KRONIEK van den DAG. FORTINBRAS, ZEELAND. BINNENLAND. RECHTSZAKEN. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN MAANDAG 14 MEI 1934. No. 112. FEUILLETON. DE KOOPMAN IN GELUK, MIDDELBURG. GOES. fSMSHH Opnieuw anti-Jood schc hetze in Dnitschland. Dr. Goebbeis sti muleert Julius Streicher. Het Nazi-regime „in oorlog" met de onverbiddelijkheid der praktijk. De Duitsche Minister voor de Propa ganda, dr. Goebbeis, heeft in het Sport Paleis te Berlijn weer eens een rede ge houden, die opzien baart. Men weet, dat het de Joden in Duitschland den laatsten tijd weer wat beter ging, Wij ontleenden op deze plaats onlangs het een en ander uit een brief van onzen Berlijnschen correspondent, waaruit bleek, dat ze weer een beetje moed voor de toekomst kregen. De rede van Goeb beis nu lijkt erg geschikt, om hun dat beetje (moed ras fte benemen. „Wan neer de Joden gelooven, dat het onbloe dige verloop van de Duitsche revolutie hun het recht geeft met van ouds be kende brutaliteit en arrongantie weer 't Duitfiche volk te prikkelen en te provo ceeren, moeten zij ons geduld niet al te zeer op de proef stellen", zeide hij. Wij hebben de Joden gespaard. Wanneer zij echter meenen. dat zij daarom weer op het Duitsche tooneel kunnen optreden, wanneer zij denken, dat zij weer in de redactiekamers kunnen opduiken om in Duitsche kranten te schrijven, wanneer zij weer over den Kurfuerstendamm fla neerden, mogen deze woorden hun tot laatste waarschuwing dienen. Zij moe ten zich aldus de heer Goebbeis in Duitschland zoo gedragen, als dit voor gasten past. Het Jodendom kan er van overtuigd zijn, dat wij het met rust laten, wanneer het zich stil en beschei den binnen de vier muren terugtrekt, wanneer het niet provoceert en zich niet vóór het Duitsche volk stelt met den eisch voor volwaardig' en gelijk waardig te worden aangezien. D o e ,t het Jodendom dat niet, dan zal het de noodzakelijke ge volgen aan zich zelf te dan ken h eb b e n". Op zichzelf zouden de uitlatingen niet Zoo erg zijn, ware het niet, dat sinds 1 Mei de bekende heer Julius Streicher, gouwleider in Frankenland en als zoo danig deel uitmakend van de Beiersche regeering, met ongekende 'felheid een nieuwe*>hetze tegen' de Joden tracht te ontketenen. Zijn berucht orgaan ,,Der Stürmer", was op genoemde datum ge heel gewijd aan de befaamde „ritueele moord" en beschuldigde de Joden in dit verband van de weerzinwekkendste misdaden. Wij hebben geen nummer van het orgaan in handen gehad uitvoer er van naar het buitenland had men wijselijk verboden doch uit beschrij vingen is gebleken, dat er teekeningen in stonden, die ten hemel schreiden, 't Sprookje van de ritueele moord, dat al zoo oud is, als er een Jodenvraagstuk bestaat, achtte men in dezen tijd over leefd. Dat het nu toch weer in Duitsch land kon opduiken, is, in het moreele, erger voor de Nazi's dan voor de Joden. Tegen de schunnige publicaties van Streicher werd van Joodsche zijde pro test bij de Rijksregeering aang'eteekend. Dat verhinderde alvast niet, dat Strei cher ongestoord in volgende nummers van zijn orgaan, zijn ergerlijke hetze kon voortzetten. Een beetje hoop, dat de Rijksregeering er echter paal en perk aan zou willen stellen, bleef desalniette min voortleven. Maar die hoop lijkt voor goed den bodem ingeslagen, nu Rijks minister Goebbeis opeens ook weer fel tegen de Joden van leer is getrokken. Streicher kan daar een aanmoediging in vinden, om op den ingeslagen weg voort door WILLIAM LOCKE. 