KRONIEK van oen DAG. ZEELAND. TWEEDE BlAD VAM DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 7 APRIL J934. No. 82. MIDDELBURG. BARBARA, DE HEKS VAN WINSLEA Wat zegt U Wordt bij U geen Blue Band gebruikt Oorlog in Arabië Ibn Saoed en de Iman van Yemen met el kaar slaags geraakt Enge land kijkt het geval met leede oogen aan. In het nabije Oosten wordt weer eens krijgsgerommel vernomen Voor de zoo- veelste maal nadat Ibn Saoed, de be kwame, handige Wahabieten-vorst zich geroepen voelde gansch Arabië onder een en dezelfde heerschappij, die van hem zelf, te brengen. Na den grooten oorlog is hij er mee begonnen, de ver schillende miniatuur-staatjes in het reus achtige woestijngebied te onderwerpen. De eene stam na den ander moest voor het genie van Ibn Saoed zwichten. Zelfs de lastigste Bedouïnen, voor geen 'kleintje vervaard, gaven zich tenslotte gewonnen. In betrekkelijk weinige jaren breidde de Wahabieten-vorst zijn macht over bijna geheel Arabië uit. Slechts het ïmanaat Yemen'in het zuiden bleef tot dusver zelfstandig. Hoe zeer Ibn Saoed in zijn hart wenschte ook dit vruchtba re gebied, met zijn veel grootere rijk dommen dan de rest van het Arabische schiereiland, aan zich te onderwerpen tot voor kort durfde hij dat niet aan. De Iman van Yemen is een monocraat van hoog aanzien, ook buiten de gren zen van zijn land. Zoolang Ibn Saoed zijn gezag in de pas veroverde gebieden telkens nog weer tegen oplaaiend ver zet had te verdedigen, was het te ge vaarlijk, om met den Iman te gaan vech ten. Alevel er kan geen twijfel bestaan, dat Ibn Saoed eens de tijd daartoe toch gekomen zou achten. Hij moderniseerde zijn land met een koortsachtigen ijver daarbij vooral veel aandacht bestedend aan het leger. Alle mogelijke technische nieuwigheden, tot pantser-auto's, tanks en gevechtsvliegtuigen toe, schafte Ibn Saoed aan. Op die wijze verstevigde hij zijn heerschappij allengs dusdanig, dat se* nieuw avontuur binnen het bereik der mogelijkheden moest komen te lig- Het juiste oogenblik schijnt thans aan gebroken te zijn. Ibn Saoed en de Iman van Yemen hebben het met elkaar aan den stok gekregen. De oudste zonen van de beide vorsten hebben zich aan het hoofd van de mekaar vijandige le gers gesteld en vandaag of morgen zal er nu wel slag geleverd worden. De kansen van den Iman van Yemen kan toen niet hoog aanslaan. Zijn troepen zijn lang zoo goed niet uitgerust als die van zijn tegenstander en bovendien be schikt deze over veel meer menschen- materiaal. De aanleiding tot den oorlog schuilt in een betrekkelijk geringe oneenigheid over een paar oasen. In het najaar van 1933 is daar ook al eens wat over te doen geweest, doch toen wist Engeland door bemiddeling nog een gewapend conflict te voorkomen. Ditmaal heeft Enen maar geen bemiddeling afgewacht. De legers zijn direct in gereedheid ge bracht en rukken thans op. Engeland ziet een en ander met zeer leede oogen aan. Het heeft groote be langen in het nabije Oosten en vreest daarom een te groote uitbreiding van den macht van Ibn Saoed. Als Yemen onder den voet geloopen wordt, zal de positie van Aden, de belangrijke Engel- stibe „sleutel van de Roode zee", eeraigszins hachelijk worden. En boven dien zal Ibn Saoed dan zeer vermoede lijk zijn blikken naar het Noorden rich ten, waar Irak en Transjordanië een be geerde buit vormen, wat den Engel- s.chen evenmin welgevallig kan zijn. Er is een nogal wijd verspreide onderstel ling, die zegt, dat Ibn Saoed in stilte zeer omvangrijke droomen zou koeste ren, n.l. een herstel van het kalifaat voor de gansche Mohammedaansche we reld. Palestina en het Fransche man daat Syrië zouden dan ook in zijn ge heime berekeningen zijn betrokken, evenals de Mohammedanen in Egypte, in de Noord-Afrikaansche gebieden en