PRACHTIGE HOOFDPRIJZEN
GROOTE GELDPRIJZEN (van f. 100.- tot f. 10.-)
EN NOG HONDERD EXTRA PRIJZEN
V E R S P 1 L L 1 N G S - T A B E L
SPORT.
1
AFLOOP VERPACHTINGEN.
Ie Prijs: de groote luxe radio-gramofoon Philips 676 A ter waarde van f. 475.-
De strijd tegen de verspil
ling is in vollen gang - het
aantal deelnemers stijgt met
den dag.
Bekijkt eens nevenstaande
tabel en gaat na, welke be
dragen er verspild worden
door het gebruik van z. g.
„goedkoope" lampen. Deze
tabel speelt een groote rpl in
de prijsvraag.
Uw gloeilampen-leverancier,
die U gaarne prijsvraagformu
lier en voorwaarden zal ver.
strekken, vertelt V alles haar*
fijn,
Wendt U tot hem ea wordt
deelnemer.
VOORBEELD 1
V stroomprijs
SCHETSEN VAN DE HOEVE.
ARNEMUIDEN.
ABONNEMENTEN en ADVERTEN
TIES voor dit blad worden aangenomen
door den Agent c
A. ZEIJGER,
-mfflïini
'•JÉ >"•?-"'rrjr
->V
Te Middelburg is opgericht een
Wandelsport Vereenigisg gedoopt „D.
T. S.' (Door training sterk). Er zijn veer
tien leden wlo. vijf dames.
Voetbal,
ZeelandiaGoes 71.
Zeelandia heeft dus aan de haar ge
stelde e schen voldaan, door met grooti
cijfers van Goes te winnen.
Die uit de getallen zou vermoeden, dat
het een spelletje was van kat en mu s
heeft het mis, we noteerden zelfs dat
Goes meer in den aanval was dan dc
groen-zwarten, doch de bezoekers wa
ren niet doortastend genoeg!
We kregen kort na den aanvang een
spel te zien, zooals Goes dat wellicht
in ,geen jaren gedemonstreerd heeft; de
bal werd perfect uit de achterhoede
naar de middenlinie en van hieruit naai
voren gedirigeerd- 't Samenspel vlotte
uitstekend en toch kenden Dan'cise c.s
geen punten fabriceeren omdat de z.g
„finishing touch" ontbrak, waarbij nog
kwam, dat de doelman een paar maal
misgreep en zich evenzoo vaak zag ge
passeerd, wat zijn stempel op het spel
der gasten terdege drukte.
Als verdere bijkomstigheid, kunnen
we gevoegelijk vermelden, dat het
steeds Janusse is, die de groote stuw
kracht vormt in de Zeelandia gelederen,
een speler met initiatief, die over een
moordend schot beschikt en daarbij in
z'n speelwijze zeker moeilijk te door
gronden is. Kortom een speler van spe
ciale klasse. Naast hem heeft de doel
man der „Nadorstbewoners" veel aan
de overwinning bijgedragen, goed ge
steund door de verdediging, die tevens
dezen middag den buitenspelval zooda-
ni.g openzette, dat de Goessenaren er
een twintigtal keeren in liepen.
Hoewel de wedstrijd goed door den
scheidsrechter werd geleid, zag deze
zich toch genoodzaakt den Goes-links-
buiten, wegens aanhoudend spel van
eerst den man en dan de bal, naar de
kleedkamers te verwijzen.
Van de zeven doelpunten namen de
Bruijne er 1, Janusse 4, Gabriëlse 1 voor
hun rekening, waarbij een corner van
links tevens in het doel rolde. Goes
redde de eer met 'n fermen kopbal van
Daniëlse.
O.i- is de uitslag iets geflatteerd en
was de ruststand 2—0, niet in over
eenstemming met het van weerszijden
vertoonde spel. Toen Janusse kort na
de thee in een algemeen overwicht der
bezoekers er drie nul van maakte was
het met rood-zwart ,gedaan en kon
groen-zwart geleidelijk de score verder,
opvoeren.
„Goesche Boys" in den K.N.V.B.
De voetbalvereniging „Goesche Boys"
wist zich in haar thuiswedstrijd tegen
„Zeeuwsehe Boys" van een gelijk spel
(4—4) en daarmede van het kampioen
schap van de eerste afdeeling van den
Zeeuwschen Voetbal Bond te verzeke
ren.
Volgende competitie zal „Goesche
Bovs dus in den K.N.V.B, als de tweede
Goesche derde klasser uitkomen. Begrij
pelijkerwijze heerschte er veel vreugde
in het kamp der „Goesche Boys" en
kwam aan de vreugde, na afloop van
den wedstrijd, schier geen einde.
