KRONIEK van den DAG.
KERKNIEUWS.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 13 MAART 1934.
N«. 61.
BARBARA, DE HEKS VAN
WINSLEA
DE 30ste NEDERLANDSCHE
JAARBEURS.
HelcUr künê&
Het anti-semitisme in Dnitsch-
land, De scherpslijpers tri-
ompheeren. Het hek van den
gemengd-echtelijken dam?
Wij hebben onlangs op deze plaats
melding gemaakt van eenige maatrege
len der Duitsche regeering, die de Jo
den ten goede kwamen. De plagerijen,
waaraan deze niet-Ariërs sinds een jaar
bloot stonden, zouden daarmee eenigs-
zins beteugeld worden. Of zulks veel in
de praktijk uitgewerkt heeft, kan men
echter betwijfelen, aan de hand van een
paar recente gebeurtenissen.
Daar is eerst een „film-drama". De
vorige week werd te Berlijn de film
„Catharina de Groote" vertoond, waar
in de uit Duitschland uitgeweken actrice
Elizabeth Bergner, die van Joodsche af
komst is, de hoofdrol speelt. Op een ge
geven oogenblik verscheen er in de zaal
een Nazi-stormtroep, die de bezoekers
trachtte te bewegen, zich te verwijde
ren, en daarbij een geweldige herrie
schopte. Toevalligerwijze waren echter
Engelsche en Italiaansche diplomaten
naar de rolprent komen kijken en om
een blamage te voorkomen hebben
hoogere autoriteiten toen gauw een af-
deeling veld-politie van de S. A. laten
aanrukken, die er in slaagde de herrie
makers weer op straat te krijgen, waar
na de voorstelling doorgang kon vinden.
Echter bleef het bij deze voorstelling,
want onmiddellijk daarna is de verdere
vertooning van deze film verboden.
De geschiedenis bewijst, dat, zoo er
zich al gematigde elementen in Duitsch
land willen doen gelden, ze het toch
tegen de „dragers van het zuivere revo-
lutionnaire instinct" moeten afleggen.
Dat is trouwens bij meer dan een gele
genheid al gebleken, en diverse Duit
sche autoriteiten hebben er al een fi
guur door geslagen.
Het tweede geval, dat kan aantoonen,
dat het anti-semitisme althans nog niet
veel geluwd is, betreft een vonnis van
de hoogste provinciale rechtbank te
Karlsruhe. Deze rechtbank heeft n.l. een
eisch tof ongeldig-verklaring van een
Arisch-Joodsch gemengd huwelijk inge
willigd, louter en alleen op grond van
het feit, dat de Arische echtgenoot, toen
hij trouwde, „niet wist wat hij deed",
of, zooals de rechterlijke uitspraak dit
motiveerde: „op grond van onwetend
heid omtrent aard en beteekenis van het
rassen-vraagstuk". Indien andere recht
banken het illustere voorbeeld van
Karlsruhe mochten willen volgen, zal
men binnenkort dus wellicht beleven,
dat er heel wat echtscheidingen worden
aangevraagd door lieden, die om de een
•of andere reden wêl van hun niet-Ari-
sche wederhelft af willen.
Merkwaardig is het commentaar, dat
de „Völkische Beobachter", het grootste
nazi-orgaan, aan de uitspraak toevoegt.
„De beslissing moet worden beschouwd
als een mijlpaal in de Duitsche rechts
geschiedenis", zegt het blad. „Zij er
kent voor de eerste maal in het huwe
lijksrecht het rassenvraagstuk en levert
het bewijs, dat de rechtbanken b ij
juiste uitoefening van
het recht de nationaal-socialistische
wereldbeschouwing tot ontplooiing kun
nen brengen."
En even merkwaardig mag de moti
veering van de uitspraak zelf heeten:
„Het ras, d.w.z. de afkomst van een
mensch naar bloed en volk, vormt den
grondslag van zijn persoonlijkheid, on
geacht of in een bijzonder geval de ken
merkende raseigenschappen min of meer
te voorschijn treden. Dit inzicht is an
ders, dieper en duidelijker dan het vroe
gere. Men heeft tegenwoordig ingezien,
dat het Joodsche ras, ten opzichte van
bloed, karakter, persoonlijkheid en le
vensopvatting' iets geheel anders is dan
het arische ras en dat een verbinding en
door MAY WYNNE.