in Britsch-Indië. Dat lijkt voorloopig echter wel ietwat fantastisch. Alleen ten aanzien van Palestina en Syrië kan men van meening zijn, dat er met Ibn Saoed wellicht in de toekomst eens re kening zal moeten worden gehouden. Maar voordat het zoover is, zal hij nog veel meer moeten presteeren dan tot dusver. En het is nog niet gebleken, dat zijn bekwaamheden en zijn macht inder daad zoover reiken. BIJ ZENUWPIJNEN, hoofdpijnen, sla peloosheid, vermoeidheid, neerslachtig heid, angstvoorstellingen heeft men :n het natuurlijke „Franz-JoseP'-bitterwa- ter een volmaakt werkend huismiddel, om de meeste irritaties van welk ver- teringskanaal ze ook uitgaan, volkomen te verdrijven. Door med. t.z. aanbevolen. (Ingez. Med.J Wegens over vorige jaren te wei nig betaalde belasting, is door den ont vanger der directe belastingen te Axel 23.14, 10.52 ontvangen; te Bres- kens/ 30.60; te G o e s 8; te H e i n- kenszand 47.08, onder de letters N. N.; te Hulst 24.01; te Kortge- n e 6,36, 3.30; te Oostburg 45.42, 14.92, 7.89, f 5.72, 2.30; te Sas van Gent 15.56, 5.82; te Terneuzen 10.67; wegens te weinig betaalde personeele belasting, bij den ontvanger der directe belastingen te Vlissingen 30.99; wegens te wei nig betaald invoerrecht, bij den ontvan ger der directe belastingen te Hans- weert 117.48; wegens te weinig be taalde belasting (zonder nadere aandui ding) bij den ontvanger der directe be lastingen enz, te Goes 1000. HET FRANSCHE CONGRES. Een rondrit over Walcheren. Aan het slot van de ochtendzitting van het congres van de Société d'his- toire du droit des pays flamands, pi- cards et wallons, heeft Vrijdagmorgen mr. J. van der Poel, inspecteur van de invoerrechten en accijnzen te Middel burg, een referaat gehouden over ,,Le fait matériel au droit pénal des douanes et des accis en France, dans la Belgique et dans les Pays-Bas (Het materieele feit in het strafrecht der invoerrechten en accijnzen in Frankrijk, België en Ne derland). Spr. wees er op, dat de strenge dou anewetgeving van Napoleon tijdens de inlijving in ons recht en dat van België is gekomen. De rechter was absoluut ge bonden, de straf moet steeds worden opgelegd en mag zelfs niet verminderd worden. Na de inlijving is het Koninkrijk der (Zuidelijke en Noordelijke) Nederlanden gevormd, dat een eigen wetgeving moest maken. Juist om de wetgeving der invoer rechten en accijnzen zijn de eerste mis verstanden tusschen België en Neder land ontstaan; België, dat veel langer Fransch was geweest en zich er ten dee le veel meer aan gebonden gevoelde, wilde zooveel mogelijk van het Fransche stelsel behouden. Nederland zoo weinig mogelijk. Een compromis, de algemeene wet van 1822, welke merkwaardig ge noeg in beide landen nog bestaat, kwam tot stand. De ontwikkeling van de juris door MAY WYNNE. 52). Met trillende lippen antwoordde zij: „Het was het werk van James Birley, wiens ziel vervloekt zal zijn tot in aïïe eeuwigheid! uijn eigen ^aaklust voelde ver«^hr'kl?Cr'Lreen koude «Hing bij dien verschrikkelijken nadruk ..James Birley?" herhaalde hij. „De heer van Winslea Grange?" Ze knikte en vertelde hem de ge schiedenis zeer kort daar ieder woord haar door de ziel scheen te snijden En Morrice luisterde met afgHGpn „Dus Marjorie Stapleton is zijn ge-' gevangene?" vroeg hij, en ondanks zijn eigen leed voelde hij groot mededootfen voor pjn vriend. „Ja, zij is zijn gevangene, dat weet ik -wel. Haar ziekte, sinds zij op de Grange kwam, heeft haar gered voor eea erger lot. Toch heeft hij gezworen, dat ze later zijn vrouw zal worden. Op het oogenblik wacht hij haar herstel af. Jf, lot, dat hij bepaalt voor een, l. j een' m9n Barbara ook het had. Maar hij weet niets van het lot, dat een ander over hem bepaalt!" Ze lachte onheilspellendHad wraaklust