KRONIEK van den DAG. FORTINBRAS, BINNENLAND. ZEELAND. L EVENS V ERZE KERIN G-BA N K betaalt f 10.000 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 4 JUNI 1934. No. 129, FEUILLETON. DE KOOPMAN IN GELUK, Tobt Gij met ROTTERDAM na 35 jaar of bij Uw eerder overlijden indien gij van Uw 30s,e jaar af, gedurende hoogstens 35 jaar, jaarlijks 211.- stort MIDDELBURG. De ontwapeningsconferentie. Een hopeloos geval? Mis schien biedt Litwinof's voorstel een uitweg, Berlijn bereidt zich voor. Sir John Simon, de Engelsche minis ter van buitenlandsche zaken, is naar Londen teruggekeerd. Hij laat het rijk te Genève over aan den Lord Grootzegel bewaarder, Anthony Eden, die een be kwaam manTieet. Heel wat bekwamer dan Sir Simon zelf. Engeland lijkt het met dezen minister van buitenlandsche zaken'slecht getroffen te hebben. De man heeft geen vaste hand en boven dien schijnt z'n manier van praten on sympathiek. Men hoort telkens, dat hij z'n toehoorders, te Genève prikkelt door een zekere ^aartsvaderlijke arrog;antïe. Misschien had Barthou 't verleden week Woensdag wel een beetje op z'n zenu wen gekregen, door de rede, die Sir Si mon vlak voor hem afstak en is de Franschman daardoor zoo stekelig van leer getrokken. Sir Simon deed in elk geval weer eens, alsof hij alleen maar wist, hoe of het moet. Barthou had zich natuurlijk moeten beheerschen; daar is hij staatsman voor. Maar men kan er in kómen, dat Simon's eigenwijsheid hem 'zwaar óp uè maag ging liggen. Op zichzelf is het dus eerder een ge luk dan een ongeluk, dat de Engelsche minister Genève den rug heeft toege keerd. Aan den anderen kant /echter knoopt men vrij algemeen aan zijn ver trek de meening vast, dat het nu wel uit zal zijn met de ontwapeningsconferen tie. Simon zou gebleven zijn, als er nog een kans op eenigerlei resultaat was, zegt men. Er bestond geen enkele drin gende aangelegenheid, die zijn aanwe zigheid te Londen noodzakelijk maak te. Deze opvatting lijkt jammer genoeg juist. De vooruitzichten bieden in derdaad weinig hoop, dat er alsnog een overeenstemming tot stand zal komen. Men dient er dus rekening mee te hou den dat de ontwapeningsconferentie zeer binnenkort in de grafkelders van Genè ve wordt bijgezet. Tenzij het idee, dat Litwinof naar vo ren heeft gebracht, levensvatbaarheid zou mogen bezitten. De Rus wil, zooals pien weet, de conferentie permanent maken en haar dan omdoopen in „vre desconferentie". Laten we maar erken nen, zeide hij, dat van eenige verminde ring der bewapening, voorloopig geen sprake kan zijn. Het eenige, wat ons overblijft, is te trachten voorwa/arden te scheppen, die een oorlog kunnen ver hinderen. Naast den Volkenbond zou men dan dus een aparte organisatie krij gen, om allerhande veiligheidsverdragen in het leven te roepen, ter verzeker-tig van den vrede. Het gevaar van zoo'n vredesconferentie is echter, dat er bond genootschappen (militaire) worden ge vormd, gericht tegen een of meer sta ten. Wij wezen daar reeds eerder op: Rusland en Frankrijk lijken er naar te streven, een omvangrijke alliantie tegen Duitschland in het leven te roepen. Dit gevaar zou echter nog grooter zijn, als de ontwapeningsconferentie mislukte en zonder meer uiteenging. Parallel met het voorstel van Litwinof loopt dat van Turkije, hetgeen trouwens niet hoeft te verwonderen. Rusland en Turkije wer ken sinds jaren nauw samen. Het voorstel, dat de zes z.g. „ex-neu tralen" indienden, bij monde van den Zweedschen minister Sandler, is op zichzelf heel aardig, (het zou bewape ningsvermindering meebrengen) doch 't lijkt te weinig rekening met de praktijk te houden. Vermoedelijk zal het, als de algemeene commissie overmorgen weer door WILLIAM LOCKE. 32) Och zwijg daarover, wat ik je bid den mag, riep Bigourdin op ongewoon ongeduldigen toon. 