RECHTSZAKEN.
FINANCIEELE BERICHTEN.
GEMENGD NIEUWS.
KElfCIIEIJWS.
OUDERWIJS.
SPORT.
KUNST EN WETENSCHAP.
VERKEERSWEZEN P. T. T.
Geref. Kerk.
Voetbal.
Z. V. B,
VERSTEENDE MENSCHEN.
VERZONKEN LAND,
Loket-ervaring.
DE AFFAIRE ONNES VAN
NIJENRODE.
De officier van justitie is
overtuigd van Onnes' schuld
en eischt 2V~ jaar.
Wie was Onnes?
De inbraak.
Arrestaties.
BE STERRENHEMEL 25 APRIL—2 MEI 1934, 21 h MT.
BESMETTING MET TUBERCULOSE
OP DE SCHOOL.
«ï?g»
visscherij betreft. Een definitieve rege
ling is nog niet tot stand gebracht, daar
van het rijk nog inlichtingen ontvangen
moeten worden. Het voorstel van B. en
W. werd aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming werd
besloten de opgerichte Federatie van
gemeentebesturen en visscherijorgani-
r.aties voor 1934 met 25 te steunen.
De heer Brand beoieitfe het opnemen
in de Garnalen-centrale van eenige le
den uit de provincie Zeeland, hetgeen
de V o o r z. toezegde in de eerstvol
gende vergadering van de Federatie
ter tafel te zullen brengen.
Op het tweetal te Zeist komt voor ds.
H. A. Wiersinga te Vlissingen.
Geslaagd voor het voorloopig
Machinisten diploma, de heer A. Pluij-
mers, leerling van de „De Ruijter-
school" te Vlissingen.
Wedstrijduitslagen van Zaterdag
21 April.
Afd. Walcheren.
ScheidsrechtersL. V. V41
OostkapelleSerooskerke 10
2e Klasse A.
R. C. S. II—E. M. M2—5
Eiland Boys. II—R. C. V2—3
Zeelandia IIIMiddelburg IV 12
2e Klasse B.
's-Heer ArendskerkeGoes III 0—1
2e Klasse D.
Oostburg IIZeeduivels 24
K laecp A
Zeelandia IV—E. M. m! II 8—1
Vlissingen VMiddelburg V 06
De Zeeuwen VR. C. S, III 11
Domburg IIDe Noormannen 21
3e Klasse B.
Sluiskil IICorn. Boys II 51
Axel IIIOranje II 151
Bekertournooi A C.
Zondag:
Eiland BoysWemeldinge 65
Zaterdag:
Z. S. C.—O. N. W2—1
Wedstrijdprogramma voor Zaterdag
28 April.
Afd. Walcheren.
V eereScheidsrechters.
Zondag 29 April 1934.
2e Klasse A.
Middelburg 4E.M.M.
R.C.V.—R.C.S. 2.
2e Klasse B.
Goes 3's H. Arendskerke.
3e Klasse A.
Middelburg 5—Eiland Boys 3.
R.C.S 3Vlissingen 6
Vlissingen 5De Zeeuwen 4.
De NoormannenZeelandia 4.
Een zevenjarige jongen te W'ilkes-
Barre in den Amerikaanschen Staat
Pennsylvanië, Benny Hendricks ge
naamd, lijdt aan een ongewone ziekte,
waartegen de doktoren alles in het
,werk stellen om den jongen in het le
ven ie houden. De ziekte, „Myostitis
Ossofica" geheeten, kenmerkt zich
doordat het lichaam langzamerhand
„versteent".
Hoewel de kans, dat de jongen gene
zen zal, gering is, bevindt zich, even
eens in Pennsylvanië, een man van 68
jaar. die derig jaar geleden aan dezelf
de zieke geleden heeft. Deze man kan
de lippen slechts een weinig bewegen
en wat geluid voortbrengen. Zijn huid
is geheel normaal, doch zijn vleesch is
zoo hard als een steen. Hij eet regel
matig en is opgeuimd.
