I IN ZEELAND I
MIDDELBURGSCHE
FORTINBRAS,
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl.
KRONIEK van den DAG.
COURANT
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 26 MEI 1S..4. No. 122.
FEUILLETON.
DE KOOPMAN IN GELUK,
EEN VIJFDAAGSCHE TOERISTIEKE EXCURSIE IN HET
LAND VAN KONING LEOPOLD III.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
sm
<e»
alle
orting.
liddel-
8 ct.
half
half
ons.
Sfieuw-
Oostenrijk De Nazi's weer
actief Moet aartshertog
Eugenius den weg naar Otto s
troonsbestijging effenen
De Nazi's in Oostenrijk zijn sinds
eenigen tijd weer doende. Den dag voor
Pinkster begon het lieve leventje met
een serietje aanslagen op spoorwegen,
die wonderlijk genoeg geen van alle
rampzalige ongelukken ten gevolge had
den Meer geluk dan wijsheid naar het
schijnt, al moet het dan meer in de be
doeling der belhamels gelegen hebben
bet trein-verkeer te ontwrichten dan
onheil te stichten. Vervolgens heeft men
in den loop dezer week van verscheide
ne bomaanslagen gehoord. De ergste
vonden plaats te Salzburg, waar eerst
een schouwburg het moest ontgelden,
terwijl Donderdag het aartsbisschoppe
lijk paleis en de kerk van het Hart van
Jezus tot doelwit werden gekozen. Ver
melding verdient verder een aanslag op
de woning van den vice-kanselier Prins
Starhemberg. Menschenlevens heeft een
en ander niet gekost; maar schade werd
wel aangericht. Vooral het aartsbis
schoppelijk paleis moet leelijk toegeta
keld zijn. Dat daarbij niemand letsel
kreeg, is slechts te danken aan de om
standigheid, dat toevalligerwijze nie
mand öp het moment van de ontploffing
in de buurt was.
Men vraagt zich af, of dit misdadig
gedoe de inleiding moet beteekenen tot
Hen nieuwe en felle nationaal-socialisti-
sche campagne in Oostenrijk. Het zou
niet verwonderlijk zijn, aangezien de
beruchte heer Habicht onlangs weer
voor een Duitsche zender aan het woord
is geweest en toen nieuwe agitatie aan
kondigde. Bovendien heeft de Nazï-lei-
der Frauenfeld, die dezer dagen voor
waardelijk op vrije voeten was gesteld,
de wijk na£r Duitschland genomen. Veel
goeds kan zulks nauwelijks voorspellen.
Maar aan den anderen kant lijkt het
toch ook weer niet erg waarschijnlijk,
dat de Duitsche regeering een nieuwe
actie, van haar gebied uit geleid, erg
op prijs zal stellen. Ze heeft de laatste
dagen moeten ervaren, hoezeer het bui
tenland ontsticht is over de heropleving
van het anti-semitisme en kan daar
om van meening zijn, dat het maar be
ter is, geen reden tot nog meer ontstem
ming te geven over een nieuwe anti-
Oostenrijksche politiek. Telkenmale ge
ven Hitier c.s. er blijk van, dat hun toch
nog wel iets gelegen is aan de open
bare meening buiten de Duitsche gren
zen. Op grond daarvan mag men mis
schien eenige hoop koesteren, dat Oos
tenrijk het voor ditmaal niet al te zwaar
te verantwoorden zal krijgen.
Het heeft verder, wat de situatie in
Oostenrijk betreft, de aandacht getrok
ken, dat aartshertog Eugenius van
Habsburg er teruggekeerd is. Naar aan
leiding daarvan raakt men gemakkelijk
aan het peinzen over de mogelijkheid
van een herstel der monarchie. De terug
keer van den aartshertog is mogelijk ge
worden, doordat de Oostenrijksche re
geering onlangs de wet heeft ingetrok
ken, welke den Habsburgers het verblijf
in het land ontzegde. Tevens hebben ze
toen hun eigendommen teruggekregen.