15). Zij kwam met den brief terug. Hij- keek hem door en las gedeelten er van hardop voor. Ik heb naar je toe gestuurd een paar jonge menschen, wier lot ik mij heb aangetrokken. Ze zijn geen familie van*elkaar. Ze zijn niet getrouwd en 't zijn ook geen geliefden. Het zijn Arca- diers van de straat, onschuldiger dan duiven en van echte, strenge Engelsche moraliteit. Zij is een schilderesje, zon der beschermers, hij een Ieeraar zon der leerlingen. Ze zijn ook candidaten voor het geluk, die hun proeftijd door maken. Later zullen ze wel de gelofte afleggen. Wat bedoelt hij? Wat voor een gelofte? Misschien zijn het erg vrome men schen en willen ze later in een kloos ter gaan, zei Félise. Ik zie je vader al, die zoo anti- clericaal is, belangstelling aan den dag leggen voor nonnetjes en monnikjes! En toch zijn hij en mijnheer de Pastoor vrienden! Dat is omdat mijnheer de Pastoor wijs is en geen vrees kent. Hij zou zelfs te gaan. En dan moet men zich afvra gen, wat voor indruk dit alles zal ma ken in het buitenland, met name in En geland, waar de nazi-regeering, niet in het minst, doordat de anti-Joodsche ac tie wat scheen te betijen, allengs wat meer sympathie wist te verwerven- Men geeft op deze wijze in Duitschland op nieuw blijk van een mentaliteit, die de kwalificatie barbaarsch rechtvaardigt. Dat is een hard woord, maar wij kunnen geen zachter bedenken. Men moet zich ook afvragen, wat in Godsnaam m'inister Goebbeis tot zijn opzienbarende uitlating kan hebben be wogen. En daaromtrent kan een ander dan het geciteerde deel van zijn rede wellicht uitsluitsel geven. N.l. dit: „Wanneer nog een deel van het bui tenland ons met den anoniemen boycot bejegent en Duitsche waren niet wil af nemen, dan weten wij zeer wel, aldus dr. Goebbeis, dat dit toe te schrijven is aan onze Joodsche medeburgers- Ik kan evenwel niet, omdat de Joden in het buitenland ons boycotten, in het binnen land de wetgeving voor de Joden in trekken, maar wij moeten deze crisis toch doorstaan. De Joden meenen mis schien er hun Joodsche medeburgers in Duitschland een dienst mee te bewijzen. Zij doen evenwel het ergste, wat zij zou den kunnen doen, want zij moeten niet gelooven, wanneer zij den boycot inder daad zoo ver doordrijven, dat hij wer kelijk een ernstige bedreiging van onze oeconomische situatie zou béteekenen, dat wij daarom de Joden vrijuit zouden laten gaan. Haat en woede en wanhoop ivan het Duitsche volk zouden dan terecht ko men op de hoofden van hen die in het land te vatten zijn. Als Duitschland de wereld moet verklaren, dat het niet meer in staat is zijn schul den te betalen, ligt het niet aan ons. Niet wij hebben de schulden gemaakt, doch de regeeringen, welke aan ons zijn voorafgegaan. Toen we de erfenis van het marxisme zwijg'end overnamen, toen wij de dra gers der marxistische staatsopvatting, al te grootmoedig verschoonden, was dat misschien een ontzettende fout. Het zou misschien beter zijn geweest, wan neer wij niet zoo grootmoedig met hen zouden zijn te werk gegaan. Wij zouden misschien verstandig hebben gedaan, Wknneer we 't volk een ondubbelzinnig een onopgesmukt beeld hadden gege ven van den toestand, toen we het be wind overnamen. We hebben dat niet gedaan om der wille van den vrede. We wilden het Duitsche volk de bin- nenlandsche rust teruggeven. Wa n n e e r de arbeider van meening is dat zijn lot nog niet het menschwaardige cultuur- peil heeft bereikt, dan moet de ondernemer dit in zien en het heroïsme van den arbei der beloonen, want we leven thans n o.orlo g". De regeering roept het geheele volk op, met alle kracht haar te helpen om het ernstige gevaar te overwinnen en het lot te dra gen, dat ons is opgelegd". Minister Goebbeis had, dunkt