RUGPIJN
«oodJ
FINANCIEELE BERICHTEN.
HANDEL EN NIJVERHEID.
KUNST EN WETENSCHAP.
RECHTZAKEN.
iriefgesehrief tusschen Jewannes uut Walehere en
Jan de Smid uui Goesche Land.
delijk reeds een zeer belangrijke verbe
tering was ingetreden. De veilingsgemid
delden, uitgedrukt in cents per halt kg,
bedroegen in de kwartalen van de laat
ste vier jaar als volgt: 1930: 60%, 58'/j.
56, 67»/,; 1931: 54, 41, 38, 36%; 1932:
31, 2923%, 29; 1933 26, 28%, 35%,
401/».
Uit deze cijfers valt af te leiden, dat
de financieele resultaten van de thee-
Mpijen over 1933 belangrijk beter moe
ten zijn geweest dan over het vooraf
gaande jaar, maar volgens inlichtingen
uit betrouwbare bron zullen nog vele
moeilijkheden moeten worden overwon
nen, terwijl tevens in aanmerking moet
worden genomen, dat uitvoering der
restrictie voor de theecultuur heel wat
gemakkelijker is dan voor de robber
cultuur.
Intusschen hebben ook rubbcraandee-
len een zeer vaste stemming aan den
dag gelegd en de goede soorten, zooals
Amsterdam Rubber, blijven nog altijd
gevraagd. De algemeene situatie in de
rubbercultuur is in zooverre verbeterd,
dat de prijzen voor het product zijn op-
geloopen. In Rusland, welk land tenge
volge van de sterk doorgevoerde in
dustrialisatie, een grooter consument
van rubber zou kunnen zijn, heeft het
proces van vervaardiging van syntheti
sche rubber reeds belangrijke vorderin
gen gemaakt, zoodat het vertrouwen
bestaat, dat het land eerlang geheel on
afhankelijk zal zijn van den aanvoer van
natuurlijke rubber. Aan den anderen
kamt opent de toepassing van het pro
duct in andere landen voor geheel nieu
we doeleinden, weder een beter ver
schiet. In vakkringen wordt er niet aan
getwijfeld, dat binnen afzienbaren tijd
het gebruik van rubber voor wegbedek-
king belangrijk zal kunnen toenemen.
Een belangrijk punt voor de nieuwe toe
passing is, dat de rubber in toenemende
mate in den vorm van latex wordt afge
leverd.
Voor tabaksaandeelen heeft een zeer
vaste stemming bestaan, welke voor
namelijk gegrond was op de overweging
dat het gewas, dat dit jaar aan de markt
zal worden gebracht heel wat beter van
kwaliteit zal zijn, dan dat van verleden
jaar. Wij hoorden, dat vooral de zgn.
kwaliteitstabak, het product van de be
neden-ondernemingen zeer goed ge
slaagd mag heeten.
In de afdeeling voor suikerwaarden
was de stemming eveneens vast. Hoe
wel de situatie op de Javamarkt vrij
wel onveranderd is gebleven, meent
men toch, dat de toestand op de wereld
markt in zooverre een beter verschiet
opent, dat rekening wordt gehouden
met een verminderde productie van
Cuba, ten deele als gevolg van de her
haalde onrust op dit eiland. Tevens
neemt men aan, dat de suikerindustrie in
Britsch-Indië moet hebben geleden door
de verschrikkelijke aardbeving. Een
vertegenwoordiger van de H.V.A. is on
langs naar Britsch-Indië getrokken om
poolshoogte van den toestand te nemen.
Wat in het bijzonder de aandeelen van
deze Mij. betreft, deze hebben ook den
gunstigen invloed ondervonden van de
verbeterde positie van rubber en thee,
bij welke artikelen de Mij., zooals be
kend, ook zeer sterk is geïnteresseerd.
Op de beleggingsmarkt "bleef de stem
ming tamelijk vast, zij het ook, dat de
koersen over het algemeen niet meer be
langrijk zijn gestegen. Staatsfondsen
konden zich echter goed handhaven.