31).
ventje ^wam dichterbij en strek
te de hand uit, tot hij haar japon voel
de.
„Als hij wist, dat u hier geweest was,
dan,zouden wij alien levend gevild wor
den fluisterde hij en kwam vlak naast
haar. „Het was een toevallige ontmoe
ting met master Birley in de stad, die
hem terugbracht, en het onderhoud, dat
zij hielden met masters Ayres en Black-
fern was ongetwijfeld van zeer par
ticulieren aard."
Klaarblijkelijk wilde Harry er achter
komen in hoeverre de „goddelooze"
iets had gehoord van de gewichtige ge-
heimen, die ongetwijfeld beneden ver
handeld waren.
Maar Marjorie geeuwde slechts.
t Is maar goed dat ik niet te hard
gesnurkt heb", rei ze. „En beter nog,
dat ik het niet door het plafond geval
len ben, waarvoor Thomas mij waar
schuwde. Waarom is die schavuit mij al
niet een uur eerder komen ophalen,
want ik geloof haast dat ik hier al zoo
lang geslapen heb!"
i|,Stil!", fluisterde Harry
paring van iemand van dit ras met een
Ariër niet alleen onwenschelijk, maar
ook verderfelijk, onnatuurlijk en tegen
natuurlijk is, omdat zij den Ariër als en
keling en in het bijzonder in zijn eigen
schap van volksgenoot in gevaar brengt,
zich van zijn ras en zijn volksaard te
vervreemden en bovendien kinderen ter
wereld brengt, vreemd aan het ras. De
tegenstelling der rassen, zooals men die
heden ten dage inziet, gaat zoo diep, dat
in de toekomst nauwelijks meer een hu
welijk tusschen Ariër en niet-Ariër tot
stand zal komen."
Een optimistische beschouwing
van den Secretaris-Generaal.
Grooter deelname dan ooit
te voren. De Zeeuwsch-
Vlaamsche afdeeling.
Vandaag werd te Utrecht de 30ste
Nederlandsche Jaarbeurs geopend. En
het is er een, die er zijn mag, althans
wat het aantal inzendingen betreft. On
danks crisis en narigheid bestond er nog
niet eerder zooveel animo; een ver
schijnsel, dat wellicht den wakkeren se
cretaris-generaal, den heer W. Graadt
van Roggen, geïnspireerd heeft tot het
houden van een optimistische beschou
wing, gisteren ter gelegenheid van het
traditioneele voor-bezoek der journalis
ten. Wij ontleenen daaraan het volgen
de:
Tusschen het verleden, dat wij her
denken en de toekomst-, waartoe wij
ons voorbereiden, ligt het heden, dat wij
beleven. De dertigste jaarbeurs is
wat de deelneming betreft reusach
tig meegevallen. Het jaarbeursbestuur
had in den aanvang der voorbereiding,
een dergelijk uiteindelijk succes niet
verwacht. Kort na de zakelijk zoo wel
geslaagde najaarsbeurs 1933 ging een
nieuwe golf van wantrouwen over de
wereld, toen het kwam vast te staan,
dat Amerika zijn lichtvaardig experi
ment met de inflatie met een nieuwe
débacle moest betalen. Onder den in
vloed ook van andere buitenlandsche
gebeurtenissen, die de wereld vergast
ten op een trieste voorstelling van eco
nomische kwakzalverij en wonderdoe
ner ij, werd voor het voorjaar een te
ruggang in het zakenleven voorspeld.
Inderdaad bleven dra op economisch,
monetair en financieel gebied de schok
ken niet uit. Hand over hand nam be
wust of opgedrongen, het gevaarlijke
streven naar economisch zelfbehoud
ten koste van de algemeene welvaart
toe met een reeks nieuwe belemmeren
de maatregelen, die in hun gezamenlijke
uitwerking tot een verdere inkrimping
van het handelsverkeer en een verder
uitstooten van menschelijke arbeids
kracht moesten leiden. Maar ziet 't
zakenleven heeft op deze inderdaad
buitengewone gebeurtenissen slechts
op zeer oppervlakkige wijze gerea
geerd, als ware het bedrijfsleven, na
zich grootendeels aan de nieuwe om
standigheden aangepast te hebben, im
muun geworden voor alle invloeden
van buiten. Als hadde het, versterkt In
vertrouwen op eigen kracht, de inner
lijke rust gevonden, noodig voor vrucht-
dragenden arbeid, een grootere stabili
teit, noodig voor een gefundeerd eco
nomisch herstel, een opnieuw gespan
nen veerkracht, noodig voor een vol
hardend herstel. In plaats van inéén te
storten vertoonde de economische toe
stand in verscheiden landen teekenen
van verbetering. Ook in ons land, waar
kunstmatige injecties slechts spaar
zaam waren toegepast. Ook in ons
verschrikt.
