mmmum,
KRONIEK van den DAG.
SPORT.
DE DOMTOREN
VAN UTRECHT
TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 22 MAART 1934.
No. 69.
BARBARA, DE HEKS VAN
WIMSLEA
!;3 m°esl met Éene™ai Ra»s-
HET OVERLIJDEN VAN
KONINGIN EMMA.
is de hoogste in ons land! Maar
van ai de Sunlight Zeep die in één
jaar verbruikt wordt zou een toren
gebouwd kunnen worden die nog
22.400 maal hooger reikt! Dit geweldige cijfer is een treffend bewijs
van het vertrouwen dat de Nederlandsche huisvrouwen
in de volmaakte kwaliteit van Sunlight Zeep stellen!
AAN DIT GROOTE VERBRUIK DANKT U
TEVENS DEN UITERST LAGEN PRIJS VAN
Een verzoenende uitlating van
Goering De eenige oplossing
van het „ontwapend-pro
bleem Frankrijk kan slechts
in vervolg van tijd over zijn
wantrouwen heenkomen.
TV Pruisische minister-president Goe-
,fa|, dU onknis Ie Pof™
i redevoering afstak, kan
«k anders. Hij heeft een interview toe
staan aan een correspondent van het
C/che"lad Mfour dat voor zij»
eré verzoenend klinkt. „Toen wij
tien jaren geleden, in 1923, te Miinchen
den „putsch" ondernamen, tengevolge
waarvan ik naar het buitenland moest
vluchten, aldus Goering, geloofde ik, dat
een verzoening met Frankrijk niet mo
gelijk was. Sedert dien ben ik van
meening veranderd: Thans ben ik ervan
overtuigd en verklaar ik openlijk, dat
er geen permanente vrede in Europa
kan zijn, wanneer de Duitsch-Fransche
betrekkingen niet geregeld worden. Tus-
schen Frankrijk en Duitschland bestaan
geen onoverwinnelijke hindernissen van
territorialen of oeconomischen aard. Wij
behoeven niet te strijden voor de ver
overing van oeconomische afzetgebieden
en de kwestie Elzas-Lotharingen is de
finitief geregeld. Er blijven niet te con
troleeren invloeden en een psycholo
gisch wanbegrip over. Dat is wel van
groot belang, doch behoeft niet tot oor
log te leiden. Naar mijn meening, zou
het een ideale oplossing zijn dat de bei
de leidende staatslieden van onze lan
den bijeen zouden komen om een oplos
sing te vinden. Hitier kan namens ge
heel Duitschland spreken. Het gaat er
dus slechts om zijn Franschen partner te
vinden".
Tot zekere hoogte moet men erken
nen, dat Goering hier in kort bestek
den juisten toestand weergaf. Directe
wrijvingsvlakken tusschen Duitschland
en Frankrijk als zoodanig bestaan er in
derdaad niet of althans nauwelijks. Dat
men zoo slecht met elkaar opschiet
heeft voor 't grootste deel psychologisch-
historische oorzaken. De Franschen
wantrouwen de Duitschers hartgrondig,
omdat de annalen der geschiedenis ze
kere dingen leeren. Ons kent ons. Er
zit te veel oud zeer. Zoodra de gelegen
heid schoon is, zullen de Duitschers la
ten weten, dat ze nog een appeltje met
ons hebben te schillen, denken de Fran
schen. Hitier zegt immers in zijn boek
„Mein Kampf", dat een revanche-oorlog
niet kan uitblijven
Het vredelievende interview van Goe
ring zal niet veel aan dezen gedachten-
gang hebben veranderd. Wantrouwen is
een kwaad ding. Als het zich eenmaal
beeft vastgezet, laat het zich niet ge
makkelijk weer verdringen. Het kan dan
alleen langzaam wegslijten, een proces,
dat in dit geval veel te veel tijd in be
slag zou nemen. Althans ten aanzien
van de pogingen, om tot een akkoord
inzake beperking of alleen maar stabili
satie der bewapeningen te geraken. Die
pogingen kunnen naar maar al te zeer
te vreezen staat niet te lang meer op
de lange baan geschoven worden. Er
zou in den tusschentijd een bewape
ningswedloop ontbranden, als men wil
de wachten, tot het wantrouwen der
Franschen uitgesleten zou zijn. Het
vraagstuk moet integendeel omgekeerd
tyorden. Het slijtingsproces zal pas een
kans krijgen, als het gelukken mag een
militaire wedijver op de een of andere
manier te voorkomen. Het kan geen zin
hebben die realiteit voorbij te zien. Al
brengt ze mee, dat van bewapenings
beperking dan voorloopig geen of
tenminste heel weinig sprake zal kun
nen zijn. En bestaat zoodoende nog
slechts één oplossing van het hachelijk
probleem: geef Duitschland het recht
zich tot een zekere hoogte te herwape
nen en stabiliseer de rest. Méér lijkt
door MAY WYNNE.