Het was reeds geruimen tijd bekend, dat
aartshertog Eugenius, die een volle neef
van wijlen keizer Franz Jozef is, zich
weer in Oostenrijk wilde vestigen. Er
waren zelfs plannen in den maak, om
hem op luisterrijke wijze te ontvangen,
.eer verstandig heeft men daar echter
van boogerhand een stokje voorgesto
ken Op het Weensche station is hij ver
welkomd door den minister van oorlog,
prins Schönburg-Hartenstein en enkele
2™*?' V°°r de rest geen nieuws,
iwm luidruchtige ontvangst zou de po
litieke gemoederen maar noodeloos op
door
WILLIAM LOCKE.
25)
Martin, kalm neergedoken in zijn
rieten stoel, stak een nieuwe cigaret op
en sloeg monsieur Camille Fargot
kalmpjes gade. Deze stond in de deur
opening met zijn rug naar de vestibule,
boos te turen naar zijn kleine auto.
^Dus dat was de oplossing van Co-
rinna s raadsel. Met haar hoedje, waar
op het faizantenveertje, was ze hem
gaan telegrafeeren. En te zijner eer was
ze zoo keurig gekleed. En om onge
stoord met hem te kunnen praten had
ze hem, Martin, naar Bourdeilles willen
sturen. Dit was nu de beroemde stu
dent m de medicijnen, die Corinna's
hart veroverd had. Martin vond hem
e,en, dgewonen jongen student, zoo-
J er zo° velen had gezien op Mar
gin s school. Hij had iets onbestemds
en knorrigs over zich, 't soort man over
wien Corinna den scepter zou zwaaien
en die niets zou hebben in te brengen.
Daar hij vriendelijk van aard was, kreeg
'^en me* Camille Fargot. Hij
voelde de verzoeking over zich komen
om naar hem toe te gaan, 'n hand op zijn
gewonden hebben, en hier en daar in 't
buitenland niet met welgevallen zijn
bekeken.
Er gaan geruchten, dat het in de be
doeling zou liggen, aartshertog Eugenius
in den herfst van dit jaar tot bondspre
sident van Oostenrijk te kiezen, als op
volger van den huidigen functionaris
Miklas. Hij zou op die wijze dan den
weg moeten banen voor een troonsbe
stijging van den jongen aartshertog Ot
to. Onlangs heeft te Bazel, waar aarts
hertog Eugenius na den oorlog Steeds
heeft gewoond, een soort familie-raad
plaats gehad. Wat daar besproken werd
is natuurlijk een diep geheim. Maar de
onderstelling, dat het een eventueel
wegbereiderschap van aartshertog Euge
nius kan zijn geweest, lijkt nog zoo gek
n et. Hij zou zelfs zonder bondspresident
ie worden heel wat ten bate van Otto's
eventueele troonsbestijding kunnen pres-
teeren. 't Ligt trouwens voor de hand, dat
hij dat zal doen. Of er veel kans op suc
ces bestaat, is niet gemakkelijk uit te
'maken. Als 't alleen van Oostenrijk af
hing, zou die kans heel groot zijn. Daar
;s de wind nu eenmaal uit den royalisti-
schen hoek gaan waaien. Maar in 't bui
ten and, in Frankrijk b.v., is men voor
loop^ allerminst gebrand op een her
stel der Habsburgers. Het zal heel wat
voeten in de aarde hebben, om de daar
uit voortspruitende bezwaren, te over
winnen.
Nederlandsche en Britsche jour
nalisten. Gastheeren en
gasten, Aan de Belgische
Badplaatsen-kust,
(Speciale correspondentie).
Een vijftiental Nederlandsche en n
half honderd Britsche journalisten heeft,
van den Zaterdag voor Pinksteren tot
den Woensdag er na, een toeristieke ex
cursie door België gemaakt, teneinde
zich met eigen oog'en te overtuigen van
het vele aangename en schoone, dat ons
Zuidelijke nabuurland den reiziger en
vacantie-ganger biedt. Van de uitnoodi-
ging deel te nemen aan deze reis, die een
buitengewoon aangename en zeer be
langwekkende tocht is geworden, met
als hoogtepunt een audiëntie door Z.M.
koning Leopold III in het paleis te Brus
sel, hebben wij gaarne en met erkente
lijkheid tegenover de organisatrice in Ne
derland, de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij, g'ebruik gemaakt. Thans,
weer aan den redactioneelen schrijftafel
gezeten, trekken dé duizenderlei indruk
ken van dezen tocht in nog bonte war
reling, gelijk een bijna overladen film
journaal, aan ons geestesoog voorbij, en
het zal een onmogelijke taak blijken te
zijn, een volledige beschrijving van de
ze film vol actie: natuurtafereelen, ban
ketten, ontvangsten, toespraken en wat
dies meer zij, te geven. Daartoe zou men
over boekdeelen in plaats van over en
kele courantenkolommen moeten kun
nen beschikken.
