KRONIEK van den DAG. KERKNIEUWS. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 13 MAART 1934. N«. 61. BARBARA, DE HEKS VAN WINSLEA DE 30ste NEDERLANDSCHE JAARBEURS. HelcUr künê& Het anti-semitisme in Dnitsch- land, De scherpslijpers tri- ompheeren. Het hek van den gemengd-echtelijken dam? Wij hebben onlangs op deze plaats melding gemaakt van eenige maatrege len der Duitsche regeering, die de Jo den ten goede kwamen. De plagerijen, waaraan deze niet-Ariërs sinds een jaar bloot stonden, zouden daarmee eenigs- zins beteugeld worden. Of zulks veel in de praktijk uitgewerkt heeft, kan men echter betwijfelen, aan de hand van een paar recente gebeurtenissen. Daar is eerst een „film-drama". De vorige week werd te Berlijn de film „Catharina de Groote" vertoond, waar in de uit Duitschland uitgeweken actrice Elizabeth Bergner, die van Joodsche af komst is, de hoofdrol speelt. Op een ge geven oogenblik verscheen er in de zaal een Nazi-stormtroep, die de bezoekers trachtte te bewegen, zich te verwijde ren, en daarbij een geweldige herrie schopte. Toevalligerwijze waren echter Engelsche en Italiaansche diplomaten naar de rolprent komen kijken en om een blamage te voorkomen hebben hoogere autoriteiten toen gauw een af- deeling veld-politie van de S. A. laten aanrukken, die er in slaagde de herrie makers weer op straat te krijgen, waar na de voorstelling doorgang kon vinden. Echter bleef het bij deze voorstelling, want onmiddellijk daarna is de verdere vertooning van deze film verboden. De geschiedenis bewijst, dat, zoo er zich al gematigde elementen in Duitsch land willen doen gelden, ze het toch tegen de „dragers van het zuivere revo- lutionnaire instinct" moeten afleggen. Dat is trouwens bij meer dan een gele genheid al gebleken, en diverse Duit sche autoriteiten hebben er al een fi guur door geslagen. Het tweede geval, dat kan aantoonen, dat het anti-semitisme althans nog niet veel geluwd is, betreft een vonnis van de hoogste provinciale rechtbank te Karlsruhe. Deze rechtbank heeft n.l. een eisch tof ongeldig-verklaring van een Arisch-Joodsch gemengd huwelijk inge willigd, louter en alleen op grond van het feit, dat de Arische echtgenoot, toen hij trouwde, „niet wist wat hij deed", of, zooals de rechterlijke uitspraak dit motiveerde: „op grond van onwetend heid omtrent aard en beteekenis van het rassen-vraagstuk". Indien andere recht banken het illustere voorbeeld van Karlsruhe mochten willen volgen, zal men binnenkort dus wellicht beleven, dat er heel wat echtscheidingen worden aangevraagd door lieden, die om de een •of andere reden wêl van hun niet-Ari- sche wederhelft af willen. Merkwaardig is het commentaar, dat de „Völkische Beobachter", het grootste nazi-orgaan, aan de uitspraak toevoegt. „De beslissing moet worden beschouwd als een mijlpaal in de Duitsche rechts geschiedenis", zegt het blad. „Zij er kent voor de eerste maal in het huwe lijksrecht het rassenvraagstuk en levert het bewijs, dat de rechtbanken b ij juiste uitoefening van het recht de nationaal-socialistische wereldbeschouwing tot ontplooiing kun nen brengen." En even merkwaardig mag de moti veering van de uitspraak zelf heeten: „Het ras, d.w.z. de afkomst van een mensch naar bloed en volk, vormt den grondslag van zijn persoonlijkheid, on geacht of in een bijzonder geval de ken merkende raseigenschappen min of meer te voorschijn treden. Dit inzicht is an ders, dieper en duidelijker dan het vroe gere. Men heeft tegenwoordig ingezien, dat het Joodsche ras, ten opzichte van bloed, karakter, persoonlijkheid en le vensopvatting' iets geheel anders is dan het arische ras en dat een verbinding en door MAY WYNNE. 