Het zelfde was het geval met obligaties
van de groote gemeenten, die in de
voorafgaande weken voortdurend ge
vraagd zijn. Maar de obligaties met be
twiste goudclau"sule, zooals die van de
gemeente Rotterdam en Koninklijke
waren na de voorafgaande koersstijging
flauwer gestemd. Wij hoorden, dat een
van de groote bankinstellingen, kortge
leden bij het gemeentebestuur van Rot
terdam een plan moet hebben ingediend
om over te gaan tot conversie van de
8 pet. dollarleening in 4 pet. guldens
obligaties op goudbasis. De niet inge
leverde dollarobligaties zou men dan
als voorheen in papier blijven betalen,
zoodat deze stok achter de deur de
houders dezer obligaties er zeer waar
schijnlijk wel toe zou bewegen om tot
conversie over te gaan. De gemeente
zou op deze wijze een belangrijk bedrag
aan rente uitsparen, terwijl zij dan toch
haar reputatie op financieel gebied, die
door het niet-erkennen van de goud
clausule sterk heeft geleden, zou heb
ben gered. Een nieuwe uitgave zou een
dergelijke regeling voor de gemeente
niet beteekenen, omdat de dienst voor
deze leening op de gemeentebegrooting
op goudbasis is ingesteld.
In Duitsche obligaties is zeer weinig
omgegaan, hoewel men hier en daar toch
altijd nog aankoopen voor Duitsche
rekening kan waarnemen.
Hieronder volgt een staatje van het
koersverloop.
Koloniale Bank 47, 55%, 50%.
Ned. Ford 167, 168%, 169%.
Philips Gem. Bez. 254%, 260, 256%.
Unilever 82%, 80, 81.
Aniem Nat. Bez. 205%, 204, 204%.
Amsterdam Rubber 106%, 102%, 104%.
Ned. Scheepvaart Unie 45%, 48%, 46%.
H.V.A. 181%, 188%, 183, 186
N.I.S.U. 80, 82%, 77%.
Deli Batavia Mij. 128%, 130, 129.
Senembah 141, 151, 144.
Koninklijke 179%, 180, 177%.
BEWOONDE STERREN?
Wie opziet op een helderen winter
avond naar den sterrenhemel en daar
de vele, vele twinkelende lichten ziet
schitteren boven zijn hoofd, die stelt
zich onwillekeurig wel eens de vraag:
zijn er onder deze vele hemellichamen
ook die bewoond zijn door wezens als
wij op onze aarde? Moderne astrono
mie heeft ons, sinds Copernicus al, vol
doende geleerd dat onze kleine aarde
niet het middelpunt is van het heelal.
Maar is zij het in zooverre toch wel dat
hoogere, bezielde wezens als wij men-
schen zijn alleen voorkomen op onze
planeet?
Er is wel gemeend dat elk lichtpunt,
dat we aan den nachtelijken hemel zien,
een mogelijke woonplaats voor levende
wezens zou zijn. Maar dit standpunt
wordt tegenwoordig als wetenschappe
lijk onjuist beschouwd. De sterren zelf,
die wij zien, te vergelijken min of meer
voor het overgroote deel met onze zon,
hebben oppervlakte-temperaturen van
1650 graden tot 30.000 graden en meer.
