Neem 'n "AKKERTJE" INGEZONDEN STUKÜEft. BUITENLAND. HET ONDERWIJS IN RUSLAND. bij Migraine, "Kater", Hoofdpijn, BELGIE. FRANKRIJK, INBRAAK-EPIDEMIE. In de afge- loopen dagen werd te Breda door een ware inbraak-epidemie geteisterd. Niet minder dan zeven inbraken werden ge pleegd. Tot tweemaal toe werd ingebroken in het kantoorgebouw der N.V. Vereeni- ging van Brandstoffenhandelaren aan den Terhèijdenscheweg. Een bedrag in geld werd buitgemaakt. Voorts werd door de dieven ingebroken bij een kleermaker op den Teteringschedijk, in het kantoor der Zuider Tramweg-Mpij aan den Hoogen Steenweg, in een leer fabriek eveneens gelegen aan den Hoo- oen Steenweg, in het kantoor der boekdrukkerij van de firma Alphons van Turnhout Co. aan den Zandberg- weg en op nog een tweetal plaatsen in deze gemeente. In verband hiermede stelde de Bre- dasche recherche een uitgebreid onder zoek in. Het resultaat was, dat drie jon gelui van 19 jaar, van wie twee uit Bre da en een uit Ginneken afkomstig zijn, werden aangehouden. Zij legden een vol ledige bekentenis af, SMOKKELAARS. Doc.r de rijks ambtenaren is Maandagmiddag in den Rmkeloordpolder onder Ossen- d r e c h t een vrachtauto; welke onge veer 2000 kg. gesmokkelde margarine bevatte, aangehouden. De wagen met inhoud werd in beslag genomen. De be stuurder en een tweede inzittende wis ten te ontkomen Uit verschillende ge gevens blijkt, dat de wagen afkomstig is uit Zeeland. WANHOOPSDAAD VAN EEN ZWER VER. Zekere S. uit Venlo, een zwer ver, had zich Zondagavond toegang ver schaft tot een landhuisje van de familie de B. gelegen aan den Bredaschen weg te Tilburg. Maandagmorgen verliet hij het huisje weer, na op een tafelblad te hebben ge schreven hem het niet kwalijk te nemen, dat hij het huisje was binnengedrongen. Hij had het alleen gedaan om voor den nacht onder dak te zijn. Na den Maandagvoormiddag links en rechts te Tilburg te hebben rondge zwalkt, is hij des middags weer naar den Bredaschen weg afgezakt, waar hij zich toegang verschafte tot een ander, in de buurt van het eerste gelegen landhuisje, eveneens van de familie de B, en in huur bij de familie v. O. Hij vond in het huisje een flesch met blauwe vloeistof, vermoe delijk spiritus. Deze heeft hij iinks en recht in het huis uitgegoten om vervol gens den boel in brand te steken. Het huisje, dat geheel van hout was, stond spoedig in lichter laaie. De man was echter nog niet tevreden. Na de brandstichting in het huisje is hij het om ringende .bosch in gegaan, waar hij op vier verschillende plaatsen eveneens brand heeft gesticht. Vervolgens is hij naar een agent van politie in de buurt gestapt om zich aan te melden, waarbij hij zeide, dat hij brand gesticht had om onder dak te komen. De man is gearresteerd. De knecht van de familie de B. slaagde er met de hulp van toegeschoten voorbijgangers vrij spoedig in, de brandjes in het bosch te bhisschen. W l'W'l Het is algemeen bekend, dat het aan tal analphabeten in Rusland steeds zeer groot is geweest. In elk Russisch docu ment stond vroeger vermeld, of de eige naar ervan de moeilijke kunst van lezen en schrijven verstond of niet. Bij elk verhoor, bij elke getuigenverklaring werd onmiddellijk gevraagd: „Kunt u le zen en schrijven?" De schrijver dezer regelen heeft- in zijn studentenjaren eens voor een speciale hoogeschool een be paald document aangevraagd; de com missaris van politie, die dat papiertje uitreiken moest vroeg: „Kunt u lezen en schrijven?" In het document stond in de rubriek, die op deze in Rusland weinig verspreide kunst betrekking had, te lezen: „De toonder kan lezen en schrij ven, hij is student aan die en die hooge school". Deze aanteekening wekte later hilariteit bij de professoren in het bui tenland. Minder bekend is in het Wésten, dat Rusland Vóór den oorlog hard bezig was deze achterlijkheid te overwinnen. In de 10 jaar, dié" verloopen