31). ventje ^wam dichterbij en strek te de hand uit, tot hij haar japon voel de. „Als hij wist, dat u hier geweest was, dan,zouden wij alien levend gevild wor den fluisterde hij en kwam vlak naast haar. „Het was een toevallige ontmoe ting met master Birley in de stad, die hem terugbracht, en het onderhoud, dat zij hielden met masters Ayres en Black- fern was ongetwijfeld van zeer par ticulieren aard." Klaarblijkelijk wilde Harry er achter komen in hoeverre de „goddelooze" iets had gehoord van de gewichtige ge- heimen, die ongetwijfeld beneden ver handeld waren. Maar Marjorie geeuwde slechts. t Is maar goed dat ik niet te hard gesnurkt heb", rei ze. „En beter nog, dat ik het niet door het plafond geval len ben, waarvoor Thomas mij waar schuwde. Waarom is die schavuit mij al niet een uur eerder komen ophalen, want ik geloof haast dat ik hier al zoo lang geslapen heb!" i|,Stil!", fluisterde Harry paring van iemand van dit ras met een Ariër niet alleen onwenschelijk, maar ook verderfelijk, onnatuurlijk en tegen natuurlijk is, omdat zij den Ariër als en keling en in het bijzonder in zijn eigen schap van volksgenoot in gevaar brengt, zich van zijn ras en zijn volksaard te vervreemden en bovendien kinderen ter wereld brengt, vreemd aan het ras. De tegenstelling der rassen, zooals men die heden ten dage inziet, gaat zoo diep, dat in de toekomst nauwelijks meer een hu welijk tusschen Ariër en niet-Ariër tot stand zal komen." Een optimistische beschouwing van den Secretaris-Generaal. Grooter deelname dan ooit te voren. De Zeeuwsch- Vlaamsche afdeeling. Vandaag werd te Utrecht de 30ste Nederlandsche Jaarbeurs geopend. En het is er een, die er zijn mag, althans wat het aantal inzendingen betreft. On danks crisis en narigheid bestond er nog niet eerder zooveel animo; een ver schijnsel, dat wellicht den wakkeren se cretaris-generaal, den heer W. Graadt van Roggen, geïnspireerd heeft tot het houden van een optimistische beschou wing, gisteren ter gelegenheid van het traditioneele voor-bezoek der journalis ten. Wij ontleenen daaraan het volgen de: Tusschen het verleden, dat wij her denken en de toekomst-, waartoe wij ons voorbereiden, ligt het heden, dat wij beleven. De dertigste jaarbeurs is wat de deelneming betreft reusach tig meegevallen. Het jaarbeursbestuur had in den aanvang der voorbereiding, een dergelijk uiteindelijk succes niet verwacht. Kort na de zakelijk zoo wel geslaagde najaarsbeurs 1933 ging een nieuwe golf van wantrouwen over de wereld, toen het kwam vast te staan, dat Amerika zijn lichtvaardig experi ment met de inflatie met een nieuwe débacle moest betalen. Onder den in vloed ook van andere buitenlandsche gebeurtenissen, die de wereld vergast ten op een trieste voorstelling van eco nomische kwakzalverij en wonderdoe ner ij, werd voor het voorjaar een te ruggang in het zakenleven voorspeld. Inderdaad bleven dra op economisch, monetair en financieel gebied de schok ken niet uit. Hand over hand nam be wust of opgedrongen, het gevaarlijke streven naar economisch zelfbehoud ten koste van de algemeene welvaart toe met een reeks nieuwe belemmeren de maatregelen, die in hun gezamenlijke uitwerking tot een verdere inkrimping van het handelsverkeer en een verder uitstooten van menschelijke arbeids kracht moesten leiden. Maar ziet 't zakenleven heeft op deze inderdaad buitengewone gebeurtenissen slechts op zeer oppervlakkige wijze gerea geerd, als ware het bedrijfsleven, na zich grootendeels aan de nieuwe om standigheden aangepast te hebben, im muun geworden voor alle invloeden van buiten. Als hadde het, versterkt In vertrouwen op eigen kracht, de inner lijke rust gevonden, noodig voor vrucht- dragenden arbeid, een grootere stabili teit, noodig voor een gefundeerd eco