RUGPIJN «oodJ FINANCIEELE BERICHTEN. HANDEL EN NIJVERHEID. KUNST EN WETENSCHAP. RECHTZAKEN. iriefgesehrief tusschen Jewannes uut Walehere en Jan de Smid uui Goesche Land. delijk reeds een zeer belangrijke verbe tering was ingetreden. De veilingsgemid delden, uitgedrukt in cents per halt kg, bedroegen in de kwartalen van de laat ste vier jaar als volgt: 1930: 60%, 58'/j. 56, 67»/,; 1931: 54, 41, 38, 36%; 1932: 31, 2923%, 29; 1933 26, 28%, 35%, 401/». Uit deze cijfers valt af te leiden, dat de financieele resultaten van de thee- Mpijen over 1933 belangrijk beter moe ten zijn geweest dan over het vooraf gaande jaar, maar volgens inlichtingen uit betrouwbare bron zullen nog vele moeilijkheden moeten worden overwon nen, terwijl tevens in aanmerking moet worden genomen, dat uitvoering der restrictie voor de theecultuur heel wat gemakkelijker is dan voor de robber cultuur. Intusschen hebben ook rubbcraandee- len een zeer vaste stemming aan den dag gelegd en de goede soorten, zooals Amsterdam Rubber, blijven nog altijd gevraagd. De algemeene situatie in de rubbercultuur is in zooverre verbeterd, dat de prijzen voor het product zijn op- geloopen. In Rusland, welk land tenge volge van de sterk doorgevoerde in dustrialisatie, een grooter consument van rubber zou kunnen zijn, heeft het proces van vervaardiging van syntheti sche rubber reeds belangrijke vorderin gen gemaakt, zoodat het vertrouwen bestaat, dat het land eerlang geheel on afhankelijk zal zijn van den aanvoer van natuurlijke rubber. Aan den anderen kamt opent de toepassing van het pro duct in andere landen voor geheel nieu we doeleinden, weder een beter ver schiet. In vakkringen wordt er niet aan getwijfeld, dat binnen afzienbaren tijd het gebruik van rubber voor wegbedek- king belangrijk zal kunnen toenemen. Een belangrijk punt voor de nieuwe toe passing is, dat de rubber in toenemende mate in den vorm van latex wordt afge leverd. Voor tabaksaandeelen heeft een zeer vaste stemming bestaan, welke voor namelijk gegrond was op de overweging dat het gewas, dat dit jaar aan de markt zal worden gebracht heel wat beter van kwaliteit zal zijn, dan dat van verleden jaar. Wij hoorden, dat vooral de zgn. kwaliteitstabak, het product van de be neden-ondernemingen zeer goed ge slaagd mag heeten. In de afdeeling voor suikerwaarden was de stemming eveneens vast. Hoe wel de situatie op de Javamarkt vrij wel onveranderd is gebleven, meent men toch, dat de toestand op de wereld markt in zooverre een beter verschiet opent, dat rekening wordt gehouden met een verminderde productie van Cuba, ten deele als gevolg van de her haalde onrust op dit eiland. Tevens neemt men aan, dat de suikerindustrie in Britsch-Indië moet hebben geleden door de verschrikkelijke aardbeving. Een vertegenwoordiger van de H.V.A. is on langs naar Britsch-Indië getrokken om poolshoogte van den toestand te nemen. Wat in het bijzonder de aandeelen van deze Mij. betreft, deze hebben ook den gunstigen invloed ondervonden van de verbeterde positie van rubber en thee, bij welke artikelen de Mij., zooals be kend, ook zeer sterk is geïnteresseerd. Op de beleggingsmarkt "bleef de stem ming tamelijk vast, zij het ook, dat de koersen over het algemeen niet meer be langrijk zijn gestegen. Staatsfondsen konden zich echter goed handhaven. Het zelfde was het geval met obligaties van de groote gemeenten, die in de voorafgaande weken voortdurend ge vraagd zijn. Maar de obligaties met be twiste goudclau"sule, zooals die van de gemeente Rotterdam en Koninklijke waren na de voorafgaande koersstijging flauwer gestemd. Wij hoorden, dat een van de groote bankinstellingen, kortge leden bij het gemeentebestuur van Rot terdam een plan moet hebben ingediend om