Een andere lijder aan dezelfde ziek
te, een man van 50 jaar, die 25 jaar te-
ïug door deze gevreesde ziekte werd
aangetast, is gedwongen steeds languit
te blijven liggen. Hij lijdt geen pijn',
terwijl ook zijn voornaamste inwendige
organen geheel normaal functioneeren.
De Msb. voegt hieraan toe, dat zich
ook in ons land reeds een dergelijk ge
val van „versteening" heeftvoorge
daan! De lijder aan deze ziekte, heeft
ongeveer 25 jaar in het academisch
ziekenhuis te Leiden doorgebracht en
was algemeen bekend onder den naam
van „Steenen Dorus". Hij werd kunst
matig gevoed! Om dit te kunnen doen
zijn hem verschillende tanden uitge
trokken, aangezien tengevolge der ver-
steening zijn kaken niet meer konden
worden bewogen.
Hoewel men vrijwel algemeen spreekt
van versteening, is daarvan echter
geen sprake. Men heeft hier te doen
met een „verbeening" van het lichaam.
Ongeveer 15 jaar later is „Steenen
Dorus overleden.
t Stoffelijk overschot is afgestaan aan
het anatomisch-pathologisch kabinet
oer Leidsche universiteit en geprepa
reerd. Het wordt nog steeds in het mu
seum van het anatomisch-pathologiscli
museum te Leiden als medisch curiosum
bewaard.
Professor Stanley Gardiner van de
universiteit van Cambridge (Engeland)
verklaart, dat in den Indischen Oceaan
en de Arabische Zee sporen waren ge-
vonden van een groot vaste-land, dat
j 30 m'llioen jaren geleden moet zijn ver-
I dwenen en waar fantastische monsters
van meer dan 30 meter lengte moeten
hebben geleefd.
Een heer stapt het postkantoor bin
nen, in de, hand een luchtpostbrief dra
gende. „Die mot nog mee", zeide hij,
aldus met de deur in huis vallende.
,.Dat gaat helaas niet", antwoordt de
ambtenaar, „want het vliegtuig is van
morgen vroeg* al uit Schiphol vertrok
ken."
„Dan maak-ie em maar express", al
dus onze klant, „maar m.ee mot-ie."
Ook na deze belangrijke toezegging
blijft de ambtenaar van meening, dat-ie
het niet meer halen kan.
„Je zal toch nog wel raad weten, dat
het v'iegtuig nog kan worden ingehaald"»
riposteert de royale klant.
De collega aan het loket krabt zich
eens achter zijn oor, peinst even en zegt
dan: „Ja, er is misschien nog een kans,
als we de „Zilvermeeuw" of de „Postja-
ger" er met uw brief achteraan zouden
kunnen sturen."
Dat mot dan maar gebeuren, zegt de
meneer, haalt de portemonnaie uit de
zak en vraagt: „Wat kost me dat grap-
pie?"
De ambtenaar, stom verbaasd dat zijn
scherts zoo in ernst wordt opgenomen,
maakt een begrooting en meent, dat het
zoo ongeveer 18.000 zal kosten.
Gelukkig valt de grap in goede aarde,
want de meneer antwoordt „neem main
nou; maar toch is-ie goed vrind, daar
zal ik Janus eens mee tusschennemen."
En de brief ging niet per expresse
vliegtuig.
(„Org. v. d. C. B. P. T. T.")
Gisteren, op den 29sten zittingsdag
heeft de officier van justitie bij de Am-
sterdamsche rechtbank, mr. Van Dulle-
men, zijn requisitoir gehouden in de
befaamde strafzaak-Onnes van Nijen-
rode. Wekenlang diende deze gecom
pliceerde affaire, met haar tal van
duistere punten en sensationeele aan
gelegenheden voor het recht. Op zich
zelf van betrekkelijk gering belang,
heef deze zaak door tal van bijkom
stige omstandigheden een geweldige
massa stof doen opjagen.
Tot goed begrip dienen we een aan
tal jaren terug te gaan. Onnes van Nij-
enrode was toen een rijk, een zeer rijk
man, eenig firmant in de bloeiende rub
ber en koffiehandel Onnes Co.
Schatten worden door hem verdiend.