nomisch herstel, een opnieuw gespan nen veerkracht, noodig voor een vol hardend herstel. In plaats van inéén te storten vertoonde de economische toe stand in verscheiden landen teekenen van verbetering. Ook in ons land, waar kunstmatige injecties slechts spaar zaam waren toegepast. Ook in ons verschrikt. „Als ze daar beneden merken, dat we aardig!" hier zijn, dan zal er wat op zitten! Pin dat Thomas zelf niet is gekomen, hij liep met zoo n vaart tegen master Ayres aan, dat vader hem bij den kraag pakte en hem in een kast sloot. Door het sleutelgat heeft hij mij toen gezegd, waar u verstopt zat. Maar kom nu, mis tress Stapleton, want eerst als nicht Janet zekerheid heeft, dat u veilig en wel het huis verlaten hebt, zal ze ge rust zijn. Als in een droom kroop Marjorie ge- ruischloos over de stoffige planken en vond Janet onder aan de ladder staan, doodelijk ontsteld en bevreesd voor ontdekking- Het duurde enkele minuten, eer Mar- jorie's blauwe japon weer eenigszins stofvrij was gemaakt; gelukkig dat de mantel het ergste overdekte. Daarop namen de meisjes een haastig afscheid, waarna Marjorie, als op vleugelen, naar het huis van tante Penelope terugging, terwijl Janet haar stond na te kijken aan de achterdeur en blij was, toen haar vriendin geheel uit het oog verdwenen was, dus zeker al bijna in veiligheid. „Het was maar goed, dat de hitte haar zoo slaperig maakte", zei Harry, toen hij nicht Janet volgde naar de ach terkamer. „Want je kon daar alles ver staan, wat er beneden in de studeerka mer gezegd werd -- en ze is dan toch een goddelooze, al is ze dan ook lief en „Verbeeld je: of nu een gesprek van James en oom, Marjorie belang zou in boezemen! Al had zij ook ieder woord verstaan, dan zou ze nog binnen het uur alles vergeten zijn!" „Ze was slaperig, dat is waar", zei Harry, „maar toch..-.." Verder kwam hij niet, maar bij zich- zelven overlegde hij of het toch eigen lijk niet zijn plicht was om zijn vader te waarschuwen, dat de „goddelooze" ze ker had gehoord al wat er in de stu deerkamer besproken werd. Gelukkig voor Janet waren er voor het avondeten flensjes en room op tafel en in het smullen van die lekkernijen was het avontuur van mistress Staple ton gauw vergeten. HOOFDSTUK XV. Ovre de vennen van Wlnslea. „Parker!" „Sapperloot! Neem mij niet kwalijk mistress Marjorie!" De bediende van dr. Stapleton krab belde op van den zolder, waar hij lag, en keek de oogen uit, toen hij de jonge dame op den drempel van de schuur zag staan met een dievenlantaarn bij zich, in rijkleed, en dit ondanks het feit, dat het al over het middernachte lijk uur was. Parker, die op een hoop stroo had ge land is een merkwaardige verbetering ingetreden in het lot van vele bedrij ven; productie en omzetten bewegen zich al eenigen tijd in de meeste tak ken van het bedrijfsleven boven dezelf de maanden van het vorige jaar; de gun stige berichten uit de nijverheid komen in de meerderheid en in tal van bedrijfs takken overschreden op het eenmaal bereikte lage niveau de verkoopen de productie zoodat voor de naaste toe komst weer eenige uitbreiding van de productie tegemoet kan worden gezien. En ook wat onzen export betreft ik meen daar toch nadrukkelijk op te moe ten wijzen, omdat men hier te lande zoo gaarne de stelling propageert, dat het buitenland voor Nederlandsche goede ren nagenoeg hermetisch gesloten zou zijn ook de Nederlandsche export staat er nog niet zoo heel slecht voor, als men aanneemt, dat in 1933 vergele ken met 1932 de uitvoer, naar de hoe veelheid berekend, gestegen is en dat, ondanks tariefmuren, contingenteerin- gen, valutadepreciatie, enz. tegenover 'n daling van sommige belangrijke export- posten stijging van andere