KRONIEK van den DAG.
FORTINBRAS,
ZEELAND.
BINNENLAND.
RECHTSZAKEN.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN MAANDAG 14 MEI 1934.
No. 112.
FEUILLETON.
DE KOOPMAN IN GELUK,
MIDDELBURG.
GOES.
fSMSHH
Opnieuw anti-Jood schc hetze in
Dnitschland. Dr. Goebbeis sti
muleert Julius Streicher. Het
Nazi-regime „in oorlog" met de
onverbiddelijkheid der praktijk.
De Duitsche Minister voor de Propa
ganda, dr. Goebbeis, heeft in het Sport
Paleis te Berlijn weer eens een rede ge
houden, die opzien baart. Men weet,
dat het de Joden in Duitschland den
laatsten tijd weer wat beter ging, Wij
ontleenden op deze plaats onlangs het
een en ander uit een brief van onzen
Berlijnschen correspondent, waaruit
bleek, dat ze weer een beetje moed voor
de toekomst kregen. De rede van Goeb
beis nu lijkt erg geschikt, om hun dat
beetje (moed ras fte benemen. „Wan
neer de Joden gelooven, dat het onbloe
dige verloop van de Duitsche revolutie
hun het recht geeft met van ouds be
kende brutaliteit en arrongantie weer 't
Duitfiche volk te prikkelen en te provo
ceeren, moeten zij ons geduld niet al te
zeer op de proef stellen", zeide hij. Wij
hebben de Joden gespaard. Wanneer zij
echter meenen. dat zij daarom weer op
het Duitsche tooneel kunnen optreden,
wanneer zij denken, dat zij weer in de
redactiekamers kunnen opduiken om in
Duitsche kranten te schrijven, wanneer
zij weer over den Kurfuerstendamm fla
neerden, mogen deze woorden hun tot
laatste waarschuwing dienen. Zij moe
ten zich aldus de heer Goebbeis
in Duitschland zoo gedragen, als dit
voor gasten past. Het Jodendom kan er
van overtuigd zijn, dat wij het met rust
laten, wanneer het zich stil en beschei
den binnen de vier muren terugtrekt,
wanneer het niet provoceert en zich
niet vóór het Duitsche volk stelt met
den eisch voor volwaardig' en gelijk
waardig te worden aangezien. D o e ,t
het Jodendom dat niet, dan
zal het de noodzakelijke ge
volgen aan zich zelf te dan
ken h eb b e n".
Op zichzelf zouden de uitlatingen niet
Zoo erg zijn, ware het niet, dat sinds 1
Mei de bekende heer Julius Streicher,
gouwleider in Frankenland en als zoo
danig deel uitmakend van de Beiersche
regeering, met ongekende 'felheid een
nieuwe*>hetze tegen' de Joden tracht te
ontketenen. Zijn berucht orgaan ,,Der
Stürmer", was op genoemde datum ge
heel gewijd aan de befaamde „ritueele
moord" en beschuldigde de Joden in dit
verband van de weerzinwekkendste
misdaden. Wij hebben geen nummer van
het orgaan in handen gehad uitvoer
er van naar het buitenland had men
wijselijk verboden doch uit beschrij
vingen is gebleken, dat er teekeningen
in stonden, die ten hemel schreiden, 't
Sprookje van de ritueele moord, dat al
zoo oud is, als er een Jodenvraagstuk
bestaat, achtte men in dezen tijd over
leefd. Dat het nu toch weer in Duitsch
land kon opduiken, is, in het moreele,
erger voor de Nazi's dan voor de Joden.
Tegen de schunnige publicaties van
Streicher werd van Joodsche zijde pro
test bij de Rijksregeering aang'eteekend.
Dat verhinderde alvast niet, dat Strei
cher ongestoord in volgende nummers
van zijn orgaan, zijn ergerlijke hetze kon
voortzetten. Een beetje hoop, dat de
Rijksregeering er echter paal en perk
aan zou willen stellen, bleef desalniette
min voortleven. Maar die hoop lijkt voor
goed den bodem ingeslagen, nu Rijks
minister Goebbeis opeens ook weer fel
tegen de Joden van leer is getrokken.
Streicher kan daar een aanmoediging in
vinden, om op den ingeslagen weg voort
door
WILLIAM LOCKE.
15).
Zij kwam met den brief terug. Hij-
keek hem door en las gedeelten er van
hardop voor.
