'S s zeeland. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOd f L !s IN 0 KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 14 FEBRUARI 1934. No. 38. m V E in ra- BARBARA, DE HEKS VAN WINSLEA DE ECONOMISCHE BETEEKENIS VAN HET VERKEERSFONDS MIDDELBURG. VLISSINGENb WALCHEREN. v* JBSWI ÉSil^?_aad GEOPENDVAN 10V.M.-5UM. EN VAN SLUITING ZONDAG I8FEBB 5u.tm I !3fc |rwijs ïtie- 2vro- |t. Te Jan- iGD. sleur 1344 laan- Van |ndel, 187 fata niet iligen |Mer- ^res- comt ranje pi- eg D |nder >ou- SON Ri- lijn, Jrnus, 12.50. ge- Istuk, RES kop Irde- inst" 50N kids- re- vlim- rin- lerk. Co lters, om- )IG chen Th. Iren- Ir de purg. 50N Co- tam- 75 |5 ct. k. De burgeroorlog in Oosten rijk. Erg, maar feitelijk on ontkoombaar. De Nazi's houden zich koest. L'histoire se répète. De kentering, die wij beleven, de huidige stroomversnel ling van de rivier, die „geschiedenis der menschheid" heet, heeft ook haar bur geroorlog opgeleverd ter ontsiering van de annalen dier menschheid. Laten we hartgrondig hopen, dat het bij deze eene zal blijven. Voor het arme Oostenrijk zelf niet in de laatste plaats. Het zal, eenmaal door de beproeving dezer da gengen heengekomen, het vlugst ten minste weer een beetje op adem raken, als de rest van Europa haar politieke hartstochten beter in toom weet te hou den, of te hevige spanningen zonder on gelukken weet af te blazen waarvan men helaas nog niet zoo heel zeker mag zijn. De geschiedenis kent een heele rij burgeroorlogen, die veel barbaarscher waren dan deze Oostenrijksche, die zwanger gingen van de afgrijselijkste beestachtigheden. Maar het neemt niet weg, dat men, wat zich de laatste dagen te Weenen en omgeving afspeelt, heel erg moet vinden, ondanks de jaren 1914'18, die tot nadenken brachten over de vorderingen, die de beschaving heette gemaakt te hebben sinds in de negentiger jaren de Parijsche straten dropen van het bloed der geguillotineer- den; eveneens ondanks de nieuwste cul- tureele verschijnselen in Duitschland, waar men het zelfs nauwelijks schijnt te kunnen laten Wodan van zijn legendari sche stal te halen; en tenslotte on danks zekere veelzeggende openbarin gen van een zekere politieke moraliteit in Frankrijk, Geruimen tijd geleden heb ben we een zeer intellectueel iemand hooren zeggen, dat we een bijster in teressanten tijd beleven. Dat was voor dat men zijn belangstelling aan boven genoemde gebeurtenissen kon wijden. De man had niet alleen gelijk, maar blijkbaar ook een zeer vooruitzienden blik. Moge het zijn, dat zijn optimisme desondanks gerechtvaardigd zal worden. En dan liefst een beetje gauw. Ten aanzien van Oostenrijk bestaat er voorloopig wel allerminst reden tot op timisme. De wonden, die er door den huldigen burgeroorlog geslagen worden, zullen niet spoedig geheeld zijn, ook al zou men er gelijk gezegd vrij spoe dig weer een beetje op adem komen. Een land richt nu eenmaal niet zonder vrij langdurige naweeën zijn kanonnen en houwitsers op eigen burgers. Het raakt daardoor als 't ware „van natura" uit zijn voegen en heeft later heel wat moeite, om er weer bovenop te komen. Toch schijnen er momenten in het le ven van een land te zijn, die dergelijke verschrikkelijke dingen noodwendiger- wijze moeten opleveren. Al naar gelang van een religieuze of metaphysische le vensbeschouwing kan men er een uiting van een ondoorgrondelijk bestier in wil len onderscheiden. Hoe dit echter zij: het feit ligt er en men moet het als zoo danig aanvaarden. Oostenrijk maakt op 't oogenblik een crisis