DE DOCHTER VAN ALVA.
HóofdfUfn, Kiespij**
Hlijtthacdl'
BINNENLAND.
KROEPHOEST
KDNST EN WETENSGNAP.
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 19 JANUARI 1934. No. 16.
HET WEGENFONDS ZIJ
ONAANTASTBAAR!
De nieuwe zuivering van de
communistische partij in Rus
land. Stalin wil een keur
corps, waarop te rekenen
valt.
Het is reeds eenige malen in de ge
schiedenis van het dictatoriale bolsje
wistische Rusland voorgekomen, dat de
communistische partij, waaraan het zijn
kracht ontleent, van ongewenschte ele
menten gezuiverd diende te worden, op
straffe van een verbrokkeling en dus
verzwakking in de hand werkende hete
rogeniteit. Het luidruchtigste geval was
dat van de z.g. oppositie-Trotsky, waar
mee de heerscher Stalin heel wat te
stellen heeft gehad, doch dat tenslotte
tot 'n volledige nederlaag voor Trotsky
leidde: hij is thans balling op een klein
eilandje in de Turksche wateren. Nog
zoo heel lang is het rumoer over deze
affaire niet verstomd, doch opnieuw
hoort men thans van een zuiverings
actie in Rusland, opnieuw schijnen er in
de communistische partij onbetrouw
bare elementen geslopen, die met sterke
hand verwijderd moeten worden. Onze
Russische medewerker bericht er over
in zijn laatsten brief.
Het is de grootste opruiming die Sov
jet-Rusland ooit gekend heeft, schrijft
hij. Ze duurt al eenige maanden en er
wordt aangenomen, dat ze nog eenige
maanden duren zal. Speciale commissies
trekken door het land en onderwerpen
elk lid der bolsjewistische partij, zonder
onderscheid van rang of positie, aan een
minutieus verhoor. In zijn tegenwoordig
heid wordt het verleden van dien per
soon uitvoerig besproken en de delin
quent moet op alle vragen en beschuldi
gingen, die aan den dag komen, uitvoe
rige toelichtingen geven. Worden zijn
antwoorden onbevredigend geacht of
komen er dingen aan het licht, die er
op wijzen, dat hij (of zij) niet altijd ab
soluut gehoorzaam aan de bevelen van
de partijleiding (d.w.z. van Stalin) is ge
weest, dan wordt hij (zij) geroyeerd, met
alle zeer onaangename*, gevolgen hier
van.
Tegelijkertijd vond Stalin het noodig
een reorganisatie van de partij door te
voeren om de mogelijkheid van het ont
staan van dergelijke oppositie te voor
komen. De meeste aandacht wordt daar
bij aan de voorwaarden gehecht welke
gesteld zullen worden bij het aannemen
van nieuwe leden.
Elk verzoek om lid te mogen worden
zal afzonderlijk ingediend en afzonder
lijk behandeld worden. Daarbij zal de
candidaat eenige betrouwbare commu
nisten moeten aanwijzen, die borg voor
hem willen zijn. De candidaat moet
iemand zijn, die door zijn gedrag getoond
heeft, de regeerende partij trouw te
zijn, een „activist" te zijn, iemand, die
doortastend optreden kan, van aanpak
ken weet.
Toekomstige leden van de partij zul
len op de volgende wijze gekweekt wor
den. Bij elke „cel" van de bolsjewisti
sche partij zullen groepen van sympa
thiseerenden" opgericht worden. De le
den dier groepen zijn verplicht alle
voorschriften van de partijleiding op te
volgen; zij zijn aan alle plichten van een
communist onderworpen, zonder de
voordeelen van het lidmaatschap te ge
nieten, Na een proeftijd kunnen de le
den van zulk een groep een verzoek in
dienen om op de lijsten der candidaten
voor het lidmaatschap der partij ge
plaatst te worden. Dan begint voor hen
een nieuwe proeftijd. Al dien tijd wor
den zij natuurlijk bespied, elk hunner
handelingen wordt genoteerd, zij krijgen
opdrachten, hun trouw wordt op de
proef gesteld. En eerst na afloop van
dien tweeden proeftijd mogen zij een
verzoek indienen om tot het „allerhei
ligste", de bolsjewistische partij, toege
laten te worden. Op deze wijze hoopt
Stalin een selectie door te voeren, die
hem mannen en vrouwen zal opleveren,
op wier trouw hij volkomen rekenen
kan, die al zijn bevelen blindelings zul
len gehoorzamen, die geen oppositie
groepen zullen oprichten, een keur
korps.
