/.HOEST//'
HARDNEKKIGE
KRONIEK van den DAG.
HANDEL EN NIJVERHEID.
[1
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 16 FEBRUARI 1934. No. 40.
BARBARA, DE HEKS VAN
WINSLEA
BURGEMEESTER DRONKERS
FEESTELIJK INGEHAALD.
MIDDELBURG.
De 'Oostenrijksche burgeroor
log en het beleid van dr. Dol-
iuss Een zuiver oordeel over
verantwoordelijkheden is thans
niet te geven. Perspectieven
De buitenlandsche pers breekt den
staf over dr. Dolfussf den Oostenrijk-
schen Bondskanselier, die zich tot voor
eenige dagen in zulk een ongewone po
pulariteit bij alle West-Europeesche vol
ken mocht vermeien (het Duitsche dan
wellicht uitgezonderd). De akelige ca
tastrophe, die over Oostenrijk is losge
broken heeft die populariteit in één slag
vernietigd. Men stelt dr. Dolfuss thans
in gebreke, indien al niet verantwoor
delijk voor de afgrijselijke gevolgen van
de jongste ontwikkelingsexplosie der
Oostenrijksche politiek. Men meent, dat
hij den burgeroorlog had kunnen voor
komen. Zijn beleid zou hebben gefaald
en zou nu zijn besmeurd met het bloed
der schuldelooze slachtoffers.
In deze voorstelling van zaken lijkt
ons veel onbillijks en onverantwoorde
lijks te schuilen. In de eerste plaats is
het vrijwel ondoenlijk nu reeds een
naar menschelijke maatstaven zuiver
oordeel over de gebeurtenissen in Oos
tenrijk te vellen. Dergelijke historische
evenementen bekomen eerst doorzichte-
lijkheid op langen afstand. Aan latere
geschiedschrijvers is de taak beschoren
een klaar licht op den aard en de oor
zaken er van te laten vallen. Het troe
bele van de beroering zal eerst moeten
zijn bezonken; de auteur van vandaag
dient zich er van bewust te zijn, dat het
gecompliceerde samenstel van krachten,
dat de uitbarsting bewerkstelligde te
zeer in de troebele sfeer schuil gaatj
dan dat hij in staat zou zijn het deugde
lijk te onderkennen.
Maar ook afgaSnde op wat dan op
korten afstand in den wirwar wel valt
te onderkennen, moet dunkt ons
het in gebreke stellen van dr. Dolfuss te
hard, te onmeedoogend heeten. Het
komt ons voor, dat de Oostenrijksche
burgeroorlog zijns ondanks is uitgebro
ken. Geen mensch ook dr. Dolfuss
niet had kunnen vooronderstellen,
dat een actie tegen de sociaal-democra
tie zulke noodlottige gevolgen zou heb
ben gehad. Het was vermoedelijk ook
voor ingewijden een volkomen ver
rassing, dat de republikeinsche Schutz-
bund over zulke groote wapenvoorra-
den beschikte en dat er zulk een geest
vn verzet vaardig over hem geworden
bleek. Vooral na de ineenzijging van de
sociaal-democratie in Duitschland viel
op een dergelijk verschijnsel niet te re
kenen, ook al hadden socialistische lei
ders in Oostenrijk daarover dan scham
pere dingen gezegd en belooft, zelf eens
wat anders te zullen vertoonen, als de
nood aan den man mocht komen. Deze
woorden zijn helaas nu eens niet
ijdel gebleken. Men heeft er daden op
laten volgen, die hoe heldhaftig mis
schien van één kant bekeken van
den anderen kant op zijn minst onbe
kookt dienen te heeten. Die daden bot
sen tevens absoluut met de hoogste ide
ologieën van het socialisme, zij het dan
dat daar in de praktijk toch al nooit
veel van terecht is gekomen.
