HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets. Stabiliseer Uw inkomen Lijfrente-Polis BINNENLAND. LEVENSVE R Z E K E RIN G-B A N K DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 7 APRIL 1934. No. 82. DE COMMERCIE COMPAGNIE IN MIDDELBURG. ROTTERDAM door een. .Nationale" FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. Briefgeschrief tusschen Jewannes uut Walchere Jan de Smid uut Goesche Land. en m door Dr. A. WISSE. Ik weet niet, of voor een geboren Middelburger de vroegere grootheid van zijn stad zoo sterk spreekt als voor den vreemde ing, hier genomen in rui meren en engerpn zin Een feit is 't, dat bij een wandeling door de Zeeuwsche hoofdstad ieder bezoeker uit den vreem de 6teeds wordt getroffen door de sta tige voornaamheid van de oude patrici sche huizen in bijna alle deelen van de oude stad. Onwillekeurig rijst bij hem de vraag: Op welke wijze zijn de bouwers en bewoners van die huizen, die op de Amsterdamsche grachten geen slecht fi guur zouden geslagen hebben, in 't bezit gekomen van de toch groot kapitalen, waarover zij ongetwijfeld hebben moe ten kunnen beschikken. Nog sterker dringt die vraag zich op, wanneer men z:et, dat in vele gevels een jaartal te vinden is uit de eerste helft van de 18e eeuw, een tijd, waarvan bekend is. dat de bloeitijd van Zeeland en zijn hoofd stad reeds sterk aan het voorbijgaan is. Zeker kan het grondbezit niet zoo groot voordeel hebben opgeleverd, immers ook in Zeeland kwam het ..steken van de spade" niet zelden voor. De oorzaak moet dus elders worden gezocht en wel ïn de kaapvaart. De militaire hoogconjunctuur in het beg n van de 18e eeuw, was voor ons land in zijn geheel genomen een ruïne, voor Zeeland en speciaal voor Middel burg was het een gouden tijd Als bij Resolutie van 31 Mei 1697 de Commis sievaart wordt aangemoedigd, wordt het geliefde handwerk der Zeeuwen weer met succes beoefend. Kapen" klinkt echter wat onaangenaam en daarom wordt het bedrijf liever betiteld met: „▼rije Nering". Deze „vrije nering" nu bracht schatten in het land. In 1703 b.v. voeren uit Middelburg en Vlissingen 47 kaapvaarders uit met een bemanning van 6667 koppen en bewapend met 1004 stukken geschut en zooveel schepen werden buitgemaakt, dat aan de Staten Generaal werd verzocht een oorlogs schip ter beschikking te willen stellen teneinde de prijzen uit de havens van Plymouth en Falmouth, waar zij voor- loopig waren opgeborgen, naar het Va derland te begeleiden In 1707 werd al leen te Middelburg voor 630.000 gld. aan veroverde koopwaar verkocht en be taalde de Admiraliteit van Zeeland in 14 dagen de som van f 158.000 aan premies voor veroverde Schepen. Zelfs de bewoners van Zoutelande werden door de winsten van de Vrije Nering aangestoken. Zij reedden een schip en smaakten het genoegen ver scheiden prijzen te maken. Het is niet de bedoeling een opsom ming te geven van de winsten, die wer den gemaakt, wèl mee te deelen hoe de ze winsten werden besteed. In de eer ste plaats ligt het vermoeden voor de hand, dat bouwen of verbouwen van de zooeven genoemde huizen niet vreemd is aan de gemaakte winsten. Er was echter meer kapitaal voorhanden en daarvoor moest emplooi gezocht wor den. Daarom werd opgericht in 1720 de „Commercie Compagnie", een handels genootschap, dat zeker bij ouden van da gen in Middelburg nog bekend is, zij hel dan ook in den vorm van een scheeps timmerwerf. De vroegere Middelburgers pakten de zak®n onmiddellijk flink aan. Uit een „Lijste