KRONIEK van den DAG. FORTINBRAS, LEGER EN VLOOT. BINNENLAND. DE EISCH IS VOOR ELK HUISGEZIN DE SLEUR ERUIT RADION ERIN ABDULLR AMERICA») ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHt CRT.) VAN VRIJDAG 11 MEI 1934. No. 11#. en EL 'EK 100 CT TJES van- soepkip- eefd aanbe- i&tstraat F MOOI, die BIJTSPEK, )P van alle tegen spot- Vlissing- straat. Mid- D,* BOSCH m. V. V. V. EXPRESSE. N. 16 Mei en Pinkster- J. C. Krijger, Dreigende handelsoorlog Tus- schen Japan en Engeland. De. oorzaken van de geprik kelde stemming der Japanners. DE KOOPMAN IN GELUK, WILLIAM LOCKE. TEGENSTRIJDIGE CRISIS MAATREGELEN. De steun aan den graanbouw gaat den koste van dien aan de melkveehouderij. VROUWEN IN OVERHEIDSDIENST. (Ingez. Med.) UIT DE S.D.A.P. GETREDEN. ZAANDAM WIL NIET Maar VERDWIJNING VAN TWEE NEDERLANDSCHE DIENSTMEISJES Een geval van handel in blanke slavinnen S PAART UW ZENUWEN UW KEEL (N.R.C.) Lijst van werkverschaffingen. B u r g h (van 1 Mei 1934 af), E 11 e- w o u t s j ij k, 's-H eerenhoe k, Kruiningen, Oostburg en Tho- 1 e n, MIDDELBURG. Een mooie Hemelvaartsdag. gerookt 60 :houderham ide ham 35 rkt 100 ct., Middelb. ds versche Maltha en ijne handp. ;app. en li- Boogaard, iet etalage. te water- jp„ zonder isapapp. 30 dapp.. Mal- ct, Middelb. te bakken ons. Fijne jief. Beuge- defoon 273, varkens-, en pekel- H. Volmer, ddelburg. ICA", Gra- vindt u een nde planten Zeer goed- tize etalage. e-Grootjans. IIIIII1SS iiimm ontspanning Zeer lage 8. Geopend ig naar Rot- 2.50 per Schoolmees- fa. Hoekse- evraagd. om- Vroegop, Middelburg. 1922 Mei 19—22 Mei tar Zeeland, f. C. Krijgei;, fjden Boer, De Britsche Minister van Handel, Runciman, heeft deze week in net La gerhuis aangekondigd, dat er straffe maatregelen genomen zullen worden te- gen den invoer van goedkoope Japan- sche producten, op de eerste plaats van textiel-goederen. Geruimen tijd reeds zijn er onderhandelingen tusschen Engeland en Japan over de handelsbe trekkingen ,gaande geweest, maar die schieten niets op. En intusschen heeft de Britsche industrie ontzaglijk te lij den van de Japansche concurrer^ie. De Britsche regeering is van meening dat dat niet langer gaat, vandaar de drei gende aankondiging van Runciman; de maatregelen zullen bestaan uit een ge harnaste contingenteering van den in voer van katoentjes voor Britsch-Indië en de kroonkolonies (Maleische staten, ce gebieden in Afrika enz.) en voor En geland, waar de zijde-industrie be schermd moet worden, bovendien uit verhooging van de tarieven. Misschien kan Japan deze bedreiging van zijn uit voer nog gedeeltelijk ongedaan maken door 'n tegemoetkomender houding aan te nemen. Maar "t zal er dan vlug bij moeten zijn, want de Engelschen lijken met langer gekscheren te verstaan. Het moet nu eens uit zijn met het op de lan ge baan schuiven der onderhandelingen, zeggen ze. Gelukt het niet alsnog een compromis tot stand te brengen, dan zal men ver moedelijk op korten termijn een felle handelsoorlog te beleven krijgen, die ge makkelijk andere noodlottige conflicten achter zich aan kan sleepen. Wat men de laatste jaren van Japan gezien heeft laat daaromtrent weinig twijfel. Het land van de rijzende zon verkeert in 'n zeer geprikkelde stemming. Als het in het nauw wordt gebracht, zal het van zich afslaan; en niet met economische wapens, want die heeft het niet, doch met oorlogstuig, met kanonnen en gewe ren. Het