door, die, wan neer men de feiten dieper tracht te zien, iets onontkoombaars vertoont. Waar het heen gaat, is zoo langzamer hand duidelijk genoeg geworden. Door de burgerwachten opgedrongen, heeft de Oostenrijksche regeering om zich te kunnen handhaven geen anderen uitweg meer gezien dan het fascisme binnen te halen, waartoe allereerst de vernietiging van de sociaal-democratische partij noo- dig was. Vermoedelijk tegen de ver wachting in, heeft deze zich echter zeer scherp verzet met de bekende tragische gevolgen. De regeering heeft een heel stuk van haar machtsapparaat versterkt nog door de burgerwachten, in werking moeten stellen, om tegen het verzet op door MAY WYNNE. 8). Barbara klapte an de handen: het was haar gelukt den kikvorsch aan de rivier op te jagen. „Als je daar nU nog niet tevreden mee bent, dan hen je ook moeilijk te voldoen, meisje! Ik verzeker je, dat Meg, hoeveel zij dan ook van mij houdt, mij nooit zulk een horoscoop zou trek ken. Treurspelen, wapengekletter, on rust en storm voor mij. Maar kijk maar niet zoo bedrukt, dat ma^ ik alles best!" „Neen, Barbara-lief, dat maak je mij niet wijs dat je op dergelijken tegen spoed gesteld zoudt zijn! Het hart van een vrouw gaat uit naar liefde, een eigen tehuis en zulk soort dingen. Oor log is verschrikkelijk; wij, in Enfgeland, hebben dit, helaas, dikwijls genoeg on dervonden!" „De liefde is wel heel mooi zei Barbara en haar oogen kregen een eenigsjjins peinzende uitdrukking, „maar ze zou mij niet geheel voldoen.. Was ik maar een man, dan zou ik te vreden zijn. Toch hoeft een vrouw ook niet den heelen dag thuis puddingen te maken en aan haar borduurraam te zit ten Denk maar eens aan die wakkere gewassen te zijn. Zonder eenige aarze ling is ze daarbij te werk gegaan, het geen in ieder geval verstandig was. Het laat zich nu tenminste aanzien, dat van daag of morgen het pleit absoluut be slecht zal zijn; de burgeroorlog had bij minder goed doortasten nog heel wat naargeestiger oogst kunnen opleve ren. Met 't Marxisme is 't dan in Oosten rijk voorloopig gedaan en Dolfuss zal zich aan de fascistificatie kunnen wij den. Het zal interessant zijn na te gaan, in hoeverre het hem daarbij mag geluk ken zelf de teugels in handen te houden. Merkwaardig is, dat de Nazi's zich in de afgeloopen dagen zoo rustig hebben gehouden. Men had mogen verwachten, dat ze heel druk in het troebele water aan het visschen zouden zijn getogen. Maar dat schijnt zoo goed als niet ge beurd te zijn. Mag men uit dat verschijn sel afleiden, dat hun ondergrondsche macht toch heel wat geringer is, dan men tot dusver meende te moeten aan nemen? Dat zou in elk geval een feit zijn, dat alvast op de creditzijde vau den burgeroorlog geboekt kon worden. door Dr. J. G. Ramaker. III. Bestaat nu in Nederland deze gelijk heid in concurrentie-voorwaarden? Be taalt ieder middel van vervoer zijn eigen kosten? Behandelt de wet allen op over eenkomstige wijze? Allerminst! Ten bewijze herinneren wij, onvolle dig, aan het volgende: a het Rijk garandeert den aandeel houders der Spoorweg Mijen. een mini mum-dividend van 4 pet. (oorzaak van het beruchte spoorwegtekort van circa 30 miljoen); b. de Wegenbelasting blijft beneden hetgeen de wegenaanleg kost, maar de benzinebelasting vloeit in de algemeene Rijkskas en komt het autoverkeer niet ten goede; c. talrijke gemeenten en waterschap pen subsidieeren tramwegen; d. de arbeidstijden van spoor- en tram wegpersoneel zijn wèl, die van vracht autochauffeurs niet wettelijk