haar half waanzinnig brein nog meer van streek gemaakt? Maar waarom ondernam zij dit alles, prudentie en de wijzigingen door den wetgever er in aangebracht, gingen ech ter in geheel verschillende richting. Na op de eigenaardigheden voort spruitende uit de leer van het materi eele feit te hebben gewezen, toonde spr. aan, dat de Belgische wetgever steeds nog het Fransche voorbeeld voor oogen heeft, doch dat de Nederlandsche er al meer van afwijkt, teneinde zooveel mo gelijk in overeenstemming te komen met de beginselen van het gemeen straf recht, beginselen, welke ook door den Volkenbond als de meest gewenschte voor het douanerecht zijn aanvaard. Bij de des middags gehouden excursie over Walcheren, zijn de deelnemers het eerst ontvangen aan de R. H. B. S. te Vlissingen door den directeur dr. H. de Noo, die er op wees, dat het de bedoe ling was naast het vele oude, nu ook eens een modern schoolgebouw te laten zien. In drie groepen, onder leiding van den directeur en de leeraren de heeren J. J. Vis en dr. J. Spuyman, is een groot deel der lokalen in oogenschouw geno men. Bij het bezoek aan het stadhuis, was het volledig college van B. en W. ter begroeting aanwezig en heeft de voor zitter van de Société, de heer R. Monier, op de rede van den burgemeester o.m. geantwoord, dat hij de ontvangst op hoogen prijs stelde, dat hij Vlissingen feeds kende en nu ook met Middelburg kennis had gemaakt. De verbinding tusschen beide steden roemde spr. Nadat ververschingen waren aange boden, ging men weer in de auto's en autobussen en bracht men een bezoek aan den Boulevard, rijdende om het standbeeld van de Ruijter. Langs Kou- dekerke, Biggekerke en Zoutelande werd doorgereden naar Westkapelle, waar in het Polderhuis de burgemees ter, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot met zijn echtgenoote ter begroeting aanwe zig waren. De burgemeester sprak een woord van welkom en gaf een geschiedkundige uiteenzetting omtrent het tot stand ko men van den Zeedijk, die nu nog steeds veel zorg en onderhoud eischt en een drukkende post is op de begrooting van den Polder. Ook heeft spr. gewezen op den eigen aard van de Westkappelsche bevolking, het steeds onder elkaar trouwen, zoodat er feitelijk maar enkele families zijn, De heer Monier bracht dank voor de interessante mededeelingen. Nadat nog een bezoek aan den dijk gebracht was, stapte men weer in, om te Domburg een bruiloft van het ge meentehuis te zien komen. Dit was bij aankomst aldaar juist gebeurd en kon den de gasten direct in de raadzaal binnen gaan. Daarbij heeft de burge meester aan mevrouw Monier fraaie bloemen aangeboden. In de raadzaal heeft burgemeester J. L, J. van Voorthuijsen, allen hartelijk welkom geheeten en begreep spr. dat men niet gekomen was, om lange rede voeringen aan te hooren, toch vertrouw de hij er op, dat enkele historische me dedeelingen over de gemeente en het gemeentehuis niet onwelkom zouden zijn. Het is wellicht niet makkelijk te begrijpen, aldus spr. dat het kleine ge meentehuis, het stadhuis is geweest van de „smalstad" Domburg, dus een plaats, die alle rechten had gekregen van een stad, behalve die om vertegen woordigers te hebben in de Statenverga dering. Domburg kreeg die rechten van graaf Floris IV in 1223, dus zeven eeuwen geleden, maar Domburg be stond meer dan 20 eeuwen. Het is waar schijnlijk een der eerst bewoonde plaat sen van Nederland. Reeds zijn in den loop der eeuwen twee Domburgen in zee verdwenen. Wat men nu kent is het derde. Vele waardevolle overblijfselen zijn gevonden, Een aantal beroemde beelden van de Zeeuwsche godin Ne- halennia gevonden op het strand in 1647, zijn in de kerk bijeen gebracht, doch de hevige brand van 1848 heeft ge maakt, dat er van de 22 beelden maar 7 meer over zijn. Zij