De wedstrijd zelf stond op laag peil,
BlijKbaar speelden de zenuwen der spe
lers parten, want „Goesche Boys"
speelde zeker een klasse minder dan in
voorgaande wedstrijden. De „Zeeuwsehe
Boys waren zich beter meester en ver
toonden over het geheel genomen het
beste voetbal.
Laatstgenoemden hebben dan ook met
31 en 4—2 voorgestaan, en het pleit
voor de .„Goesche Boys", dat zij, on
danks deze deprimeerende standen, toch
steeds volhielden en trachtten met geest
drift te vergoeden, wat zij in dezen strijd
aan spelkwaliteiten tekort schoten. En
\rouwe Fortuna was met de „Goesche
Boyswant op fortuinlijke wijze wer
den tenslotte twee enthousiaste „pogin
gen om een aanval op te zetten, met
twee doelpunten bekroond.
Dus kwam het einde met 44 en
daarmede het zoo vurig begeerde der-
de klasseschap van den K. N. V. B.
Dat anderzijds de „Goesche Boys" dit
succes wel toekomt, moge blijken uit
..j1 dit seizoen niet één wed-
s r.} ver oor, en, met twee gelijke uit-
s agen, s echts twee punten verspeelde.
Zaterdagmiddag speelden de Ju-
HanswMrt. e te{e„ die va„
Kapelle Juniores wisten met 4—1 te
winnen. Rust 10.
Ten overstaan - van notaris J. C.
Kraai werden Zaterdag, voor de Ned.
Herv, Gemeente van Biezeing e en
Eversdijk, voor den tijd van 5 jaar, in 't
openbaar verpacht, 51 perceelen bouw
en weiland, boomgaard en tuingrond.
De prijzen varieerden voor bouwland
vaa 52 tot 122; voor weiland van
50 tot 104; voor boomgaard van
m tot 382, alles per ha en voor
.,ttttB$tantf va«s;#,0i24 ;to£: 0,36 per 13.08
ca.
«EL-
DE IA MAR
N.V. PHILIPS* GLOEILAMPEN.
FABRIEKEN EINDHOVEN
Stroomprijs
per
K.W.U.
Minder rendement in
20% 1
30%
40%
50%
60%
Wanneer de photometer
bij een z.g, „goedkoope
lamp 130 %1 minder ren
dement aantoont dan de
overeenkomstig gestem
pelde Philipslamp, ver
5 ct.
f 0.99
f 1.49
f 1.98
f 2.48
f 2.97
6 ct.
1-19
1.78
2.38
2.97
3.56
7 ct.
1.39
2.08
2.77
3.47
4.16
8 ct.
1.58
2.38
3.17
3.96
4.75
9 ct.
1.78
2.67
3.56
4.46
5.35
spilt deze z.g. „goed
10 ct.
1.98
2.97
3.96
4.95
fl 5.94
koope" lamp, indien Uw
15 ct.
2.97
4.46
5.94
7.43
8.91
20 ct.
3.96
5 94
7.92
9.90
11.88
\y0ctj per K.W.U. be-
\d raagt
If 2.971 gedurende 1000
uren.
Dit bedrag te vermenig
vuldigen met het aantal
z.g. „goedkoope" lam
25 ct.
4.95
7,43
9.90
12.38
14.85
30 ct.
5.94
8.91
11.88
14.85
17.82
35 ct.
6.93
10.40
13.86
17.33
20.79
40 ct.
7.92
„11.88
„15.84
19.80
„23.76
45 ct.
8.91
13.36
„17.82
22.28
„26.73
50 ct.
9.90
14.85
19.80
24.75
29.70
pen hetwelk in gebruik is.
De photometer bewijst, dat Philips
„Bi-Arlita" lampen altijd goedkooper zijn.
Deze cijfers zijn gebaseerd op
Philips „Bi-Arlita" lampen
van 125 Decalumen (99 watt).
Het bedrog.
Neve had nog eens nagezien, of alle
deuren waren gegrendeld, alle spieën
op de bouten zaten, en goot nu, uiterst
zorgvuldig, het vuur in den haard „uut",
met een halven emmer water.
Wantje zat, op de punt van een stoel,
te wachten op Janna, de meid, die nog
even naar buiten was, om dan, samen
met haar, naar het kelderkamertje te
gaan, waar zij beiden vannacht zouden
slapen.
In den namiddag was Wantje geko
men, ze zou den Zondag overblijven, en
Maandag weer naar huis gaan. Toen de
meisjes een poosje te bed lagen, fluis
terde Janna: „Wantje". „Wat is ter?",
vroeg Wantje, ook zacht; nog klaar
wakker. „Ik wou mer is wete, of a je
a sliep," zei Janna teleurgesteld.