beperkt; e. de scheepvaart draagt zeer weinig bij in de kosten der waterwegen; f. de K. L M. ontvangt Rijkssubsidie. In bijzondere gevallen kunnen over heidsbijdragen gemotiveerd zijn (o.i. die sub f bijv.), maar in 't algemeen is dit niet het geval. Iedere maatregel juist, die gelijkheid in concurrentie-voorwaar- den bevordert, zal er toe leiden, dat, door het mechanisme der concurrentie, in elke verkeersbehoefte voorzien wordt door het meest economische verkeers middel. Dan zal de gemeenschap-in- haar-geheel gebaat zijn en haar uitrus ting op verkeersgebied de beste zijn, die onder de gegeven omstandigheden te verkrijgen is. Toetsen wij thans het Verkeersfonds- ontwerp aan deze conclusie. Zijn strek king is ongetwijfeld om het verkeer, als eenheid beschouwd, dus spoor- en tram- en auto- en water- en luchtverkeer z'n eigen kosten te doen dragen. Duidelijk blijkt uit het finantieele plan voor 1934, dat het niet in de bedoeling der regee ring ligt, reusachtige bedragen als vo rige jaren, nog langer uit de rijkskas ten behoeve van het verkeer aan te wen den. Anders toch zou het Verkeersfonds louter administratieve beteekenis heb ben en zou de verhooging der wegenbe lasting zonder zin zijn. Hier mogen wij een vooruitgang in zien, omdat het on redelijk is tarieven beneden den kost prijs van het vervoer te stellen, om dan den belastingbetalers het tekort in re kening te brengen. Maar onze lof moet zich helaas tot dit eene punt beperken, want het Verkeersfonds zal niet de verkeersmiddelen juist selecteeren, dus bevorderen, dat in elke verkeers behoefte voorzien wordt door het meest- economische verkeersmiddel. En dit toch moet, zooals wij zagen, het doel zijn, dat elke verkeerspolitieke maatre gel dient na te streven. Wat is immers het geval? Niet de baten en lasten van ieder verkeersmiddel zullen, wordt 't ontwerp wet, afzonderlijk tegen over elkander gesteld worden, maar de inkomsten en uitgaven van alle ver voersbedrijven samen zullen elkander ongeveer in evenwicht moeten houden (afgezien van gehandhaafde overheids subsidies) Practisch zal dit er op neer" komen, dat de spoorwegtekorten voor een goed deel gedekt worden door de belasting op auto's en rijwielen. Dit be- teekent meer dan een eenvoudige ver schuiving van lasten: het verdubbelt a.h.w. de bestaande fout, dat de ver- voerprijzen niet met de werkelijke kos ten overeenstemmen Men behoudt niet alleen den onzuiveren toestand, waarbij de spoorwegen beneden hun kosten wer ken, maar men schept een nieuwe on zuiverheid door de auto's te belasten met tekorten van de spoorwegen. Dat het verkeer-langs-den-weg de kosten van den weg betaalt, is volkomen in den haak; door het bovendien te laten be talen in de kosten van andere vervoer middelen, maakt men dezelfde fout (maar nu in de andere richting) als door een deel zijner kosten voor rekening der schatkist te brengen. De hoofdzaken van ons betoog kun nen wij dus als volgt samenvatten. ade economische uitrusting van een volk kan, bij onderlinge concurrentie, alleen dan tot den hoogst bereikbaren graad komen, als elk bedrijf ten volle zijn eigen kosten betaalt en de concur- rentie-voorwaarden over 't algemeen gelijk zijn; b. op verkeersgebied bestaat in Ne derland deze toestand in tal van op zichten niet; c. het Verkeersfonds verdient aanbe veling, voor zoover het een einde zou maken aan de bijdragen, in velerlei vorm, die de overheid aan de verkeers ondernemingen verstrekt; d. het Verkeersfonds zou de bestaan de ongelijkheid