HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets.
Stabiliseer Uw inkomen
Lijfrente-Polis
BINNENLAND.
LEVENSVE R Z E K E RIN G-B A N K
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 7 APRIL 1934.
No. 82.
DE COMMERCIE COMPAGNIE IN
MIDDELBURG.
ROTTERDAM
door een.
.Nationale"
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
Briefgeschrief tusschen Jewannes uut Walchere
Jan de Smid uut Goesche Land.
en
m
door
Dr. A. WISSE.
Ik weet niet, of voor een geboren
Middelburger de vroegere grootheid
van zijn stad zoo sterk spreekt als voor
den vreemde ing, hier genomen in rui
meren en engerpn zin Een feit is 't, dat
bij een wandeling door de Zeeuwsche
hoofdstad ieder bezoeker uit den vreem
de 6teeds wordt getroffen door de sta
tige voornaamheid van de oude patrici
sche huizen in bijna alle deelen van de
oude stad. Onwillekeurig rijst bij hem
de vraag: Op welke wijze zijn de bouwers
en bewoners van die huizen, die op de
Amsterdamsche grachten geen slecht fi
guur zouden geslagen hebben, in 't bezit
gekomen van de toch groot kapitalen,
waarover zij ongetwijfeld hebben moe
ten kunnen beschikken. Nog sterker
dringt die vraag zich op, wanneer men
z:et, dat in vele gevels een jaartal te
vinden is uit de eerste helft van de 18e
eeuw, een tijd, waarvan bekend is. dat
de bloeitijd van Zeeland en zijn hoofd
stad reeds sterk aan het voorbijgaan is.
Zeker kan het grondbezit niet zoo groot
voordeel hebben opgeleverd, immers ook
in Zeeland kwam het ..steken van de
spade" niet zelden voor. De oorzaak
moet dus elders worden gezocht en wel
ïn de kaapvaart.
De militaire hoogconjunctuur in het
beg n van de 18e eeuw, was voor ons
land in zijn geheel genomen een ruïne,
voor Zeeland en speciaal voor Middel
burg was het een gouden tijd Als bij
Resolutie van 31 Mei 1697 de Commis
sievaart wordt aangemoedigd, wordt het
geliefde handwerk der Zeeuwen weer
met succes beoefend. Kapen" klinkt
echter wat onaangenaam en daarom
wordt het bedrijf liever betiteld met:
„▼rije Nering". Deze „vrije nering" nu
bracht schatten in het land. In 1703 b.v.
voeren uit Middelburg en Vlissingen 47
kaapvaarders uit met een bemanning
van 6667 koppen en bewapend met 1004
stukken geschut en zooveel schepen
werden buitgemaakt, dat aan de Staten
Generaal werd verzocht een oorlogs
schip ter beschikking te willen stellen
teneinde de prijzen uit de havens van
Plymouth en Falmouth, waar zij voor-
loopig waren opgeborgen, naar het Va
derland te begeleiden In 1707 werd al
leen te Middelburg voor 630.000 gld. aan
veroverde koopwaar verkocht en be
taalde de Admiraliteit van Zeeland in 14
dagen de som van f 158.000 aan premies
voor veroverde Schepen.
Zelfs de bewoners van Zoutelande
werden door de winsten van de Vrije
Nering aangestoken. Zij reedden een
schip en smaakten het genoegen ver
scheiden prijzen te maken.
Het is niet de bedoeling een opsom
ming te geven van de winsten, die wer
den gemaakt, wèl mee te deelen hoe de
ze winsten werden besteed. In de eer
ste plaats ligt het vermoeden voor de
hand, dat bouwen of verbouwen van de
zooeven genoemde huizen niet vreemd
is aan de gemaakte winsten. Er was
echter meer kapitaal voorhanden en
daarvoor moest emplooi gezocht wor
den. Daarom werd opgericht in 1720 de
„Commercie Compagnie", een handels
genootschap, dat zeker bij ouden van da
gen in Middelburg nog bekend is, zij hel
dan ook in den vorm van een scheeps
timmerwerf.
