Neem 'n "AKKERTJE"
INGEZONDEN STUKÜEft.
BUITENLAND.
HET ONDERWIJS IN RUSLAND.
bij Migraine, "Kater", Hoofdpijn,
BELGIE.
FRANKRIJK,
INBRAAK-EPIDEMIE. In de afge-
loopen dagen werd te Breda door een
ware inbraak-epidemie geteisterd. Niet
minder dan zeven inbraken werden ge
pleegd.
Tot tweemaal toe werd ingebroken in
het kantoorgebouw der N.V. Vereeni-
ging van Brandstoffenhandelaren aan
den Terhèijdenscheweg. Een bedrag in
geld werd buitgemaakt. Voorts werd
door de dieven ingebroken bij een
kleermaker op den Teteringschedijk, in
het kantoor der Zuider Tramweg-Mpij
aan den Hoogen Steenweg, in een leer
fabriek eveneens gelegen aan den Hoo-
oen Steenweg, in het kantoor der
boekdrukkerij van de firma Alphons
van Turnhout Co. aan den Zandberg-
weg en op nog een tweetal plaatsen in
deze gemeente.
In verband hiermede stelde de Bre-
dasche recherche een uitgebreid onder
zoek in. Het resultaat was, dat drie jon
gelui van 19 jaar, van wie twee uit Bre
da en een uit Ginneken afkomstig zijn,
werden aangehouden. Zij legden een vol
ledige bekentenis af,
SMOKKELAARS. Doc.r de rijks
ambtenaren is Maandagmiddag in den
Rmkeloordpolder onder Ossen-
d r e c h t een vrachtauto; welke onge
veer 2000 kg. gesmokkelde margarine
bevatte, aangehouden. De wagen met
inhoud werd in beslag genomen. De be
stuurder en een tweede inzittende wis
ten te ontkomen Uit verschillende ge
gevens blijkt, dat de wagen afkomstig is
uit Zeeland.
WANHOOPSDAAD VAN EEN ZWER
VER. Zekere S. uit Venlo, een zwer
ver, had zich Zondagavond toegang ver
schaft tot een landhuisje van de familie
de B. gelegen aan den Bredaschen weg
te Tilburg.
Maandagmorgen verliet hij het huisje
weer, na op een tafelblad te hebben ge
schreven hem het niet kwalijk te nemen,
dat hij het huisje was binnengedrongen.
Hij had het alleen gedaan om voor den
nacht onder dak te zijn.
Na den Maandagvoormiddag links en
rechts te Tilburg te hebben rondge
zwalkt, is hij des middags weer naar den
Bredaschen weg afgezakt, waar hij zich
toegang verschafte tot een ander, in de
buurt van het eerste gelegen landhuisje,
eveneens van de familie de B, en in huur
bij de familie v. O. Hij vond in het huisje
een flesch met blauwe vloeistof, vermoe
delijk spiritus. Deze heeft hij iinks en
recht in het huis uitgegoten om vervol
gens den boel in brand te steken.
Het huisje, dat geheel van hout was,
stond spoedig in lichter laaie. De man
was echter nog niet tevreden. Na de
brandstichting in het huisje is hij het om
ringende .bosch in gegaan, waar hij op
vier verschillende plaatsen eveneens
brand heeft gesticht. Vervolgens is hij
naar een agent van politie in de buurt
gestapt om zich aan te melden, waarbij
hij zeide, dat hij brand gesticht had om
onder dak te komen.
De man is gearresteerd. De knecht
van de familie de B. slaagde er met de
hulp van toegeschoten voorbijgangers
vrij spoedig in, de brandjes in het bosch
te bhisschen.
