/.HOEST//' HARDNEKKIGE KRONIEK van den DAG. HANDEL EN NIJVERHEID. [1 ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 16 FEBRUARI 1934. No. 40. BARBARA, DE HEKS VAN WINSLEA BURGEMEESTER DRONKERS FEESTELIJK INGEHAALD. MIDDELBURG. De 'Oostenrijksche burgeroor log en het beleid van dr. Dol- iuss Een zuiver oordeel over verantwoordelijkheden is thans niet te geven. Perspectieven De buitenlandsche pers breekt den staf over dr. Dolfussf den Oostenrijk- schen Bondskanselier, die zich tot voor eenige dagen in zulk een ongewone po pulariteit bij alle West-Europeesche vol ken mocht vermeien (het Duitsche dan wellicht uitgezonderd). De akelige ca tastrophe, die over Oostenrijk is losge broken heeft die populariteit in één slag vernietigd. Men stelt dr. Dolfuss thans in gebreke, indien al niet verantwoor delijk voor de afgrijselijke gevolgen van de jongste ontwikkelingsexplosie der Oostenrijksche politiek. Men meent, dat hij den burgeroorlog had kunnen voor komen. Zijn beleid zou hebben gefaald en zou nu zijn besmeurd met het bloed der schuldelooze slachtoffers. In deze voorstelling van zaken lijkt ons veel onbillijks en onverantwoorde lijks te schuilen. In de eerste plaats is het vrijwel ondoenlijk nu reeds een naar menschelijke maatstaven zuiver oordeel over de gebeurtenissen in Oos tenrijk te vellen. Dergelijke historische evenementen bekomen eerst doorzichte- lijkheid op langen afstand. Aan latere geschiedschrijvers is de taak beschoren een klaar licht op den aard en de oor zaken er van te laten vallen. Het troe bele van de beroering zal eerst moeten zijn bezonken; de auteur van vandaag dient zich er van bewust te zijn, dat het gecompliceerde samenstel van krachten, dat de uitbarsting bewerkstelligde te zeer in de troebele sfeer schuil gaatj dan dat hij in staat zou zijn het deugde lijk te onderkennen. Maar ook afgaSnde op wat dan op korten afstand in den wirwar wel valt te onderkennen, moet dunkt ons het in gebreke stellen van dr. Dolfuss te hard, te onmeedoogend heeten. Het komt ons voor, dat de Oostenrijksche burgeroorlog zijns ondanks is uitgebro ken. Geen mensch ook dr. Dolfuss niet had kunnen vooronderstellen, dat een actie tegen de sociaal-democra tie zulke noodlottige gevolgen zou heb ben gehad. Het was vermoedelijk ook voor ingewijden een volkomen ver rassing, dat de republikeinsche Schutz- bund over zulke groote wapenvoorra- den beschikte en dat er zulk een geest vn verzet vaardig over hem geworden bleek. Vooral na de ineenzijging van de sociaal-democratie in Duitschland viel op een dergelijk verschijnsel niet te re kenen, ook al hadden socialistische lei ders in Oostenrijk daarover dan scham pere dingen gezegd en belooft, zelf eens wat anders te zullen vertoonen, als de nood aan den man mocht komen. Deze woorden zijn helaas nu eens niet ijdel gebleken. Men heeft er daden op laten volgen, die hoe heldhaftig mis schien van één kant bekeken van den anderen kant op zijn minst onbe kookt dienen te heeten. Die daden bot sen tevens absoluut met de hoogste ide ologieën van het socialisme, zij het dan dat daar in de praktijk toch al nooit veel van terecht is gekomen. Maar is er nog meer, dat dr. Dolfuss wellicht van „schuld" voor een goed deel vrij kan pleiten. De aanstichters van de maatregelen, die sinds de vorige week tegen de sociaal-democratie wer den genomen en welke maatregelen de onmiddellijke aanleiding tot de uit barsting werden, zijn de leiders van de burgerwachten geweest met den veilig heids-minister Fey voorop. Toen Dolfuss de vorige week voor eenige dagen te Boedapest vertoefde, hebben zij dingen gezegd, en