Ik heb naar je toe gestuurd een
paar jonge menschen, wier lot ik mij
heb aangetrokken. Ze zijn geen familie
van*elkaar. Ze zijn niet getrouwd en 't
zijn ook geen geliefden. Het zijn Arca-
diers van de straat, onschuldiger dan
duiven en van echte, strenge Engelsche
moraliteit. Zij is een schilderesje, zon
der beschermers, hij een Ieeraar zon
der leerlingen. Ze zijn ook candidaten
voor het geluk, die hun proeftijd door
maken. Later zullen ze wel de gelofte
afleggen.
Wat bedoelt hij? Wat voor een
gelofte?
Misschien zijn het erg vrome men
schen en willen ze later in een kloos
ter gaan, zei Félise.
Ik zie je vader al, die zoo anti-
clericaal is, belangstelling aan den dag
leggen voor nonnetjes en monnikjes!
En toch zijn hij en mijnheer de
Pastoor vrienden!
Dat is omdat mijnheer de Pastoor
wijs is en geen vrees kent. Hij zou zelfs
te gaan. En dan moet men zich afvra
gen, wat voor indruk dit alles zal ma
ken in het buitenland, met name in En
geland, waar de nazi-regeering, niet in
het minst, doordat de anti-Joodsche ac
tie wat scheen te betijen, allengs wat
meer sympathie wist te verwerven- Men
geeft op deze wijze in Duitschland op
nieuw blijk van een mentaliteit, die de
kwalificatie barbaarsch rechtvaardigt.
Dat is een hard woord, maar wij kunnen
geen zachter bedenken.
Men moet zich ook afvragen, wat in
Godsnaam m'inister Goebbeis tot zijn
opzienbarende uitlating kan hebben be
wogen. En daaromtrent kan een ander
dan het geciteerde deel van zijn rede
wellicht uitsluitsel geven. N.l. dit:
„Wanneer nog een deel van het bui
tenland ons met den anoniemen boycot
bejegent en Duitsche waren niet wil af
nemen, dan weten wij zeer wel, aldus
dr. Goebbeis, dat dit toe te schrijven is
aan onze Joodsche medeburgers- Ik kan
evenwel niet, omdat de Joden in het
buitenland ons boycotten, in het binnen
land de wetgeving voor de Joden in
trekken, maar wij moeten deze crisis
toch doorstaan. De Joden meenen mis
schien er hun Joodsche medeburgers in
Duitschland een dienst mee te bewijzen.
Zij doen evenwel het ergste, wat zij zou
den kunnen doen, want zij moeten niet
gelooven, wanneer zij den boycot inder
daad zoo ver doordrijven, dat hij wer
kelijk een ernstige bedreiging van onze
oeconomische situatie zou béteekenen,
dat wij daarom de Joden vrijuit zouden
laten gaan. Haat en woede en
wanhoop ivan het Duitsche
volk zouden dan terecht ko
men op de hoofden van hen die
in het land te vatten zijn. Als
Duitschland de wereld moet verklaren,
dat het niet meer in staat is zijn schul
den te betalen, ligt het niet aan ons.
Niet wij hebben de schulden gemaakt,
doch de regeeringen, welke aan ons zijn
voorafgegaan.
Toen we de erfenis van het marxisme
zwijg'end overnamen, toen wij de dra
gers der marxistische staatsopvatting,
al te grootmoedig verschoonden, was
dat misschien een ontzettende fout. Het
zou misschien beter zijn geweest, wan
neer wij niet zoo grootmoedig met hen
zouden zijn te werk gegaan. Wij zouden
misschien verstandig hebben gedaan,
Wknneer we 't volk een ondubbelzinnig
een onopgesmukt beeld hadden gege
ven van den toestand, toen we het be
wind overnamen. We hebben dat niet
gedaan om der wille van den vrede.
We wilden het Duitsche volk de bin-
nenlandsche rust teruggeven. Wa n n e e r
de arbeider van meening is
dat zijn lot nog niet het
menschwaardige cultuur-
peil heeft bereikt, dan moet
de ondernemer dit in zien en
het heroïsme van den arbei
der beloonen, want we leven
thans n o.orlo g". De regeering
roept het geheele volk op, met alle
kracht haar te helpen om het ernstige
gevaar te overwinnen en het lot te dra
gen, dat ons is opgelegd".