De meeste materie in de ruimten van
het heelal heeft een temperatuur van
mdlioenen graden, zoodat vaste en
vloeibare stoffen er niet voorkonden,
maar alles uit heete, onvoorstelbaar, al
lerverschrikkelijkst heete gassen be
staat. Leven, zooals wij het kennen, is
bij deze temperaturen onmogelijk. De
eenige hemelJchamen, die gunstige le
vensvoorwaarden zouden kunnen bieden,
zijn de planeten, die evenals onze aar
de, als Venus, Mercurius en de andere
dwaalsterren van ons zonnestelsel om
een zon wentelen. Wanneer wij de pla
neten van ons zonnestelsel beschou
wen, dan moet het op Mercurius,
d e het dichtste bij de zon staat, veel te
heet, op Neptunes en Pluto, die het
verste van de zon staan, veel te koud
zijn. Op Mercurius zul en door de hitte
alle vloeistoffen verkoken, op de laat
ste zullen zij bevriezen. De eenige pla
neten, d e als naaste buren van de aarde
een klimaat hebben, dat nog het dicht
ste bij dat van de aarde staat en die
dus nog het meest als woonplaats voor
evende wezens in anmerking zouden
komen, zijn Venus en Mars. Over Ve
nus spraken wij den vorgen keer en we
zagen toen dat het ontbreken of in elk
geval zeer zeldzaam voorkomen van
zuurstof op deze ster reden geeft om
te veronderstellen, dat er ook geen
plantengroei en dus waarschijnlijk ook
geen leven aanwezig zal zijn.
Het meest van alle ons min of meer
bekende hemellichamen komt Mars nog
als woonplaats voor levende wezens ter
sprake. Hoe is het op Mars gesteld?
Om te beginnen heeft deze planeet een
zeer onbehagelijke temperatuur, die
veelal onder het vriespunt daalt. Op
een plaats op den aequator op den mid
dag, waar de zon recht boven staat, is
het waarschijn'ijk even warm als bij ons
op een Novembermiddag. Maar de at
mosfeer van Mars kan deze warmte
slecht vasthouden en de oppervlakte
die waarschijnlijk evenals die van de
maan uit vulkanische asch bestaat, kan
ook geen warmtevoorraad in z:ch op
nemen. Snelle afkoeling van de toch
al geringe warmte, die er soms is, heeft
dus plaats.
De kanalen, die men gemeend heeft op
Mars te z'en, verdwijnen, zegt Jeans in
zijn mooie werk. „Het Heelal", dat een
up-to-date en zeer belangwekkende be
schrijving bevat van hedendaagsche
sterrekundige opvattingen en proble
men, de kanalen op Mars verdwijnen
wanneer ze door een grooten telescoop
worden bekeken. Seizoenveranderin
gen, eenigszins in den geest van onze
wisseling de jaargetijden, schijnen op
Mars wel plaats te hebben, maar over
het geheel genomen staat volgens Jeans
de veronderstelling van het bestaan van
even op Mars al zeer zwak. Hem komt
het voor, dat naar alle waarschijnlijk
heid het leven op de aarde het eenige
is dat in ons zonnestelsel te vinden ts.
Nu vormt ons zonnestelsel maar een
klein en nietig groepje sterren in het
ontzaglijk heelal. Zijn er in de ontelbaar
vele andere zonnestelsels ook planeten,
die leven dragen? Uitgesloten is deze
mogelijkheid stellig niet. Maar wel wor
den planeten volgens het hedendaag
sche wetenschappelijke standpunt als
zeer zeldzaam beschouwd. Men acht ze
ontstaan door de dichte nadering en
botsing van twee sterren. Zoo zouden
onze aarde en de andere planeten van
ons zonnestelsel ontstaan zijn door de
botsing in zeer verre tijden van de zon
met een andere ster, die stukken af
sloeg van de zonnematerie. Maar de
sterren zijn in de ruimte zoo ijl gezaa'd,
al lijken ze ook in den klaren winter
nacht ta.rijk en dicht bijeen als het zand
der zee, dat het een onbegrijpelijk zeld
zaam geval is dat twee elkaar ontmoe
ten. D:e zeldzame p aneten, die dus zoo
ontstaan kunnen zijn, moeten dus nog
evenals onze aarde een geschikte tem
peratuur en atmosfeer voor leven be
zitten en ook dit zal niet zoo gemakke
lijk voorkomen.
