rtayelle]
KRONIEK van den DAG.
HA!
t "T JVu-'S
"•"STrm DUSI
HANDEL EN NIJVERHEID.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 6 FEBRUARI 1934.
No. 31.
BARBARA, DE HEKS VAN
WINSLEA
Mensch en Maatschappij in
Nederland en Indië.
tegen ruwe huid
P DE
goedkoop is, da*
zóó
1N.V. H. ENGLEBERT'S AUTOMOBIELHANDEL 'S-GRAVENHAGE AMSTERDAM
Dreigt Rusland tut vrees Ver
dachte Japansche vredelie
vendheid.
Op het Congres der Russische com
munistische partij te Moskou hee o-
rosjilof, de volkscommissaris minis
ter) van oorlog Zaterdag een overzicht
gegeven van Rusland's militaire positie
en daarbij - als Stalin ruim een week
geleden zekere dreigementen aan het
adres van Japan afgeschoten.
In alle kringen der Japansche bevol
king zijn aldus Worosjilof de laat
ste jaren zooveel stemmen opgegaan
voor de noodzakelijkheid van een oor
log tusschen Japan en Rusland, dat het
wel zeer vreemd zou zijn, indien wij
zouden doen alsof wij het niet merkten
en bleven volharden in vertrouwen ten
opzichte van onzen „waarden", buur
man. Japan is thans feitelijk meester
van Mantsjoerije, doch heeft niets ge
daan om onze belangen bij den Oost-
Chineeschen spoorweg te beschermen,
zooals het uit eigen initiatief aanbood,
doch heeft integendeel met allerlei mid
delen aan onze belangen afbreuk ge
daan. Verder is het opmerkelijk, dat Ja
pansche politici, die zich op een oorlog
tegen ons voorbereiden en daarvan
geen geheim maken ons aan den ande
ren kant, tegen beter weten in, beschul
digen van oorlogsplannen tegen Japan.
Onze verdedigingsmaatregelen aan de
grenzen worden door Japan met leede
oogen aangezien. Natuurlijk zou het
aangenamer voor onze buren zijn, als
onze grenzen onverdedigd bleven, zoo
als de Chineesche grenzen in 1931. Doch
ondanks onze hoffelijkheid, zullen wij
niemand dit plezier doen."
Volgens Worosjilof blijkt de oorlogs
zuchtige houding van Japan duidelijk
uit den aankoop van strategisch mate
riaal in het buitenland, uit de hervor
ming van zijn industrie en uit de verhoo
ging van de oorlogsbegrooting van 433
millioen yen in 1930 tot 937 millioen yen
in 1934, hetgeen niet minder dan 44 pet.
van de geheele begrooting uitmaakt. Te
gelijkertijd ontwikkelt Mantsjoerije zich
geleidelijk tot een belangrijke militaire
basis voor Japan. De sterkte der Ja
pansche troepen aldaar is reeds grooter
dan voor de verdediging der Japansche
belangen noodzakelijk is in dezen „onaf-
hankelijken" staat.
Als het inderdaad tot een treffen
mocht komen, zal Rusland echter al
dus de volkscommissaris tenslotte
niet alleen zijn gebied weten te verde
digen, doch als overwinnaar uit den
strijd te voorschijn treden. De Sovjet
huishouding is zoo hecht opgebouwd en
heeft zulk een ervaren en wijs leider in
den heer Stalin, dat de Bolsjewiki de
toekomst zonder vrees onder oogen dur
ven zien.