van Inteykening in d'Compagnie van Commercie binnen Middelburg ge daan op den 25en July 1720 en de vol gende dagen" blijkt, dat er voor de zaak groote belangstelling bestond. Als op 26 Augs. d.a.v, de lijst wordt gesloten, is door 587 inschrijvers, waarvan het grootste deel te Middelburg woont, in- de Jonge: Geschied, v/h. Ned. Zee wezen. geschreven voor een bedrag van 5 mil- lioen gulden. Dat 't een echt Middel- burgsche Onderneming was, blijkt wel uit de namen van deelnemers en be- sluurderen. Schorer, Radermacker, Kap- peyne, Hurgrogne, Van Doorn,, De Mees ter, De Brauw. Van de Putte, Van Huyen, De meeste deelnemers teeken den voor sommen van 1000 tot 2000 pond V.aamsch (f 6000—f 12000) welke som men echter niet geheel gestort werden, vermoedelijk doordat sommige inteeke- kenaren gevoelige verliezen hadden ge leden door deelname in de z.g. bobbel- compagniëen die als paddestoelen uit den grond verrezen. De Vroedschap van Middelburg toon de haar belangstelling door als gedele geerd lid in het Bestuur der Compagnie te benoemen den burgemeester Willem van Citters. In het Reglement der Compagnie was de bepaling opgenomen, dat alle sche pen, indien dat ook maar eenigszins mo ge.ijk was, te Middelburg moesten wor den uitgerust en zoo zien wij de Com pagnie aankoopen een scheepstimmer werf, die heeft bestaan tot 1889 en mo gelijk onder een anderen naam of vorm nu nog bestaat. Het was voor neringdoend Middelburg geen onbelangrijke zaak, deze Compag nie. Duizenden guldens werden uitbe- taald aan werkloon op de werf, aan ver voer van goederen en tienduizenden aan leveranties voor de cargazoenen. Bij het nalezen van de lotgevallen van de C.Cie. treft ons één zaak: hel ont breken van een bepaald doel van den handel; in de notulen wordt steeds ver meld, dat een schip gereed is tot vertrek en dan beslissen Directeuren waarheen de reis zal zijn. We zien dan handelen op Oost- en Middellandsche Zee, op Spanje en Frankrijk en zelfs, doch men had blijkbaar respect voor „de Turken" alias Barbarijsche roovers op Genua en Livorno. Eerst in 1730 komt er een zekere lijn in de handels onderneming; den 8en Augustus van dat jaar krijgen alle Nederlanders verlof om tegen recognitie te handelen op de be zittingen van de W.I.C. op de kust van Afrika en nu is het de C.C., die hiervan 'n druk gebruik maken. Zij ruilt dan al lerlei waren in geen snuisterijen, want de slavenhandelaars kenden reeds te goed de waarde van hun koopwaar tegen slaven en brengt die naar de West-Indische koloniën. De zaken ver- loopen intusschen niet gunstig voor de C.C want deverliezen zijn groot, en bedragen reeds in 1728 een som van f 250.000, De oorzaken daarvan moeten gezocht worden in het nemen door zee- roovers en in, de oneerlijkheid van de bemanning van de schepen. Speciaal de kapiteins maken zich aan fraude schul dig en de regeering van Middelburg helpt de C.C. om aan die „pooksteke- rijen" een eind te maken, tracht dat al thans te doen Behalve bovenstaande moeilijkheden heeft de C.C. ook nog onaangenaamhe den van anderen aard. Er zijn in Middel burg meestal geen matrozen te bekomen, althans niet voldoende, zoodat de C.C. zich dikwijls moet wenden tot haar agenten in Amsterdam. En zijn de daar aangemonsterde matrozen eenmaal in Middelburg, dan wenschen zij soms on der het aanvoeren van allerlei voor wendsels niet uit te varen. Een voor beeld van dien aard geeft 't gebeurde met de Don Carlos in 1724, waarvan de pas aangeworven bemanning in