En zoo gaat dan onze aarde, door de
zon bestraa d, door de ruimte, klein n e-
tig stip'e in de grootsche verten onder
de ontelbare sterren, waarvan wij er
maar een klein deel z:en, draagster
van het leven, het mysterieuse leven in
Gods ontzag ijk heelal. Afgezien van dat
leven op onze aarde, kan volgens het
astronomische standpunt van dezen tijd
het leven slechts beperkt zijn tot een
niet:g brokje van het heelal, terwijl bil-
lioenen sterren geen leven bevatten of
ooit hebben bevat. A, L, B,
Sloan's Lini
ment gebrui
ken. Dec tal
mijn pHn In
een oogen-
blik verlich
ten.
Een enkele aanwending van Sloan's I.inimenl is in vole
gevallen reeds voldoende. Licht gewreven op hel pijtiliike
gewricht of spier, dringt het onmiddellijk door. Dc pijn <lrr
gekwelde zenuwen en weefsels wordt dadelijk gi-U-iiigd
Zindelijk en gemakkelijk in gebruik zijnde, is Sloan's I nu
ment de algemeen erkende Remedie voor Pijnen en Smarter..
Zorg dat U steeds een flacon binnen Uw bereik heeft.
(Ingez. Med.)
EEN NATIONAAL BEROEP OP ONZE
LEZERS.
Men schrijft ons:
Het is in de Nederlandsche journalis
tiek geen alledaagsch verschijnsel, dat
men zich tot het schrijven van een ar
tikel zet om een leening of een conver
sie aan te bevelen. Maar wij zouden naar
onze opvatting, toch wel bitter slecht on
zen plicht verstaan, wanneer wij thans
de ge'egenheid daartoe niet aangrepen.
Nederlandsch-Oost-Indië, tropisch Ne
derland dus, verkeert in groote financi
eele moeilijkheden. Onder leiding van
den bekwamen Gouverneur-Generaal,
Jhr. de Jonge, is er reeds stevig op de
uitgaven besnoeid en bezuinigd. En een
verdere verbetering in de financieele si
tuatie van ons mooie, groote overzee-
sche gebied, kan nu nog worden ge
bracht door den drukkenden rentelast
der Indische leeningen te verminderen.
Tot dit laatste nu heeft onze minister
van Koloniën, zelf goed kenner van In-
dië en de Indische toestanden, het zeer
Poeldurp, Febrewari 1934.
Vriend Jewannes!
Dae bin 'k van de weke op 'n nacht
verschrokke, man; vreed! Noe mo' je
wete, dat Jaonetje zoo aolderieselikst
droome kan. Dat ei ze nog uut de mae-
zels; die ei z' egad toen da'ze nog 'n
klein misje was. Toen wazze die nog
besmettelik en je kreeg t'r 'n pampier
voe op de deure, mè da's noe anders.
Noe goed, daer op dien nacht, daer a'
je 't wee. Ze vliegt aneens overènd' in
bedde en zóó is ze d'r uut en stae ze
voe de bèstie en ze griept d'r keus en
da' slae z'over d'r ood. Ik wist nie, wat
of t'r öm-gieng en 'k was om zoo te
zeggen stóm en lam. En dae zie'k
want me slaepe aoltied mie zoo'n klein
peterolielampje dae zie 'k, oe da' ze
mie d'r keus over d'r ood deur den uzen
loopt en aol mè jaege mie d'r aesem
en mie d'r ermen zwaaie. Ik vliege
d'r ök uut en 'k roepe: „Uila! Oudt 'r
toch mie óp! Wa' gaet 'r toch óm!?".
Toen wier z'aneens wakker; ze gooi
den da' keus van d'r ood of en ze zei:
„Foei! Ik droomden da't oorelog waer
en dat 'r 'n vliegmesien kwam mie
D'erme ziele was glad buten d'r eigen.f
En oe kwam dat noe? E, ik a die stuk
ken ardop voor-eleze uut de Middel-
burgsche krante over die smerege gas
sen, die z'in den oorelog in de ronte
blaeze. Daer a z'over edroomd en noe
zag z'in d'r droom d'r keus an voe zoo
'n gas.oe eet 't ok wëe zoo'n gas-
kappe, dae je mie in 't vuulste verkens
kot kan krupe, zonder da' je wat ruukt.
