DIAMANT BINNENLAND. KRONIEK van den DAG. Bak- en Braadvet TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 8 FEBRUARI 1934. No. 33. BARBARA, DE HEKS VAN WINSLEA BezuinigingOXO BOUILLON, vleeschproduct der Cie Liebig, bespaart vleesch en brandstol, verhoogt de voedingswaarde der spijzen, vergemakkelijkt het ge bruik van goedkoope levensmid delen en van etensresten. I 1.u per groote flacon. DE OMZETBELASTING IN DE PRAKTIJK. Het Duitsch-Oostenrijksche geschil Nog geen direct beroep op den Volkenbond De Oostenrijksche bur gerwachten weer actief. Wij hebben Dinsdag in een kort be richt uit Weenen melding gemaakt van een besluit van de Oostenrijksche re geering, om een beroep te doen op den Volkenbond inzake de moeilijkheden met Duitschland. In dezen vorm blijkt dat bericht echter niet geheel juist te zijn geweest. Van een werkelijk beroep op het Geneefsche tribunaal is n.l. voor- loopig nog geen sprake. Het kabinet heeft den premier Dolfuss alleen ge machtigd, om met den Volkenbond be sprekingen te openen over de moge lijkheid van een Volkenbondsproce dure. Wat heel wat anders is omdat het veel minder ver gaat. Men schijnt te Weenen nog steeds weinig lust te voe len, om in den „broedertwist" derden te betrekken, en dat is zooals we de vorige week uiteenzetten begrijpelijk. Slechts door de harde noodzaak ge dwongen, zal de Oostenrijksche regee ring het bovengenoemde besluit geno men hebben, dat haar tenslotte nog tot niets bindt. En juist daarom, lijkt het een verstandig besluit. Want de gevoels argumenten daargelaten, is het zeer de vraag, of de Volkenbond in deze aan gelegenheid veel zal kunnen uitrichten. Berlijn gaf reeds te kennen, dat een be roep op Genève geen zin zou hebben, wat natuurlijk beteekent, dat men zich daar van inmenging van den Volkenbond niets zou aantrekken. En de middelen ontbreken hem, om dwingend op te treden. Geen mensch althans weet, langs welke wegen op een onwillige Duitsche regeering in deze kwestie druk zou kunnen worden uitgeoefend. Voordat de Oostenrijksche regeering haar besluit nam, heeft zij de gezanten van Frank rijk, Italië en Engeland nog eens gepolst over wat er na het onbevredigende ant woord uit Berlijn nu eigenlijk diende te geschieden, Erg gunstig schijnen ook die heeren niet geoordeeld te hebben over een eventueel beroep op den Volken bond. Vermoedelijk zien ze als gevolg daarvan wel een hoop moeilijkheden, doch geen mogelijkheid van een oplos sing. De Duitsche regeering heeft ont kend, dat van officieele Duitsche zijde steun aan de Oostenrijksche Nazi's wordt verleend. Wat er van particuliere zijde geschied, kan haar geen steek sche len, zei ze, en in geen geval was ze be reid zich daarmee te bemoeien. De Vol kenbond, waar Duitschland niets meer mee te maken wil hebben, zou zeer ze ker geen ander antwoord krijgen, indien hij te Berlijn aanklopte. En wat dan verder Nee, 't valt niet te verwonde ren, dat Weenen eerst eens te Genève wil vragen, wat men daar wel van de situatie denkt. Tenslotte wordt daar mee ook tijd gewonnen; tijd, om de din gen nog eens aan te kijken en zoo noo- dig zich op andere middelen te beramen. Voorloopig is dat beter dan een direct beroep op den Bond waarmee men mis schien van de wal in de sloot terecht zou komen. Als ze wou, zou de Oostenrijksche re geering zich momenteel zelfs wel van de zaak kunnen afmaken, door te be weren, dat ze het erg druk heeft met andere dingen, dingen van binnenland- schen aard. De burgerwachten zijn n.l. weer eens actief geworden. De leider Starhemberg heeft zijn mannetjes in Ti- rol, dat het meest door de Duitschers „bedreigd" wordt, laten mobiliseeren en daar in zekeren zin de wet verzet. Den gouverneur van dit deel van Oostenrijk stelde hij den eisch, om den landdag te ontbinden en een commissie van ver trouwenslieden der burgerwachten te benoemen, die dan de lakens zou moe door MAY WYNNE. 