vrijwel volmaakt oproer komt, En wat doen H.H Directeuren? Zij bieden hun oproerige Als voorbeeld van de groote hoeveel heden koopwaar door 1 schip der C.C. aan boord genomen zie men bijlage I van ..De Commercie Compagnie te Middel burg" door A Wisse, uitgegeven in 1933, ATIONAL (Ingez. Med.J bemanning „om hun eenigszins tegemoet te komen voor het lange liggen op 't vlakke" per persoon 2 pond tabak aan en vertrouwen, dat de muiters daarmee tevreden zullen zijn. Echter Directeuren worden in hun vertrouwen beschaamd, want de muiterij wordt erger en zij „roe pen in groote confusie meest alle te sa men „geld, geld moet er zijn". Verschei dene keeren vergaderen Directeuren over deze zaak en eindelijk is de Don Carlos toch vertrokken. Het resultaat van de onderhandelingen is helaas niet in de notulen opgenomen. Dat het voedsel aan boord van de schepen der C.C. wèl stevige kost was, doch niet altijd eer ste kwaliteit bleef, blijkt o.a. uit de scheepsjournalen. In 1750 vaart uit „de Afrikaansche galei" met een bemanning van 27 koppen; daarvoor wordt o.a. meegenomen 6000 pond brood. Dit biedt blijkbaar geen weerstand aan 't warme klimaat van de kust Guinee, want op 17 Aug noteert de kapitein: „Ontgonne vat 17: bedorve". Dit blijkt echter geen reden te zijn om 't niet te consumeeren want 11 Sept. d a.v. „valt vat 16 leeg". Intusschen is er onder de bemanning een ziekte uitgebroken, die 4 harer le den het leven kost. Of het „bedorve vat" daar mogelijk eenige schuld aan heeft? DE GEBOORTESTATISTIEK. In het Zuiden is het geboorte cijfer verreweg 't hoogst. Verschenen is een statistisch overzicht 1933 van de huwelijken, geboorten en sterfte der bevolking in Nederland. Wij laten hier een overzicht volgen van het aantal levend geborenen in 1933 per 1000 inwoners: Einhoven 29.0; Bergen op Zoom 20.1; Breda 20.1; Helmond 27.8; Den Bosch 23.8; Roosendaal 21.3; Tilburg 24.2; Arnhem 17.1; Nijmegen 20.0; Den Haag 16.0; Leiden 17.4; Rotterdam 16.8; Schie dam 20.3; Amsterdam 15.4; Haarlem 17,1; Helder 24.3; Hilversum 18.7; Zaan dam 17.9; Vlissingen 15.2; Amersfoort 19.6; Utrecht 17.7; Leeuwarden 17.8; En schede 15.8; Hengelo 19,5; Groningen 17.5; Emmen 28.7; Heerlen 23.6; Maastricht 21.3; Venlo 21.9. Het gemiddelde van steden van meer dan 100,000 inwoners bedraagt 16.2; van steden van 50.000 tot 100.000 20 4; van 20.000—50.000 20.7; van 5000—20.000 23,3; van 5000 en minder 23.5. Het provinciaal geboorte gemiddelde bedraagt per 1000 inwoners als volgt: Noord-Brabant 27.1; Limburg 25.6; Drenthe 24.2; Overijssel 21.9; Gelder land 21,4; Friesland 20.3; Utrecht 20.2; Groningen 19.3; Zuid-Holland 18.8; Zee land 17.9; Noord-Holland 17.8; het Rijks gemiddelde bedraagt alzoo 20,8. Weinig gunstige beursbalans voor het eerste kwartaal De nieuwe Nederlandsche staats- leening Geringe kooplust op de aandeelen-markt. Verde re inkrimping van de Java-sui- kercultuur. Wanneer men, aan het eind van het eerste kwartaal van het nieuwe jaar, de balans voor de fondsenmarkt opmaakt, dan ziet men, dat deze een weinig gun stig beeld vertoont. Slechts bij uitzon dering kon een belangrijk deel van de koerswinst, die gedurende een korte periode van opleving werd behaald, worden gehandhaafd. In vele gevallen daarentegen bewegen de noteeringen zich om en nabij het laagste punt, dat in dit jaar werd bereikt. Om ons tot en kele van de leidende fondsen der Am sterdamsche beurs te bepalen, noemen wij aandeelen Philips', die van een hoog ste noteering van 