W l'W'l
Het is algemeen bekend, dat het aan
tal analphabeten in Rusland steeds zeer
groot is geweest. In elk Russisch docu
ment stond vroeger vermeld, of de eige
naar ervan de moeilijke kunst van lezen
en schrijven verstond of niet. Bij elk
verhoor, bij elke getuigenverklaring
werd onmiddellijk gevraagd: „Kunt u le
zen en schrijven?" De schrijver dezer
regelen heeft- in zijn studentenjaren eens
voor een speciale hoogeschool een be
paald document aangevraagd; de com
missaris van politie, die dat papiertje
uitreiken moest vroeg: „Kunt u lezen en
schrijven?" In het document stond in de
rubriek, die op deze in Rusland weinig
verspreide kunst betrekking had, te
lezen: „De toonder kan lezen en schrij
ven, hij is student aan die en die hooge
school". Deze aanteekening wekte later
hilariteit bij de professoren in het bui
tenland.
Minder bekend is in het Wésten, dat
Rusland Vóór den oorlog hard bezig was
deze achterlijkheid te overwinnen. In de
10 jaar, dié" verloopen waren tüsschen de
eerste en de tweede revolutie, groeide
het aantal leerlingen van 5.5 tot 9.5 mil-
lioen. De bevolking der lagere scholen
steeg van 4,882,000 in 1905 tot 8,040.000
in 1916, een stijging dus van 85 pet. Dat
maakte natuurlijk het oprichten van
nieuwe scholen rioodig. In de jaren 1911
1916 werden in Rusland 20,172 nieuwe
scholen gebouwd. En dat ondanks de
moeilijkheden, die dé oorlog met zich
meebracht. Ware de oorlog niet geweest,
dan was er in Rusland reeds in 1922 de
algemeené leerplicht ingevoerd. Bijzon
der verdienstelijk maakte zich op het ge
bied van 'onderwijs de zemstwo, de auto
nome lichamen van het platteland, -een
soort provinciaal bestuur.
De oorlog en vooral de revolutie en
de burgeroorlog met al hun ontzettingen
en ontwrichtingen leidden tot een vol
komen ineenstorten van het onderwijs.
Vele onderwijzers sneuvelden aan het
front of tijdens den wereldoorlog, nog
meer onderwijzers en onderwijzeressen
vielen als slachtoffer van den burger
oorlog. Het nieuwe regime trachtte wel
EEN „WAARZEGSTER." Een be
jaard heer uit 's-G r a v e n z a n d e
kreeg dezer dagen bezoek van 'n jonge
vrouw, die vroeg of hij geen antieke
voorwerpen te koop had. Van het eene
gesprek kwam het op het andere en
toen de vrouw in de huiskamer het zich
gemakkelijk had gemaakt vertelde zij
den bewoner op geheimzinnige wijze, dat
zij de zwarte kunst van het toekomst
voorspellen verstond. Na ongemerkt
eenige inlichtingen tijdens het gesprek
te hebben ingewonnen las zij uit de
handlijnen dat er een kistje met geld in
huis was. Indien dit kistje onder be
paalde omstandigheden gewijd was, zou
er binnen enkele weken voor den eige
naar groote zegen uit voortvloeien en
deze tot goeden welstand geraken. De
heer kwam onder invloed van deze
woorden en liet het kistje, waarin zich
drie bankbiljetten van 25 bevonden,
aan de bezoekster zien. Zij legde een
wit papiertje op de bankbiljetten, ver
richtte eenige geheimzinnige gebaren,
en verklaarde toen dat het kistje onge
veer negen dagen gesloten moest blij
ven.
Toen de bezoekster was vertrokken
trok de bewoner de woorden van de
waarzegster in twijfel, hij maakte het
kistje, tegen het verbod in, open. Hij
moest constateeren, dat een bedrag aan
geld uit het kistje was ontvreemd. Het
einde van de historie was dat aangifte
volgde bij de politie, die thans ijverig
naar de waarzegster zoekt-
KINDERLIJKJE GEVONDEN.
Door de verlegging van de Kromme Aar
te Alphen aan den R ij n,
is een misdaad ontdekt. In de droge
bedding van de vaart is door de school
jongens vlak bij den ingang van de
nieuwe begraafplaats het in een zak ge
bonden lijkje van een pasgeboren kind
gevonden.