3). Dit was heel goed gezegd, daar Bar bara wel degelijk wist we.ken snaar zij moest aanraken in het gemoed van haar ladyschap, om haar voor zich te win nen; door haar (geneeskunst te prij zen, verzekerde zij zich van een krach- tigen steun. Toch ging haar ladyschap nu niet grif in op deze lofspraak; stel de ze.fs niet eens s'r Marmaduke voor aan de bezoekster, die op zulk een on gelegen uur kwam, en begon streng: „Het zou beter betaamd hebben, dat een bediende met die boodschap geko men was, dan dat een dame van stand nog bij avond alleen bij den weg zou loopen." Maar Barbara strekte reeds de hand uit, ter hartelijke begroeting van sir Marmaduke. „S'r Marmaduke Langda'e!" riep zij. „Hoe is het nu: heeft u kleine Babetta vergeten?" De al grijzende koopman trad naar voren, sloot de uitgestrekte hand in de rijne en antwoordde glimlachend: „Zal ik den blaam werpen op Konin gin Mode, die zoo half schuil deed gaan ten uitdeelen. De gouverneur heeft dien eisch in zoover ingewilligd, dat hij een provinciaal comité instelde, waarin naast vertegenwoordigers van andere organisaties twee leidende figuren uit de burgerwach ten zitting hebben gekregen. Dat ging veel minder ver dan Prins Starhemberg gewild had, doch voorloopig schijnt hij er tevreden mee te zijn, In afwachting waarschijnlijk van drastischer maatrege len van de regeering. Want in een rede voering te Innsbrück kondigde hij aan, dat, als Dolfuss niet binnen zeer korten tijd tegemoet komt aan de verlangens van de burgerwachten, de steun die de burgerwachten aan de regeering ver leent, op zijn minst twijfelachtig zal worden. Die verlangens zijn op de eer ste plaats: opheffing van alle politieke partijen en instelling van een soort fas cistische dictatuur. Prins Starhemberg wil zooals men weet het fascisme in Oostenrijk invoeren, gemodelleerd naar de nationale behoeften van het land. Dolfuss was er tot dusver op uit, om de burgerwachten met mooie woor den en wat half-fascistische maatrege len zoet te houden. Blijkbaar heeft Prins Starhemberg daar nu genoeg van en is hij van plan, zich niet langer zoet te laten houden, als niet naar hem wordt geluisterd. Men moet benieuwd zijn naar de gevolgen van dit verschijn sel. Wellicht zullen die niet lang meer uitblijven. Morgen, Vrijdag, zal er ten minste te Weenen een conferentie tus- schen regeering en burgerwachtleiders plaats vinden om de dingen onder oogen te zien. Mogelijk is, dat daar vérstrek kende besluiten worden genomen. AANZIENLIJKE TEKORTEN. In de werkloozenkassen van de bouwvakarbeidersbonden. De r-k. Bouwvakarbeidersbond St. Joseph en de Alg. Ned. Bouwarbeiders- bond hebben den m.inister van sociale zaken in een adres op het volgende ge wezen, „Nu de besturen van den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond en den r.k- Bouw- vakarbeidersbond St. Joseph in staat zijn de financieele uitkomsten hunner werkloozenkassen over 1933 te overzien, blijkt hun, dat zij met 'n nadeelig saldo van ruim honderdduizend gulden ieder haar rekening sluiten. Dit nadeelig saldo is uitsluitend een gevolg van de buitengewoon ongunsti ge Decembermaand, toen ten gevolge van vorst de werkloosheid enorm toe nam en dientengevolge de uitkeeringen belangrijk boven de gemaakte begroo ting uitgngen. Onze besturen