't Is geen grap, dat verzeker ik U, zei Martin. Ik heb geen geld meer! Ik moet wer ken. U moet vroeger of later een plaats vervanger hebben voor Polydore. Geeft u mij het loon van Polydore, dan zal ik zijn plaats innemen. Onbekwamer dan hij kan ik niet zijn en ik heb misschien meer gezond verstand. Is het ernst? t Ik spreek in vollen ernst. Bigourdin streek met de hand over zijn gezicht. Ik ging gisteravond slapen in een gewone wereld, dezen morgen ont waakte ik in een fantastisch universum, waarin ik niets ben dan eén blad, door den wind voortgedreven, zooals die daar, en met de hand wees hij naar buiten. Ik weet niet meer wat recht, wat krom is; maak jullie maar alles in orde. Dus u neemt mij als bediende in het Hotel des Grottes? Mon cher, zei Bigourdin, in mijn ontredderden toestand vind ik alles goed. De ontreddering of liever de omver bijeenkomt, spoedig van de baan raken. Hoe men de dingen ook beziet, het staat er vrij hopeloos met „de ontwape ningsconferentie voor. En de vraag: wat daarna? wordt dan ook steeds nijpen der. Als vanzelf richten de gedachten zich bij die vraag op Duitschhland. Wat zal Duitschlhand doen, als het misloopt met de conferentie? Het antwoord kan niet moeilijk zijn. Duitschland zal zich dan in elk geval ontslagen achten van- de beperkingen, die 't verdrag van Ver sailles het inzake de bewapening oplegt. Er doen zelfs geruchten de ronde, dat het het geheele Verdrag zou willen op zeggen. In „welingelichte politieke krin gen" te Berlijn wordt dat echter met stelligheid tegengesproken. De Duitsche regeering zou, bij een mislukking der ontwapeningsconferentie zich bepalen tot de verklaring, dat het thans voor zijn eigen veiligheid heeft te zorgen, m.a.w., dat het de reeds begonnen herwapening met groote kracht en ongelimiteerd zal voortzetten. Naar de correspondent van de „N. R. Ct." meldt, hebben Hinden burg en Hitier te dezer zake de laatste dagen drukke besprekingen gevoerd en zou alleen de vorm, waarin de verkla ring dient te geschieden, nog niet vast staan. Misschien gaat men den Rijksdag er voor bijeenroepen. Zoo niet, dan zal er vermoedelijk een manifest worden afgekondigd. De andere landen kunnen hier natuur lijk niets tegen doen, tenzij door middel van een preventieven oorlog. Maar dat liep vast en zeker op een werkelijken oorlog uit. Het zou een middel zijn, dat erger dan de kwaal is. verstopping of stoelgang? 'Neem dan eens Mijnhardt's Laxeertabletten. Deze regelen vlug zonder kramp of pijn. Doos 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten (Ingez. Med.) SURSéANCE VAN BETALING. De regeering stelt invoering van een dwang-accoord buiten faillissement voor. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot nieuwe regeling van de surséance van betaling. Daarin WGrdt o.m. de invoering van een dwang- accoord buiten faillissement voorge steld. Het is geen zeldzaamheid, aldus de Memorie van Toelichting, dat een schuldenaar, de groote meerderheid van zijn schuldeischers bereid vindend tot een onderhandsch accoord toe te tre den, stuit op den tegenstand van een kleine minderheid, die in de hoop zich bijzondere voordeelen te kunnen bedin gen of om andere redenen haar mede werking weigert. In dat geval staat de schuldenaar machteloos, omdat het Ne- derlandsche recht een dwangaccoord al leen kent in geval van faillissement. Voor deze beperking bestaat naar het oordeel van den minister geen goede grond. Zij leidt ertoe, dat faillietver klaringen die als oneervol worden be schouwd en de betrokkenen niet zelden blijvend schaden in hun crediet moe ten worden uitgesproken in gevallen waarin het ook voor de schuldeischers beter ware geweest, indien dit voorko men had kunnen worden. Bij de invoeging van de accoordpro- cedure in de surséance-regeling doet zich de vraag voor, of de behandeling van een vóór de beslissing over het sur- werping hij gebruikte het woord bouleversement van den forschen man was zeer merkbaar. Hij zat daar als ver slagen. Iemand, ten prooi aan de hevig ste zeeziekte, kon niet minder onver schillig zijn omtrent zijn lot. Fortinbras nam hem nauwlettend op en zijn volle lippen maakten een fluitende beweging. Toen wisselde hij een blik met Martin, die er dadelijk het zijne van dacht. Ze verdient een pak slaag, zei hij in het Engelsch, Hem vriendelijk aanziende, zei Fortin bras tot Martin: Je hebt wat aan mij te danken, is het niet? Een heele boel, zei Martin, Félise, met een gewichtig gezichtje snelde de salie a