waren tüsschen de eerste en de tweede revolutie, groeide het aantal leerlingen van 5.5 tot 9.5 mil- lioen. De bevolking der lagere scholen steeg van 4,882,000 in 1905 tot 8,040.000 in 1916, een stijging dus van 85 pet. Dat maakte natuurlijk het oprichten van nieuwe scholen rioodig. In de jaren 1911 1916 werden in Rusland 20,172 nieuwe scholen gebouwd. En dat ondanks de moeilijkheden, die dé oorlog met zich meebracht. Ware de oorlog niet geweest, dan was er in Rusland reeds in 1922 de algemeené leerplicht ingevoerd. Bijzon der verdienstelijk maakte zich op het ge bied van 'onderwijs de zemstwo, de auto nome lichamen van het platteland, -een soort provinciaal bestuur. De oorlog en vooral de revolutie en de burgeroorlog met al hun ontzettingen en ontwrichtingen leidden tot een vol komen ineenstorten van het onderwijs. Vele onderwijzers sneuvelden aan het front of tijdens den wereldoorlog, nog meer onderwijzers en onderwijzeressen vielen als slachtoffer van den burger oorlog. Het nieuwe regime trachtte wel EEN „WAARZEGSTER." Een be jaard heer uit 's-G r a v e n z a n d e kreeg dezer dagen bezoek van 'n jonge vrouw, die vroeg of hij geen antieke voorwerpen te koop had. Van het eene gesprek kwam het op het andere en toen de vrouw in de huiskamer het zich gemakkelijk had gemaakt vertelde zij den bewoner op geheimzinnige wijze, dat zij de zwarte kunst van het toekomst voorspellen verstond. Na ongemerkt eenige inlichtingen tijdens het gesprek te hebben ingewonnen las zij uit de handlijnen dat er een kistje met geld in huis was. Indien dit kistje onder be paalde omstandigheden gewijd was, zou er binnen enkele weken voor den eige naar groote zegen uit voortvloeien en deze tot goeden welstand geraken. De heer kwam onder invloed van deze woorden en liet het kistje, waarin zich drie bankbiljetten van 25 bevonden, aan de bezoekster zien. Zij legde een wit papiertje op de bankbiljetten, ver richtte eenige geheimzinnige gebaren, en verklaarde toen dat het kistje onge veer negen dagen gesloten moest blij ven. Toen de bezoekster was vertrokken trok de bewoner de woorden van de waarzegster in twijfel, hij maakte het kistje, tegen het verbod in, open. Hij moest constateeren, dat een bedrag aan geld uit het kistje was ontvreemd. Het einde van de historie was dat aangifte volgde bij de politie, die thans ijverig naar de waarzegster zoekt- KINDERLIJKJE GEVONDEN. Door de verlegging van de Kromme Aar te Alphen aan den R ij n, is een misdaad ontdekt. In de droge bedding van de vaart is door de school jongens vlak bij den ingang van de nieuwe begraafplaats het in een zak ge bonden lijkje van een pasgeboren kind gevonden. De politie was spoedig ter plaatse om er beslag op te leggen. Het lijkje dat reeds in verregaanden staat van ont binding verkeerde was van het vrouwe lijk geslacht. GECOMPLICEERD ONGEVAL. Maandagmorgen is het paard van den landbouwer A. te Eibergen op hol geslagen dicht bij een onbewaakten overweg. Het paard, dat een wagen, ge laden met kunstmest, trok, werd door een juist aankomenden trein gegrepen. De voerman van den kunstmestwagen werd van den bok geslingerd. Hij is met ernstige wonden naar het ziekenhuis te Enschede overgebracht. Het voertuig is geheel versplinterd. OP HET NIPPERTJE. Zaterdag avond is de motorrijder W. H. uit An na Paulowna door den alsluit- boom van de halte den Middelweg te Heerhugowaard gereden op het moment dat een trein naderde. De afsluitboom knapte door midden en de motorrijder kwam met zijn motor en duorijdster op de spoorbaan te liggen. Hij had echter geen letsel bekomen en had de noodige verbetering in den toestand te brengen doch zonder zichtbare resultaten. In 1922 bleven er slechts 75 pet van de vooroorlogsche schoen over. De gevol gen bleven natuurlijk niet uit. In den zomer van 1917, toen Lenin en zijn vol gelingen al hun krachten inspanden om zich van de