over te gaan tot conversie van de 8 pet. dollarleening in 4 pet. guldens obligaties op goudbasis. De niet inge leverde dollarobligaties zou men dan als voorheen in papier blijven betalen, zoodat deze stok achter de deur de houders dezer obligaties er zeer waar schijnlijk wel toe zou bewegen om tot conversie over te gaan. De gemeente zou op deze wijze een belangrijk bedrag aan rente uitsparen, terwijl zij dan toch haar reputatie op financieel gebied, die door het niet-erkennen van de goud clausule sterk heeft geleden, zou heb ben gered. Een nieuwe uitgave zou een dergelijke regeling voor de gemeente niet beteekenen, omdat de dienst voor deze leening op de gemeentebegrooting op goudbasis is ingesteld. In Duitsche obligaties is zeer weinig omgegaan, hoewel men hier en daar toch altijd nog aankoopen voor Duitsche rekening kan waarnemen. Hieronder volgt een staatje van het koersverloop. Koloniale Bank 47, 55%, 50%. Ned. Ford 167, 168%, 169%. Philips Gem. Bez. 254%, 260, 256%. Unilever 82%, 80, 81. Aniem Nat. Bez. 205%, 204, 204%. Amsterdam Rubber 106%, 102%, 104%. Ned. Scheepvaart Unie 45%, 48%, 46%. H.V.A. 181%, 188%, 183, 186 N.I.S.U. 80, 82%, 77%. Deli Batavia Mij. 128%, 130, 129. Senembah 141, 151, 144. Koninklijke 179%, 180, 177%. BEWOONDE STERREN? Wie opziet op een helderen winter avond naar den sterrenhemel en daar de vele, vele twinkelende lichten ziet schitteren boven zijn hoofd, die stelt zich onwillekeurig wel eens de vraag: zijn er onder deze vele hemellichamen ook die bewoond zijn door wezens als wij op onze aarde? Moderne astrono mie heeft ons, sinds Copernicus al, vol doende geleerd dat onze kleine aarde niet het middelpunt is van het heelal. Maar is zij het in zooverre toch wel dat hoogere, bezielde wezens als wij men- schen zijn alleen voorkomen op onze planeet? Er is wel gemeend dat elk lichtpunt, dat we aan den nachtelijken hemel zien, een mogelijke woonplaats voor levende wezens zou zijn. Maar dit standpunt wordt tegenwoordig als wetenschappe lijk onjuist beschouwd. De sterren zelf, die wij zien, te vergelijken min of meer voor het overgroote deel met onze zon, hebben oppervlakte-temperaturen van 1650 graden tot 30.000 graden en meer. De meeste materie in de ruimten van het heelal heeft een temperatuur van mdlioenen graden, zoodat vaste en vloeibare stoffen er niet voorkonden, maar alles uit heete, onvoorstelbaar, al lerverschrikkelijkst heete gassen be staat. Leven, zooals wij het kennen, is bij deze temperaturen onmogelijk. De eenige hemelJchamen, die gunstige le vensvoorwaarden zouden kunnen bieden, zijn de planeten, die evenals onze aar de, als Venus, Mercurius en de andere dwaalsterren van ons zonnestelsel om een zon wentelen. Wanneer wij de pla neten van ons zonnestelsel beschou wen, dan moet het op Mercurius, d e het dichtste bij de zon staat, veel te heet, op Neptunes en Pluto, die het verste van de zon staan, veel te koud zijn. Op Mercurius zul en door de hitte alle vloeistoffen verkoken, op de laat ste zullen zij bevriezen. De eenige pla neten, d e als naaste buren van de aarde een klimaat hebben, dat nog het dicht ste bij dat van de aarde staat en die dus nog het meest als woonplaats voor evende wezens in anmerking zouden komen, zijn Venus en Mars. Over Ve nus spraken wij den vorgen keer en we zagen toen dat het ontbreken of in elk geval zeer zeldzaam voorkomen van zuurstof op deze ster reden geeft om te veronderstellen, dat er ook geen plantengroei en dus waarschijnlijk ook geen leven aanwezig zal zijn. Het meest van alle ons min of meer bekende hemellichamen komt Mars nog als woonplaats voor levende wezens ter sprake. Hoe is het op Mars gesteld? Om te beginnen heeft deze planeet een zeer onbehagelijke temperatuur, die