39).
De gids werd ijlings naderbij geroepen
en geleidde het troepje schijnbaar ver
moeide ruiters naar de „Gouden Haan",
het beste logement van de plaats.
Mornce steeg af en trad de herberg
binnen, gevolgd door twee vrienden, ter
wijl de overige tien hun rit voortzetten,
tot ze aan den anderen kant van de stad
kwamen, waar een smal bruggetje leid
de naar den weg naar Pontefract.
Zooals ze dit verwacht hadden von
den ze hier een bewaking van voet- en
paardenvolk, die de schijnbare kamera
den onmiddellijk begroetten met de
vraag, wat er voor nieuws was.
e tien vermoeide koningsgezinden,
Wi °n bevel van den jongen
luitenant Cartwright stonden, stegen af,
traden nunzaam in gesprek met de
wacht en zeiden, dat ze daar blijven
moesten tot hun kolonel kwam, die on-
weri c"Sf°Ten;
mogelijk behandeld, want wie zou nu
momenteel onmogelijk bereikbaar. Men
krijgt dan in elk geval gelegenheid om
wat aan mekaar te wennen, om in ver
volg van tijd de dingen van een nieuwe
en misschien wel: betere basis on
der oogen te zien. Denkbaar is, dat de
Franschen op die manier na jaren
over hun wantrouwen heen komen.
Zoo bekeken, zal Engeland eigenlijk
bet beslissende woord te spreken krij
gen. Want Frankrijk is gelijk we eer
der uiteenzetten slechts voor een ak
koord, als boven geschetst, te vinden,
als het zekere „veiligheidswaarborgen"
krijgt. Het Fransche memorandum aan
Engeland, waarop de wereld zoo lang
heeft gewacht, werd een paar dagen
geleden te Londen ontvangen. De in
houd is niet gepubliceerd, doch wat er
van uitlekte laat niet de minste twijfel,
dat de veiligheidskwestie weer boven
aan staat. Frankrijk vraagtnaar ver
luidt twee dingen: een daadwerke
lijke controle en een verplichting van
de onderteekenaars der te sluiten over
eenkomst, om militaire maatregelen toe
te passen tegen elke mogendheid, die
de overeenkomst zou schenden.
De keuze zal niet gemakkelijk zijn
voor de Engelschen. Hun traditioneele
politiek is steeds geweest: absoluut
baas over eigen weermacht. Bij inwilli
ging van de Fransche eisch 'zouden ze
zich echter verbinden tot verplichtingen,
waardoor het militaire apparaat tot ze
kere hoogte onder internationale zeg
genschap komt. In dezelfde mate geldt
zulks natuurlijk voor de andere mogend
heden, Frankrijk vooraan. De Franschen
schijnen evenwel op het eigenaardige
standpunt te staan, dat h.et alleen de
Duitschers maar kunnen zijn die even
tueel een overeenkomst zouden schen
den In elk geval nemen ze het risico, in
een conflict elders gewikkeld te worden,
graag op den koop toe.
De Engelsche regeering heeft volgens
een bericht uit Londen, gisteren aan de
Fransche nadere mededeelingen omtrent
de gewenschte waarborgen verzocht.
Men is geneigd, dat niet als een slecht
teeken te duiden. Zij het dan, dat ten
deze de wensch weer eenigszins als de
vader van de gedachte kan gelden.
DE VOETBALWEDSTRIJDEN
AFGELAST.
De wedstrijden van den K.N.V.B.
voor a.s. Zondag zijn afgelast in verband
met het overlijden van de Koningin-
Moeder.
De ratie rouwt.
Het Nederlandsche volk geeft op
waarlijk treffende wijze blijk van de ge
voelens van eerbiedige toegenegenheid,
welke het in a zijn geledingen wijlen
de Koningin-Moeder steeds heeft toege
dragen. Overal in den lande is men
spontaan zijn deelneming gaan betuigen
in het smartelijk verlies, dat de Konink
lijke familie moest lijden. En overal
wordt de nagedachtenis van de overle
den vorstin op plechtig'-sobere wijze her
dacht. Vergaderingen en bijeenkomsten,
die maar even een feestelijk karakter
zouden dragen of waar geen haast bij is,
worden uitgesteld of zelfs geannuleerd.