De vroegere Middelburgers pakten de
zak®n onmiddellijk flink aan. Uit een
„Lijste van Inteykening in d'Compagnie
van Commercie binnen Middelburg ge
daan op den 25en July 1720 en de vol
gende dagen" blijkt, dat er voor de zaak
groote belangstelling bestond. Als op 26
Augs. d.a.v, de lijst wordt gesloten, is
door 587 inschrijvers, waarvan het
grootste deel te Middelburg woont, in-
de Jonge: Geschied, v/h. Ned. Zee
wezen.
geschreven voor een bedrag van 5 mil-
lioen gulden. Dat 't een echt Middel-
burgsche Onderneming was, blijkt wel
uit de namen van deelnemers en be-
sluurderen. Schorer, Radermacker, Kap-
peyne, Hurgrogne, Van Doorn,, De Mees
ter, De Brauw. Van de Putte, Van
Huyen, De meeste deelnemers teeken
den voor sommen van 1000 tot 2000 pond
V.aamsch (f 6000—f 12000) welke som
men echter niet geheel gestort werden,
vermoedelijk doordat sommige inteeke-
kenaren gevoelige verliezen hadden ge
leden door deelname in de z.g. bobbel-
compagniëen die als paddestoelen uit
den grond verrezen.
De Vroedschap van Middelburg toon
de haar belangstelling door als gedele
geerd lid in het Bestuur der Compagnie
te benoemen den burgemeester Willem
van Citters.
In het Reglement der Compagnie was
de bepaling opgenomen, dat alle sche
pen, indien dat ook maar eenigszins mo
ge.ijk was, te Middelburg moesten wor
den uitgerust en zoo zien wij de Com
pagnie aankoopen een scheepstimmer
werf, die heeft bestaan tot 1889 en mo
gelijk onder een anderen naam of vorm
nu nog bestaat.
Het was voor neringdoend Middelburg
geen onbelangrijke zaak, deze Compag
nie. Duizenden guldens werden uitbe-
taald aan werkloon op de werf, aan ver
voer van goederen en tienduizenden aan
leveranties voor de cargazoenen.
Bij het nalezen van de lotgevallen van
de C.Cie. treft ons één zaak: hel ont
breken van een bepaald doel van den
handel; in de notulen wordt steeds ver
meld, dat een schip gereed is tot vertrek
en dan beslissen Directeuren waarheen
de reis zal zijn. We zien dan handelen
op Oost- en Middellandsche Zee, op
Spanje en Frankrijk en zelfs, doch
men had blijkbaar respect voor „de
Turken" alias Barbarijsche roovers
op Genua en Livorno. Eerst in 1730
komt er een zekere lijn in de handels
onderneming; den 8en Augustus van dat
jaar krijgen alle Nederlanders verlof om
tegen recognitie te handelen op de be
zittingen van de W.I.C. op de kust van
Afrika en nu is het de C.C., die hiervan
'n druk gebruik maken. Zij ruilt dan al
lerlei waren in geen snuisterijen, want
de slavenhandelaars kenden reeds te
goed de waarde van hun koopwaar
tegen slaven en brengt die naar de
West-Indische koloniën. De zaken ver-
loopen intusschen niet gunstig voor de
C.C want deverliezen zijn groot, en
bedragen reeds in 1728 een som van
f 250.000, De oorzaken daarvan moeten
gezocht worden in het nemen door zee-
roovers en in, de oneerlijkheid van de
bemanning van de schepen. Speciaal de
kapiteins maken zich aan fraude schul
dig en de regeering van Middelburg
helpt de C.C. om aan die „pooksteke-
rijen" een eind te maken, tracht dat al
thans te doen
Behalve bovenstaande moeilijkheden
heeft de C.C. ook nog onaangenaamhe
den van anderen aard. Er zijn in Middel
burg meestal geen matrozen te bekomen,
althans niet voldoende, zoodat de C.C.
zich dikwijls moet wenden tot haar
agenten in Amsterdam. En zijn de daar
aangemonsterde matrozen eenmaal in
Middelburg, dan wenschen zij soms on
der het aanvoeren van allerlei voor
wendsels niet uit te varen. Een voor
beeld van dien aard geeft 't gebeurde
met de Don Carlos in 1724, waarvan de
pas aangeworven bemanning in vrijwel
volmaakt oproer komt, En wat doen H.H
Directeuren? Zij bieden hun oproerige
Als voorbeeld van de groote hoeveel
heden koopwaar door 1 schip der C.C.