Minister Goebbeis had, dunkt ons,
niet veel duidelijker kunnen zijn. Uit
deze, zijn uitlatingen, klinkt spijt en
woede; spijt en woede over het feit, dat
het Duitschland ondanks het bulde
rend nazi-regime net naar den vleeze
gaat. Elders in dit nummer, onder de
rubriek buitenland, treft men een
beschrijving aan van iemand, die goed
op de hoogte is van de stemming onder
de bevolking in het Rijnland. Daaruit
blijk't een zeer ernstige ontmoediging.
Elders in Duitschland zal dat niet an
ders zijn. En onwillekeurig gaat Minis-
getracht hebben om Voltaire te bekee-
ren. Maar laten we verder gaan.
Daar ze arm zijn en dit uit ge
hoorzaamheid doen, verlangen zij niet
de koninklijke vertrekken in het Exel-
siorpaleis te betrekken. Corinna Has
tings woonde in Parijs op gen zolder
kamertje, Martin Overshaw boven een
bakkerswinkel in een onbekende buurt
van Londen. De eenige weelde, die zij
vragen, is zich eens per dag van top
tot teen in koud water te mogen was-
schen.
Ik was er zeker van dat u vader
niet over de badkamer had geschreven,
zei Félise.
Ze had gelijk, maar dat verzuim was
vreemd. Want Bigourdin was zóó
trotsch op zijn nieuw ingerichte bad
kamer, dat al de reisbureaux van Eu
ropa en alle uitgevers van reisgidsen
er van hadden gehoord en half Bran-
töme de badkamer had mogen bewon
deren. De burgemeester had haar ge
zien en, zoo hij gekomen was, getooid
met zijn driekleurig lint, zou Bigourdin
hem hebben voorgesteld haar plechtig
in te wijden.
Dat moet ik vergeten hebben, zet
Bigourdin. Maar het doet er niet toe,
ze kunnen genoeg koud water krijgen.
Maar als ik ze voeding en huisvesting
en bewassching moet geven voor de
belachelijke kleine som, die je vader
noemt, dan moeten ze begrijpen dat 6
uur het etensuur is in het Hotel des
Grottes. Alleen menschen met auto's
kunnen het hotel op zijn kop zetten en
dan moeten ze vier francs betalen voor
hun diner.
Hij rees plechtig overeind en staan-
ter Goebbeis dit nu bevestigen. Beter
dan wat ook getuigen zijn woorden van
den geweldigen omvang der moeilijk
heden, waar de nazi-regeering mee te
kampen heeft. „We leven thans „in
oorlog", zegt de heer Goebbeis. Inder
daad; de nazi-regeering moet hard
vechten.... tegen de onverbiddelijkheid
van de praktijk. Maar is het nu wel
„dapper", „Arisch"-dapper, om het
Duitsche volk een valschen vijand voor
te houden? Of moet men concludee-
ren, dat de „Führer" en zijn satellieten
niet beter weten? Dat zou dan nog
droeviger zijn.
op nog geen bod van f 1 per 100 kg
werd verkregen, werden eveneens on
bruikbaar voor consumptie gemaakt.
HULDIGING DR. F, E. POSTHUMA.
Dr. F. E. Posthuma, president-direc
teur van Centraal Beheer, is Zaterdag
te Amsterdam door vele vooraanstaan
de figuren uit handel, nijverheid en
scheepvaart en bankwezen gehuldigd
ter gelegenheid van "het feit, dat hij 25
jaar aan bovenvermelde instelling, wel
ke hij tot grooten bloei gebracht heeft,
verbonden is en van zijki 60sten ver
jaardag
De zeer velen, die hem gelukwen-
schen kwamen aanbieden, waren daar
toe met hem en zijn familieleden samen
gekomen in het feestelijk versierde
hoofdkantoor van Centraal Beheer aan
het Singel En ondubbelzinnig is daarbij
wel gebleken, hoe groote en algemeene
waardeering onze „levensmiddelendic
tator' uit de al weer zoo ver achter
ons liggende oorlogstijd, waarin *hij als
gevolg van zijn dikwijls noodzakelijker
wijze zeer sterk ingrijpen niet onver
deelde sympathie bij ons volk genoot,
thans ondervindt.