hachelijke 'van alles is, djat er maar weinig hoeft te gebeuren of Japan zit in het nauw. De economische situa tie van het land is uiterst broos; een kleine schok zou al voldoende zijn, om scherven te maken. De Japanners voe len dat al jaren. Vandaar, dat ze zooveel wanhopige dingen hebben gedaan in het jongste verleden. Vandaar, dat ze Mant- sjoerije onder den voet liepen en het herhaaldelijk met China te kwaad kre gen. Men had gehoopt, dat Mantsjoerije den Japanners wat opluchting, ook in economischen zin, zou hebben verschaft. Maar het schijnt, dat ze er voorloopig nog niet veel aan hebben. De prikke lende dingen, die ze blijven doen (on langs nog weer de eisch van een voog dijschap over China) zijn in dit verband veelzeggend- Men kan als men de dingen op den keper beschouwt, toch ook weer niet al te boos op de Japanners worden. Japan is n land, arm aan grondstoffen en met eennijpend gebrek aan voor bouwland bruikbaren grond, hoewel ongeveer de be.it van de bevolking van bijna 70 mil- lioen zielen een bestaan in den landbouw moet vinden. Dat heeft tengevolge, dat er per vierkante kilometer bouwland veel meer menschen wonen dan in lan den als België en Engeland, waar de be volkingsdichtheid in dit opzicht anders x ij a,llesbebalve gering is. Voor België gold n jaar geleden b.v. 't cijfer 1700, voor ngeland 2170, maar voor Japan.. door 13) Ik geloof, dat het mij; niets zou kunnen schelen als ik Engeland nooit terugzag. En hoe moet je dan aaneen baant je komen? zei Corinna. Engeland en een baantje zijn syno niem. Hoe verder ik ga, hoe minder be langrijk het mij lijkt om er een te krij gen. In alle geval is het vooruitzicht om weer in slavernij te gaan, afschu welijk. Laten we er niet over spreken, zei ze, zich koelte toewuivend met haar hoed. Alleen de gedachte terug te moeten gaan, maakt de zon grauw. Laten we denken dat we altijd zoo door kunnen gaan. Dat heb ik ook al zoo'n beetje ge daan, zei hij. Ik heb geleefd in een soort van roes, maar nu en dan wordt ik wak ker en heb dan een helder oogenblik En dan voel ik dat ik iets slechts doe, iets immoreels, omdat ik niet op de stoep zit van een lid van de een of andere schoolcommissie, en dan heb ik innerlijk pret. ,?en ie niet net een kind dat groeit in Zl,n stoutheid, stoutheid alleen om 2770. Men heeft wel eens getracht een oplossing Ivoor deze overbevolking te vinden door emigratie b.v. naar Mant sjoerije- Het bleek echter, dat de Japan ner buiten zijn eilanden niet ai te best kan aarden. De pogingen zijn vrijwel op een volslagen mislukking uitgeloopen. Men heeft het toen in een andere rich ting gezocht, n.l. in industrialisatie. Ja pan is een uitgebreide industrie gaan aankweeken en dat bracht aanvankelijk inderdaad eenige verademing, al ver keerde het dan ten opzichte van andere industrie-landen als Engeland en Ame rika in een ongunstige positie door ge brek aan grondstoffen. Het moet vrijwel alle grondstoffen invoeren. Maar daar tegenover staat dat de loonen er veel en veel lager zijn. Hongerloonen schij nen er betaald te worden. Daardoor vooral gelukt het de Japanners goed- kooper te produceeren dan andere lan den. Om de reusachtige industrie het hoofd boven water te doen houden, moet Japan thans geweldige hevoeelheden van zijn producten uitvoeren- De laatste jaren, is dat zoo geworden toen de con currentie de prijzen steeds verder om laag drukte en de winstmarge