Het is goed, dat men weet, met wie
men pigenlijk te maken heeft. Ziehier
dan de namen onzer Belgische gasthee
ren: De Nationale Bond van Belgische
Hotelhouders; het Bestuur van het Zee
wezen; De Nationale Maatschappij dei-
Staatsspoorwegen van België, de Mpij.
der Electrische Trams van de Zeekust;
het Officieele Belgisch-Luxemburgsche
Bureau voor het Toerisme en de S.A.B.
E.N.A. (de Belgische Luchtvaartmaat
schappij). Met deze officieele en particu
liere lichamen werkten dan nog samen
de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
voor Nederland en Koloniën, welke het
vervoer per vliegmachine van de Neder
landsche journalisten naar en van Bel
gië op zich had genomen (en die ook
overigens door haren vertegenwoordi
ger op den tocht, den heer A. van der
Paauw, zorgzaam voor ons bleek te wa
ken) en tenslotte hadden, voorzoover
dit de Britsche collega's betreft, de
Southern Railway; de London North
Eastern Railway en de Imperial Airways
nog hun medewerking verleend.
Dat elk dezer lichamen zijn ambassa
deurs of afgezanten bij den hofstoet van
de Koningin der Aarde had geaccredi
teerd, spreekt van zelf. Mogen daarvan
hier slechts vermeld worden de heer G.
Marquet, president van den N.B.H.B.;
kolonel Pulinx, in Nederland welbekend
als hoofd van het Belgisch-Luxemburg
sche regeerings-toeristenbureau, en n
te vergeten onzen tot goeden vriend ge
worden voortreffelijkën leider en hulpe
in alle nooaen op den ganschen tocht:
de heer Camille Elleboudt, gedelegeerde
van den N.B.H.B. uit Blankenberghe.
Dat waren dus de gastheeren. En de
gasten, die aan de uitnoodiging gevolg
hadden gegeven Voor de Nederland
sche pers waren er, met schrijver dezes,
nog vertegenwoordigers van het Alge
meen Handelsblad; de Nieuwe Rotter-
damsche Courant; de Telegraaf; de
Maasbode; de Vereenigde Katholieke
Pers; de Arbeiderspers; de Haagsche
Courant; de Haagsche Post en nog en
kele bladen, alsmede het persbureau
Vaz Dias.
Wie Och, lezer: ge kent als regel de
bladen wel, maar de namen van hen,
die ze vullen, zijn in Nederland meestal
verhuld laat mij dezen sluier dus niet
oplichten. Het zou ook indiscreet kun
nen zijn.
De Britsche pers was in nog aanzien
lijk grooteren getale vertegenwoordigd:
Times; Daily Herald; Daily Mail; Daily
Telegraph; Morning Post; Observer;
Scotsman; Sunday Express; News Chro
nicle; Central News; Allied Newspapers;
Press Association en nog onderscheide
ne meer. Enkele Britsche journalisten
waren van hun echtgenooten vergezeld.
De K.L.M, had voor ons Nederlanders
een groote 2 motorige Fokker met 15
zitplaatsen en in den motorloozen neus
een geweldig bagageruim ter beschik
king gesteld. Een gedeelte der passa
giers embarkeerde op Schiphol, een
tweede deel in Waalhaven en nadat in
de Zeeuwsche luchthaven Vlissingen
nog een solitaire journalist aan boord
was genomen, stevende de speciale ma
chine de Schelde over en de Belgische
badplaatsenkust langs vliegveld
Knocke voorbij ditmaal naar het
aérodröme Steene, nabij Oostende.
Direkt werden we daar door een der
schepenen wethouders zouden we in
Nederland zeggen in blinkend ambts
gewaad, met steek en degen, ontvaugen.