Behalve een succesvol koopman is hij
een liefhebber en kenner van kunst
voorwerpen uit lang vervlogen eeu
wen. Een zeer belangrijk deel van zijn
vermogen investeert hij in deze kunst
schatten, als een belegging van zijn ka
pitaal.
Reeds vAór den wereldoorlog koopt
hij het oude kasteel Nijenrode onder
Breukelen. Het historisch bouwwerk
verkeert in staat van verval en Onnes
besteedt duizenden aan de restauratie.
De kunstschatten vinden in dit oude
slot eefi passende omgeving. De zaken
gaan intusschen minder goed. Onnes
brengt een deel van zijn verzameling In
veiling en de opbrengst is meer dan
acht ton. Eenigen tijd later verhuist hij
naar Den Haag, waar hij op „Plein
1813" een schitterend heerenhuis be
zit. In die jaren is hij Consul-Generaaï
van Oostenrijk. Later in 1931 zal hem
door een legatie anderhalve ton voor
dit huis worden geboden, welk bod hij
afslaat. Hij staat bekend als een gezien
en vertrouwd koopman tegen wien nooit
eenige justitieele bedenking werd ge
koesterd.
Omstreeks 1930 komt Onnes in rela
tie met den bekenden kunsthandelaar
Goudstikker te Amsterdam, die het
kasteel Nijenrode heeft gekocht. Deze
stelt hem voor, weer op Nijenrode te
gaan wonen en zich daar te belasten
met den verkoop van zijn eigen kunst
voorwerpen en met een deel van de
collectie-Goudstikker. Onnes gaat op
dit voorstel in. Hij betrekt het kasteel
voor de tweede maal en de belangen
gemeenschap Onnes-Goudstikker is
geboren. Vooral Amerikanen trokken
naar Breukelen om hoffelijk ontvan
gen door den kasteelheer en zijn cha
telaine een keuze te doen uit de
rijke verzameling. De winst werd in 'n
beoaalde verhouding verdeeld. De
zaken liepen echter niet buitengewoon
goed. En daarmee naderen we langza
merhand tot den nacht van de inbraak
(29 Februari op 1 Maart 1932).
Als op den morgen van den len Maart
Onnes beneden komt ontdekt hij, dat er
j ongewenscht bezoek is geweest. Uit een
glas in loodraam zijn handig en vakkun
dig twee ruitjes uitgesneden, de gren
dels zijn losgeschoven en. de nachte
lijke bezoekers konden naar binnen-
De plaatselijke politie wordt onmid
dellijk gewaarschuwd en deze, op haar
beurt, roept de hulp in van de Utrecht-
sche recherche. (Breukelen ligt in het
arrondissement Utrecht). De Utrechtsche
rechercheurs van Cooten en Bleyenberg
worden met het onderzoek belast. On
nes waarschuwt voorts de verzekerings
maatschappij. Hij geeft als vermist op:
zeven schilder ij en, een groot
aantal kostbare miniaturen en gouden
en zilveren voorwerpen. De verzekerde
voorwerpen worden hem maanden later,
door het treffen van een dading
vergoed tot een bedrag van f 72.000.
We verlaten nu een oogenblik de
trotsche veste aan de Vecht, om de ges
tes van de verzekering nader te bespre
ken. Een verzekeringsexpert v. d.
Dussen, door de verzekeringsmaatschap
pij be ast met het opsporen van het
goed, komt in contact met den particu
lieren Amsterdamschen detective Johan
knegt en diens privé-secretaresse Man-
da Nöggerath. Johanknegt heeft veel re
laties in de onderwereld en hij komt in
verbinding met Mees Gerritsen, Amster-
dam's Al Capone en diens adjudant Bie
sing. Deze bezorgen hem het goed terug.
De verzekering krijgt dus de goederen
weer in handen, doch de politie blijft er
buiten- Het was Johanknegt allereerst
te doen geweest om de goederen en.
de daders kwamen pas veel later aan de
orde in het oog van dezen fantasie
rijken detective.
Nog steeds heeft zich alles achter de
schermen afgespeeld. Van het onderzoek
hoort men weinig meer. Het noodlottig
moment is echter steeds nader gekomen.