manger binnen, De oude Didier laat weten dat hij zijn kalf pas de volgende week wil slachten. Wat moeten we doen? Dan eten we asperges, zei Bigour din, en hij staarde weer naar den No- vember-regen. Zwijgend zaten de twee mannen te rooken. Toen gooide Fortinbras zijn eindje sigaar weg in Corinna's kopje, stond op, rekte zich uit en geeuwde luid. En na mijn voornemen ten uitvoer gebracht te hebben, trek ik mij terug om een welverdiende rust te genieten. En, u, Monsieur Polydore Martin, moet uw nieuwe taak beginnen. En Martin haalde uit de provisiekast een blad en een voorschoot, trok zijn jas uit, sloeg zijn hemdsmouwen op en begon het ontbijt weg te ruimen. En zoo is dan Martin, de Ieeraar, gemétamorfoseerd tot volmaakten be diende volmaakt wat betreft vlijt, _;~J -'A- Z -- r AT IONALE (Ingez. Med.) séanceverzoek aangeboden accoord aan die beslissing moet voorafgaan of daar op moet volgen. De minister acht een tusschenoplos- sing gewenscht, welke als regel stelt, dat het accoord eerst in behandeling komt na de definitieve verleening der surséance, doch den rechter de bevoegd heid geeft, om, ingeval het ontwerp van accoord tegelijk met het verzoekschrift tot het verkrijgen van surséance ter grif fie is nedergelegd, de behandeling van het accoord in de plaats te doen treden van die der surséance. Is eenmaal definitief beslist over het aangeboden accoord, dan kan de sur séance vervallen, niet alleen wanneer het accoord is tot stand gekomen, doch ook in het tegenovergestelde geval. In het laatste geval moet worden aangeno men dat er geen vooruitzicht meer be staat, dat de schuldenaar in staat zal zijn, zijn schuldeischers te bevredigen. De ontworpen regeling van het ac coord kan executie van den schuldenaar voorkomen, terwijl gewaarborgd is, dat de schuldeischers niet onredelijk wor den benadeeld. DE VERDERE INPOLDERING DER ZUIDERZEE Voortzetting gewenscht, zegt de regeering. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer nopens de begrooting van het Zuiderzee- fonds, wordt medegedeeld, dat de Mi nister den Memorie-post inzake den Noord-Oostelijken polder op de begroo- ting heeft geplaatst, teneinde de Volks vertegenwoordiging in de gelegenheid te stellen zich over de verdere droogma king in het meer Flevo te kunnen uit spreken. De regeering toch dient te we ten of zij in dezen op de medewerking van de Volksvertegenwoordiging kan re kenen, want enmaal begonnen, moet het werk worden voortgezet. Ongetwijfeld zijn na de inpoldering van de Wieringermeer de toestanden op agrarisch gebied sterk veranderd, vooral door de belangrijke belemmerin gen van den export en mede door de verhoogde aandacht, welke in naburige industrieele staten aan den landbouw wordt geschonken. Daardoor wordt me dedingen van Nederlandsche landbouw producten op de wereldmarkt zeer be moeilijkt. De minister acht dan ook de bezwa ren van hen, die uitbreiding van cultuur grond onder deze omstandigheden onge- wenscht achten, op zichzelf begrij pelijk, doch daarnaast begrijpt hij ook hen, die van oordeel zijn, dat de ongun stige oeconomische toestand niet altijd zal voortduren en dat, wanneer in de toekomst verbetering mocht intreden, de verdere inpolderingen bij toenemen de bevolking niet alleen een nationaal gewenscht, maar ook een noodzakelijk bezit zullen blijken te zijn. Zou men alleen er op willen letten, manieren en kleeding. Zijn rok van verouderden snit, maar zoo goed als nieuw, gaf aan de salie a manger iets van fijne beschaving en welvaart. Eerst wilde Bigourdin, nog verlegen met de veranderde omstandigheden, dit uiter lijk teeken van dienstbaarheid niet toe laten. Een man kon net zoo goed tafel dienen in een jas als in een rok, .een oordeel, dat Fortinbras heftig bestreed. Hij vertelde zijn zwager een en ander over de psychologische beteekenis, ze bracht het objectieve en het subjectie ve met elkaar in harmonie. Een rech ter zou onmogelijk al zijn krachten kunnen wijden aan de toepassing van het recht, als hij er zich van bewust was, gekleed te zijn als een harlekijn. Martin, uitgedost als toerist, zou zich als bediende niet op zijn gemak gevoe len en