ons, niet veel duidelijker kunnen zijn. Uit deze, zijn uitlatingen, klinkt spijt en woede; spijt en woede over het feit, dat het Duitschland ondanks het bulde rend nazi-regime net naar den vleeze gaat. Elders in dit nummer, onder de rubriek buitenland, treft men een beschrijving aan van iemand, die goed op de hoogte is van de stemming onder de bevolking in het Rijnland. Daaruit blijk't een zeer ernstige ontmoediging. Elders in Duitschland zal dat niet an ders zijn. En onwillekeurig gaat Minis- getracht hebben om Voltaire te bekee- ren. Maar laten we verder gaan. Daar ze arm zijn en dit uit ge hoorzaamheid doen, verlangen zij niet de koninklijke vertrekken in het Exel- siorpaleis te betrekken. Corinna Has tings woonde in Parijs op gen zolder kamertje, Martin Overshaw boven een bakkerswinkel in een onbekende buurt van Londen. De eenige weelde, die zij vragen, is zich eens per dag van top tot teen in koud water te mogen was- schen. Ik was er zeker van dat u vader niet over de badkamer had geschreven, zei Félise. Ze had gelijk, maar dat verzuim was vreemd. Want Bigourdin was zóó trotsch op zijn nieuw ingerichte bad kamer, dat al de reisbureaux van Eu ropa en alle uitgevers van reisgidsen er van hadden gehoord en half Bran- töme de badkamer had mogen bewon deren. De burgemeester had haar ge zien en, zoo hij gekomen was, getooid met zijn driekleurig lint, zou Bigourdin hem hebben voorgesteld haar plechtig in te wijden. Dat moet ik vergeten hebben, zet Bigourdin. Maar het doet er niet toe, ze kunnen genoeg koud water krijgen. Maar als ik ze voeding en huisvesting en bewassching moet geven voor de belachelijke kleine som, die je vader noemt, dan moeten ze begrijpen dat 6 uur het etensuur is in het Hotel des Grottes. Alleen menschen met auto's kunnen het hotel op zijn kop zetten en dan moeten ze vier francs betalen voor hun diner. Hij rees plechtig overeind en staan- ter Goebbeis dit nu bevestigen. Beter dan wat ook getuigen zijn woorden van den geweldigen omvang der moeilijk heden, waar de nazi-regeering mee te kampen heeft. „We leven thans „in oorlog", zegt de heer Goebbeis. Inder daad; de nazi-regeering moet hard vechten.... tegen de onverbiddelijkheid van de praktijk. Maar is het nu wel „dapper", „Arisch"-dapper, om het Duitsche volk een valschen vijand voor te houden? Of moet men concludee- ren, dat de „Führer" en zijn satellieten niet beter weten? Dat zou dan nog droeviger zijn. op nog geen bod van f 1 per 100 kg werd verkregen, werden eveneens on bruikbaar voor consumptie gemaakt. HULDIGING DR. F, E. POSTHUMA. Dr. F. E. Posthuma, president-direc teur van Centraal Beheer, is Zaterdag te Amsterdam door vele vooraanstaan de figuren uit handel, nijverheid en scheepvaart en bankwezen gehuldigd ter gelegenheid van "het feit, dat hij 25 jaar aan bovenvermelde instelling, wel ke hij tot grooten bloei gebracht heeft, verbonden is en van zijki 60sten ver jaardag De zeer velen, die hem gelukwen- schen kwamen aanbieden, waren daar toe met hem en zijn familieleden samen gekomen in het feestelijk versierde hoofdkantoor van Centraal Beheer aan het Singel En ondubbelzinnig is daarbij wel gebleken, hoe groote en algemeene waardeering onze „levensmiddelendic tator' uit de al weer zoo ver achter ons liggende oorlogstijd, waarin *hij als gevolg van zijn dikwijls noodzakelijker wijze zeer sterk ingrijpen niet onver deelde sympathie bij ons volk genoot, thans ondervindt. Onder degenen, die dr. Posthuma die verleden jaar zooveel andere func ties heeft neergelegd om zich ïn het vervolg bijna uitsluitend aan de belan gen van de corporatieve