veelal onder het vriespunt daalt. Op een plaats op den aequator op den mid dag, waar de zon recht boven staat, is het waarschijn'ijk even warm als bij ons op een Novembermiddag. Maar de at mosfeer van Mars kan deze warmte slecht vasthouden en de oppervlakte die waarschijnlijk evenals die van de maan uit vulkanische asch bestaat, kan ook geen warmtevoorraad in z:ch op nemen. Snelle afkoeling van de toch al geringe warmte, die er soms is, heeft dus plaats. De kanalen, die men gemeend heeft op Mars te z'en, verdwijnen, zegt Jeans in zijn mooie werk. „Het Heelal", dat een up-to-date en zeer belangwekkende be schrijving bevat van hedendaagsche sterrekundige opvattingen en proble men, de kanalen op Mars verdwijnen wanneer ze door een grooten telescoop worden bekeken. Seizoenveranderin gen, eenigszins in den geest van onze wisseling de jaargetijden, schijnen op Mars wel plaats te hebben, maar over het geheel genomen staat volgens Jeans de veronderstelling van het bestaan van even op Mars al zeer zwak. Hem komt het voor, dat naar alle waarschijnlijk heid het leven op de aarde het eenige is dat in ons zonnestelsel te vinden ts. Nu vormt ons zonnestelsel maar een klein en nietig groepje sterren in het ontzaglijk heelal. Zijn er in de ontelbaar vele andere zonnestelsels ook planeten, die leven dragen? Uitgesloten is deze mogelijkheid stellig niet. Maar wel wor den planeten volgens het hedendaag sche wetenschappelijke standpunt als zeer zeldzaam beschouwd. Men acht ze ontstaan door de dichte nadering en botsing van twee sterren. Zoo zouden onze aarde en de andere planeten van ons zonnestelsel ontstaan zijn door de botsing in zeer verre tijden van de zon met een andere ster, die stukken af sloeg van de zonnematerie. Maar de sterren zijn in de ruimte zoo ijl gezaa'd, al lijken ze ook in den klaren winter nacht ta.rijk en dicht bijeen als het zand der zee, dat het een onbegrijpelijk zeld zaam geval is dat twee elkaar ontmoe ten. D:e zeldzame p aneten, die dus zoo ontstaan kunnen zijn, moeten dus nog evenals onze aarde een geschikte tem peratuur en atmosfeer voor leven be zitten en ook dit zal niet zoo gemakke lijk voorkomen. En zoo gaat dan onze aarde, door de zon bestraa d, door de ruimte, klein n e- tig stip'e in de grootsche verten onder de ontelbare sterren, waarvan wij er maar een klein deel z:en, draagster van het leven, het mysterieuse leven in Gods ontzag ijk heelal. Afgezien van dat leven op onze aarde, kan volgens het astronomische standpunt van dezen tijd het leven slechts beperkt zijn tot een niet:g brokje van het heelal, terwijl bil- lioenen sterren geen leven bevatten of ooit hebben bevat. A, L, B, Sloan's Lini ment gebrui ken. Dec tal mijn pHn In een oogen- blik verlich ten. Een enkele aanwending van Sloan's I.inimenl is in vole gevallen reeds voldoende. Licht gewreven op hel pijtiliike gewricht of spier, dringt het onmiddellijk door. Dc pijn <lrr gekwelde zenuwen en weefsels wordt dadelijk gi-U-iiigd Zindelijk en gemakkelijk in gebruik zijnde, is Sloan's I nu ment de algemeen erkende Remedie voor Pijnen en Smarter.. Zorg dat U steeds een flacon binnen Uw bereik heeft. (Ingez. Med.) EEN NATIONAAL BEROEP OP ONZE LEZERS. Men schrijft ons: Het is in de Nederlandsche journalis tiek geen alledaagsch verschijnsel, dat men zich tot het schrijven van een ar tikel zet om een leening of een conver sie aan te bevelen. Maar wij zouden naar onze opvatting, toch wel bitter slecht on zen plicht verstaan, wanneer wij thans de ge'egenheid daartoe niet aangrepen. Nederlandsch-Oost-Indië, tropisch Ne derland dus, verkeert in groote financi eele moeilijkheden. Onder leiding van den bekwamen Gouverneur-Generaal, Jhr. de Jonge, is er reeds stevig op