zouden, hun begroo ting op 200 pet. subsidie gebaseerd hebbende, 'n sluitende rekening heb ben verkregen, indien niet bovenge noemde oorzaak een spaak in het wiel had gestoken. Waar dit nu het geval is en het te kort derhalve aan omstandigheden moet worden toegeschreven, waarmede onze besturen redelijkerwijze niet :n die mate behoefden te rekenen, daar schijnt het ons alleszins verdedigbaar, wanneer het Rijk dit tekort geheel voor zijn rekening neemt. Uitgaande van dezen gedachtengang 45 ets p. pond - 224 ets p. half pond (ingez. Meel., een gezichtje, dat ik zoo dikwijls ge kust heb?" Haar roekeloosheid had nu weer de overhand behaald, dus riep zij: „En daar is u nu zeker voor zaken van den kon ng?" „Kind, kind!" vermaande lady Ains- lie. Maar daar zij het hopelooze in zag, om den strijd aan te binden tegen de gri'len van hel jonge me sje, haast te zij zich er bij te voegen: „Ik zal je het middel halen, want zoowel als je gekomen bent, zal je ook weer moeten gaan. Maar dan moet I Honour je thuis brengen." Barbara stak afwerend de handen op en lachte: „Ik zou voor geen geld ter wereld Honour willen mee hebben; denk eens aan, lady Ainslie, hoe hoogst onbeta melijk dat zou zijn, als zij weer alleen moest terugkeeren en dat op zulk een uur!" De oude dame kreeg een kleur. Ze was blijkbaar ontsteld door de komst van de „doordrijfster" en achtte het maar het beste, zoo gauw mogelijk den verlangden wonderdrank te gaan ha- 1 len, zoodat Barbara weg zou zijn, eer haar zoon terug was. Intusschen was deze jonge dame, die zich in het minst niet uit het veld ge slagen voelde, op den arm van een stoel gaan zitten en zei: verzoeken wij uwe Excellentie dan ook dringend onze opvatting ernstig te wil len overwegen, terwijl, naar wij ver trouwen, 't resultaat van die overwe ging zal zijn, dat metterdaad het boven ges gnaleerde tekort wordt overgeno men." DE MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIëN". De kapitein-luitenant ter zee P. E., gewezen commandant van „De Zeven Provinciën, zal op Donderdag 22 Fe bruari voor het Hoog Militair Gerechts hof terechtstaan ter zake, dat hij als bevelvoerend militair, immers als com mandant van Hr. Ms. pantserschip „De Zeven Provinciën" en als zoodanig ver antwoordelijk voor de veiligheid van dat schip, in het tijdvak van 2 Januari 1933 tot 5 Febr. 1933, varende van Soe rabaja naar Oleh-Leh, verzuimd heeft doeltreffende maatregelen te nemen ter voorkoming van eenigen overval van het schip door opstandelingen, ten gevolge van welke grove nalatigheid, roekeloos heid en grove onnadenkendheid 't schip in den avond van 4 Februari 1933 ter reede van Oleh-Leh op Sumatra door opstandelingen, alzoo door den vijand, is overvallen en vermeesterd. De zitting zal aanvangen des morgens te 10 uur. DE LOOP DER BEVOLKING. Het sterftecijfer meer gedaald dan het geboortecijfer. Aan een mededeeling van het bureau voor de statistiek inzake den loop der bevolking ontleenen wij het volgende: Onze bevolking is nog steeds jaarlijks met pl.m. 100.000 zielen aan het toe nemen, niettegenstaande de crisis on veranderd voortduurt. Die toeneming is in hoofdzaak het ge volg van meer geboorte dan sterfte (1.31 pet.); de vestiging overtrof het vertrek met slechts 0.20 pet. Dit geboor tecijfer is intusschen relatief sterk ver minderd. Per 1000 inwoners bedroeg het aantal levend geborenen voor de perio den 1840/49, 1880/89 en 1910/19 resp. 33.54, 34.68 en 26.79; in 1931 was dit verhoudingscijfer 22.18 in 1932: 21.98. (November 1933 gaf zelfs het cijfer 19 te zien; het laagste geboortecijfer, dat