vereeniging Centraal Beheer te wijden van hun achting en bewondering kwamen blijk geven, waren natuurlijk ook de direc teuren en vertegenwoordigers der aan gesloten ^vereenigingeii. En "allen, die hem de hand kwam drukken, maakten van de gelegenheid gebruik om hem met het herstel van zijn gezondheid geluk te wenschen. De ontvangstzaal stond vol prachtige bloemstukken, den jubilaris uit alle dee- len des lands toegezonden, en de stroom van huldigende telegrammen scheen niet op te houden. Het personeel van Centraal Beheer heeft dr. Posthuma een feestgeschenk aangeboden in den vorm van een schil derij van den kunstschilder Koekkoek, een oud-Haarlemsch stadsgezicht, en 'n antieke leunstoel. SLA EN SPINAZIE NAAR DE VUILNISBELT. Aangezien het contingent van 9.000.000 kg. sla, dat in April en Mei naar Duitsch land mag worden uitgevoerd, thans reeds in Duitschland is ingevoerd, staat de uitvoer van dit product naar Duitschland thans stil. Als gevolg hier van liepen de prijzen der sla op de Ven- losche veiling en op de Coöperatieve veiling te Venlo, waar begin der vorige week nog f 6 p. 100 stuks werd g'eboden. Vrijdag terug tot f 1 per 100. 1000 kisten kassla haalden niet het minimum-bod van 50 et- per 100 stuks, zoodat zij naar de vuilnisbelt werden vervoerd. Meer dan 1300 kisten spinazie, waar de zag hij er uit als een flink gebouw de, sterke man, met rechten rug. Hij had een breed, frisch gezicht, waaraan een klein zwart snorretje iets pikants ,gaf. Zijn oogen waren bruin en vriende lijk. Zijn mond was te klein en in zijn kin was een spleet, die bij een kleiner mensch een kuiltje zou wezen, Laat ons gaan dineeren, zei hij. Op de patriarchale wijze, die nu he laas uit de mode gaat, at de heer Bi gourdin met zijn gasten. De eetzaal, die in de loggia uitkwam, was gemeubeld met een lange tafel in het midden, en waaraan de handelsreizigers zaten en met eenige kleinere tafels voor de an dere gasten. Aan één van deze drie, tusschen keuken en eetkamerdeur, za ten mijnheer Bigourdin en zijn nichtje. Toen ze binnenkwamen stonden de vijf handelsreizigers, in afwachting van hun diner, met de punt van hun servet in hun boord gestoken, op en bogen. Goeden avond, heeren, zei Bigour din, en hij ging met Félise naar zijn ta feltje. Euphémie, de keukenmeid, dik en warm, kwam binen met de soepterri- ne, gevolgd door een boerenjongen, die er triestig uitzag, met kaal geknipt hoofd en die de soepborden droeg. Uit de verte, door een telescope bekeken, leek hij een gewone bediende, maar van dichtbij beschouwd zat hij vol vet vlekken. Hij bracht de borden met soep rond, eerst bij de vijf reizigers en toen bij Bigourdin en Félise. Op Félise s bord liet hij een afdruk na van een breeden duim. Met onverholen afkeer keek zij er naar. Kijkt u eens oom. HET RAPPORT INZAKE HET OPENBAAR U.L.O. Aan den Raad is toegezonden het rap port van de Commissie uit zijn midden inzake het openbaar U.L.O. De conclusie van het uitvoerig rap port, vermeldt dat de commissie hand having voorstaat van de afzonderlijke meisjesschool, doch dat één lid is voor geleidelijke combinatie; dat de commis sie ook handhaving wenscht van een 4- jarige opleiding voor het U.L.O-diploma aan school G, doch 2 leden gaarne de mogelijkheid geopend zagen om in 3 jaar gereed te zijn voor het examen. De meerderheid der commissie wenscht af schaffing van de 5e klasse van school G, de minderheid daarentegen handhaving. Verder vermindering van het aantal les uren door vakleerkrachten te geven, en wel 27 of 22 minder naar gelang van het al of niet opheffen van de 5e klasse. Nog stelt de commissie