Er wordt door de Amsterdamsche re
cherche een onderzoek ingesteld naar
valsche-Turmac-sigaretien bonnen bij
Johanknegt. Dat heeft een verrassend
resu.taat. Er worden drie miniatuurtjes
aangetroffen, behoorende tot de gesto
len goederen van Nijenrode. Johanknegt
en Manda worden gearresteerd. Ver
dere huiszoekingen en arrestaties vol
gen: Mees Gerritsen en Biesing zitten al
gedetineerd uit anderen hoofde en Mees
heeft „doorgeslagen", Witbraad, een
bloemenkoopman in de van Woustraat
wordt gearresteerd, bij hem achter den
spiegel worden concepten van dreigbrie
ven gevonden, één gericht aan meneer
Onnes en één aan diens vrouw. Drie an
dere ,,penose jongens", de drie inbre
kers, werden eveneens gearresteerd.
Tenslotte meende de justitie genoeg
aanwijzingen tegen Koning, een koop
man te Den Haag, te hebben, om ook
hem te arresteeren. Op 9 Mei van het
vorige jaar volgt dan de arrestatie van
Onnes.
In de instructie bekennen de bijfigu
ren in dit drama al spoedig. Koning en
Onnes houden aanvankelijk beiden vol
onschuldig te zijn. Onnes komt met de
volgdende lezing, 'n lezing, die hij steeds
heeft volgehouden en die hij ook op de
zitting hardnekkig verdedigde: „Ik
ben aan de inbraak volmaakt onschuldig.
Koning ken ik al jaren, eenigen tijd vóór
de inbraak kwam hij bij me en vroeg me
geld ter leen. Ik weigerde dit, doch wil
de wel probeeren hem te helpen door
mijn hulp te verleenen bij het beleenen
van schilderijen. Kort na de inbraak is
hij bij me gekomen en toen liet hij door
schemeren meer van de zaak te weten.
Hij dreigde mij ervan te zullen be
schuldigen de inbraak op touw te heb
ben gezet, om de verzekeringspennin
gen machtig te worden. Er liepen toen
ongunstige geruchten over mij, ik liet
me bang maken en poogde Koning te
vreden te stellen en hem aan he\ lijn
tje te houden zonder hem geld te ge
ven. Koning chanteerde me!"
Toen dit woord in het Kabinet van
den rechter-commissaris was gevallen
veranderde de houding van Koning.
„Dat laat ik me niet zeggen, ik had
Onnes beloofd te zwijgen, maar nu zal
ik spreken. Onnes zat in financieele
moeilijkheden, hij liet doorschemeren
toen hij me zijn kasteel liet zien
dat een inbraak hem niet onwelkom
zou zijn. Ik ging er op in, we bepaalden
de belooning, Onnes gaf me een schets-
teekening van het kasteel en omgeving
en ik zou de zaak in orde maken."
Koning richtte zich tot Witbraad, 'n
oude en ietwat duistere kennis van
hem en vertelde hem, dat er op ver
langen van den eigenaar van Nijenro
de wat goederen moeten worden ver
huisd. Hij zei echter niet. dat het om
de verzekeringspenningen ging. Wit
braad ging naar Gerritsen en Rlesing
en deze zorgden voor drie inbrekers
verhuizers!
De zaak was in orde en. op 29 Febru
ari 1932 trokken de drie Amsterdam
mers „ter verhuizing" naar Nijenrode.
De strafzaak.
Voor de rechters hebben zoowel
ning als Onnes hun verklarinp'en hard
nekkig gehandhaafd. Om dit punt heeft
I de geheele strafzaak telkens gedraaid,
al raakte men dan vaak on zijwegen.
iVaak liepen de gemoederen warm,
ontstonden er formaele scho.1doart.iien
tusschen de beklaagden onderling, en
gaf de president der rechtbank krasse
uitingen ten beste, als hij meende, dat
er weer raak gelogen werd.
Ster v/d 3= grootte, of kleiner
Ster yd 2C grootte.
Ster 1= gr,
TIG Melkweg
Wettelijk ingeschreven bij het
Bureau v/d Industrieelen
Eigendom onder No.