Daar Stalin een menschenkenner is en
weet, dat zelfs bij een dergelijke selec
tie de kans bestaat, dat er op den duur
oppositie ontstaat, wordt een speciale
controle-commissie ingesteld met afdee-
lingen in alle plaatsen van het land, die
toezicht zullen hebben uit te oefenen
op de gedragingen van elk lid der partij.
Elke bolsjewiek zal voortaan niet alleen
voortdurend bespied worden, hij zal te
vens elk oogenblik bereid moeten zijn
om rekenschap te geven van al zijn ge
dragingen, zelfs de meest intieme. Bij
de mins.te overtreding van de voor
schriften, bij elke verdachte handeling
kan het lid uit de partij gezet worden,
kunnen sancties toegepast werden.
Het is begrijpelijk, dat bij een der
gelijke straffe organisatie de partij niet
talrijk kan zijn. Dat hoeft ook niet. Par
tijen, die vele millioenen leden tellen,
zijn te logge lichamen. Stalin geeft te
recht de voorkeur aan een betrekkelijk
kleine partij, doch bestaande uit men-
schen, op wier trouw hij ten volle reke
nen kan. Het moet een soort leger wor
den, dat elk oogenblik gemobiliseerd en
naar de meest bedreigde punten gezon
den kan worden.
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
94).
„Wat wenscht ge van mij?" vraagt
vader Anastasius, zich van het altaar
afwendend.
„Hoe waagdet ge hen te trouwen?'
„Op bevel van de Heilige Maagd! Zie
onze hemelmoeder heeft het gelaat van
zijn echtgenoote aangenomen om hem
te beschermen."
„Kijk, het goochelkunstje, het schil
derij van den verrader Oliver zal mij
nog verhinderen wraak te nemen!" En
hij geeft een teeken aan den beul, die
naast hem staat, met den strop in de
hand. Maar Hermoine plaatst zich voer
haar vader, roepend: „niet de dood van
een booswicht voor mijn echtgenoot,
even edel als u zelf! Slechts met het
zwaard worde hij berecht!"
„Nu goed! Ik wil hem een even adel
lijken dood veroorloven als aan Egmond
•en Hoorne! Houw den Engelschman het
hoofd af op die tafel!"
„Voor mijn oogen?" vraagt zijn doch
ter ineenkrimpend.
„Ge hebt het zelf gewild. Het is re
geeringszaak."
„Vader!" kermt de jonge vrouw. Want
de beul heeft reeds zijn zwaard getrok
ken. „Vader, als gij hoopt op barmhar
tigheid, schenk haar dan thans aan mij.
Zelfs in dezen crisistijd mag
niet met ruwe hand verstoord
worden, wat in een reeks van
jaren organisch gegroeit is.
We schrijven 1920. Nauwelijks is het
krijgsrumoer in Europa verstomd, nog
slechts enkele maanden is het geleden,
dat verdragen een einde maakten aan
een periode van ellende en tevens het
tóen nog niet vermoede begin beteeken-
den van een nieuwen ramspoed en ach
teruitgang in Europa.
Hel was in dezen tijd, dat de stille we
gen met hun ouderwetsch karakter in
ons land langzamerhand weer beteeke-
nis gingen krijgen voor het verkeer.
De benzinetekorten, welke het automo
bilisme tijdens de oorlogsjaren in onge
kende mate hadden gebreideld, waren
vergeten, de tijden, waarin ^rubberban
den van de slechtst denkbare kwaliteit
om de wielen van auto's en fietsen wer
den gelegd, bleven slechts in de herin
nering beslaan. De automobiel begon
haar zegetocht.- Dat het een zegetocht
was, die in groote lijnen voornamelijk
voordeelen heeft gebracht, zal wel door
niemand ontkend worden. Het platte
land werd uit een isolement verlost, dat
ondanks meer dan een halve eeuw
spoor- en tramwegontwikkeling niet
noemenswaardig aangetast was; in han
del en bedrijfsleven nam het motorische
vervoermiddel weldra eeen belangrijke
plaats in; toerisme en internationaal
verkeer leefden op. dank zij de auto
mobiel.