Maar is er nog meer, dat dr. Dolfuss
wellicht van „schuld" voor een goed
deel vrij kan pleiten. De aanstichters
van de maatregelen, die sinds de vorige
week tegen de sociaal-democratie wer
den genomen en welke maatregelen de
onmiddellijke aanleiding tot de uit
barsting werden, zijn de leiders van de
burgerwachten geweest met den veilig
heids-minister Fey voorop. Toen Dolfuss
de vorige week voor eenige dagen te
Boedapest vertoefde, hebben zij dingen
gezegd, en ook dingen gedaan, die begrij
pelijkerwijze aan socialistische zijde
groote onrust moesten wekken. Het
staat ten zeerste te bezien, of dr. Dol
fuss voor zijn vertrek daarvan op de
hoogte was gebracht, laat staan, dat hij
dergelijke voornemens zijn sanctie zou
hebben verleend. Men krijgt veeleer den
indruk, dat hij bij zijn terugkeer zich voor
zekere voldongen feiten zag staan en
dat onheilige gevolgen van het „inter
regnum" toen niet meer te keeren wa
ren. Vermoedelijk zal geen mensch in
Oostenrijk die gevolgen meer betreurd
hebben dan de Bondskanselier zelf
Woensdagavond sprak hij het zwaarge-
teisterde Oostenrijksche volk door de
radio toe. „Met door tranen verstikte
stem", zooals een bericht luidde, dat wij
in ons nummer van gisteren opnamen.
We kunnen ons dat levendig indenken.
Wanneer men de antecedenten van de
zen bewindsman nagaat, blijft er geen
andere conclusie, dan dat hij door de
gebeurtenissen der laatste dagen tot in
het diepst van zijn ziel aangegrepen
moet zijn.
Zooals gezegd: een zuiver oordeel
over oorzaken en verantwoordelijkhe
den in dezen Oostenrijkschen burgeroor
log valt thans niet te geven, afgezien
van het feit, dat het begrip „schuld" op
zich zelf reeds zoo relatief is. De weg
naar de hel.Menschen, ook regeer
ders zijn al zoo vaak van goede wille
gebleken, hoewel het resultaat van hun
werken achteraf uiterst bedenkelijk
bleek. Men zij* ook thans voorzichtig
den eersten steen te werpen, het doet er
niets toe in welke richting.
Een ding staat intusschen ten opzich
te van dr. Dolfuss als een paal boven
water. Zijn positie is door het gebeurde
in erge mate verzwakt. De burgerwach
ten hebben sinds de laatste dagen der
vorige week den koers aangegeven in
Oostenrijk. Die koers zal thans niet
meer te wijzigen zijn. Men heeft a ge
zegd en dient nu ook b te zeggen, enz,,
tenzij er nieuwe machten in het spel ko
men, met pretenties om de volgende let
ters van het alphabet voor hun rekening
te nemen, hetgeen tenslotte niet on
denkbaar is. De Nazi's hebben zich
zooals men weet tot dusver tot toe
kijken bepaald. Dat kan beteekenen
we wezen daar reeds op dat hun in
vloed niet bijster ver reikt. Maar het
zou ook kunnen beteekenen, dat ze nog
het een en ander in petto hebben: re-
culer pour mieux sauter. Het zou im
mers kunnen zijn, dat een deel van de
verslagen sociaal-democratie zich thans
in hun rijen gaat scharen. In breede krin
gen moeten in elk geval zeer felle
wraakgevoelens zijn ontketend en die
hebben alleen nog een kans zich eens
uit te kunnen leven, wanneer ze een
reeds bestaande omvangrijke onder-
grondsche oppositie helpen versterken.
Met het oog hierop zou men de Oosten
rijksche regeering in de naaste toekomst
in elk geval nog wel eenige bezigheid
kunnen voorspellen.
uitkeering aan de concurrente schuld
eischers van 21.80 pet.
door MAY WYNNE.
10). -
En het effect van deze vraag was zoo
verpletterend, dat er geen plaats meer
over was in zijn gemoed voor vreugde
over het feit, dat zij hem bij den naam
had genoemd.
„Van man tot man", herhaalde zij,
met een plechtigheid, dat hij moeite had
een glimlach te weerhouden.
„Van man tot man", antwoordde hij,
na een minuut gedacht te hebben. „Ik
zou mijn heele fortuin willen geven om
mijn plaats terug te koopen onder de
mannen van den koning."
Een rietvink liet zijn vroolijken slag
hooren uit het riet aan den anderen
oever, en uit het weiland daar dichtbi;
klonk het eentonig, maar liefelijk geroep
van den koekoek.
„Als u dat ernst is", zei Barbara
Carcroft, „dan kan ik u wel een weg
wijzen om een plaats te heroveren, nog
dubbel zoo eervol als ik maar weet,
dat ik u vertrouwen kan."
