BINNENLAND. WEER EN WIND. ZEELAND. NUMMER 74, TWEE BLADEN. WOENSDAG 28 MAART 1934. EERSTE BLAD, 177e JAARGANG. INDRUKKEN VAN DE PLECHTIGE UITVAART ONZER KONINGIN-MOEDER. ZEEUWSCH PROFETENBROOD het echte, MEDIO-DOOS MET STADHUISPASTILLES. de eenige. M. PETERSE, Patissier L. Delft, M'burg MIDDELBURG. $r<riri ttciüie middeldurgsche courant ittigbiad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders f 2.50 per kvfa,-taai Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentie» 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. BU contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. 22* goesche courant^ Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139. Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten by het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 17 regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. by vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of" „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent (Van onzen specialen verslaggev er.) DE AVOND TEVOREN. De avond voor de uitvaart. Om streeks 8 uur. De Nieuwe Kerk in Delft, mei zijn machtigen toren, teekent zich vaag af tegen den nachtelijken hemel. Hei Marktplein is slechts matig verlicht, maar Delfts Stadhuis, er tegen over, straalt Daar wacht burgemeester Van Baren, (met onzen collega Van de Pol van de Delftsche Courant, die de pers regeling zoo voortreffelijk ver zorgde) op de afgevaardigden van heel de Nederlandsche nieuwsbladpers. In de trouwzaal van 't Stadhuis worden wij ontvangen; daar volgt een korte confe rentie met zakelijke mededeelingen, dan een rondgang door de thans geheel ge reed gemaakte Nieuwe Kerk. Alles ne men we daar in oogenschouw behalve den grafkelder, die natuurlijk door nie mand betreden wordt. Later op den avond per taxi naar Den Haag. t Is omstreeks tien uur, maar er hebben zich warempel al enkelen met groot uithoudingsvermogen een goed plaatsje langs den weg gezocht. Om streeks twaalf uur zijn er zelfs al méér. Den volgenden dag is gebleken, dat dit niet noodig was geweest: een rouw- weg van 10 kilometer biedt honderddui zenden goede kijkplaats. DINSDAG 27 MAART. Trommelslag van opmarcheerenden vrijwilligen landstorm wekt ons al om zes uur. Na zevenen dreunen de hoeven der eskadrons huzaren over de klinkers vat den Rijswijkschen weg. De Rijks- veldwacht marcheert aan en zet om 8 uur den rijweg af. Tevoet begeven wij ons langs heel den weg naar 't paleis op het Voorhout. Naarmate we de stad naderen, neemt de jnenschenmenigte achter de afzetting toe en in de binnenstad is het al zwart vasn volk. Alles overgoten door 't vriendelijke voorjaarszonnetje, dat zoo vaak op hoog tijdagen der Oranjes schijnt, meestal in vreugde, nu in leed. Voor bet paleis van de Koningin-Moe der is een groot open vierkant. Alle gor dijnen zijit gesloten, alleen als de kist later wordt uitgedragen, trekt Prins Hendrik een gordijn op, zoodat de aan wezigen in het sterfhuis dit plechtige oogenblik kunnen gadeslaan. Rechts van 't paleis staan de ridders van de militaire Willemsorde; links de burgemeesters. Wij mochten daaronder vele Zeeuwsche burgemees ters begroeten. Langs den weg afzetting in veldgrijs door gehelmde grenadiers en andere sol daten. Vlak bij 't paleis staat de Kon. Militaire Kapel. Commando's: „geeft acht, presenteert 't geweer het aanrijden van vorste lijke personen. Prins Hendrik, Prins Ka- rel van België; Prins Felix van Luxem burg. Dan verstrakt ineens aller houding. Stram staan alle militairen; stil staan de burgers, met ontbloote hoofden; zadhtkens, heel zacht en gedragen zet de muziek „Ases 1 od uit Griegs Peer Gymt inalleen het trappelen der paarden van de salueerende hofdignita- rissemi klinkt daardoor henen. Hei stoffelijk overschot onzer Konin- g;n-Moeder, in een eenvoudige eiken kist, wordt uit het sterfhuis