geven de godin weer met aan de eene zijde een kleine hond en aan de andere zijde een mand met fruit. Al deze dingen zijn nu onder gebracht in het museum te Middelburg. Spr. eindigde met de uitnoodiging me de namens mevrouw Van Voorthuysen om de thee te komen gebruiken in het Schuttershof, Alvorens het stadhuis te verlaten, heb ben de gasten met groote belangstelling in oogenschouw genomen het charter, waarbij de rechten van smalstad zijn toegekend, en dat nog steeds ongeschon den wordt bewaard; zoo ook verschil lende andere voorwerpen en het beken de boekwerk van Kesteloo over de ge schiedenis van Domburg, waarvan geen exemplaren meer m den handel zijn. In het Schuttershof is daarop dankbaar ge bruik gemaakt van de gastvrijheid van den burgemeester en zijn echtgenoote. Na deze welkome versnaperingen, heeft het gezelschap een wandeling ge maakt voor het Badpaviljoen langs. Wel was het heerlijk mooi weer, maar niet helder genoeg om te kunnen genieten van het ver gezicht over de zee en op het Westen van Schouwen. Op de Markt werd weer ingestegen, met als doel Veere. Een plan om ook nog even Westhove aan te doen, moest ter wille van den tijd worden opgegeven en over den Bouwmeester weg, Vrouwen polder en langs den dijk, met het op de vreemden steeds indrukwekkende ge zicht op het Veersche gat, bereikte men te ruim 5 uur de Markt in Veere, waar voor het in restauratie zijnde raadhuis, de waarnemende burgemeester, de heer F. J. Castel, in het Nederlandsch (Fran sche vertaling is de Franschen ter hand gesteld) de congressisten verwelkomde. Spr. wees op het reeds in 1234 be staan hebbende markiezaat Veere, toen een der voornaamste koopsteden van Nederland. Thans wordt het gerang schikt onder de doode steden. Een der voornaamste monumenten is het stad huis, gebouwd in 1474, dat nu een gron dige. uitgebreide restauratie ondergaat, waarvoor de benoodigde natuursteen komt uit een groeve bij Aalst in België, die alhoewel niet meer in exploitatie, speciaal voor dit bouwwerk nog de be noodigde en zoo zeer gewenschte steen heeft geleverd. Verder wees spr. op de Kerk. de z.g. Fontein, den slechts tot op een der den der voorgenomen hoogte afgebouw- den toren, en de Gothische huizen het MUNU terwille van Barbara Carcroft? „Ik heb ook een gelofte afgelegd", sprak hij, „en wel, om wraak te nemen voor de vrouw, die ik lief heb, en zoo mogelijk Marjorie Stapleton te redden voor dreigend gevaar, daar zij de ver loofde is van mijn vriend en wapen broeder, sir Hugh Ainslie." Zwarte Meg keek hem dreigend aan en siste: „Je wilt wraak nemen, Richard Mor rice? Pas op, dat je de vloek bespaart blijft van Zwarte Meg van Winslea: Spreek daar niet meer van, want dat Is mijn recht, het mijne, versta je?" Ze sloeg zich op de borst en wierp 't hoofd achterover, zoodat de losgeraak te vlechten in den wind op en neer fladderden. „Hoe beeldt je je in méér recht le hebben op wraakneming dan de geliefde van Barbara Carcroft?" Hij had zoo half en half verwacht dat er nog een vuriger uitbarsting zou vot- gen. maar in plaats daarvan kreeg haar gelaat een zachtere uitdrukking en leg de zij- hem de hand op den arm met een gebaar, dat veel had van een lie*- koozing. „Je vraagt mij, om je een geheim te vertellen?Dat geheim mag niemand weten, allerminst het kind zelf! Maar Barbara is dood! ,7e ligt daar in de hut, maar ze heeft de oogen gesloten en van haar lippen komt geen geluid Ze zal er nu niet meer van schrikken, want ze weet het!" „Wat bedoel je? Van welk geheim spreek je?" „Stil! Ze mag het niet hooren, anders zou ze wel eens kunnen ophouden mij „moeder Meg" te noemen, bij wijze van liefkoozing, omdat er tot haar schande te veel waarheid is in dien naam!" „Ze is immers dood", antwoordde Morrice, moeder Meg vol