„Als ze daar beneden merken, dat we aardig!"
hier zijn, dan zal er wat op zitten! Pin
dat Thomas zelf niet is gekomen, hij
liep met zoo n vaart tegen master
Ayres aan, dat vader hem bij den kraag
pakte en hem in een kast sloot. Door
het sleutelgat heeft hij mij toen gezegd,
waar u verstopt zat. Maar kom nu, mis
tress Stapleton, want eerst als nicht
Janet zekerheid heeft, dat u veilig en
wel het huis verlaten hebt, zal ze ge
rust zijn.
Als in een droom kroop Marjorie ge-
ruischloos over de stoffige planken en
vond Janet onder aan de ladder staan,
doodelijk ontsteld en bevreesd voor
ontdekking-
Het duurde enkele minuten, eer Mar-
jorie's blauwe japon weer eenigszins
stofvrij was gemaakt; gelukkig dat de
mantel het ergste overdekte. Daarop
namen de meisjes een haastig afscheid,
waarna Marjorie, als op vleugelen, naar
het huis van tante Penelope terugging,
terwijl Janet haar stond na te kijken aan
de achterdeur en blij was, toen haar
vriendin geheel uit het oog verdwenen
was, dus zeker al bijna in veiligheid.
„Het was maar goed, dat de hitte
haar zoo slaperig maakte", zei Harry,
toen hij nicht Janet volgde naar de ach
terkamer. „Want je kon daar alles ver
staan, wat er beneden in de studeerka
mer gezegd werd -- en ze is dan toch
een goddelooze, al is ze dan ook lief en
„Verbeeld je: of nu een gesprek van
James en oom, Marjorie belang zou in
boezemen! Al had zij ook ieder woord
verstaan, dan zou ze nog binnen het
uur alles vergeten zijn!"
„Ze was slaperig, dat is waar", zei
Harry, „maar toch..-.."
Verder kwam hij niet, maar bij zich-
zelven overlegde hij of het toch eigen
lijk niet zijn plicht was om zijn vader te
waarschuwen, dat de „goddelooze" ze
ker had gehoord al wat er in de stu
deerkamer besproken werd.
Gelukkig voor Janet waren er voor
het avondeten flensjes en room op tafel
en in het smullen van die lekkernijen
was het avontuur van mistress Staple
ton gauw vergeten.
HOOFDSTUK XV.
Ovre de vennen van Wlnslea.
„Parker!"
„Sapperloot! Neem mij niet kwalijk
mistress Marjorie!"
De bediende van dr. Stapleton krab
belde op van den zolder, waar hij lag,
en keek de oogen uit, toen hij de jonge
dame op den drempel van de schuur
zag staan met een dievenlantaarn bij
zich, in rijkleed, en dit ondanks het
feit, dat het al over het middernachte
lijk uur was.
Parker, die op een hoop stroo had ge
land is een merkwaardige verbetering
ingetreden in het lot van vele bedrij
ven; productie en omzetten bewegen
zich al eenigen tijd in de meeste tak
ken van het bedrijfsleven boven dezelf
de maanden van het vorige jaar; de gun
stige berichten uit de nijverheid komen
in de meerderheid en in tal van bedrijfs
takken overschreden op het eenmaal
bereikte lage niveau de verkoopen de
productie zoodat voor de naaste toe
komst weer eenige uitbreiding van de
productie tegemoet kan worden gezien.
En ook wat onzen export betreft ik
meen daar toch nadrukkelijk op te moe
ten wijzen, omdat men hier te lande zoo
gaarne de stelling propageert, dat het
buitenland voor Nederlandsche goede
ren nagenoeg hermetisch gesloten zou
zijn ook de Nederlandsche export
staat er nog niet zoo heel slecht voor,
als men aanneemt, dat in 1933 vergele
ken met 1932 de uitvoer, naar de hoe
veelheid berekend, gestegen is en dat,
ondanks tariefmuren, contingenteerin-
gen, valutadepreciatie, enz. tegenover 'n
daling van sommige belangrijke export-
posten stijging van andere exportposten
ten slotte de schaal in een toeneming
van den totalen export deed overslaan.