exportposten ten slotte de schaal in een toeneming van den totalen export deed overslaan. Bij toenemenden uitvoer is het nationa le productie apparaat bovendien in ster ker mate werkzaam voor den binnen- landschen afzet. Dat beeld is schoon de omstandigheden, waaronder het be drijfsleven werkt, moeilijk zijn verre van ontmoedigend. Zeker, men dient niet uit het oog te verliezen en zelfs angstig in het oog te houden, dat de op leving hier te lande en elders beïnvloed werd door bijzondere factoren van kunstmatigen aard als uitvoering van groote, versnelde of vervroegde open bare werken, propaganda voor het ge bruik van producten der binnenlandsche nijverheid, vooruitzicht van prijsstijging als gevolg van fiscale maatregelen, van productiebepreking of anderszins. Deze keerzijde der reddingsmedaille ontken nen wij niet. Maar toch neemt dit alles met weg schoon het ons redelijk op timisme tempert dat na tijden van grijzen, ondoorzichtigen, nevel er weer een beetje zon in Nederland is gaan schijnen. Het beduidt nog niet veel, dat zonnetje; het is nog niet geheel op kracht, het is een eigenaardig zonnetje maar er i s weer zon. En met het zonlicht een mogelijkheid van scherpere economische oriënteering. Industrie en handel herwinnen zichtbaar hun levens kracht; zonder,^ als vroeger, telkens weer terug te glijden, zijn zij in de laat ste maanden telkens iets verder geko men, zij het dan ook langzaam, op den' langen, steilen weg, die naar een toe komst van betere vooruitzichten voert, al is thans nog moeilijk te onderschei den met welke nieuwe middelen de nieuwe economische problemen, waar voor het herstel handel en nijverheid plaatsen zal, opgelost zullen moeten worden. Dit staat echter vast en wordt door de deelneming aan deze voorjaars- beurs bevestigd: de commercieele durf, die in de zorgelijke jaren, die achter ons liggen, wel eens neiging vertoonde zijn taaie spankracht te Verliezen, heeft ein delijk weer een aanknoopingspunt en een stimulans gevonden in de feiten. Geen beurs te Utrecht heeft ooit te voren zoovéél, zoo omvangrijke en zoo voortreffelijk voorbereide buitenland sche secties gehad als deze dertigste beurs. Een Zwitsersche sectie van 33 deelnemers in een afzonderlijk paviljoen op het jaarbeursterrein; een Fransche groep op de tweede verdieping, be staande uit 178 Fransche deelnemers en 33 deelnemers uit Algiers; een Poolsche groep met 24 deelnemers op de tweede verdieping; een Belgische sectie van 68 deelnemers; een Oostenrijksche groep van 54 deelnemers op de vierde verdie ping. Van binnenlandsche zijde werd in den aanvang en vrij lang een afwachtende houding jegens de deelneming aangeno men. Tegen het einde van het vorig jaar, in de anders altijd vrij slappe maand December, kwam echter de v.oed opzet ten, laat, maar gelukkig nog niet te laat. Einde December bleek, dat de oogst van inschrijvingen zoo groot was, dat niet alleen in de groep Bouwmaterialen, maar ook in andere afdeelingen naar ouderwetschen trant plaats te kort kwam en niet minder dan een vijftigtal inschrijvers moest worden afgewezen. Op de verdiepingen moesten tot nog toe ongekend verschijnsel alle mon sterkamers aan de halzijde worden ge bouwd, zoodat de parterre en de vier verdiepingen van het jaarbeursgebou wencomplex op haar maximale capaci teit in bedrijf zijn. En einde December bleek plotseling, dat, al nam de groep Meubelen als groep niet aan de voor- jaarsbeurs deel, het aantal meubelexpo santen, dat individueel toch wilde deel nemen, zonder dat er ook maar de min ste propaganda voor gemaakt was, zóó groot was, dat de vijfde verdieping van het eerste gebouw gehéél met meubel exposanten kon worden gevuld. Het totaal aantal deelnemers is met 