ooit in ons land bereikt is.) Verblijdend is daarbij het verschijnsel dat zoowel het aantal doodgeborenen als 't aantal on wettig geborenen zich in het algemeen in afnemende richting beweegt. Het aantal meerling geboorten blijft in ons land vrijwel constant d.w.z. dat jaarlijks nog ruim 2300 tweelingen gebo ren worden en ongeveer 20 drielingen; vierlingen komen niet elk jaar voor, ter wijl vijflingen zéér zeldzaam zijn; het laatst werd een vijfling aangetroffen in 1903. Het stertecijfer is in den loop der ja ren sterker gedaald dan het beboorte- cijfer; vandaar de groote bevolkings toename. In de drie bovengenoemde perioden stierven per 1000 inwoners resp. 26.56, 21.27 en 13.40 personen; in 1931 is dit cijfer gedaa d tot 9.63 en in 1932 tot 8.99, een der laagste sterftecijfers in de geheele wereld. Op den duur zal dit re cordcijfer echter niet veel verder kun nen dalen en zal het eerder moeten stij gen ten gevolge van de toeneming van het aantal hoogbejaarden in verhouding tot de bezetting der andere leeftijds groepen. De sterfte is in het algemeen onder de mannen grooter dan onder de vrouwen, hoewel het verschil kleiner wordt. On der de rubriek ongehuwden is de sterfte grooter dan onder de gehuwden. Hoewe. nog steeds ongeveer 105 jon gens tegen 100 me sjes geboren worden heeft de grootere sterfte onder de man nelijke bevolking ten gevolge dat er per slot meer vrouwen overblijven hoewel ook dit verschil geringer wordt. In 1830 „Dus u keert terug naar Yorkshire? Daar zal werk voor den koning vallen te doen!" En zij liet deze schrandere opmer king vergezeld gaan van een wijzen hoofdknik. Sir Marmaduke nam haar op met doordringenden blik. Dit was een tijd, waarin men dikwijls zijn eigen broer niet vertrouwde en achterdocht koes terde jegens iederen vreemde. En of schoon hij meer dan eens het nichtje van Peter Carcroft op zijn knie had la ten dansen, toen zij een aanvallig kind van vijf zomers was, had hij over het geheel niet veel op met haar sekse en I stelde hij weinig vertrouwen in het De- leid van een vrouw- „Vertel eens even" zei hij, „lijdt uw oom waarlijk ernstig?" Ze wierp hem een blik toe die hem met verbazing vervulde en antwoord de onverwacht: „Hij is heel goed!.... En nu zult u zeker wel de vraag beantwoorden, die hij u allereerst zou hebben gesteld. U kunt het nichtje van Peter Carcroft ver trouwen, sir." Maar sir Marmaduke was niet van plan om van zaken te spreken tot iémands nicht; dus allerminst tegen haar, wier nieuwsgierigheid hij ducht te. Dit nam niet weg, dat hij behoed zaam uitweek, daar hij ook niet wilde, OXO (Ingez. Med.) kwamen op 1000 mannen nog 1045 vrou wen voor, heden is dit aantal vrouwen slechts 1012. riet aantal huwelijken per 1000 der bevolking schommelt sedert 1840 zonder eene duiaelijken voor- of achteruitgang te vertoonen. De mv.oed van de crisis der latere jaren is nauwelijks merkbaar. Het aantal echtscheidingen en schei dingen van tafel en Ded nemen toe; in 1850/59 waren deze cijfers nog 0.15 en 0.04 per 1000 echtparen; thans bedragen deze echtparen resp. 1.84 en 0.32, Een uiteenzetting van den heer A. C. W. Edelman, Sur numerair der Belastingen te Vlissingen, Na afloop van de deze week gehou den algemeene jaarvergadering van de vereenigmg „Handelsbelang" te Middel burg, hield de heer A. C, W. Edelman, Surnumerair der Belastingen te Vlissin gen, voor de leden dezer vereeniging een lezing over: De Omzetbelasting m de praktijk". Spreker ving zijn rede aan met te zeg gen, dat degene, die zich voorneemt in net kort een duidelijke uiteenzetting te geven van de