aan boord genomen zie men bijlage I van
..De Commercie Compagnie te Middel
burg" door A Wisse, uitgegeven in 1933,
ATIONAL
(Ingez. Med.J
bemanning „om hun eenigszins tegemoet
te komen voor het lange liggen op 't
vlakke" per persoon 2 pond tabak aan
en vertrouwen, dat de muiters daarmee
tevreden zullen zijn. Echter Directeuren
worden in hun vertrouwen beschaamd,
want de muiterij wordt erger en zij „roe
pen in groote confusie meest alle te sa
men „geld, geld moet er zijn". Verschei
dene keeren vergaderen Directeuren over
deze zaak en eindelijk is de Don Carlos
toch vertrokken. Het resultaat van de
onderhandelingen is helaas niet in de
notulen opgenomen. Dat het voedsel
aan boord van de schepen der C.C. wèl
stevige kost was, doch niet altijd eer
ste kwaliteit bleef, blijkt o.a. uit de
scheepsjournalen. In 1750 vaart uit „de
Afrikaansche galei" met een bemanning
van 27 koppen; daarvoor wordt o.a.
meegenomen 6000 pond brood. Dit biedt
blijkbaar geen weerstand aan 't warme
klimaat van de kust Guinee, want op
17 Aug noteert de kapitein: „Ontgonne
vat 17: bedorve". Dit blijkt echter geen
reden te zijn om 't niet te consumeeren
want 11 Sept. d a.v. „valt vat 16 leeg".
Intusschen is er onder de bemanning
een ziekte uitgebroken, die 4 harer le
den het leven kost. Of het „bedorve vat"
daar mogelijk eenige schuld aan heeft?
DE GEBOORTESTATISTIEK.
In het Zuiden is het geboorte
cijfer verreweg 't hoogst.
Verschenen is een statistisch overzicht
1933 van de huwelijken, geboorten en
sterfte der bevolking in Nederland.
Wij laten hier een overzicht volgen
van het aantal levend geborenen in 1933
per 1000 inwoners:
Einhoven 29.0; Bergen op Zoom 20.1;
Breda 20.1; Helmond 27.8; Den Bosch
23.8; Roosendaal 21.3; Tilburg 24.2;
Arnhem 17.1; Nijmegen 20.0; Den Haag
16.0; Leiden 17.4; Rotterdam 16.8; Schie
dam 20.3; Amsterdam 15.4; Haarlem
17,1; Helder 24.3; Hilversum 18.7; Zaan
dam 17.9; Vlissingen 15.2; Amersfoort
19.6; Utrecht 17.7; Leeuwarden 17.8; En
schede 15.8; Hengelo 19,5; Groningen
17.5; Emmen 28.7; Heerlen 23.6;
Maastricht 21.3; Venlo 21.9.
Het gemiddelde van steden van meer
dan 100,000 inwoners bedraagt 16.2; van
steden van 50.000 tot 100.000 20 4; van
20.000—50.000 20.7; van 5000—20.000
23,3; van 5000 en minder 23.5.
Het provinciaal geboorte gemiddelde
bedraagt per 1000 inwoners als volgt:
Noord-Brabant 27.1; Limburg 25.6;
Drenthe 24.2; Overijssel 21.9; Gelder
land 21,4; Friesland 20.3; Utrecht 20.2;
Groningen 19.3; Zuid-Holland 18.8; Zee
land 17.9; Noord-Holland 17.8; het Rijks
gemiddelde bedraagt alzoo 20,8.
Weinig gunstige beursbalans
voor het eerste kwartaal De
nieuwe Nederlandsche staats-
leening Geringe kooplust op
de aandeelen-markt. Verde
re inkrimping van de Java-sui-
kercultuur.