Ook de burgemeester van Oostende
was in galakostuum. Nadat ook de mail
boot met de Britsche gasten, even later,
was binnengekomen, vond een officieele
ontvangst in de statie plaats, waar de
gouverneur van de provincie West-
Vlaanderen, de heer H. Baels, de burge
meester van Oostende de heer Moreaux
en de voorzitter van den N.B.H.B., de
heer G. Marquet, de gasten bij het be
treden van den Belgischen bodem wel
kom heetten. Namens de Nederlandsche
journalisten heeft schrijver dezes dank
gezegd voor de welkomstwoorden.
Daarop vertrokken we met speciale
tramtreinen naar Westende, waar de
burgemeester ons in Trianon ontving.
Hier vond een bezoek aan de mooie
Golf-club plaats, hetwelk uiteraard het
enthusiasme der Britten in nog heviger
mate vermocht op te wekken dan het
onze.
Het interessantst van dezen dag was
echter zonder twijfel het bezoek aan
het „Palais des Thermes" te Oostende.
Naar ons verteld werd heeft de groot
vader van den tegenwoordigen koning,
Leopold II, indertijd een fonds van
frs. 5.000.000 gesticht als eerste spaar-
duit voor dit indrukwekkende badpa-
leis van nu een 40.000.000 francs. Het
is een gebouw waardoor men uren dwa
len kan, steeds wat nieuws ziende. Ge
kunt niet zoo rare soorten baden be
denken, of men verschaft ze u hier; me
dische instrumenten en apparaten vindt
men er in tallooze soorten en variaties,
en ook het gewone zwem- en het Turk-
sche bad worden hier op verfijnd luxu
euze wijze den gasten beschikbaar ge
steld. Jammer, dat ons den tijd voor
„een duikje" ontbrak.
0
Des avonds was er een banker met
gala-avond in de Casino-Kursaal van
Oostende. Gouverneur Baels heeft daar
in keurig Nederlandsch, eloquent
Fransch en vloeiend Engelsch een aller
aardigste tafelrede gehouden, waarop de
heer J. M. Pattist, redacteur van de
Nieuwe Rotterdamsche Courant, voor
de Nederlanders geantwoord heeft.
Na afloop van het banket hebben we
met den gouverneur en den burgemees
ter die beiden verklaarden zelf nim
mer een centime op het groene laken te
wagen de speelzalen bezocht. Een in
teressant schouwspel voor den op dit
punt hartstochtloozen nuchteren be
schouwer; en een onderwerp waarover
veel te schrijven ware. Maar de speel
zalen, die aan de Belgische kust (en te
Spa, elders zijn ze in België niet getole
reerd) zulk een groote aantrekkings
kracht op het uitgaande, publiek schij
nen uit te oefenen, zijn in de Nederland
sche badplaatsen taboe.... en dus zul
len wij er hier en verder dan ook maar
liever over zwijgen.
In een tweede artikel vervolgen wij
onze reis naar Brugge, Blankenberghe,
Knocke, en dan naar de Ardennen, Spa,
Brussel en Antwerpen
(Ingez. Med.)
schouder te leggen en te zeggen:
Als je een gelukkig huwelijk
wenscht, beste kerel, ga dan dadelijk
naar Bordeaux terug en trouw met een
ander.
Doch Martin was nog - altijd een
beetje beschroomd en hij had voor Co
rinna een kameraadschappelijk gevoel.
Af.s zij nu dezen dood gewonen, stof-
figen jongen man als den vasten bodem
voor haar geluk beschouwde, kon hij
haar toch niet een andere geluksbodem
toeschuiven.
En toen hij de dwaasheid inzag van
op wacht te staan voor zoo'n onbedui
dend gevaar als Monsieur Camille Far
got, student in de medicijnen, en hij
Corinna niet wilde prikkelen door zijn
tegenwoordigheid, wanneer ze beneden
kwam om haar uitverkorene te ontmoe
ten, vroeg hij pardon aan het knorrig
kijkende jongmensch, die den uitgang
versperde, schoof langs hem heen en
wandelde den weg op.
HOOFDSTUK VII.
Toen Martin een paar uur later in
bet hotel terugkwam, bleek het hem,
dat Monsieur Camille Fargot vertrok
ken was en dat Corinna zich in haar
kamer had opgesloten. Laat op den na
middag liet ze weten, dat ze geen hon
ger had en niet beneden zou komen
voor het diner. Ze wilde Félise, die,
ongerust, kwam zien wat haar scheel
de, niet binnen laten. Ze sloeg alle aan
biedingen om haar op een blad een
lekker portietje boven te laten bren
gen, kort aangebonden af. Groote ge
heimzinnigheid omwaasde het bezoek
van Camille Fargot.