Mè is 't 'n wonder, dat de goeie ziele
d'r van droomden?! Is 't nie aolderver-
schrikkelikst om te lezen?! Is 't nie
treureg, dat geleerde menschen d'r es-
sens in de knoope prakkezeere om mid
dels uut te dienken om d'r „even-naes-
ten" in 't groot voe goed ongelokkig te
maeken as ze nog nie eelegansch dood
bin?! Jaeren an jaeren bin d'r men-
schelievende perfesters doende om 'n
middel tegen de kanker te vinden en
zokke lui, die gebruke d'r schoone ver
stand om wat uut te zoeken om aol wat
of t'r leeft in minder as geen tied zonder
spreken of spreeuwen achterover te
blaezen. Voe goed! En dae worre ze dan
om 'n aer nog goed voe betaeld ok. 't
Was te wenschen, da' ze d'r eige neuze
mè eest is goed vól zoge vöe da' ze d'r
uutvinsel bekend mieke, dan kuste z'op
'n kruuwaegen.
Da's waer ök over 'n kruuwaegen
esproke: van de weke kwam Ko Kwiel
vraege of dat 'n m'n kruuwaegen is
moch gebruke. „Ei jie geen kruuwae
gen?" vroeg d'n Affekaat. „Nooit egad,"
zei Ko. „Dan is 't van geen wonder,"
zei den Affekaat, „da' jie 't nooit vadder
estierd eit as errebeier. Zonder kruu
waegen kóm je nie varre. Ik kenne d'r
een die is deur de regeerege anesteld
voe juun konterleur en die kan nèt zie,
dat 'n juun geen petate is, mè|n
kruuwaegen! Da's 'n dienk da' je nie
misse kan om ies te worren. 't Let nie
wat. Want mie aol die konterleurs: nou!
Ik oore van 'n veint, die was a' jaeren
in de petate agosie. Goed, ie vraegt om
zoo'n bewiesie dat 'n andelaer is, want
dat mo' j'è. En wat dienk je? Ie kreeg
de booschap: jie bin geen andelaer. En
of die veint ooge sprong of leege: ie
kreeg 't nie.
Op 'n ende besluut onze maat om nae
Den Aag te gaen en daèr is te vraegen.
Ie kwam d'r op dat bero en ie liet z'n
pampieren zie, dat 'n werkelik a jaeren
andelaer was en die meneer zei: „m'n
lofwaardige initiatief genomen. De dure
5% en 6 pCt. Nederlandsch-Indische dol-
larleeningen, 1922 A, B, C, 1921 D en
1923 G zullen worden omgewisseld in
een 4 pCt. veertig-jarige, door het Rijk
gegarandeerde Nederlandsch-Indische
leening in guldens. Deze door het Rijk
gegarandeerde Nederlandsch-Indische
^onversieleening zal over een bedrag
van 122.535.000 doLar loopen. Een ge
weldige financieele u tgifte dus, welke
onder krachtige medewerk'ng van het
Nederlandsche volk en in het bijzonder
/an de houders der oude dollarleenin-
♦en n:et zal kunnen s agen. Want het
s vooral op deze houders, op wie een
eroep wordt gedaan.
In andere landen en met name in
Enigeland zijn conversieleeningen,
vaarvoor de regeering een beroep op
4e beste gevoe'ens van de nat'e had te
doen, geslaagd op een wijze, die den
'rots van het geheele volk uitmaakt.