gedragen. Slechts de kroontjes op de schroeven die deze simpele kist sluiten, duiden er op dat een Koningin binnen haar wan den rust Als het in den eenvoudigen, met een zilveren kroon gedekte, lijkwagen gezet is, draagt een hoogwaardigheidsbeklee- der de kroon met H. M.'s ordeteekenen, op een fluweelen kussen gelegd, aan. Dit wordt op het kleed, dat de kist dekt, gezet; dan worden de kransen aan den wagen gehecht en vervolgens rijden de 8 paarden de rouwkoets het Lange Voorhout op. Daarna namen, naar 't protocol, de prinsen van den bloede, de afgevaardig den der regeeringen, de hofdignitaris- sen, plaats in de hofkoetsen, gereden door witgepruikte koetsiers, gaande la keien of stalknechts naast elk der por tieren, naar voorschrift van rang en stand. Dan zet de rouwstoet, voorafgegaan en gevolgd door lange militaire eereco lonnes, zich in beweging voor den langen weg naar Delft. Heel de 10 kilometer is afgezet, over al staan deputaties met vaandels opge zet en tot op de nokken der huizen zit ten de duizenden kijklustigen. Want het is nu eenmaal een schouw spel, dat kijklusi wekt en daardoor trekt.. Het heeft geen zin dit te verbloe men. Laat ons niet tezeer met zwaargela- den termen schermen: voor velen is 't een schoon en kleurig-indrukwekkend vertoon, waarnaar ze aanvankelijk met dezelfde nieuwsgierigheid gaan kijken a!s naar een andere gebeurtenis van 't vorstelijk huis. Maar als dan eindelijk de stoet aan komt, de voorafgaande militairen zijn voorbij en de rouwkoets komt in zicht, dan vaart toch een plechtig gevoel door de duizenden goede Nederlanders; dan staat men stil en ontbloot het hoofd. niet omdat zulks zoo behoort, maar uit diepen eerbied en als uit het hart op gewelde stille laatste hulde aan Haar, die uit den vreemde tot ons kwam en onze soms wat stugge, maar voor Oranje toch warm kloppende Nederlandsche harten, zoo stormenderhand en blijvend veroverde De met rouwfloers omhangen vaan dels langs den weg neigen diep; de mili tairen staan er stramlang, heel lang, maar onbewogen tot gansch de stoet voorbij is. Over den breeden, nieuwen Rijksweg gaat het eerst, maar dan, in Delft, door nauwe straatjes, langs het „Oude-Delft", waar de eerewacht door de studenten vrijwilligerskorpsen gevormd wordt, over hooge steenen boogbruggen, naar het nu in 't volle zonlicht badende Marktplein, afgezet door mariniers, adelborsten en cadetten, eenerzijds het Raadhuis, daar tegenover en een schoon geheel ermee vormend, de Nieuwe Kerk. Plechtstatig wordt de kist door de ka- merheeren onder 't rouwbaldakijn door naar binnen gedragen, terwijl de Marine kapel het Oude Wilhelmus doet klinken over 't roerloos-stille plein, waar slechts de Delftsche duiven, die lieve vredes- symbolen, als altijd rustig zweven in de gulden zonnestralen IN DE KERK TE DELFT. (Van een b ij zonderen verslaggever.) (B.B.) Uit de nauwe, schaduwrijke krommingen van de Delftsche grach ten, uit enkele bochtige straatjes, had zich de stoet losgewikkeld. Daar be trad hij het groote, het geweldige plein met zijn machtigen toren in front. Heel in de hoogte beieren de klokken, een groote vlag hangt halfstoks; bene den, op het plein, flikkeren in het hel dere licht wapenen en uniformen. De orderegeling is voortreffelijk; de ge vaarlijke hoekjes zijn gesloten, maar aan de groote menigte, aan Delft's be volking en zijn tallooze gasten is een vrijheid van beweging gelaten, die de prachtige organisatie bewijst. Boven den ingang der kerk, tegen den toren muur, hangt een groote, donkerpaarse krans; het gordijn voor den toegang is in een zacht-mauve kleur, een kleur, die we binnen in het kerkgebouw terug vinden, in de samenbindingen van de bloemen, hoog aan de pilaren, in het velum, dat een stuk houten afscheiding der in restauratie zijnde kathedraal aan 't oog onttrekt, in de bespanning der wanden van de lange