Bij toenemenden uitvoer is het nationa
le productie apparaat bovendien in ster
ker mate werkzaam voor den binnen-
landschen afzet. Dat beeld is schoon
de omstandigheden, waaronder het be
drijfsleven werkt, moeilijk zijn verre
van ontmoedigend. Zeker, men dient
niet uit het oog te verliezen en zelfs
angstig in het oog te houden, dat de op
leving hier te lande en elders beïnvloed
werd door bijzondere factoren van
kunstmatigen aard als uitvoering van
groote, versnelde of vervroegde open
bare werken, propaganda voor het ge
bruik van producten der binnenlandsche
nijverheid, vooruitzicht van prijsstijging
als gevolg van fiscale maatregelen, van
productiebepreking of anderszins. Deze
keerzijde der reddingsmedaille ontken
nen wij niet. Maar toch neemt dit alles
met weg schoon het ons redelijk op
timisme tempert dat na tijden van
grijzen, ondoorzichtigen, nevel er weer
een beetje zon in Nederland is gaan
schijnen. Het beduidt nog niet veel, dat
zonnetje; het is nog niet geheel op
kracht, het is een eigenaardig zonnetje
maar er i s weer zon. En met het
zonlicht een mogelijkheid van scherpere
economische oriënteering. Industrie en
handel herwinnen zichtbaar hun levens
kracht; zonder,^ als vroeger, telkens
weer terug te glijden, zijn zij in de laat
ste maanden telkens iets verder geko
men, zij het dan ook langzaam, op den'
langen, steilen weg, die naar een toe
komst van betere vooruitzichten voert,
al is thans nog moeilijk te onderschei
den met welke nieuwe middelen de
nieuwe economische problemen, waar
voor het herstel handel en nijverheid
plaatsen zal, opgelost zullen moeten
worden. Dit staat echter vast en wordt
door de deelneming aan deze voorjaars-
beurs bevestigd: de commercieele durf,
die in de zorgelijke jaren, die achter ons
liggen, wel eens neiging vertoonde zijn
taaie spankracht te Verliezen, heeft ein
delijk weer een aanknoopingspunt en
een stimulans gevonden in de feiten.
Geen beurs te Utrecht heeft ooit te
voren zoovéél, zoo omvangrijke en zoo
voortreffelijk voorbereide buitenland
sche secties gehad als deze dertigste
beurs. Een Zwitsersche sectie van 33
deelnemers in een afzonderlijk paviljoen
op het jaarbeursterrein; een Fransche
groep op de tweede verdieping, be
staande uit 178 Fransche deelnemers en
33 deelnemers uit Algiers; een Poolsche
groep met 24 deelnemers op de tweede
verdieping; een Belgische sectie van 68
deelnemers; een Oostenrijksche groep
van 54 deelnemers op de vierde verdie
ping.
Van binnenlandsche zijde werd in den
aanvang en vrij lang een afwachtende
houding jegens de deelneming aangeno
men. Tegen het einde van het vorig jaar,
in de anders altijd vrij slappe maand
December, kwam echter de v.oed opzet
ten, laat, maar gelukkig nog niet te laat.
Einde December bleek, dat de oogst van
inschrijvingen zoo groot was, dat niet
alleen in de groep Bouwmaterialen,
maar ook in andere afdeelingen naar
ouderwetschen trant plaats te kort
kwam en niet minder dan een vijftigtal
inschrijvers moest worden afgewezen.
Op de verdiepingen moesten tot nog
toe ongekend verschijnsel alle mon
sterkamers aan de halzijde worden ge
bouwd, zoodat de parterre en de vier
verdiepingen van het jaarbeursgebou
wencomplex op haar maximale capaci
teit in bedrijf zijn. En einde December
bleek plotseling, dat, al nam de groep
Meubelen als groep niet aan de voor-
jaarsbeurs deel, het aantal meubelexpo
santen, dat individueel toch wilde deel
nemen, zonder dat er ook maar de min
ste propaganda voor gemaakt was, zóó
groot was, dat de vijfde verdieping van
het eerste gebouw gehéél met meubel
exposanten kon worden gevuld. Het
totaal aantal deelnemers is met 167, d,
w. z. met circa 11 pet. boven het
hoogste cijfer van deelneming, dat
tot nog toe op onze jaarbeurs bereikt
werd, uitgestegen. Tegen 1415 deelne-
in 't voorjaar van 1933 staan thans 1725
deelnemers, d.w.z. 310 deelnemers méér
De buitengewone bezetting van deze
voorjaarsbeurs is inderdaad een symp
toom van het zich baanbrekend econo
misch herstel.