werking der Omzetbelas ting in de praktijk, zich als het ware op glad ijs beweegt. Velen hebben gemeend tiun licht over deze wet te moeten laten schijnen, zoodat er in 2 K maand tijd een kleine 40 boeken en brochures zijn ver schenen. Spr. zal zijn voordracht houden tusschen zoo streng mogelijk ge trokken lijnen en na de pauze zal er ge legenheid worden gegeven tot het stel len van vragen, Spr. zeide verder te spreken als particulier en aan zijn per soonlijke meening niet in het minst de inspectie te willen binden. „Men moet beginnen", aldus spr., het systeem der wet, dat niet moeilijk is, goed te zien en te begrijpen. De belas ting wordt geheven door het Rijk, geïnd door den fabrikant en betaald door den consument. Het is geen bedrijfsbelasting. De last van ruim 80 millioen moet druk ken op een zoo groot mogelijk opper vlak: dus op het geheele volk. De eerste levensbehoeften echter, zoo als aardappelen, brood, spek, reuzel, peulvruchten, melk, eieren in de schaal enz., zijn mede als artikelen welke prac tised nooit anders dan grondstoffen voorkomen, vrijgesteld van de belasting. Het eerst uitgedachte z.g. cascade- of watervalsysteem van 1 pet. bleek on houdbaar te zijn, omdat hierbij gevaar dreigde van uitsluiting van den tus- schenhandel, Daarna kwam men tot het stelsel om éénmaal 4 pet. door den fa brikant te laten heffen, en voor bepaal de luxe artikelen 10 pet. Spreker volgde hierop de reis van het product van fabrikant via tusschenhan- del naar consument. De fabrikant speelt de voornaamste rol: hij moet de belasting heffen. Aan de hand van de wet zette spreker duidelijk uiteen wie fabrikant en wat goederen zijn. Ieder die hier te lande goederen bewerkt of verwerkt waardoor de goe dat ze ruchtbaarheid zou geven aan zijn tegenwoordigheid aldaar- „Lief kind, we zijn niet altijd onmid dellijk met de zaak van den koning be zig, ofschoon de moeilijkheden, daar aan verbonden, van ieder onzer eischt een trouw hart en een tong, die weet te zwijgen!" Ongeduldig als ze werd door de groote omzichtigheid, waarmede hij sprak, antwoordde zij geestdriftig: „Als ik een man was, zooals sir Hugh Ainslie, dan zou ik er niet in berusten zooals 'n hond die zich laat slaan en dan druipstaartend naar zijn hok gaat, maar ik zou net zoo lang aan het plannen beramen blijven, tot kasteel Pontefract andermaal in handen was van de vrien den van den koning." De baronet keek verschrikt op, en haar aanstarend, herhaalde hij: „Kasteel Pontefract?" Ze haalde de schouders op: „Dat kolonel Cotternell voor het parlement in het bezit houdt en van waar hij twintig mijlen in den omtrek iederen aanhanger van den koning on der de plak heeft. Ba! Als ik een man was, zou ik hem anders Leeren!" „Zooals ik u zooeven al hoorde zeg gen, nietwaar? Maar de wijsheid ge doogt niet, dat men al te luide uiting geeft aan zijn gevoelens, mistress Babel- te. Daar schuilt gevaar in". deren naar hun aard veranderen, is iaDriKant, Iemand aie b.v. twee pot ten vert van verscnniende Kleur mengt, is labrikant: het eindproduct biijtt vert. nen wasscnerij weike de wascn alleen scnoonmaaKt, is geen tabriKant. Door net wasscnen is het in den aard niet ver anderd. Wanneer men echter van meel, meik, gist enz. brood bakt, is men wel labrikant. Zoo zijn ook de slager, de hotelier, de kleermaker enz., fabrikan ten in den zin der wet. Het bouwen van huizen, schepen, bruggen enz., valt bui ten de wet, als zijnde onroerend goed. Dok reparaties, waardoor de aard van het goed niet verandert, is geen fabri cage. De belasting wordt verschuldigd bij levering, Levering