van concurrentie-voor- waarden in beginsel niet veranderen; e. het Verkeersfonds verdient bestrij ding, voor zoover het de bestaande ongelijkheid van concurrentie-voorwaar- den zou vergrooten, door de mogelijk heid te openen, dat bepaalde verkeers middelen belast worden met de kosten van concurreerende ondernemingen. Bezwaren van hoogst-ernstigen aard zijn dus tegen het wetsontwerp aan te voeren. Kamers van Koophandel, de A. N W. B„ de K. N. A. C., de B. B. N, en tal van andere corporaties hebben hun waarschuwende stem verheven en het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer was uitermate critisch gesteld De poli tieke consequenties van een verwerping willen we buiten beschouwing laten. Slechts koesteren wij de hoop dat de regeering haar voorstel tijdig intrekken of ingrijpend wijzigen zal. In dubbelen zin toch is het hier zaak den put te dempen eer het kalf verdronken is! JEUGDIGE WERKLOOZEN. De commissie voor vakopleiding en ontwikkeling van werkloozen deelt me de, dat het aantal jeugdige werkloozen te Middelburg op 't oogenblik ongeveer 230 bedraagt. Hiervan zijn er 20 bene den den leeftijd van 17 jaar, terwijl de overigen tusschen 17 en 24 jaar oud zijn In de laatste vergadering der commis sie was men eenparig van oordeel, dat men alle krachten moet inspannen om voor deze groep, in of buiten hun vak, werk te krijgen, daar het bezwaar be slaat dat zij werkschuw worden. De commissie zou in contact willen komen met vereenigingen of instellingen, die gebrek hebben aan meubilair of iets dergelijks en die kunnen aan- toonen niet de middelen te heb ben dit in de eerstkomende jaren te kunnen aanschaffen. Gedacht werd bijv aan het opknappen van boeken uit bi bliotheken, o.a. Openbare Leeszaal en Prov. Bibliotheek. De commissiee heeft den werkgevers verzocht de jeugdigen te plaatsen in de werkplaats of bedrijf, doch het is haar uit de antwoorden gebleken, dat van die zijde geen of weinig medewerking is te verwachten. De commissie zou aan de jeugdigen welke zij zou kunnen te werk stellen, een zeker bedrag tegemoetko ming willen geven voor slijtage van klee- ren enz zulks in verband met de circu laire van den Minister. Degenen die kunnen helpen of con tact willen zoeken, kunnen zich daartoe wenden tot den heer J. Lorier Jr., secr. der commissie, Het aantal werkloozen bedroeg in de afgeloopen week 1096, waarvan 127 in de werkverschaffing zijn geplaatst. In totaal 32 werkloozen meer dan vorige week, RAAD VAN N.- EN ST, JOOSLAND. De salarissen der gemeente ambtenaren 5 pet. verlaagd. Het „schoolhuis" zal 100 minder huur doen. NIEUW- EN ST. JOOSLAND. Maan dag kwam de Raad dezer gemeente in openbare vergadering bijeen onder voor zitterschap van den burgemeester. Af wezig wegens ongesteldheid de heer P. de Visser. De V o o r z. deelde o.m. me de dat bij B. en W. in onderzoek is een oplossing van hel verkeersprobleem op den gevaarlijken hoek bij slager De Waard. Over het voorstel van B en W. (in de vorige vergadering aangehouden) tot re stauratie van een schilderij in de raad zaal (kosten ƒ15) werd opnieuw ge stemd. Weder staakten de stemmen zoo dat 't thans is verworpen. Tegen stem den de heeren De Goffau, De Kater en Koopman. Besloten werd tot den aankoop van een koppelstuk voor de brandspuit om meer slangenlengte te kunnen krijgen en tol aankoop van 'n gebruikte schrijfma chine met grooten „wagen". Op verzoek van Ged. Staten wijzigde de Raad de verordening op de leges en die volgens art. 21 der besmettelijke ziektewet (betreffende de bijdragen in de kosten van verpleging, afzondering enz. van lijders aan besmettelijke ziek ten.) De adviezen inzake salaris-korting, 111 lrg""ïr (Ingez. Med.) (Ingez. Med.) Moll Cutpurse, waarvan sir Hugh Aius- lie mij een tijdje geleden verteld heeft. Een echte struikroofster en toch zoo vroolijk en dartel als een, die gaat ker- mis-houden met haar vriend!" Zóó verontwaardigd hief Marjorie de handen ten hemel, dat de spreekster lachende o.phxeld. „Moll Cutpurse!" riep zij. „Goede hemel, Babs! Hoe kan een meisje van stand, als jij, nu ooit een voorbeeld ne men aan zoo'n verdorven schepsel, dat zeker eindigen zal aan den galg bij Newgate. Neen, ik ben niet preutsch, maar dit gaat toch wat te ver." Barbara kuste haar teeder. „Niet preutsch, beweer je?.... Je bent de meest Puriteinsche Puriteine, die er bestaat- Ja, pruil nu maar niet zoo! Ik zal je niet meer beleedigen. Had ik moederliefde gekend, zooals jij, Marjorie, dan zou ik niet zoo wild zijn opgegroeid, en, als liefde mijn leven niet kan vullen, dan zal er althans veel ln gelachen worden! Gelach en avontu ren voor Bab Carcroft, vroolijk, als ze •s. Met nu en dan een paar kussen, als Ze- m,.een stemming is daarvoor, en misschien is het nu bijvoorbeeld een geschikt oogenbbk, omdat' Dick Morrice met den vechtersbaas van een Cotterell naar Pontefract gaat." Zij wees met den vinger naar een heel eind verder op den weg, waar twee ruiters, in een vriendschappelijk ge sprek gewikkeld, kwamen aanrijden. Marjorie was wel gewoon aan derge lijke ontmoetingen en ze wist, dat Bar bara eigenlijk meer zoo praatte, om haar verontwaardiging op te wekken- Ze sloeg dan ook niet veel acht op dit lichtvaardig babbelen, maar nam haar bloemen en haar mandje op, om zich verder naar het dorp te begeven. „Dick Morrice is wel goed", zei ze, „maar toch zou ik niet graag mijn gun sten betoonen aan een, die zoo van par tij veranderen kon." Barbara kreeg een kleur en nu frons te zij het voorhoofd: „Een meisje kan niet best oordeelen over de beweegredenen van een moedig man en nog minder mag men den jon gen, die hij toén nog was, de dwaling aanrekenen die hij, als man, zoo gauw mogelijk wil .goed maken. Dlck Mor rice heeft een prettig humeur en van zijn kussen hoeft rnen ook niet afkeerig te zijn Ik zal mij vanochtend best met hem amuseeren." Maar dit ging nu wat al te veren daar Marorie ten eenenmale niet in staat was om met een dergelijke luchthartig heid in te stemmen, liep zij naar het hek, terwijl Barbara haar langzaam volgde met een spottenden glimlach op het mooie gezichtje, en zij alweer in zichzelf prevelde: „Die niet sterk is, ontvangen van de bonden, waarvan de gemeei-te-ambtenaren lid zijn, worden medegedeeld Bezwaren rezen tegen de verlaging der jaarwedde van den ge meentewerker, omdat gebleken is, dat dat zeze zijn thans bestaanden pensioens grondslag niet zou kunnen behouden, en daardoor gedupeerd zou worden. Men wi de deze jaarwedde op 900 houden. Wethouder P o 1 d e r d ij k ging daar mede accoord. De heer V e r 1 a r e vond de verlaging billijk met het oog op de tijdsomstandig heden. De heer Goffau achtte een jaarwedde van 900 eveneens te hoog. Terwijl de heer De Kater met den voorzitter en wethouder Polderdijk mede ging. De heer K 1 o m p e wilde de jaarwed de eveneens op 900 houden. Tenslotte staakten de stemmen over deze kwestie, zoodat het punt moest worden aangehouden. Tegen handha ving van de wedde stemden de heeren Goffau, Koopman en Verlare Het voor stel tot