167, d, w. z. met circa 11 pet. boven het hoogste cijfer van deelneming, dat tot nog toe op onze jaarbeurs bereikt werd, uitgestegen. Tegen 1415 deelne- in 't voorjaar van 1933 staan thans 1725 deelnemers, d.w.z. 310 deelnemers méér De buitengewone bezetting van deze voorjaarsbeurs is inderdaad een symp toom van het zich baanbrekend econo misch herstel. Het jaarbeursbestuur heeft ditmaal voor de eerste maal een proef genomen met de vorming van een gewestelijke groep, welke groepsvorming ten doel heeft telkenmale een ander gedeelte van Nederland onder de aandacht te brengen van het zakenleven. Begon nen werd met een Zeeuwsch-Vlaamsche afdeeling, een collectieve inzending van Zeeuwsch-Vlaamsche fabrikaten en producten, geflankeerd door de kant- school uit Sluis, vreemdelingenverkeer en eenige overheidsdiensten en bedrij ven. Bij de voorbereiding dezer Zeeuwsch-Vlaamsche groep is zoowel van het Departement van Economische Zaken, als van het provinciaal bestuur in Zeeland de grootst mogelijke mede werking ondervonden. Een tweede verschijning, welke voor de eerste maal op de komende jaarbeurs wordt aangetroffen, is de afdeeling voor Uitvindingen. Reeds geruimen tijd heeft het jaarbeursbestuur de vraag onder de pogen gezien, op welke wijze het jaar- beursintermediair dienstbaar gemaakt zou kunnen worden om uitvinders op technisch gebied in verbinding te bren gen met die groep van ondernemers, die in staat zijn om uitvindingen in ex ploitatie te brengen en practisch toe te passen. Op buitenlandsche beurzen was deze vraag verschillend beantwoord. Op sommige buitenlandsche beurzen had men aan deze afdeeling den vorm gegeven van een „concours". Op ande re jaarbeurzen heeft de „Erfinder-Mes- se" meer het karakter van een kermis achtige verkoop-en-detail. Voor beide soorten voelde het jaarbeursbestuur te Utrecht niets. Wat door de Utrechtsche Jaarbeurs beoogd wordt, is een serieuze jaarbeurs voor uitvindingen van eenige beteekenis. Teneinde hiertoe te gera ken, heeft het jaarbeursbestuur samen werking gezocht met den Bond van Oc trooi- en Merkenhouders te 's-Graven- hage. Als doel van deze afdeeling werd nadrukkelijk vastgesteld, dat de uitvin ders in staat gesteld zouden worden hun uitvinders-rechten, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk te koop aan te bie den, dus niet het artikel zelf en in geen geval als verkoop en detail. De beslis sing omtrent de toelating van uitvindin- legen, streek eens even met de vingers door zijn verward haar en scheen op het punt zijn verwondering lucht te geven. „Stil Parker!" zei Marjorie, en trad wat dichterbij. „Je moet maar gauw be grijpen en niet veel vragen, want wij hebben geen tijd te verliezen!" „Sapperloot! Sapperloot! Nog eens: neem mij niet kwalijk, mistress. Maar daar ik juist diep in slaap was, is het geen wonder, dat ik wat verbaasd kijk, nu ik daar een jonge dame zag ko men. voor dringende zaken. Je bent toch vó-r den koning, Parker?Nu, zie dan, dat je onverwijld klaar komt om naar huis te gaan." Parker's mond en oogen waren één vraagteeken, zóó verbaasd was hij. „Naar huis mistress?" hijgde hij. „Naar Knottingley, bedoelt u zeker?" „Juist naar .Knotingley, als je werke lijk een aanhanger van den koning bent", zei ze en liet hem verbaasd ach ter, maar toch ook geestdriftig genoeg voor zijn vorst, dat hij wel zorgde, gauw zijn hooge rijlaarzen aan te trekken, zijn bandelier over den schouder te hangen en zijn sporen aan te doen. Als zijn koning hem noodig had, dan zou Job Parker ook voor hem klaar staan, al kwam het bevel daartoe dan ook van de lippen van een jong meisje, dat hij altijd als een toonbeeld van hui selijkheid had beschouwd, wier gedach wanneer iedere