De politie was spoedig ter plaatse om
er beslag op te leggen. Het lijkje dat
reeds in verregaanden staat van ont
binding verkeerde was van het vrouwe
lijk geslacht.
GECOMPLICEERD ONGEVAL.
Maandagmorgen is het paard van den
landbouwer A. te Eibergen op hol
geslagen dicht bij een onbewaakten
overweg. Het paard, dat een wagen, ge
laden met kunstmest, trok, werd door
een juist aankomenden trein gegrepen.
De voerman van den kunstmestwagen
werd van den bok geslingerd. Hij is met
ernstige wonden naar het ziekenhuis te
Enschede overgebracht. Het voertuig is
geheel versplinterd.
OP HET NIPPERTJE. Zaterdag
avond is de motorrijder W. H. uit An
na Paulowna door den alsluit-
boom van de halte den Middelweg te
Heerhugowaard gereden op het moment
dat een trein naderde. De afsluitboom
knapte door midden en de motorrijder
kwam met zijn motor en duorijdster op
de spoorbaan te liggen. Hij had echter
geen letsel bekomen en had de noodige
verbetering in den toestand te brengen
doch zonder zichtbare resultaten. In
1922 bleven er slechts 75 pet van de
vooroorlogsche schoen over. De gevol
gen bleven natuurlijk niet uit. In den
zomer van 1917, toen Lenin en zijn vol
gelingen al hun krachten inspanden om
zich van de macht meester te maken en
zij dus het volk allerlei wonderen moes
ten beloven, verklaarde Lenin nadruk
kelijk dat een der eerste maatregelen
van het nieuwe regime zou zijn een ein
de te maken aan het analphabetisme. In
den loop van een paar jaar zou er in ge
heel Rusland geen enkele analphabeet
te vinden zijn. In werkelijkheid is na
tuurlijk het tegenovergestelde gebeurd:
het aantal analphabeten nam toe. Bij de
volkstelling van 1920 waren 68 pet. van
de bevolking analphabeet. En eerst bij
de volkstelling van 1929 is het percen
tage tot 60 pet. gedaald en werd op deze
wijze de toestand van vóór den oorlog
hersteld.
Het wonder van 't volkomen verdwij
nen van analphabetisme, dat de bolsje-
wiki in een ommezien beloofden te be
werkstelligen, is nu, 16 jaar na de bols
jewistische revolutie, nog steeds een
vrome wensch.
De werkelijke opbouw van het onder
wijs begon in Sovjet-Rusland eerst in
1924 toen het aantal leerlingen voor het
eerst het vooroorlogsche peil had be
reikt. Geleidelijk nam het aantal leerlin
gen aan de lagere scholen toe (gemid-
de'd met 67 pet. per jaar). In 1927
konden reeds 70 pet van alle kinderen
van den schoolleeftijd lager onderwijs
krijgen. Nu bedraagt het percentage pl.
m. 95 pet. Met een zeker optimisme kan
mén dus zeggen, dat nu alle kinderen in
staat zijn lager onderwijs te krijgen.
Dat is vóór alles de verdienste van het
onderwijzend personeel. De Russische
onderwijzer heeft zich altijd door een
groote offervaardigheid onderscheiden.
De Russische onderwijzer(es) be
schouwt rijn (haar) werk niet als een
roeping, als een soort plicht het onwe-
ende volkè In het vooroorlogsche Rus
land gebeurde het vaak, dat dochters
van rijke ouders onderwijzeres werden,
het moeilijke leven, vol ontberingen van
tegenwoordigheid van geest, om ter
stond zijn meisje en den motor van de
rails te trekken; waarop direct de trein
voorbijreed. Door een spoorwegman, die
in het nabijzijnde seinwachtershuisje
aanwezig was, werd nog bijtijds de ge
broken afsluitboom van de rails verwij
derd.