Wij hebben er in verband met de
rede van Stalin die, zooals men zich
zal herinneren, van „zwijnesnoeten"
sprak, welke wel graag eens in den Sov'
jet-moestun zou willen wroeten
op gewezen, dat Sovjet-Rusland zich
blijkbaar paraat is beginnen te voelen
en daarom niet langer een taktiek van
steeds-maar-toegeven wenscht te vol
gen. Men zou ten aanzien van de uit
latingen van Worosjilof hetzelfde kun
nen opmerken, ware het niet, dat hij
eigenlijk wat erg hoog in den boom ge
klommen is. Dreigementen van dit soort
worden nog wel eens gebezigd, om een
zekere vrees te maskeeren, niet alleen
door zekere branies van kwajongens, die
een hooge borst opzetten, doch inwen
dig bibberen van angst. Dit hoeft na
tuurlijk niet het geval te zijn met Wo
rosjilof, we wijzen alleen maar op de
mogelijkheid, daarbij denkende aan het
Fransche gezegde: „c'est le ton, qui fait
la musique". De muziek, die in dit geval
wordt geproduceerd, zou dan wellicht
i)
door MAY WYNNE.
HOOFDSTUK I.
Bezoek op Bark'eygh Towers.
„Wat ru:scht de wind door de boo-
m dacht lady Ainslie, slaperig het
grijze hoofd schuddend, want het was
eigenlijk te warm om nog te stoken,
daar men al April had en de avond veel
minder kil was dan de vorige.
Misschien dat de warmte binnen haar
zoon dan ook naar de hall had gedreven,
waar hij een ruitje van het venster open
zette, waardoor de avondbries zacht
binnenvoer.
Van verre langs de oprijlaan kwam 't
geluid, dat zijn moeder had gehouden
voor het suizen van den wind in de top
pen van de boomen, maar dat nu duide
lijk b.eek te zijn gekletter van paarden
hoeven die langzaam aangetrappeld
kwamen.
„Een late bezoeker!" Zei sir Hugh, half
tot zichzelven, half tot den grooten
jachthond, Brand, die hem in den hall
gevolgd was, en, terwijl hij het ruitje nu
weer sloot, trad hij naar de deur, wierp
die open en stond blootshoofd op de bo
venste trede van het lage bordes.
Een ridderlijke gestalte, zooals deze
zich afteekende tegen het licht op den
niet vrij van een zekere humbug zijn.
Maar zijn er dan geen teekenen,
dat Japan in zijn schulp begint te krui
pen? kan men vragen. Immers de nieu
we Japansche gezant in Amerika, de be
kende diplomaat Saito, heeft tot kran-
tenmenschen gezegd, dat er niet de min
ste kans op een oorlog tusschen Rus
land en Japan bestaat. Japan zou zelfs
van plan zijn zoo mogelijk een
soort van vriendschapsakkoord met
Amerika aan te gaan en daar de Sov
jets dan ook in te betrekken. Dat klinkt
inderdaad allemaal erg geruststellend.
Echter met deze soort Japansche uit
latingen hebben we eenige ervaring op
gedaan. China en de Volkenbond vooral
weten daarvan mee te praten. Telkens
wanneer in het Mantsjoerijsche avon
tuur men te Tokio erg meegaande was,
werd er in stilte iets voorbereid. Met
een beminnelijken glimlach en een ge
baar van wanhoop, alsof het er heele-
maal niks aan kon doen, omdat de om
standigheden nu eenmaal dwongen, heeft
Japan zoo zoetjesaan Mantsjoerije van
China losgekerfd. Nee, verdelievende
uitingen van die zijde, moeten door da
den gestaafd worden, zullen ze nog ge
loof vinden.
En aan daden ontbrdekt het nog
steeds, alhoewel Tokio b.v. gemakke
lijk een goede beurt kon maken, door
het Russische aandeel in den Chinee-
schen Ooster-spoorweg tegen een zacht
prijsje door Mantsjoerije te laten opkoo-
pen. Daaraan zou men meer hebben dan
afn alle mooie woorden van Saito en
consorten.
XIII
De rietsuikerindustrie op Java.