Van Bigourdin, die min of meer van
streek was, hoorde Martin, dat Corin
na, dadelijk nadat hij de vestibule ver
laten had, beneden was gekomen en
Camille Fargot had gelaten in de -lees
zaal. Een duf hol, door de motten aan
getast, waar handelsreizigers, die een
ziekelijk genoegen er in vonden de eer
ste verschijnselen van den verstikkings
dood door te maken, somtijds hun brie
ven schreven. Daar bleven ze eenigen
tijd, waarop Monsieur Fargot hij zag
er wezenloos uit volgens Baptiste,
die hem had zien vertrekken, alleen
naar buiten kwam, in zijn auto sprong
en wegraasde, waarschijnlijk naar Bor
deaux. Even daarna was Mademoiselle
Corinna uit de leeszaal gekomen, haar
bekoorlijk hoofdje fier opgeheven (vol
gens Baptiste) en was ze naar haar
kamer gegaan.
Dit waren de naakte feiten. Bigour
din vertelde alles heel eenvoudig, om
een verklaring te geven voor haar niet
aan tafel komen. Met fijnen tact vroeg
hij niet aan Martin welke verhouding
er bestond tusschen het jonge meisje
en haar bezoeker. En Martin lichtte
hem ook niet in. Een beoefenaarster
van de Kunst, zooals Corinna, had na
tuurlijk vele vrienden. En heel natuur
lijk was het dat iemand, die in de na
bijheid was, haar eens opzocht. Dit was
de onuitgesproken overeenkomst tus
schen Martin en Bigourdin. Maar
ieder van hen was zielsovertuigd, dat
het bezoek niet van hartelijken aard
was geweest. Dien avond was Bigour
din opgewekter in het Café de l'Uni-
vers. Hij speelde zijn partijtje tric-trac
met Monsieur le Maire en won het
schitterend. Om hen heen zat het club
je te schelden op de Duitschers, die den
driejarigen dienst in Frankrijk nood
zakelijk hadden gemaakt.
Nadat Bigourdin zijn partijtje tric-trac
gewonnen had, wandelde hij met Martin
door de nauwe, stille straten en over
de bruggen naar huis.
Een bolle wind, die alree iets herfst
achtigs had, deed het oppervlak van 't
water rimpelen; aan den hemel schoven
donkere wolken aan de sterren voor
bij. Hoog op den steilen rotswand schit
terden de lichten van het Hotel des
Grottes. Met zijn hand in de duisternis
wuivende, zei Bigourdin:
Wat is dat mooi!
Martin stemde toe en knoopte zijn
overjas dicht.
't Is voor mij alles zoo mooi, hervatte
Bigourdin, omdat het mijn eigen land is.
Ik ben hier geboren en getogen, zooals
mijn voorouders voor mij. 't Is een deet
van mij zeiven, zooals mijn armen en
beenen. Waarmede ik niet zeggen wil,
dat ik zelf mooi ben, zei hij lachend,
met Fransche geestigheid bespeurende
waarheen het logisch doorvoeren zijner
woorden hem brengen zou.
Winstmogelijkheid voor de rub
ber-cultuur, Finantieele reor-
organisatie te verwachten.
Stagneerende afzet van Java-
suiker. De tabakscultuur op
een winstgevende basis.
Evenmin als te New-York is de stem
ming op de Amsterdamsche beurs, na
de hervatting der door de feestdagen
onderbroken zaken, opgewekt geweest.
De koersdaling is hier echter binnen
veel beperkter grenzen gebleven dan in
Wallstreet, wat te danken is aan het
feit, dat er voor onze markt zekere
lichtpunten zijn aan te wijzen, voorna
melijk liggende in de ontwikkeling van
bepaalde Indische cultures.