zou niet tafel kunnen dienen met die vaardigheid, die voor zijn vak ver- eischt wordt. En buitendien had hij zijn discipel aangeraden om niet te dienen als een amateur. De amateursmanieren waren allernoodlottigst. Neen, als Mar tin zijn servet onder zijn linkerarm nam, dan borg hij in de vouwen van dat servet een stukje van zijn hart als een echte bediende. Doe dan maar zooals je zelf wilt, zei Bigourdin vermoeid. Fortin bras gaf eenige wenken en Martin werd de volmaakte dienstknecht. Het vak zelf moest hij leeren door den raad van Bigourdin en ook wel door de hulp, die Félise hem beschroomd gaf. rt Ver wonderde hem zooveel beslag als er werd gelegd op zijn verstand en op om in dezen crisistijd de uitgaven tot een minimum te beperken dan zou on getwijfeld alle aanleiding bestaan, om den inpolderingsarbeid te staken en uit te stellen tot betere tijden. Het wil aan de regeering voorkomen, dat dit stand punt niet kan worden ingenomen, want de inpolderingsarbeid blijft naar haar zienswijze een oeconomigch te verant woorden arbeid, welke niet uitsluitend met het oog gericht op de oogenblikke- lijke verhoudingen mag worden bezien. Werken van den omvang als de onder havige inpolderingen, worden uitge voerd in een reeks van jaren, waarin de oeconomische aspecten voortdurend wis selen. Er is zelfs iets voor te zeggen, dat werken als waarover het hier gaat, van overheidswege worden uitgevoerd in minder gunstige tijden, in de verwach ting, dat zij in een later tijdstip vruch ten zullen dragen. NOGMAALS: DE VIER DUUSCHERS, Naar aanleiding van de mededeelingen in de ,,N. R. Ct." volgens welke de vier Duitschers, die te Laren werden gear resteerd, geboeid over de Duitsche grens zijn geleid, schrijft mr. A. Joekes in de „Vrijz.-Democraat": Wij achten een nader onderzoek en opheldering in deze aangelegenheid dringend geboden. Het geldt daarbij niet de vraag' of de betrokkenen uitgewezen moesten worden, daaromtrent deelen wij het oordeel van den minister. Doch de vraag dringt zich opnieuw op: waarom heeft men deze jongelieden op deze wij ze over de Duitsche grens geleid en „overgeleverd" aan de Duitsche autori teiten, hoewel men wist welke de ver schrikkelijke gevolgen daarvan voor hen (zouden zijn, onder het tegenwoordige Duitsche régime. Is het waar, dat de be trokkenen herhaaldelijk en hartstochte lijk hebben gevraagd hen over een an dere grens te zetten? De zaak is niet slechts van belang uit een oogpunt van rechtvaardigheid te genover de betrokkenen, waarvan er een thans in ons land moet zijn terugge keerd. Zij is evenzeer van belang ter be oordeeling van de betrouwbaarheid van de Larensche autoriteiten. Indien de in lichtingen van den schrijver in de „N. R. C," juist zijn, zullen maatregelen tegen over zekere Larensche autoriteiten niet kunnen uitblijven. Wij vertrouwen, dat de minister van justitie de toedracht van het gebeurde, na de mededeelingen in de „N. R. C.", opnieuw zal doen onderzoeken en dat de minister er prijs op zal stellen om, voorzoover hem mocht blijken, dat de vroegere door hem aan de Kamer ver strekte inlichtingen niet juist, zijn, de Ka mer beter in te lichten. Vragen van een Kamerlid, Het Tweede Kamerlid Sneevliet (rev.- soc.) heeft den Minister van Justitie schriftelijk eenig'e vragen gesteld, o.m. of Z.Ex. niet van oordeel is, dat de nieu- zijn lichamelijke vaardigheid. Je moest jongleur zijn om een zwaar vol blad netjes te kunnen balanceeren op één hand. Een heelen dag oefende hij zich met een blad vol steenen, voor hij met een blad vol borden en schotels dorst rond te loopen. Door deze oefeningen kreeg hij gespierde armen. Hij leerde ook, dat de deftige stap van den Ieeraar niet paste bij de vlugheid van den knecht. Hij leerde koude sla aanmaken en servetten op fantastische wijze plooien. Niet handig met zijn handen, vond hij flesschen open trekken een lastig werkje. Maar hij overwon deze moeilijkheid evenals de andere moeilijkheden in zijn nieuw beroep. En hij vond het prettig, het amuseerde hem en het interesseerde hem. 