Een stukje geschiedenis Het
afzetgebied van de Javasuiker
Steun aan de Java-suikerin-
dustrie
II
De vestiging van Europeesche sui
kerondernemingen op Java dateert van
ongeveer 100 jaar geleden. Voordien
werd de suikerrietcultuur hoofdzakelijk
beoefend door Chineezen in de buurt
van Batavia en Japara (gewest Sema-
rang). Toen de Oost-Indische Compag
nie er belangstelling voor ging toonen,
verkreeg de handel in Javasuiker een
speculatief karakter, hetwelk hierin be
stond, dat de Compagnie meermalen
den uitvoer van suiker voor eenigen tijd
verbood, met het doel het product goed-
kooper te kunnen inkoopen,
Na den val van de Oost-Indische Com
pagnie en de overname van haar bezit
tingen en schulden door den Nederland-
schen staat tegen het einde van de 18de
eeuw, en na het korte Engelsche tus-
schenbestuur onder den gouverneur-ge
neraal Raffles, ontwaakt de belangstel
ling van Europeesche zijde voor de riet
suikerindustrie op Java.
Als gevolg van de geldverslindende,
Napoleontische periode was Nederland
diep in den schuld geraakt. Het Moe
derland had in verband met den Java-
oorlog (18251830), die veel geld kost
te, aan Indië 38 millioen gulden geleend,
(Ingez. Med.)
achtergrond en terwijl de wind door de
donkere krullen woei, die aan weers
kanten van het hoofd op den breeden
kanten kraag vielen, waarmee het kost
bare fluweelen kleed versierd was.
Ze wisten zich goed te kleeden, zooals
ze goed te vechten wisten, die vroolijke
Cavaliers, die streden voor koning en
kerk tegen een opstandig volk en een
land, dat geweld werd aangedaan.
En mocht dit laatste al in zijn recht
zijn, de eersten toch streden voor het
meest romantische, vooral in het jaar
onzes Heeren 1648, toen de nederlaag
van hun zaak en de gevangen koning
de sympathie wegdroegen van degenen,
die altijd mededoogen voelen met de
verliezende partij.
In Yorkshire, evenals elders, waren
de cavaliers verdrietig naar huis terug
gekeerd. Wat bleef hun anders over bij
deze crisis, nu de gedachten van beide
partijen als vanzelf uitgingen naar den
koninklijke gevangene in Carisbrook!
Daarom zaten de aanhangers van den
koning niet stil, al bleven noodgedwon
gen hun zwaarden dan ook in de schee
den en stonden hun strijdrossen kalm
op den stal.
Op het eerste signaal zou gevolg ge
geven worden aan den oproep om te
strijden. En, al luisterend naar dit tee-
ken, werden de mannen ongeduldig en
kwamen in opstand tegen hun onmacht,
om handelend op te treden.
stand
(Ingez. Med.)
en om nu 's lands financiën weer eenigs-
zins in het reine te brengen, voerde men
op Java een stelsel in, het z.g. „Cultuur
stelsel", volgens hetwelk de Javaansche
landbouwers verplicht werden Vs deel
van hun sawahs (rijstvelden) te bebou
wen met voor de Europeesche markt
geschikte producten, ten profijte van
het gouvernement.
De gouverneur-generaal Van den
Bosch, de vader van dit stelsel, richt
te zijn activiteit in den beginne vooral
op de cultuur van indigo (een plant, die
een donkerblauwe kleurstof levert) en
suikerriet, welks producten, alvorens ze
voor de Europeesche markt geschikt
waren, een chemische bewerking moes
ten ondergaan. Voor dit doel bouwde de
Indische regeering etablissementen (fa
brieken), die onder leiding van Europe
anen en Chineezen kwamen, en met wie
contracten werden gesloten voor de le
vering van het eindproduct tegen een
vastgestelden prijs; als tegenprestatie
verschafte het gouvernement geldlee-
ningen aan deze ondernemers.
Dit is dus het begin geweest van de
ontwikkeling van de Europeesche sui
kerindustrie op Java.