gang, die van den toren naar het koor leidt. Die gang is een binnen acht dagen geschapen weg, waar, de vorige week nog, staketsels, steenmassa's en puin te vinden waren Alles is opgeruimd; door de houten af scheiding is een opening gemaakt, die vier deuren bevat, verborgen door 'n gordijn, en alles is zorgvuldig omkleed en met de honderden kransen en bloe mengarven versierd, die 't Nederland sche volk, die vreemde Regeeringen en Vorsten, zonden als hulde aan Konin gin Emma.. Alleen het koor der kerk, het heel hooge koor, is nog voor het gebruik ge schikt. Daar wachten wij de komst van den stoet. Delft's kathedraal is wel van enorme afmetingen geweest. Het koor neemt gemakkelijk de honderden op. Daar, voor, ter zijden en achter het praalgraf van den Zwijger, worden de stoelen ingenomen, door de hoogwaar digheidsbekleders van den Staat, door de buitenlandsche diplomaten, door vertegenwoordigers- van intellectueele kringen van Nederland. Nadenken is een vruchtbare bodem die ons rijkelijk beloont voor de moei te, aan zijn bebouwing besteed. Het klokgelui van Delft's torens dringt naar binnen; en dan eensklaps eenige muziekklanken. De stilte in het gebouw wordt, zoo mogelijk, nog die per, Men weet nu, dat de stoet nadert. Iets van het oude „Wilhelmus" wordt gehoord. Dan opent zich het gordijn, dat het koor afscheidt van den toegangs weg en de koninklijke stoet treedt bin nen. Het stoffelijk overschot van Konin gin Emma wordt door de kamerheeren naar binnen gedragen en op een kata falk geplaatst. De Koningin en de vor stelijke personen zetten zich op de voor hen bestemde zetels. Dan opent de hof prediker, prof. Obbink, die op den kan sel de komst van den stoet heeft afge wacht, den Bijbel en leest de bekende woorden van Mattheus 28, vers 57 voor, de woorden met de blijde bood schap van de opstanding. Het is een ernstig, een sober woord, een woord, zooals gesproken moest wor den, daar waar, naast de smart eener scheiding, de herinnering is aan groote weldaad. Zulk een weldaad was het le ven van Koningin Emma, voor de Konin gin, voor Prinses Juliana, voor het Ne derlandsche volk. Vandaar dat er naast den rouw plaats is voor dankbaarheid, een dankbaarheid, die haar hoogere wij ding krijgt in de erkenning, dat die wel daad ons geschonken werd door God. Een onzer vorstinnen van Oranje, Ama- lia van Solms. had tot devies: „Wat zal ik den Heer vergelden?" Wat. zoo vraagt de hofprediker, zullen wij Hem vergelden voor zijn genade-gave in Koningin Emma? En hij antwoordt. „Be waar en versterk den band tusschen Oranje en Nederland". Dat korte woord, hel gemeenschappe lijk gezang, het gebed, bereidden voor op de groote handeling Even later werd Koningin Emma's stoffelijk overschot langs de breede trap, die midden in het koor afdaalt naar den grafkelder der Oranje's, in het mauso leum van ons Vorstenhuis bijgezet. Op dat oogenblik zette het prachtige orgel het Wilhelmus, begeleid door bazuinen, in. De ontroering werd moeilijker te bedwingen. Zou iemand der aanwezigen zich herinneren onze nationale hynne, die als een hooggewijde koraalzang is, ooit' aldus gehoord te hebben? Daar beneden in de keldergewelven van de oude kathedraal, waar zoovele Oranjes rusten, nam op dat oogenblik onze Koningin afscheid van Haar, die Haar zoo liefhad, die Zij zoo liefhad, en die, nu Zij heengaat, een zoo groote leegte laat in het leven onzer Vorstin. Spoedig was het einde daar; alle for maliteiten waren vervuld, aan alle eischen van traditie en protocol was voldaan. Koningin Emma was begraven. De aanwezigen, die eerbiedig om de trappen van den grafkelder geschaard gewacht hadden, totdat Koningin Wil- helmina de crypte had verlaten, gingen heen De kleurrijke gewaden van hooge geestelijken, de schitterenden uniformen, de tabberds van de geleerden, de ambts gewaden verspreidden zich; het hooge