Wanneer men, aan het eind van het
eerste kwartaal van het nieuwe jaar, de
balans voor de fondsenmarkt opmaakt,
dan ziet men, dat deze een weinig gun
stig beeld vertoont. Slechts bij uitzon
dering kon een belangrijk deel van de
koerswinst, die gedurende een korte
periode van opleving werd behaald,
worden gehandhaafd. In vele gevallen
daarentegen bewegen de noteeringen
zich om en nabij het laagste punt, dat
in dit jaar werd bereikt. Om ons tot en
kele van de leidende fondsen der Am
sterdamsche beurs te bepalen, noemen
wij aandeelen Philips', die van een hoog
ste noteering van 261 pet. in den
loop van dit jaar weer terug zijn ge
vallen tot 241 pet. einde Maart. Unile
ver, die van 92% pet. tot 77% pet. in
zakten. Nederlandsche Ford, die van
174% pet. tot 159% pet. daalden en
vooral ook Koninklijke Petroleum die
van 181% pet. weer terugliepen tot
162% pet. Hiertegenover staan als en
kele uitzonderingen fondsen, welke
vooral speculatieve belangstelling heb
ben getrokken en die, hoewel in den
jongsten tijd die belangstelling eenigs
zins geluwd is, zich nog altijd op een
aanmerkelijk hooger niveau bewegen
dan in het begin van dit jaar. Dit geldt
b.v. voor Aku, die van 30 pet. op 42%
pet. kwamen, Redjang Lebpng die van
116% pet. tot 165 pet. ste^enf-ma tijde
lijk zelfs 192% pet. te hebben*genoteerd.
Aan het algemeene aspect van de
markt, zooals dit in het koersverloop
van de hierboven genoemde leidende
fondsen tot uiting komt, brengt dit ech
ter weinig verandering. Ook wan
neer men de koersontwikkeling van de
Indische cultuurwaarden beziet, krijgt
men denzelfden indruk van de stem
ming, die de beurs in de eerste drie
maanden van dit jaar heeft beheerscht,
nl. een tijdelijk optimisme, gevolgd door
een nieuwe, meer of minder scherpe
inzinking.
Op de Amsterdamsche obligatiemarkt
heeft de flauwe stemming, die de dol
lar in den jongsten tijd weer aan den dag
heeft gelegd, zich weerspiegeld in een
toenemende terughouding voor dollar-
obligatiën. Duitsche leeningen bleven
eveneens gedrukt, wegens de pessimisti
sche verwachtingen ten aanzien van de
nieuwe transferbepalingen. Daarentegen
waren binnenlandsche beleggingswaar
den aan den vasten kant. De aankondi
ging van de nieuwe Nederlandsche
staatsleening heeft een goeden invloed
(Ing. Med.)
Middelburg, April 1934.
Goeie vriend Jan!
Wat ei je noe toch wi nae m'n arte
geschreve, to enje 't ao over da paere-
spil ml wilde beesten. Zeker, een mensch
is eêre en meêster over de scheppienge,
(zie 't mè nae in sallem achte) mer ié
ei 't recht nie om de beesten misselijke
kunsjes te laete doe. En dat 'ndaer een
edel, braof beest, as een paerd toch is,
vö gebruukt, is een groote schande, 'k
Zou zukke kaerels, die een paerd op
z'n achterste poöten laete loópe, vö
straf wel is een eêle weke op ulder an-
den en voeten wille laete krupe. En
weet je, waerom da sommigste men-
schen 't zö mooi vinde, dat er een vent
tuaschen leeuwen of andere beesten
krnupt? Omda ze dan zö lekker kunne
griezele. En 't is nooit mooi genoeg. Dae
bin d'er al is geweest, die in een kooie
mi leeuwen zaete te kaorten mit een
flessche wien d'er bie. En dae was ook
is een vrommes, die in zö'n kooie stoeng
te blaeren, terwiel d'er een ander op
een pieano speelde. De leeuwen zaete
d'er rond en één zat er boven o pde
pieano. Mè 't oört eigentlijk pas eêl
mooi, as een leeuw d'er is één een op-
mep geeft. Dan ried de kouwe langst de
kiekers ulder rik. 'k Durreve zegge, dat
degene, „die de konienk van de dieren
en 't edele paerd toet pieassen verne
dert, zelleverst laoge gezoenke bin.
'k E m'n zeien ook al is gezeid over
de dwaeseid van een eêleboel menschen,
die de mieletaere kleêdienge, of wat er
op trekt, voo de mooiste ouwe van aol.
As jie dienkt, dat de menschen schoef
zullen oöre om deu 't Goesche land te
rien, omdat dae zövee juun leit te stien-
ken, moe 'k je toch zegge, dat 't ier en
daer nog vee erreger stienkt. Joen, Jan,
as 't er in Frankriek zö af en toe is een
deksel losgevreêkt oört, wat komt er
dan een bederf voo den dag. Mè 'geen
Farriezeeuwschen oögmoed,' Jan.