„Mij vertrouwen?" klonk het bitter
van Morrice. „Ei mistress, daar wringt
'm de schoen! Niemand durft mij meei
vertrouwen. Misschien dat er levens op
het spel gezet zouden worden en die
F aillissementen.
Het faillissement van J. L. L. van der
Walle, timmerman en aannemer te
Hulst Curator mr. A. H. Kuipers, ad
vocaat en procureur te Middelburg is
geëindigd met een uitdeelingslijst zon
der eenige uitkeering aan de preferente
schuldeischers.
Eveneens het faillissement van J. En
gelvaart, herbergier te Bresken s,
curator mr. J. Erasmus, advocaat en
procureur te Oostburg, ook zonder
eenige uitkeering aan de concurrente
schuldeischers.
Het faillissement van J. Zwartepoorte,
koopman in manufacturen, wonende te
Goes. Curator mr. C. M. Kegge, advo
caat en procureur te Goes, met eene
Te Hedel en Kerkwijk-
Donderdag heeft de officieele ont
vangst en installatie plaats gehad van
den heer H. Dronkers als burgemeester
van Hedel en van het naburige -Kerk
wijk.
De 's-Hertogenbossche Crt. meldt
daaromtrent:
Aan Gelre's end, daar waar Brabant
en Gelderland gescheiden worden door
den zilveren Maasstroom, stond in den
vroegen ochtend een fiere ruiterschaar
en daarbij de jeugd van Hedel, gevolgd
door de plaatselijke muziekkorpsen en
vereenigingen.
Om circa kwart over tien naderden
uit de verte eenige auto s, die weldra
de in feeststemming verkeerende scha
re hadden bereikt en met schallende
fanfares werden verwelkomd. In den
eersten wagen hebben plaats genomen,
de burgemeester en zijn echtgenoote. n
Tweede auto was gereserveerd voor de
kinderen en familieleden van den nieu
wen magistraat, die door de beide wet
houders de heeren Sonnevelt en Van
Os was afgehaald aan het station te
's-Hertogenbosch waar hij per trein uit
Veere was aangekomen-
Tegenover het Veerhuis had een
korte begroeting plaats door den heer
J. H. Muydeman, voorzitter van het
feestcomité.
Stram in de houding luisterden de
jeugdige ruiters, toen de klanken der
fanfares verstomd waren, naar de woor
den die hun aller vertegenwoordiger
tot den nieuwen magistraat richtte.
De heer Muydeman heette den bur
gemeester, diens echtgenoote en fa
milie hartelijk welkom en sprak de hoop
uit dat het hem in zijn nieuwe stand
plaats wel mocht gaan en dat Hedel
hem een prettigen werkkring zou bie
den. Namens de Hedelsche jongelui, die
spontaan een eerewacht vormden en
die hem tot hun commandant kozen,
wilde spr. gaarne voldoen aan het ver
langen dezer 51 ruiters, om hier aan
de grens der gemeente de eerste wel
komstwoorden tot den burgemeester
te richten- De aanwezigheid van al deze
belangstellenden op deze plaats, bewees
de ingenomenheid der bevolking met
het nieuwe hoofd der gemeente, en dat
bewijze ook het bloembouquet, dat spr.
vervolgens den jongster, ruiter verzocht
mevr. Dronkers aan te bieden.
De kle:nste der ruiters bood hierna
met enkele woorden een bouquet aan
waarvoor mevrouw Dronkers vriende
lijk dankte.
„Hedel's Jeugdkoor", onder leiding
van den heer C. Smits, zong vervolgens
eenige liederen, waarna een der jonge
dames een fraaie tuil bloemen offreerde
Terwijl de muziekkorpsen zich beten
hooren en het toegestroomde publiek
in luide toejuiching van zijn aanwezig
heid had doen blijken, formeerde zich
een lange feeststoet, die geopend werd
door een afdeeling gardes d'honneur,
onmiddellijk gevolgd door de Chr- Gem.
Zangvereeniging en de R. K. Zangver-
eeniging. Verder maakten alle ver
eenigingen met hun vlaggen en vaan
dels deel van den stoet uit, die werd
opgeluisterd door vroolijke muziek. De
autoriteiten volgden in hun automobie
len, op dezelfde wijze gerangschikt als
bij de ontvangst aan de gemeentegrens.