voor ontheffing te vragen aan Ged. Staten van het geven van les in lichamelijke oefening, het eervol ontslaan met wachtgeld, van den heer E. Mos; eventueel den heer W. de Graaf en den amanuensis en overleg plegen met de buitengemeenten over de toelating tot de ULO-scholen. Behalve het rapport der volledige commissie is er ook een van het lid, den heer Den Hollander, afzonderlijk. WIJZIGING AMBTENAREN REGLEMENT. B. en W. stellen den Raad voor in het Ambtenarenreglement op te nemen een art. waarbij het den ambtenaar verbo den is om in dienst insignes of andere onderscheidingsteekenen of uniform- kleedingstukken te dragen, een en an der voor zoover die niet vanwege het daartoe bevoegde gezag zijn verstrekt of voorgeschreven of voor zoover niet tot het dragen daarvan aan de Ambte naren, in 's Rijks dienst, door den voor zitter van den Raad van Ministers, ver gunning is verleend. Verder dat de ambtenaar van een dienstwoning geen andere dan nationale of oranje-vlaggen zal mogen uitsteken of hijschen. Uit het uiterlijk aanzien van de ambts- of dienstwoning of van het daarbij behoorend erf mag niet blijken van de politieke gezindheid van den ambtenaren of zijne huisgenooten. De wijzigingen betreffen verder o.a. ver lof bij militaire diensten en daarna dat de vrouwelijke ambtenaar, die in het hu welijk treedt, eervol ontslagen wordt met Tien dag van haar huwelijk en als zij in concubinaat gaat leven, met ingang van den dag, waarop het concubinaat is vastgesteld. Verder, dat aan een ambtenaar eer vol ontslag kan worden verleend op grond van revolutionaire gezindheid en ook op grond van het lid zijn van een door den Voorzitter van den Raad van Ministers dan wel door den Commis saris der Koningin als voor ambtena ren ontoelaatbaar aangemerkte ver eeniging. Bij ontslag wegens verandering in de inrichting van een dienstvak zal in de eerste plaats voor zoodanig ontslag in aanmerking komen, de gehuwde vrou welijke ambtenaar, tenzij zij kostwinster van een gezin is. Bigourdin vroeg haar wat of ze dan anders van dat vervloekte gedierte ver wachten kon. Hij kwam uit Bourdeilles, een onmogelijk oord tusschen de rotsen, vijf mijlen van Brantöme gelegen- Bran- töme was de hoofdplaaats van het kan ton. Hij riep hem bij zich- Polydore! Ja mijnheer. Je hebt een groote vergissing be gaan. Je bent niet langer in handen van de politie, Wat bedoelt u, mijnheer. Ik ben niet den commissaris van politie, die een vingerafdruk van je wenscht te hebben, Oh, pardon, zei Polydore en met een servet vol vlekken veegde hij den afdruk, die ergernis gaf, weg. Verduivelde kerel, herhaalde Bi gourdin, die met zijn soep begon. Ik begrijp niet waarom ik hem niet weg zend. Ik ook niet, zei Félise. Als zijn grootmoeder en mijn groot moeder niet voedsterkinderen waren geweest, zei Bigourdin, geërgerd, met zijn lepel zwaaiend Dan zoudt U hem toch gehouden hebben, omdat hij zoo leelijk is, lachte Félise. U zoudt dat een reden hebben gevonden. Eén dezer dagen smijt ik hem in de rivier, verklaarde Bigourdin. Ik ben ge duldig, ik word niet gauw boos. Maar als ze mij driftig maken, dan ben ik als een leeuw. Polydore, zei zij kalm, toen de slor dige knecht de borden verwisselde, als je geen schoone handen hebben kunt, moet je handschoenen dragen. Opheffing Automarkt. B. en W. deelen den Raad mede, dat zij besloten hebben niet voort te gaan met de proef voor het houden van een automarkt. Volgens het rapport van den heer Avink, inspecteur van politie be last met het marktwezen, kwamen op de eerste Markt, op 10 Augustus 1933 11 wagens, op 7 September en 5 Octo ber iedere