ook dingen gedaan, die begrij pelijkerwijze aan socialistische zijde groote onrust moesten wekken. Het staat ten zeerste te bezien, of dr. Dol fuss voor zijn vertrek daarvan op de hoogte was gebracht, laat staan, dat hij dergelijke voornemens zijn sanctie zou hebben verleend. Men krijgt veeleer den indruk, dat hij bij zijn terugkeer zich voor zekere voldongen feiten zag staan en dat onheilige gevolgen van het „inter regnum" toen niet meer te keeren wa ren. Vermoedelijk zal geen mensch in Oostenrijk die gevolgen meer betreurd hebben dan de Bondskanselier zelf Woensdagavond sprak hij het zwaarge- teisterde Oostenrijksche volk door de radio toe. „Met door tranen verstikte stem", zooals een bericht luidde, dat wij in ons nummer van gisteren opnamen. We kunnen ons dat levendig indenken. Wanneer men de antecedenten van de zen bewindsman nagaat, blijft er geen andere conclusie, dan dat hij door de gebeurtenissen der laatste dagen tot in het diepst van zijn ziel aangegrepen moet zijn. Zooals gezegd: een zuiver oordeel over oorzaken en verantwoordelijkhe den in dezen Oostenrijkschen burgeroor log valt thans niet te geven, afgezien van het feit, dat het begrip „schuld" op zich zelf reeds zoo relatief is. De weg naar de hel.Menschen, ook regeer ders zijn al zoo vaak van goede wille gebleken, hoewel het resultaat van hun werken achteraf uiterst bedenkelijk bleek. Men zij* ook thans voorzichtig den eersten steen te werpen, het doet er niets toe in welke richting. Een ding staat intusschen ten opzich te van dr. Dolfuss als een paal boven water. Zijn positie is door het gebeurde in erge mate verzwakt. De burgerwach ten hebben sinds de laatste dagen der vorige week den koers aangegeven in Oostenrijk. Die koers zal thans niet meer te wijzigen zijn. Men heeft a ge zegd en dient nu ook b te zeggen, enz,, tenzij er nieuwe machten in het spel ko men, met pretenties om de volgende let ters van het alphabet voor hun rekening te nemen, hetgeen tenslotte niet on denkbaar is. De Nazi's hebben zich zooals men weet tot dusver tot toe kijken bepaald. Dat kan beteekenen we wezen daar reeds op dat hun in vloed niet bijster ver reikt. Maar het zou ook kunnen beteekenen, dat ze nog het een en ander in petto hebben: re- culer pour mieux sauter. Het zou im mers kunnen zijn, dat een deel van de verslagen sociaal-democratie zich thans in hun rijen gaat scharen. In breede krin gen moeten in elk geval zeer felle wraakgevoelens zijn ontketend en die hebben alleen nog een kans zich eens uit te kunnen leven, wanneer ze een reeds bestaande omvangrijke onder- grondsche oppositie helpen versterken. Met het oog hierop zou men de Oosten rijksche regeering in de naaste toekomst in elk geval nog wel eenige bezigheid kunnen voorspellen. uitkeering aan de concurrente schuld eischers van 21.80 pet. door MAY WYNNE. 10). - En het effect van deze vraag was zoo verpletterend, dat er geen plaats meer over was in zijn gemoed voor vreugde over het feit, dat zij hem bij den naam had genoemd. „Van man tot man", herhaalde zij, met een plechtigheid, dat hij moeite had een glimlach te weerhouden. „Van man tot man", antwoordde hij, na een minuut gedacht te hebben. „Ik zou mijn heele fortuin willen geven om mijn plaats terug te koopen onder de mannen van den koning." Een rietvink liet zijn vroolijken slag hooren uit het riet aan den anderen oever, en uit het weiland daar dichtbi; klonk het eentonig, maar liefelijk geroep van den koekoek. „Als u dat ernst is", zei Barbara Carcroft, „dan kan ik u wel een weg wijzen om een plaats te heroveren, nog dubbel zoo eervol als ik maar weet, dat