dus in kromp. Op 't oogenblik heeft de Japan sche nijverheid maar een heel smal be- staantje. Verliest ze afzetgebied dan moet ze radicaal instorten. Het is te begrijpen, dat een dergelij ke situatie een land zenuwachtig en ge prikkeld maakt, al kunnen verscheiden dingen, die ze de laatste jaren hebben gedaan, daar dan allerminst mee ver schoond worden. Er bestaat ook nog zooiets als een Japansch imperialisme, dat wellicht te vergelijken is met den geest, die het Duitschland van voor den oorlog bezielde. Met dat al zal de rest van de wereld eenige rekening met Ja pan's economische moeilijkheden moe ten houden en moeten trachten het zoo weinig mogelijk struikelblokken in den weg te leggen. Of de houding, die Enge land thans aanneemt daarmee in over eenstemming is, valt niet gemakkelijk te zeggen. De moeilijkheden voor Enge land zijn tenslotte ook allesbehalve van geringen aard. Men kan daarom van een botsing van belangen spreken. Moge er geen kwaadaardiger botsing uit voort spruiten. De bootsman der marine W. N. Oosterhoff is bevorderd tot schipper; de majoor-schrijver H. C. F. van Seven- ter to opper-schrijver; de sergeant-tor- pedomaker A. W. Jongman tot majoor- torpedomaker en de sergeant-konstabel P. M. van Florestein tot majoor-konsta bel. De algemeene Nederlandsche zuivel- bond heeft zich in een adres tot den mi nister van oeconomische zaken gewend. Wij ontleenen daaraan het volgende: Tengevolge van de heffing op granen en de contingenteering van veekoeken zijn de productiekosten van de melk ge stegen. In de memorie van antwoord op het voorloopige verslag betreffende de begrooting van het landbouwcrisisfonds 1934 wordt dit op een bedrag van 0.3 ct. per L. geschat. Niettegenstaande den steun welke de werking der crisiszuivel- wet aan het veehoudersbedrijf door middel van den bijslag op de melk biedt, worden de productiekosten van het ar tikel niet volledig gedekt, zoodat de boer met verlies werkt. Tendeele wordt dit veroorzaakt door de stijging der productiekosten tengevolge van de zoo even genoemde verhooging van den voe- derprijs. Bij de tot standkoming der hef fing op de granen is de mogelijkheid ge opend om op de artikelen, waarvan de productiekosten dientengevolge zouden stijgen en waarbij men niet in de gelegen heid zou zijn deze stijging bij den ver koop tot uitdrukking te brengen, zooals b.v. bij export, een compensatie uit de opbrengst van de graanheffingen te ontvangen. Wij meenen dat de melkproducent thans in aanmerking komt tot het ont vangen van deze compensatie, daar het thans zoo is, dat de veehouder belast wordt ten bate van de graanteelt, het geen gezien vooral de nog onvoldoende dekking der productiekosten der melk toch niet de bedoeling kan zijn. Wij verzoeken uwe Excellentie der halve goed te vinden, dat aan de veehouders van hel tijdstip der verhoo ging der graan- en'voederprijzen af ten gevolge van de van regeeringswege ge nomen maatregelen een extra uitkee- ring uit het landbouwcrisisfonds van 0.3 ct. per kg. geproduceerde melk wor de verstrekt. Het Tweede Kamerlid mevrouw Bak- ker-Nort (v.