6 4 2 2 2
EERSTE KV.
©"VOLLE MAAN
d LAATSTE KV&SïlHï
NIEUWE HAAN
mui)
VENUS
MAKS
JUPITER Q)
SMTJBtNUS
Sterretijd 11 h 13 min.
In drukletters vermeld zijn de namen
van de sterrebeelden; de eigennamen
van een aantal der helderste sterren
Zeer vreemd is de rol, die de twee
Utrechtsche rechercheurs Van Cooten
en Bleijenberg hebben gespeeld. Zij
waren belast met het allereerste onder
zoek. Johanknegt, de detective, die
vóór alles uit was, op het terugbrengen
van het goed stelde zich met dit twee
tal in verbinding. Truow brachten ziji aan
J. verslag uit van hun ervaringen en
Johanknegt maakte dankbaar gebruik
van deze officieele speurders. Zij spra
ken zichzelf herhaaldelijk tegen, zoo
dat men vermoedde, dat zij door On
nes zijn omgekocht, weshalve de offi
cier tenslotte een vervolging wegens
meineed tegen hen heeft ingesteld.
Zooals gezegd, is gisteren op den
29sten zittingsdag de officier van
justitie eindelijk aan het woord geko
men. In een uitvoerig requisitoir conclu
deerde mr. Van Dullemen, dat Onnes
van Nijenrode werkelijk schuldig moet
worden geacht. Spr. was overtuigd, dat
het verweer van verdachte, als zou Ko
ning de inbraak op eigen houtje in scène
gezet hebben, niet opgaat. Tenslotte
eischte de officier tegen Onnes, wegens
oplichting, 2 jaar en 6 maanden gevan
genisstraf met aftrek van 8 maanden
voorarrest.
Zooals een advertentie in dit num
mer aankondigt, wordt Vrijdag a.s. de
inschrijving opengesteld op een 4/4 pel.
obligatie-leening van 10 millioen gulen
der gemeente Amsterdam, in stukken
van 1000 en 500, tot den koers van
98%'pCt.
VAN EEN BLIJDEN MENEER, EEN
BOOZEN INSPECTEUR EN EEN VOL
DANE AGENT. Met looden trappers
was de meneer naar het politiebureau
aan den Bergsingel te Rotterdam
getrapt, want zijn gemoed was zeer be
zwaard, meldt de „N, Rott. Crt, Im
mers den dag tevoren was een agent
aan zijn woning gekomen, met de mede-
deeling, dat hij op het bureau moest ko
men, teneinde te worden gehoord, als
verdachte in een zaak betreffende
valschheid in geschrifte. Weliswaar was
zijn geweten zuiver, maar een dergelijke
verplichte visite is toch niet aangenaam.
En het onaangename gevoel werd nog
sterker, toen de agent-portier hem ver
telde, dat hij zijn fiets maar in de fiet
senstalling op de binnenplaats van het
bureau moest zetten, want het kon wel
eens heel lang duren, vóór hij weer bui
ten kwam.
Maar ziet, al vrij spoedig had hij den
inspecteur van zijn oprechtheid kunnen
overtuigen en ongeveer een uur later
meldde hij zich opnieuw bij den agent
portier, met het verzoek, hem zijn fiets
terug te geven.
In het fietsenhok stonden vele fietsen,
maar de fiets van den meneer was er
niet bij, althans hij kon hem nergens vin
den. En weldra stond het heele bureau
op stelten. Diefstal van een fiets uit de
fietsenbewaarplaats van een politiebu
reau dat was wel heel kras. De inspec
teur die den meneer had gehoord, leid
de persoonlijk het onderzoek naar de
vermiste fiets. Ieder, die in het bureau
aanwezig was, moest zijn fiets aanwij
zen. Toen bleef er één fiets over en dat
bleek bij nader inzien toch de fiets van
den meneer te zijn. Maar de fiets was
niet meer te herkennen. Toen hij kwam
was zij grijs van het stof, met bruine
roestvlekken, een piepend, krakend,
gammel kavalje van een fiets. En thans
stond hij daar glimmend, keurig gepoetst,
opgewreven, gesmeerd
zijn in schrijfletters geteekend.