keer één,, op 2 November, 7 December, 4 Januari, 1 Februari, 1 Maart en 5 April geen enkele. Wering van schoolverzuim. Volgens het aan den Raad toegezon den verslag van de Commissie tot we ring van Schoolverzuim over 1933 heeft deze commissie 26 gevallen van school verzuim behandeld en de betrokken ouders voor zich laten verschijnen. Ambtshalve inschrijving van kinderen had niet plaats. Benoeming lid Burgerlijk Armbestuur, Voor de benoeming van een lid in de vacature-Schroevers heeft het burger lijk Armbestuur nader de volgende niet- alphabatische aanbeveling ingezonden: P. M. Baijens en D. C. Beaufort. J. C. ANDERSON. Een geprezen compositie. Onze oud-stadgenoot, de musicus J. C. Anderson, heeft, naar we in „Musica" lezen een feest-ouverture gecomponeerd, waarover de redacteur van Musica, E. Elsenaar; o.a. als volgt schrijft: „Het is mij een voldoening en ik ver heug mij oprecht, ditmaal een buitenge woon mooi werk te kunnen aankondi gen. Hier is een ouverture zooals wij in jaren niet ontvangen hebben; eenvoudig een prachtwerk. „Hollanders kunnen niet voor harmonie en fanfare compo- neeren", meent men wel feens, maar hier is grondig het tegendeel bewezen. Met recht: een „feestouverture", fees telijk van klank, feestelijk ook van uit gave. Een stoere, frissche inleiding vormt een prachtige introductie voor een jubelend Allegro. Gezond muzikaal is dit werk, ver boven het alledaagsche, zonder nochtans ergens gewrongen of onnatuurlijk te zijn. Hoe logisch is de doorwerking, eenvoudig en toch mooi, dat zangthema, hoe mooi de tintelende voorbereiding voor dat grootsche, jubi- lende slot! Men kan door dit werk heen kijken, alle stemmen loopen zoo logisch, het is uitstekend geïnstrumenteerd, Zonder de minste aarzeling noem ik de ze ouverture een sieraad van de Neder- landsche muziek voor harmonie en fan fare". Tot zoover „Musica". Naar we voorts nog vernemen zal van den heer Anderson thans te Almelo woonachtig binnenkort een nieuw werk verschijnen, n.l. Nachtmuziek, ge componeerd op éen gedicht van Ger- mania van Herbruggen, getoonzet voor gemengd koor. Hooger beroep. Den Ambtenaar van het Openbaar- Ministerie bij het Kantongerecht te Middelburg heeft hooger beroep aange- teekend tegen het vonnis van den Kan tonrechter, waarbij P. van het W., 63 jaar, boomkweeker te 's Heer-Abtskerke is schuldig verklaard aan overtreding van de Boschwet, terwijl hem geen straf is opgelegd. De menschen zouden me uitlachen, zei Polydore. Zooveel te beter, zei Bigourdin. Het middagmaal was bijna over, toen de verwachte gasten werden aangediend. Oom en nicht gingen naar de vestibule om hen te verwelkomen, Een oudere man, Baptiste, die een kiel droeg, was al bezig met hun bagage, de handkof fertjes, achter van hun fietsen los te maken. Mademoiselle, Monsieur, zei Bi gourdin, het is mij een groot genoegen kennis te maken met de vrienden van mijn uitmuntenden zwager. Vergun mij u voor te stellen Mademoiselle Félise Fortinbras (hij sprak den naam op zijn Fransch uit) mijn nichtje. Daar het di ner nog niet heelemaal is afgeloopen en daar u zeker honger hebt, wilt u ze ker wel in de salie a manger gaan. Ik zou mij graag eerst wat was- schen, zei Corinna. Bigourdin keek Félise eens aa*. Ze begonnen vroeg! Boven is de badkamer, met alle moderne luxe ingericht. Corinna lachte. Ik wou me alleen maar een beetje opknappen. Ik zal u uwe kamer wijzen, zei Félise en ze bracht haar de trap op, naast het kantoor. En Monsieur? Martin ging naar de kleine wascb- tafel, waarbij de eeuwig na#e band doek hing. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 6