medelijden aanstarend. „Ze zal je woorden niet hooren, al schreeuwde je ze nu ook uit over de vennen!" „Dood!" babbelde zii oen ze zal nooit weten dat moeder Meg inderdaad haar moeder was. dat zij van haar eigen vleesch en bloed was. O, dat 'ieve. kleine kind, dat haar kopie zoo dicht tegen mij aanvlijde, als wilde ze luiste (Ingez. Med.) bewaarde haar kussen voor den adel lijken geliefde, die steeds met haar sa menkwam in de bosschen van Fryston. En hij was een rechtschapen man. die Ralph Carcroft, en heeft Meg ook eer lijk getrouwd, ofschoon niemand dat ge heim kende, behalve de dominee en de vriend van Ralph, Jack Helston. En mis schien hield Meg haar belofte van stil zwijgen ook te streng, want geen woord kwam haar over de lippen van den adellijken echtgenoot, die zich over haar schaamde, zelfs toen haar vader haar van zijn deur wees, en zij met haar hulpeloos kind maar over de vennen moest dwalen, veracht en verworpen! Hier, in deze hut, ben ik toen gekomen en die wilde ik niet meer verlaten, ot- ren naar iederen klop van het hart, dal [schoon Ralph mij geld bood en beloof- alleen voor haar sloeg." de een goed tehuis voor mij te zoeken, „Het zou je kind zijn, vrouw? Hoeals ik daar wegging. Maar ik wilde het durf je dit beweren?!' j geld niet aannemen, het geld van een „Ja, je kunt nu we 1 verontwaardigd j man, die zich schaamde over zijn eigen zijn; daarmee kan je mij toch niet de j vrouw.Maar het kind gaf ik op herinnering ontnemen aan dien gouden omdat. ik het meer lief had dan m:J- tijd, toen ik haar dicht tegen het hart [zelve. Het kind wilde hij erkennen, maar droeg en de lipjes kuste, die al hadden alleen zijn broer Peter, bij wien hij üe leeren lachen ondanks het droeve van kleine Barbara in huis degj, wist den haar geboorte! Wil je de geschiedenis naam van zijn vrouw. Arme baby. Ze hooren?.... Een geschiedenis van twin-noemden haar moederloos, ofschoon tig jaren terug, toen Ralph Carcroft over nooit een kind een moeder kan hebben de vennen kwam, om van zijn liefde te gehad, die haar zóó zeer lief had en die spreken tot M.'eg Sandys, de dochter zóó hartstochtelijk snikte, omdat ze van den herder.... Geen mensch, die haar niet langer in de armen droeg....? haar toen een leelijken bijnaam gaf: wel Tk geloof, dat ik den man vloekte, die kwam menige jonge man onder de beko- deze droefheid over mij had gebracht, ring van haar donkere oogen. Maar zij Spoedig daarna stierf hij en toen wist ik, dat ik voorgoed alle hoop kon op geven mijn kind ooit weer te krijgen, zelfs al had ik haar opgeëischt. Want wie zou nu geloof hebben geslagen aan het geen Meg zei? Peter Carcroft had wel gezorgd, dat ik wel zoo totaal af stand van haar had gedaan, dat ik haar, ook nooit meer kon terugkrijgen. Was het wonder, dat het nu niet lang meer duurde, of ik stond bekpnd als „Zwarte Meg" en ik werd verdacht van de „Zwarte Kunst?" Maar op Rettesley Manor groeide het kind op tot een schoone jonkvrouw. Het toeval voerde haar eens bij mij in de hut. Toen had ik haar het leven gered, maar daar ik nooit verder van willen hooren M'in grootste belooning was dat zij mij uit zichzelve „moeder Meg" noemde En ik heb haar beholpen met haar dwa ze maskerades, daar weet ie zeker wel van? Las ik niet de geschiedenis van mijn eigen jeugd, mijn zin voor het avontuurlijke, in de wijze, waarop zij rondwaarde over de vennen als Jack of Lanhtorne?" „Maar hoe wil ie dit dan aanleggen? Hoe zal ie James Birlev onder ie macht kriiöen? 7ou hii komen naar de hut van een heks? Zoo ja, dan zou hii zich zeker laten vergezellen door een troep solda ten van Lambert en die zouden korte metten met ie maken! En ging ie naar zijn landgoed. dan zou hij de honden op je afsturen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5