Zoo behoort het ook! Wanneer een re-
peering in zeer moeilijke en abnormale
ïidsomstandigheden een beroep op ons
"olk doet, dan zullen ongetwijfe'd de
beste gevoe'ens van saamhoorigheid
mèt de begeerte om de regeering in
^aar moeilijke taak te steunen den
doorslag geven! Wij verwachten ook
van deze groote Indische convers'elee-
ning een doorslaand succes. Wij ver
trouwen, dat het duide ijke beroeo van
minister Colijn volle weerklank bij de
Nederlandsche natie zal vinden. Ne
derland staat achter Indië. Het vormt
met ons groote Indische gebied één
tfeheel, In de goede tijden hebben
wij van Indië allen geprofiteerd. Het is
een eere-zaak voor de Nederlandsche
nat'e om Indië thans in zijn nood te
kunnen bijstaan en met enthousiasme
gevo'g te geven aan het beroep onzer
regeering. In afwachting van bedoelde
"it<5ifte wordt aan houders van schu'd-
bewijzen der meergenoemde dollarlee-
ningen de ge'egenhe:d gegeven om van
hun bereidheid tot medewerking aan t
welslagen van de conversieleening te
''oen bliiken door reeds thans de in hun
bezit zijnde dollar schuldbewijzen in te
'everen tegen door den Minister van
Staat, M:nister van Ko'oniën, geteekend
"•ntvanrfbewijs. De tot en met Woensdag
'4 Februari a.s. ingeleverde dollar
schuldbewijzen worden berekend naar
den koers van 2.50 per dol ar. De in
'evering kan op eiken werkdag, behal
ve des Zaterdags, geschieden ten kan
♦ore der Ned. Handels-Mij. te Amster
dam.
goeie man, die reiskosten a je wé in je
zak kunnen ouwe; je bin andelaer en
j'ei récht op zoo'n bewies." Um wee
vrom naer uus en awee vroeg 'n 't. „Je
kriegt 'r geen", was 't antwoord en toén
pas zei die kaerel, dat 'n in Den Aag
ewist was en dat 'n 't most. Binnen
de vuuf menuten a' d'n z'n bewiesje in
z'n zak. Wat zei je dae noe mè van?
Die veint a gèèn kruuwaegen, want as
'n d'r een egad a, dan was 'n meschien
andelaer en konterleur geliek ewist, n
Kruuwaegen, menschen, da's aolles en
die t'r een eit, die is onder de pannen.
Wete julder 't nog" zoo gieng den
Affekaat deur „van toen in den oore
log? Toen wazze d'r ersten 'n paer lui
en die a' d'n eele petate agosie in an-
den. En die kochte petaten óp en ze
wiste daegen van te voren wat of n aar
nie wist. M'n neef Ko, die messelaers-
knecht is, liek as je weet, die kwam
op 'n dag zoo'n köpstik tegen. Noe waz
ze de poters toen, lae 'k mè zegge, drie
gullen. Die veint zei tegen Ko: „Ko, ei
jie geen werk?" „Neenik", zei Ko.
„Goed, dan gae jie overaol rond en je
koop mè poters, oe meer oe beter. Drie
gullen 't mud."
Ko d'r van deur.
Onderwegt kwam 'n z'n broer tegen
en die zei: „Wae mo' jie nae toe? „Ik
koope poters op," zei Ko.
„Dat treft," zei z'n broer, „ik ök.
En zoo liepe d'r ik weet nie oevee lui
poters óp te koopen. En wat dienk je?
D'are weke wier d'r bekend emaekt, dat
de poters 'n gullen nae boven wazze.
Dat wist geen mensch van te voren
as.... die kruuwaegen-lui. Oevee owe
ze alleeneg mie die poters in d'r zak
stakke, is nie te zeggen. Mè reeë ze
fijn?" Dat vertelde d'n Affekaat Je
wannes, zónder kruuwaegen krieg je de
groetenisse tuus van Jaonetje en van
Gratis koe'wagens voor vischvervoer.
De Belgische M'nister van Verkeer
heeft aan het Comité tot verdediging
van de Zeevisscherij in de kust plaatse*
meegedeeld, dat hij van dezen zomer al
grat's een veertigtal koelwagens der
spoorwegen voor de verzending va*
visch uit de zeeplaatsen naar het bin
nen and beschikbaar zal stellen. Hier
door zullen de Belgische visschers ee*
grooten voorsprong krijgen in den con
currentiestrijd met de buitenlanders.