Onder degenen, die dr. Posthuma
die verleden jaar zooveel andere func
ties heeft neergelegd om zich ïn het
vervolg bijna uitsluitend aan de belan
gen van de corporatieve vereeniging
Centraal Beheer te wijden van hun
achting en bewondering kwamen blijk
geven, waren natuurlijk ook de direc
teuren en vertegenwoordigers der aan
gesloten ^vereenigingeii. En "allen, die
hem de hand kwam drukken, maakten
van de gelegenheid gebruik om hem met
het herstel van zijn gezondheid geluk te
wenschen.
De ontvangstzaal stond vol prachtige
bloemstukken, den jubilaris uit alle dee-
len des lands toegezonden, en de stroom
van huldigende telegrammen scheen niet
op te houden.
Het personeel van Centraal Beheer
heeft dr. Posthuma een feestgeschenk
aangeboden in den vorm van een schil
derij van den kunstschilder Koekkoek,
een oud-Haarlemsch stadsgezicht, en 'n
antieke leunstoel.
SLA EN SPINAZIE NAAR DE
VUILNISBELT.
Aangezien het contingent van 9.000.000
kg. sla, dat in April en Mei naar Duitsch
land mag worden uitgevoerd, thans
reeds in Duitschland is ingevoerd, staat
de uitvoer van dit product naar
Duitschland thans stil. Als gevolg hier
van liepen de prijzen der sla op de Ven-
losche veiling en op de Coöperatieve
veiling te Venlo, waar begin der vorige
week nog f 6 p. 100 stuks werd g'eboden.
Vrijdag terug tot f 1 per 100. 1000 kisten
kassla haalden niet het minimum-bod
van 50 et- per 100 stuks, zoodat zij naar
de vuilnisbelt werden vervoerd.
Meer dan 1300 kisten spinazie, waar
de zag hij er uit als een flink gebouw
de, sterke man, met rechten rug. Hij
had een breed, frisch gezicht, waaraan
een klein zwart snorretje iets pikants
,gaf. Zijn oogen waren bruin en vriende
lijk. Zijn mond was te klein en in zijn
kin was een spleet, die bij een kleiner
mensch een kuiltje zou wezen,
Laat ons gaan dineeren, zei hij.
Op de patriarchale wijze, die nu he
laas uit de mode gaat, at de heer Bi
gourdin met zijn gasten. De eetzaal, die
in de loggia uitkwam, was gemeubeld
met een lange tafel in het midden, en
waaraan de handelsreizigers zaten en
met eenige kleinere tafels voor de an
dere gasten. Aan één van deze drie,
tusschen keuken en eetkamerdeur, za
ten mijnheer Bigourdin en zijn nichtje.
Toen ze binnenkwamen stonden de
vijf handelsreizigers, in afwachting van
hun diner, met de punt van hun servet
in hun boord gestoken, op en bogen.
Goeden avond, heeren, zei Bigour
din, en hij ging met Félise naar zijn ta
feltje.
Euphémie, de keukenmeid, dik en
warm, kwam binen met de soepterri-
ne, gevolgd door een boerenjongen, die
er triestig uitzag, met kaal geknipt
hoofd en die de soepborden droeg. Uit
de verte, door een telescope bekeken,
leek hij een gewone bediende, maar
van dichtbij beschouwd zat hij vol vet
vlekken. Hij bracht de borden met soep
rond, eerst bij de vijf reizigers en toen
bij Bigourdin en Félise. Op Félise s
bord liet hij een afdruk na van een
breeden duim. Met onverholen afkeer
keek zij er naar.
Kijkt u eens oom.
HET RAPPORT INZAKE HET
OPENBAAR U.L.O.
Aan den Raad is toegezonden het rap
port van de Commissie uit zijn midden
inzake het openbaar U.L.O.
De conclusie van het uitvoerig rap
port, vermeldt dat de commissie hand
having voorstaat van de afzonderlijke
meisjesschool, doch dat één lid is voor
geleidelijke combinatie; dat de commis
sie ook handhaving wenscht van een 4-
jarige opleiding voor het U.L.O-diploma
aan school G, doch 2 leden gaarne de
mogelijkheid geopend zagen om in 3
jaar gereed te zijn voor het examen. De
meerderheid der commissie wenscht af
schaffing van de 5e klasse van school G,
de minderheid daarentegen handhaving.