Het spreekt vanzelf, dat onze wegen
in de verste verte niet in staat waren,
om deze auto-invasie zelfs maar in het
bedaart spoedig met
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
(Ingez. Med.)
eerste begin te verwerken. Ons wegen
net, ontworpen en onderhouden volgens
negentiende-eeuwsche grondslagen was
absoluut onvoldoende.
Er moesten radicale veranderingen
aangebracht worden. Verschillende we
gen hadden een dermate druk door
gaand verkeer gekregen, dat de belan
gen van de wegbeheerders in geen ver
houding meer stonden tot de belangen
van de weggebruikers. Om deze reden
begon men het billijk te vinden, dat deze
laatsten mede zouden betalen aan de
verbetering en het onderhoud van de
wegen, van belang voor het doorgaand
verkeer. Bovendien was de categorie
der ondernemers van motortransport in
opkomst en reeds in 1921 werd de stel
ling verdedigd, dat een motortransport
bedrijf in economischen zin uiteraard al
leen bestaanbaar kan zijn, wanneer dit,
rekening houdende met de dooi dat be-
ariji veroorzaakte hooger kosien van
wegonderhoud, nog rendabel zou zijn.
En tenslotte voelde men het als billijk
aan, dat de weggebruikers, die behoefte
(nijpende behoefte zelfs) hadden aan be
tere wegen, waarover een weinig snel
verkeer mogelijk zou zijn, daaraan
zelf zouden moeten meebetalen.
Dat de toenmalige weggebruikers,
vertegenwoordigers en voorloopers als
het ware van het nieuwe, van het ver
keer der toekomst, hunnerzijds breede
opvattingen huldigden, blijkt wel het
beste uit het feit, dat zijzelve toen voor
gesteld hebben om een wegenbelasting
in te voeren, teneinde spoedig betere
wegen te krijgen. Deze bereidwilligheid
was natuurlijk gebaseerd op het princi
pe: de weg-belasting zou zijn een be
stemmingsbelasting, niet de sluitsteen
van de Rijksbegrooting.
Zoo werd dan, eerst achter de scher
men, ilater in openbare vergaderingen
door de jonge Vereeniging „Het Neder-
landsche Wegencongres" en anderen 't
nieuwe denkbeeld gepropageerd. Zoo
is ook het Wegenfonds ontstaan, een
en ander natuurlijk in overleg met de
Regeering.
Het Rijk zou de nieuwe, uniforme be
lasting innen en administrateeren, aan
de Provincies zou een zeker, redelijk
percentage worden uitgekeerd, „niet als
een gunst, maar als een haar uit de be
lasting teokomend aandeel, dat haaar
even goed als het Rijk in staat moest
stellen zich ten deze van haar over
heidstaak te kwijten."
Van meet af, heeft men een zekere
zelfstandigheid van het Wegenfonds,
als afzonderlijk overzichtelijke „wegen
administratie", duidelijk voor oogen ge
houden. Wanneer de opbrengst van de
nieuwe wegenbelasting in den „grooten
pot" gekomen zou zijn, ware de vrees
gerechtvaardigd geweest, dat dit geld
ook voor andere doeleinden gebruikt
zou zijn geworden. De regeering heeft
zich met een afzonderlijk wegenfonds
accoord verklaard en zich zelf gepro
clameerd tot een coulanten „bankier".
Bovendien zou telkenjare een bedrag
uit de Algemeene middelen in het We
genfonds gestort moet worden, gerecht
vaardigd door het feit, dat anders toch
ook een bedrag jaarlijks aan de wegen
ten koste zou zijn gelegd.
Zoo waren in het kort vermeld
de grondslagen van de Wegenbelasting
welke dus op deze wijze na langdurig
overleg in volle harmonie met de wen-
schen van de belanghebbenden, die te
vens de autores intellectuales waren,
ingevoerd.