Hongaarsche schilderkunst is
„De Burg" te Middelburg.
De heer Martin Wiesel is er met
een groote collectie werk van zijn Hon
gaarsche landgenooten-schilders op uit
getrokken, teneinde in het buitenland
nu in het met Hongarije nog steeds
zoo goed bevriende Nederland doe
ken te verkoopen.
In het eerst onlangs geopende restau
rant De Burg het voormalige woon-
huis van onzen oud-burgemeester P.
Dumon Tak heeft hij een aantrek
kelijke expositie van Hongaarsche
schilderkunst ingericht.
Men houde het ons ten goede, wan
neer wij niet voldoende in de buiten-
landsche schilderkunst thuis zijn om te
weten, in welke mate de hier hangende
meesters door het aureool der beroemd
heid omstraald worden; een aantal ons
getoonde kritieken en besprekingen in
binnen- en buitenlandsche bladen van
enkelen hunner er zijn professoren
van kunstacademies bij doen zi^n
dat we hier in elk geval met vaklieden
te maken hebben.
Maar wat doet dit er veel toe? Wij
Nederlanders hebben voldoende eigen
inzicht als regel goed of fout, maar
't is er om zelf wel te weten wat
we willen, wat we kunnen waardeeren
en wat niet.
Welnu, er is op deze expositie, die
werk van zeer verschillend allooi om
vat, niet weinig dat aantrekkelijk mag
heeten. En er is voor elks smaak, be
halve dan misschien voor hen, die tot
de verste uitersten in ismen gaan. Er
zijn conventioneel-habiel geschilderde
doekjes, er is sterk-coloristisch werk.
Er zijn minutieuze, bijne g^» rekende
doekjes, er zijn stukken waar met het
mes de felle vlakken verf er op gezet
zijn.
Prof. Gaal Ferencz is met werk van
velerlei object vertegenwoordigd en de
in Engeland destijds noga! gewaardeerde
Aurel Nerai vindt men er met zijn in
somber-grijze kleuren gehouden ma
donna-kopjesJoseph Wagner vindt
men er met Hongaarsche sneeuw-ge-
zichten en dr. Lajos Kunffy; Monary met
een aan Hollandsch werk herinnerende
boerenkeuken en Lajos Genies met ver
schillende eenvoudige maar ons toch
wel aansprekende stukken zoo 129,
dat romantische slot in Transsilvanië.
Van Prof. Istvan Méro enkele doeken:
een meisje met 'n appel, een landschap.
In elk geval een tentoonstelling, die
door omvang en gehalte van het ge-
bodene al is er óók zoo een en ander,
dat meer een verkoops- dan een expo
sitie-karakter draagt de moeite van
een bezichtiging zeker waard is.
Je vriend,
Jan de Smid.
Arr.-Rechtbank te Middelburg,
In de zitting van Vrijdag werden de
volgende zaken behandeld:
J. M. G., 18 j„ parlevinker te Hans-
weert, werd ten laste gelegd dat hij in
October 1932 te Schore te zamen en in
vereenig'ng met een ander met het oog
merk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen zak met ongeveer 50
kg. uien, toebehoorende aan A. Potter.
Subsidiair werd hem verduistering
van die hoeveelheid uien ten laste ge-
legd.
Eisch. 20 of 10 d. h.
M. Z„ 32 j. koopman te Heinkenanand
was op 8 Dec. 1933 door den kanton
rechter te Goes veroordeeld tot 25 or
10 d. h., wegens overtreding van de Mo
tor- en Rijwielwet te Goes gepleegd op
31 Oct. 1933 (veiligheid van het verkeer
in gevaar brengen).
De verdachte was in hooger beroep
gekomen.
Eisch: bevestiging van het vpmls
van den kantonrechter.
C. M. D>, 25 j„ chauffeur te CoHpis-