Een tijdlang bleef het stil, toen begon
Janna weer, zoo mogelijk nog zachter:
„Wantje". „Wat is ter noe a wee," zei
Wantje ongeduldig. Janna zuchtte, en
begon toen, eerst hakkelend, allengs
wat vlotter, te vertellen, Zie je, dat Was
„noe toch-, hin meniere," dat een'jonge
meid, op Zaterdagavond om half acht
binnen moest wezen, en om acht uur
naar bed. En nu deed Janna zóó: als
ze 's avonds de vensters sloot, ging Neve
binnenshuis langs al de ramen mee, om
de spieën op de bouten te steken. Bij
het raam van 't kelderkamertje echter,
legde Janna de spanning öp den bout.
Daar merkte Neve natuurlijk niets van.
En 's avonds, vóór 't naar bed gaan,
ging Janna dan nog even naar buiten, en
nam de spanning van voor de blinden.
Het raam stond nu hoog opgeschoven,
achter de dichte gordijnen. Dat deed ze
altijd zoo spoedig mogelijk; zoodra er
een gunstige gelegenheid was. En, als
Wantje er over wou zwijgen, dan ging ze
nu naar buiten; haar jongen stond te
wachten. ,,A jie zó stom wil weze," zei
Wantje, „dan mö je dat zelleverst wete.
Ik za d'n uutbrienger d'r nie fan weze."
In een ommezien had Janna zich aan
gekleed, en voorzichtig duwde ze de
blinden open. Stil viel het maanlicht
door de bebloesemde takken van den
pruimeboom, die naast het huis stond.
Loom keek Wantje toe, hoe Janna zich
behendig over den vensterdorpel liet
glijden.
Een oogenblik nog zag ze het ver
lichte raam, met, op het gordijn, de
zacht bewegende schaduwen der tak
ken, toen gingen de blinden dicht, en
lag ze alleen in 't donker, veilig in het
warme bed,. Janna liep met, pnhoorbare
schreden pver het gras, tot ze bij de
afgesproken plaats was, waar een bree-
de, donkere gestalte, haar ontving met
wrevelige woorden over haar late komst
't Was Maandagmorgen. Ook de
knecht Janna's aanstaande schoon
vader zat, hoewel uitwonend, mee
aan de ontbijttafel. „Oe is 't noe mie
je dochter, Bartel?" vroeg nicht. Bartel
schuude het hoofd, ,,'t Is 't énden uut,
zövee a z'of mö doe-e," zei hij bedroefd.
,,'t Is vrèed." Met korte zinnen, telkens
tusschen twee happen door, vertelde hij
verder. Hoe ze Zaterdagavond opeens
zoo „slecht" geworden was. Ze hadden
den dokter moeten halen, en hij had,
met zijn zoon samen, tot 2 uur bij haar
gewaakt. Wantje luisterde, met haar
oogen strak op Janna gericht. Met een
bloedroode kleur keek die vóór zich.
Toen ze, even schichtig, Wantje aanzag,
sprak uit de lijnen om den trotschen
meisjesmond, zulk een diepe minachting,
dat het Janna was, als hóórde ze de
woorden: „nou, jie bin ök de sóórt.
Een jaar later. „Wantje", zei nicht,
„je kom toch verbie Janna; je most mè
is een zaksjé Paescheiers vee d'r mee-
neme. Z'ei 't ök nie breèd; de stumper."
Janna was in Mei van het vorige jaar,
getrouwd met Ko van Bartel. De lange
jongen, met de smajle borst, bleek ech
ter aan dezelfde kwaal te lijden als zijn
zuster, en lag nu reeds een paar maan
den „plat op bédde". Wantje vond'Man*
na in een klein, armoedig, doch kraak
zindelijk huisje. Het was de eerste keer,
dat Wantje haar weerzag, en even moest
ze een gevoel van tegenzin overwinnen.
Haar blik ging naar het magere gelaat
van den zieken man in de bedstee, en
ze dacht: „dat is voe d'r straffe". On
willekeurig speurde ze op het gezicht,
van Janna,, naar een trek van schaam
te of verlegenheid. Deze echter hield het
hoofd onbézorgd rechtop, en toonde
haar vol trots de korte, dikke beenen
van den stevigen kleinen jongen. Wantje
zei het moedwillig, om te kwetsen, met
een blos van verontwaardiging: „ik kan
nie finde dat 'n vee' van z'n Voader wig
eit." Toen lachte Janna, met al haar
mooie tanden bloot. Ze zag Wantje uit
dagend aan, en zei met nadruk: „je weet
er glad niks van. Ie lieken sprékend op
z'n Vaoder"
de Vrouwe van d'Oeve.