De Regeering had de plannen overge
nomen. het Wegenfonds was veilig
In 1933 echter komt de Regeering
met een voorstel om aan het Wegen
fonds den doodsteek te geven. Ook de
belanghebbenden, de weggebruikers,
begrijpen, dat dit een abnormale tijd is,
dat thans van ons Nederlanders zware
Ge wilt toch niet, dat ieder op aarde
u een vervloekten en wrefe'den beul
heet? Vólór hedenavond was er één,
Alva beveelt zijn mannen zich om te
keer en, maar het is te laat: zij zijn al
len zoo opgegaan in de executie, dat zij
die het niet deed. Dat was uw dochter. j niet bemerkt hebben, hoe een talrijke
Ge zult toch niet gedoogen, dat zij moet bende naar binnen is gedrongen onder
zeééen: „Mijn vader heeft mijn echtge-j aanvoering van Corker en hen met een
noot gedood?" woest krijgsgehuil met den dood be-
Maar met heesche stem antwoordt dreigen,
hij: „Gauw laat het nu uit zijn.j Maar enkele oogenblikken later is de
Vier of vijf man trachten nu Guy naar j overrompelde lijfwacht in de pan gehakt
de tafel te slepen, maar vader Anasta-i of verjaagd om in de duisternis, die het
sius snelt naar het altaar en roept: huis omgeeft, afgemaakt te worden en
„Dit is een heiligdom! Verdoemd zij hij hun opperbevelhebber staat alleen te
die de heilige plaats betreedt met ge-1 midden van zijn vijanden, hoewel onge
trokken zwaard en blanke wapens! De j wond, daar rapier en kogel door zijn
Heilige Maagd beveelt mij! Terug, als harnas gestuit zijn. Zijn hoofd is onbe-
ge niet wilt getroffen worden door de dekt en zijn dood is slechts een questie
vloek der moederkerk!"
Maar Alva dringt zlich tusschen de
terugdeinzende soldaten naar voren, en
van een oogenblik, want Chester heeft
zijn zwaard weer in de hand en roept,
op hem toesnellend: „Nu is het mijn
roept: „Maak dat je weg komt, ver- j beurt, hertog van Alva!"
vloekte priester," en hij maakt zich ge- j Maar terwijl de hertog onverschrok-
raed om het geboeide sjlachtoffer te ken den dood onder de oogen ziet, wor-
grijpen, want zijn soldaten deinzen te- den een paar blanke armen om zijn
rug als de priester met stemverheffing hals geslagen en Hermoine de Alva,
doet hooren: „Anathema!" en de ban-
yfi begint uit te spreken.
Alva laat een schor gelach hooren.
oor monniken ben ik niet bang, sinds
6 j1?.. üCr t?^en paus heb aange
voerd. En misschien zou hij zelf over
gegaan zijn tot de executie van den
echtgenoot zijner beminde dochter
Maar op dit oogenblik springt een
donkere vlugge meisjesgestalte door *t
raam, roepende: „hierheen^ gauw!"
offers gevraagd worden. Zij zijn bereid
ook hun offer aan de algemeene kas te
leveren, gelijk zij voor hun auto op ve
lerlei wijze reeds doen. Maar thans
stelt men voor, het Wegenfonds hun
Wegenfonds op te offeren.
Zelfs al zou een nieuwe geldelijke
bijdrage van het autoverkeer noodzake
lijk zijn om de Rijksfinanciën te helpen
veilig stellen dan nog behoeft dit
niet mee te brengen, dat het Wegen
fonds aangetast wordt; vandaar het al
gemeene verzet tegen dit wetsontwerp;
vandaar dan ook, dat de groote ver-
keersbonden hier te lande (A. N. W. B.,
B. B. N. en K. N. A. C.) zich tot taak
gesteld hebben, de belangen van de
weggebruikers en het voortbestaan van
het Wegenfonds te verdedigen en de
gevolgen van verwezenlijking dezer
plannen te belichten. In een nabije toe
komst zijn veilige wegen onmisbaar, 'n
levensbelang voor ons land. Een wegen-
verbetering kan slechts goed geschie
den, wanneer volgens een goed gefun
deerd plan, zooals in de Wegenbelas
tingwet nadrukkelijk is voorgeschreven,
gewerkt wordt, wannees de financiering
zeker is zonder Wegenfonds geen
goede wegen. Eneen land zonder
goede wegen verliest evenzeker in den
strijd om het bestaan als een land zon
der sluitende begrooting!
VERKEERSONGEVALLEN IN 1932.