261 pet. in den loop van dit jaar weer terug zijn ge vallen tot 241 pet. einde Maart. Unile ver, die van 92% pet. tot 77% pet. in zakten. Nederlandsche Ford, die van 174% pet. tot 159% pet. daalden en vooral ook Koninklijke Petroleum die van 181% pet. weer terugliepen tot 162% pet. Hiertegenover staan als en kele uitzonderingen fondsen, welke vooral speculatieve belangstelling heb ben getrokken en die, hoewel in den jongsten tijd die belangstelling eenigs zins geluwd is, zich nog altijd op een aanmerkelijk hooger niveau bewegen dan in het begin van dit jaar. Dit geldt b.v. voor Aku, die van 30 pet. op 42% pet. kwamen, Redjang Lebpng die van 116% pet. tot 165 pet. ste^enf-ma tijde lijk zelfs 192% pet. te hebben*genoteerd. Aan het algemeene aspect van de markt, zooals dit in het koersverloop van de hierboven genoemde leidende fondsen tot uiting komt, brengt dit ech ter weinig verandering. Ook wan neer men de koersontwikkeling van de Indische cultuurwaarden beziet, krijgt men denzelfden indruk van de stem ming, die de beurs in de eerste drie maanden van dit jaar heeft beheerscht, nl. een tijdelijk optimisme, gevolgd door een nieuwe, meer of minder scherpe inzinking. Op de Amsterdamsche obligatiemarkt heeft de flauwe stemming, die de dol lar in den jongsten tijd weer aan den dag heeft gelegd, zich weerspiegeld in een toenemende terughouding voor dollar- obligatiën. Duitsche leeningen bleven eveneens gedrukt, wegens de pessimisti sche verwachtingen ten aanzien van de nieuwe transferbepalingen. Daarentegen waren binnenlandsche beleggingswaar den aan den vasten kant. De aankondi ging van de nieuwe Nederlandsche staatsleening heeft een goeden invloed (Ing. Med.) Middelburg, April 1934. Goeie vriend Jan! Wat ei je noe toch wi nae m'n arte geschreve, to enje 't ao over da paere- spil ml wilde beesten. Zeker, een mensch is eêre en meêster over de scheppienge, (zie 't mè nae in sallem achte) mer ié ei 't recht nie om de beesten misselijke kunsjes te laete doe. En dat 'ndaer een edel, braof beest, as een paerd toch is, vö gebruukt, is een groote schande, 'k Zou zukke kaerels, die een paerd op z'n achterste poöten laete loópe, vö straf wel is een eêle weke op ulder an- den en voeten wille laete krupe. En weet je, waerom da sommigste men- schen 't zö mooi vinde, dat er een vent tuaschen leeuwen of andere beesten krnupt? Omda ze dan zö lekker kunne griezele. En 't is nooit mooi genoeg. Dae bin d'er al is geweest, die in een kooie mi leeuwen zaete te kaorten mit een flessche wien d'er bie. En dae was ook is een vrommes, die in zö'n kooie stoeng te blaeren, terwiel d'er een ander op een pieano speelde. De leeuwen zaete d'er rond en één zat er boven o pde pieano. Mè 't oört eigentlijk pas eêl mooi, as een leeuw d'er is één een op- mep geeft. Dan ried de kouwe langst de kiekers ulder rik. 'k Durreve zegge, dat degene, „die de konienk van de dieren en 't edele paerd toet pieassen verne dert, zelleverst laoge gezoenke bin. 