Daer is ook ier vee, da ze mè liever
bedekt ouwe. Wat dienk je, Jan, zou de
geschiedenisse mit dien gmneraol in
Zutfen ook gin stank geve? A 'k 't goed
begrepèn is rood ook a nie de kleur
die bederf tegenoudt.
Je zü wè net as ons geluusterd
toen d'er deu de raodieo van de begrae-
fenisse van de Koneginne-Moeder ver
teld wier. Uut 't gene, da me toen oörde:
uut 't klokkegeluu en 't kanongebulder
en uut de beschrievienge van aol de
praol en de pracht was 't ons dudelijk,
dat er een oöge Vrouwe nae d'er leste
rusplaese gebrocht wier. 't Moet vee
indruk gemaekt en die 't gezien zü
't wè nooit vergete, Mè, wat nae mien
meênienge, vöraol nie mag vergeten
oöre, is, dat de Koneginne vee vriende
lijke barremartigeid getoond eit tegen
óver aolderlei leêd. Om 't mè kort te
zeien: Ze was goed. En da 's d'oögste
eêretietel, wan, Jan, laete me 't nooit
vergete: goed is meer as groot. En nae
mien meênienge zul' aol degene, die de
naegedachtenisse van de Koneginne-
Moeder willen eêre, dat nie beter kunne
doe dan deur ze te volgen mit aolderlei
werreken van barremartigeid. In aolen
eenvoud en stilte gaen ze dan ook een
koninklijken weg, al is 't soms langst
een vulen trap.
's Weunsdags voo Paesche liep 'k
zoo'n bitje deu de stad te dwarrelen en
zö kwam 'k net op 't Meulewaeter, toen
d'er een eêleboel guus kurstanjeboom-
pjes zouwe gae plante. Ze stapte mit ul
der schoppen, of 't angenome werk was,
oör. Ze schepte d'aerde in de pitten,
da sommigste d'er piene in ulder rik
van aode. Noe moe je voraol nie dienke,
Jan, dat dat gebeurde om daedeur 't
loon an ienkelde errebeijers uut té zu-
nigen. Neê, dat ao een ander doel. Kiek,
Jan, dae zit, zö a je ook wè weet, een
lillijke rinneweergeest in de guus. En
daerom moe je bie een gelaoje kurstan-
jeboöm ook mè geen knippels legge. Je
moet de guus nie in verzoekienge brien-
ge. Mè daemee bi j'er toch nog nie, oör,
wan dö zien m'en ongelukkig genoeg
mer aol te dudelijk an d'afgesnokte tak
ken, blaeren en blommen in de plan
soenen. Mè noe gienge d'er een eêle
troep eêren en daomse van de stellienge
uut, da je voo dagene, da je zelf geplant
eit, ook za wille zurrege. En daerom
mochte noe de guus zelf plante, begriep
je. En anpursant wier d'er een linde
boom geplant toet een gedachtenisse, da
flee jaere de fiesebond fuuftig jaer be-
stieng. Aolderlei gröoteid mochte daer
ielk een paer schepjes aerde vor in de
pit gooie.... 't Gieng vreêd andig mit
ulder dikke jassen an, mè dan van ach
terom, oör. 't Meerendeel kan beter mit
ulder mond dan mit een schöppe wer-
reke. Ze bin ook nog ungepottereteerd
en je moe ze mer is in „Ons Zeeland"
zoeke. 'k Von 't wè spietig, dü de schop
pen nie vastieuwe. Noe kü je toch
eigentlijk nie goed zie, wat er gebeurt.
op de markt gehad, ondanks het feit, dat
het groote bedrag van f 900 millioen in
eens wordt uitgegeven, terwijl men veel
al verwacht had. dat de conversie-trans
actie bij gedeelten zou worden uitge
voerd. Ongetwijfeld zou er iets voor le
zeggen zijn geweest, om de markt niet
te overladen door uitgifte van het bedrag
ineens, dat de capaciteit van onze kapi
taalmarkt wellicht iets te boven gaal'.