korting van 5 pet. op de jaar wedden der gemeente-ambtenaren werd m. a. st. aangenomen, evenals de in de vorige vergadering voorgestelde ver mindering van subsidies enz. Als leden van de Commissie v. Toe zicht op het L. O. werden herkozen de heeren M. I Verhulst en L. Sluimer. Na eenige bezwaren aangehoord te hebben van de heeren Verlare met 't oog op onderhoudskosten en grondbelas ting, besloot de Raad op voorstel van B. en W. tot gratis overname van het stuk dijk, van den Krukweg naar den Scho rerpolder. Dit is een werkverschaffings object. De heer Verlare was er tegen. Aan de Bijzondere lagere school werd een voorschot voor 1934 toegekend. Op verzoek van het hoofd der O. L, school werd de huurprijs van diens ge meentewoning, ingaande 1 Jan. 1934 te ruggebracht van 400 op 300. De Raad voelde er niets voor een kwijtschelding van de huur over 1933 toe te kennen. Bij de rondvraag kwamen nog enkele zaken ter sprake in verband met de uit betaling bij de werkverschaffing en het in erfpacht nemen van een strook grond in de kom der gemeente. Op voorstel van weth. Polderdijk werd nog besloten tot het in erfpacht uitgeven van ongeveer 240 vierk. m. grond, liggende aan den weg die van de achterzijde der kerk naar den Ouden dijk loopt, zulks tegefi 6 cent per vierk m De heer De Goffau stemde tegen. moet slim wezen: waar het verstand in 'n man tekort schiet, zal een vrouw er misschien nog wel een weg op weten. En, zou er inderdaad iets op verzonnen kunnen worden om Pontefract voor den koning te nemen, al was het dan ook nö;g zulk gewaagd spel?" HOOFDSTUK IV. Vrouwelijk vernuft. „Mistress Barbara!" Het jonge meisje bij het open hek bleef lachend staan. „Mijn hemel, wat doet u mij daar schrikken, sir!" Dick Morrice, of liever kolonel Ri chard Morrice, bevelhebber van de strijdmacht van het parlement, was in een ommezien afgestegen en stond nu met den hoed in de hand naast zijn paard. „Ik had wel gehoopt, dat u dezen kant zoudt uit rijden", erkende zij grif en keek met ondeugende tinteling in de j oögen, naar het norsche gelaat van den anderen ruiter. Kolonel Cotterell, gouverneur van kasteel Pontefract, en de persoonlijke vriend van Oliver Cromwell, was een man van zeer groot gewicht in eigen oogen en tegenover degenen, over wie hij gesteld was. i Slechts één was het mogelijk geweest door dat stroeve uiterlijk heen te drin gen en er een vriend achter te vinden en die eene persoon was de man, die vandaag met hem reed: Richard Mor rice- Een onweerstaanbare verschijning als die was, met zijn aanstekelijken lach, zijn vroolijke, blauwe oogen en zijn zonni ge natuur, was hij als 't ware bestemd om als een opwekkend element te die nen onder de kameraden met de lange gezichten, met de over-strenge gods dienstige uitdrukking er op. In het eerst had Morrice voor den koning gestreden, maar een onbedui dende .grief en een jongensachtige uit barsting van drift, was uitgeloopen op een verandering van front, waar hij nu, volgens de geruchten, weer spijt van zou hebben. Zij die het gezag in handen hadden, onder de troepen van het Parlement, hadden een goed dienaar dan ook niet goed weten te gebruiken. Hij had eer lijk voor hen gestreden en telkens weer groote bekwaamheden getoond. Maar nu de eigenlijke oorlog uit was, had men hem te verstaan gegeven, dat zijn diensten niet meer verlangd werden, zoodat hij niet anders had kunnen doen dan zich op zijn landgoed in het Wes ten van Yorkshire terugtrekken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5