Verder vermindering van het aantal les
uren door vakleerkrachten te geven, en
wel 27 of 22 minder naar gelang van het
al of niet opheffen van de 5e klasse. Nog
stelt de commissie voor ontheffing te
vragen aan Ged. Staten van het geven
van les in lichamelijke oefening, het
eervol ontslaan met wachtgeld, van den
heer E. Mos; eventueel den heer W. de
Graaf en den amanuensis en overleg
plegen met de buitengemeenten over de
toelating tot de ULO-scholen.
Behalve het rapport der volledige
commissie is er ook een van het lid, den
heer Den Hollander, afzonderlijk.
WIJZIGING AMBTENAREN
REGLEMENT.
B. en W. stellen den Raad voor in het
Ambtenarenreglement op te nemen een
art. waarbij het den ambtenaar verbo
den is om in dienst insignes of andere
onderscheidingsteekenen of uniform-
kleedingstukken te dragen, een en an
der voor zoover die niet vanwege het
daartoe bevoegde gezag zijn verstrekt
of voorgeschreven of voor zoover niet
tot het dragen daarvan aan de Ambte
naren, in 's Rijks dienst, door den voor
zitter van den Raad van Ministers, ver
gunning is verleend.
Verder dat de ambtenaar van een
dienstwoning geen andere dan nationale
of oranje-vlaggen zal mogen uitsteken
of hijschen. Uit het uiterlijk aanzien van
de ambts- of dienstwoning of van het
daarbij behoorend erf mag niet blijken
van de politieke gezindheid van den
ambtenaren of zijne huisgenooten. De
wijzigingen betreffen verder o.a. ver
lof bij militaire diensten en daarna dat
de vrouwelijke ambtenaar, die in het hu
welijk treedt, eervol ontslagen wordt
met Tien dag van haar huwelijk en als zij
in concubinaat gaat leven, met ingang
van den dag, waarop het concubinaat is
vastgesteld.
Verder, dat aan een ambtenaar eer
vol ontslag kan worden verleend op
grond van revolutionaire gezindheid en
ook op grond van het lid zijn van een
door den Voorzitter van den Raad van
Ministers dan wel door den Commis
saris der Koningin als voor ambtena
ren ontoelaatbaar aangemerkte ver
eeniging.
Bij ontslag wegens verandering in de
inrichting van een dienstvak zal in de
eerste plaats voor zoodanig ontslag in
aanmerking komen, de gehuwde vrou
welijke ambtenaar, tenzij zij kostwinster
van een gezin is.
Bigourdin vroeg haar wat of ze dan
anders van dat vervloekte gedierte ver
wachten kon. Hij kwam uit Bourdeilles,
een onmogelijk oord tusschen de rotsen,
vijf mijlen van Brantöme gelegen- Bran-
töme was de hoofdplaaats van het kan
ton. Hij riep hem bij zich-
Polydore!
Ja mijnheer.
Je hebt een groote vergissing be
gaan. Je bent niet langer in handen van
de politie,
Wat bedoelt u, mijnheer.
Ik ben niet den commissaris van
politie, die een vingerafdruk van je
wenscht te hebben,
Oh, pardon, zei Polydore en met
een servet vol vlekken veegde hij den
afdruk, die ergernis gaf, weg.
Verduivelde kerel, herhaalde Bi
gourdin, die met zijn soep begon. Ik
begrijp niet waarom ik hem niet weg
zend.
Ik ook niet, zei Félise.
Als zijn grootmoeder en mijn groot
moeder niet voedsterkinderen waren
geweest, zei Bigourdin, geërgerd, met
zijn lepel zwaaiend
Dan zoudt U hem toch gehouden
hebben, omdat hij zoo leelijk is, lachte
Félise. U zoudt dat een reden hebben
gevonden.
Eén dezer dagen smijt ik hem in de
rivier, verklaarde Bigourdin. Ik ben ge
duldig, ik word niet gauw boos. Maar
als ze mij driftig maken, dan ben ik als
een leeuw.
Polydore, zei zij kalm, toen de slor
dige knecht de borden verwisselde, als
je geen schoone handen hebben kunt,
moet je handschoenen dragen.
Opheffing Automarkt.
B. en W. deelen den Raad mede, dat
zij besloten hebben niet voort te gaan
met de proef voor het houden van een
automarkt. Volgens het rapport van den
heer Avink, inspecteur van politie be
last met het marktwezen, kwamen op
de eerste Markt, op 10 Augustus 1933
11 wagens, op 7 September en 5 Octo
ber iedere keer één,, op 2 November, 7
December, 4 Januari, 1 Februari, 1
Maart en 5 April geen enkele.