de uitgaven besnoeid en bezuinigd. En een verdere verbetering in de financieele si tuatie van ons mooie, groote overzee- sche gebied, kan nu nog worden ge bracht door den drukkenden rentelast der Indische leeningen te verminderen. Tot dit laatste nu heeft onze minister van Koloniën, zelf goed kenner van In- dië en de Indische toestanden, het zeer Poeldurp, Febrewari 1934. Vriend Jewannes! Dae bin 'k van de weke op 'n nacht verschrokke, man; vreed! Noe mo' je wete, dat Jaonetje zoo aolderieselikst droome kan. Dat ei ze nog uut de mae- zels; die ei z' egad toen da'ze nog 'n klein misje was. Toen wazze die nog besmettelik en je kreeg t'r 'n pampier voe op de deure, mè da's noe anders. Noe goed, daer op dien nacht, daer a' je 't wee. Ze vliegt aneens overènd' in bedde en zóó is ze d'r uut en stae ze voe de bèstie en ze griept d'r keus en da' slae z'over d'r ood. Ik wist nie, wat of t'r öm-gieng en 'k was om zoo te zeggen stóm en lam. En dae zie'k want me slaepe aoltied mie zoo'n klein peterolielampje dae zie 'k, oe da' ze mie d'r keus over d'r ood deur den uzen loopt en aol mè jaege mie d'r aesem en mie d'r ermen zwaaie. Ik vliege d'r ök uut en 'k roepe: „Uila! Oudt 'r toch mie óp! Wa' gaet 'r toch óm!?". Toen wier z'aneens wakker; ze gooi den da' keus van d'r ood of en ze zei: „Foei! Ik droomden da't oorelog waer en dat 'r 'n vliegmesien kwam mie D'erme ziele was glad buten d'r eigen.f En oe kwam dat noe? E, ik a die stuk ken ardop voor-eleze uut de Middel- burgsche krante over die smerege gas sen, die z'in den oorelog in de ronte blaeze. Daer a z'over edroomd en noe zag z'in d'r droom d'r keus an voe zoo 'n gas.oe eet 't ok wëe zoo'n gas- kappe, dae je mie in 't vuulste verkens kot kan krupe, zonder da' je wat ruukt. Mè is 't 'n wonder, dat de goeie ziele d'r van droomden?! Is 't nie aolderver- schrikkelikst om te lezen?! Is 't nie treureg, dat geleerde menschen d'r es- sens in de knoope prakkezeere om mid dels uut te dienken om d'r „even-naes- ten" in 't groot voe goed ongelokkig te maeken as ze nog nie eelegansch dood bin?! Jaeren an jaeren bin d'r men- schelievende perfesters doende om 'n middel tegen de kanker te vinden en zokke lui, die gebruke d'r schoone ver stand om wat uut te zoeken om aol wat of t'r leeft in minder as geen tied zonder spreken of spreeuwen achterover te blaezen. Voe goed! En dae worre ze dan om 'n aer nog goed voe betaeld ok. 't Was te wenschen, da' ze d'r eige neuze mè eest is goed vól zoge vöe da' ze d'r uutvinsel bekend mieke, dan kuste z'op 'n kruuwaegen. Da's waer ök over 'n kruuwaegen esproke: van de weke kwam Ko Kwiel vraege of dat 'n m'n kruuwaegen is moch gebruke. „Ei jie geen kruuwae gen?" vroeg d'n Affekaat. „Nooit egad," zei Ko. „Dan is 't van geen wonder," zei den Affekaat, „da' jie 't nooit vadder estierd eit as errebeier. Zonder kruu waegen kóm je nie varre. Ik kenne d'r een die is deur de regeerege anesteld voe juun konterleur en die kan nèt zie, dat 'n juun geen petate is, mè|n kruuwaegen! Da's 'n dienk da' je nie misse kan om ies te worren. 't Let nie wat. Want mie aol die konterleurs: nou! Ik oore van 'n veint, die was a' jaeren in de petate agosie. Goed, ie vraegt om zoo'n bewiesie dat 'n andelaer is, want dat mo' j'è. En wat dienk je? Ie kreeg de booschap: jie bin geen andelaer. En of die veint ooge sprong of leege: ie kreeg 't nie. Op 'n ende besluut onze maat om nae Den Aag te gaen en daèr is te vraegen. Ie kwam d'r op dat bero en ie liet z'n pampieren zie, dat 'n werkelik a jaeren andelaer was en die meneer zei: „m'n lofwaardige initiatief genomen. De dure 5% en 6 pCt. Nederlandsch-Indische dol- larleeningen, 1922 A, B, C, 1921 D en 1923 G zullen worden omgewisseld in een 4 pCt. veertig-jarige, door