De eerste 20 jaren van het Cultuur
stelsel (18301850) werden gekenmerkt
door een systeem van „halen wat er te
halen is", zonder daarbij rekening te
houden met de belangen van de inland-
sche, landbouwende bevolking. Voorge
schreven werd hoeveel elk gewest jaar
lijks aan suiker of indigo moest leveren.
Teneinde zich van de volledige mede
werking van het Europeesche en inland-
sche bestuur te verzekeren, kregen de
ambtenaren aandeel in de opbrengst in
den vorm van z.g. „cultuurcommissie".
Op schromelijke wijze werd hiervan
misbruik gemaakt. In sommige gewes
ten hield men zich eenvoudig niet aan
de bepaling, dat slechts x/s deel van de
rijstvelden met suikerriet en indigo
moest worden beplant en tegen vastge
stelde prijzen door de bevolking gele
verd, doch dit bedroeg soms meer dan
1/3, de helft, ja, dikwijls de geheele op
pervlakte der geïrrigeerde velden.
In 1879 werd een begin gemaakt met
de afschaffing van de (gedwongen) gou-
vernementssuikerrietcultuur, door de
voor deze cultuur verplicht gestelde op
pervlakte jaarlijks met Via te verminde
ren, waardoor de weg vrijgemaakt werd
voor de ontplooiing van de particuliere,
Europeesche suikerindustrie, waartegen
over de inheemsche, landbouwende be
volking op Java in een vrijere verhou
ding kwam te staan dan tegenover het
gouvernement.
Haar afzetgebied heeft de Javasuiker
in de goede jaren steeds gevonden in
het Verre Oosten. Europa was daarvoor
geen factor van beteekenis. Vooral
Britsch-Indië met z'n meer dan 300 mil
lioen inwoners, dat weliswaar meer sui-
Voor het oogenblik echter was de
stem van Cromwell, vertegenwoordigend
een krachtige natie, overheerschend.
Het volk had gezegevierd!
Een zucht ontsnapte de lippen van
sir Hugh. Op acht-en-twintig jarigen
leeftijd wil men vooruit, duldt men geen
uitstel en het ergerde hem, om hier
vreedzaam met zijn moeder op het land
goed te wonen, terwijl zijn koning hem
steeds dringerder noodig had, om den
strijd aan te binden met zijn vijanden.
Brands zwaar geblaf en de begroeting
van een opgewekte stem wekten den
jongen heer van Barkleigh Towers uit
zijn droomerijen.
Zeker, die stem kende hij!
„Ben jij dat, Ritson? Zoo, ja, welkom
dan op Barkleigh! Zelfs al breng je
geen nieuws mee!"
„Nieuws en een buurman, dien je bijna
vergeten zult hebben", kwam het ant
woord, dat weerklank vond in een
blijden kreet van verrassing en verwel
koming, terwijl Ainslie het bordes af
liep.
„Sir Marmaduke Langdale!" riep hij.
„In trouwe, géén gast kon verder uit
mijn gedachten zijn en dichter bij mijn
hart!"
Reeds was de ruiter afgestegen en
was bezig zijn rijhandschoenen uit te
irekken, terwijl sir Hugh zich haastte
bedienden naderbij te roepen, waarvan
de een het paard wegleidde, terwijl de
ker produceerde dan Java, doch waar
de suikerindustrie tot voor kort op wei
nig hoog peil stond, was van groot be
lang voor de export van Java-suiker.
De volgende cijfers spreken voor zich
zelf:
De 178 suikerfabrieken op Java pro
duceerden in 1927 2.348.086 ton suiker,
waarvan 2.200.000 ton werd uitgevoerd.
Hiervan ging naar Britsch-Indië 750.000
ton, de Straits Settlements 100.000 ton,
Japan 450.000 ton, Hongkong 300.000
ton, China 200.000 ton, Europa 200.000
ton en naar andere bestemmingen even
eens 200.000 ton.