macht meester te maken en zij dus het volk allerlei wonderen moes ten beloven, verklaarde Lenin nadruk kelijk dat een der eerste maatregelen van het nieuwe regime zou zijn een ein de te maken aan het analphabetisme. In den loop van een paar jaar zou er in ge heel Rusland geen enkele analphabeet te vinden zijn. In werkelijkheid is na tuurlijk het tegenovergestelde gebeurd: het aantal analphabeten nam toe. Bij de volkstelling van 1920 waren 68 pet. van de bevolking analphabeet. En eerst bij de volkstelling van 1929 is het percen tage tot 60 pet. gedaald en werd op deze wijze de toestand van vóór den oorlog hersteld. Het wonder van 't volkomen verdwij nen van analphabetisme, dat de bolsje- wiki in een ommezien beloofden te be werkstelligen, is nu, 16 jaar na de bols jewistische revolutie, nog steeds een vrome wensch. De werkelijke opbouw van het onder wijs begon in Sovjet-Rusland eerst in 1924 toen het aantal leerlingen voor het eerst het vooroorlogsche peil had be reikt. Geleidelijk nam het aantal leerlin gen aan de lagere scholen toe (gemid- de'd met 67 pet. per jaar). In 1927 konden reeds 70 pet van alle kinderen van den schoolleeftijd lager onderwijs krijgen. Nu bedraagt het percentage pl. m. 95 pet. Met een zeker optimisme kan mén dus zeggen, dat nu alle kinderen in staat zijn lager onderwijs te krijgen. Dat is vóór alles de verdienste van het onderwijzend personeel. De Russische onderwijzer heeft zich altijd door een groote offervaardigheid onderscheiden. De Russische onderwijzer(es) be schouwt rijn (haar) werk niet als een roeping, als een soort plicht het onwe- ende volkè In het vooroorlogsche Rus land gebeurde het vaak, dat dochters van rijke ouders onderwijzeres werden, het moeilijke leven, vol ontberingen van tegenwoordigheid van geest, om ter stond zijn meisje en den motor van de rails te trekken; waarop direct de trein voorbijreed. Door een spoorwegman, die in het nabijzijnde seinwachtershuisje aanwezig was, werd nog bijtijds de ge broken afsluitboom van de rails verwij derd. De oorzaak moet worden gezocht in het feit, dat H. met gedempt licht reed en met de situatie ter plaatse onbekend was. De boom was wel van twee reflec tors voorzien, doch het hout was nage noeg verrot. De motor bekwam slechts een ingedeukte koplamp- De motorrij der en z'n meisje kwamen met den schrik vrij, hoewel de 80 borgstorting aan de Spoorwegen, die hij direct moést voldoen, er niet aan medewerkte om hem spoedig van den schrik te doen bekomen. ONDERNEMENDE WERKLOOZEN. Een mooi voorbeeld van onderne mingsdurf is gegeven door twee Euro- p e e s c h e werkloozen in Indië, die on langs een scheepje kochten, dat het mo del heeft van een Hollandschen botter en den naam „Lethe" draagt. De twee ondernemende heeren, E. ten Cate, vroeger, eigenaar van een bekende zaak te Soerabaja, en L. I. de Klerk, vroeger loods, aldaar en afkomstig uit Middelburg, bleven niet bij de pak ken neerzitten, doch besloten iets nieuws te entameeren, dat een unicum kan worden genoemd De heer De Klerk zag zoo vertelt de Ind. Crt. te Soerabaja de „Lethe" liggen die aan een parelvisscher toebehoorde- Deze zocht een kooper voor dit scheep je. Toen is de heer De Klerk op het idee gekomen, dezen botterals showboat in te richten. De koop werd gesloten en de bemanning, drie Aloreezen, gingen in dienst over bij de nieuwe eigenaren. Het schip werd grondig nagezien,, opgekale faterd en van een hulpmotor voorzien. Beide heeren verzekerden zich van agentschappen van diverse firma's die sympathiek tegenover hun plannen ston.