koor werd leeg. En het Nederlandsche volk keerde terug naar de werkelijkheid der levenden. Maar het zal deze lieve doode missen. In zijn herinnering zal zij voortleven, langen, langen tijd, deze vorstin der goedheid, deze koningin van liefdadigheid en toewijding, die een zoo groote liefde kon geven, die steeds dacht aan wat zij voor anderen doen kon. De avond vóór haar sterfdag, vertelde mij de heer van Karnebeek, dat Konin gin Emma dien morgen een oogenblik van beterschap had gehad. Zij had toen een stuk papier en een potlood ge vraagd en een gelukwensch neerge schreven, dien zij wenschte dat gezon den werd aan jhr. Six, die den dag tach tig jaar werd. Niemand had er aan gedacht Zij, de ernstig zieke had er aan gedacht. In dit kleine trekje herkent men de groote ge stalte van haar, die heenging, die heen ging van de haren en van het Neder landsche volk, en wier leven was: den ken aan anderen en voor hen leven. (Ingez. Med.i OOST EN WEST LUISTERDEN. Naar wij vernemen, is de uitzending van de plechtige begrafenis der Konin gin Moeder in Oost en West over de Rijkszenders te Kootwijk volkomen ge slaagd. Blijkens telegrafisch bericht uit Ba tavia werd het laatste gedeelte, de plechtigheid in de kerk, zelfs zeer goed ontvangen, Curasao meldde de geheele uitzending als voortreffelijk, bevestigd door tal van luisteraars. Ook te Paramaribo kon de uitzending uitstekend worden gevolgd. HET ONTSLAG VAN DEN SECRETARIS DER V.A.R.A, Een onverkwikkelijke zaak» Thans is de reeds aangekondigde bro chure van den heer G. J. Zwertbroek, den ontslagen secretaris van de V.A.R.A. verschenen, Daarin wordt uiteengezet, dat de schrijver op het tijdstip, dat hij zijn ont slag kreeg werkelijk ziek en overspan nen was, doch dat in feiten geheel an dere redenen tot dat ontslag hebben ge leid. Daarbij treden op den voorgrond geschillen met de mede-hoofdbestuurs- leden de Vries (voorzitter) en Lebon. Hierbij was ook een politieke onder grond: „Bij hen de begeerte zich in ze- nuwachtigen angst door de meest onder danige serviliteit al bij voorbaat „gelijk te schakelen", bij welk sttreven ik de Öroote hinderpaal ben._ omdat ik, bij al le behoedzaamheid en voorzichtigheid, die we nu eenmaal in acht moeten ne men, toch van alle rechten en vrijheden, die ons nog worden gelaten om socialis- tischen arbeid te verrichten, gebruik wil maken tot de uiterste grens". Schrijver onderwerpt dan verschillen de toestanden in het bedrijf aan critiek en geeft nogmaals een uiteenzetting van hetgeen aan zijn ontslagaanvraag voor afging waarbij hij zeer krasse dingen vertelt over den wil om hem gaf hij niet toe „kapot te maken". Vervol gens behandelt hij de verschillende an dere beschuldigingen, tegen hem gericht, waarbij zijn conclusie steeds hierop neer komt, dat men en dan in 't bijzonder de Vries en Lebon hem weg wilde hebben en daarom dan ook is weggeïn- trigeerd. Tegenover de zelfs in eigen kring rondgaande „fascistische lasterpraatjes" als zou hij een inkomen hebben van 14,000 tot 25.000 gulden 's jaars betoogt de heer Zwertbroek, dat hij niets, maar dan ook niets meer heeft genoten dan zijn salaris van V.A R.A.-bedrijfsleider, dat thans f 4500 's jaars bedroeg. En in tegenstelling met de andere hoofdbe stuursleden, van wie „nooit iemand voor niets arbeid heeft verricht als medewer ker", heeft hij voor zijn extra-medewer king en voordrachten steeds elke beta ling geweigerd. En de schrijver vervolgt dan onder meer: „Personen, die elders in dienst der arbeidersbeweging zijn voor hooger sa laris dan ik, krijgen betaald voor iede- ren regel schrift ip de krant, voor iede re lezing, die zij voor den Omroep hou den. Ik heb zelfs indertijd 'n voorstel moeten laten aannemen, toen ik nog redacteur van de krant was, dat H. B.