Het slot van den optocht werd gevormd
door een tweede afdeeling ruiters.
durft men -niet toevertrouwen aan
iemand, die al ééns van partij veran
derde."
„Toch zal ik u een geheim vertellen,
ofschoon het een zware verantwoor
ding is, want geen een, van die het el
kaar influisterden, weset, dat het mij
bekend is- Kijk mij nu eerst eens recht
in het gelaat en zweer een duren eed,
dat u trouw zult blijven aan de zaak,
die u weer van harte gaarne dienen
zoudt."
Er was geen coquetterie in den op
rechten blik, dien zij hem toewierp. Het
moest van „man tot man" zijn, zooals
zij had bedongen en haar hart en ziel
schonk aan dit ondernemen, dat, als het
verkeerd liep, haar zou brandmerken
als een verraadster.
Terwijl Richard Morrice dus aan den
oever van de rivier, naast de roekeloo-
ze Barbara zat, met de lentezon, stra
lende over het landschap, en het ver
langen naar liefde in zijn hart, zwoer hij
dat hij zich voortaan naar lichaam en
ziel aan de zaak voor koning en kerk
zou wijden en zou doen, al wat in zijn
vermogen was, om nu weer te vernieu
wen, hetgeen hij zelf had helpen opbou
wen en hem van hun door overweldi
ging verkregen zetels te verdrijven de
ïeeren, die hem zoo slecht behandeld
ïadden.
En al had hij nu ook nog zoo graag
die gelofte bezegeld met een kus op de
rozenroode lippen hierin bedwong
hij zich- Plicht gaat voor genoegen, was
Barbara's stelregel en hij zag in, dat
een dergelijk voorafgaan wel noodijg
was.
Maar toch was het hem niet onaan
genaam, toen zij vol vertrouwen heel
dicht naar hem toe schikte, terwijl zij
hem duidelijk mededeelde, al wat sir
Marmaduke verteld had en hoe de ver
schillende koningsgezinde heeren uit 't
westen van Yorkshire de geloften had
den afgelegd, om kasteel Pontefract
voor de koning te nemen.
Verbaasd keek Morrice op bij deze
laatste aankondiging.
„Pontefract voor den koning!" riep Hij
„Dan mogen ze wel den Duivel tot
bondgenoot nemen bij het kraken van
dien noot!"
Barbara protesteerde vroolijk:
„Neen, niet den duivel, maar een ze
keren kolonel Richard Morrice, die nog
onlangs tot de strijdmacht van het par
lement behoorde, maar nu een trouw
soldaat en dienaar van koning Karei is,
zooals een zekere Barbara Carcroft kan
getuigen!"
Zij had handig haar rol gespeeld en
ofschoon de stoutmoedigheid van het
plan eerst nu tot hem begon door te
dringen, had hij geen spijt van zijn be
lofte, maar voelde hij de eerste geest
drift ontwaken voor dit ondernemen,
dat hem over het lange kronkelpad der
De versterkte Rijks- en Gemeente
politie had voor een keurige orderegeling
zorg gedragen, zoodat al es vlot van sta
pel liep en ieder der vele belangstellen
den in de gelegenheid was den burge
meester en zijn familie voor het eerst
van aangezicht tot aangezicht te aan
schouwen.
De stoet trok langs Maas- en Spoor
dijk naar het ruime Stationsplein en be
reikte van daar over den Drie schen weg
den grooten verkeersweg van Den Bosch
naar Utrecht, om tenslotte door de Voor
straat het gepavoiseerde gemeentehuis
te bereiken.
In de omgeving van het Raadhuis was
het een drukte van belang en terwijl de
burgemeester uitsteeg, kmnken opnieuw
luide hoera's op, als een spontaan en
hartelijk welkom bij de betreding van
het gemeentehuis. De velen die langs den
weg geschaard den burgervader hadden
toegejuicht, waren snel naar het raad-
huis gegaan om bij de installatie tegen- j
woordig te zijn. j
De installatie-rede werd uitgesproken
door wethouder S. Sonnevelt, waarna de
heer Dronkers in warme bewoordingen
zijn dank betuigde voor de feestelijke
ontvangst. Tenslotte hield de gemeente
secretaris nog een toespraak.
's Middags werd burgemeester Dron
kers op even feestelijke wijze ingehaald
te Kerkwijk.