ik u vertrouwen kan." „Mij vertrouwen?" klonk het bitter van Morrice. „Ei mistress, daar wringt 'm de schoen! Niemand durft mij meei vertrouwen. Misschien dat er levens op het spel gezet zouden worden en die F aillissementen. Het faillissement van J. L. L. van der Walle, timmerman en aannemer te Hulst Curator mr. A. H. Kuipers, ad vocaat en procureur te Middelburg is geëindigd met een uitdeelingslijst zon der eenige uitkeering aan de preferente schuldeischers. Eveneens het faillissement van J. En gelvaart, herbergier te Bresken s, curator mr. J. Erasmus, advocaat en procureur te Oostburg, ook zonder eenige uitkeering aan de concurrente schuldeischers. Het faillissement van J. Zwartepoorte, koopman in manufacturen, wonende te Goes. Curator mr. C. M. Kegge, advo caat en procureur te Goes, met eene Te Hedel en Kerkwijk- Donderdag heeft de officieele ont vangst en installatie plaats gehad van den heer H. Dronkers als burgemeester van Hedel en van het naburige -Kerk wijk. De 's-Hertogenbossche Crt. meldt daaromtrent: Aan Gelre's end, daar waar Brabant en Gelderland gescheiden worden door den zilveren Maasstroom, stond in den vroegen ochtend een fiere ruiterschaar en daarbij de jeugd van Hedel, gevolgd door de plaatselijke muziekkorpsen en vereenigingen. Om circa kwart over tien naderden uit de verte eenige auto s, die weldra de in feeststemming verkeerende scha re hadden bereikt en met schallende fanfares werden verwelkomd. In den eersten wagen hebben plaats genomen, de burgemeester en zijn echtgenoote. n Tweede auto was gereserveerd voor de kinderen en familieleden van den nieu wen magistraat, die door de beide wet houders de heeren Sonnevelt en Van Os was afgehaald aan het station te 's-Hertogenbosch waar hij per trein uit Veere was aangekomen- Tegenover het Veerhuis had een korte begroeting plaats door den heer J. H. Muydeman, voorzitter van het feestcomité. Stram in de houding luisterden de jeugdige ruiters, toen de klanken der fanfares verstomd waren, naar de woor den die hun aller vertegenwoordiger tot den nieuwen magistraat richtte. De heer Muydeman heette den bur gemeester, diens echtgenoote en fa milie hartelijk welkom en sprak de hoop uit dat het hem in zijn nieuwe stand plaats wel mocht gaan en dat Hedel hem een prettigen werkkring zou bie den. Namens de Hedelsche jongelui, die spontaan een eerewacht vormden en die hem tot hun commandant kozen, wilde spr. gaarne voldoen aan het ver langen dezer 51 ruiters, om hier aan de grens der gemeente de eerste wel komstwoorden tot den burgemeester te richten- De aanwezigheid van al deze belangstellenden op deze plaats, bewees de ingenomenheid der bevolking met het nieuwe hoofd der gemeente, en dat bewijze ook het bloembouquet, dat spr. vervolgens den jongster, ruiter verzocht mevr. Dronkers aan te bieden. De kle:nste der ruiters bood hierna met enkele woorden een bouquet aan waarvoor mevrouw Dronkers vriende lijk dankte. „Hedel's Jeugdkoor", onder leiding van den heer C. Smits, zong vervolgens eenige liederen, waarna een der jonge dames een fraaie tuil bloemen offreerde Terwijl de muziekkorpsen zich beten hooren en het toegestroomde publiek in luide toejuiching van zijn aanwezig heid had doen blijken, formeerde zich een lange feeststoet, die geopend werd door een afdeeling gardes d'honneur, onmiddellijk gevolgd door de Chr- Gem. Zangvereeniging en de R. K. Zangver- eeniging. Verder maakten alle ver eenigingen met hun vlaggen en vaan dels deel van den stoet uit, die werd opgeluisterd door vroolijke muziek. De autoriteiten volgden in hun automobie len, op dezelfde wijze