Onder bovenstaanden titel heeft het
Centraal Bureau voor de Statistiek 'n
publicatie doen verschijnen, waarin de
verkeersongevallen voor 't geheele land
zijn opgenomen.
Omtrent 41.195 verkeersongevallen
worden de oorzaken en gevolgen aan
gegeven. Van 31.196 of ruim 75 pet. der
ongevallen is gebleken, dat zij zijn toe
te schrijven aan persoonlijke oorzaken,
nl. fouten van bestuurders van vervoer
middelen 68 pet. en fouten van voetgan
gers 7 pet. Gebreken aan vervoermidde
len en de toestand van den weg (incl.
slippen en doorglijden) bleken resp. in
957 (2 pet.) en 2788 (6 pet.) gevallen
oorzaak van een verkeersongeval te
zijn.
In totaal zijn 12.084 personen gedood
o'f gewond. Voor het statistiekjaar is
geen naawkeurig cijfer omtrent het aan
tal overleden slachtoffers van verkeers
ongevallen bekend, doch blijkens de
„Sterftesiatxstiek" zijn gedurende 't
kalenderjaar 1932 niet minder dan 717
personen ten gevolge van een verkeers
ongeval overleden. Uit het thans gepu
bliceerde overzicht der verkeersonge
vallen blijkt, dat er bij 378 ongevallen
een of meer dooden waren en bij 10.619
ongevallen een of meer gewonden, ter
wijl in 30.172 gevallen uitsluitend mate-
rieele schade voorkwam. Vervolgens
bevat de statistiek een drietal overzich
ten van de plaats gehad hebbende bot
singen en de daarbij betrokken vervoer
middelen, enz.
OPLEVING IN 1934?
„De patiënt herademt."
Woensdag hield in de vergadering van
de Kamer van Koophandel voor Utrecht
de voorzitter, de heer F. H. Fenttener
van Vlissingen een rede, waarin hij een
overzicht gaf van de economische ver
schijnselen in het jjaar 1933. Spr. besloot
deze rede volgens het verslag in de
„Msb." als volgt:
„Het bebjld, dat ik U voor oogen
bracht, is niet opwekkend. En toch, on
danks dit alles toonde 1933 teekenen
van opleving. Zeker het zijn teekenen,
die wij meerendeels nog met wantrou
wen bezien, maar waren niet velen de
het hoofd drukkend tegen de borst,
smeekt: „Spaar hem, ter wille van mij!
Spaar hem, Guy als je vannacht een ge
lukkige vrouw in je armen wilt hebben.
Want in je armen zou ik mij moeten
herinneren, dat je de moordenaar van
mijn vader waart."
„Spaar hem, jongeman, ik smeek het
je, nu ik u gered heb", roept de
priester.
:,,Ja, dat hebben we aan u te danken,»
goede vader Anastasius", roept Her
moine, terwijl Guy zijn arm Iaat zakken;
en een oogenbilk later ontvangt de
priester zoc'n kus, als nimmer St. An-
tonius is ten deel gevallen, anders ware
hij beweken. Maar de goede vader pre
velt: „Voor dit feest des vleesches zal
ik nog een week moeten vasten."
Zij lachen nu allen en gevoelen zich
allen blijde, behalve Alva, die morrend
vraagt: „Welk losgeld heb ik te beta
len?"
Dan komt bij Guy in de gedachte het
beeld van de belegerde stad, de uitge
hongerde mannen, vrouwen en kinde
ren en hij antwoordt: „de opheffing van
het beleg van Haarlem!"
„Nooit! Ik heb geld genoeg om mijn
leven af te koopen, maar liever onthoofd
dan dat een soldaat zijn rug toekeert
aan die stad!" is Alva's vastberaden ant
woord. „Maak mij af, als ge wilt, maar
niemand zal kunnen zeggen dat de her
tog van Alva zijn leven heeft gered
door trouwbreuk aan zijn koning te
plegen,"
„Help hen dan aan wat brood", pleit
Guy.
„Nimmer."
„Geef dan verlof dat de vrouwen en
kinderen de stad verlaten, zoodat er
minder monden zijn te voeden!" smeekt
Hermoine.
„Nimmer!"
Wanneer er Hollanders bij waren ge
weest, zou het laatste oogenblik voor
Kroephoest, welke veel ouders zoo vaak
midden in den nacht doet opschrikken,
kan zonder inwendige medi
cijnen binnen een kwartier worden
onderdrukt.