De oorzaak moet worden gezocht in
het feit, dat H. met gedempt licht reed
en met de situatie ter plaatse onbekend
was. De boom was wel van twee reflec
tors voorzien, doch het hout was nage
noeg verrot. De motor bekwam slechts
een ingedeukte koplamp- De motorrij
der en z'n meisje kwamen met den
schrik vrij, hoewel de 80 borgstorting
aan de Spoorwegen, die hij direct moést
voldoen, er niet aan medewerkte om
hem spoedig van den schrik te doen
bekomen.
ONDERNEMENDE WERKLOOZEN.
Een mooi voorbeeld van onderne
mingsdurf is gegeven door twee Euro-
p e e s c h e werkloozen in Indië, die on
langs een scheepje kochten, dat het mo
del heeft van een Hollandschen botter
en den naam „Lethe" draagt.
De twee ondernemende heeren, E. ten
Cate, vroeger, eigenaar van een bekende
zaak te Soerabaja, en L. I. de Klerk,
vroeger loods, aldaar en afkomstig uit
Middelburg, bleven niet bij de pak
ken neerzitten, doch besloten iets
nieuws te entameeren, dat een unicum
kan worden genoemd
De heer De Klerk zag zoo vertelt de
Ind. Crt. te Soerabaja de „Lethe" liggen
die aan een parelvisscher toebehoorde-
Deze zocht een kooper voor dit scheep
je. Toen is de heer De Klerk op het idee
gekomen, dezen botterals showboat in te
richten. De koop werd gesloten en de
bemanning, drie Aloreezen, gingen in
dienst over bij de nieuwe eigenaren. Het
schip werd grondig nagezien,, opgekale
faterd en van een hulpmotor voorzien.
Beide heeren verzekerden zich van
agentschappen van diverse firma's die
sympathiek tegenover hun plannen ston.-
den, en gaan nu met een uitgezochte
hoeveelheid monsters en monsterboeken
een tocht maken langs de kleine Soenda-
eilanden tot Timor Dilly om verschillen
de artike'en op commissiebasis te ver-
koopen. Zij nemen op de plaatsen, die
zij aandoen, bestellingen op, die dan la
ter onder rembours toegestuurd worden
Bovendien hebben zij een voorraad
goederen van zichzelf, die zij direct ver-
koopen. Zij trachten tevens producten
op te koopen, die zij later bij terugkomst
te Soerabaja weer van de hand doen
Er wordt dus handel gedreven in den
meest uitgebreiden zin des woords.
- i 1 -
De „Lethe" is ruim 16 ton groot en
heeft één mast. De kleine kajuit dient
voor alles: eetkamer, slaapplaats, toko,
kantoor. Het aantal verschillende arti
kelen bedraagt ruim 180. Er is een
houtskoolfornuis, dat als model dient,
en besteld kan worden Er zijn boeken,
fietslantaarns, auto-onderdeelen, con
serven, vanille, wandversieringen, radio
artikelen enz. enz. Er is letterlijk voor
elk wat wils.
een dorpsonderwijzeres leidden temid
den van de ruwe, uiterst primitieve mas
sa, alleen omdat zij het a's haar plicht
beschouwden wat meer licht in de afge
legen dorpen te brengen.