gerangschikt als bij de ontvangst aan de gemeentegrens. Het slot van den optocht werd gevormd door een tweede afdeeling ruiters. durft men -niet toevertrouwen aan iemand, die al ééns van partij veran derde." „Toch zal ik u een geheim vertellen, ofschoon het een zware verantwoor ding is, want geen een, van die het el kaar influisterden, weset, dat het mij bekend is- Kijk mij nu eerst eens recht in het gelaat en zweer een duren eed, dat u trouw zult blijven aan de zaak, die u weer van harte gaarne dienen zoudt." Er was geen coquetterie in den op rechten blik, dien zij hem toewierp. Het moest van „man tot man" zijn, zooals zij had bedongen en haar hart en ziel schonk aan dit ondernemen, dat, als het verkeerd liep, haar zou brandmerken als een verraadster. Terwijl Richard Morrice dus aan den oever van de rivier, naast de roekeloo- ze Barbara zat, met de lentezon, stra lende over het landschap, en het ver langen naar liefde in zijn hart, zwoer hij dat hij zich voortaan naar lichaam en ziel aan de zaak voor koning en kerk zou wijden en zou doen, al wat in zijn vermogen was, om nu weer te vernieu wen, hetgeen hij zelf had helpen opbou wen en hem van hun door overweldi ging verkregen zetels te verdrijven de ïeeren, die hem zoo slecht behandeld ïadden. En al had hij nu ook nog zoo graag die gelofte bezegeld met een kus op de rozenroode lippen hierin bedwong hij zich- Plicht gaat voor genoegen, was Barbara's stelregel en hij zag in, dat een dergelijk voorafgaan wel noodijg was. Maar toch was het hem niet onaan genaam, toen zij vol vertrouwen heel dicht naar hem toe schikte, terwijl zij hem duidelijk mededeelde, al wat sir Marmaduke verteld had en hoe de ver schillende koningsgezinde heeren uit 't westen van Yorkshire de geloften had den afgelegd, om kasteel Pontefract voor de koning te nemen. Verbaasd keek Morrice op bij deze laatste aankondiging. „Pontefract voor den koning!" riep Hij „Dan mogen ze wel den Duivel tot bondgenoot nemen bij het kraken van dien noot!" Barbara protesteerde vroolijk: „Neen, niet den duivel, maar een ze keren kolonel Richard Morrice, die nog onlangs tot de strijdmacht van het par lement behoorde, maar nu een trouw soldaat en dienaar van koning Karei is, zooals een zekere Barbara Carcroft kan getuigen!" Zij had handig haar rol gespeeld en ofschoon de stoutmoedigheid van het plan eerst nu tot hem begon door te dringen, had hij geen spijt van zijn be lofte, maar voelde hij de eerste geest drift ontwaken voor dit ondernemen, dat hem over het lange kronkelpad der De versterkte Rijks- en Gemeente politie had voor een keurige orderegeling zorg gedragen, zoodat al es vlot van sta pel liep en ieder der vele belangstellen den in de gelegenheid was den burge meester en zijn familie voor het eerst van aangezicht tot aangezicht te aan schouwen. De stoet trok langs Maas- en Spoor dijk naar het ruime Stationsplein en be reikte van daar over den Drie schen weg den grooten verkeersweg van Den Bosch naar Utrecht, om tenslotte door de Voor straat het gepavoiseerde gemeentehuis te bereiken. In de omgeving van het Raadhuis was het een drukte van belang en terwijl de burgemeester uitsteeg, kmnken opnieuw luide hoera's op, als een spontaan en hartelijk welkom bij de betreding van het gemeentehuis. De velen die langs den weg geschaard den burgervader hadden toegejuicht, waren snel naar het raad- huis gegaan om bij de installatie tegen- j woordig te zijn. j De installatie-rede werd uitgesproken door wethouder S. Sonnevelt, waarna de heer Dronkers in warme bewoordingen zijn dank betuigde voor de feestelijke ontvangst. Tenslotte hield de gemeente secretaris nog een toespraak. 