'k E m'n zeien ook al is gezeid over de dwaeseid van een eêleboel menschen, die de mieletaere kleêdienge, of wat er op trekt, voo de mooiste ouwe van aol. As jie dienkt, dat de menschen schoef zullen oöre om deu 't Goesche land te rien, omdat dae zövee juun leit te stien- ken, moe 'k je toch zegge, dat 't ier en daer nog vee erreger stienkt. Joen, Jan, as 't er in Frankriek zö af en toe is een deksel losgevreêkt oört, wat komt er dan een bederf voo den dag. Mè 'geen Farriezeeuwschen oögmoed,' Jan. Daer is ook ier vee, da ze mè liever bedekt ouwe. Wat dienk je, Jan, zou de geschiedenisse mit dien gmneraol in Zutfen ook gin stank geve? A 'k 't goed begrepèn is rood ook a nie de kleur die bederf tegenoudt. Je zü wè net as ons geluusterd toen d'er deu de raodieo van de begrae- fenisse van de Koneginne-Moeder ver teld wier. Uut 't gene, da me toen oörde: uut 't klokkegeluu en 't kanongebulder en uut de beschrievienge van aol de praol en de pracht was 't ons dudelijk, dat er een oöge Vrouwe nae d'er leste rusplaese gebrocht wier. 't Moet vee indruk gemaekt en die 't gezien zü 't wè nooit vergete, Mè, wat nae mien meênienge, vöraol nie mag vergeten oöre, is, dat de Koneginne vee vriende lijke barremartigeid getoond eit tegen óver aolderlei leêd. Om 't mè kort te zeien: Ze was goed. En da 's d'oögste eêretietel, wan, Jan, laete me 't nooit vergete: goed is meer as groot. En nae mien meênienge zul' aol degene, die de naegedachtenisse van de Koneginne- Moeder willen eêre, dat nie beter kunne doe dan deur ze te volgen mit aolderlei werreken van barremartigeid. In aolen eenvoud en stilte gaen ze dan ook een koninklijken weg, al is 't soms langst een vulen trap. 's Weunsdags voo Paesche liep 'k zoo'n bitje deu de stad te dwarrelen en zö kwam 'k net op 't Meulewaeter, toen d'er een eêleboel guus kurstanjeboom- pjes zouwe gae plante. Ze stapte mit ul der schoppen, of 't angenome werk was, oör. Ze schepte d'aerde in de pitten, da sommigste d'er piene in ulder rik van aode. Noe moe je voraol nie dienke, Jan, dat dat gebeurde om daedeur 't loon an ienkelde errebeijers uut té zu- nigen. Neê, dat ao een ander doel. Kiek, Jan, dae zit, zö a je ook wè weet, een lillijke rinneweergeest in de guus. En daerom moe je bie een gelaoje kurstan- jeboöm ook mè geen knippels legge. Je moet de guus nie in verzoekienge brien- ge. Mè daemee bi j'er toch nog nie, oör, wan dö zien m'en ongelukkig genoeg mer aol te dudelijk an d'afgesnokte tak ken, blaeren en blommen in de plan soenen. Mè noe gienge d'er een eêle troep eêren en daomse van de stellienge uut, da je voo dagene, da je zelf geplant eit, ook za wille zurrege. En daerom mochte noe de guus zelf plante, begriep je. En anpursant wier d'er een linde boom geplant toet een gedachtenisse, da flee jaere de fiesebond fuuftig jaer be- stieng. Aolderlei gröoteid mochte daer ielk een paer schepjes aerde vor in de pit gooie.... 't Gieng vreêd andig mit ulder dikke jassen an, mè dan van ach terom, oör. 't Meerendeel kan beter mit ulder mond dan mit een schöppe wer- reke. Ze bin ook nog ungepottereteerd en je moe ze mer is in „Ons Zeeland" zoeke. 'k Von 't wè spietig, dü de schop pen nie vastieuwe. Noe kü je toch eigentlijk nie goed zie, wat er gebeurt. op de markt gehad, ondanks het feit, dat het groote bedrag van f 900 millioen in eens wordt uitgegeven, terwijl men veel al verwacht had. dat de conversie-trans actie bij gedeelten zou worden uitge voerd. Ongetwijfeld zou er iets voor le zeggen zijn geweest, om de markt niet te overladen door uitgifte van het bedrag ineens, dat de capaciteit van onze kapi taalmarkt wellicht iets te boven gaal'. De regeering zal echter vermoedelijk hebben overwogen, dat bij de tegen woordige positie van de beleggingsmarkt voor houders van de aflosbaar gestelde staatsobligatiën weinig keus overblijft, wanneer het gaat om belegging der vrij gekomen middelen in gelijkwaardige fondsen. Bovendien is er rekening mede te houden, dat van het a pari uit te ge ven