Twee maantjes: 25 tusschen Leeuw en
Maagd; 28 nabij Jupiter en Spica.
De meneer vertrok op zijn mooie fiets,
blij met den goeden afloop en dankbaar
over de coulante behandeling, welke hij
had ondervonden. Die Rotterdamsche
politie was toch zoo kwaad nog niet.
De fietsen van de bezoekers gratis
schoon te maken en op te knappen.
Een prachtige service
Maar een paar straten verder reed
een inspecteur van politie, boos en mop
perend op een vuile fiets. Hij mopperde
omdat de agent, die hem beloofd had
zijn fiets even onder handen te nemen,
zijn belofte niet was nagekomen. En nog
een paar straten verder stond een agent
het verkeer ie regelen, met liet voldane
gevoel, dat hij straks op het bureau een
hartelijk dankwoord zou hooren van den
inspec'teur 'wiens fiets hij zoo keurig
had opgeknapt.
ARISCHE NONSENS EN NEDER-
LANDSCHE RONDBORSTIGHEID.
Een Rotterdammer wilde een adverten
tie in de Völkische Beobachter (Berlijn-
sche uitgaaf) plaatsen en het adverten
tiebureau welks bemiddeling hij daar
voor inriep, ontving een paar dagen na
de inzending een briefje van de centrale
uitgeverij „Zentralverlag" der N.S.D.A.P.
te Miinchen, waarvan de tweede alinea
luidde: „Voordat wij de advertentie
plaatsen, verzoeken wij u beleefd ons
uw lastgever vertrouwelijk te noemen
en ons te bevestigen dat deze van zui
ver arische afstamming is."
Het advertentiebureau heeft daarop
het volgende geantwoord: „Hebt u zich
soms vergist in de geografische ligging
van Rotterdam? Rotterdam ligt name
lijk in Nederland en wij vermoeden dat
u weet, dat wij in Nederland geen on
derscheid maken tusschen Ariërs en
niet-Ariërs. Hoe hebt u eigenlijk ge
meend, dat wij de afstamming van onzen
lastgever zouden moeten laten vaststel
len? Tot dusver hadden wij gedacht dat
men in Duitschland prijs stelt op buiten-
landsche klanten. Uit uw brief blijkt nu
evenwel het tegendeel. Als wij u een
'goeden raad mogen geven: schrijf dan
dergelijke brieven niet meer aan buiten-
landsche firma's, want waarlijk, men
denkt hier in Nederland anders, zoodat
u zich ten slotte slechts belachelijk
maakt." (N.R.C.)
Weer een geval.
Onder de leerlingen van de openba
re u.l.o.-school te Emmercompascuum,
doet zich een geval van besmetting met
tuberculose op groote schaal voor. Ge
bleken is, dat een van de meisjesleer
lingen van de eerste klas lijdster is
aan open tuberculose. Het ingestelde
onderzoek wees uit, dat van vijftig leer
lingen der eerste klasse elf negatief
reageerden, zoodat dus bijna veertig
kinderen besmet zijn, van wie onge
veer twintig reeds in die mate door de
ziekte zijn aangetast, dat zij den laat-
sten tijd de school niet meer hebben
kunnen bezoeken.
Maandagavond is naar de N. R. C.
meldt, een vergadering gehouden van
de ouders van de leerlingen van de be
trokken klasse met het personeel van
de school, den schoolarts dr. G. Groe-
neveld te Emmen en den wethouder
van onderwijs. In deze vergadering Is
de vraag besproken, wie verantwoor
delijk is voor de te maken kosten van
onderzoek en herstel.
Wethouder Sibon deelde mede, dat
aanvankelijk het gemeentebestuur niet
genegen was zich voor deze kosten
aansprakelijk te stellen. Na uitvoerige
besprekingen is men in zooverre tot
overeenstemming gekomen, dat wet
houder Sibon betaling voor gemeente
rekening van de kosten van onderzoek
der minvermogende leden voorloopig
aanvaardde.
Van de zijde van het personeel werd