's Middags werd burgemeester Dron kers op even feestelijke wijze ingehaald te Kerkwijk. Bij aankomst aan het gemeentehuis was daar een groote volksmenigte verzameld die den burgemeester enthou siast toejuichte. De fanfare „Volharding' spee'de onder leiding van den heer P. Bazelaar uit Ammerzoden, het nationaal volkslied, waarna de schoolkinderen een samenzang uitvoerden. De jongejuffrouw Van der Schans bood hier een heerlijke tuil bloemen aan de echtgenoote van den burgemeester. Hierna besteeg het gezelschap de trappen van het aardige raadhuis en be gaf zich in de raadzaal waar de installa tiezitting plaats had. Vervolgens werden ververschingen geserveerd en werd den talrijken ge- noodigdeij gelegenheid gegeven den bur gemeester te complimenteeren. Hiervan werd een ruim gebruik gemaakt door alle notabelen van het dorp en ook door de hoofdambtenaren van rijks- en pro vinciale diensten in het gewest. Daarna werd ook de burgerij ge.egenheid gege ven met den nieuwen burgervader ken nis te maken. Evenals in Hedel versche nen de vertegenwoordigers van alle cor poraties benevens vele particulieren die er aan hechtten hun persoonlijke op wachting le maken. Onmiddellijk behan delen met Siroop Fa- -"-yf "- m®' 'let. door artsen aanbevolen genees middel, dat het slij losmaakt en. Üw luchtwegen zuivert. thaaqt hetoctekd van Uur dokek,! ORIGINEELE FLACON THANS OOK JN KLËINË FLACONS fl.Ui (Ingez. Med.) Enkele rectificatiën In het Raads v e r s 1 a g, in 'l tweede blad van ons no. van gisteren, zijn tegen het einde der vergadering enkele regels zetsel verdwaald geraakt. Waar de hr. HEEMSKERK over de kermis sprak, moet dit gelezen worden: „Toch zal spr. geen voorstel doen, wijl dat z.i. pas na een nieuwen Raad, pas na de verkiezingen, behoort aan de or de te komen. De VOORZ. deelt de principieele be zwaren tegen de kermis, waarvoor spr. in het algemeen al heel weinig sympa thie heeft, vooral niet in tijden als deze" en zoo vervolgens. En na de eindstemming volgt o. a. dit: „De hr. HARTHOORN wenscht te con- stateeren, dat de voorbereiding der sec tievergadering veel intensiever moet zijn, wil het nieuwe systeem eenig nut afwerpen. Spr. zal zijn stem volgend jaar niet aan dit stelsel kunnen geven, van wege de verhoogde drukkosten intrigue zou voeren. Toch wilde hij haar eerst nog op de proef stellen, want hij was sluw ge noeg, goedmoedig als hij er uitzag. „Hoe kan ik helpen?" vroeg hij, „daar ik immers van niemand het vertrouwen bezit? En men kan zulk een onderne men niet alleen volbrengen-" Maar Barbara had het plan overdacht en kwam hier ook rond voor uit. „Zooals sir Marmaduke zei: enkel met krijgslist kan het kasteel genomen worden en krijgslist is zusje en broertje met verraad. Ja, kijk niet vervaard, Dick. Wij praten als man tot man, maar mijn vrouwelijk vernuft ziet verder. In heel Engeland ben jij de eenige verra der, die ons Pontefract in handen kunt spelen, omdat kolonel Cotterell je dier baarste vriend is." Hij verwierp dit verre en drong: „Zóó? iwart moet je mij nu niet af schilderen. James Cotterell dat Is zoo heeft een innige genegenheid voor mij opgevat, waarom, dat weet ik niet, als het niet ware, dat het lot dit zelfde gevoelen heeft bestemd, om mij te helpen terugkeeren naar het oude nest. Toch zou ik dit gevoelen niet als werktuig willen gebruiken, als ik weder- keerig ook eenige genegenheid voelde voor hem." „Maar dit is immers^niet zoo?" riep zij ademloos. Hij schudde het hoofd en antwoordde: JEUGDAVONB. De Ring Walcheren van het Ned. Jongel. Verbond en de Ring Walcheren