't Was werk waarvan je de uit komst zag. De tafels, gedekt voor den maaltijd, gaven blijk van zijn handig heid. Nooit was het zilver zoo mooi, waren de messen zoo glanzend en de glazen zoo helder geweest in die hon derd jaren, dat het Hotel des Grottes bestond. En het was aardig de ver schillende gasten volgens een vast ge steld plan te bedienen en door zijn handigheid critiek te ontwapenen. Hij stond vroeg op en ging laat naar bed, moe als een hond, en sliep dan den slaap van de tevredenheid. Bigourdin gaf hem menig pluimpje, maar haalde zijn schouders op. Ik kan maar niet vatten, vriend, waarom je het doet. Voor het heil van mijn ziel, lachte Martin, en om gelukkig te worden. we 'gegevens in 'lijnrechten strijd zijn met de mededeelingen, die deze 25 April j.l. in de Kamer deed; en of Z. Ex. be reid is een nieuw onderzoek in te stel len en zoo noodig maatregelen te nemen tegen de verantwoordelijke ambtena ren, die den Minister blijkbaar maar wat hebben voorgelogen. NATIONAAL-SOCIALISTISCHE STUDENTEN. Zaterdag is in het hotel „Heidepark' te Bilthoven de eerste landdag van dc Nederlandsche Nationaal-Socialistische Studenten gehouden. De groote zaal van 't hotel was rijkelijk getooid met de driekleur en de vlag der N.S.B. De con trole aan de zaal was buitengewoon scherp. Het woord werd o.m. gevoerd door mr. J. C. F. Hellwig, die door ir. M)us- sert is aangewezen als algemeen leider van de federatie van N.N.S.S. Hij zeide o.m. het volgende: „Wij jongeren werden voorbestemd te leven in een tijdsgewricht van overgang en wij zullen de heroïsche opdracht, wel ke ons met deze voorbestemming werd gegeven, weten te aanvaarden. Wij wil len het als de ons opgelegde plicht er kennen, bewust ons in te zetten in den. strijd voor de wederopstanding van een volk, dat temidden van een warreling van systemen en ideologieën schier zich zelf is kwijtgeraakt, en dat met de ont wijding van zijn geloof, de verlooche ning van zijn verleden, en de ontken- tenis van zijn roeping welhaast schijnt te zijn weggeëbd in een nevelig en on bestemd verschiet. Dien strijd om het bestaansrecht van een volk aanvaarden wij, want tè jong en levenskrachtig zijn wij nog, om zonder meer ons mede te laten afsterven met dit volk". De landdag werd bezocht door onge veer 300 studenten. Medegedeeld werd, dat de leden van de N.N.S.S. zich zullen aansluiten bij de „weerafdeeling" Ir. Mussert was verhinderd de bijeen-- komst bij te wonen. HET CRISIS-COMITé. Naar wij vernemen heeft ds. M. vam Empel ontslag genomen als voorzitter van het plaatselijk crisis-comité. De Rijkswaterstaat verplaatst. Men zal de laatste maanden bemerkt hebben, dat groote veranderingen plaats hadden in het gebouw in de St. Pieter straat, waar vroeger de huishoudschool gevestigd was. Men is met de werk zaamheden gereed gekomen; thans zijn daar de bureaux van de gecombineerde hoofdingenieurskantoren van den Rijks- Onze goede vrienden, de Engel- schen, zei Bigourdin, zijn een waarde volle natie en ik heb groote bewonde ring voor hen, maar er is niemand on der hen, door wie niet een streepje loopt. Op het café de l'Univers gaf hij even wel een geheel andere uitlegging van het dalen van den Ieeraar Martin op de maatschappelijke ladder. Monsieur Martin, zoo zei hij, had zijn leeraarschap vaarwel gezegd om de meer winstgevende paden van den handel te betreden, en hij had plan om in Engeland een hotel te openen, en nu wist iedereen, dat de hotels daar heel slecht zijn, want men krijgt er te hard gebakken ham met eieren en te rauwe biefsteak. En nu wilde de Ieer aar eerst eens goed polshoogte nemen, hoe op het vasteland een hotel be stuurd wordt. Daar de omvangrijke Gaspard Bigourdin, zoon van den over leden en even omvangrijken, eenarmi- gen en eenbeenigen Amédéé Bigourdin, zooals heel Brantóme wist, bordewas- scher, bediende, onderchef van de keu ken of tweede kok, onder-directeur en boekhouder in verschillende hotels in Lyon was geweest, voor hij de uitne mende hotelhouder werd, die hij nu was, wekte deze mededeeling geen verbazing. De Ieeraar aan de normaal school betreurde zijn eigen killen aca- demischen graad en noemde Martin een gelukkigen kerel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5