De regeering zal echter vermoedelijk
hebben overwogen, dat bij de tegen
woordige positie van de beleggingsmarkt
voor houders van de aflosbaar gestelde
staatsobligatiën weinig keus overblijft,
wanneer het gaat om belegging der vrij
gekomen middelen in gelijkwaardige
fondsen. Bovendien is er rekening mede
te houden, dat van het a pari uit te ge
ven bedrag van f 900 millioen de deel
neming verzekerd is tot een bedrag van
i 230 millioen, natuurlijk grootendeels
uit de portefeuille der Rijksfondsen
(Pensioen-Verzekeringsfonds enz.) Onder
deze omstandigheden werden de voor
uitzichten van de conversie-operatie
gunstig beoordeeld.
Waar de belangstelling voornamelijk
op de obligatiemarkt was geconcen
treerd, bleef de kooplust op de aandee-
lenmarkt in de afgeloopen week bin
nen beperkte grenzen. De grondstem
ming was vrij gunstig, maar de koersen
gaven slechts weinig verandering te
zien. Een goeden indruk maakte 't jaar
verslag van de Rotterdamsche Droog
dok Mij., die een belangrijk grootere
winst blijkt te hebben geboekt dan in
het voorafgaande jaar en haar dividend
van 2% tot 3% pCt. kan verhoogen,
na aanzienlijke afschrijvingen. Dit wekt
de hoop op, dat ook andere Nederland
sche ondernemingen zich door bezuini
gingen en rationalisatie van het bedrijf
geleidelijk aan de verhoudingen öp
de wereldmarkt zullen Wéten aan te
passen.
Aandeelen Philips', Unilever enz. kon
den een paar percent in koers verbe
teren, doch de handel bleef van beperk
ten omvang. Hetzelfde geldt voor aan
deelen Koninklijke Petroleum. Suiker-
aandeelen waren tamelijk goed prijs
houdend, hoewel de meeningen over de
vooruitzichten van deze cultuur nog
pessimistisch blijven. Zoo komt de „Ja-
vabode" op grond van een bij deskun
digen ingesteld onderzoek tot de con
clusie, dat een aantal suikerfabrieken
öp Java zal moeten verdwijnen, aange
zien de productie-potentie der uitgege
ven concessies en gebouwde fabrieks-
installaties veel te groot is voor den
mogelijk geachten afzet van het Java-
product. Op welk niveau men de pro
ductie zal hebben in te stellen, n.l. of
het één millioen of twee millioen per
jaar zal zijn, is niet met zekerheid te
zeggen. Met het oog op de beperkte
afzetmogelijkheden in de verschillende
Aziatische landen is de meerderheid er
echter van overtuigd, dat het dichter
bij de één millioen dan bij de twee mil
lioen zal liggen. Wanneer men weet
dat de reeds zoo sterk ingekrompen
productie van 1932 nog 2.600.000 ton
heeft bedragen, krijgt men eenig denk
beeld van de ingrijpende wijze, waarop
de Java-suikercultuur zich aan de nieu
we verhoudingen zal hebben aan te
passen.
In overeenstemming met de geringe
Je begriept, da 'k de boómen nog graog
groot za zie.
Ei jie ook geleze, oe dat er een alle-
vegaoren domenie in Amerikao en ien
kelde van z'n gemeente ulder eige oefe-
ne om den biebel zö gauw meugelijk te
lezen? Ie zelf kon eêl d'Openbaerienge
a binnen een ure afraffele. Zö zie je,
wi, Jan, dat de gekken nie aol opgeslo
ten oöre. Nae mien meênienge komt 't
nie te pas, dat ér zukke dwaeseden mit
den biebel uug'aeld oöre. As t'er men
schen bin, die vinde, dat 't mooi staet
om te lezen net asof 't as waeter deur
een gootje" loopt, ide moete dan mè
dwaeze boeken om 't gauwst afraffele.
Mè van biebelmisbruuk gesproke, wis
jie wè, Jan, da ze vroeger den biebel
gebruukten om in de toekomst te kunne
kieke? Dan liete ze den biebel zö mer
openvalle en dan liete ze blindeliengs
ulder viengers over den open biebel gae
en dae ze dan opieuwe, stoeng 't god
delijk antwoord op ulder vraege. Vin
je, zü 'k biegeloof nie schandaolig? 't Is
eigentlijk nie om g'looven, ee? Mè 't'
staet eerelijk te lezen in „de bevindinge
van de werkinge des H. Geestes" deu
Van Belzen.
De groetenisse van Jikkemien en van
je goeie vriend,
Jewannes.