In de plaats daarvan treden rouwdien
sten in de kerken. En op de scholen,
openbare zoowel als bijzondere, vertel
len de onderwijzers van het hooge
voorbeeld, dat Koningin Emma der natie
is geweest, van Haar verheven geest en
edelaardig karakter.
Uit Indië komen berichten, die er op
wijzen, hoe ook daarginds in de tropen
de Nederlandsche onderdanen deel heb
ben in den natiohalen rouw. Te Batavia,
te Soerabaja, te Semarang, te Medan
en honderden kleinere p aatsen is de be
volking smartelijk getroffen door het
groote verlies en wordt Koningin Emma
op waardige wijze herdacht. De Gou
verneur-Generaal heeft aan Koningin
Wilhelmina 't volgende telegram gezon
den. „Namens alle ingezetenen van N.-
Indië betuig ik Uwe Majesteit en de Ko
ninklijke Familie eerbiedig onze innige
deelneming bij het verscheiden van onze
Koningin-Moeder. Wij zijn allen diep ge
troffen door dit nationale verlies, Wij
rouwen over Haar, die zoovele jaren aan
ons volk was verbonden, en lichtend
voorging ook in zijn moeilijkste omstan
digheden. Wij bidden den Allerhoogsten,
dat Hij Uwe Majesteit in deze uren der
beproeving moge sterken en steunen"
Buitenlands&he deelneming.
De buitenlandsche pers, vooral in de
naburige landen: België, Duitschland,
Frankrijk en Engeland, en ook in de
Scandinavische staten, geeft uitvoerige
beschouwingen over wijlen de Koningin-
Moeder. Groote eerbied voor de verhe
ven inborst van de overledene is van al
die verslagen de grondtoon, Een der
grootste Engelsche bladen de „Man
chester Guardian" schrijft o.m. het vol-
hebben verwacht, dat op klaarlichten
dag een handvol vijanden midden in het
kamp zou durven doordringen, om daar
gezellig een glas bier te dringen?
Zoo goed ging de vlieger op lot dus
verre, dat ze langzamerhand weer allen
naar hun posten terugkeerden en de
„kameraden", lachende en pratende, wat
tegen de lage borstwering van de brug
gingen hangen, uitstekend verbergend
de spanning, waarin zij verkeerden, ter
wijl ze ters'uiks nu en dan een blik
wierpen den kant van de stad uit, waar
nu al wat meer levendigheid ging heer-
schen.
Intusschen had Morrice ze in de
„Gouden Haan" nog slapende gevonden
en zelfs zóó vast, dat het eenige minu
ten duurde eer zijn herhaald kloppen
op de deur beantwoord werd door een
man met verwarde lokken en slaperig
uiterlijk, die hem vroeg, wat hij verlang
de.
,,Een onverwijld onderhoud met
generaal Rainsborough", klonk het ge
biedend.
„Een onderhoud met den generaal?
Hoe kan dat nu, als hij nog in bed ligt?"
Morrice's fronsen van de wenkbrau
wen en een ongeduldig stampen met de
scheede van zijn sabel op den grond,
deed den ander zien, dat hij niet den
eersten den besten voor had.
..Waar is zijn kamer?" klonk het weer
gende: „Voor duizenden Nederlandsche
vrouwen was zij het voorbeeld van een
toegewijde en verstandige moeder en
haar eenvoudige waardigheid en goed
hartigheid maakten haar allerwegen be
mind".
En de „Völkische Beobachter", het
hoofdorgaan van de Nat. Soc. Partij in
Duitsch and laat zich in deze waardee-
rende bewoordigen uit:
„Koningin Emma heeft door haar be
scheiden aard, wijs staatsbeleid en ware
innerlijke menschenliefde de grootste
achting verworven van een volk, dat
door zijn aard niet geneigd is, luidruch
tige uitdrukking te geven aan zijn ge
voelens.
De geschiedenis zal aan de overlede
ne een waardige plaats geven. Zij heeft
al het mogelijke gedaan om het tijdperk
der vrouwelijke heerschers in de Neder
landen een waardig deel der volkshisto
rie te maken; het volk heeft dit ten vol
le beseft, daarom zal ook de geschiede
nis dit naar waarde erkennen."
Naast de betuigingen van deelneming
van vorstenhuizen en regeeringen uit
de geheele wereld, heeft ook Z.H H. de
Paus een telegram van rouwbeklag aan
H. M. Koningin Wilhelmina doen toeko
men.
De Koning van Italië heeft voor het
Italiaansche Hof rouw voorgeschreven
voor den tijd van 14 dagen.
DE ADRESSEN VAN ROUWBEKLAG
DER EERSTE EN TWEEDE KAMER.