-d.) heeft den Minister van Binnenlandsche zaken de volgende vra gen gesteld: In de circulaire die 19 Maart 1934 van den Minister van Binnenlandsche za ken is uitgegaan aan Ged. Staten, wordt in punt 7 en 8 aanbevolen: „vrouwe lijke arbeidskrachten, die niet werk zaam zijn in specifiek vrouwelijke be roepen, te vervangen door mannelijke stout te zijn? Martin stond op en de eenige andere bezoeker van de markt, een geelbruine kat, hield verschrikt op met zich te wasschen en keek hem, de achterpoot vooruitgestoken aan. Mijn lieve Corinna, zei hij, ik wou dat je gelooven kon dat ik heusch niet zoo verduiveld onnoozel ben. Corinna schaterde het uit als eenig antwoord en de poes vluchtte. Zij stond eveneens op. Laten we de kerk gaan bekijken en zoo dezen twist eindigen. En zoo gingen ze de Louis treize kerk bekijken en vervolgden toen hun reis. De dagen gingen met luieren voorbij en er gebeurde niets. Ze praatten veel sa men en kibbelden nu en dan. Na zijn flinke uitlating in Richelieu, ergerde Martin zich over haar spotten over zijn onnoozelheid. Hij voelde dat het nood zakelijk was dat hij zich man toonde. In het begin was Corinna de leidsvrouw ge weest, zij koos de wegen uit en praatte met de hotelhouders. Maar nu nam hij deze werkzaamheden op zich; wat het eerste betreft was dit in hun voordeel, want hij besefte dat Corinna niet goed op de kaart kon rijden en zoo hadden ze te veel omgedwaald. Zijn bemoeiin gen in het tweede geval lokten bij Co rinna hevige protesten uit, want zij vond de kosten veel hooger. 't Kan me niet schelen, zei Martin. Ik vind het best dat je me behandelt als- je broer, maar ik wil niet behandeld wor den als je jongere broertje- In dit vrije en avontuurlijke leven op hun ongewonen pelgrimstocht begon hij zich te ontwikkelen; hij was niet zoo bang meer voor haar ironische opmer- gen, hij hunkerde er naar zich zeiven recht te laten wedervaren, ja zich te uiten. Ook ontdekte hij bij haar een van die kleine vrouwelijke zwakheden, die zijn mannelijk gevoel van superioriteit verhoogden. Eens werden ze overvallen door n onweder en in den koestal, waarheen ze gerend waren om beschutting te vin den, zat zij doodsbenauwd te rillen van angst en bij iederen slag hield zij de handen voor de ooren, terwijl hij, Mar tin, kalm met de handen in de zakken, in de open deur naar het flitsen van den bliksem stond te kijken. Wat was er om bang voor te zijn? 't Was veel gevaarlijker om in Londen of Parijs de straat over te steken, of om een trein reis te maken- Haar onredelijke angst was een zwakheid, vrouwen eigen, niets dan een kwestie van zenuwen. Hij zou toegevend voor haar zijn; hij ging dus weg van de deur en legde zijn regenjas over haar heen, en de nederige manier, waarop ze zijn dienstaen aannam, gaf hem veel voldoening. Natuurlijk, toen de zon door kwam, stak ze haar neus weer in den wind en vond weer dadelijk oorzaak voor een spottende plagerij, maar Martin peddelde rustig door. Dit was een van die toestanden, waarin hij heer en meester was. Eens om een koppel stieren, die uit het hek van een boerderij kwamen, te ontgaan, was ze in een sloot gevallen en had ze haar enkel verstuikt. Ze kon niet loopen of fietsen en hij beurde haar op in zijn armen. arbeidskrachten; voor zoover het be treft ambtelijk aangesteld personeel, dit geleidelijk te doen geschieden, terwijl ten aanzien van vrouwelijk personeel, op arbeidscontract werkzaam, zoo noo- dig onmiddellijk tot vervanging door mannelijk personeel kan worden over gegaan". Acht de minister dezen aandrang tot stelselmatige vervanging ook van de ongehuwde vrouwen in overheidsdienst door mannen, niet in strijd: a. met de autonomie van de lagere be