- den, en gaan nu met een uitgezochte hoeveelheid monsters en monsterboeken een tocht maken langs de kleine Soenda- eilanden tot Timor Dilly om verschillen de artike'en op commissiebasis te ver- koopen. Zij nemen op de plaatsen, die zij aandoen, bestellingen op, die dan la ter onder rembours toegestuurd worden Bovendien hebben zij een voorraad goederen van zichzelf, die zij direct ver- koopen. Zij trachten tevens producten op te koopen, die zij later bij terugkomst te Soerabaja weer van de hand doen Er wordt dus handel gedreven in den meest uitgebreiden zin des woords. - i 1 - De „Lethe" is ruim 16 ton groot en heeft één mast. De kleine kajuit dient voor alles: eetkamer, slaapplaats, toko, kantoor. Het aantal verschillende arti kelen bedraagt ruim 180. Er is een houtskoolfornuis, dat als model dient, en besteld kan worden Er zijn boeken, fietslantaarns, auto-onderdeelen, con serven, vanille, wandversieringen, radio artikelen enz. enz. Er is letterlijk voor elk wat wils. een dorpsonderwijzeres leidden temid den van de ruwe, uiterst primitieve mas sa, alleen omdat zij het a's haar plicht beschouwden wat meer licht in de afge legen dorpen te brengen. Deze offervaardigheid bestaat ook nu en alleen deze opvatting van de taak van den onderwijzer maakt het mogelijk voldoende leerkrachten te vinden voor de vele nieuwe scholen. Want op zich zelf heeft het bestaan van den onderwij zer of de onderwijzeres in tegenwoordig Rusland nog minder aantrekkelijks dan vóór de revolutie. De -salarissen zijn uiterst laag Een Russische onderwijzer zou het salaris van zijn Nederlandschen collega als ongehoord hoog en zijn le venswijze als het summum van luxe be schouwen. Nog erger is, dat dit veel la gere salaris, dat daarbij in de volkomen waardelooze papieren roebels uitge drukt is, niet uitbetaald wordt. Het blad „Za Kommoenistitsjeskoje Proswesjts- jenije", het officieele orgaan van de Sovjet-Unie, publiceert eiken dag klach ten uit alle gedeelten van Rusland over het niet uitbetalen van het salaris aan de onderwijzers. De volkscommissaris van onderwijs begrijpt natuurlijk, dat deze toestand onhoudbaar is, daarom eischt zijn blad van de overheid, dat zij haar verplichtingen tegenover de onderwij zers nakome. Het officieele bolsjewisti sche blad noemt den tegenwoordigen toestand een „hemeltergend schandaal", spreekt van den „catastrophalen toe stand van het onderwijzend personeel", doch zonder eenig resultaat. Ten einde raad wendde de redactie van dat blad zich tot de hoogste vertegenwoordigers van de justitie met het verzoek de schuldigen te vervolgen, een e:nde te maken aan dit schandaal, doch de volks commissaris van justitie haast zich niet aan het verzoek van zijn col'ega te vol doen. De achterstalligheid bij het beta len van het armzalige salaris wordt steeds grooter. Daar de papieren roebel slechts een denkbeeldige waarde heeft en zijn koop kracht uiterst miniem is, hebben de on derwijzers recht op betaling in jiatura, op een zeker rantsoen dus. Doch ook deze rantsoenen worden niet altijd ver- i. Afzender» onbekend stok in de mand, .2. Briefwisseling, wordt ovei liiysyo. dén stukkeu geplaatst ol geweigeid - niet gevoerd. 3. De kopij woidi mei gezonden. 4. Maakt het kort 1 DE CIRCULAIRE DER Z.L.M, EN DE DEKEN DER ORDE VAN ADVOCATEN. In het verslag van de vergadering van het Dagelijksch Bestuur der Z.L.M. voor komende in de Prov. Zeeuwsche Midd. Courant van 24 dezer komt de mede- deeling voor, dat. naar aanleiding van het verzoek van het Kringbestuur van de broederschap van Notarissen te Mid delburg aan Heeren advocaten om be slaglegging op onroerende goederen zoo veel mogelijk te beperken, de deken der Orde van advocaten aan de leden der balie schriftelijk heeft verzocht niet overijld tot beslag over te gaan, doch te trachten tot een minnelijk vergelijk te komen. Waar de overheid niet tot een alge meen executie verbod heeft kunnen be sluiten, valt dit verzoek toe te juichen. Hoevelen vindt men niet in alle ran gen en standen, die tengevolge van het huidige wereldgebeuren buiten hun schuld in zoodanigen economischen en finantieelen noodtoestand zijn geraakt, dat zij zich dagelijks voor zich en hun ge dn afvragen, wanneeer