het Rijk gegarandeerde Nederlandsch-Indische leening in guldens. Deze door het Rijk gegarandeerde Nederlandsch-Indische ^onversieleening zal over een bedrag van 122.535.000 doLar loopen. Een ge weldige financieele u tgifte dus, welke onder krachtige medewerk'ng van het Nederlandsche volk en in het bijzonder /an de houders der oude dollarleenin- ♦en n:et zal kunnen s agen. Want het s vooral op deze houders, op wie een eroep wordt gedaan. In andere landen en met name in Enigeland zijn conversieleeningen, vaarvoor de regeering een beroep op 4e beste gevoe'ens van de nat'e had te doen, geslaagd op een wijze, die den 'rots van het geheele volk uitmaakt. Zoo behoort het ook! Wanneer een re- peering in zeer moeilijke en abnormale ïidsomstandigheden een beroep op ons "olk doet, dan zullen ongetwijfe'd de beste gevoe'ens van saamhoorigheid mèt de begeerte om de regeering in ^aar moeilijke taak te steunen den doorslag geven! Wij verwachten ook van deze groote Indische convers'elee- ning een doorslaand succes. Wij ver trouwen, dat het duide ijke beroeo van minister Colijn volle weerklank bij de Nederlandsche natie zal vinden. Ne derland staat achter Indië. Het vormt met ons groote Indische gebied één tfeheel, In de goede tijden hebben wij van Indië allen geprofiteerd. Het is een eere-zaak voor de Nederlandsche nat'e om Indië thans in zijn nood te kunnen bijstaan en met enthousiasme gevo'g te geven aan het beroep onzer regeering. In afwachting van bedoelde "it<5ifte wordt aan houders van schu'd- bewijzen der meergenoemde dollarlee- ningen de ge'egenhe:d gegeven om van hun bereidheid tot medewerking aan t welslagen van de conversieleening te ''oen bliiken door reeds thans de in hun bezit zijnde dollar schuldbewijzen in te 'everen tegen door den Minister van Staat, M:nister van Ko'oniën, geteekend "•ntvanrfbewijs. De tot en met Woensdag '4 Februari a.s. ingeleverde dollar schuldbewijzen worden berekend naar den koers van 2.50 per dol ar. De in 'evering kan op eiken werkdag, behal ve des Zaterdags, geschieden ten kan ♦ore der Ned. Handels-Mij. te Amster dam. goeie man, die reiskosten a je wé in je zak kunnen ouwe; je bin andelaer en j'ei récht op zoo'n bewies." Um wee vrom naer uus en awee vroeg 'n 't. „Je kriegt 'r geen", was 't antwoord en toén pas zei die kaerel, dat 'n in Den Aag ewist was en dat 'n 't most. Binnen de vuuf menuten a' d'n z'n bewiesje in z'n zak. Wat zei je dae noe mè van? Die veint a gèèn kruuwaegen, want as 'n d'r een egad a, dan was 'n meschien andelaer en konterleur geliek ewist, n Kruuwaegen, menschen, da's aolles en die t'r een eit, die is onder de pannen. Wete julder 't nog" zoo gieng den Affekaat deur „van toen in den oore log? Toen wazze d'r ersten 'n paer lui en die a' d'n eele petate agosie in an- den. En die kochte petaten óp en ze wiste daegen van te voren wat of n aar nie wist. M'n neef Ko, die messelaers- knecht is, liek as je weet, die kwam op 'n dag zoo'n köpstik tegen. Noe waz ze de poters toen, lae 'k mè zegge, drie gullen. Die veint zei tegen Ko: „Ko, ei jie geen werk?" „Neenik", zei Ko. „Goed, dan gae jie overaol rond en je koop mè poters, oe meer oe beter. Drie gullen 't mud." Ko d'r van deur. Onderwegt kwam 'n z'n broer tegen en die zei: „Wae mo' jie nae toe? „Ik koope poters op," zei Ko. „Dat treft," zei z'n broer, „ik ök. En zoo liepe d'r ik weet nie oevee lui poters óp te koopen. En wat dienk je? D'are weke wier d'r bekend emaekt, dat de poters 'n gullen nae boven wazze. Dat wist geen mensch van te voren as.... die kruuwaegen-lui. Oevee owe ze alleeneg mie die poters in d'r zak stakke, is nie te zeggen. Mè reeë ze fijn?" Dat vertelde d'n Affekaat Je wannes, zónder kruuwaegen krieg je de groetenisse