stuursorganen, medebrengend het recht op vrije keuze van benoeming van ambtenaren, voor zoover deze bevoegd heid niet door eenig wettelijk voor schrift is beperkt. b. met het recht der vrouwen om op gelijken voet als mannen in aanmerking te komen voor benoeming tot ambten waarvoor niet in het bizonder manne lijke arbeidskrachten voorgeschreven zijn De Volkskrant had hooren verluiden dat de bekende sociaal-democraat, de heer I. G. Keesing, voorzitter van den Raad van Arbeid te Utrecht, geen lid meer zou zijn van de S.D.A.P. Bij navra- ge is het blad gebleken dat zulks inder daad het geval is. De heer Keesing antwoordde, dat hij inderdaad sinds ongeveer 3 maanden geen lid meer is der S.D.A.P.mede om dat hij van oordeel is, dat onze regee ring, bij haar uiterst moeilijke taak, recht heeft op erkentelijkheid en steun van ieder, die begrip heeft van wat regee- ren in dezen troebelen tijd beteekent. B. en W. van Zaandam hebben aan den Raad dier gemeente bericht, dat zij het niet noodig achten te voldoen aan het verlangen van den Minister van Bin nenlandsche Zaken, om in het ambtena ren-reglement bepalingen op te nemen betreffende: le. het verbod aan den ambtenaar om in dienst insignes als on- derscheidingsteeken te dragen; 2e het verbod om andere dan nationale of oranjevlaggen aan dienstwoningen uit te steken; 3e het ontslag aan ambtena ren wegens revolutionaire gezindheid, als wegens het lid zijn van een vereeni- ging, waarvan de voorzitter van den raad van ministers het lidmaatschap voor ambtenaren heeft verboden; 4e het ontslag van vrouwelijke ambtenaren, die in het huwelijk treden; 5e. de gelijk stelling van vrouwelijke ambtenaren, die in concubinaat leven, met de onder 4 bedoelde ambtenaren. Als de Raad het ten deze met B. en W. eens is, zal de regeermg zelf over gaan tot het aanbrengen der wijzigin gen Den Haag heeft dat reeds met zoo veel woorden te kennen gegeven. Sedert eenige dagen zijn twee te Brussel verblijvende Hollandsche dienst meisjes, de 17-jarige Antoinette Blok ken, uit Heerlen en de 16 K-jarige Elze Kempers, die zich samen naar het Ter- kamerenbosch hadden begeven, spoor loos verdwenen. Een der meisjes, Elze Kempers, meldde zich Maandagmiddag j.l. in gezelschap van twee verdacht uitziende vrouwen, bij de dame aan, waar zij in dienst was. De twee vrou wen eischten de kleeren op van het meisje en sloegen, met haar, op de vlucht, toen de dame aanstalten maak te om de politie telefonisch te waarschu wen. Het signalement van de verdwe- Ik zal je naar de boerderij brengen. Je kunt me niet dragen, protes teerde zij, Dat zal ik je eens gauw toonen, zei Martin, en hij droeg haar weg. En ofschoon zij volstrekt zoo licht niet was en zijn spieren zich spanden onder haar gewicht, zoo genoot hij er toch van dat zij, verwonderd, zijn kracht waardeerde. Maar halfweg, met witte lippen, be gon zij hem te plagen: Ik denk dat je er nu heel zeker van bent dat je mijn groote broer bent. Volmaakt zeker, zei Martin. En toen voelde hij haar greep om zijn hals slapper worden, loodzwaar hing haar lichaam in zijn armen en hij zag dat ze flauw was gevallen van pijn. Haar overlatend aan de zorgen van de vrien delijke menschen op de boerderij, ging hij de achtergelaten fietsen ophalen en dacht na over het gebeurde. Allereerst zou hij niet zijn hoofd verloren hebben bij het ontmoeten van een troepje mak ke stieren en ten tweede, als hij