De Eerste Kamer heeft een Adres van
Rouwbeklag aan de Koningin opgesteld,
dat luidt als volgt.
Mevrouw.
De Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal heeft met diepe ontroering kennis
genomen van het overlijden van H. M.
de Koningin-Moeder. Van ganscher har
te deelt de Kamer in de smart welke
Uwe Majesteit en haar Huis vervult. De
Kamer bidt Uwer Majesteit in deze
droeve dagen Godes heiligen bijstand
toe.
Het Adres van Rouwbeklag der Twee
de Kamer luidt:
Majesteit.
Met ontroering heeft de Tweede Ka
mer der Staten-Generaaï de mededee-
ling ontvangen van het overlijden van
Uwe beminde Moeder. Diep bewogen
dee t zij in de droefheid van het Konink
lijk Gezin. Bij deze groote beproeving
gedenkt de natie vol erkentelijkheid al
wat de overledene gedurende meer dan
een halve eeuw voor haar is geweest en
de liefderijke zorgen, waarmede zij als
echtgenoote, moeder en grootmoeder 't
1 vorstenhuis hëeft omringd in haar verhe
ven leiding van den staat, in haar mede
leven met de nooden van het volk.
In zijn dankbaarheid en in zijn rouw is
het Nederlandsche volk zich meer dan
ooit van zijn eenheid en van zijn ver
bondenheid met Uw Huis bewust.
Aan den troost, dien Uwe Majesteit
vindt in de aanvaarding van Gods alwijs
bestel, pare zich die der zekerheid, dat
Uw volk met U treurt.
DE UITVAART.
De kist, waarin het stoffelijk over
schot van de Koningin-Moeder zal wor
den bijgezet, is een eenvoudige kist van
blank eikenhout in de was, naar zg. En-
gelsch model, d.w.z. met een gebroken
lijn en ter hoogte van de schouders het
breedst. In deze kist wordt een looden
met wit satijn bekleede en gecapiton
neerde kist geplaatst.
De staatsiekist heeft verzilverd be
slag en schroeven in den vorm van kro
nen.
Bij de bijzetting van het stoffelijk
overschot van H.M. de Koningin-Moe
der zal mr. van Schaik, de minister van
(Ingez. Med/
gebiedend, „Bij den ouden Beëlzebub
hm ik bedoel bij de kort geknipte
haren van onze heiligen ik verlang
dat je mij onmiddellijk den weg wijst
naar zijn kamer Het noemen van den
naam van 'generaal Cromwell alleen
moest reeds voldoende zijn om de traag
ste tot spoed aan te drijven".
„Dergelijke beweringen hebben we
de laatste maanden al zoo dikwijls ge
hoord!" antwoordde de man met een
uitdrukking op het gelaat, waaraan wel
te ien was, dat de vloek van den
koningsgezinde hem niet ontgaan was.
„Bovendien, een slag op het hoofd met
de harde hand van vrouw Johnson d-'iti
mij meer tot spoed aan, dan het noe
men van den naam van koning of pro
tector. Nu, de generaal is in de kamer
aan het eind van de galerij hier" hij
wees met den vinger naar boven
„en zal wel niet zoo heel moeilijk wak
ker te krijgen zijn, daar hij niets dan
water heeft gedronken, om het taaie
kapoentje van gisterenavond te verzwel
gen en een preek heeft gelezen bij wij
ze van nagerecht".
Intusschen kwam er toch wat meer
beweging in hem, toen hij zich maar
eenmaal een zilverstuk rijker voelde;
ja, hij had bijna een koningsgezind liedje
begonnen te fluiten, want inderdaad
vond Jeremiah Topman het opdrinken
van de restjes uit de wijnflesschen meer
naar zijn smaak, dan het leeggooien van
half gevulde waterkannen.
Kingsley, een van de beide heeren.
die Morrice naar het logement had ver-
geze d, stond buiten op het voorplein
en hield de drie paarden in gereedheid,
terwijl hij praatte met den soldaat, die
als gids had gediend Maar Gerald Al-
nutt, die mee het logement was binnen
gegaan, en den bediende nu nakeek,
vroeg met een wenkbrauwfronsen;
„Wat zei die kerel? De kamer boven,
aan het eind van de galerij? Denkt u, dat
wij geloof kunnen slaan aan zijn woor
den?"
Morrice glimlachte eens in het voor
uitzicht van zulk een stoutmoedig avon
tuur en antwoordde op fluisterenden
toon:
„Een van beiden: óf de man sprak
de waarheid, óf we loopen zeó in de
fuik!" waarna hij de trap opliep, die
naar de galerij voerde, met aan één kant
een. leuning en waarop drie slaapkamers
uitkwamen.