De vooruitzichten der rubbercuituur
zijn ontegenzeggelijk door de restrictie
maatregelen verbeterd, al dient men
zijn verwachingen, wat de mogelijkheid
van de te behalen winsten in de naaste
toekomst betreft, niet al te hoog te
spannen, ook al wegens de omzichtige
wijze, waarop de regeeringen bij de
toepassing van de ontworpen regeling
te werk zullen gaan. Het streven za*
niet zoo zeer gericht zijn op het schep
pen van groote winstmogelijkheden
voor de planters, als wel op het berei
ken van een stabiel prijsniveau, dat een
matige winst laat, zonder een belem
mering voor het verbruik te vormen.
Blijkens de Memorie van Antwoord
van de Indische regeering op het ver
slag van den Volksraad wordt onder
de huidige omstandigheden een prijs
van ruim 20 cents per half kilogram
fob. Batavia als redelijk beschouwd en
is het beorii'f voor de meeste onderne
mingen bij een niet te zware restrictie
op deze basis loonend te achten.
Nu hebben de meeste maatschappij
en echter tot dusverre reeds meer o!
minder groote hoeveelheden uit oogst
1934 vooruit verkocht, tegen de tot
voor kort geldende lagere prijzen. Zoo
heeft de Oost Java Rubber, naar uit 't
dezer dagen verschenen jaarverslag
blijkt, van den op 850.000 pond ge-
taxeerden oogst 1934 meer dan 300.000
pond voorverkocht tegen 10 J-a a 11
cent per half kg, alvorens zij in staat
was, van de betere marktstemming te
profiteeren door verkoop van ruim
100.000 pond tegen ca. 20 cent per kg.
Met de voorverkoopen tot lageren prijs
dient men terdege rekening te houden
bij de beoordeeling van de winstmoge
lijkheden voor de rubbermaatschappij
en in het loopende jaar, waarbij nog
komt, dat de onvermijdelijke verhoo
ging van den kostprijs als gevolg van
de restrictie ook drukt op de tot lagen
prijs verkochte rubber.
Een kwestie, die door vele rubber
maatschappijen in den eerstkomenden
tijd onder de oogen zal moeten worden
gezien, is die van een herwaardeering
der boekwaarde van ondernemingen
en concessies, die vaak nog gebaseerd
is op de verhoudingen tijdens de hoog
conjunctuur. Door afstempeling op het
aandeelenkapitaal zal men middelen
vrij dienen te maken voor afschrijvin
gen, teneinde het bedrijf weer op een
gezonde basis te brengen. Vaak zal
een dergelijke financieele reorganisatie
van ingrijpenden aard moeten zijn en
zullen niet alleen van aandeelhouders
offers gevraagd worden, maar ook van
crediteuren, omdat de rentelasten op
de in goede tijden aangegane schulden
te zwaar op het bedrijf drukken.
De Amsterdam-Tapanoeli heeft in
haar jaarverslag reeds 'n dergelijks dras
tische reorganisatie aangekondigd. Ook
Maar u begrijpt mij.
Ja, zei Martin, ik kan het zoo'n
beetje begrijpen. Maar ik kan geen
plekje land mijn eigen noemen. Van
geen enkel land ben ik een zoon.
Périgord is zeer vruchtbaar en
moederlijk. Het zal u aannemen, lach
te Bigourdin.
Maar ik ben een Engelschman, her-
vat'te Martin, en Périgord zou alleen
een Franschman adopteeren.
Ik heb wel eens hooren zeggen en
ik geloof wel dat het waar is, hervatte
Bigourdin, dat iedere Engelsche kunste
naar twee vaderlanden heeft: zijn eigen
land en Frankrijk. En het zijn de kun
stenaars, die uitdrukking geven aan de
volksziel en niet de professoren aan de
hoogescholen of de filozofen, en alle
echte mannen hebben iets van den
kunstenaar in zich, iets dat openstaat
voor artistieke gevoelens en aandoe
ningen ik weet niet of ik mij duide
lijk uitdruk, Monsieur Martin maar
u moet toegeven, dat alle inspiratie, die
u in Engeland van buiten af bij uw
kunst en litteratuur krijgt, van latijn-
schen oorsprong is. Ik zeg: van buiten
af, want u put natuurlijk ook uit eigen
bronnen, maar voor bijna een heele
generatie is de fijne Eng'elsche geest,
mei al haar teergevoeligheid, fijnheid en
wenschelijkheid ten nauwste verwant aan
de fijne Fransche geest. Is dat waar of
niet?
(Wordt vervolgdJ