- leden voor artikelen in de krant alleen betaald krijgen als 't artikel gevraagd was. Ook op auto-rekeningen van den heer Zwertbroek is aanmerking 'gemaakt en ook hiertegen verdedigt hij zich, met 'n beroep op de noodzakelijkheid in som migen gevallen een auto gebruik te ma ken. Dat doen, zoo schrijft hij, de andere H, B.-leden, als het noodig is, ook, „Le bon heeft zelfs een eigen auto, waarvoor de V A.R.A. het bedrag heeft voorge schoten en die hij voor het grootste deel vergoed krijgt van de V.A.R.A. om dat hij zóo vaak heen en weer naar Am sterdam moet en de treinreis voor een korte conferentie je soms den geheelen dag kost, die je niet missen kan". Tenslotte beklaagt de heer Zwert broek zich, dat de socialistische V.A - R.A. hem, toen hij overspannen en over werkt was, als een uitgeknepen citroen op de keien heeft gesmeten, terwijl de burgerlijke A.V.R.O. 'n zieke voor haar MAANDAG (2en PAASCHDAG), ZAL ONS BLAD NIET VERSCHIJNEN. Daar wij Dinsdag vroeger ter perse gaan, zullen advertenties voor dien dag niet later dan TIEN uur v.m. kunnen worden aangenomen. Middelburg, 28-III-,34: Dinsdag: hoog ste luchttemperatuur 11.3 °C (53 °F); laagste 4.1 °C (39 °F). Heden 9 h: 4.6 °C; 12 h: 10.6 °C. Geen regen of neer slag. Hoogste barometerstand te dezer stede, in het afgeloopen etmaal: 771 mm; laagste 767 mm. Hoogste barometerstand in het Euro- peesche waarnemingsgebied: 767.4 mm te Abisko; laagste 737.6 mm te Reyck- javik. Verwachting tot morgenavond Meest matige N.O. tot O. wind, licht tot half bewolkt, droog weer, aanvan kelijk iets kouder. Zon op: 5 h 47; onder: 18 h 24. Licht op: 18 h 54. Maan op: 15 h 45; onder: 4 h 43. V.M. 31 Maart. Hoog- en Laagwater te Vlissingea. Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later. (S springtij.) Maart. Hoogwater. Laagwater Wo. 28 12.20 6.24 18.37 Do. 29 0.29 12.54 7.01 19.10 Vr. 30 0.58 13.24 7.34 19.39 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge- Maart. Hoogwater. Laagwater Wo. 28 1.33 13.57 7.25 19.47 Do. 29 2.14 14.35 8.03 20.20 Vr. 30 2.49 15.10 8.33 20.48 rekening ter opknapping naar Zwitser land stuurde. Hij vraagt daarom een on partijdig onderzoek door een scheidsge recht. DE ALCOHOLSMOKKELARIJ OP DE BELGISCHE KUST. De correspondent der N. R. C. meldt uit Brussel: In verband met de uitgebreide zaak van alcohol-fraude op de Belgische kust zijn weer een paar personen gearresteerd De treiler 0.218, Maria Johanna, die te Oostende thuis hoort, wiens eigenaar de 40-jarige Nederlander H. S. is, af komstig uit Kruiningen, die ervan verdacht wordt te behooren tot de wijd vertakte smokkelbende, welke reeds gedeeltelijk kon worden gepakt, is uit gevaren en te Oostende niet meer terug gekeerd. Men vermoedt, dat de treiler zich thans in Nederland bevindt. Een bericht uit Duinkerken meldt nog, dat men daar zeer binnenkort ze ven arrestaties, w.o. van drie Nederlan ders, verwacht. Men schat, dat er te Duinkerken 7000 liter alcohol fraudu leus is ingevoerd, waardoor de Fran- sche staat voor 500,000 frs. benadeeld zou zijn. Mej. J, P. van der Feen overleden. In het Diaconessenhuis te Utrecht is gisteren op 64-jarigen leeftijd overleden mej. J. P. van der Feen, die tal van ja ren leerares was aan school G, de Meis jes-uloschool op de Haringplaats, alhier. In 1901 benoemd, heeft zij tot 1929 les gegeven. Haar loopbaan als onder wijzeres begon de overledene te Dom burg, maar in Middelburg vond zij haar levensdoel. De groote literaire kennis, die zij, ge sproten uit een begaafde Zeeuwsche fa milie, zich eigen maakte, de duidelijke en aangename wijze waarop zij den leer lingen kennis wist bij te brengen, maak ten haar lessen tot zeer leerrijke en ve len, die hun opleiding aan die school hebben gehad, herinneren zich nog met dankbaarheid de uren van mej. Van der Feen. Haar medeleven met alles wat rond haar gebeurde, had tot gevolg, dat zij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 1