Bij aankomst aan het gemeentehuis
was daar een groote volksmenigte
verzameld die den burgemeester enthou
siast toejuichte. De fanfare „Volharding'
spee'de onder leiding van den heer P.
Bazelaar uit Ammerzoden, het nationaal
volkslied, waarna de schoolkinderen een
samenzang uitvoerden. De jongejuffrouw
Van der Schans bood hier een heerlijke
tuil bloemen aan de echtgenoote van den
burgemeester.
Hierna besteeg het gezelschap de
trappen van het aardige raadhuis en be
gaf zich in de raadzaal waar de installa
tiezitting plaats had.
Vervolgens werden ververschingen
geserveerd en werd den talrijken ge-
noodigdeij gelegenheid gegeven den bur
gemeester te complimenteeren. Hiervan
werd een ruim gebruik gemaakt door
alle notabelen van het dorp en ook door
de hoofdambtenaren van rijks- en pro
vinciale diensten in het gewest. Daarna
werd ook de burgerij ge.egenheid gege
ven met den nieuwen burgervader ken
nis te maken. Evenals in Hedel versche
nen de vertegenwoordigers van alle cor
poraties benevens vele particulieren die
er aan hechtten hun persoonlijke op
wachting le maken.
Onmiddellijk behan
delen met Siroop Fa-
-"-yf "-
m®' 'let. door artsen
aanbevolen genees
middel, dat het slij
losmaakt en. Üw
luchtwegen zuivert.
thaaqt hetoctekd van Uur dokek,!
ORIGINEELE FLACON THANS
OOK JN KLËINË FLACONS fl.Ui
(Ingez. Med.)
Enkele rectificatiën
In het Raads v e r s 1 a g, in 'l tweede
blad van ons no. van gisteren, zijn tegen
het einde der vergadering enkele regels
zetsel verdwaald geraakt.
Waar de hr. HEEMSKERK over de
kermis sprak, moet dit gelezen worden:
„Toch zal spr. geen voorstel doen, wijl
dat z.i. pas na een nieuwen Raad, pas
na de verkiezingen, behoort aan de or
de te komen.
De VOORZ. deelt de principieele be
zwaren tegen de kermis, waarvoor spr.
in het algemeen al heel weinig sympa
thie heeft, vooral niet in tijden als deze"
en zoo vervolgens.
En na de eindstemming volgt o. a. dit:
„De hr. HARTHOORN wenscht te con-
stateeren, dat de voorbereiding der sec
tievergadering veel intensiever moet
zijn, wil het nieuwe systeem eenig nut
afwerpen. Spr. zal zijn stem volgend jaar
niet aan dit stelsel kunnen geven, van
wege de verhoogde drukkosten
intrigue zou voeren.
Toch wilde hij haar eerst nog op de
proef stellen, want hij was sluw ge
noeg, goedmoedig als hij er uitzag.
„Hoe kan ik helpen?" vroeg hij, „daar
ik immers van niemand het vertrouwen
bezit? En men kan zulk een onderne
men niet alleen volbrengen-"
Maar Barbara had het plan overdacht
en kwam hier ook rond voor uit.
„Zooals sir Marmaduke zei: enkel
met krijgslist kan het kasteel genomen
worden en krijgslist is zusje en broertje
met verraad. Ja, kijk niet vervaard,
Dick. Wij praten als man tot man, maar
mijn vrouwelijk vernuft ziet verder. In
heel Engeland ben jij de eenige verra
der, die ons Pontefract in handen kunt
spelen, omdat kolonel Cotterell je dier
baarste vriend is."
Hij verwierp dit verre en drong:
„Zóó? iwart moet je mij nu niet af
schilderen. James Cotterell dat Is
zoo heeft een innige genegenheid
voor mij opgevat, waarom, dat weet ik
niet, als het niet ware, dat het lot dit
zelfde gevoelen heeft bestemd, om mij
te helpen terugkeeren naar het oude
nest. Toch zou ik dit gevoelen niet als
werktuig willen gebruiken, als ik weder-
keerig ook eenige genegenheid voelde
voor hem."
„Maar dit is immers^niet zoo?" riep
zij ademloos.
Hij schudde het hoofd en antwoordde:
JEUGDAVONB.
De Ring Walcheren van het Ned.