Deze offervaardigheid bestaat ook nu
en alleen deze opvatting van de taak
van den onderwijzer maakt het mogelijk
voldoende leerkrachten te vinden voor
de vele nieuwe scholen. Want op zich
zelf heeft het bestaan van den onderwij
zer of de onderwijzeres in tegenwoordig
Rusland nog minder aantrekkelijks dan
vóór de revolutie. De -salarissen zijn
uiterst laag Een Russische onderwijzer
zou het salaris van zijn Nederlandschen
collega als ongehoord hoog en zijn le
venswijze als het summum van luxe be
schouwen. Nog erger is, dat dit veel la
gere salaris, dat daarbij in de volkomen
waardelooze papieren roebels uitge
drukt is, niet uitbetaald wordt. Het blad
„Za Kommoenistitsjeskoje Proswesjts-
jenije", het officieele orgaan van de
Sovjet-Unie, publiceert eiken dag klach
ten uit alle gedeelten van Rusland over
het niet uitbetalen van het salaris aan de
onderwijzers. De volkscommissaris van
onderwijs begrijpt natuurlijk, dat deze
toestand onhoudbaar is, daarom eischt
zijn blad van de overheid, dat zij haar
verplichtingen tegenover de onderwij
zers nakome. Het officieele bolsjewisti
sche blad noemt den tegenwoordigen
toestand een „hemeltergend schandaal",
spreekt van den „catastrophalen toe
stand van het onderwijzend personeel",
doch zonder eenig resultaat. Ten einde
raad wendde de redactie van dat blad
zich tot de hoogste vertegenwoordigers
van de justitie met het verzoek de
schuldigen te vervolgen, een e:nde te
maken aan dit schandaal, doch de volks
commissaris van justitie haast zich niet
aan het verzoek van zijn col'ega te vol
doen. De achterstalligheid bij het beta
len van het armzalige salaris wordt
steeds grooter.
Daar de papieren roebel slechts een
denkbeeldige waarde heeft en zijn koop
kracht uiterst miniem is, hebben de on
derwijzers recht op betaling in jiatura,
op een zeker rantsoen dus. Doch ook
deze rantsoenen worden niet altijd ver-
i. Afzender» onbekend stok in de
mand, .2. Briefwisseling, wordt ovei liiysyo.
dén stukkeu geplaatst ol geweigeid -
niet gevoerd. 3. De kopij woidi mei
gezonden. 4. Maakt het kort 1
DE CIRCULAIRE DER Z.L.M, EN DE
DEKEN DER ORDE VAN
ADVOCATEN.
In het verslag van de vergadering van
het Dagelijksch Bestuur der Z.L.M. voor
komende in de Prov. Zeeuwsche Midd.
Courant van 24 dezer komt de mede-
deeling voor, dat. naar aanleiding van
het verzoek van het Kringbestuur van
de broederschap van Notarissen te Mid
delburg aan Heeren advocaten om be
slaglegging op onroerende goederen zoo
veel mogelijk te beperken, de deken der
Orde van advocaten aan de leden der
balie schriftelijk heeft verzocht niet
overijld tot beslag over te gaan, doch te
trachten tot een minnelijk vergelijk te
komen.
Waar de overheid niet tot een alge
meen executie verbod heeft kunnen be
sluiten, valt dit verzoek toe te juichen.
Hoevelen vindt men niet in alle ran
gen en standen, die tengevolge van het
huidige wereldgebeuren buiten hun
schuld in zoodanigen economischen en
finantieelen noodtoestand zijn geraakt,
dat zij zich dagelijks voor zich en hun
ge dn afvragen, wanneeer het zwaard
van Damocles op hunne hoofden zal
nederdalen, terwijl de gedachte aan
zelfmoord sommigen niet vreemd is.
De deken der orde van advocaten
heeft door zijn doordacht genomen
maatregel getoond psychologisch talent
te bezitten door mede te voelen met
hen, die opdanks goede bedoelingen,
het slachtoffer van den wereldchaös zijn
geworden.
Men mag toch niet verwachten, dat
advocaten en notarissen zich ten koste
van dezulken zouden willen verrijken
door in den vorm van beslaglegging en
daarop volgende executie honoraria te
aanvaarden; zij zouden daardoor zichzelf
in eer en goeden naam aantasten, het
zou gelijkenis gaan vertoonen met de
heffing van Alva's tienden penning.
Het executievraagstuk overwegend
vrage men zich af, hoeveel Directeuren,
Commissarissen en aandeelhouders van
Naamlooze Vennootschappen e.d. thans
zouden kunnen voldoen aan een even
tueel verzoek tot bijstorting op de hem
in eigendom toebehoorende niet-volge-
storte aandeelen dier ondernemingen-
Dat de «Jeken der Orde van advocaten
door het schrijven aan de leden dier orde
een rem heeft aangelegd op het rad der
executie moge in onze tijden een ver
blijdend verschijnsel worden genoemd.