Het jaarbeursbestuur heeft ditmaal
voor de eerste maal een proef genomen
met de vorming van een gewestelijke
groep, welke groepsvorming ten doel
heeft telkenmale een ander gedeelte
van Nederland onder de aandacht te
brengen van het zakenleven. Begon
nen werd met een Zeeuwsch-Vlaamsche
afdeeling, een collectieve inzending van
Zeeuwsch-Vlaamsche fabrikaten en
producten, geflankeerd door de kant-
school uit Sluis, vreemdelingenverkeer
en eenige overheidsdiensten en bedrij
ven. Bij de voorbereiding dezer
Zeeuwsch-Vlaamsche groep is zoowel
van het Departement van Economische
Zaken, als van het provinciaal bestuur
in Zeeland de grootst mogelijke mede
werking ondervonden.
Een tweede verschijning, welke voor
de eerste maal op de komende jaarbeurs
wordt aangetroffen, is de afdeeling voor
Uitvindingen. Reeds geruimen tijd heeft
het jaarbeursbestuur de vraag onder de
pogen gezien, op welke wijze het jaar-
beursintermediair dienstbaar gemaakt
zou kunnen worden om uitvinders op
technisch gebied in verbinding te bren
gen met die groep van ondernemers,
die in staat zijn om uitvindingen in ex
ploitatie te brengen en practisch toe te
passen. Op buitenlandsche beurzen was
deze vraag verschillend beantwoord.
Op sommige buitenlandsche beurzen
had men aan deze afdeeling den vorm
gegeven van een „concours". Op ande
re jaarbeurzen heeft de „Erfinder-Mes-
se" meer het karakter van een kermis
achtige verkoop-en-detail. Voor beide
soorten voelde het jaarbeursbestuur te
Utrecht niets. Wat door de Utrechtsche
Jaarbeurs beoogd wordt, is een serieuze
jaarbeurs voor uitvindingen van eenige
beteekenis. Teneinde hiertoe te gera
ken, heeft het jaarbeursbestuur samen
werking gezocht met den Bond van Oc
trooi- en Merkenhouders te 's-Graven-
hage. Als doel van deze afdeeling werd
nadrukkelijk vastgesteld, dat de uitvin
ders in staat gesteld zouden worden
hun uitvinders-rechten, hetzij geheel,
hetzij gedeeltelijk te koop aan te bie
den, dus niet het artikel zelf en in geen
geval als verkoop en detail. De beslis
sing omtrent de toelating van uitvindin-
legen, streek eens even met de vingers
door zijn verward haar en scheen op het
punt zijn verwondering lucht te geven.
„Stil Parker!" zei Marjorie, en trad
wat dichterbij. „Je moet maar gauw be
grijpen en niet veel vragen, want wij
hebben geen tijd te verliezen!"
„Sapperloot! Sapperloot! Nog eens:
neem mij niet kwalijk, mistress. Maar
daar ik juist diep in slaap was, is het
geen wonder, dat ik wat verbaasd kijk,
nu ik daar een jonge dame zag ko
men.
voor dringende zaken. Je bent
toch vó-r den koning, Parker?Nu,
zie dan, dat je onverwijld klaar komt
om naar huis te gaan."
Parker's mond en oogen waren één
vraagteeken, zóó verbaasd was hij.
„Naar huis mistress?" hijgde hij.
„Naar Knottingley, bedoelt u zeker?"
„Juist naar .Knotingley, als je werke
lijk een aanhanger van den koning
bent", zei ze en liet hem verbaasd ach
ter, maar toch ook geestdriftig genoeg
voor zijn vorst, dat hij wel zorgde, gauw
zijn hooge rijlaarzen aan te trekken, zijn
bandelier over den schouder te hangen
en zijn sporen aan te doen.
Als zijn koning hem noodig had, dan
zou Job Parker ook voor hem klaar
staan, al kwam het bevel daartoe dan
ook van de lippen van een jong meisje,
dat hij altijd als een toonbeeld van hui
selijkheid had beschouwd, wier gedach
wanneer iedere zanger zijn stem
volkomen belieerscht.