zijn enkel verzwikt had, zou Corinna hem niet zoo kunnen dragen; ten derde zou hij niet zijn flauw gevallen en ten vier de, al klonken haar woorden nog zoo spottend, ze had haar minderheid er kend en dat alles was zeer aangenaam voor zijn gevoel' van eigenwaarde. En eenigen tijd daarna, toen de boer haar een plaats gaf in zijn ouden wagen, on der een groote huif en die getrokken werd door een groot, zwaar paard met roestig tuig, om haar te brengen naar de naaste herberg, vijf kilometers verder, ging Martin alles nog eens na en Corin- EN (Ingez. Med.) nen meisjes is, door de politie, in alle richtingen rondgezonden daar men ver moedt dat zij de slachtoffers zijn ge worden van handelaars of handelaar sters in blanke slavinnen, De Minister van Sociale Zaken heeft goedgevonden, ten behoeve van de toe passing der Ziektewet, aan de lijst, waarop vermeld staan de werkverschaf fingen, welke met subsidie van het Rijk worden uitgevoerd, toe te voegen o,a. de navolgende gemeenten: De herinnering aan den Hemelvaarts dag 1933 was niet aangenaam en de verwachting voor dien van 1934 niet hoog gespannen en juist daarom viel het duizenden zoo mede, dat het op dezen vrijen dag vooral 's middags zulk heerlijk weer was. Duizenden zijn er dan ook op allerlei manieren op uitge trokken om te profiteeren van de heer lijke voorjaarslucht, te genieten van 't ontloken frissche groen, in een woord om de vele dagelijksche beslommerin gen eens een aantal uren te vergeten. Vooral het stalen ros heeft goede dien sten bewezen, naast motorrijwiel, auto en openbare middelen van vervoer. Reeds vroeg trokken velen er op uit en daaronder ook het muziekgezelschap „Crescendo", dat om 8 uur met muziek door een deel der stad en daarna over Arnemuiden en Nieuwland trok, om juist te 12 uur de stad weer' te berei ken en naar het repetitielokaal terug te marcheeren. Maar tegenover de velen, die er op uittrokken, stonden talrijken, die Mid delburg en Walcheren met een bezoek vereerden, zij waren welkome gasten. Op de Markt stonden in den morgen groote toeringcars w.o. verschillende na had geen woord in te brengen. Als iemand van de bereden politie reed hij naast haar en in de herberg gekomen droeg hij haar naar haar kamer en sprak met veel autoriteit. Toen ze dan Poitiers en Ruffec voor bij waren gekomen, kwamen ze, drie weken na hun vertrek uit Parijs, in An- goulême, een bekoorlijke vestingstad, op een rots gelegen boven de Charente. En daar dit het voorlaatste station van hun reis was, bleven ze er een paar da- gen. Ze stonden op het schaduwrijke bol werk en staarden over de roode daken der huizen te midden van groene hoo rnen, en over de wijde vlakte, met het gouden graan op schoven, tintelend in het zonnelicht en zij zuchtten. Ik ben bang voor Brantöme, zei Corinna. Het is iets, dat zoo afgeba kend is. Tot hiertoe zijn we maar ge dachten loos verder gegaan als in een soort van droom. En in Brantöme moe ten we weer gaan denken. Ik twijfel er niet aan of het zal ons goed doen, antwoordde Martin. Dat zie ik niet in, zei Corinna. Nu krijgen we weer het' oude gezeur. Daar ben ik nog niet zoo zeker van, beweerde Martin. In de eerste plaats zijn we niet meer dezelfden als drie weken geleden. Kletspraatjes, zei Corinna. Ik ben tenminste niet dezelfde. Zij lachte. Ja, omdat je in den laatsten tijd je airs geeft, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5