Als gevolg van de beschermende
maatregelen, die de Britsch-Indische re
geering getroffen heeft om de eigen sui
kerindustrie tot grootere ontwikkeling
en op hooger peil te brengen, moet
Britsch-Indië in de toekomst als een
verloren afzetgebied voor Java-suiker
beschouwd worden. Ook ten aanzien
van China, dat met groote, financieele
moeilijkheden te kampen heeft, be
staan geen hooge verwachtingen voor
een grooteren afzet van Java-suiker.
Is 't dan te verwonderen, dat de sui
kerproducenten op Java uitzien naar
nieuwe afzetgebieden, b.v. in Europa,
waar de bietsuikerindustrie slechts met
grooten, financieelen steun der regee
ringen in het leven te houden is
Echter, indien de Javasuikerfabrikan
ten 't een economische dwaasheid noe
men, dat hier in Nederland een bietsui
kerindustrie slechts met zwaren steun
op de been te houden is, terwijl Java
suiker hier te lande goedkooper zonder
steun geleverd kan worden, dan zou
men hun de vraag kunnen stellen, of zij
in den grond van hun hart overtuigd
zijn, dat de suikerindustrie op Java ge
red zou kunnen worden door de bietsui
kercultuur aan een gewissen ondergang
prijs te geven door den bietensteun in
te trekken
En als zij dan eerlijk zijn, dan zullen
zij moeten antwoorden, dat met de eco
nomische ontwrichting, die een plot
selinge stopzetting van de bietenteelt in
sommige streken van ons land zou te
weegbrengen, de levering van 240.000
ton Java-suiker, die dan hier in Neder
land geplaatst kunnen worden, te duur
betaald zou zijn.
Want de afzet van een dergelijk
kwantum suiker zal voor het voortbe
staan van een belangrijk deel van de
Javd suikerindustrie weinig gewicht in
de schaal leggen, indien tevens de we-
reldsuikerpositie niet verbetert.
De suikerindustrie op Java moet 't
voor haar afzet niet hebben van Ne
derland. Haar afzetgebied ligt nog
steeds in het Verre Oosten. Zelfs in In
dische suikerkringen is men daarvan
overtuigd.
De wereldcrisis heeft echter de sui
kermarkt in het Verre Oosten volko
men ontwricht en de suikerprijzen tot
anderen hun heer vooruitgingen naar
den hall, om de toebereidselen te ma
ken, die noodig waren voor een laten,
maar welkomen gast.
Eeen groote tegenstelling vormden
beide mannen, zooals ze daar in den
door een lamp verlichten hall stonden.
Sir Hughs fiere gestalte en donker
knap gelaat, omlijst door de zwarte krul
len, die hem eenigszins het uiterlijk van
een buitenlander gaven, schenen nog
meer te doen uitkomen het feit, dat de
ander juist bijzonder leelijk was: grof
van gelaat, schraal van ledematen en
met een paar doordringende grijze
oogen, die met groote beslistheid onder
de borstelige wenkbrauwen uitkeken.
Dit was een persoonlijkheid, die over-
heerschte allen, met wie hij in aanra
king kwam. Maar als sir Marmaduke
glimlachte, dan ging er zoo'n bekoring
van hem uit, dat men er zich in het ge
heel niet langer over kon verwonderen,
hoe hij macht bezat over anderen.
Hij glimlachte nü, terwijl hij de uitge
strekte hand van zijn gastheer in de
zijne vatte.
„Ik was wel zeker van een welkom
van je vaders zoon. En nog iets meer
dan een verlangen naar het afbreken
van mijn reis en het weerzien van oude
vrienden bracht mij hierheen."
„Een reis?" herhaalde Ainslie met de
grootste belangstelling.
„Naar Schotland", antwoordde sir
een peil doen dalen, waarop niet loo-
nend meer kan worden geproduceerd.