tuus van Jaonetje en van Gratis koe'wagens voor vischvervoer. De Belgische M'nister van Verkeer heeft aan het Comité tot verdediging van de Zeevisscherij in de kust plaatse* meegedeeld, dat hij van dezen zomer al grat's een veertigtal koelwagens der spoorwegen voor de verzending va* visch uit de zeeplaatsen naar het bin nen and beschikbaar zal stellen. Hier door zullen de Belgische visschers ee* grooten voorsprong krijgen in den con currentiestrijd met de buitenlanders. Hongaarsche schilderkunst is „De Burg" te Middelburg. De heer Martin Wiesel is er met een groote collectie werk van zijn Hon gaarsche landgenooten-schilders op uit getrokken, teneinde in het buitenland nu in het met Hongarije nog steeds zoo goed bevriende Nederland doe ken te verkoopen. In het eerst onlangs geopende restau rant De Burg het voormalige woon- huis van onzen oud-burgemeester P. Dumon Tak heeft hij een aantrek kelijke expositie van Hongaarsche schilderkunst ingericht. Men houde het ons ten goede, wan neer wij niet voldoende in de buiten- landsche schilderkunst thuis zijn om te weten, in welke mate de hier hangende meesters door het aureool der beroemd heid omstraald worden; een aantal ons getoonde kritieken en besprekingen in binnen- en buitenlandsche bladen van enkelen hunner er zijn professoren van kunstacademies bij doen zi^n dat we hier in elk geval met vaklieden te maken hebben. Maar wat doet dit er veel toe? Wij Nederlanders hebben voldoende eigen inzicht als regel goed of fout, maar 't is er om zelf wel te weten wat we willen, wat we kunnen waardeeren en wat niet. Welnu, er is op deze expositie, die werk van zeer verschillend allooi om vat, niet weinig dat aantrekkelijk mag heeten. En er is voor elks smaak, be halve dan misschien voor hen, die tot de verste uitersten in ismen gaan. Er zijn conventioneel-habiel geschilderde doekjes, er is sterk-coloristisch werk. Er zijn minutieuze, bijne g^» rekende doekjes, er zijn stukken waar met het mes de felle vlakken verf er op gezet zijn. Prof. Gaal Ferencz is met werk van velerlei object vertegenwoordigd en de in Engeland destijds noga! gewaardeerde Aurel Nerai vindt men er met zijn in somber-grijze kleuren gehouden ma donna-kopjesJoseph Wagner vindt men er met Hongaarsche sneeuw-ge- zichten en dr. Lajos Kunffy; Monary met een aan Hollandsch werk herinnerende boerenkeuken en Lajos Genies met ver schillende eenvoudige maar ons toch wel aansprekende stukken zoo 129, dat romantische slot in Transsilvanië. Van Prof. Istvan Méro enkele doeken: een meisje met 'n appel, een landschap. In elk geval een tentoonstelling, die door omvang en gehalte van het ge- bodene al is er óók zoo een en ander, dat meer een verkoops- dan een expo sitie-karakter draagt de moeite van een bezichtiging zeker waard is. Je vriend, Jan de Smid. Arr.-Rechtbank te Middelburg, In de zitting van Vrijdag werden de volgende zaken behandeld: J. M. G., 18 j„ parlevinker te Hans- weert, werd ten laste gelegd dat hij in October 1932 te Schore te zamen en in vereenig'ng met een ander met het oog merk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zak met ongeveer 50 kg. uien, toebehoorende aan A. Potter. Subsidiair werd hem verduistering van die hoeveelheid uien ten laste ge- legd. Eisch. 20 of 10 d. h. M. Z„ 32 j. koopman te Heinkenanand was op 8 Dec. 1933 door den kanton rechter te Goes veroordeeld tot 25 or 10 d. h., wegens overtreding van de Mo tor- en Rijwielwet te Goes gepleegd op 31 Oct. 1933 (veiligheid van het verkeer in gevaar brengen). De verdachte was in hooger beroep gekomen. Eisch: bevestiging van het vpmls van den kantonrechter. C. M. D>, 25 j„ chauffeur te CoHpis-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1934 | | pagina 6