Realist.
in»
(Ingez. Med.)
strekt. In de meeste districten hebben
de onderwijzers sinds December niets
gekregen, in vele districten hebben de
onderwijzers voor het laatst hun rant
soen levensmiddelen in October-Novem
ber gekregen. De onderwijzers beklagen
zich bij hun superieuren, sturen klachten
aan het officieele orgaan van het depar
tement van onderwijs; de redactie van
dat blad waarschuwt, smeekt, dreigt,
maar het resultaat is even bedroevend
De onderwijzeres ondervindt behalve
de moeilijkheden, die uit dat niet beta
len van het salaris en het niet verstrek
ken van het rantsoen volgen, nog ande
re onaangenaamheden, die het gevolg
zijn van 't feit, dat zij een vrouw is. 't
Bovengenoemdeb lad „Za Kommoenis
titsjeskoje Proswesjtsjenije" publiceert
op dit gebied bijzonderheden, die wij
maar liever niet nader zullen bespreken.
Het gevolg hiervan is, dat het steeds
moeilijker valt menschen te vinden, die
het ondankbare werk van een onder
wijzeres) zouden willen verrichten. De
overheid moet zich dus met onvolwaar
dige krachten behelpen. Kort geleden
heeft de Sovjet-regeering een commissie
benoemd, die een onderzoek moest in
stellen naar de voorbereiding van de on
derwijzers (-essen). Het bleek, dat er
onder het onderwijzend personeel, voor
al op het platteland, veel menschen. zijn,
die zelf een lagere school moesten
doorloopen. Veel onderwijzers wisten
de allereenvoudigste dingen op het ge
bied van de spraakkunst niet (zij wisten
bijv niet wat een onderwerp, een ge
zegde is, wat een zelfstandig naam
woord, een voornaamwoord is enz.1,
terwijl hun bekendheid met de reken
kunde ook veel te wenschen overliet
(onderwijzers, die breuken kunnen ver
menigvuldigen, worden als „goed ge
schoolde krachten" beschouwd, de
meeste onderwijzers van beide geslach
ten vonden breuken een veel te gecom
pliceerde materie). Wat er onder der
gelijke omstandigheden van het onder
wijs terecht komt, is niet moeiliik "e
raden. De volkscommissaris vaardigde
nu een bevel uit, dat alle onderwijzers
KONING LEOPOLD HANDHAAFT
EEN TRADITIE.
Koning Leopold III zal op den ver
jaardag van zijn overleden vader het
Belgische leger inspecteeren. Hij zet
hiermede de traditie voort, dien zijn va
der heeft ingevoerd, om op zijn verjaar
dag èen groote troepenparade te hou
den van het garnizoen van Brussel en
omliggende plaatsen. Dit jaar zal de pa
rade worden gehouden op 9 April, om
dat de eigenlijke datum, 8 Aprii. op Zon
dag valt.
Zooals men zich zal herinneren, is het
nog slechts korten tijd geleden, dat Leo
pold III, thans opperbevelhebber van
het leger, als kapitein aan het hoofd van
zijn compagnie infanterie langs den
toenmaligen opperbevelhebber zijn va
der, defileerde
DE STAVISKY-AFFAIRE,
De Fransche politie heeft een nieuwe
en naar "t. schijnt belangrijke, ontdekking
gedaan. Men zal zich herinneren, dat
toen de.,.-Stavisky-steen aan 't rollen
raakte, een van de eerste ontdekkingen,
die men deed, was, dat eruit de bank
van leening te Bay.onne een groot aan
tal juweelen spoorloos waren verdwe
nen. Men heeft deze kostbare sieraden,
ten bedrage van 10 millioen francs thans
in een bank van leening te Londen te
ruggevonden,
In verband hiermee heeft men een
danseres, Cecilia Nono geheeten. gear
resteerd, Zij is een 23-jarige blondine, 'n
zeer mooie vrouw en moet met Romag-
nïno, den secretaris van Stawisky, in
verbinding hebben gestaan- Zij is Maan
dagavond door een inspecteur van Scot
land Yard te Londen, die met com
missaris Peudepiece van de Fransche
Süreté samenwerkt, verhoord. Toen 'n
verslaggever aan mejuffrouw Nono
vroeg, of zij Romagnino gekend had en
of zij de juweelen beleend heeft, weiger
de zij te antwoorden.