Wrijf voor het naar bed gaan keel en
borst van het kind flink met Vicks
VapoRub in. Dan nog een dikke laag
er op smeren en bedekken met warm
flanel.
Wanneer het kind aan nachtelijke hoest-
aanvallen blootstaat, pas dan tegen bed
tijd deze eenvoudige behandeling toe.
U bent dan zeker, rustig te kunnen sla
pen. Omdat de behandeling uitwendig
is, is zij onschadelijk, zelfs voor het
kleinste kind.
Bestrijd
verkoudheid
'zonder „innemen"!
(Ingez. Med.
meening toegedaan* dat een mislukking
der wereldconferentie de volledige in
eenstorting van het bedrijfsleven zou
tengevolge hebben? En mogen wij uit
het feit, dat zulks niet geschiedde, niet
opmaken, dat het natuurlijke aanpas-
singsvermgoen van dit bedrijfsleven
ten koste van veel verliezen en van
tallooze slachtoffers, zich allengs reeds
weder zoover aan de veranderde om
standigheden begint aan te passen, dat
de voorwaarden voor een langzame^en
geleidelijke verbetering aanwezig zijn?
Ik heb ergens gelezen, dat men van
den toestand van het bedrijfsleven in
1933 kon zeggen „de patiënt herademt".
Herademen na zoo'n behandeling, dat
zou het bewijs zijn, dat de patiënt een
welhaast onverwoestbare constitutie
heeft!
Wie weet? Wij leven snel. Misschien
hebben de groote proefnemingen op
economisch gebied, die in 1933 begon
nen zijn, wel tot gevolg, dat men leert
inzien dat de ziekte niet zoo zeer aan
geneesmiddelen en injjecties behoefte
heeft dan wel om meer aan zichzelf te
worden overgelaten."
De zoo juist ontvangen 7e afleve
ring van „Zeeland door de eeuwen
heen" voltooit de beschrijving van den
Zeeuwschen archipel in de periode 1400
1570, en vertelt tevens reeds tal van
bijzonderheden over de streek, die la
ter Zeeuwsch-Vlaanderen genoemd
werd. De groote watervloeden, waar
door duizenden hectaren vruchtbaar
land verloren gaan we noemen slechts
die van 1404, 1531, 1532 en 1570 be
palen het karakter dezer periode. De
Braakman verwijdt zich tot een grooter
waterplas, Noord-Beveland verdwijnt
voor lang van de kaart, in het oosten
van Zuid-Beveland gaan groote uitge
strektheden voor goed verloren.
Behalve uitvoerige berichten over al
deze rampen brengt deze aflevering uit
voerige beschrijvingen van de Zeeuw-
Alva zijn aangebroken, en de Engel-
sche zeelieden werpen ook reeds blik
ken van haat en woede naar hem en
sloegen de hand aan hun zwaard.
Maar Chester roept: „Weg met de
wapens! Geen hand van een mijner
mannen zal den vader van mijn vrouw
letsel mogen berokkenen. Kom hier,
mijn lieve Hermoine,"
En de jonge vrouw voegt zich bij hem,
Dit ziende vraagt Alva onthutst:^
„Neemt ge haar mede, weg van mij?"
„Waarom niet? U houdt kiiet van
haar!"
„Bij mijn ziel ik heb haar lief. Het
was regeeringszaak. Als je niet bij mij
wilt blijven Hermoine, beloof me dan
ten minste, dat je mij nu en dan bezoe
ken wiltnadat je dat alles vergeten
hebt."
Maar het meisje antwoordt: „Neen,
zonder man zou ik niet kunnen komen,
en ik zou niet kunnen geleoven, dat uw
liefde voor mij een waarborg zou zijn
veor zijn veiligheid, wanneer het in
uw macht zou zijn hem te treffen. Het
zou zijn.... regeeringszaak! Wlat waren
voor u mijn leven, mijn geluk, alles dat
ik cp aarde had, toen ik u vijf minuten
geleden om genade smeekte, vergele
ken met een regeeringszaak. Vader,
handhaaf uw politiek, zij heeft u het
eenige hart op aarde,-dat u lief had,
gekost!"
(Wordt vervolgd.)