Doet evenals de groote tooneel-
kunstenaarsWybert-tabletten,
gedurende het oefenen tot be
scherming der keel.
Wybert vóór het op
treden om de stem
helderheid te geven.
Verlaagde prijzen
(Ingee, Mod.)
gen is in handen gelegd van een com
missie, die door den Bond van Octrooi
en Merkenhouders in overleg met het
jaarbeursbestuur is samengesteld en
die de ingekomen aanvragen heeft be
oordeeld en de indeeling der expositie
heeft geregeld.
Tenslotte nog iets meer in 't bijzonder
van de buitenlandsche deelneming.
Zwitserland, dat vroeger wel eens deel
genomen heeft met een inzending van
voedingsmiddelen en kleinere huishou
delijke artikelen, komt thans voor den
dag met een paviljoen, waarin de voor
naamste vertegenwoordigers der Zwit
sersche grootindustrie zijn tezamenge-
bracht en waar men o.a. door in wer
king zijnde machines en werktuigen een
beeld krijgt van hetgeen Zwitserland op
dit gebied presteert. Frankrijk heeft
ditmaal de organisatie eener Fransche
sectie op de Nederlandsche Jaarbeurs
opgedragen aan de Foire de Paris. De
aldus, voornamelijk onder de bezielen
de leiding van den Parijschen secretaris
generaal den heer Martel tot stand ge
komen sectie is geheel, in afwijking met
vorige Fransche deelnemingen, inge
steld op de mogelijkheid om met Neder
land zaken te doen of zakenrelaties aan
te knoopen. De speciale veelzijdige in
zending uit Algiers en de deelneming
der Fransche spoorwegen zullen aan de
ze groep een bijzonder cachet en een
groote aantrekkelijkheid verleenen.
België, dat wederom een groote ver
scheidenheid in deelnemende industrie
ën vertoont, heeft zich voor deze inzen
ding gespecialiseerd op voor ?n Neder
land gangbare artikelen en producten,
waarbij streng in het oog gehouden
werd het doel van de deelneming, het
aankoopen en verbeteren van de han
delsrelaties tusschen de beide buursta
ten. Polen heeft den blik meer gericht
op afzet voor zijn speelgoed, houtartike
len, houtwaren, enz., dus artikelen,
waarmede Polen op de wereldmarkt
kan concurreeren. Oostenrijk ten slotte
brengt een grooter aantal deelnemers
dan ter laatste jaarbeurzen is versche
nen.
Wegens vertrek naar Nieuw-
Weerdinge nam ds. B. Si Dijkstra Zon
dagmiddag afscheid van de Herv. Gem.
van Ovezand D r i e w e g e n,
met een predikatie over 1 Joh. 5 vers
20b en 21, Bij het einde van den dienst
werd ds. Dijkstra toegesproken door
burgemeester Mulder, het Jioofd der
ten slechts verdeeld waren tusschen
kamer en keuken.
En nu kwam diezelfde mistress Mar
jorie hem omstreeks twaalf uur uit zijn
gemakkelijk nachtleger in het hooi wek
ken, dat hij met haar over de eenzame
vennen zou rijden en dit met geen na
dere toelichting dan dat het was ter
wille van de zaak van den koning.
„Sapperloot!" mompelde Job weer
in zich zeiven. „Een boon ben ik, als 't
niet meer ter wille van een zekeren
sir Hugh Ainslie is, dan voor Zijne Ma
jesteit koning Karei!"
Dit nam niet weg, dat hij gehoorza
men moest en dus klom hij lenig de lad
der af en kwam in den stal, waar hij
Marjorie bezig vond eigenhandig Betsy
King te zadelen.
„Maar neem mij niet kwalijk, mis
tress, hoe denkt u dat wij door de
poorten van Doncaster komen, om nog
niet tes preken van den rit over de
vennen, die 's nachts onveilig worden
gemaakt door Jack of Lanthorn?
„Kijk eens, Parker, we moeten ons nu
maar niet verdiepen in moeilijkheden en
gevaren, die zich misschien in het geheel
niet zullen voordoen. A!s ik er óók zoo
over gedacht had, dan zou ik nu nog in
mijn kamer zitten, mij afvragend, welk
excuus ikz ou weten aan te voeren als
tante Penelope mij soms mocht zien
gaan uit haar huis".
Parke»- zuchtte.
(Wordt vervolgd.)