De Fransche juwelier-deskundige Se-
ror heeft intusschen de juweelen te Lon
den onderzocht en foto's ervan naar Pa
rijs gezonden. Het verdere onderzoek
gaat voornamelijk om de vraag, of zich
ook nog meer juweelen van Stavisky in
Engeland bevinden.
Een in woede ontstoken generaal.
Een in verband met de zaak-Stavisky
ontslagen Fransche generaal Bardi de
Fourtou is Maandag te Parijs door den
rechter van instructie verhoord. Fourtou
heeft in verscheidene affaires van Sta
visky een leidende rol gespeeld Toen
de persmenschen na afloop van het ver
hoor op het binnenplein van het politie-
gebouw foto's van den generaal poogden
te nemen, ontstak deze in woede en
stortte zich op één van hen. Hij sloeg
den fotograaf met een vuistslag op den
grond. Het slachtoffer is een oorlogsver
minkte, De woedende generaal werd ge
arresteerd.
verplicht zijn een specialen cursus te
volgen, waarop zij wat meer van deze
geleerdheid kunnen opdoen en dreigt
iederen onderwijzer te ontslaan, die
weigert de cursussen te volgen maar
waar nieuwe leerkrachten te vinden
De arme kinderen, die tot „meester"
een dergelijken onwetenden man heb
ben, moeten nog bovendien onder de
moeilijkst denkbare omstandigheden on
derwijs krijgen. Het officieele orgaan
van het Russische departement van on
derwijs deelt n.l, mede, dat de scholen
in de meeste dorpen en zelfs in zeer
veel steden niet verwarmd worden en
dat bij de felle koude in Rusland. De
kinderen moeten in de klas hun over
jassen en pelzen aanhouden (voorzoover
zij ze hebben). De inkt is natuurlijk
steeds bevroren. Het gebeurt dan ook
vaak, dat de scholen eenige dagen ach
ter elkaar, soms weken achtereen, ge
sloten blijven, omdat het te koud is.
Daarbij komt, dat er overal gebrel^ is
aan de meest onontbeerlijke Téfermiïddé-
len. Schriften, pennen en potlooden zijn
een luxe waarop je uiterst zuinig moet
zijn. Zelfs leesboeken zijn moeilijk te
krijgen. En heeft de onderwijzer na vele
smeekbeden en eindeloos geschrijf; aan
de ontelbare instellingen ze eindelijk ge
kregen, dan blijken het in den regel boe
ken van verschillende auteurs en uit-
eenlooperide uitgaven te zijn, met het
gevolg, dat van klassikaal lezen geen
sprake kan zijn, zoo klaagt het blad van
het departement van onderwijs, en de
redactie van dat hoog-officieele blad er
kent, dat de volkscommissaris en zijn
helpers machteloos zijn hierin eenige
verandering te brengen.
Indien er ondanks deze wantoestan
den nog iets van het onderwijs terecht
komt, dan is dat te danken aan de over
gave waarmede vele onderwijzers(essen)
hun werk verrichten, aan de menschen,
die hun laatste have moeten verkoopen
om wat levensmiddelen voor deeigen
kinderen te koopen, die in onverwarm
de lokalen les geven, koude, honger en
gebrek lijden, maar op hun plaats blij
ven en hun plicht vervullen. Het is de
Russische offervaardigheid.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.