Jongel. Verbond en de Ring Walcheren
van het Ned. Verbond van Chr. Jonge
Vrouwen- en Meisjesvereenigingen hiel
den gisteravond in de Nieuwe Kerk een
Jeugdavond, die zeer druk was bezocht.
Na orgelspel en gemeenschappelijk
gezang opende ds. A. T. W, de Kluis de
zen avond met gebed, er zijn vreugde
over uitsprekende, dat zoovele jongens
en meisjes uit geheel Walcheren waren
samengekomen.
Mej. Da. A. J, v. d. Ban uit Vlissingen
hield een rede over het onderwerp „Uit
verlies Winst".
In deze drie woorden, aldus spr. ligt
een groote rijkdom: verlies moet wor
den omgezet in winst. Jezus Christus
heeft ons geleerd dat het leven van zon
dige menschen omgezet kan worden tot
bruikbare van God. Uit het allerhoogste
verlies weet Hij te maken de allerhoog
ste winst. Dat is het groote geheim, de
groote kracht en beteekenis van Jezus,
die door alle eeuwen heen gaat.
Vroeg of laat komt ook in ons aller
leven wel de strijd en de smart. Aan
dien strijd kunnen we ontkomen door
hem op ons te nemen en te gebruiken,
en het verlies om te zetten in winst.
Daarvan zijn vele voorbeelden en spr.
noemt daar enkele van op. De zieke die
het eigen leed gebruikt om anderen te
helpen; er kan uit lichamelijk verlies
een geestelijke winst verkregen worden.
Ook de tegenwoordige jeugd zal te
genstand en kommer ontmoeten en wel
in de eerste plaats in het eigen leven. De
voorspoed maakt hoogmoedig, maar de
tegenslag kan ons helpen om de diepte
van het leven te zien. Als ons onrecht
wordt aangedaan, laten wij dat dan ver
gelden met liefde.
Ook de moeilijke toestanden in de he-
dendaagsche wereld zullen teleurstellend
zijn. God heeft ons daarin iets te zeg
gen; dat kan ons sterk maken. Laten wij
elke minuut gebruiken, zoodat wij ac
tief blijven en niet ondergaan. Achter
den grootsten nood en de moeilijkste tij
den staat Gods liefde. Daarom laten al
len zich vereenigen die Jezus Christus
willen kennen, aldus spr.
Uit verlies winst, is de eenige levens
weg voor ons allen. Mogen wij dit
woord zetten ook boven ons eigen le
ven.
Uit de overgave van ons zelf wordt
de winst gemaakt van een nieuw leven
ten dienste van Hem.
De heer H. G o r d e a u, secretaris
van het N.J.V. hield daarop een rede
over „Jong leven in benauwden tijd".
Wat is er nog te verwachten in deze
sombere tijden voor de jonge menschen?
vraagt spr. De jonge levens worden van
alle kanten bedreigd. Velen zijn werk
loos, hebben geen perspectieven.
De vragen die zich opdoen zijn talloo-
„Reeds als kleine jongen had ik een
hekel aan medicijnen, en de conversatie
met den kolonel is een geestelijk op
wekkend middel, dat te sterk is voor
mijn vertering. Als ik in zijn gezelschap
niet vroolijk was, dan zou ik moeten
vloeken!"
Barbara glimlachte-
„Dan is het alles makkelijk genoeg!"
scheen het haar nu voldoende te zijn.
„Makkelijk?" herhaalde hij. „Neen,dat
zal ik niet zeggen. Al bezit ik nu ook
de genegenheid van den gouverneur,
daarom zal het nu nog zoo grif niet gaan'
hem te verraden."
„Maar je wilt het toch probeeren,
nietwaar?" drong zij. „Je zult immers
je best doen voor den koning?"
Hij sloot haar handen in de zijne,
kustte haar op de kersroode lippen en
zei:
„Voor den koning en voor mijn uit
verkorene!"
IJlings trok hij zich terug, half boos,
half lachende, daar zij niet preutsch
wilde zijn.
„Neen", klonk het beslist van haar.
„Je zult mij niet weer kussen eer de
koninklijke vlag van den Ronden Toren
van kasteel Pontefract wappert. Maar
kijk niiqjt. zoo troosteloos, heer.^olpnel.
Als je éven voortvarend in intrigue bent,
als in je hofmakerij, dan zal je niet lang
hoeven te wachten!"
(Wordt vervolgt.)