zanger zijn stem volkomen belieerscht. Doet evenals de groote tooneel- kunstenaarsWybert-tabletten, gedurende het oefenen tot be scherming der keel. Wybert vóór het op treden om de stem helderheid te geven. Verlaagde prijzen (Ingee, Mod.) gen is in handen gelegd van een com missie, die door den Bond van Octrooi en Merkenhouders in overleg met het jaarbeursbestuur is samengesteld en die de ingekomen aanvragen heeft be oordeeld en de indeeling der expositie heeft geregeld. Tenslotte nog iets meer in 't bijzonder van de buitenlandsche deelneming. Zwitserland, dat vroeger wel eens deel genomen heeft met een inzending van voedingsmiddelen en kleinere huishou delijke artikelen, komt thans voor den dag met een paviljoen, waarin de voor naamste vertegenwoordigers der Zwit sersche grootindustrie zijn tezamenge- bracht en waar men o.a. door in wer king zijnde machines en werktuigen een beeld krijgt van hetgeen Zwitserland op dit gebied presteert. Frankrijk heeft ditmaal de organisatie eener Fransche sectie op de Nederlandsche Jaarbeurs opgedragen aan de Foire de Paris. De aldus, voornamelijk onder de bezielen de leiding van den Parijschen secretaris generaal den heer Martel tot stand ge komen sectie is geheel, in afwijking met vorige Fransche deelnemingen, inge steld op de mogelijkheid om met Neder land zaken te doen of zakenrelaties aan te knoopen. De speciale veelzijdige in zending uit Algiers en de deelneming der Fransche spoorwegen zullen aan de ze groep een bijzonder cachet en een groote aantrekkelijkheid verleenen. België, dat wederom een groote ver scheidenheid in deelnemende industrie ën vertoont, heeft zich voor deze inzen ding gespecialiseerd op voor ?n Neder land gangbare artikelen en producten, waarbij streng in het oog gehouden werd het doel van de deelneming, het aankoopen en verbeteren van de han delsrelaties tusschen de beide buursta ten. Polen heeft den blik meer gericht op afzet voor zijn speelgoed, houtartike len, houtwaren, enz., dus artikelen, waarmede Polen op de wereldmarkt kan concurreeren. Oostenrijk ten slotte brengt een grooter aantal deelnemers dan ter laatste jaarbeurzen is versche nen. Wegens vertrek naar Nieuw- Weerdinge nam ds. B. Si Dijkstra Zon dagmiddag afscheid van de Herv. Gem. van Ovezand D r i e w e g e n, met een predikatie over 1 Joh. 5 vers 20b en 21, Bij het einde van den dienst werd ds. Dijkstra toegesproken door burgemeester Mulder, het Jioofd der ten slechts verdeeld waren tusschen kamer en keuken. En nu kwam diezelfde mistress Mar jorie hem omstreeks twaalf uur uit zijn gemakkelijk nachtleger in het hooi wek ken, dat hij met haar over de eenzame vennen zou rijden en dit met geen na dere toelichting dan dat het was ter wille van de zaak van den koning. „Sapperloot!" mompelde Job weer in zich zeiven. „Een boon ben ik, als 't niet meer ter wille van een zekeren sir Hugh Ainslie is, dan voor Zijne Ma jesteit koning Karei!" Dit nam niet weg, dat hij gehoorza men moest en dus klom hij lenig de lad der af en kwam in den stal, waar hij Marjorie bezig vond eigenhandig Betsy King te zadelen. „Maar neem mij niet kwalijk, mis tress, hoe denkt u dat wij door de poorten van Doncaster komen, om nog niet tes preken van den rit over de vennen, die 's nachts onveilig worden gemaakt door Jack of Lanthorn? „Kijk eens, Parker, we moeten ons nu maar niet verdiepen in moeilijkheden en gevaren, die zich misschien in het geheel niet zullen voordoen. A!s ik er óók zoo over gedacht had, dan zou ik nu nog in mijn kamer zitten, mij afvragend, welk excuus ikz ou weten aan te voeren als tante Penelope mij soms mocht zien gaan uit haar huis". Parke»- zuchtte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5