bedrag van f 900 millioen de deel neming verzekerd is tot een bedrag van i 230 millioen, natuurlijk grootendeels uit de portefeuille der Rijksfondsen (Pensioen-Verzekeringsfonds enz.) Onder deze omstandigheden werden de voor uitzichten van de conversie-operatie gunstig beoordeeld. Waar de belangstelling voornamelijk op de obligatiemarkt was geconcen treerd, bleef de kooplust op de aandee- lenmarkt in de afgeloopen week bin nen beperkte grenzen. De grondstem ming was vrij gunstig, maar de koersen gaven slechts weinig verandering te zien. Een goeden indruk maakte 't jaar verslag van de Rotterdamsche Droog dok Mij., die een belangrijk grootere winst blijkt te hebben geboekt dan in het voorafgaande jaar en haar dividend van 2% tot 3% pCt. kan verhoogen, na aanzienlijke afschrijvingen. Dit wekt de hoop op, dat ook andere Nederland sche ondernemingen zich door bezuini gingen en rationalisatie van het bedrijf geleidelijk aan de verhoudingen öp de wereldmarkt zullen Wéten aan te passen. Aandeelen Philips', Unilever enz. kon den een paar percent in koers verbe teren, doch de handel bleef van beperk ten omvang. Hetzelfde geldt voor aan deelen Koninklijke Petroleum. Suiker- aandeelen waren tamelijk goed prijs houdend, hoewel de meeningen over de vooruitzichten van deze cultuur nog pessimistisch blijven. Zoo komt de „Ja- vabode" op grond van een bij deskun digen ingesteld onderzoek tot de con clusie, dat een aantal suikerfabrieken öp Java zal moeten verdwijnen, aange zien de productie-potentie der uitgege ven concessies en gebouwde fabrieks- installaties veel te groot is voor den mogelijk geachten afzet van het Java- product. Op welk niveau men de pro ductie zal hebben in te stellen, n.l. of het één millioen of twee millioen per jaar zal zijn, is niet met zekerheid te zeggen. Met het oog op de beperkte afzetmogelijkheden in de verschillende Aziatische landen is de meerderheid er echter van overtuigd, dat het dichter bij de één millioen dan bij de twee mil lioen zal liggen. Wanneer men weet dat de reeds zoo sterk ingekrompen productie van 1932 nog 2.600.000 ton heeft bedragen, krijgt men eenig denk beeld van de ingrijpende wijze, waarop de Java-suikercultuur zich aan de nieu we verhoudingen zal hebben aan te passen. In overeenstemming met de geringe Je begriept, da 'k de boómen nog graog groot za zie. Ei jie ook geleze, oe dat er een alle- vegaoren domenie in Amerikao en ien kelde van z'n gemeente ulder eige oefe- ne om den biebel zö gauw meugelijk te lezen? Ie zelf kon eêl d'Openbaerienge a binnen een ure afraffele. Zö zie je, wi, Jan, dat de gekken nie aol opgeslo ten oöre. Nae mien meênienge komt 't nie te pas, dat ér zukke dwaeseden mit den biebel uug'aeld oöre. As t'er men schen bin, die vinde, dat 't mooi staet om te lezen net asof 't as waeter deur een gootje" loopt, ide moete dan mè dwaeze boeken om 't gauwst afraffele. Mè van biebelmisbruuk gesproke, wis jie wè, Jan, da ze vroeger den biebel gebruukten om in de toekomst te kunne kieke? Dan liete ze den biebel zö mer openvalle en dan liete ze blindeliengs ulder viengers over den open biebel gae en dae ze dan opieuwe, stoeng 't god delijk antwoord op ulder vraege. Vin je, zü 'k biegeloof nie schandaolig? 't Is eigentlijk nie om g'looven, ee? Mè 't' staet eerelijk te lezen in „de bevindinge van de werkinge des H. Geestes" deu Van Belzen. De groetenisse van Jikkemien en van je goeie vriend, Jewannes.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 9