het zwaard van Damocles op hunne hoofden zal nederdalen, terwijl de gedachte aan zelfmoord sommigen niet vreemd is. De deken der orde van advocaten heeft door zijn doordacht genomen maatregel getoond psychologisch talent te bezitten door mede te voelen met hen, die opdanks goede bedoelingen, het slachtoffer van den wereldchaös zijn geworden. Men mag toch niet verwachten, dat advocaten en notarissen zich ten koste van dezulken zouden willen verrijken door in den vorm van beslaglegging en daarop volgende executie honoraria te aanvaarden; zij zouden daardoor zichzelf in eer en goeden naam aantasten, het zou gelijkenis gaan vertoonen met de heffing van Alva's tienden penning. Het executievraagstuk overwegend vrage men zich af, hoeveel Directeuren, Commissarissen en aandeelhouders van Naamlooze Vennootschappen e.d. thans zouden kunnen voldoen aan een even tueel verzoek tot bijstorting op de hem in eigendom toebehoorende niet-volge- storte aandeelen dier ondernemingen- Dat de «Jeken der Orde van advocaten door het schrijven aan de leden dier orde een rem heeft aangelegd op het rad der executie moge in onze tijden een ver blijdend verschijnsel worden genoemd. Realist. in» (Ingez. Med.) strekt. In de meeste districten hebben de onderwijzers sinds December niets gekregen, in vele districten hebben de onderwijzers voor het laatst hun rant soen levensmiddelen in October-Novem ber gekregen. De onderwijzers beklagen zich bij hun superieuren, sturen klachten aan het officieele orgaan van het depar tement van onderwijs; de redactie van dat blad waarschuwt, smeekt, dreigt, maar het resultaat is even bedroevend De onderwijzeres ondervindt behalve de moeilijkheden, die uit dat niet beta len van het salaris en het niet verstrek ken van het rantsoen volgen, nog ande re onaangenaamheden, die het gevolg zijn van 't feit, dat zij een vrouw is. 't Bovengenoemdeb lad „Za Kommoenis titsjeskoje Proswesjtsjenije" publiceert op dit gebied bijzonderheden, die wij maar liever niet nader zullen bespreken. Het gevolg hiervan is, dat het steeds moeilijker valt menschen te vinden, die het ondankbare werk van een onder wijzeres) zouden willen verrichten. De overheid moet zich dus met onvolwaar dige krachten behelpen. Kort geleden heeft de Sovjet-regeering een commissie benoemd, die een onderzoek moest in stellen naar de voorbereiding van de on derwijzers (-essen). Het bleek, dat er onder het onderwijzend personeel, voor al op het platteland, veel menschen. zijn, die zelf een lagere school moesten doorloopen. Veel onderwijzers wisten de allereenvoudigste dingen op het ge bied van de spraakkunst niet (zij wisten bijv niet wat een onderwerp, een ge zegde is, wat een zelfstandig naam woord, een voornaamwoord is enz.1, terwijl hun bekendheid met de reken kunde ook veel te wenschen overliet (onderwijzers, die breuken kunnen ver menigvuldigen, worden als „goed ge schoolde krachten" beschouwd, de meeste onderwijzers van beide geslach ten vonden breuken een veel te gecom pliceerde materie). Wat er onder der gelijke omstandigheden van het onder wijs terecht komt, is niet moeiliik "e raden. De volkscommissaris vaardigde nu een bevel uit, dat alle onderwijzers KONING LEOPOLD HANDHAAFT EEN TRADITIE. Koning Leopold III zal op den ver jaardag van zijn overleden vader het Belgische leger inspecteeren. Hij zet hiermede de traditie voort, dien zijn va der heeft ingevoerd, om op zijn verjaar dag èen groote troepenparade te hou den van het garnizoen van Brussel en omliggende plaatsen. Dit jaar zal de pa rade worden gehouden op 9 April, om dat de eigenlijke datum, 8 Aprii. op Zon dag valt. Zooals men zich zal herinneren, is het nog slechts korten tijd geleden, dat Leo pold III, thans opperbevelhebber van het leger, als kapitein aan het hoofd van zijn compagnie infanterie langs den toenmaligen opperbevelhebber zijn va der, defileerde DE STAVISKY-AFFAIRE, De Fransche politie heeft een nieuwe en naar "t. schijnt belangrijke, ontdekking gedaan. Men zal zich herinneren, dat toen de.,.