Uit de eerste twee kamers werd luid
gesnork vernomen, maar uit die op het
eind van de galerij klonk geenerlei ge
luid,
„Kom", fluisterde Morrice, „dralen is
falen!" En met vaste hand draaide hij
den knop van de deur om.
Die deur ging makkelijk open en gaf
toegang tot een ruime kamer, schaarsch
gemeubileerd, maar kraakzindelijk.
justitie, eigenhandig de kist, nadat deze
in den grafkelder zal zijn geplaatst, ver
zegelen-
De lijkwagen, waarmede het stoffelijk
overschot zal worden overgebracht,
heeft een gewonen vorm, is zwart met
zilver beslag en heeft een zwarte drap-
perie met kroon. Aan den hemel van
den wagen is een zilveren lijst aange
bracht die ook gediend heeft aan den
lijkwagen van Koning Willem III.
De lijkkoets zal door zes paarden
worden getrokken, welken van den bok
zullen worden gereden.
De Nederlandsche Spoorwegen zullen
extra treinen inleggen, in verband waar
mede ook aan het station te Delft uit
gebreide maatregelen door de politie
zullen worden getroffen-.
Onder degenen, dié de begrafènis op
Dinsdag zullen bijwonen, worden ge
noemd de Hertog Adplf van Mecklen
burg, Prins Eugène van Zweden, Prins
Josues van Waldeck-Pyrmont, Prins
Max en de Prinse's van Waldeck-Pyr
mont, Prins Georg van Waldeck-Pyr
mont, de Prins von Wied.
HET LEGER DES HEILS.
In verband met hét verscheiden van
de Koningin-Moeder zal vanwege het
Leger des Heils een plechtige gedenk-
dienst worden geleid op Vrijdagavond 8
uur in het gebouw Prinsegracht 57, Den
Haag, waarin de journalist D. Hans het
woord zal voeren- Voorts zal als spreker
optreden mr. P. Dieleraan, lid van
Gedeputeerde Staten van Zeeland te
Middelburg.
Majoor F. J. Buiterman zal de samen
komst presideeren.
f "■*-»fï
POLITIEKE JEUGD,
Een adres aan den Ministerraad.
De Ned. Ver. voor Vrouwenbelangen
en Gelijk Staatsburgerschap te Den
Haag, heeft een adres aan den minister
raad gericht, waarin zij verklaart met be
zorgdheid te hebben vernomen, dat de
schooljeugd, vooral de laatste jaren, in
toenemende mate actief deelneemt aan
het voeren van politieke propaganda.
Deze propaganda uit zich voornamelijk
in 't colporteeren met strooibiljetten en
partij-programma's op straat, het dragen
van politieke insignes, en het lidmaat
schap van politieke jeugdorganisaties.
Adressante meent dat de schooljeugd,
in jeugdige onbezonnenheid, een willoos
werktuig wordt van anderen die hen kun
nen leiden in de een of andere politieke
richting.
Adressante is dan ook van meening,
dat het voeren van politieke propaganda
voor personen onder de 18 jaar onvoor
waardelijk moet worden afgekeurd en
dat daaraan ten spoedigste paal en perk
moet worden gesteld.
In het adres wordt daarom verzocht
ter bestrijding van voorzegde euvelen op
In het bed lag een van middelbaren
leeftijd, die zich op den eenen elleboog
had opgericht en naar dien onverwach-
ten bezoeker staarde met de verbazing
van iemand, die ineens uit den slaap
is gewekt.
Het sobere snit van hun kleeding
bracht hem in het eerst van de wijs,
wat betreft het doel van hun komst en
kortaf vroeg hij hen, wat hen zoo zon
der eenige plichtplegingen bij hem op
de kamer bracht.
Hij zou daaromtrent niet lang in het
duister blijven, want kolonel Morrice,
die met zijn pistool vlak vóór hem
ging staan, deelde hem in weinig woor
den mede, dat hij hun gevangene was.
„Gevangene?" herhaalde bij en zou
uit bed gesprongen en naar het venster
geijld zijn, als Alnutt hem niet te vlug
af was geweest.
Dus midden in het vertrek gedreven
en bedreigd met zwaard en pistool, zag
de Rondhoofd we! in, dat hij de groot
ste voorzichtigheid moest betrachten
tegenover deze onbeschaamde vijanden,
„Wie zijt gij en wat is uw bedoeling
daarmee, om mij zoo onverwacht te lijf
te komen? Als het een petitie is voor
de bevrijding van...."
('Wordt vervolgd.)