Wering van schoolverzuim.
Volgens het aan den Raad toegezon
den verslag van de Commissie tot we
ring van Schoolverzuim over 1933 heeft
deze commissie 26 gevallen van school
verzuim behandeld en de betrokken
ouders voor zich laten verschijnen.
Ambtshalve inschrijving van kinderen
had niet plaats.
Benoeming lid Burgerlijk Armbestuur,
Voor de benoeming van een lid in de
vacature-Schroevers heeft het burger
lijk Armbestuur nader de volgende niet-
alphabatische aanbeveling ingezonden:
P. M. Baijens en D. C. Beaufort.
J. C. ANDERSON.
Een geprezen compositie.
Onze oud-stadgenoot, de musicus J. C.
Anderson, heeft, naar we in „Musica"
lezen een feest-ouverture gecomponeerd,
waarover de redacteur van Musica, E.
Elsenaar; o.a. als volgt schrijft:
„Het is mij een voldoening en ik ver
heug mij oprecht, ditmaal een buitenge
woon mooi werk te kunnen aankondi
gen. Hier is een ouverture zooals wij in
jaren niet ontvangen hebben; eenvoudig
een prachtwerk. „Hollanders kunnen
niet voor harmonie en fanfare compo-
neeren", meent men wel feens, maar
hier is grondig het tegendeel bewezen.
Met recht: een „feestouverture", fees
telijk van klank, feestelijk ook van uit
gave. Een stoere, frissche inleiding
vormt een prachtige introductie voor
een jubelend Allegro. Gezond muzikaal
is dit werk, ver boven het alledaagsche,
zonder nochtans ergens gewrongen of
onnatuurlijk te zijn. Hoe logisch is de
doorwerking, eenvoudig en toch mooi,
dat zangthema, hoe mooi de tintelende
voorbereiding voor dat grootsche, jubi-
lende slot! Men kan door dit werk heen
kijken, alle stemmen loopen zoo logisch,
het is uitstekend geïnstrumenteerd,
Zonder de minste aarzeling noem ik de
ze ouverture een sieraad van de Neder-
landsche muziek voor harmonie en fan
fare".
Tot zoover „Musica".
Naar we voorts nog vernemen zal van
den heer Anderson thans te Almelo
woonachtig binnenkort een nieuw
werk verschijnen, n.l. Nachtmuziek, ge
componeerd op éen gedicht van Ger-
mania van Herbruggen, getoonzet voor
gemengd koor.
Hooger beroep.
Den Ambtenaar van het Openbaar-
Ministerie bij het Kantongerecht te
Middelburg heeft hooger beroep aange-
teekend tegen het vonnis van den Kan
tonrechter, waarbij P. van het W., 63
jaar, boomkweeker te 's Heer-Abtskerke
is schuldig verklaard aan overtreding
van de Boschwet, terwijl hem geen straf
is opgelegd.
De menschen zouden me uitlachen,
zei Polydore.
Zooveel te beter, zei Bigourdin.
Het middagmaal was bijna over, toen
de verwachte gasten werden aangediend.
Oom en nicht gingen naar de vestibule
om hen te verwelkomen, Een oudere
man, Baptiste, die een kiel droeg, was
al bezig met hun bagage, de handkof
fertjes, achter van hun fietsen los te
maken.
Mademoiselle, Monsieur, zei Bi
gourdin, het is mij een groot genoegen
kennis te maken met de vrienden van
mijn uitmuntenden zwager. Vergun mij
u voor te stellen Mademoiselle Félise
Fortinbras (hij sprak den naam op zijn
Fransch uit) mijn nichtje. Daar het di
ner nog niet heelemaal is afgeloopen
en daar u zeker honger hebt, wilt u ze
ker wel in de salie a manger gaan.
Ik zou mij graag eerst wat was-
schen, zei Corinna.
Bigourdin keek Félise eens aa*. Ze
begonnen vroeg!
Boven is de badkamer, met alle
moderne luxe ingericht.
Corinna lachte.
Ik wou me alleen maar een beetje
opknappen.
Ik zal u uwe kamer wijzen, zei
Félise en ze bracht haar de trap op,
naast het kantoor.
En Monsieur?
Martin ging naar de kleine wascb-
tafel, waarbij de eeuwig na#e band
doek hing.
(Wordt vervolgd.)