Want met den afzet van de Java-suiker
is 't nog niet zoo slecht gesteld. In het
tijdvak JanuariNovember, dus in 11
maanden, verkocht de Nivas, de ver
koopcentrale van de Javasuikerprodu-
centen te Soerabaja, meer dan 1.500.000
ton suiker, echter tegen prijzen, die ver
lies opleveren, waardoor men zich ge
noodzaakt ziet vele fabrieken stop te
zetten en de productie over 1934 tot
550.000 ton in te krimpen.
Er doet zich evenwel nog een andere
kwestie voor, welke op de in Decem
ber j.l. te Wageningen gehouden „Indi
sche landbouwweek" ter sprake is ge
bracht.
Gevraagd werd, waarom de Neder-
landsche regeering dan ook niet de
Java-suikerindustrie financieel steunt,
die toch ook Nederlandsche landbouw
is, waarop de voorzitter antwoordde
dat dit een gevoelskwestie is.
Hierin nu schuilt de tragiek van onze
taak als koloniseerende mogendheid in
moeilijke tijden als deze. Nederland en
het Nederlandsche volk waren, toen er
nog geen wolkje aan den economischen
hemel was, tot grootsche dingen in Indië
instaat, die elk nationaalvoelend Neder
lander, die de overzeesche gewesten be
zocht, met rechtmatige trots vervulde en
den vreemdelingen eerbied afdwong.
Maar in den grooten nood van dezen
tijd schiet ons kleine land te kort bij z'n
koloniseerend werk in Indië.
Wat een groot land als Engeland kan,
steun verleenen aan de suikerindustrie
in Britsch-Indië, kunnen wij niet op Ja
va doen. Onze regeering zou niet bij
machte zijn de millioenen bij elkaar te
brengen, die noodig zijn om den Java-
suikerproducent een bijslag te geven op
den suikerprijs, teneinde de Java-suiker
industrie rendabel te maken, en zoo
doende deze industrie door de moeilijke
tijden heen te helpen.
Dit is een waarheid, die pijnlijk aan
doet, doch 't kan geen nut hebben, ze te
verbloemen
J. K. Mesu.
Handelsregister.
Aan de in „de Ned, Mercuur" opgeno
men wekelijksche openbaarmakingen i.z.
het Handelsregister betreffende Zee
and ontleenen wij het volgende.
Wijzigingen:
Zeeuwsche Eilanden (Middelburg).
P. Herman Sr., Vlissingen, Singelweg
32, brood- en banketbakkerij. Uitgetr.
eigenaar: P. Herman Sr. Zaak omgezet
in een vennootschap onder firma (B.P.)
Handelsnaam gewijzigd in: Herman
Marmaduke, na zich eerst overtuigd te
hebben dat er niemand anders was in
den hall. „Maar daarvan zoo aanstonds
meer! Er zal nieuws te vertellen en te
hooren vallen na het souper."
Deze laatste woorden zei hij met een
ondeugenden glimlach, waarna hij vroeg
hoe lady Ainslie het maakte en of zij
hem het achtelooze van zijn kleeding
zou willen vergeven.
Alsof het noodig was hierover eenige
verontschuldiging te maken, meende sir
Hugh, terwijl hij zich haastte, den gast
bij zijn moeder binnen te laten.
Lady Ainslie was eenigszins ontsteld
opgerezen; de verschrikkingen van de
maanden, die achter hen lagen, hadden
groote zenuwspanning van haar ge-
ëischt en steeds bleef de vrees bij haar
bestaan, dat de bezoeking van het lot,
die haar echtgenoot zoo op eenmaal van
haar weggenomen had, nu ook haar
eenig kind zou kunnen opeischen. Dus
was er iets aandoenlijks in de verschij
ning, die bij het schijnsel van het kaars
licht en van het vuur zoo statig te
voorschijn trad in een zwart fluweel
kleed met wit afgezet en met de wedu-
wenkap op, die^ slechts gedeeltelijk be
dekte het haar, dat, meer door droef
heid dan door hoogen ouderdom, zilver
grijs was geworden.
(Wordt vervolgd.)