van het Ned. Verbond van Chr. Jonge Vrouwen- en Meisjesvereenigingen hiel den gisteravond in de Nieuwe Kerk een Jeugdavond, die zeer druk was bezocht. Na orgelspel en gemeenschappelijk gezang opende ds. A. T. W, de Kluis de zen avond met gebed, er zijn vreugde over uitsprekende, dat zoovele jongens en meisjes uit geheel Walcheren waren samengekomen. Mej. Da. A. J, v. d. Ban uit Vlissingen hield een rede over het onderwerp „Uit verlies Winst". In deze drie woorden, aldus spr. ligt een groote rijkdom: verlies moet wor den omgezet in winst. Jezus Christus heeft ons geleerd dat het leven van zon dige menschen omgezet kan worden tot bruikbare van God. Uit het allerhoogste verlies weet Hij te maken de allerhoog ste winst. Dat is het groote geheim, de groote kracht en beteekenis van Jezus, die door alle eeuwen heen gaat. Vroeg of laat komt ook in ons aller leven wel de strijd en de smart. Aan dien strijd kunnen we ontkomen door hem op ons te nemen en te gebruiken, en het verlies om te zetten in winst. Daarvan zijn vele voorbeelden en spr. noemt daar enkele van op. De zieke die het eigen leed gebruikt om anderen te helpen; er kan uit lichamelijk verlies een geestelijke winst verkregen worden. Ook de tegenwoordige jeugd zal te genstand en kommer ontmoeten en wel in de eerste plaats in het eigen leven. De voorspoed maakt hoogmoedig, maar de tegenslag kan ons helpen om de diepte van het leven te zien. Als ons onrecht wordt aangedaan, laten wij dat dan ver gelden met liefde. Ook de moeilijke toestanden in de he- dendaagsche wereld zullen teleurstellend zijn. God heeft ons daarin iets te zeg gen; dat kan ons sterk maken. Laten wij elke minuut gebruiken, zoodat wij ac tief blijven en niet ondergaan. Achter den grootsten nood en de moeilijkste tij den staat Gods liefde. Daarom laten al len zich vereenigen die Jezus Christus willen kennen, aldus spr. Uit verlies winst, is de eenige levens weg voor ons allen. Mogen wij dit woord zetten ook boven ons eigen le ven. Uit de overgave van ons zelf wordt de winst gemaakt van een nieuw leven ten dienste van Hem. De heer H. G o r d e a u, secretaris van het N.J.V. hield daarop een rede over „Jong leven in benauwden tijd". Wat is er nog te verwachten in deze sombere tijden voor de jonge menschen? vraagt spr. De jonge levens worden van alle kanten bedreigd. Velen zijn werk loos, hebben geen perspectieven. De vragen die zich opdoen zijn talloo- „Reeds als kleine jongen had ik een hekel aan medicijnen, en de conversatie met den kolonel is een geestelijk op wekkend middel, dat te sterk is voor mijn vertering. Als ik in zijn gezelschap niet vroolijk was, dan zou ik moeten vloeken!" Barbara glimlachte- „Dan is het alles makkelijk genoeg!" scheen het haar nu voldoende te zijn. „Makkelijk?" herhaalde hij. „Neen,dat zal ik niet zeggen. Al bezit ik nu ook de genegenheid van den gouverneur, daarom zal het nu nog zoo grif niet gaan' hem te verraden." „Maar je wilt het toch probeeren, nietwaar?" drong zij. „Je zult immers je best doen voor den koning?" Hij sloot haar handen in de zijne, kustte haar op de kersroode lippen en zei: „Voor den koning en voor mijn uit verkorene!" IJlings trok hij zich terug, half boos, half lachende, daar zij niet preutsch wilde zijn. „Neen", klonk het beslist van haar. „Je zult mij niet weer kussen eer de koninklijke vlag van den Ronden Toren van kasteel Pontefract wappert. Maar kijk niiqjt. zoo troosteloos, heer.^olpnel. Als je éven voortvarend in intrigue bent, als in je hofmakerij, dan zal je niet lang hoeven te wachten!" (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5