beteekent hier dat 't goed door eigendomsoverdracht in de macht van den afnemer komt. Bij leve ringen in of naar het buitenland is geen omzetbelasting verschuldigd; eveneens is het verpanden en verhuren belasting vrij. De invoer uit het buitenland valt ook onder de omzetbelastingwet. Om den bmnenlandschen fabrikant (door het be last zijn van zijn machines enz.) niet ten achter te stellen, is deze belasting zelfs nog 1 pet, hooger gesteld en werd zij aan het invoerrecht vastgekoppeld. De belasting moet worden berekend over den verkoopsprijs loco fabriek d, w.z, zonder bijberekening van vracht, assurantie enz. en na aftrek van de kor ting voor contante betaling, voor zoo ver daarvan wordt gebruik gemaakt. De accijns, crisisheffing en waarborgbelas- ting worden niet begrepen in den ver koopsprijs, indien de goederen als zoo danig daaraan zijn onderworpen. Aan de hand van eenige duidelijke voorbeel den lichtte spreker dit nader toe. De belasting wordt geheven volgens twee systemen n.l. door het plakken van zegels ter waarde van de belasting op de facturen van fabrikanten aan hande laren en andere fabrikanten en door middel van een aanslag voor leveringen van fabrikanten rechtstreeks aan parti culieren. Voorts wees spr. in dit ver band op het bepaalde in de artikels 4 en 11, 4e lid der wet, waardoor men o.a. het plakken van zegels kan vervangen door stempels of per aanslag de belas ting kan betalen. Ook kan een fabrikant zijn bedrijf splitsen in een fabricage- en een handelsafdeeling. De administratie moet dan aan verschillende eischen vol doen, wat door spr. nader uiteen werd gezet. Degene, die een belastingplichtige fac tuur ontvangt (dit kunnen geen particu lieren zijn) is verplicht deze in een daar voor bestemd register te schrijven; voorts is hij verplicht, wanneer hij een belastingplichtige factuur ontvangt, wel ke niet aan de eischen der wet voldoet, hiervan den Inspecteur in kennis te stel len. Teneinde dubbele heffing te voorko men, wees spr. er op, dat fabrikanten ingevolge art. 19 der wet zonder beta ling van omzetbelasting grond- en hulp stoffen, benoodigd voor hun bedrijf, kunnen inslaan. De bestelling moet dan geschieden per z.g. bestelorder, waar van bij ontvangst der goederen een co- pie aan den Inspecteur moet worden ge zonden. Een tweede systeem ter voor koming van dubbele heffing is, de bij „En daarom moet men dan ook geen vrouw in zijn vertrouwen nemen, niet waar?" vroeg zij vinnig. „Maar ziet u. u kent Barbara Carcroft niet!" „Helaas niet", antwoordde hij hoffe lijk, ofschoon ze duidelijk merkte, dat zijn gedachten er niet bij waren, „Ditmaal vergist u zich toch, sir Mar maduke", zei ze, liet zich van de arm leuning van den stoel glijden en stond nu fier, in haar volle lengte, vóór hem. „Tóch wil ik den koning helpen, al betwijfelt u nu mij goed trouw". „Hij schudde het hoofd en zei: „Uw goede trouw betwijfel ik in het minst niet, mistress; uw blik getuigt van waarheid en standvastigheid". Daar hij niet gediend scheen van haar kameraadschap, hechtte zij aan dat com pliment dan ook niet veel waarde en lachte: „Mar misschien heeft u ook gelijk: 'n aanbod moet beproefd worden alvorens men het kan accepteeren. Ik zal echter niet in gebreke blijven mijn rol te spe len, al moest ik ze dan ook uit mijzelve op mij nemen." Hij keek langen tijd op in het gloei end gelaat, dat hem in waarheid dan ook meer vertrouwen inboezemde, dan ooit dat van eenige vrouw. Er viel in het minst geen coquetterie waar te nemen in dien blik van haar oogen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 5