend, voelt zich onbe haaglijk; de jongere, voor wie de ver eenvoudigde spelling geleidelijk minder ongewoon geworden is, voelt minder be zwaren; de jongste generatie, de meest belanghebbende bij toekomstige spel lingverbetering, kan nog niet meespre ken. Dat een meerderheid van het Ne derlandsche volk uit eigen beweging op spellingverandering zou aandringen, is uitgesloten: bij een referendum zou de uitslag te voren vaststaan. Maar mag de meerderheid van de vol wassenen, wanneer hun gevraagd wordt, zich ter wille van het opgroeiend ge slacht tijdelijk een kleine last te ge troosten, eigen belangen laten voorgaan en een beslissend woord van protest spreken? Mijns inziens niet), wanneer deskundigen met klem betoogen dat vereenvoudiging in het belang van het volksonderwijs, en bovendien een stam- belang is. Dan is de overheid ten volle verantwoord om regelend op te treden en een nieuwe eenheid op vereenvoudig den grondslag te vestigen. Van bijzonder gewicht is dus, dat de voornaamste on- derwijs-organis.aties, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, en Volkson derwijs, dat ook het Algemeen Neder landsch Verbond en de Ned. Zuid-Afri- Middelburg. Middelburg, 16-VI-'34. Vrijdag: hoog ste luchttemperatuur 22 °C (72 °F); laagste 15.6 °C (60 °F). Heden 9 h: 16,3 °C; 12 h: 20 °C. Geen regen of neer slag. Hoogste barometerstand te dezer stede, in het afgeloopen etmaal: 772 mm; laagste 771 mm. Hoogste barometerstand in het Euro- peesche waarnemingsgebied: 771.4 mm te Berlijn; laagste 754.5 mm te V. Ma- noer. Verwachting tot morgenavond: Meest zwakke wind uit O. tot Z. rich tingen, aanvankelijk nog licht tot half bewolkt, later wellicht toenemende be wolking, waarschijnlijk nog droog weer, warm. Zon op: 4 h 39; onder: 21 h 22. Licht op: 21 h 52. Maan op: 8 h 52; onder: 24 h 06. Zondag 17 Juni. Zon op: 4 h 39; onder: 21 h 22. Licht op: 21 h 52. Maan op: 9 h 54; onder: 24 h 14. E.K. 20 Juni. Hoog- en Laagwater te Vlissingen. (Zomertijd.) Westkapelle is 28 min. en Domburf; 23 min. vroeger; Veeie is 38 min. later (S Springtij.) Za. Zo. Ma. 16 17 18 Juni. Hoogwater. 4.55 17.06 5.35 17.44 6.12 18.24 Laagwater. 11.07 23.38 11.36 24.11 12,10 24.52 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge, (Zomertijd.) Juni. Hoogwater. Za. 16 S 6.47 19.02 Zo. 17 7.25 19.39 Ma. 18 7.59 20.16 Laagwater. 12.14 24.39 12.46 1.13 13.22 VROUWEN IN VERWACHTING en jonge moeders bezorgt het natuurlijke „Franz-Josef'-bitterwater een geregel de maag- een darmwerking. (Ingez. Med.) kaansche vereeniging hun adhaesie be tuigd hebben aan het compromis. Daar wegen niet tegen op de ontevreden schrijvers van ingezonden stukken, evenmin de individualistische letterkun digen en de groep van protesteerende hoogleeraren, die in sommige dagbla den vereenzelvigd werden met „d e" letterkundigen en „d e" hoogleeraren! om het „erfgoed onzer vaderen" te eer biedigen. Tegelijk verklaren zij zich be reid om een groot deel van dat „erf goed" prijs te geven! Weer anderen roe pen het schrikbeeld op van stijlonf^ar- ding. Dat zou indruk kunnen maken wanneer de afschaffing van de bui gings-n alleen in theorie bepleit werd. Niemand zou dan kunnen bewijzen dat klaar en kernachtige proza, dat voor treffelijke verzen geschreven konden worden zonder die n. Maar nu is dat bewijs sinds een kwart eeuw geleverd, niet alleen door auteurs die de vereen voudigde spelling geheel toepassen, maar ook door verscheidene die in de spelling overigens aan De Vries en Te Winkel getrouw bleven. De Minister heeft in zijn radio-rede de lastigste tegenstanders diegenen ge noemd die op uitstel aandringen, die hrnieuwd overleg verlangen in een bree- de staatscommissie. Maar er zijn al twee commissies jarenlang aan het werk ge weest. De uitkomsten van zulk een „veelzijdige" commissie zouden onge twijfeld groote gelijkenis vertoonen met die van de Staatscommissie 1918, met een meerderheids- en een minderheids advies. In 1937 zou de Minister van On derwijs voor dezelfde beslissing staan als in 1934. Wij vereenvoudigers heb ben, ter wille van de eenheid, een deel van onze voorstellen opgeofferd en dui delijk te kennen gegeven dat ten op zichte van de buigings-n een compro mis op paedagogische en wetenschap pelijke gronden onaanvaardbaar was. De weg naar de spellingvrede ligt open: moge de Regeering d.eze gelegenheid niet voorbij laten gaan!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 1