-Stavisky-steen aan 't rollen raakte, een van de eerste ontdekkingen, die men deed, was, dat eruit de bank van leening te Bay.onne een groot aan tal juweelen spoorloos waren verdwe nen. Men heeft deze kostbare sieraden, ten bedrage van 10 millioen francs thans in een bank van leening te Londen te ruggevonden, In verband hiermee heeft men een danseres, Cecilia Nono geheeten. gear resteerd, Zij is een 23-jarige blondine, 'n zeer mooie vrouw en moet met Romag- nïno, den secretaris van Stawisky, in verbinding hebben gestaan- Zij is Maan dagavond door een inspecteur van Scot land Yard te Londen, die met com missaris Peudepiece van de Fransche Süreté samenwerkt, verhoord. Toen 'n verslaggever aan mejuffrouw Nono vroeg, of zij Romagnino gekend had en of zij de juweelen beleend heeft, weiger de zij te antwoorden. De Fransche juwelier-deskundige Se- ror heeft intusschen de juweelen te Lon den onderzocht en foto's ervan naar Pa rijs gezonden. Het verdere onderzoek gaat voornamelijk om de vraag, of zich ook nog meer juweelen van Stavisky in Engeland bevinden. Een in woede ontstoken generaal. Een in verband met de zaak-Stavisky ontslagen Fransche generaal Bardi de Fourtou is Maandag te Parijs door den rechter van instructie verhoord. Fourtou heeft in verscheidene affaires van Sta visky een leidende rol gespeeld Toen de persmenschen na afloop van het ver hoor op het binnenplein van het politie- gebouw foto's van den generaal poogden te nemen, ontstak deze in woede en stortte zich op één van hen. Hij sloeg den fotograaf met een vuistslag op den grond. Het slachtoffer is een oorlogsver minkte, De woedende generaal werd ge arresteerd. verplicht zijn een specialen cursus te volgen, waarop zij wat meer van deze geleerdheid kunnen opdoen en dreigt iederen onderwijzer te ontslaan, die weigert de cursussen te volgen maar waar nieuwe leerkrachten te vinden De arme kinderen, die tot „meester" een dergelijken onwetenden man heb ben, moeten nog bovendien onder de moeilijkst denkbare omstandigheden on derwijs krijgen. Het officieele orgaan van het Russische departement van on derwijs deelt n.l, mede, dat de scholen in de meeste dorpen en zelfs in zeer veel steden niet verwarmd worden en dat bij de felle koude in Rusland. De kinderen moeten in de klas hun over jassen en pelzen aanhouden (voorzoover zij ze hebben). De inkt is natuurlijk steeds bevroren. Het gebeurt dan ook vaak, dat de scholen eenige dagen ach ter elkaar, soms weken achtereen, ge sloten blijven, omdat het te koud is. Daarbij komt, dat er overal gebrel^ is aan de meest onontbeerlijke Téfermiïddé- len. Schriften, pennen en potlooden zijn een luxe waarop je uiterst zuinig moet zijn. Zelfs leesboeken zijn moeilijk te krijgen. En heeft de onderwijzer na vele smeekbeden en eindeloos geschrijf; aan de ontelbare instellingen ze eindelijk ge kregen, dan blijken het in den regel boe ken van verschillende auteurs en uit- eenlooperide uitgaven te zijn, met het gevolg, dat van klassikaal lezen geen sprake kan zijn, zoo klaagt het blad van het departement van onderwijs, en de redactie van dat hoog-officieele blad er kent, dat de volkscommissaris en zijn helpers machteloos zijn hierin eenige verandering te brengen. Indien er ondanks deze wantoestan den nog iets van het onderwijs terecht komt, dan is dat te danken aan de over gave waarmede vele onderwijzers(essen) hun werk verrichten, aan de menschen, die hun laatste have moeten verkoopen om wat levensmiddelen voor deeigen kinderen te koopen, die in onverwarm de lokalen les geven, koude, honger en gebrek lijden, maar op hun plaats blij ven en hun plicht vervullen. Het is de Russische offervaardigheid. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 7